blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl

blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl

vetserieus.nl
from vetserieus.nl More from this publisher
16.09.2013 Views

Als bijvoorbeeld door een lokale tumor de galafvoer van een grote leverlob wordt afgesloten kun je een verwijde galgang zien. Andere waarnemingen zou een verhoging in rode bloedcellen kunnen zijn. Omdat de lever veel reservecapaciteit heeft verwacht je niet direct problemen met de bilirubine en de galzuren. De AF en gamma-GT wel omdat deze niet mee doen in de cyclus. De icterus bij de duitse staande zou kunnen zijn ontstaan door een verhoogde bilirubineproductie. Bij deze hond verwacht je dan een stijging van direct bilirubine. Bij veel dieren met leverproblemen worden de erytrocyten wat fragieler, dus je zult wel wat meer rode bloedcel afbraak verwachten waardoor er ook meer ongeconjugeerd bilirubine is. Echter dat zal bij deze hond niet de hoofdoorzaak zijn. Om de oorzaak van icterus vast te stellen is het meestal nodig om een biopt van de lever te nemen, waarbij een normale bloedstolling een voorwaarde is. Deze stolling kan bij een dergelijke patiënt verstoord zijn; DIS door circulerende gifstoffen, minder aanmaak van stollingseiwitten in de lever en minder vitamine K dat minder wordt opgenomen door het gebrek aan gal. Vitamine K kan in het bloed gewoon gemeten worden, de stollingsfunctie kun je met APT en PTTT, fibrinogeen en trombocyten bepalen. De bilirubinewaarden zijn afhankelijk van de omstandigheden en de oorzaken voor icterus: - Acute ernstige hemolytische anemie: een verhoging in indirect bilirubine, maar een uitgesproken anemie kan tot hypoxie van de lever leiden en zo tot cholestase en stijging van de andere enzymen. - Shock: bij een shock krijg je multi-orgaan falen en dus verwacht je ook dat er een cholestase zal ontstaan en dus een stijging van geconjugeerd bilirubine. Wanneer de hypoxie door de shock toeneemt zal de lever stoppen met conjugeren en krijg je juist een stijging van ongeconjugeerd bilirubine. - Levercirrose: er is een soort “landschap’ van stukken van de lever die wel werken en stukken die niet werken. Je krijgt dus een cholestase en een stijging van direct bilirubine. - Totale afsluiting van de ductus choledochus: stijging van direct bilirubine, maar als de lever sterk beschadigd raakt een stijging van indirect bilirubine. Het is in veel klinieken gebruikelijk om bij de diagnostiek een galzuur-provocatietest te doen. Hierbij wordt de concentratie van galzuren in het perifere bloed gemeten na het geven van een vetrijke maaltijd. Bij icterische dieren kun je hiermee de mate van cholestase niet betrouwbaar worden vastgesteld. Dit omdat de productie van gal en de absorptie in de darm per dag verschilt. Een kanttekening hierbij is bovendien dat dieren met een posto-cavaleshunt sowieso hele hoge waarden hebben omdat de galzuren niet effectief via de entero-hepatische kringloop gefilterd worden. Zowel galzuren/cholesterol als bilirubine worden in de lever primair en in de darm secundair gemodificeerd. De overeenkomsten tussen de primaire modificatie is dat ze beiden geconjugeerd worden, omdat zowel galzuren als bilirubine vetoplosbaar zijn. De deconjugatie van de galzuren vindt plaats door de micro-bacteriële flora in de darm. Verschillen tussen de primaire en de secundaire modificatie zijn er ook. Zo wordt bilirubine direct geconjugeerd, terwijl het cholesterol eerst wordt omgezet in galzuren voordat de conjugatie plaatsvindt. Bilirubine wordt geconjugeerd op glucuronzuur, en cholesterol na omzetting in galzuren aan glycine en taurine geconjugeerd om een galzout te vormen. Bilirubine is bovendien geel, terwijl galzuren kleurloos zijn. Het laatste verschil is dat galzuren niet heel veel in het perifere bloed worden gevonden, door de entero-hepatische cylcus, en bilirubine wordt uitgescheden en dus überhaupt niet hebruikt (bilirubine urobilinogeen stercobilinogeen). Werkcollege 3: hepato-encephalopathie Bij porto-systemische collaterale circulatie is bij all diersoorten hepato-encephalopathie te verwachten. Door de directe verbinding tussen de vena porta en de vena cava worden de stoffen uit de darm niet door de lever gedaan. Deze stoffen kunnen op deze wijze dus direct in de hersenen

komen, zoals ammoniak en aromatische aminozuren. Bij leverlijden (een shunt leidt tot leverfalen) wordt er meer glucagon geproduceerd en dus een afbraak (katabolisme) van de spieren waardoor eiwitten vrijkomen. Deze eiwitten worden tijdens de afbraak tot ammoniak omgezet. Normaal heb je bovendien veel meer vertakte aminozuren, maar nu niet omdat de spieren met name de vertakt ketenen aminozuren gebruiken, dus de aromatische aminozuren krijgen de bovenhand. De flux van ammoniak naar de hersenen wordt gestimuleerd en krijg je meer circulerende aromatische aminozuren welke als “spookneurotransmitter” hun werk doen. Ze nemen dus de activiteit weg van excitatoire neurotransmitters. Dieren met leverfalen moeten daarom ook bij voorkeur op een eiwitarm dieet gezet worden. Bovendien worden andere gifstoffen niet gefilterd en kunnen zo ook direct bij de hersenen komen (bacterie-toxinen). De aangeboren porto-systemische shunts bij de hond kunnen extra-hepatische of intra-hepatische shunts ontstaan. Casus 1: een 5 jaar oude fox terriër met 2 maanden toenemende verschijnselen. De hond is eerst trager en braakt, later drinkt de hond erg veel en de buikomvang neemt toe. De dierenarts denkt aan een geval van Cushing. De dierenarts neemt bloed af en merkt dat het plasma erg geel is en vermoed nu een leverziekte. Dat wordt uiteindelijk bevestigd door echografie en histologie: de hond heeft levercirrose. De traagheid van de hond kan een symptoom zijn van hepato-encephalopathie. De eerste verschijnselen hiervan zijn alleen voor de eigenaar zichtbaar, en pas later zodanig erg dat het voor de clinicus duidelijk is. Traagheid valt hier inderdaad ook onder. Door de cirrose van de lever zal er meer weerstand in de lever zijn, de druk in de portale vaten gaat omhoog (portale hypertensie) en het bloed gaat hierdoor een andere uitweg zoeken en dat noemen we shunting. Zo’n shunting kun je achterhalen door ammoniakmeting te doen, waarbij je altijd moet onthouden dat ammoniak niet alleen veroorzaakt kan worden door een shunt. Om het bloedonderzoek goed te kunnen interpreteren zijn er voorwaarden nodig, namelijk de hond moet voldoende gegeten hebben (geen eiwit gegeten minder ammoniak omzetting); de bloedafname heeft een protocol (onmiddellijk op ijs bewaren, direct naar het lab, geen hemolyse optreden); de pH van het bloed is van belang omdat ammoniak, ammonia (NH4) kan worden en dan dus niet te meten is. In het geval van een hypokaliëmie en een alkalose gaat H+ en K+ de cel uit en NH3 zal hiervoor in de plaats de cel in gaan en dus als lagere waarde gemeten worden en de meting is dus minder betrouwbaar. Het ideale type bloed om te nemen is arteriëel bloed omdat de weefsels een deel van het ammoniak kunnen wegfilteren, waardoor dit in het veneuze bloed lager zal zijn. Bij niet of slechts mild afwijkende bloedwaarden zijn er andere tests mogelijk om een duidelijke uitspraak over een shunt te kunnen doen. Een voorbeeld hiervan is de ammoniak-tolerantie-test. Hierbij spuit je het dier NH3 in, wanneer er geen leverproblemen zijn zal deze waarde heel snel zakken, maar bij lever problemen zal de waarde NH3 in het bloed hoog blijven. De hond wordt zieker en braakt frequent, de buikomvang neemt sterk toe en er treden diverse neurologische verschijnselen op.

kom<strong>en</strong>, zoals ammoniak <strong>en</strong> aromatische aminozur<strong>en</strong>. Bij <strong>lever</strong>lijd<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> shunt leidt tot <strong>lever</strong>fal<strong>en</strong>)<br />

wordt er meer glucagon geproduceerd <strong>en</strong> dus e<strong>en</strong> afbraak (katabolisme) van de spier<strong>en</strong> waardoor<br />

eiwitt<strong>en</strong> vrijkom<strong>en</strong>. Deze eiwitt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de afbraak tot ammoniak omgezet. Normaal heb je<br />

bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> veel meer vertakte aminozur<strong>en</strong>, maar nu niet<br />

omdat de spier<strong>en</strong> met name de vertakt ket<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

aminozur<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong>, dus de aromatische aminozur<strong>en</strong><br />

krijg<strong>en</strong> de bov<strong>en</strong>hand. De flux van ammoniak naar de<br />

hers<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt gestimuleerd <strong>en</strong> krijg je meer circuler<strong>en</strong>de<br />

aromatische aminozur<strong>en</strong> welke als “spookneurotransmitter”<br />

hun werk do<strong>en</strong>. Ze nem<strong>en</strong> dus de<br />

activiteit weg van excitatoire neurotransmitters. Dier<strong>en</strong><br />

met <strong>lever</strong>fal<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> daarom ook bij voorkeur op e<strong>en</strong><br />

eiwitarm dieet gezet word<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> word<strong>en</strong> andere<br />

gifstoff<strong>en</strong> niet gefilterd <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zo ook direct bij de<br />

hers<strong>en</strong><strong>en</strong> kom<strong>en</strong> (bacterie-toxin<strong>en</strong>).<br />

De aangebor<strong>en</strong> porto-systemische shunts bij de hond<br />

kunn<strong>en</strong> extra-hepatische of intra-hepatische shunts<br />

ontstaan.<br />

Casus 1: e<strong>en</strong> 5 jaar oude fox terriër met 2 maand<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de verschijnsel<strong>en</strong>. De hond is eerst<br />

trager <strong>en</strong> braakt, later drinkt de hond erg veel <strong>en</strong> de buikomvang neemt toe. De dier<strong>en</strong>arts d<strong>en</strong>kt aan<br />

e<strong>en</strong> geval van Cushing. De dier<strong>en</strong>arts neemt bloed af <strong>en</strong> merkt dat het plasma erg geel is <strong>en</strong> vermoed<br />

nu e<strong>en</strong> <strong>lever</strong>ziekte. Dat wordt uiteindelijk bevestigd door echografie <strong>en</strong> histologie: de hond heeft<br />

<strong>lever</strong>cirrose.<br />

De traagheid van de hond kan e<strong>en</strong> symptoom zijn van hepato-<strong>en</strong>cephalopathie. De eerste<br />

verschijnsel<strong>en</strong> hiervan zijn alle<strong>en</strong> voor de eig<strong>en</strong>aar zichtbaar, <strong>en</strong> pas later zodanig erg dat het voor de<br />

clinicus duidelijk is. Traagheid valt hier inderdaad ook onder. Door de cirrose van de <strong>lever</strong> zal er meer<br />

weerstand in de <strong>lever</strong> zijn, de druk in de portale vat<strong>en</strong> gaat omhoog (portale hypert<strong>en</strong>sie) <strong>en</strong> het<br />

bloed gaat hierdoor e<strong>en</strong> andere uitweg zoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat noem<strong>en</strong> we shunting. Zo’n shunting kun je<br />

achterhal<strong>en</strong> door ammoniakmeting te do<strong>en</strong>, waarbij je altijd moet onthoud<strong>en</strong> dat ammoniak niet<br />

alle<strong>en</strong> veroorzaakt kan word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> shunt.<br />

Om het bloedonderzoek goed te kunn<strong>en</strong> interpreter<strong>en</strong> zijn er voorwaard<strong>en</strong> nodig, namelijk de hond<br />

moet voldo<strong>en</strong>de geget<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> (ge<strong>en</strong> eiwit geget<strong>en</strong> minder ammoniak omzetting); de<br />

bloedafname heeft e<strong>en</strong> protocol (onmiddellijk op ijs bewar<strong>en</strong>, direct naar het lab, ge<strong>en</strong> hemolyse<br />

optred<strong>en</strong>); de pH van het bloed is van belang omdat ammoniak, ammonia (NH4) kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan<br />

dus niet te met<strong>en</strong> is. In het geval van e<strong>en</strong> hypokaliëmie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> alkalose gaat H+ <strong>en</strong> K+ de cel uit <strong>en</strong><br />

NH3 zal hiervoor in de plaats de cel in gaan <strong>en</strong> dus als lagere waarde gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> de meting<br />

is dus minder betrouwbaar. Het ideale type bloed om te nem<strong>en</strong> is arteriëel bloed omdat de weefsels<br />

e<strong>en</strong> deel van het ammoniak kunn<strong>en</strong> wegfilter<strong>en</strong>, waardoor dit in het v<strong>en</strong>euze bloed lager zal zijn.<br />

Bij niet of slechts mild afwijk<strong>en</strong>de bloedwaard<strong>en</strong> zijn er andere tests mogelijk om e<strong>en</strong> duidelijke<br />

uitspraak over e<strong>en</strong> shunt te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is de ammoniak-tolerantie-test.<br />

Hierbij spuit je het dier NH3 in, wanneer er ge<strong>en</strong> <strong>lever</strong>problem<strong>en</strong> zijn zal deze waarde heel snel<br />

zakk<strong>en</strong>, maar bij <strong>lever</strong> problem<strong>en</strong> zal de waarde NH3 in het bloed hoog blijv<strong>en</strong>.<br />

De hond wordt zieker <strong>en</strong> braakt frequ<strong>en</strong>t, de buikomvang neemt sterk toe <strong>en</strong> er tred<strong>en</strong> diverse<br />

neurologische verschijnsel<strong>en</strong> op.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!