Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />
Een van de alternatieven in dit MER is gebaseerd op de Siemens SWT-3.6-107 3,6 MW<br />
windturbine: alternatief 9x3,6 MW.<br />
REpower 3.3M 3,3 MW<br />
De REpower 3.3M 3,3 MW windturbine is in beginsel ontwikkeld voor binnenland locaties. Dit<br />
zijn locaties met een lager windaanbod dan op de <strong>Bouwdokken</strong>. Bij toepassing van negen<br />
REpower 3.3M 3,3 MW windturbines op deze locatie is het totaal opgestelde vermogen lager<br />
dan bij negen Siemens SWT-3.6-107 3,6 MW windturbines. Ook is de energieopbrengst van<br />
negen REpower 3.3M 3,3 MW windturbines lager.<br />
Om deze redenen is de toepassing van de REpower 3.3M 3,3 MW voor dit project niet<br />
verder onderzocht.<br />
Combinatie van windturbines uit de 5 MW klasse met kleinere windturbines<br />
Bij windpark Sloewind in Vlissingen zijn grote (750 kW) en kleinere (160 kW) windturbines in<br />
één opstelling gecombineerd. Bij windpark Sloewind is sprake van een combinatie van<br />
windturbines met een ashoogte van 25 meter en tiphoogte van 45 m met windturbines met<br />
een ashoogte van 60 m en onderzijde rotortip op 36 m. Het betreft hier een lijnopstelling<br />
loodrecht op de overheersende windrichting.<br />
Bij <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> is echter sprake van een clusteropstelling met relatief korte<br />
onderlinge afstanden tussen de windturbines. Dit betekent dat er altijd drie windturbines in<br />
elkaars zog staan. Het maakt hierbij niet uit of het zog veroorzaakt wordt door 6 MW of<br />
kleinere windturbines. Wanneer kleinere windturbines worden geplaatst tussen grotere<br />
windturbines draagt het verschil in ashoogte bij tot een ongelijke en dus zwaardere belasting<br />
op de rotor van de achterliggende windturbines.<br />
Een clusteropstelling bestaande uit een combinatie van grotere en kleinere windturbines<br />
wordt om de hiervoor genoemde reden voor de locatie <strong>Bouwdokken</strong> niet verder onderzocht.<br />
Varianten MER<br />
Bovenstaande bevindingen vormen de basis voor de varianten, die in dit MER beschreven<br />
worden.<br />
Uitgangspunt is om op de locatie <strong>Bouwdokken</strong> zoveel mogelijk MW aan windenergie te<br />
plaatsen. Van hieruit is als voorkeursvariant een clusteropstelling bestaande uit 9 x 6 MW<br />
windturbines opgenomen (voorkeursvariant Max). Voor de voorkeursvariant wordt uitgegaan<br />
van de REpower 6 M 6 MW windturbine.<br />
Daarnaast worden de volgende twee alternatieven beschreven: de variant bestaande uit 9 x<br />
3,6 MW (alternatief 9x3,6 MW) en de blokkenvariant bestaande uit 4 x 6 MW windturbines<br />
(alternatief Blok). Alternatief 9x3,6 MW is gebaseerd op de Siemens SWT-3.6-107 3,6 MW<br />
windturbine. Alternatief Blok is gebaseerd op de REpower 6 M 6 MW windturbine.<br />
Een alternatief met zes windturbines uit de 5 MW klasse, zoals aangegeven in de startnotitie<br />
[E-Connection, 2008], is niet beschreven omdat deze variant niet aansluit bij het<br />
blokkenmodel van Bosch & Slabbers [2004] en omdat het geen optimale benutting is van de<br />
concentratielocatie. Een alternatief met vier windturbines van 3,6 MW is niet beschreven<br />
omdat dit geen optimale benutting is van het concentratiegebied voor de plaatsing van<br />
windturbines: er wordt dan slechts een vermogen van 14,4 MW geplaatst.<br />
1.5 Voorgenomen activiteit op hoofdlijnen<br />
Het windpark <strong>Bouwdokken</strong> heeft in de voorkeursvariant een opgesteld vermogen van 54 MW<br />
en bestaat uit negen windturbines, elk met een vermogen van 6 MW.<br />
9