blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl

blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl

vetserieus.nl
from vetserieus.nl More from this publisher
16.09.2013 Views

van een hypertensie in de vene porta en bovendien een hypoalbuminemie vochtuittreding en verminderde terugresorptie. De prognose van dit dier is heel slecht, dit is ongeveer het eindstadium van de hond. Werkcollege 6: leverdiagnostiek Op een aantal infectieziekten na worden leverziekten bij LH niet veel als zodanig gediagnosticeerd en bovendien wordt er beperkt aanvullend onderzoek gedaan. De lever heeft een grote reservecapaciteit en een regeneratievermogen, het duurt dus lang voordat er verschijnselen zijn. Als er verschijnselen zijn dan zijn deze bovendien veelal aspecifiek, omdat er vaak ook andere orgaansystemen zijn aangetast. Het is gebruikelijker bij de landbouwhuisdieren op pathologisch onderzoek te doen dan bloedonderzoek. Meestal kijken ze pas na een aantal sterfgevallen en dan naar het hele dier. Het is altijd een kosten / baten afweging, zo ook bij de diagnostiek. De lever specifiek voor één enkel dier is niet rendabel. Een tweede probleem is dat de referentiewaarden van aanvullend onderzoek ontbreken bij landbouwhuisdieren, in het bijzonder schapen en geiten. Voor wat betreft het verloop van de ziekte is er vaak een reden om geen nadere diagnostiek te doen. Het chronische verloop dat we vaak zien is niet zo opvallend. Gezien de levensverwachting, die kort is, zijn de dieren meestal al dood voordat er iets opvallends is aan de lever. Vaak zijn de dieren eerder weg wegens klauwproblemen, mastitis etc., maar niet vanwege de leverproblemen. Voor het aanvullend onderzoek kan gebruik gemaakt worden van leverenzymen. Het idee achter deze bepaling is aan te geven of de hepatocyten beschadigd zijn, en eventueel waar. De functionaliteit is hiermee niet aan te tonen. Bij chronische leveraandoeningen zijn de enzymen soms niet meer verhoogd, dit komt omdat er op dat moment niet meer zo heel veel hepatocyten kapot gaan. Bovendien zijn er in een vergevorderd stadium minder hepatocyten om kapot te gaan. Leverziekten kunnen veel klinische verschijnselen geven, een aantal hiervan is: - Icterus: het bilirubine hoopt op in de lever vanwege cholestase. Het bilrubine wordt niet afgevoerd, en lekt naar de grote circulatie. Een andere reden voor icterus is algehele hemolytisch anemie. Door de hypoxie van de lever ontstaat leverschade, en de ophoping van bilirubine zorgt uiteindelijk voor de icterus. Bovendien beschadigen de galzuren de erytrocyten membraan, waardoor deze sneller kapot gaan. (Bij het paard heb je nog een reden voor icterus, namelijk vasten. De theorie erachter is dat er een ligandine ontbreekt om het ongeconjugeerd bilirubine te klaren.) - Diarree: een reden voor het ontstaan van diarree is de acholische feces, het vet wordt niet afgebroken door gebrek aan gal. Hierdoor krijg je een disbacteriose, vocht vast houden en dus (osmotische) diarree. Acholische feces kan ook zonder diarree. Een andere reden om diarree te krijgen is stuwing in het gehele portale gebied als gevolg van cholestase. Hierdoor kan er ook stuwing in de darmwand zijn, en dat geeft een mindere functie van de darmwand diarree. Bij paarden en runderen wordt overigens zelden diarree gezien. - Vergroting lever: oorzaken hiervoor kunnen zijn stuwing, stapeling, ontsteking, vervetting, neoplasieën. De leverpercussie doe je bij het rund en vertelt je iets over de leverdemping en niet direct iets over de grootte van de lever. Voor veranderende leverdemping zjin ook andere oorzaken dan een vergrote lever. Casus 1: 4 jaar oude Labrador reu wordt ziek. De hond wordt sinds 4 weken slomer, sneller moe, minder eten, en braakt af en toe. De hond vermagert en is 4kg afgevallen, de hond drinkt mogelijk meer. De slijmvliezen zijn wat bleek en icterisch, de undulatieproef is negatief. De icterisch slijmvliezen kunnen ontstaan door cholestase of hemolytische anemie. Het meest waarschijnlijk bij deze hond is cholestase, omdat de pols normaal is, de slijmvliezen zijn bovendien niet heel erg bleek en het is geleidelijk ontstaan. Je hebt twee soorten cholestase: extra- en intrahepatisch, waarvan intra-hepatisch het meest voorkomt.

Met bloedonderzoek zou je nader onderzoek kunnen verrichten. Hiermee kun je geen oorzaak onderzoeken, maar alleen dat er een afwijking is. Het wordt standaard gedaan, maar over het nut hiervan valt te discussiëren. Je weet immers al dat het dier geel is en dat er dus iets met de lever is. Het bloedbeel levert dus eigenlijk iets op wat je al weet. Een toevoeging is mogelijk de mate van beschadiging. Bovendien geeft het een base-line meting om de therapie mee te kunnen vergelijken. Van alle enzymen die je kunt doen, doe je ze niet allemaal (2 enzymen + galzuren). Gamma GT zit bijvoorbeeld in galgangen, dus dat is in dit geval wel nuttig. Andere mogelijkheden zijn ALT, AF, galzuren en meer. (AST = lever en Spier; ALT = Lever). Om de functie van de lever te testen gebruik je de galzuren, iets wat je zeker weten moet doen. Bij dit onderzoek wordt er vanuit gegaan dat als ze alle drie normaal zijn (2 gekozen enzymen en galzuren) is er geen leverprobleem. Na het bloedonderzoek blijkt alles verhoogd. Om verder te komen in de diagnostiek kun je gebruik maken van echo en een biopt. Je begint altijd met een echo, wat goede informatie geeft over de grootte, verspreiding van het probleem, dichtheid van de lever en het oppervlak van de lever. Ook de galwegen en de v. porta kunnen met de echo goed beoordeeld worden. De echo heb je bovendien nodig om een biopt te doen. Vaak heb je echter het dier al doorgestuurd naar een specialist voor het nemen van een biopt en het beoordelen van de histologie. Voorafgaand aan het biopt moet bovendien de stolling worden bepaald, en dit kan niet standaard in de praktijk. In de meeste landen worden voor het aantonen van shunts een galzuurmeting te doen, in Nederland is het gebruikelijker om ammoniak aan te tonen. Ammoniak komt uit de darm (door bacteriële omzetting en uit glutamine) en wordt in de lever uit het bloed gehaald, omgezet in ureum en door de nieren uitgescheden. Voor wat betreft de sensitiviteit (dier heeft de ziekte en test positief) is de test voor ammoniak tegen de 100%, dus heel sensitief. De specificiteit (je bent negatief en je test negatief)is 89%. Voor wat betreft galzuren: deze worden in de lever uit cholesterol gemaakt en gaan via de galwegen geconjugeerd naar de darm, worden daar weer opgenomen en naar de lever gebracht. De sensitiviteit voor de galzuren bij een shunt is 89-92%, dus wat minder. Dit is wegens de variëteit in metingen, bijvoorbeeld net gegeten of niet. De specificiteit is heel laag, rond de 68%, omdat er heel erg veel andere redenen zijn voor het hebben van een verhoogde galzuren. De bloeduitslag is vervolgens licht afwijkend, maar niet overtuigend. Een ammoniak-tolerantietest kun je hier nu doen. Daarbij brengt je een capsule ammonium-chloride (salmiak) diep-rectaal in, het uiteinde van het rectum gaat immers niet via de poortader, en pas diepere delen wel. Wanneer er sprake is van een shunt kun je een onderscheid maken tussen aangeboren en verkregen. Bij deze patiënt verwacht je een verkregen shunt, gezien de leeftijd van de hond. Congenitaal ontdekte shunts kunnen echter ook op latere leeftijd pas ontdekt worden. Een andere reden om te denken dat het verkregen is omdat het verloop nu heel dramatisch is. Je vindt nooit icterus bij een aangeboren shunt, er zijn immers voldoende hepatocyten. De gouden standaard bij leveronderzoek is een leverbiopt. De standaard kleuring hierop in HE. Verder zou je ook reticuline kleuring doen voor een eventuele verbindweefseling. Tot slot is er nog een koperkleuring waarbij een koperstapeling aan te tonen is. Na deze kleuring blijkt ongeveer 1/3 van de honden met een idiopathische hepatitis wel degelijk koperstapeling te hebben. De totale stappen in de leverdiagnostiek is: anamnese, lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek, echo, biopt. Casus 2: de meest waarschijnlijke oorzaak van HE bij het paard is SintJacobskruiskruid (JKK intoxicatie). Eén paard op een manege wordt verdacht van een vergiftiging hiermee. De symptomen met chronische JKK intoxicatie zijn die van een hepatopathie zoals: lusteloos, sloom, anorexie, symptomen van hepato-encephalopathie, koliek, diarree, epistaxis (bloedneus) en verder

van e<strong>en</strong> hypert<strong>en</strong>sie in de v<strong>en</strong>e porta <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hypoalbuminemie vochtuittreding <strong>en</strong><br />

verminderde terugresorptie.<br />

De prognose van dit dier is heel slecht, dit is ongeveer het eindstadium van de hond.<br />

Werkcollege 6: <strong>lever</strong>diagnostiek<br />

Op e<strong>en</strong> aantal infectieziekt<strong>en</strong> na word<strong>en</strong> <strong>lever</strong>ziekt<strong>en</strong> bij LH niet veel als zodanig gediagnosticeerd <strong>en</strong><br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt er beperkt aanvull<strong>en</strong>d onderzoek gedaan.<br />

De <strong>lever</strong> heeft e<strong>en</strong> grote reservecapaciteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>eratievermog<strong>en</strong>, het duurt dus lang voordat<br />

er verschijnsel<strong>en</strong> zijn. Als er verschijnsel<strong>en</strong> zijn dan zijn deze bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> veelal aspecifiek, omdat er<br />

vaak ook andere orgaansystem<strong>en</strong> zijn aangetast.<br />

Het is gebruikelijker bij de landbouwhuisdier<strong>en</strong> op pathologisch onderzoek te do<strong>en</strong> dan<br />

bloedonderzoek. Meestal kijk<strong>en</strong> ze pas na e<strong>en</strong> aantal sterfgevall<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan naar het hele dier. Het is<br />

altijd e<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> / bat<strong>en</strong> afweging, zo ook bij de diagnostiek. De <strong>lever</strong> specifiek voor één <strong>en</strong>kel dier is<br />

niet r<strong>en</strong>dabel. E<strong>en</strong> tweede probleem is dat de refer<strong>en</strong>tiewaard<strong>en</strong> van aanvull<strong>en</strong>d onderzoek<br />

ontbrek<strong>en</strong> bij landbouwhuisdier<strong>en</strong>, in het bijzonder schap<strong>en</strong> <strong>en</strong> geit<strong>en</strong>.<br />

Voor wat betreft het verloop van de ziekte is er vaak e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om ge<strong>en</strong> nadere diagnostiek te do<strong>en</strong>.<br />

Het chronische verloop dat we vaak zi<strong>en</strong> is niet zo opvall<strong>en</strong>d. Gezi<strong>en</strong> de lev<strong>en</strong>sverwachting, die kort<br />

is, zijn de dier<strong>en</strong> meestal al dood voordat er iets opvall<strong>en</strong>ds is aan de <strong>lever</strong>. Vaak zijn de dier<strong>en</strong><br />

eerder weg weg<strong>en</strong>s klauwproblem<strong>en</strong>, mastitis etc., maar niet vanwege de <strong>lever</strong>problem<strong>en</strong>.<br />

Voor het aanvull<strong>en</strong>d onderzoek kan gebruik gemaakt word<strong>en</strong> van <strong>lever</strong><strong>en</strong>zym<strong>en</strong>. Het idee achter<br />

deze bepaling is aan te gev<strong>en</strong> of de hepatocyt<strong>en</strong> beschadigd zijn, <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel waar. De<br />

functionaliteit is hiermee niet aan te ton<strong>en</strong>. Bij chronische <strong>lever</strong>aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn de <strong>en</strong>zym<strong>en</strong> soms<br />

niet meer verhoogd, dit komt omdat er op dat mom<strong>en</strong>t niet meer zo heel veel hepatocyt<strong>en</strong> kapot<br />

gaan. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn er in e<strong>en</strong> vergevorderd stadium minder hepatocyt<strong>en</strong> om kapot te gaan.<br />

Leverziekt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> veel klinische verschijnsel<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> aantal hiervan is:<br />

- Icterus: het bilirubine hoopt op in de <strong>lever</strong> vanwege cholestase. Het bilrubine wordt niet<br />

afgevoerd, <strong>en</strong> lekt naar de grote circulatie. E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> voor icterus is algehele<br />

hemolytisch anemie. Door de hypoxie van de <strong>lever</strong> ontstaat <strong>lever</strong>schade, <strong>en</strong> de ophoping van<br />

bilirubine zorgt uiteindelijk voor de icterus. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> beschadig<strong>en</strong> de galzur<strong>en</strong> de<br />

erytrocyt<strong>en</strong> membraan, waardoor deze sneller kapot gaan. (Bij het paard heb je nog e<strong>en</strong><br />

red<strong>en</strong> voor icterus, namelijk vast<strong>en</strong>. De theorie erachter is dat er e<strong>en</strong> ligandine ontbreekt om<br />

het ongeconjugeerd bilirubine te klar<strong>en</strong>.)<br />

- Diarree: e<strong>en</strong> red<strong>en</strong> voor het ontstaan van diarree is de acholische feces, het vet wordt niet<br />

afgebrok<strong>en</strong> door gebrek aan gal. Hierdoor krijg je e<strong>en</strong> disbacteriose, vocht vast houd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dus (osmotische) diarree. Acholische feces kan ook zonder diarree. E<strong>en</strong> andere red<strong>en</strong> om<br />

diarree te krijg<strong>en</strong> is stuwing in het gehele portale gebied als gevolg van cholestase. Hierdoor<br />

kan er ook stuwing in de darmwand zijn, <strong>en</strong> dat geeft e<strong>en</strong> mindere functie van de darmwand<br />

diarree. Bij paard<strong>en</strong> <strong>en</strong> runder<strong>en</strong> wordt overig<strong>en</strong>s zeld<strong>en</strong> diarree gezi<strong>en</strong>.<br />

- Vergroting <strong>lever</strong>: oorzak<strong>en</strong> hiervoor kunn<strong>en</strong> zijn stuwing, stapeling, ontsteking, vervetting,<br />

neoplasieën. De <strong>lever</strong>percussie doe je bij het rund <strong>en</strong> vertelt je iets over de <strong>lever</strong>demping <strong>en</strong><br />

niet direct iets over de grootte van de <strong>lever</strong>. Voor verander<strong>en</strong>de <strong>lever</strong>demping zjin ook<br />

andere oorzak<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> vergrote <strong>lever</strong>.<br />

Casus 1: 4 jaar oude Labrador reu wordt ziek. De hond wordt sinds 4 wek<strong>en</strong> slomer, sneller moe,<br />

minder et<strong>en</strong>, <strong>en</strong> braakt af <strong>en</strong> toe. De hond vermagert <strong>en</strong> is 4kg afgevall<strong>en</strong>, de hond drinkt mogelijk<br />

meer. De slijmvliez<strong>en</strong> zijn wat bleek <strong>en</strong> icterisch, de undulatieproef is negatief.<br />

De icterisch slijmvliez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontstaan door cholestase of hemolytische anemie. Het meest<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk bij deze hond is cholestase, omdat de pols normaal is, de slijmvliez<strong>en</strong> zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

niet heel erg bleek <strong>en</strong> het is geleidelijk ontstaan. Je hebt twee soort<strong>en</strong> cholestase: extra- <strong>en</strong> intrahepatisch,<br />

waarvan intra-hepatisch het meest voorkomt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!