blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl

blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl blok 15 lever en hepatobiliair systeem.pdf - VETserieus.nl

vetserieus.nl
from vetserieus.nl More from this publisher
16.09.2013 Views

Een maatregel die getroffen kan worden is een beperking van eiwitten in het dieet, zowel voor ammoniakvorming als de aromatische aminzuren. Voorkomen van dehydratie en hypokaliëmie zijn eveneens belangrijk. Wanneer de leverziekte behandeld kan worden is er meestal geen blijvende neuronale schade. Icterus: De gele kleurstof die icterus veroorzaakt is bilirubine, en het treedt voornamelijk op bij een verstoorde galafvoer, cholestase. Bilirubine is het pigment dat gal zijn bruingele kleur geeft en is het normale eindproduct van de afbraak van heem, zoals gevonden in erytrocyten, cytochromen, katalase en peroxydasen. Deze laatste 3 vormen een kleine massa van het totale heem maar hebben een hogere turnover en bepalen hierdoor tot 30% van het totale bilirubine. Heem wordt afgebroken in twee enzymatische fasen in de macrofagen van het reticulo-endotheliaalsysteem vooral in de lever en milt. Door hemoxygenase wordt de ringstructuur van heem verbroken en ijzer vrijgemaakt, waarbij het groene biliverdine ontstaat. Dit wordt door het biliverdinereductase direct omgezet in het bilirubine, dat geel/bruin is. In de weefselmacrofagen gebeuren deze reacties ook, maar veel langzamer (bijvoorbeeld bij bloeduitstortingen te zien). Bilirubine wordt snel door de lever geklaard en is zowel toxisch als een anti-oxidant. In de circulatie kan bilirubine alleen maar aan albumine gebonden vervoert worden door het hydrofobe karakter. De levercellen komen ze eveneens in door binding aan eiwitten, en dus middels gefaciliteerde diffusie. Om het bilirubine naar het gal te krijgen zijn er twee actieve processen nodig: 1. Het bilirubine moet hydrofiel gemaakt worden door conjugatie. 2. Actieve uitscheiding met de gal over de galcanalucili. De conjugatiestap heeft de minste capaciteit, en bepaalt dus de snelheid van het proces. De snelheid verschilt per diersoort, mogelijk door het verschil in bepaalde stoffen die voor de conjugatie gebruikt kunnen worden. Behalve bij de mannelijke hond komt in normale dieren geen bilirubine voor in de urine. De niertubulus van de reu bevat als enige ook conjugerende enzymen. In de circulatie komt ook normaal geen geconjugeerd bilirubine voor, hoewel ook hier weer een uitzondering is: het paard. In de darm wordt het bilirubine niet geresorbeerd, behalve als door bacteriën het weer gedeconjugeerd worden, zoals bij bacteriële overgroei kan gebeuren. In het colon wordt bilirubine omgezet in kleurloos urobilinogeen en vervolgens (min 1% naar de nieren) in stercobilines wat de kleur aan de normale feces geeft. Acholische feces ontstaat dan ook door een gebrek aan stercobilines en een te grote hoeveelheid vetten door emulgatie gebrek. Bij planteneters zien we nooit acholische feces omdat de kleur van hun feces uit plantenkleurstoffen komt. Volgens handboeken kan icterus door cholestase ipv hemolyse van elkaar worden onderscheiden door die ene % urobilinogeen in de urine te meten, maar door de variabele waarde klopt dit niet. Bovendien wordt de snelle oxidatie naar urobiline met deze test van Ehrlich niet gemeten. Bij alle dieren behalve het paard, wijst een verhoogd plasma geconjugeerd bilirubine op een pathologsich proces van lever of galwegen. Bij een cholestase gaat het conjugeerde bilirubine de urine in waardoor deze een donkere kleur krijgt. Een verhoging van bilirubine (geconjugeerd of niet) kan bovendien icterus veroorzaken, maar pas als de waarde boven de 15 microM uitkomt. Bilirubine in het plasma kan gemeten worden met de Heymans van den Bergh reactie. Hierbij is een onderscheid te maken tussen hydrofiel geconjugeerd bilirubine en ongeconjugeerd, het hydrofiele bilirubine reageert veel sneller. Omdat de lever een mengsel van conjugaten van verschillende polariteiten maakt is dit onderscheid bij cholestase echter zeer onnauwkeurig. Bovendien is bij alle diersoorten behalve het paard een bilirubinemie en icterus een combinatie van cholestase, verminderde klaring en conjugatie waardoor er altijd een mengbeeld te zien is. • Ongeconjugeerd, indirect, hydrofoob bilirubine: deze waarde kan verhoogd zijn door een te hoge productie, verminderde klaring en een verminderde conjugatie. De verhoogde productie wordt vrijwel altijd veroorzaakt door hemolyse, soms secundair, bijvoorbeeld als gevolg van mindere membraanstabiliteit bij verhoogde galzuurconcentratie in het bloed.

Door een vertraging in de doorstroom van de v. porta bij veel leverziekten blijven de erytrocyten vaak ook langer in de milt waar ze dan een verhoogde kans op afbraak hebben. Bij de meeste leverziekten kan een verminderde klaring optreden, door veranderingen van het aantal hepatocyten of een verminderde doorbloeding door fibrosering. Een verminderde conjugatie treedt op bij alle vormen van cholestase, door de verminderde afvoer van het geconjugeerde bilirubine treedt een remming van de conjugatieenzymen op. Ook de klaring uit het plasma wordt hier uiteindelijk dus door vertraagd. Bij paarden en pony’s treedt een verminderde conjugatie ook als het gevolg van vasten op, waarschijnlijk door het gebrek aan conjugerende suikers zoals glucose, xylose en glucuronide. Bij andere diersoorten treedt dit niet op. Tot slot kan een verminderde conjugatie als erfelijk defect optreden evenals bij jonge veulens (en mensen). Dit laatste is omdat de enzymen dat nog niet voldoende ontwikkeld zijn, en enkele dagen of weken kan duren. Dit kan leiden tot een kernicterus, omdat het toxische bilirubine door de nog niet goed functionerende BHB heen kan. Dit kan kernen van de hersenen blijvend beschadigen. • Geconjugeerd, direct, hydrofiel bilirubine: het kan verhoogd zijn door een verminderde galafvoer wat bij alle leveraandoeningen kan voorkomen, bijvoorbeeld een acute hypoxie als gevolg van anemie. De lever is extra gevoelig voor hypoxie omdat 80% van de bloedtoevoer veneus is. De leverdoorbloeding kan door de vorming van DIS verder afnemen, er treedt levercel necrose op. Gal dat niet goed wordt afgevoerd kan via het lymfesysteem in de circulatie komen. Een anemie die geleidelijk ontstaat geeft de lever overigens genoeg tijd om de zuurstofopname efficiënter te maken. Geconjugeerd bilirubine gaat gemakkelijk een irreversibele binding aan met albumine en vormt zo biliproteïne. Dit complex kan niet door de lever uit het bloed worden verwijderd, en heeft een halfwaardetijd van 2 weken ipv normaal 10-15 minuten. Een verhoogd bilirubine kan dus nog lang gemeten worden als dit complex is gevormd. Cholestase: De galstroom is afhankelijk van de productie proximaal en de concentratie distaal. De helft van de productie is weer afhankelijk van de actieve uitscheiding door hepatocyten. Galzuren worden in de lever gesynthetiseerd uit cholesterol en zijn dus ook de belangrijkste uitscheidingsroute voor cholesterol. Er zijn twee soorten galzuren gemaakt: cholzuur en chenodeoxycholzuur. Deze galzuren noemen we dan ook wel de primaire galzuren. Galzuren worden geconjugeerd met taurine en glycine waardoor ze hydrofiel worden. Door een actieve uitscheiding en als gevolg een osmotische gradiënt volgt water passief. In het ileum maar ook overige delen van de darm worden de galzuren weer geresorbeerd. Met de portale circulatie komen ze weer in de lever welke ze weer klaart en beschikbaar maakt. De verloren minder dan 5% wordt nieuw gesynthetiseerd. In de darm wordt een deel van de primaire galzuren omgezet in secundaire galzuren: deoxycholzuur en litocholzuur. Deze kunnen zelfs nog verder gemetaboliseerd naar tertiaire galzuren. De andere helft (dus niet de actieve uitscheiding van galzuren door de hepatocyten) van de galproductie komt van actieve secretie van natrium naar de galcanaliculi door de hepatocyten en van uitscheiding van bicarbonaat en chloride door de epitheelcellen in de grote intra-hepatische galwegen. De uitscheiding van natrium wordt gestimuleerd door barbituraten en insuline en juist geremd door oestrogenen, thyroxinedeficiënties en chloorpromazienderivaten. De inductie van chloride en bicarbonaatsecretie wordt geregeld door gastrine en secretine. Als het gal niet direct naar het duodenum gaat wordt het in de galblaas opgeslagen ne 10x zoveel geconcentreerd. Cholecystokinine kan een langdurige galblaascontractie geven. De oorzaak van cholestase ligt vaak in de lever maar mogelijk ook in de galwegen. Er is een groter diffuus probleem, omdat een probleem met één lob snel door de andere lobben gecompenseerd wordt. Bij alle vormen van cholestase wordt gal niet goed afgevoerd. Via de tight juncties en de hepatocyten komt het gal in de ruimte van Disse via de lymfe in de bloedbaan. De stoffen die normaal in hoge concentratie in gal voorkomen worden nu in het bloed gevonden, en dat zijn:

E<strong>en</strong> maatregel die getroff<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> beperking van eiwitt<strong>en</strong> in het dieet, zowel voor<br />

ammoniakvorming als de aromatische aminzur<strong>en</strong>. Voorkom<strong>en</strong> van dehydratie <strong>en</strong> hypokaliëmie zijn<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s belangrijk. Wanneer de <strong>lever</strong>ziekte behandeld kan word<strong>en</strong> is er meestal ge<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>de<br />

neuronale schade.<br />

Icterus:<br />

De gele kleurstof die icterus veroorzaakt is bilirubine, <strong>en</strong> het treedt voornamelijk op bij e<strong>en</strong><br />

verstoorde galafvoer, cholestase. Bilirubine is het pigm<strong>en</strong>t dat gal zijn bruingele kleur geeft <strong>en</strong> is het<br />

normale eindproduct van de afbraak van heem, zoals gevond<strong>en</strong> in erytrocyt<strong>en</strong>, cytochrom<strong>en</strong>,<br />

katalase <strong>en</strong> peroxydas<strong>en</strong>. Deze laatste 3 vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kleine massa van het totale heem maar hebb<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> hogere turnover <strong>en</strong> bepal<strong>en</strong> hierdoor tot 30% van het totale bilirubine. Heem wordt afgebrok<strong>en</strong><br />

in twee <strong>en</strong>zymatische fas<strong>en</strong> in de macrofag<strong>en</strong> van het reticulo-<strong>en</strong>dotheliaal<strong>systeem</strong> vooral in de <strong>lever</strong><br />

<strong>en</strong> milt. Door hemoxyg<strong>en</strong>ase wordt de ringstructuur van heem verbrok<strong>en</strong> <strong>en</strong> ijzer vrijgemaakt,<br />

waarbij het gro<strong>en</strong>e biliverdine ontstaat. Dit wordt door het biliverdinereductase direct omgezet in<br />

het bilirubine, dat geel/bruin is. In de weefselmacrofag<strong>en</strong> gebeur<strong>en</strong> deze reacties ook, maar veel<br />

langzamer (bijvoorbeeld bij bloeduitstorting<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong>).<br />

Bilirubine wordt snel door de <strong>lever</strong> geklaard <strong>en</strong> is zowel toxisch als e<strong>en</strong> anti-oxidant. In de circulatie<br />

kan bilirubine alle<strong>en</strong> maar aan albumine gebond<strong>en</strong> vervoert word<strong>en</strong> door het hydrofobe karakter.<br />

De <strong>lever</strong>cell<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ze ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in door binding aan eiwitt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dus middels gefaciliteerde<br />

diffusie. Om het bilirubine naar het gal te krijg<strong>en</strong> zijn er twee actieve process<strong>en</strong> nodig:<br />

1. Het bilirubine moet hydrofiel gemaakt word<strong>en</strong> door conjugatie.<br />

2. Actieve uitscheiding met de gal over de galcanalucili.<br />

De conjugatiestap heeft de minste capaciteit, <strong>en</strong> bepaalt dus de snelheid van het proces. De snelheid<br />

verschilt per diersoort, mogelijk door het verschil in bepaalde stoff<strong>en</strong> die voor de conjugatie gebruikt<br />

kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Behalve bij de mannelijke hond komt in normale dier<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bilirubine voor in de<br />

urine. De niertubulus van de reu bevat als <strong>en</strong>ige ook conjuger<strong>en</strong>de <strong>en</strong>zym<strong>en</strong>. In de circulatie komt<br />

ook normaal ge<strong>en</strong> geconjugeerd bilirubine voor, hoewel ook hier weer e<strong>en</strong> uitzondering is: het<br />

paard.<br />

In de darm wordt het bilirubine niet geresorbeerd, behalve als door bacteriën het weer<br />

gedeconjugeerd word<strong>en</strong>, zoals bij bacteriële overgroei kan gebeur<strong>en</strong>. In het colon wordt bilirubine<br />

omgezet in kleurloos urobilinoge<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s (min 1% naar de nier<strong>en</strong>) in stercobilines wat de<br />

kleur aan de normale feces geeft. Acholische feces ontstaat dan ook door e<strong>en</strong> gebrek aan<br />

stercobilines <strong>en</strong> e<strong>en</strong> te grote hoeveelheid vett<strong>en</strong> door emulgatie gebrek. Bij plant<strong>en</strong>eters zi<strong>en</strong> we<br />

nooit acholische feces omdat de kleur van hun feces uit plant<strong>en</strong>kleurstoff<strong>en</strong> komt.<br />

Volg<strong>en</strong>s handboek<strong>en</strong> kan icterus door cholestase ipv hemolyse van elkaar word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong><br />

door die <strong>en</strong>e % urobilinoge<strong>en</strong> in de urine te met<strong>en</strong>, maar door de variabele waarde klopt dit niet.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wordt de snelle oxidatie naar urobiline met deze test van Ehrlich niet gemet<strong>en</strong>.<br />

Bij alle dier<strong>en</strong> behalve het paard, wijst e<strong>en</strong> verhoogd plasma geconjugeerd bilirubine op e<strong>en</strong><br />

pathologsich proces van <strong>lever</strong> of galweg<strong>en</strong>. Bij e<strong>en</strong> cholestase gaat het conjugeerde bilirubine de<br />

urine in waardoor deze e<strong>en</strong> donkere kleur krijgt. E<strong>en</strong> verhoging van bilirubine (geconjugeerd of niet)<br />

kan bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> icterus veroorzak<strong>en</strong>, maar pas als de waarde bov<strong>en</strong> de <strong>15</strong> microM uitkomt. Bilirubine<br />

in het plasma kan gemet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de Heymans van d<strong>en</strong> Bergh reactie. Hierbij is e<strong>en</strong><br />

onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> hydrofiel geconjugeerd bilirubine <strong>en</strong> ongeconjugeerd, het hydrofiele<br />

bilirubine reageert veel sneller. Omdat de <strong>lever</strong> e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gsel van conjugat<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />

polariteit<strong>en</strong> maakt is dit onderscheid bij cholestase echter zeer onnauwkeurig. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is bij alle<br />

diersoort<strong>en</strong> behalve het paard e<strong>en</strong> bilirubinemie <strong>en</strong> icterus e<strong>en</strong> combinatie van cholestase,<br />

verminderde klaring <strong>en</strong> conjugatie waardoor er altijd e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gbeeld te zi<strong>en</strong> is.<br />

• Ongeconjugeerd, indirect, hydrofoob bilirubine: deze waarde kan verhoogd zijn door e<strong>en</strong> te<br />

hoge productie, verminderde klaring <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verminderde conjugatie. De verhoogde<br />

productie wordt vrijwel altijd veroorzaakt door hemolyse, soms secundair, bijvoorbeeld als<br />

gevolg van mindere membraanstabiliteit bij verhoogde galzuurconc<strong>en</strong>tratie in het bloed.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!