16.09.2013 Views

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

Milieueffectrapport Windpark Bouwdokken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

MER <strong>Windpark</strong> <strong>Bouwdokken</strong><br />

Oosterschelde<br />

De Oosterschelde is in 1989 aangewezen als Vogelrichtlijngebied (J.897372, Staatscourant<br />

1989, nr. 236). De Oosterschelde is tevens aangewezen als Natura2000-gebied [Ministerie<br />

van LNV, 2009]. Door middel van het Besluit aanwijzing Natura2000-gebied wordt de<br />

Oosterschelde aangewezen als speciale beschermingszone onder de Habitatrichtlijn en<br />

wordt de aanwijzing als speciale beschermingszone onder de Vogelrichtlijn zoals bepaald op<br />

28 november 1989, gewijzigd. In vervolg op de definitieve aanwijzing als Natura2000-gebied<br />

zal een beheerplan worden opgesteld.<br />

Het gebied Oosterschelde is een onderdeel van het voormalige estuarium van de Schelde en<br />

heeft een oppervlakte van bijna 37.000 hectare (waarvan een wateroppervlakte van circa<br />

30.000 hectare). In 1986 is de Oosterschelde van de zee afgesloten door de<br />

Oosterscheldekering, die de getijdenwerking nog in enige mate toelaat. Als gevolg van de<br />

getijdenstromen vinden erosie- en sedimentatieprocessen plaats die resulteren in een<br />

wisselend patroon van schorren, slikken en droogvallende platen (het intergetijdengebied),<br />

ondiep water en diepe getijdengeulen. In de monding van de Oosterschelde bevinden zich<br />

de diepste stroomgeulen die plaatselijk een diepte bereiken van 45 meter. Tussen deze<br />

stroomgeulen en in het gebied ten oosten van de Zeelandbrug bevinden zich uitgestrekte<br />

gebieden met ondiepe wateren en zandbanken. In het oosten en noorden van het gebied<br />

komen grote oppervlakten slikken voor. Binnendijks worden langs de oever een groot aantal<br />

karrenvelden, inlagen en kreekrestanten tot het gebied gerekend. Deze gebieden bestaan<br />

voornamelijk uit vochtige graslanden en open water. [Ministerie van LNV, website,<br />

gebiedendatabase]<br />

Omdat voor de aansluiting van het windpark op de onderstations in Goes en Zierikzee een<br />

150 kV kabel in de Oosterschelde beschreven wordt (zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.3.2), heeft<br />

Ecologisch Adviesbureau Henk Baptist in het rapport “Natuureffect plaatsing windturbines<br />

<strong>Bouwdokken</strong>, Neeltje Jans” het bodemleven van de Oosterschelde beschreven [Baptist,<br />

2010] (bijlage 3 bij dit MER). Onderstaande gegevens over de Oosterschelde zijn afkomstig<br />

uit dit rapport.<br />

Het water in de westelijke Oosterschelde heeft een behoorlijke stroomsnelheid. De bodem<br />

van de Oosterschelde is daardoor als dynamisch te kenmerken. Het bodemleven<br />

(benthische fauna) is hieraan aangepast. De benthische fauna leeft goeddeels ingegraven in<br />

het zand. Deze fauna bestaat uit een aantal soorten wormen en kreeftachtigen die zowel<br />

organische stoffen uit de bodem zelf eten als de oppervlakte afgrazen. Een deel van de<br />

wormen (bijvoorbeeld waaierwormen) haalt ook deeltjes uit de langsstromende waterkolom.<br />

Daarnaast zijn de ingegraven molluscen (meest tweekleppigen) (schelpdieren) veel<br />

voorkomend. Hiertoe behoren zowel grazers als soorten die water rondpompen om hier hun<br />

voedsel uit te halen.<br />

Daarnaast is een deel van de benthische fauna gebonden aan hardere structuren als<br />

mossel- en oesterbanken. Voor zover bekend is, komen er in de Oosterschelde buiten de<br />

mosselpercelen geen mosselbanken voor. Wel komen er wilde oesterbanken voor. De<br />

ecologische waarde van de oesterbanken is echter omstreden. De basis van de<br />

oesterbanken wordt namelijk gevormd door een exoot, de japanse oester 1 .<br />

Op en tussen de harde structuren van de mossel- en oesterbanken leven bodemdieren die<br />

een hard aanhechtingsoppervlak nodig hebben. Voorbeelden van deze bodemdieren zijn<br />

sponzen, holtedieren en zakpijpen.<br />

1 De japanse oester is in de jaren zestig geïntroduceerd in de Nederlandse kustwateren en heeft daar<br />

geen natuurlijke vijanden.<br />

102

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!