16.09.2013 Views

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

________<br />

De soortensamenstelling en de mate van aanwezigheid per soort is per seizoen verschillend. Bij<br />

kleinere aantallen speelt ook het toeval een rol.<br />

In september zijn de soorten met meer dan 10 vogeluren: Scholekster (384), Wulp (117),<br />

Bontbekplevier (43) en Tureluur (25).<br />

In januari zijn de soorten met meer dan 10 vogeluren: Bergeend (226), Wulp (170), Scholekster<br />

(115), Stormmeeuw (40), Tureluur (37) en Rotgans (15).<br />

In mei zijn de soorten met meer dan 10 vogeluren: Rosse Grutto (236), Zilverplevier (106),<br />

Scholekster (93), Rotgans (56), Bergeend (30), Drieteenstrandloper (24), Tureluur (23), Bonte<br />

Strandloper (14) en Wulp (14).<br />

Vergelijking met Oosterschelde<br />

Het aantal vogeluren per getij dat binnen de verstoringscirkels valt zal worden vergeleken met<br />

het totaal aantal vogeluren per getij dat op de Oosterschelde wordt gemaakt. Hiervoor worden<br />

de hoogwatertellingen gebruikt.<br />

Vergelijking geschiedt in detail voor de maanden dat de laagwatertellingen hebben plaats<br />

gevonden. De percentages die hieruit volgen worden geëxtrapoleerd naar de andere maanden<br />

van het jaar zodat uiteindelijk een beïnvloeding van het instandhoudingsdoel, een<br />

maandgemiddelde, kan worden berekend.<br />

6.2 Hoogwatertellingen<br />

6.2.1 Methode<br />

Tellingen van de soorten en aantallen vogels op de Oosterschelde zijn langjarig uitgevoerd<br />

onder auspiciën van Rijkswaterstaat. De gegevens worden op bekkenniveau (gehele<br />

Oosterschelde) jaarlijks gepubliceerd (Meininger et al. in reeks, Berrevoets et al. in reeks,<br />

Strucker et al. in reeks).<br />

Deze gegevens hebben ten grondslag gelegen aan het kwantificeren van de<br />

instandhoudingsdoelen door LNV. Deze instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd als<br />

maandgemiddelde.<br />

Om in staat te zijn de bij het laagwateronderzoek getelde aantallen te relateren aan de totaal<br />

aantallen van de Oosterschelde is inzicht nodig in het maandelijks voorkomen van de soorten.<br />

Om in staat te zijn te bepalen of een effect al of geen significant effect is, is inzicht nodig in het<br />

aantalsverloop op lange termijn.<br />

De meerjarige gegevens, oorspronkelijk afkomstig van Rijkswaterstaat, worden dus<br />

geanalyseerd voor de doelen van dit rapport.<br />

Uit de lange lijst van instandhoudingsdoelstellingen - niet broedvogels - zijn de soorten<br />

geselecteerd waarvan hierna een trend en de staat van instandhouding in detail zal worden<br />

bezien. Dit heeft vooral als doel het significantieniveau te kunnen bepalen.<br />

De volgende soorten worden niet behandeld, omdat de soort niet of nauwelijks in het<br />

beïnvloede gebied voorkomt en niet door de activiteit wordt beïnvloed.<br />

Dodaars, Fuut, Kuifduiker, Aalscholver, Lepelaar, Kleine zwaan, Grauwe gans, Brandgans,<br />

Smient, Krakeend, Wintertaling, Wilde eend, Pijlstaart, Slobeend, Brilduiker, Middelste<br />

zaagbek, Slechtvalk, Meerkoet, Strandplevier, Goudplevier, Kievit, Zwarte ruiter.<br />

_________________________________________________________<br />

Natuureffect windturbines <strong>Bouwdokken</strong>, Neeltje Jans<br />

29

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!