16.09.2013 Views

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />

Broedvogels<br />

In cumulatie zijn volgens Prinsen et al. [2005] mogelijk significante effecten te verwachten op<br />

de broedvogelsoorten bontbekplevier, strandplevier en dwergstern. Het grootste effect op de<br />

bontbekplevier en de strandplevier komt echter van <strong>Windpark</strong> Roompotsluis, waar deze<br />

soorten voornamelijk broeden. Van <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> wordt geen invloed verwacht op<br />

de strandplevier. Van de bontbekplevier komt slechts één broedpaar voor in de <strong>Bouwdokken</strong><br />

en elders op Neeltje Jans nog tien tot vijftien paar [Baptist, 2010]. De bijdrage van <strong>Windpark</strong><br />

<strong>Bouwdokken</strong> aan het cumulatieve effect op de bontbekplevier is daardoor klein.<br />

De cumulatieve effecten op de dwergstern bestaan vooral uit effecten van <strong>Windpark</strong><br />

Roompotsluis en het windpark bij de Vluchthaven van Neeltje Jans. De dwergstern broedt<br />

tevens op De Haak, maar deze broedlocatie heeft voor de dwergstern oorspronkelijk niet de<br />

voorkeur. Eerder broedde de dwergstern op het strandje bij het Topshuis, maar door<br />

verstoring door recreanten is deze vogel uitgeweken naar De Haak. Bij de aanleg van de<br />

vierde turbine van het windpark bij de Vluchthaven van Neeltje Jans worden echter<br />

mitigerende maatregelen getroffen om de dwergstens bij het strandje van het Topshuis te<br />

beschermen. De verwachting is dat de dwergsterns die uitgeweken zijn naar De Haak, weer<br />

terug kunnen keren naar hun oorspronkelijke broedplaatsen op het strandje bij het Topshuis.<br />

Voor aanvaringsslachtoffers onder broedvogels in cumulatieve zin, veroorzaken enkel de<br />

kolonies van de Roggenplaat en bij de Roompotsluis een flux die direct langs de<br />

windturbines komt. Vogels uit de overige kolonies passeren deze in het algemeen niet of<br />

zeer incidenteel [Baptist, 2010].<br />

Bij de berekening van de aanvaringsslachtoffers wordt uitgegaan van de situatie zoals deze<br />

zal zijn ten tijde van de bouw van <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong>: vier windturbines van 3 MW bij<br />

Roompotsluis en vier windturbines van 3 MW op Roggenplaat.<br />

De cumulatieve aantallen slachtoffers voor de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw zijn<br />

op dezelfde manier als voor <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> afzonderlijk berekend. De resultaten<br />

hiervan zijn weergegeven in tabel 9.7.<br />

Tabel 9.7 Cumulatieve aantallen aanvaringsslachtoffers onder broedvogels per<br />

jaar<br />

Voorkeursvariant Max Alternatief 9x3,6 MW Alternatief Blok<br />

9x6 MW<br />

9x3,6 MW<br />

4x6 MW<br />

Kleine mantelmeeuw 14 12 8<br />

Zilvermeeuw 47 43 30<br />

Er zijn geen aanwijzingen dat sterfte van tientallen tot enkele honderden vogels door<br />

aanvaring met een windturbine effect heeft op de populatie [Horch & Keller, 2005].<br />

Trekvogels<br />

De cumulatieve effecten van de windparken op de Oosterscheldekering op trekvogels<br />

bestaan uit de effecten van de windparken Jacobahaven, Roompotsluis, Neeltje Jans<br />

Vluchthaven, Roggeplaat en <strong>Bouwdokken</strong> samen. In totaal zijn dit vijftien 3 MW windturbines<br />

met een rotordiameter van 90 meter aangevuld met de windturbines van de varianten van<br />

<strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong>.<br />

123

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!