16.09.2013 Views

ComMotie 19 april 2010 verslag

ComMotie 19 april 2010 verslag

ComMotie 19 april 2010 verslag

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Verslag <strong>ComMotie</strong> <strong>19</strong> <strong>april</strong> <strong>2010</strong><br />

Welke inspiratiebronnen hebben theatermakers met een diverse achtergrond eigenlijk? Hoe zie je dat<br />

terug in hun werk? En hoe moet je dat werk dan lezen? Is eclectisch werken gewoon vanzelfsprekend<br />

bij deze kosmopolitische generatie? Het waren enkele van de vragen die opgeworpen werden tijdens<br />

het tweede <strong>ComMotie</strong>debat dat op <strong>19</strong> <strong>april</strong> <strong>2010</strong> in de Amsterdamse Stadsschouwburg gehouden<br />

werd. Op het podium van de grote zaal dit keer.<br />

Presentator Farid Tabarki heette het publiek welkom en legde uit dat twee makers vandaag fragmenten<br />

uit een voorstelling zouden laten zien. Op basis van die fragmenten zou met recensenten Lorianne van<br />

Gelder (Parool) en Wilfred Takken (NRC) een gesprek worden gevoerd over hoe je als publiek en<br />

critici omgaat met werk dat zijn wortels vindt op andere plekken dan alleen in de Westerse canon.<br />

Tabarki heette ook nog DJ Perquisite welkom. Hij zou de hele discussie door fragmenten uit de<br />

discussie sampelen om daar muziek van te maken, die aan het eind van de middag te horen zou zijn.<br />

Daarvoor had hij wel basisgeluiden nodig, zoals een lage brom als bas en handengeklap, wat Tabarki<br />

voor hem uit het publiek verzamelde.<br />

Vervolgens gaf hij het woord aan Benji Reid, artistiek leider van theatergroep Broken Cycles uit<br />

Manchester. De groep maakt hiphoptheater en Reid gaf aan dat het streven met zijn groep altijd al was<br />

geweest om de grenzen te verleggen van wat hiphop zou kunnen zijn. Al jong was hij geïnteresseerd<br />

in dans en beweging, vertelde hij. ‘Ik wilde Michael Jackson zijn. Ik wilde zingen en dansen, zoals hij.<br />

Ik organiseerde audities voor mezelf, maar de Jacksons belden nooit. Ook was ik een fan van fysieke<br />

komedie, zoals die van Tati. Door Jackson en Tati zag ik wie ik zou kunnen zijn.’ In de jaren ‘70<br />

ontstond hiphop in New York en het duurde nog een decennium voordat het Engeland zou bereiken.<br />

Toen het eenmaal zover was, begon ook Reid met hiphop en sloot hij zich aan bij de Broken Glass<br />

Streetcrew. ‘Daar vond ik een taal die bij me paste. Ik hoefde geen Tati of Jackson te zijn. Ik kon<br />

mezelf zijn.’ Rond <strong>19</strong>86 stierf de breakdance uit en werden de b-boys door de housemuziek de disco’s<br />

uitgejaagd. Reid ging theater, mime en dans studeren. Maar als acteur kon hij nergens terecht. ‘Ik werd<br />

alleen als straatrover en verkrachter gecast. Maar waar moest ik dan heen? Waar kon ik dan mijn<br />

grenzen als maker verleggen?’ Hij ging daarom op zoek naar een nieuwe danstaal en noemde het<br />

hiphoptheater. Al snel vond het navolging en kreeg Reid internationaal succes. ‘En dan moet je<br />

teruggeven. Daarom wilde ik een platform om jonge mensen met de grote namen in het hiphoptheater<br />

te laten samenwerken. Het ging daarbij om hun ontwikkeling. Niet om het eindproduct.’ De vraag<br />

blijft uiteindelijk altijd: voor wie maak je eigenlijk kunst? ‘Wie is mijn publiek. In de eerste plaats<br />

maak ik voor mezelf. Ik wil weten wie ik ben. Maar ik wil het ook over de wereld hebben. Over het<br />

universele. Mijn publiek zijn zij die nieuwsgierig zijn. En als ik ook maar één persoon raak en hem<br />

sterker maak, dan zit mijn werk erop.’<br />

Reids inleiding werd gevolgd door twee fragmenten uit twee verschillende voorstellingen: de<br />

dansvoorstelling A tribute to Angela van Alida Dors en DJ Lovesupreme en Doorbraak van Khadija


Massaoudi en Jihane el Fahidi.<br />

A tribute to Angela verwees naar de zwarte activiste Angela Davis. Volgens recensent Wilfred<br />

Takken, die de discussie volgend op de fragmenten opende, zal Davis bij de meeste mensen in het<br />

publiek niet bekend zijn. ‘Het valt buiten de mainstream.’ Hij vond Dors’ dans modern, met invloeden<br />

uit de streetdance. Al werd het hem niet helemaal duidelijk wat een en ander met Davis te maken had.<br />

Doorbraak was wat Takken betreft een duidelijkere voorstelling, al was het maar omdat daar tekst in<br />

zat. Kijkende naar de theatertaal van deze voorstellingen merkte Takken op dat ‘beide voorstellingen<br />

gewoon deel uitmaken van de Westerse theatercultuur. Dat bedoel ik als waardevrije opmerking. Zo<br />

moest ik bij Doorbraak, wat heel erg gaat over uithoudingsvermogen en spelletjes met de pijngrens,<br />

denken aan Artaud en Fabre.’<br />

Lorianne van Gelder had bij de voorstelling van Dors associaties met het leger. Ook waardeerde ze de<br />

combinatie van verschillende dansstijlen. ‘Wat ook spannend was, was hoe Dors ons als publiek<br />

uitdaagde. Het was bijna gevaarlijk.’ Net als Takken was Van Gelder bij Doorbraak ook het zoeken<br />

naar catharsis opgevallen. En maakte ze zich zorgen over het fysieke welzijn van de actrices. ‘Maar ik<br />

zag ook twee jonge vrouwen van mijn leeftijd die aan het zoeken zijn naar een doorbraak ik hun leven.<br />

Daar herkende ik me wel in. Maar ik vroeg me ook af hoe dat halfnaakt valt, als je het voor een<br />

publiek met een Marokkaanse achtergrond speelt.’<br />

Het viel Alida Dors vooral op dat beide recensenten haar dans ‘modern’ noemden. ‘Daar heb ik niet<br />

voor doorgeleerd. Het is mooi dat ze de voorstelling begrijpen, al vind ik het wel mager dat ze niet<br />

weten wie Angela Davis is. Voor mij gaat de voorstelling over de strijd van een zwarte vrouw. Ik<br />

wilde een link maken tussen de strijd die zij voerde voor haar community en de strijd van mijn<br />

community binnen het theater en binnen de samenleving.’<br />

Massaoudi legde uit dat eindregisseur Lucas de Man heel belangrijk voor de voorstelling was geweest.<br />

Zeker als het ging om het zoeken van grenzen. Verder merkte ze op dat ze het jammer vond dat Van<br />

Gelder over de Marokkaanse achtergrond begon. ‘Jihane en ik hebben allebei Marokkaanse roots,<br />

maar we wonen hier. Ik ben wie ik ben. Dat Marokkanen bloot niet leuk vinden, dat zal best. Dat is<br />

hun cultuur.’ Van Gelder: ‘Maar je zingt in de voorstelling toch ook een Arabisch nummer?’<br />

Massaoudi: ‘Mijn bronnen zijn mijzelf en de wereld om mij heen. Ik vraag aan het publiek in welke<br />

taal ze een liedje willen horen. Dat had dus ook Duits of Frans kunnen zijn. Dat is mijn<br />

multiculturaliteit.’<br />

Dors merkte op dat ze het vervelend vond dat haar dans als ‘modern’ werd bestempeld. ‘Je krijgt dan<br />

een soort stamp of approval. Wat ik wil doen is een deconstructie maken van het hiphopvocabulaire,<br />

waardoor weer iets anders ontstaat.’ Takken: ‘Maar ik ben er als criticus juist om jou in een hokje te<br />

stoppen. En het is jouw taak om daar vervolgens weer uit te breken.’ Benji Reid mengde zich in de<br />

discussie door op te merken dat de combinatie van politiek en vrouwelijkheid de voorstelling van Dors<br />

voor hem een extra laag gaf. ‘De kracht van je dans zat hem in de politisering van de vrouwelijke<br />

vorm.’ Volgens Takken gaat hiphop ook heel erg over bravoure, over kunstjes. ‘Alida laat dat los.’


Dors: ‘Battles gaan inderdaad over virtuositeit. Maar de onderlaag in mijn dans, die voor een kleine<br />

groep leesbaar is, is de freestyle: niet alles staat vast. Ik vertel steeds een ander verhaal binnen een<br />

bepaalde context. Mijn uitgangspunt is uiteindelijk ook mijn wereld, net als bij Khadija. Het is wat ik<br />

voel, waar ik me boos over maak.’ Massaoudi: ‘De wereld is de wereld, maar ook dat wat er om de<br />

hoek gebeurt.’<br />

Tabarki vroeg zich af hoe belangrijk het voor de recensenten is om alle bronnen van de makers te<br />

kennen. Van Gelder: ‘Het geeft een extra laag als je die bronnen snapt. Maar je moet de voorstelling<br />

ook kunnen begrijpen als je de bronnen niet kent. Hoe een ander de wereld ziet, zal altijd anders zijn<br />

dan hoe ik hem zie. Hoewel ze de voorstelling interessanter maken, zijn de bronnen niet van essentieel<br />

belang.’<br />

Massaoudi vroeg zich af wat precies met bron werd bedoeld. ‘Een bron kan alles zijn. Ook een Japans<br />

popliedje. Ik ben dan wel Marokkaanse, maar dat zie ik juist weer niet als bron.’ Dors: ‘Toch kun je<br />

daar wel mee spelen. Als twee Nederlandse meisjes in een voorstelling elkaar liggen op te vrijen,<br />

betekent dat toch wat anders dan als twee Marokkaanse meisjes dat doen.’ Massaoudi: ‘Dat zal best,<br />

maar dat is niet van waaruit ik werk. Het zal misschien heus wel wat bij het publiek oproepen.’<br />

Takken: ‘De kunstenaar maakt iets persoonlijks, maar moet dat uiteindelijk ook weer universeel zien<br />

te maken. Het helpt dus wel als je wat weet van de bronnen en achtergronden: dat zo’n opgestoken<br />

vuist naar de Black Panthers verwijst, bijvoorbeeld. Maar ik kan ook van een voorstelling genieten als<br />

ik dat niet weet. Aan de andere kant kun je als maker niet wegkomen met: “Dat snap jij als recensent<br />

toch niet, want jij bent blank, veertig en rooms-katholiek.”’<br />

Tabarki kwam even terug op de strijd die Dors eerder noemde. Welke strijd bedoelde ze precies?<br />

Dors: ‘Hiphop is heel conservatief. In breakdance mag je bepaalde dingen wel doen of niet. Zo mag je<br />

als b-girl niet sexy en vrouwelijk zijn. Als ik in een hotpants bepaalde freezes maak, wordt ik<br />

verketterd. Maar als je in het theater werkt, dan heb je niet alleen te maken met de incrowd, maar ook<br />

met de witte gevestigde orde. Die kijken met een andere bril. En dan heb je ineens twee brillen. En er<br />

zit echt heel veel tijd tussen het maar beginnen te zoeken naar een nieuwe danstaal en het moment dat<br />

Takken mij moderne dans vindt maken.’<br />

Massaoudi: ‘Mijn strijd is met de hokjesmaatschappij. Daar kan ik niet tegen. Omdat het dan niet meer<br />

over mijn individu gaat. Je moet open staan voor dingen die niet in een hokje passen.’ Van Gelder:<br />

‘Toch zal de recensent wel de laatste zijn die van hokjes afkomt. Al worden groepen als MC en Ish<br />

inmiddels als mainstream gezien.’ Dors: ‘Toch is er nog een lange tijd te gaan, zolang je MC en Ish in<br />

een zin blijft noemen. Dat is Nederland vergelijken met Japan.’ Van Gelder: ‘Ik bedoelde te zeggen<br />

dat het goed is dat er in het huidige mainstream theateraanbod groepen zijn als Ish en MC.’<br />

Op een vraag uit het publiek waar deze artiesten volgens de recensenten zouden moeten spelen, gaf<br />

Van Gelder aan dat zij de voorstellingen prima in zalen als Frascati of de Rabozaal zag staan. Iemand<br />

anders uit het publiek merkte op dat als het gaat om hiphop recensenten nog veel moeten leren. ‘Als je<br />

het volgens hen niet goed doet, dan mag je weet terug naar je buurthuis, om het overdreven te zeggen.


Er moet ruimte komen voor hiphop. Het moet een gelijkwaardige behandeling krijgen. Vooroordelen<br />

zitten nog diep geworteld, die moeten we omspitten.’<br />

Tabarki vroeg de recensenten vervolgens of het theater van Dors en Massaoudi ooit mainstream<br />

wordt. Van Gelder: ‘Wat Massaoudi doet, past gewoon in wat jonge makers nu doen. In die zin zie ik<br />

haar als mainstream.’ Takken: ‘Ik verbaas me er al langer over dat het theater zo wit is. Maar dat wil<br />

niet zeggen dat dat snel zal veranderen. En dat is niet omdat hun voorstellingen niet goed genoeg zijn.<br />

Volgens mij is er in de recensentenwereld in ieder geval behoefte aan andere invloeden. Die zijn<br />

verfrissend.’<br />

Uit het publiek kwam de opmerking dat het er eigenlijk niet meer toe doe wat recensenten vinden.<br />

‘Niet de recensent, maar de community bepaalt wat goed is.’ Dors: ‘Maar voor subsidiegevers is dat<br />

wel belangrijk. En ik heb toch echt geld nodig,’ Takken: ‘Het lijkt me niet goed als de meerderheid<br />

gaat bepalen wat goede kunst is of niet. Dan worden de kunsten weggevaagd. Je hebt gatekeepers<br />

nodig. Kunst moet vooral niet democratisch worden.’ Dors gaf aan heel boos en activistisch te worden<br />

van de houding van Takken: ‘Dus jij bent gatekeeper van de goede kunst? Dan denk ik meteen aan<br />

Angela Davis. Zorg dat je die gatekeepers niet nodig hebt. Zorg dat je je visie op de samenleving kunt<br />

delen.’<br />

Tot slot kwam Tabarki nog even terug bij Perquisite. Die had inmiddels een geweldige track gemaakt<br />

van snippers debat, waardoor de middag eindigde met een lekkere beat.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!