16.09.2013 Views

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />

In tabel 9.1 zijn de ratioverhouding, het aantal windturbines en de correctie voor de<br />

rotordiameter weergegeven voor de verschillende inrichtingsvarianten van <strong>Windpark</strong><br />

<strong>Bouwdokken</strong>.<br />

Tabel 9.1 Gegevens van de inrichtingsvarianten van het windpark voor de<br />

berekening van de aanvaringsslachtoffers<br />

Voorkeursvariant Max Alternatief 9x3,6 MW Alternatief Blok<br />

9x6 MW<br />

9x3,6 MW<br />

4x6 MW<br />

Ratioverhouding 1,6 1,6 1,1<br />

Correctie rotordiameter 2,15 1,80 2,15<br />

Aantal windturbines 9 9 4<br />

De flux en het aantal slachtoffers per passage zijn afhankelijk van de situatie in het windpark<br />

en de vogelsoort. In tabel 9.2 worden deze gegevens weergegeven voor de kleine<br />

mantelmeeuw en de zilvermeeuw. Voor een nadere onderbouwing van deze gegevens wordt<br />

verwezen naar Baptist [2010].<br />

Tabel 9.2 Gegevens per vogelsoort<br />

Flux door het windpark per jaar Aantal slachtoffers per passage<br />

Kleine mantelmeeuw 63.000 0,000004<br />

Zilvermeeuw 54.600 0,000015<br />

Vervolgens kunnen de verwachte aantallen aanvaringsslachtoffers per soort per jaar en per<br />

inrichtingsvariant berekend worden. De resultaten zijn weergegeven in tabel 9.3.<br />

Tabel 9.3 Aantal aanvaringsslachtoffers onder broedvogels per jaar<br />

Voorkeursvariant Max Alternatief 9x3,6 MW Alternatief Blok<br />

9x6 MW<br />

9x3,6 MW<br />

4x6 MW<br />

Kleine mantelmeeuw 8 7 3<br />

Zilvermeeuw 25 21 8<br />

Bij inventarisaties bij <strong>Windpark</strong> Roggeplaat is slechts een enkele scholekster of visdief als<br />

aanvaringsslachtoffer aangetroffen. Andere soorten zijn niet gevonden onder de slachtoffers<br />

[Baptist, 2010]. De aanvaringskans voor andere soorten wordt derhalve zo miniem<br />

ingeschat, dat het aantal aanvaringsslachtoffers hiervan verwaarloosbaar is [Baptist, 2010].<br />

Bij windturbines in Zeebrugge blijkt sprake te zijn van aanzienlijke sterfte onder broedende<br />

sterns door aanvaring met een windturbine. Op deze locatie in Zeebrugge staan echter<br />

kleinere windturbines in een lijnopstelling tussen de broedplaats en het voedselgebied in.<br />

<strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> zal uit grotere windturbines bestaan zodat de meeste broedvogels<br />

onder de rotorbladen door zullen vliegen. Ook zijn de afstanden tussen de windturbines groot<br />

(meer dan 500 meter) waardoor de vogels tussen de windturbines door kunnen vliegen. Met<br />

het oog op aanvaringsslachtoffers is voor plaatsing van windturbines op de<br />

Oosterscheldekering niet gekozen voor een lijnopstelling, maar voor het blokkenmodel van<br />

Bosch & Slabbers [2004]. Een kans op sterfte onder broedende sterns zoals in Zeebrugge is<br />

bij <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> niet reëel [Baptist, 2010].<br />

118

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!