Margriet - rsd historisch archief

Margriet - rsd historisch archief Margriet - rsd historisch archief

rsdhistorischarchief.nl
from rsdhistorischarchief.nl More from this publisher
16.09.2013 Views

48 Elisabeth Bode Het bladenpakket blijft veranderen Er was nog een derde contract. De Nederlandsche Diepdruk Inrichting moest het eigendom en exploitatierecht van het in Rotterdam verschijnende kinderblad ‘Olijk en Vrolijk’ overdragen aan de Geïllustreerde Pers. Een pijnlijk detail was dat dit blad met een oplage van 13.000 exemplaren voornamelijk werd gecolporteerd door de ex-medewerkers van de Spaarnestad, die ook al bij het geïllustreerde blad ‘Stad en Land’ waren weggewerkt. Binnen het bladenpakket vonden rond september 1938 de volgende ontwikkelingen plaats. ‘Stad en Land’ werd omgedoopt tot ‘Week in Beeld’ en kreeg nu een landelijke verspreiding. ‘Olijk en Vrolijk’ verdween als zelfstandige uitgave en werd een extra bijblad bij de andere, nu zes regionale tijdschriften, die zes cent per week kostten. Het humorblad ‘De Optimist’ werd gecombineerd met ‘Elck wat Wils’. Op 30 september verscheen voor het eerst de ‘Margriet’ met twaalf pagina’s op klein formaat. Het was nog wel een bijlage bij de ander bladen. Beslaglegging De Noord Nederlandsche Uitgevers Maatschappij was op dat moment een lege N.V. geworden. Deze had geen andere taak dan de schuld aan de Spaarnestad af te betalen. Eind 1938 moest de N.N.U.M. van de hoofdsom nog ƒ 5000,— voldoen en dat bracht Van de Griendt opnieuw in moeilijkheden. Op 3 januari 1939 vroeg hij dan ook aan de Spaarnestad uitstel van betaling. De Spaarnestad ging daar niet op in en eiste het verschuldigde bedrag op. Enkele dagen later legde de Spaarnestad een gerechtelijk beslag op zowel de N.D.I. als op de N.N.U.M. Op 27 januari wist Van de Griendt alsnog het bedrag bij een bankier te lenen, waarna het beslag werd opgeheven. Maar de Spaarnestad wist op dat moment dat alle tijdschriften van de N.N.U.M. (N.D.I.) voorgoed naar de concurrent, de Geïllustreerde Pers, waren gegaan. Piet van de Griendt was nu geen uitgever meer van geïllustreerde tijdschriften, hij was alleen nog de drukker ervan. Margriet Hoe kon de Margriet, ooit een gratis bijlage van de regionale weekbladen (Week In Beeld), uitgroeien tot een zelfstandig weekblad? Het idee voor zo’n uitgave was afkomstig van directeur Leo Teulings, die in de jaren twintig, al nulnummers voor een damesblad had ontworpen. De nieuwe bedrijfsleider van de Geïllustreerde Pers, Frans van der Ven, kreeg van Teulings de opdracht zijn idee verder uit te werken. Op zijn beurt benaderde hij mevrouw Alma Eysden-Peeren uit Schalkhaar voor de redactie. Ze vestigde de redactie in Deventer. Op 25 september 1938 rolden de eerste exemplaren van de kleine Margriet (12 pagina’s met een oplage van 50.000 exemplaren) van de persen bij de Nederlandsche Diepdruk Inrichting in Deventer en verscheen de eerste Margriet op 30 september. Het eerste nummer van Margriet opende met een kort woord aan de lezeressen: “Hier komen wij dan met een apart blad voor U, lieve lezeressen. Een blad, dat zich voorstelt U niet alleen op de hoogte te houden van allerlei nieuwigheden en wetenswaardigheden, waarvoor wij vrouwen interesse hebben, doch een blad, dat ook heel graag voor U een raadgeefster, en een vriendin wil zijn.”

Margriet Maar in de tijd van Alma van Eysden-Peeren was de drukkerij in Deventer nog een mannen bolwerk waar vrouwen niet gewenst waren. Zij eiste echter toegang tot de drukkerij voor het geven van eindcorrecties op de drukproeven. Er werden namelijjk nogal eens fouten gemaakt, zoals teksten die soms onder de verkeerde foto’s stonden. Onder zwaar protest moesten de ‘macho’s’ van de N.D.I. haar toelaten en kreeg ze voor drie dagen in de week een eigen kantoortje in het bedrijf. ‘Mevrouw Margriet’ Mevrouw Van Eysden-Peeren, schreef het blad in de beginjaren praktisch van A tot Z helemaal zelf en gaf er haar bezieling en inspiratie aan. Slechts weinig mensen kenden mevrouw Van Eysden-Peeren. Ze was heel bescheiden. ‘Mevrouw Margriet’ werd ze wel genoemd. Haar rubrieken, ‘Margriet Weet Raad’ en ‘Mijn Idee’, werden een begrip. De rubriek ‘Mijn Idee’ was nog maar een paar weken uit, toen er een brief kwam die de toekomstige koers zou bepalen. Een oude vrouw schreef dat zij als weduwe bij haar kinderen woonde, hoe die haar het geld hadden afgenomen en hoe ze op een bovenkamertje zat zonder kachel. Ze kreeg daar ook haar eten en ze kon bij niemand haar nood klagen. Mevrouw Van Eysden-Peeren trok meteen ten strijde. Ze maakte een afspraak met die lezeres in de stationsrestauratie in Utrecht. Daar zag ze een klein verdrietig vrouwtje. En ze zorgde er zelf voor dat deze oude dame een fijn warm tehuis kreeg. Mevrouw Van Eysden-Peeren werd een begrip. Ze kreeg vele brieven over allerlei onderwerpen. Brieven over lief en leed, die ze zelf allemaal beantwoordde. Ze werd meer dan eens door haar toenmalige bazen op de vingers getik om haar vrijmoedigheid. “U heeft volgens mij een hekel aan mannen, mevrouw”, werd haar door de toenmalige uitgever eens gezegd. “Ik heb helemaal geen hekel aan mannen” antwoordde ze verontwaardigd, “maar als je een man hebt die iedere dag zijn vrouw ongenadig slaat, dan zeg je toch, mens neem dat niet meer! Ik zal U eerlijk vertellen mijnheer, als ik een man had gehad die me regelmatig zou slaan, dan had ik hem rattenkruit gegeven.” En met dat antwoord moest de baas het dan maar weer een tijdje doen. De eerste Margriet uit 1938 “Ik wilde een bloem, een eerlijke bloem, Een Margriet bijvoorbeeld: dat is een nederige bloem, hoog op de stengel en met een gouden hart. ”Alma van Eijsden-Peeren Margriet 49

48 Elisabeth Bode<br />

Het bladenpakket blijft veranderen<br />

Er was nog een derde contract. De Nederlandsche Diepdruk Inrichting moest het eigendom<br />

en exploitatierecht van het in Rotterdam verschijnende kinderblad ‘Olijk en Vrolijk’<br />

overdragen aan de Geïllustreerde Pers. Een pijnlijk detail was dat dit blad met een oplage<br />

van 13.000 exemplaren voornamelijk werd gecolporteerd door de ex-medewerkers van de<br />

Spaarnestad, die ook al bij het geïllustreerde blad ‘Stad en Land’ waren weggewerkt.<br />

Binnen het bladenpakket vonden rond september 1938 de volgende ontwikkelingen<br />

plaats. ‘Stad en Land’ werd omgedoopt tot ‘Week in Beeld’ en kreeg nu een landelijke<br />

verspreiding. ‘Olijk en Vrolijk’ verdween als zelfstandige uitgave en werd een extra bijblad<br />

bij de andere, nu zes regionale tijdschriften, die zes cent per week kostten. Het humorblad<br />

‘De Optimist’ werd gecombineerd met ‘Elck wat Wils’. Op 30 september verscheen voor<br />

het eerst de ‘<strong>Margriet</strong>’ met twaalf pagina’s op klein formaat. Het was nog wel een bijlage<br />

bij de ander bladen.<br />

Beslaglegging<br />

De Noord Nederlandsche Uitgevers Maatschappij was op dat moment een lege N.V.<br />

geworden. Deze had geen andere taak dan de schuld aan de Spaarnestad af te betalen.<br />

Eind 1938 moest de N.N.U.M. van de hoofdsom nog ƒ 5000,— voldoen en dat bracht<br />

Van de Griendt opnieuw in moeilijkheden. Op 3 januari 1939 vroeg hij dan ook aan de<br />

Spaarnestad uitstel van betaling. De Spaarnestad ging daar niet op in en eiste het verschuldigde<br />

bedrag op. Enkele dagen later legde de Spaarnestad een gerechtelijk beslag op<br />

zowel de N.D.I. als op de N.N.U.M. Op 27 januari wist Van de Griendt alsnog het bedrag<br />

bij een bankier te lenen, waarna het beslag werd opgeheven. Maar de Spaarnestad wist op<br />

dat moment dat alle tijdschriften van de N.N.U.M. (N.D.I.) voorgoed naar de concurrent,<br />

de Geïllustreerde Pers, waren gegaan. Piet van de Griendt was nu geen uitgever meer van<br />

geïllustreerde tijdschriften, hij was alleen nog de drukker ervan.<br />

<strong>Margriet</strong><br />

Hoe kon de <strong>Margriet</strong>, ooit een gratis bijlage van de regionale weekbladen (Week In Beeld),<br />

uitgroeien tot een zelfstandig weekblad? Het idee voor zo’n uitgave was afkomstig van<br />

directeur Leo Teulings, die in de jaren twintig, al nulnummers voor een damesblad had<br />

ontworpen. De nieuwe bedrijfsleider van de Geïllustreerde Pers, Frans van der Ven, kreeg<br />

van Teulings de opdracht zijn idee verder uit te werken. Op zijn beurt benaderde hij<br />

mevrouw Alma Eysden-Peeren uit Schalkhaar voor de redactie. Ze vestigde de redactie<br />

in Deventer. Op 25 september 1938 rolden de eerste exemplaren van de kleine <strong>Margriet</strong><br />

(12 pagina’s met een oplage van 50.000 exemplaren) van de persen bij de Nederlandsche<br />

Diepdruk Inrichting in Deventer en verscheen de eerste <strong>Margriet</strong> op 30 september.<br />

Het eerste nummer van <strong>Margriet</strong> opende met een kort woord aan de lezeressen: “Hier<br />

komen wij dan met een apart blad voor U, lieve lezeressen. Een blad, dat zich voorstelt U<br />

niet alleen op de hoogte te houden van allerlei nieuwigheden en wetenswaardigheden,<br />

waarvoor wij vrouwen interesse hebben, doch een blad, dat ook heel graag voor U een<br />

raadgeefster, en een vriendin wil zijn.”

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!