Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />
Tijdens de aanleg van de elektriciteitskabels over land kunnen verschillende maatregelen<br />
worden getroffen om de effecten op eventueel toch aanwezige overige flora en fauna te<br />
beperken (zie paragraaf 9.5).<br />
9.3.4 Getijdenpoelen<br />
Voor de aanleg van een windturbine op De Haak (bij de voorkeursvariant Max en alternatief<br />
9x3,6 MW) wordt een toegangsweg aangelegd, waardoor in de huidige situatie de<br />
getijdenpoelen zullen worden beschadigd. Daarom kunnen de getijdenpoelen in overleg met<br />
de beheerder gedeeltelijk verplaatst worden. Ecologisch Adviesbureau Henk Baptist heeft<br />
onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het verplaatsen en verbeteren van deze<br />
getijdenpoelen [Baptist, 2009b] (bijlage 4).<br />
9.4 Effecten tijdens de gebruiksfase<br />
9.4.1 Vogels<br />
9.4.1.1 Hoogtevarianten van de windturbines<br />
Onderzoek naar de effecten van windturbines op vogels is veelal gedaan bij windturbines<br />
met een ashoogte van circa 25-30 meter en een rotordiameter van 25-35 meter. De<br />
windturbines die tegenwoordig (2010) geplaatst worden, hebben over het algemeen een<br />
ashoogte van 80 tot 105 meter en een rotordiameter van 90 meter. De volgende generatie<br />
windturbines met een grotere ashoogte en rotordiameter is in ontwikkeling.<br />
In dit MER worden windturbines met een ashoogte van 80 en 117 meter en een<br />
rotordiameter van 107 en 126 meter besproken. Naar het effect van dergelijke grote<br />
windturbines is nog niet veel onderzoek gedaan. Er is bij drie windparken onderzoek gedaan<br />
naar aanvaringsslachtoffers bij moderne grote windturbines met een ashoogte van 78 meter<br />
en een rotordiameter van 66 meter [Akershoek et al., 2005]. Ook op de Oosterscheldekering<br />
is onderzoek gedaan naar windturbines met een ashoogte van 80 meter en een<br />
rotordiameter van 90 meter. Daarnaast kunnen op grond van expert judgement uitspraken<br />
worden gedaan [Baptist, 2010].<br />
Verstoring<br />
Aangezien grote windturbines zoals bij <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> een rustiger beeld geven en<br />
de onderkant van de rotor zich op een grotere hoogte bevindt dan bij kleinere windturbines,<br />
worden aanwezige broedvogels en pleisterende vogels mogelijk minder verstoord door grote<br />
windturbines.<br />
Bij <strong>Windpark</strong> Roggeplaat bevindt de onderkant van de rotor van de huidige twaalf Enercon<br />
E33 windturbines zich op een hoogte van 18,5 meter (bij een ashoogte van 35 meter en een<br />
rotordiameter van 33 meter). Bij <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> bevindt de onderkant van de rotor<br />
zich bij de 6 MW windturbines op 54 meter en bij de 3,6 MW windturbines op 26,5 meter.<br />
Barrièrewerking<br />
De onderkant van de rotor van de windturbinevarianten van <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> ligt,<br />
zoals in de vorige paragraaf aangegeven, hoger dan bij kleinere windturbines. Hierdoor<br />
zullen vogels eerder de keuze maken om onder de rotor door te vliegen. Indien de vogel toch<br />
besluit om om te vliegen (om de windturbine heen of over de windturbine), is een grotere<br />
uitwijking nodig.<br />
In het algemeen staan windturbines op een onderlinge afstand van vier tot vijf keer de<br />
rotordiameter. Wanneer de windturbines dichter op elkaar geplaatst worden, treden namelijk<br />
zogeffecten op waardoor de energieopbrengst per windturbine lager is en de windturbines<br />
meer slijtage ondervinden wat de levensduur van de windturbine niet ten goede komt.<br />
114