Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />
• Zones van andere fysieke of fysiologische schade en dood – dit zijn geluiden die zo<br />
sterk zijn dat onherstelbare schade aan andere, niet tot het gehoor behorende,<br />
organen optreedt en/of functies worden verstoord of die tot de dood kunnen leiden.<br />
Bij de heiwerkzaamheden bij de aanleg van het Energy Park bij de Eemshaven, heeft TNO<br />
geluidsmetingen verricht [TNO, 2008]. Omdat de heiwerkzaamheden op het land worden<br />
uitgevoerd, kan het geluid alleen in het water komen via de lucht of via de ondergrond.<br />
Overdracht via de ondergrond is de meest belangrijke factor, overdracht via de lucht is<br />
vermoedelijk te verwaarlozen. De ondergrond dempt en filtert het heigeluid zodanig, dat<br />
alleen de lage frequenties onder de 1.000 Hz overblijven. Wanneer het geluid het water<br />
bereikt, worden door het water juist de laagste frequenties gedempt. Met name de<br />
frequenties tussen de 60 en 125 Hz blijven over [TNO, 2008].<br />
Enkele conclusies uit het onderzoek bij de Eemshaven zijn:<br />
• Op ongeveer 2,5 à 3 kilometer afstand van de heistelling is de invloed van het heien<br />
onderwater zodanig afgenomen, dat deze gemaskeerd wordt door het<br />
achtergrondgeluid (scheepvaart, golven, verkeer, industrie).<br />
• Tot ongeveer 1 kilometer van de heistelling wordt onder water de irritatiegrens van de<br />
zeehond overschreden. Zeehonden zullen vermoedelijk deze gebieden mijden.<br />
• De heiwerkzaamheden bij de Eemshaven hebben vermoedelijk geen effect op het<br />
gedrag van bruinvissen. Omdat de bruinvis met name gevoelig is voor de hogere<br />
frequenties, wordt de irritatiegrens voor de bruinvis niet overschreden.<br />
De geluidsmetingen bij de Eemshaven zijn gedaan in wateren met een diepte van minimaal<br />
6 meter [TNO, 2008]. Rond de <strong>Bouwdokken</strong> bevinden zich enkele zandplaten waardoor het<br />
water rond de <strong>Bouwdokken</strong> een diepte van maximaal 5 meter onder NAP heeft (zie<br />
figuur 9.1). In ondiep water doven geluidsgolven sneller uit.<br />
De conclusies uit het onderzoek bij de Eemshaven zijn daarom niet één op één over te<br />
nemen voor de situatie bij de <strong>Bouwdokken</strong>, maar geven wel een indicatie van de mogelijke<br />
effecten. Zeehonden zullen naar verwachting de omgeving van het windpark tot op één of<br />
enkele kilometers mijden. Bruinvissen hebben vermoedelijk nauwelijks hinder van de aanleg<br />
van het windpark. Daar komt bij dat de effecten tijdelijk zijn. Het heien tijdens de aanleg duurt<br />
naar verwachting drie dagen per fundatie en strekt zich uit over een periode van enkele<br />
weken.<br />
Door het sneller uitdoven van geluid in ondiep water zijn de effecten van de aanleg van het<br />
windpark naar verwachting kleiner dan bij de Eemshaven en aanvaardbaar. Daarnaast wordt<br />
het heien aangevangen met een ‘slow start’. Bij een slow start wordt het heien aangevangen<br />
met een laag vermogen dat steeds verder wordt opgevoerd. Hierdoor krijgen zeezoogdieren<br />
de kans om zich te verwijderen uit het gebied voordat schadelijke geluidsniveaus bereikt<br />
worden.<br />
Een alternatief voor heien van de fundatiepalen is het aanbrengen van de fundaties door<br />
middel van geboorde palen. Deze wijze van aanleggen van de fundaties is trillingsvrij. Er is<br />
wel geluid van de motor van de boormachine hoorbaar [Fundex, 2010].<br />
Vissen<br />
Net als zeehonden en bruinvissen zijn ook vissen gevoelig voor onderwatergeluid. Het effect<br />
van onderwatergeluid op vissen is afhankelijk van de gevoeligheid van een bepaalde vissoort<br />
voor geluid.<br />
111