16.09.2013 Views

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />

13 Zienswijzen naar aanleiding van de startnotitie<br />

13.1 Inleiding<br />

Tijdens de ter inzage legging van de Startnotitie MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> zijn twee<br />

zienswijzen ingediend, namelijk door de Vogelwerkgroep Walcheren en door de Zeeuwse<br />

Milieufederatie. In het belang van een zorgvuldige behandeling van de ingediende<br />

zienswijzen, wordt in dit hoofdstuk op deze zienswijzen ingegaan. De opmerkingen van de<br />

insprekers zijn cursief weergegeven, de reactie van de initiatiefnemer wordt direct onder de<br />

opmerking van de inspreker gegeven.<br />

13.2 Vogelwerkgroep Walcheren<br />

De Vogelwerkgroep Walcheren brengt in haar zienswijze een aantal punten naar voren, die<br />

zij graag in het MER beantwoord wil zien. Deze zaken worden in deze paragraaf puntsgewijs<br />

behandeld.<br />

Effecten op broedende meeuwen en sterns<br />

De Vogelwerkgroep Walcheren wil de effecten van het windpark op broedende meeuwen en<br />

sterns onderzocht zien. Ook ziet zij graag een studie naar alternatieve broedlocaties voor de<br />

zilvermeeuw, kleine mantelmeeuw, stormmeeuw, visdief en dwergstern.<br />

De effecten op broedvogels zijn in hoofdstuk 9 van het MER en in het natuureffectrapport<br />

[Baptist, 2010] besproken. <strong>Windpark</strong> OSK BV heeft een studie uit laten voeren naar het<br />

aanleggen van een broedgelegenheid voor visdieven in de Mattenhaven [Baptist, 2009a]<br />

(bijlage 5). In het kader van de bouw van de vierde windturbine bij de vluchthaven op Neeltje<br />

Jans zal de broedlocatie voor dwergsternen op het strandje bij het Topshuis worden<br />

verbeterd. Alternatieve broedlocaties voor overige soorten zijn niet overwogen aangezien de<br />

effecten van verstoring van de windturbines op deze soorten verwaarloosbaar zijn.<br />

Effecten op rotganzen<br />

De Vogelwerkgroep Walcheren vraagt zich af in hoeverre rotganzen die in het winterhalfjaar<br />

de <strong>Bouwdokken</strong> bezoeken, het risico lopen verdreven of gedood te worden door de<br />

windturbines.<br />

In het natuureffectrapport [Baptist, 2010] (bijlage 3) is onderzocht in hoeverre rotganzen<br />

verstoord worden door windturbines in de <strong>Bouwdokken</strong>. Geconcludeerd wordt dat de<br />

draagkracht van de Oosterschelde voor de rotgans door <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> vermindert<br />

met 0,4 exemplaar. Een dergelijk laag aantal is verwaarloosbaar. Er worden geen<br />

aanvaringsslachtoffers onder de rotganzen verwacht.<br />

Hoogwatervluchtplaatsen<br />

De Vogelwerkgroep Walcheren is bezorgd over wat voor effect het windpark op de<br />

hoogwatervluchtplaatsen heeft, met name in de nacht.<br />

De <strong>Bouwdokken</strong> doen vrijwel geen dienst als hoogwatervluchtplaats. Het nabijgelegen<br />

Oogeiland ligt op 300 meter afstand en ligt buiten de maximale verstoringsafstand van de<br />

voorkomende soorten. Significant negatieve effecten kunnen derhalve op deze<br />

hoogwatervluchtplaats worden uitgesloten [Baptist, 2010]. Wanneer het water zo hoog komt<br />

dat het Oogeiland gaat overstromen, vliegen de daar aanwezige steltlopers meestal eerst<br />

naar de kop van de Neeltje Jans plaat en vandaar naar het vaste land van Schouwen of<br />

Noord-Beveland [Baptist, 2010].<br />

154

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!