Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />
Tellingen van kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen voor, tijdens en na de bouw van<br />
<strong>Windpark</strong> Roggenplaat in 1993 (12 windturbines van 400 kW) laten zien dat de aantallen in<br />
het jaar van de bouw lager waren, maar dat de aantallen een jaar later weer gestegen waren<br />
tot boven het oude niveau (MWTL-tellingen) [Baptist, 2010]. Analoog aan <strong>Windpark</strong><br />
Roggeplaat is de verwachting dat de aantallen broedvogels zich ook op en rond de<br />
<strong>Bouwdokken</strong> na de aanlegfase zullen herstellen.<br />
Door de aanleg van de toegangsweg tot De Haak bij de voorkeursvariant Max en alternatief<br />
9x3,6 MW hebben zowel mensen als dieren (met name bruine ratten) gemakkelijker toegang<br />
tot dit eiland. Hierdoor wordt dit eiland minder geschikt als broedplaats voor de visdief. Een<br />
alternatieve broedplaats voor de visdief wordt beschreven in paragraaf 9.5 Mitigerende<br />
maatregelen. Daarnaast kan De Haak voor recreanten worden afgesloten door middel van<br />
een hek.<br />
Trekvogels<br />
Op trekvogels worden tijdens de aanleg geen effecten verwacht.<br />
Overige vogels<br />
Tijdens de aanleg worden de <strong>Bouwdokken</strong> minder aantrekkelijk voor overige vogels om<br />
bijvoorbeeld te rusten. Ook kan verstoring optreden van steltlopers die foerageren ten oosten<br />
van de <strong>Bouwdokken</strong>. Deze effecten zijn echter tijdelijk.<br />
9.3.2 Onderwaterleven<br />
Zeezoogdieren<br />
Voor de aanleg van de fundering van de windturbines wordt geheid. Dit kan effect hebben op<br />
zeezoogdieren die zich in de omgeving van de <strong>Bouwdokken</strong> bevinden.<br />
De effecten van onderwatergeluid kunnen naar gelang het geluidsdrukniveau en de<br />
frequentie in verschillende invloedszones worden ingedeeld (naar Richardson et al., 1995;<br />
Kastelein et al., 2008):<br />
• Hoorbaarheidszone – alle geluiden die hoorbaar zijn voor organismen. Hierbij spelen<br />
de gevoeligheid van het gehoor en achtergrondgeluiden een rol. Tot de<br />
hoorbaarheidszone behoren ook geluiden die de dieren wel kunnen horen, maar waar<br />
ze verder niet op reageren.<br />
• Reactiezone – tot deze zone behoren de geluiden waarop dieren een reactie vertonen<br />
in gedrag of fysiologie. Deze zone is variabel, omdat de akoestische eigenschappen<br />
van het milieu ter plaatse en het al dan niet aanwezig zijn van achtergrondgeluid een<br />
grote rol spelen. Op een plek waar veel achtergrondgeluid is door scheepvaart of<br />
andere bronnen kan de reactie van dieren heel anders zijn dan op een locatie waar<br />
alleen natuurlijke geluidsbronnen aanwezig zijn. Reacties kunnen heel gering zijn en<br />
bestaan uit een kleine afwijking van het natuurlijke gedrag (distraction) of<br />
(nieuwsgierige) dieren kunnen juist worden aangetrokken door het geluid. De sterkste<br />
reactie is het mijden van de bron door weg te zwemmen.<br />
• Maskeringszone – dit is het gebied waar geluiden interfereren met de geluiden die<br />
dieren produceren of die hun prooi produceert. Als het niet-natuurlijke geluid een<br />
vergelijkbaar frequentiebereik en een vergelijkbare geluidssterkte heeft als de door de<br />
dieren of hun prooien geproduceerde echolocatiegeluiden, is er sprake van maskering.<br />
Dit hindert dieren die hun prooi opsporen met echolocatie.<br />
• Zone van gehoorschade – dit zijn de geluiden waarvan de sterkte zo groot is dat er<br />
tijdelijke (‘temporary threshold shift’) of permanente (‘permanent threshold shift’)<br />
schade aan de gehoor- of andere organen van zeezoogdieren optreedt. Voor<br />
gehoorschade is vooral het ‘breedband’ geluidsniveau van belang.<br />
110