16.09.2013 Views

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

________<br />

6.4.2 Resultaten<br />

De Gewone Zeehond is zeer regelmatig in de wateren rond de <strong>Bouwdokken</strong> actief. Slechts<br />

éénmaal is waargenomen dat één exemplaar de zandplaat Neeltje Jans als rustplaats gebruikte.<br />

De dichtstbijzijnde vaste rustplaatsen van zeehonden, waaronder een voorplantingsplaats en<br />

ruigebied, bevinden zich in de kreken van de zandplaat Roggenplaat.<br />

Bruinvissen worden regelmatig waargenomen in de wateren van het westen van de<br />

Oosterschelde.<br />

Tijdens een aantal avond- en nachtbezoeken is de batrecoder (Petterson D 230) steeds<br />

ingeschakeld. Nimmer is enig signaal ontvangen. Slechts in de omgeving van het<br />

Rijkswaterstaatdepot bij de Roompotsluis is een enkele Dwergvleermuis lokaal aanwezig.<br />

6.5 Verstoringsafstanden<br />

Niet-broedvogels<br />

In Winkelman et al. (2008) is een uitgebreid overzicht opgenomen over de ecologische<br />

aspecten van windturbines op land. Wanneer wordt gezocht naar specifieke aspecten, zoals hier<br />

de verstorende effecten op vogels van het intergetijdengebied, bleek de informatie toch schaars.<br />

In het algemeen blijkt de verstoringsafstand soortspecifiek te zijn. Voor mariene steltlopers en<br />

de Bergeend variëren de maximale verstoringsafstanden van 0 (nul) tot 500 meter.<br />

Het probleem bij dit soort studies is dat slechts een onderzoek met de juiste<br />

onderzoeksmethoden (bijvoorbeeld BACI) betrouwbare resultaten oplevert. Met andere<br />

woorden, de kennis komt pas beschikbaar als de turbines zijn geplaatst. De beschikbare kennis<br />

heeft betrekking op diverse soorten turbines, veelal kleinere en sneldraaiende typen.<br />

Tijdens het vooronderzoek bij deze studie is verschillende malen, doch niet stelselmatig,<br />

gekeken bij twee windturbineparken in Zeeland, waar moderne grote turbines redelijk dichtbij<br />

de Oosterschelde zijn geplaatst, namelijk Kats en Anna Vosdijkpolder/Moggershilpolder. Door<br />

de dynamiek van een getijdengebied, waaronder de biotoopverschillen in de hoogte, is het<br />

ondoenlijk een betrouwbaar onderzoek te doen zonder de uitgangssituatie te kunnen meten.<br />

In beide gevallen is de afstand van de turbine tot het dichtstbijzijnde droogvallend slik<br />

ongeveer 110 meter. Vanwege deze beperking en het ontbreken van een nul-onderzoek zijn de<br />

waarnemingen beperkt gebleven tot het constateren van de soortsamenstelling op het dichtst bij<br />

de turbine drooggevallen slik.<br />

Met uitzondering van de Rotgans en Kanoetstrandloper zijn alle normaal voorkomende soorten<br />

steltlopers en Bergeend in deze zone geregeld aangetroffen en in dichtheden die niet afweken<br />

van die in vergelijkbaar biotoop in de naaste omgeving.<br />

De Wulp, een soort die als schuw te boek staat (afstand tot 500 m voor wandelaars) kwam met<br />

name op Kats altijd op het slik aan de dijk voor (120 m) en had bij Anna<br />

Vosdijkpolder/Moggershilpolder een voorverzamelplaats op circa 150 meter van de turbine.<br />

Bergeenden kwamen zowel buitendijks als binnendijks op afstanden tot 150 meter van de<br />

turbine voor.<br />

De Scholekster foerageert langs de Haringvlietdam weliswaar op mindere afstanden doch dit<br />

betreft slechts kleine aantallen.<br />

_________________________________________________________<br />

Natuureffect windturbines <strong>Bouwdokken</strong>, Neeltje Jans<br />

35

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!