Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />
Vóór afgraving van het zanddepot broedden in het zanddepot circa 20 paar kleine<br />
mantelmeeuwen. Mogelijk doen deze kleine mantelmeeuwen in de eerste jaren na de<br />
afgraving opnieuw broedpogingen op deze locatie.<br />
Zilvermeeuw<br />
Ook zilvermeeuwen zijn talrijk op Neeltje Jans. Zilvermeeuwen broeden tussen de kleine<br />
mantelmeeuwen. Rond de <strong>Bouwdokken</strong> broedden deze vóór de afgraving met name op het<br />
zanddepot (circa 60 paar) en enkele paren op de noordelijke dijk.<br />
Hoewel het zanddepot na de afgraving minder geschikt is als broedplaats voor de<br />
zilvermeeuw, doet deze soort daar mogelijk vanwege plaatstrouw opnieuw broedpogingen.<br />
Het totaal aantal broedparen op Neeltje Jans bedroeg in 2008 ongeveer 1.700<br />
(MWTL-tellingen Rijkswaterstaat).<br />
Visdief<br />
Tijdens de aanlegfase van het werkeiland Neeltje Jans was deze geschikt als broedplaats<br />
voor de visdief. Naarmate het eiland meer ontwikkeld werd, nam de oppervlakte geschikt<br />
broedgebied af, waardoor van deze soort enkele paren op De Haak zijn gaan broeden.<br />
De visdief is gevoelig voor predatie door bruine ratten die met name op het werkeiland<br />
voorkomen. Bruine ratten roven de nesten van de broedende visdieven leeg. De bruine<br />
ratten die aanwezig zijn op het werkeiland Neeltje Jans, kunnen het broedeiland De Haak<br />
slechts zwemmend bereiken. Hierdoor is het aantal bruine ratten op De Haak beperkt.<br />
Vóór afgraving van het zanddepot in de winter van 2009 en 2010 broedden op die locatie<br />
geen visdieven. Ten tijde van de aanleg van <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong> (2013) zijn mogelijk wel<br />
enkele visdieven als broedvogel in het zanddepot aanwezig. Naarmate de successie op deze<br />
locatie vordert, wordt het zanddepot echter minder geschikt als broedplaats voor de visdief.<br />
Dwergstern<br />
De geschiedenis van de dwergstern op Neeltje Jans is vergelijkbaar met de geschiedenis<br />
van de visdief. De dwergstern doet ook broedpogingen op het strandje voor het Topshuis,<br />
maar wordt daar geregeld verstoord door recreanten. Na verstoring doet de dwergstern<br />
soms ook broedpogingen op De Haak. In 2008 broedden op De Haak 20 paar.<br />
In het zanddepot van de <strong>Bouwdokken</strong> broeden ten tijde van de aanleg van het windpark (in<br />
2013) mogelijk ook enkele dwergsternen. Naarmate de successie op deze locatie vordert,<br />
wordt het zanddepot echter minder geschikt als broedplaats voor deze soort.<br />
Overige broedvogels<br />
Naar schatting broeden in konijnenholen op de ringdijken van de <strong>Bouwdokken</strong> 10 paar<br />
holenduiven. In 2007 werd één broedpaar van de tapuit gesignaleerd.<br />
Mogelijk vestigen zich in de eerste jaren na de afgraving van het zanddepot (vanaf april<br />
2010) kluten. Op termijn wordt dit gebied echter minder geschikt als broedplaats voor de<br />
kluut omdat de successie vordert en de begroeiing dichter en hoger wordt. Het gebied wordt<br />
dan geschikter als broedlocatie voor weidevogels en zangvogels. Welke soorten dit zijn, is<br />
afhankelijk van de ontwikkeling van het zanddepot en is op moment van schrijven van dit<br />
MER nog niet te voorspellen.<br />
Trekvogels<br />
De najaarstrek over Nederland strekt zich uit tussen eind juli en begin december en de<br />
voorjaarstrek tussen eind februari en begin juni [LWVT/ SOVON, 2002]. In deze perioden<br />
trekt een groot aantal soorten over ons land, waarbij van iedere soort het gros van de<br />
aantallen in anderhalf tot twee maanden tijd passeert. In juli-augustus passeren vooral lange<br />
afstandtrekkers.<br />
105