16.09.2013 Views

DKR Buitenplaatsen april 2010.pdf - Ivn

DKR Buitenplaatsen april 2010.pdf - Ivn

DKR Buitenplaatsen april 2010.pdf - Ivn

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Voorwoord<br />

Na het zomernummer in 2009 over het Vechtplassengebied nu een lentenummer<br />

in kleur, met als thema “de „s-Gravelandse buitenplaatsen”, waar het Herstelplan<br />

als een rode draad door heen loopt.<br />

Een themanummer is voor<br />

de redactieraad altijd weer<br />

een uitdaging om daar iets<br />

bijzonders en ook iets interessants<br />

van te maken. Artikelen<br />

die omlijst worden<br />

met afbeeldingen, foto‟s en<br />

plattegronden in kleur, spreken<br />

nu eenmaal meer tot de<br />

verbeelding dan afbeeldingen<br />

in zwart-wit.<br />

Het thema is mede ingegeven<br />

door de actualiteit. Het<br />

Herstelplan ‟s-Gravelandse buitenplaatsen, waar Natuurmonumenten in 2008 een<br />

begin mee heeft gemaakt, zal onze vereniging in het bijzonder aanspreken, mede<br />

omdat dit gebied een groot deel van ons “werkterrein” is.<br />

Buiten een algemeen artikel over het Herstelplan van ondergetekende, hebben wij<br />

ook enkele verhalen van IVN-ers die hun licht laten schijnen over onderwerpen<br />

die waarschijnlijk nog onbekend zijn.<br />

Wat te denken van de historie van de Berg en een bijzondere Grove den, beide in<br />

Bantam. Wil Hegge en Karel Troost tekenen voor deze onderwerpen. Maartje<br />

Hogenboom zorgde voor kleine weetjes over planten en dieren die op de buitenplaatsen<br />

huizen.<br />

Verder geeft Ton Coops zijn persoonlijke visie op de herstelwerkzaamheden in de<br />

Vallei in Gooilust. Echtgenote Betty Coops heeft een bijdrage over het verleden<br />

en heden van de oude “moestuin” van Gooilust.<br />

Ook zijn wij, met dank aan een aantal medewerkers van Natuurmonumenten, er<br />

in geslaagd in dit nummer wat dieper op het Herstelplan in te gaan.<br />

En zoals gebruikelijk heeft Gerrit Jaspers Johan van Galen Last, als één van de<br />

drijvende krachten achter het Herstelplan, aan een diepte-interview onderworpen.<br />

Al met al een themanummer dat het lezen meer dan waard is.<br />

Namens de redactieraad<br />

Harm Klinkenberg<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 1


INTERVIEW<br />

Johan van Galen Last<br />

We begroeten elkaar bij de siertuin op Gooilust en de eerste opmerking van Johan<br />

is verrassend: ” Ik ken jou wel want ik heb je in 1968 al ontmoet”. Daarmee is de<br />

toon gezet want ik ben uiteraard zeer benieuwd. Johan vertelt dat hij toen met<br />

meester Jan den Houter ( wie is dat ook alweer?) in de klas zat en mee mocht naar<br />

het Laarder Wasmeer met boswachter Jaspers. Ja, ja!<br />

Daarna Lagere Tuinbouwschool in Naarden en Middelbare idem in Utrecht. Bloemen<br />

en Bomen teelt als hoofd vakken. Na militaire dienst een jaar gewerkt als<br />

boomverzorger en daarna met een schoolvriend en alle spaargeld drie maanden<br />

door de USA getrokken. Prachtig!<br />

In 1980 begint het werkzame leven en berooid na de terugkomst uit de States het<br />

eerste het beste aangepakt en stratenmaker geworden. Gelukkig kwam er als snel<br />

een plek als voorman bij de plantsoenendienst in Muiden vrij en daar negen jaar<br />

gewerkt.<br />

Daarna negen jaar de leiding over het buitengebeuren bij de Stichtse Hof in Laren.<br />

Het is inmiddels 1998. Vier jaar daarvoor werd Johan gevraagd om vaargids<br />

op de Naardermeer te worden. Dat kon omdat inmiddels het natuurgidsen diploma<br />

bij het IVN was behaald. Cursusleider: Jan den Houter, wat is de wereld<br />

klein!<br />

In 1996 kwam Johan in vaste dienst bij Natuurmonumenten. Half vaargids en half<br />

op de buitenplaatsen. Toen, 2002, vroeg beheerder Joost Bakker (die ik drie jaar<br />

later als beheerder van het prachtige landgoed Hackfort in de Achterhoek weer<br />

ontmoette, hoezo kleine wereld?) of Johan zich wilde bemoeien met de cultuurhistorie<br />

van de landgoederen en het leifruit aandacht wilde schenken. Prachtig<br />

allemaal.<br />

Liefst vier jaar cursussen volgen in teelt en snoei van leifruit. Vrijwilligers zoeken<br />

en begeleiden en het loopt allemaal prachtig. Literatuur verzamelen en blijven<br />

zoeken.<br />

Dat zelfde met de cultuurhistorie. Alles lezen en zoveel mogelijk verzamelen! In<br />

2005 was er zelfs tijd voor een studie aan de Utrechtse Hogeschool over groen<br />

erfgoed, historisch onderzoek, beheerskennis en rentmeesterschap.<br />

Uit alles proef ik de enorme betrokkenheid en de verzamelde kennis van Johan,<br />

die nu voor 80% van zijn tijd bezig is met het imposante renovatieplan buitenplaatsen.<br />

Dat betekent deelname aan het projectteam met de specialisatie<br />

“cultuurhistorie”. Nog meer lezen, verzamelen, studeren en bewaking.<br />

Op het moment is de rododendronvallei aan de beurt en daar wordt heel gericht in<br />

gewerkt. De hoofdstructuur moet gehandhaafd blijven en er moet veel teruggezet<br />

2 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


en gesnoeid worden. En bovenal moet er meer licht komen en dus bomen gekapt.<br />

Liefst 120 bomen ( meest nog dun) werden met zorg gekozen om te verdwijnen.<br />

Johan geniet elke dag van zijn werk en is (en mag dat beslist zijn) trots op wat hij<br />

heeft bereikt. Hij heeft dit bereikt door hard werken, initiatieven ontplooien en<br />

veel studie. Met zijn vrouw en zoon woont Johan nog altijd zeer tevreden in Muiden<br />

waar vandaan hij vaak bezig is met zijn grote hobby, fotograferen. Natuur,<br />

tuinen en landschap zijn de onderwerpen en er wordt momenteel meegewerkt aan<br />

een fotoboek over die onderwerpen. En er komt een expositie!<br />

Op mijn vraag over bijzondere zaken in zijn loopbaan noemt Johan zijn grote<br />

verwondering toen bij het afzagen van een kankergezwel van een boom een schitterende<br />

nervenstructuur te voorschijn kwam. En heel blij is hij met het gegeven<br />

dat er in de renovatieplannen niet alleen bepaald moet worden dat er bomen verdwijnen<br />

maar dat hij mag meewerken aan de plaatsbepaling waar nieuwe bomen<br />

moeten komen.<br />

En het meest bijzondere<br />

noemt Johan dat ” Ik<br />

jarenlang mag meewerken<br />

aan iets waarvan<br />

ikzelf nooit het eindresultaat<br />

zal zien. Ik ga<br />

voor die tijd dood maar<br />

wel in de wetenschap<br />

dat generaties na mij<br />

daar wel volop van kunnen<br />

genieten en dus<br />

weten dat ik bestaan<br />

heb”. Waaraan niets is<br />

toe te voegen vindt:<br />

Gerrit Jaspers.<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 3


Herstelplan<br />

’s-Gravelandse <strong>Buitenplaatsen</strong><br />

De regelmatige bezoeker van de ‟s-Gravelandse<br />

<strong>Buitenplaatsen</strong> zal het niet zijn ontgaan<br />

dat het Herstelplan, waar ik in het oktobernummer<br />

van 2009 ook al over schreef, zich op diverse<br />

buitenplaatsen begint af te tekenen.<br />

Om in herinnering te brengen wat het Herstelplan<br />

nu precies behelst, in het kort de belangrijkste<br />

aspecten van dit grootschalige project.<br />

In 2008 heeft Natuurmonumenten het startsein<br />

gegeven voor een grootschalig Herstelplan voor<br />

de ‟s-Gravelandse <strong>Buitenplaatsen</strong>.<br />

Door middel van het fasegewijze uitvoeren van<br />

kleinschalige herstelprojecten op de 10 buitenplaatsen,<br />

wordt de achteruitgang van de cultuurhistorische<br />

waarden een halt toegeroepen. Daarnaast<br />

worden recreatieve voorzieningen hersteld<br />

of aangelegd, bijvoorbeeld door herstel van<br />

oude slingerpaden. Het betreft in wezen investeringen voor de lange termijn op<br />

basis waarvan de buitenplaatsen in hun huidige gebruiksfunctie weer optimaal<br />

kunnen functioneren. Ondanks het feit dat elke buitenplaats een eigen karakter<br />

heeft, en dat ook zo wil behouden, wil Natuurmonumenten toch ook laten zien dat<br />

ze bij elkaar horen. De plannen die zijn gemaakt, berusten op een landschapsstructuurvisie<br />

uit 1997, die indertijd is opgesteld in overleg met de omgeving.<br />

Bij de plannen die nu zijn gemaakt en nog worden gemaakt, krijgen cultuurhistorie,<br />

recreatie en natuur /ecologie (in deze volgorde van belangrijkheid), geïntegreerd<br />

een plek. Het gaat daarbij om eenheid in verscheidenheid.<br />

Het Herstelplan berust dus in feite<br />

op drie pijlers. Voor wat betreft de<br />

cultuurhistorie ga ik er van uit dat<br />

de kennis over het ontstaan van de<br />

buitenplaatsen, bij het overgrote<br />

deel van de lezers van de Kleine<br />

Ratelaar bekend is.<br />

De recreatieve invalshoek wordt in<br />

het Herstelplan eveneens benadrukt.<br />

4 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


In uitvoering is bijvoorbeeld een nieuwe<br />

lange wandeling uitgezet, die ook<br />

in drie afzonderlijke delen is te lopen.<br />

In deze nieuwe beschrijving komen<br />

zowel de cultuurhistorische als de recreatie<br />

aspecten aan de orde. De nieuwe<br />

routebeschrijving wordt in het kort<br />

elders in deze Kleine Ratelaar beschreven.<br />

Natuurmonumenten heeft besloten om<br />

voor de uitvoering 10 tot 15 jaar uit te trekken. Het totale Herstelplan wordt geschat<br />

op 6 miljoen euro.<br />

In 2022 hoopt men te kunnen zeggen dat de diversiteit aan cultuurhistorische kenmerken<br />

van de ‟s-Gravelandse buitenplaatsen is hersteld, met inachtneming van<br />

de unieke waarde die elke buitenplaats op zichzelf heeft. De ‟s-Gravelandse <strong>Buitenplaatsen</strong><br />

zullen dan weer voor een breed publiek toegankelijk zijn gemaakt<br />

(groen dichtbij huis), waarbij de huidige natuurwaarden op zijn minst veilig zijn<br />

gesteld en waar mogelijk verder ontwikkeld.<br />

Harm Klinkenberg<br />

Holwortel<br />

Laag blijvende,<br />

overblijvende<br />

plant. In de<br />

grond heeft hij<br />

een holle knol<br />

ter grootte van<br />

een walnoot (voor opslag<br />

van reservevoedsel). De<br />

knol deelt zich niet, groeit<br />

in de loop van de tijd uit. In<br />

het centrum van de knol<br />

sterft het weefsel,waardoor<br />

een holte ontstaat.<br />

Bloei: vanaf half maart.<br />

Bloemen kunnen paarsrood<br />

of wit zijn, met een<br />

aangenaam zoete geur.<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 5


“Werk in uitvoering”<br />

In 2010 zullen de herstelplannen worden gemaakt voor de kleinere buitenplaatsen<br />

die aan de Leeuwenlaan liggen. Het betreft de beleidsvisies voor Jaglust,<br />

Schoonoord, Land en Bosch en Spiegelrust.<br />

Het meest in het oog springende project op landgoed Schaep en Burgh, dat inmiddels<br />

is afgerond, is de Lindenkom aan de achterzijde van het landhuis. Het<br />

eilandje in de vijver is weer zichtbaar en rondom de vijver is nieuwe beplanting<br />

aangebracht. Verder zijn de oorspronkelijke<br />

zichtlijnen naar het landhuis weer hersteld.<br />

Op Boekesteyn is het Slingerpad, dat het bos<br />

van de weilanden scheidt, gereed en in volle<br />

glorie hersteld.<br />

Inmiddels is men ook begonnen met de renovatie<br />

van de rododendronvallei in Gooilust.<br />

Door middel van dunning is er meer<br />

licht en lucht aangebracht zodat de Rododendrons<br />

beter en ziektevrij kunnen groeien. Nadat de grond is verbeterd en bemest<br />

kunnen in het najaar van 2010 de nu open gemaakte plekken weer aangeplant<br />

worden met Rododendrons, Hamamelis, Berken en Japanse esdoorns. Ook<br />

worden de pasteltinten in ere hersteld.<br />

6 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


In de recreatieve visie van Natuurmonumenten heeft Bantam als onderdeel van<br />

de ‟s-Gravelandse buitenplaatsen een minder grote betekenis dan bijvoorbeeld<br />

Schaep en Burgh en Boekesteyn. Bij Bantam ligt het accent voornamelijk op matig<br />

intensieve dagrecreatie, met als doel de landschappelijke beleving.<br />

Het meest opvallende deel van deze buitenplaats is het in opdracht van Sarah<br />

Bicker Pels aangelegde Klein Zwitserland. Een gebied dat doorkruist wordt door<br />

smalle paadjes met een zeer kronkelig verloop, volgens het principe van de vroege<br />

(Engelse) landschapsstijl. Wat waarschijnlijk minder bekend is, is dat Bantam<br />

op dit moment in het meest zuidoostelijk deel nog een rustgebied kent.<br />

Wat verder opvalt is het zogenaamde “eiland” in het westelijk deel dat grenst aan<br />

de weilanden van het landgoed Swaenenburgh. Het eiland is thans bereikbaar met<br />

twee bruggen die een wandelpad met elkaar verbinden. Halverwege heeft men<br />

een mooi zicht op de vijver die ten tijde van de bewoning van Bantam het achteruitzicht<br />

vormde van het landhuis.<br />

In het Herstelplan voor Bantam wordt het eiland aangewezen als rustgebied voor<br />

dieren en afgesloten voor het publiek. De witte brug aan de zuidkant wordt verwijderd<br />

en die aan de noordkant blijft voor onderhoudsverkeer, maar wordt wel<br />

afgesloten.<br />

Naar verwacht zullen reeën dit gebied gaan gebruiken. Grazend in het grasland<br />

van het doorzicht zijn zij dan op aantrekkelijke wijze zichtbaar voor bezoekers<br />

aan de overzijde van de vijver.<br />

Het rustgebied in het noordoostelijk deel van Schaep en Burgh zal op termijn<br />

worden opgeheven.<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 7


Verder zal op Schaep en Burgh de omgeving van de huidige boomgaard en<br />

moestuin nabij de slangenmuur, worden aangepast. De huidige situatie (zie schematische<br />

weergave) met de parkeerplaats, de slangenmuur, de boomgaard en het<br />

kleine restant van de moestuin, liggen als losse elementen in het terrein; er is nauwelijks<br />

sprake van samenhang. Doordat wandelpaden ontbreken, komen bezoekers<br />

nauwelijks bij de slangenmuur en missen daardoor een uniek onderdeel van<br />

het park omdat de slingering pas opvalt wanneer de muur wordt benaderd.<br />

In de nieuwe situatie wordt de boomgaard /moestuin sterker gebonden aan het<br />

overige park. Vanuit het huidige informatiepaneel wordt in noordelijke richting,<br />

in de as van de tuinmuurpoort (die permanent geopend zal zijn), een nieuw pad<br />

aangelegd.<br />

Wist u overigens dat de Slangenmuur in circa 1735 is gebouwd en dat er ook een<br />

tweede, kortere slangenmuur is geweest die is afgebroken op enig moment tussen<br />

1940 en 1971, dat wil zeggen voor de periode dat Natuurmonumenten eigendom<br />

werd van Schaep en Burgh?<br />

Deze muur stond halverwege de moestuin; parallel en ten zuiden van de nog aanwezige<br />

muur.<br />

Afhankelijk van de voortgang van het Herstelplan, zullen wij u in de komende<br />

Kleine Ratelaars op de hoogte houden van de verdere ontwikkelingen.<br />

Harm Klinkenberg<br />

8 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


De oude “moestuin” van Gooilust<br />

Zoals alle buitenplaatsen, heeft ook Gooilust al heel lang een moestuin. In 1823<br />

werd ter begrenzing een<br />

muur (met aan het begin<br />

een werkschuur) gebouwd<br />

om beschutting<br />

te bieden tegen de koude<br />

noordenwind; later<br />

werd er aan de westkant<br />

een stuk muur bij gebouwd.<br />

In deze moestuin<br />

van zo‟n één hectare<br />

oppervlakte werden<br />

groenten en aardappelen<br />

geteeld; en er stond een<br />

aantal fruitbomen.<br />

Eigenaar Jan Corver Hooft kweekte niet alleen groenten en fruit, maar gebruikte<br />

de moestuin ook voor beplanting met bijzondere bomen. Omstreeks 1850 plantte<br />

hij er zeven ginkgo‟s (Ginkgo biloba), die nu zijn uitgegroeid tot indrukwekkende<br />

bomen. Ook uit zijn tijd staan er nog grote pijnbomen (Pinus nigra ‟nigra‟) en een<br />

Chamaecyparis nootkatensis.<br />

Toen Frans Blaauw eind 19 e eeuw op Gooilust kwam wonen en er zijn liefhebberijen<br />

kon uitoefenen, werden er in de moestuin diverse veranderingen aangebracht:<br />

er kwamen vijvers (en kooien) voor watervogels en tegen de noordmuur<br />

werd een groot stenen vogelhuis gebouwd, dat tevens als orangerie kon worden<br />

gebruikt. Zijn belangstelling ging ook uit naar het verzamelen van bijzondere<br />

bomen en struiken. Uit zijn tijd stammen o.a. de groenblijvende eik (Quercus<br />

turneri „Pseudoturneri‟), de Chinese jeneverbes (Juniperus chinensis „Aurea‟), de<br />

Sneeuwklokjesboom (Halesia carolina), enige bijzondere berken, een Camellia<br />

japonica, de bijzondere klimop Hedera colchica, diverse coniferen zoals de Torreya<br />

nucifera, de Mammoetboom (Sequoiadendron giganteum) en de Abies firma.<br />

Ook plantte hij een Doodsbeenderenboom<br />

(Gymnocladus dioica) en een Atlasceder<br />

(Cedrus atlantica), die tijdens de<br />

hevige westerstorm in 1990 zijn omgewaaid,<br />

evenals een rij thuja‟s die als bescherming<br />

tegen de westenwind waren<br />

geplant. Direct na de storm zijn er nieuwe<br />

exemplaren gekomen, die inmiddels al<br />

flinke bomen zijn geworden.<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 9


Na het overlijden van mevrouw L.<br />

Blaauw-Six in 1934 erfde Natuurmonumenten<br />

de buitenplaats. Toen<br />

ook Frans Blaauw in 1936 was<br />

overleden, verdween de vogelverzameling.<br />

Volgens ontwerp van<br />

S.G.A.Doorenbos werd in 1942 de<br />

centrale vijver gegraven en werden<br />

diverse struiken geplant. Uit die<br />

tijd hebben we nu nog forsythia‟s,<br />

jasmijn, schijnhazelaar, bruidsroosje,<br />

allemaal struiken die toen zeer gangbaar waren.<br />

In de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd het tuinonderhoud een steeds<br />

groter probleem. Vrijwilliger van het eerste uur A.Contant stak er heel veel tijd<br />

in. Hij zorgde in samenspraak met A.J.Gorter-ter Pelkwijk dat verdwenen soorten<br />

bomen en struiken zoveel mogelijk werden teruggeplant. Zo zijn uit zijn tijd de<br />

Amberboom (Liquidambar styraciflua) de Schijnbeuk (Nothofagus antarctica) en<br />

de Trompetboom (Catalpa bignonioides).<br />

Al de genoemde houtachtigen staan vooral in het stuk ten zuiden van de dwarssloot;<br />

in het noordelijk deel van de tuin zijn telkens veranderingen geweest. Eerst<br />

waren er fruitbomen, een kwekerij van bosplantsoen voor alle buitenplaatsen, een<br />

paar bedden met wilde planten, later enkele moestuintjes en een bijenstal. Toen<br />

het niet meer loonde eigen bomen op te kweken, werd dat stuk bestemd voor een<br />

aantal moestuinen en voor een collectie rozen. Na de storm van 1990 werd bij de<br />

entree een moerbei geplant als middelpunt<br />

van kruidenvakken, die prominent de ingang<br />

van de tuin markeert. De aanleg van een<br />

blauwe tuin is de laatste verandering, die in<br />

dit deel is uitgevoerd.<br />

Als moestuin begonnen, wordt nu al tientallen<br />

jaren gesproken van de “Siertuin” van<br />

Gooilust.<br />

Bettie Coops-Booij<br />

Citroenvlinder<br />

Overwintert als<br />

vlinder en komt<br />

vroeg in het<br />

voorjaar tevoorschijn<br />

om op zoek te gaan naar<br />

nectar en een partner om mee<br />

te paren.<br />

Uiterlijk: mannetje is citroengeel,<br />

het vrouwtje is meestal<br />

lichtgroen tot wit gekleurd.<br />

Vleugeltoppen eindigen in een<br />

hoekige punt.<br />

Menu: nectar van vroegbloeiende<br />

struiken en bomen, bijv. wilgen<br />

Rups: leeft op vuilboom en wegedoorn.<br />

10 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


Ecologische visie<br />

De buitenplaatsen van ’s-Graveland zijn ecologisch van belang. Dit wil<br />

Natuurmonumenten volwaardig aandacht geven in het Herstelplanproces.<br />

De ecologische visie helpt ons daarbij.<br />

In 2008 startte Natuurmonumenten met het Herstelplan ‟s-Gravelandse<br />

<strong>Buitenplaatsen</strong>. Dit plan heeft als doel het hoogwaardig cultuurhistorische<br />

karakter van de <strong>Buitenplaatsen</strong> tot zijn recht te laten komen. Per buitenplaats<br />

maken we een integrale visie, waarin naast cultuurhistorie, ook natuurwaarden<br />

en recreatie een plek krijgen. Het bureau SB4 heeft daartoe<br />

allereerst een lijst met ecologische<br />

randvoorwaarden meegekregen.<br />

Met name bij de uitwerking van<br />

de visie naar maatregelplan, en op<br />

uitvoeringsniveau bleken de ecologische<br />

waarden niet altijd voldoende<br />

aandacht te krijgen. Een<br />

heldere ecologische visie met<br />

concrete handvaten voor de uitvoeringswerkzaamheden<br />

moest<br />

uitkomst bieden.<br />

Wat is het ecologisch belang van de buitenplaatsen?<br />

Op basis van de beschikbare waarnemingsgegevens in onze database konden<br />

we op deze vraag geen goed antwoord geven. Gebiedsdekkende inventarisaties<br />

en trend-gegevens bleken er niet tot nauwelijks te zijn. Wij<br />

hebben het ecologisch belang dan ook beschouwd aan de hand van de<br />

landschaps-ecologische context, de factor tijd, en de menselijke invloed.<br />

De specifieke ligging op de overgang van de hogere beboste zandgronden<br />

van de Heuvelrug naar het open veenweidegebied zorgt voor een veelheid<br />

aan overgangen (gradienten), bijvoorbeeld van hoog naar laag (gradueel<br />

én steil) van droog naar nat, van gesloten naar open, van schraal naar<br />

voedselrijk(er). Deze variatie in abiotiek biedt potenties voor hoge biodiversiteit.<br />

Een relatief goede waterkwaliteit (plaatselijk kwel) in de diverse<br />

watertypen verhoogt deze potentie, zo blijkt uit het voorkomen op de <strong>Buitenplaatsen</strong><br />

van libelle-soorten van laagveen.<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 11


De factor tijd speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van natuurwaarden.<br />

We kennen allen de oude dikke beuken met holten en andere<br />

aftakelingsplekken. Zij vormen de hoofdlanen daterend uit de Franse tuinaanleg<br />

van ca. 250 jaar geleden. Vooral vleermuizen en andere holtenbewoners,<br />

maar ook epifyten (mossen, korstmossen) en paddenstoelen<br />

hebben hiervan geprofiteerd en zijn rijkelijk vertegenwoordigd. De internationale<br />

status van vleermuizen en hun afhankelijkheid van oude bomen<br />

maken dat de buitenplaatsen van groot ecologisch belang zijn.<br />

De dikke bomen hebben niet het eeuwige leven en met elke storm valt er<br />

een aantal om of vallen takken af. Maar ook dan zijn ze nog van grote<br />

waarde. Uit onderzoek elders is gebleken dat 50% van de biodiversiteit in<br />

bossen samenhangt met aftakelende en (dikke) dode bomen. Behoud van<br />

het aandeel dood hout en, waar mogelijk, een toename ervan, is een grote<br />

uitdaging bij het Herstelplan. Nieuwe aanplant verdraagt namelijk niet<br />

altijd de aanwezigheid van het dode hout.<br />

De ouderdom van het bos zorgt ook voor een gerijpte bosbodem en een<br />

dikke humuslaag met hoge biomassaproductie (per hectare per jaar). Hiervan<br />

profiteren vele flora- en kleine faunasoorten. Indirect profiteren de<br />

insecteneters, zodat we hoge dichtheden mezen en andere zangvogels,<br />

spitsmuizen en, inmiddels ook, dassen hebben.<br />

Naast de ligging en de ouderdom heeft ook het cultuur-historisch gebruik<br />

en de inrichting van het gebied bijgedragen aan de variatie aan<br />

biotopen. Denk aan stinzenplanten en ijskelders,<br />

maar ook aan de open graslanden en de<br />

leeftijdsvariatie in de bossen door houtoogst<br />

en herplant. En de recent aangelegde kamsalamanderpoelen.<br />

Tot slot is er de relatieve rust als gevolg van<br />

de recreatieve zonering (intensief rond Boekesteijn;<br />

extensief bijv.op Schoonoord) en de<br />

toegangsregels (alleen toegang tussen zonsopgang<br />

en –ondergang). Hierdoor vinden<br />

verstoringsgevoelige soorten als ree, das,<br />

vleermuizen, ringslangen en tal van vogelsoorten<br />

geschikt leefgebied op de buitenplaatsen. <br />

Lelietje-vandalen<br />

Omschrijving:<br />

winterharde<br />

vaste plant,<br />

hoogte 15 cm.<br />

De kleine witte klokvormige<br />

bloemetjes, groeien met<br />

ongeveer 10 stuks hangende<br />

aan een steeltje. De<br />

bloemen geuren heerlijk<br />

zoet. Het blad ovaal en<br />

helder groen. De plant verspreid<br />

zich via de kruipende<br />

wortelstokken.<br />

Omgeving: licht beschaduwde<br />

bossen en op en<br />

rondom buitenplaatsen.<br />

12 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


Ecologische visie<br />

De ecologische kwaliteiten van de buitenplaatsen zijn evident. Natuurmonumenten<br />

streeft er naar de grote variatie aan soorten, specifiek de Rode<br />

Lijst- én de voor oude landgoederen kenmerkende soorten, te behouden.<br />

Het Herstelplan mag hier geen afbreuk aan doen. Dit betekent niet dat er<br />

niets kan, maar dat we ons bewust zijn van wat we doen.<br />

Behoud van de genoemde soorten betekent ook dat we ernaar streven om<br />

de (a)biotische voorwaarden voor deze biodiversiteit te handhaven.<br />

Vooral de ouderdom van de bomen is van belang omdat deze oude bomen<br />

slechts zeer langzaam vervangbaar zijn. Het is echter belangrijk dat het<br />

bosecosysteem duurzaam functioneert. Dit betekent dat er ook op de lange<br />

termijn oude bomen zullen zijn. Geleidelijke verjonging draagt bij aan een<br />

evenwichtige leeftijdsopbouw van het bos. Een andere belangrijke abiotische<br />

voorwaarde is dat de variatie aan gradienten behouden blijft. Sturend<br />

daarbij zijn vaak natuurlijke processen bijv. windwerking om schrale<br />

plekken te behouden, en beheer. De uitdaging is hier goed mee om te<br />

gaan.<br />

Hoe gebruiken we de visie?<br />

We willen dat bij de maatregelplannen en uitvoeringsplannen rekening<br />

gehouden wordt met de ecologische waarden. Daarom hebben we de visie<br />

nader uitgewerkt. Enerzijds voor de waardevolle biotopen, zoals schrale<br />

plekken, stinzenflora, wateren en oevers. Waar bevinden zich deze biotopen,<br />

wat zijn voor die biotopen de sturende processen, en welke aandachtspunten<br />

voor beheer kunnen we benoemen? Met het op kaart vastleggen<br />

van de biotooplocaties zijn we nog in volle gang. De sturende processen<br />

en aandachtspunten hebben we al uitgewerkt.<br />

Anderzijds werken we de soortspecifieke waarden nader uit. Waar zitten<br />

de specifieke Rode Lijst-soorten en de voor landgoederen kenmerkende<br />

soorten; deze zetten we met hun habitats op kaart. En we werken uit waar<br />

we bij herstelwerkzaamheden op moeten letten. We zullen ons in eerste<br />

instantie moeten baseren op de beschikbare, vaak anekdotische gegevens;<br />

gebiedsdekkende gegevens ontbreken nog. We gaan ons wel inspannen<br />

om meer gegevens te krijgen. Geld is daarbij altijd een beperkende factor.<br />

We zullen dan ook met name een beroep gaan doen op vrijwilligers.<br />

José Koopman<br />

Medewerker ecologie bij Natuurmonumenten<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 13


Activiteitenkalender<br />

Wanneer? Welke activiteit? Hoe laat?<br />

Zondag 2 mei Floragroep Laegies/Koeiemeent, Bussum 10.00 uur<br />

Zondag 9 mei Publiekswandeling Stiltewandeling 05.30 uur<br />

Zondag 16 mei Floragroep Kromme Rade, Kortenhoef 10.00 uur<br />

Zaterdag 29 mei Uitgaansdag afdeling IVN Gooi 08.30 uur<br />

Zondag 30 mei Floragroep Cruysbergen, Bussum 10.00 uur<br />

Zondag 13 juni Floragroep Laegies/Koeiemeent, Bussum 10.00 uur<br />

Zondag 13 juni Publiekswandeling Laegies, Bussum 13.30 uur<br />

Vr.18-zo. 20 juni IVN-weekeinde, Hengelo (Gld.)<br />

Zondag 27 juni Floragroep Hollandse Brug, Muiderberg 10.00 uur<br />

Zaterdag 10 juli Publiekswandeling Vleermuizen, Bussum 21.30 uur<br />

Zondag 11 juli Floragroep Goooimeerkust, Huizen 10.00 uur<br />

Zondag 25 juli Floragroep Heemtuin/Natuurakkers, Huizen 10.00 uur<br />

Elke zondagmiddag Gidsen bij Schaapskooi Tafelbergheide 14-16 uur<br />

Van de werkgroepen<br />

Werkgroep Contacten<br />

De contactavonden voor leden en donateurs van IVN Gooi e.o. worden<br />

gehouden in de Infoschuur van het Goois Natuurreservaat aan de Naarderweg<br />

103a, 1217 GL te Hilversum, steeds op de derde maandag van de<br />

maand, tenzij anders is aangegeven. Aanvang: 19.45 uur, Introducés zijn<br />

van harte welkom! Wij werken samen met het KNNV, afd. Gooi.<br />

Uitgaansdag zaterdag 29 mei 2010<br />

Verrassende dagtocht met o.m. bezoeken aan het unieke Waterloopbos (N.O.<br />

Polder), de prachtige gesteentetuin van Schokland (N.O. Polder) en. het Bronnenbos<br />

(Flevoland) dat kraamkamer en genenbank is van onze oorspronkelijke inheemse<br />

bomen en struiken. Nadere informatie en inschrijfformulier in dit nummer<br />

van de Kleine Ratelaar. Schrijf je zo snel mogelijk in.<br />

Juni, juli en augustus géén contactavonden<br />

Heb je een suggestie voor een leuke contactavond?<br />

Mail: wouter-nugteren@ziggo.nl<br />

14 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


Werkgroep wandelingen<br />

Stiltewandeling "Gooilust" te 's-Graveland<br />

Zondag 9 mei 2010 van 05:30 - 07:30 uur<br />

Beleef de natuur eens bij het ontwaken van de dag.<br />

Deze wandeling voert u door het natuurgebied “Gooilust”, maar dan niet zomaar.<br />

Uw gidsen brengen u door het gebied en maken u attent op het ontwaken van de<br />

dag en de vogels. Op deze lentedag komt de zon op omstreeks 05.50 uur<br />

Tijdens deze wandeling wordt u langs interessante<br />

plaatsen gevoerd, maar u moet zelf<br />

bedenken wat hier eigenlijk gezegd zou worden,<br />

want het is de bedoeling dat er weinig<br />

verteld wordt. Het is een echte stilte wandeling.<br />

Een natuurbeleving, waar u af en toe<br />

gaat zitten om te luisteren naar de stilte en de<br />

vogels. Het is dus handig om iets mee te nemen<br />

waarop u plaats kunt nemen. Vergeet<br />

daarbij de verrekijker niet!<br />

Vertrek: vanaf de parkeerplaats aan het Zuidereinde, de ingang van Gooilust te<br />

‟s-Graveland.<br />

Wandeling op Cruysbergen<br />

Zondag 13 juni 2010 van 13:30 - 15:30 uur<br />

Een gebied gelegen tussen de Hilversumse Meent en<br />

Bussum, dat 5 jaar geleden nog weiland en een kwekerij<br />

was. Dit gebied is afgegraven en komt nu tot ontwikkeling.<br />

Het afgegraven vruchtbare zand is gebruikt bij<br />

het aanleggen van het ecoduct in Hilversum.<br />

Veel pioniersplanten komen er voor, waarvan niet zeker<br />

is welke er tijdelijk zijn en welke er zullen blijven. Zo<br />

komt er dit moment volop zonnedauw voor, een vleesetende<br />

plant. Ook kleverig ogentroost, wolfsklauw,<br />

klokjesgentiaan, veenpluis, moeraskartelblad; te veel<br />

om op te noemen.<br />

Vertrek: vanaf de parkeerplaats Franse Kampweg, Bussum (deze bevindt zich<br />

tegenover camping “het Franse Kamp”) aan de N236 richting Weesp.<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 15


Vleermuisexcursie<br />

Zondag 10 juli 2010 21:30 - 23:30 uur<br />

Tijdens deze excursie gaan we kijken en<br />

luisteren naar deze mysterieuze nachtzoogdieren.<br />

We gaan het hebben over<br />

hun specifieke jachtgewoontes en bijzondere<br />

levensstijl.<br />

We nemen u mee naar de Franse Kampheide,<br />

het Spanderswoud en de Snip.<br />

Mogelijk zien en horen we dan zowel de rosse vleermuis, de laatvlieger, de<br />

dwergvleermuis en de watervleermuis.<br />

Uiteraard zijn ook kinderen van harte welkom om aan deze excursie mee te doen.<br />

Vertrek: vanaf station Bussum-Zuid<br />

IVN-weekend 2010: er zijn nog plaatsen vrij!<br />

Vrijdag 18 tot en met zondag 20 juni<br />

In juni gaan we naar Hengelo. Naar het Gelderse Hengelo om precies te<br />

zijn. We strijken neer in de westelijke Achterhoek, waar het landschap<br />

wordt gekenmerkt door een afwisseling van akkers en weilanden, houtwallen,<br />

stukjes bos en beekjes. Maar vooral ook door landhuizen en kasteeltjes<br />

in parkachtige tuinen met lommerrijke lanen en oude statige bomen.<br />

Een omgeving die zich bijzonder goed leent voor wandelingen en<br />

fietstochten.<br />

Ons verblijf is de landelijk gelegen kampeerboerderij “Heytinkhorst”.<br />

Deze groepsaccommodatie ligt precies op de grens tussen Hengelo en<br />

Baak. De Heytinkhorst is een boerderij van het T-huis type en dateert uit<br />

1931. Het heeft een grote tuin met gazon, volleybal- en voetbalveld en een<br />

terras.<br />

Wie van natuur en gezelligheid houdt mag deze gelegenheid niet missen!<br />

Er zijn nog plaatsen vrij, dus geef je snel op. Uitgebreide informatie is te<br />

vinden op onze website en in de Kleine Ratelaar van januari.<br />

Tot ziens in Hengelo,<br />

Francis Hosman, Sander Koopman en Christine Tamminga<br />

16 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


Vernieuwing bezoekerscentrum<br />

Gooi en Vechtstreek<br />

Zoals bij velen van ons al bekend zal het bezoekerscentrum<br />

in van Natuurmonumenten in ‟s-Graveland hopelijk<br />

nog dit jaar een ingrijpende vernieuwingsslag ondergaan.<br />

Dat is ook één van de redenen dat wij als IVN tijdelijk<br />

geen gebruik kunnen maken van de Hooiberg, omdat deze<br />

ruimte tijdens de verbouwing als tijdelijk bezoekerscentrum zal gaan fungeren.<br />

Op dit moment is nog niet geheel duidelijk wanneer met de (ver)bouw zal worden<br />

begonnen.<br />

Eén van de belangrijkste redenen voor de verbouwing van het bezoekerscentrum<br />

is dat in het nieuwe centrum ook de Vechtstreek een nadrukkelijke plaats zal krijgen.<br />

Het bezoekerscentrum zal dan ook worden omgevormd van een centrum<br />

voor de <strong>Buitenplaatsen</strong> tot een inspirerend en activerend centrum voor de hele<br />

regio met als thema: “Gooi en Vechtstreek-overal anders”.<br />

De bezoekers zullen kennis maken met de bijzondere natuur in de omgeving zoals<br />

donker bos, paarse heide, prachtige buitenplaatsen en bijzondere plassen.<br />

Via een interactieve maquette, waarop men kan inzoomen, en speelse thematafels,<br />

komt men alles te weten over dieren en planten, natuurbeheer, geologie en<br />

recreatie. Via webcams en wandel- en fietsroutes zijn de natuurgebieden binnen<br />

letterlijk verbonden met de natuurgebieden buiten. Via een opvallende interactieve<br />

wand kan de bezoeker zelf de mooiste natuurmonumenten zoals foto‟s, filmpjes<br />

en vondsten achterlaten voor andere bezoekers.<br />

De recreatieve voorzieningen bij het bezoekerscentrum zullen worden uitgebreid<br />

met een horecagelegenheid met een ecologische menukaart. Verder komt er een<br />

kleedruimte voor natuursporters en een heuse sterrenwacht. In de winkel van het<br />

centrum kan men terecht voor natuurcadeautjes en streekproducten.<br />

Vanzelfsprekend blijft het vernieuwde centrum een gastvrije plek voor natuur- en<br />

milieuorganisaties uit de omgeving voor cursussen, lezingen, startpunt voor gezamenlijk<br />

excursieaanbod en andere samenwerkingsactiviteiten.<br />

Wij als IVN-ers verheugen ons op het moment<br />

dat, in het centrum van ons werkgebied, het vernieuwde<br />

bezoekerscentrum zal worden heropend.<br />

Harm Klinkenberg<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 17


De Berg van Bantam<br />

In de tweede helft van de 18 e eeuw ontstaat een nieuwe visie op het buitenleven.<br />

De vroege landschapsstijl komt op en de voorliefde voor gekunstelde en mathematische<br />

natuur wordt ingeruild voor de waardering van het wilde, ongerepte<br />

landschap.<br />

Buitenplaats Bantam bestond toen nog niet. Het was de zanderige achtertuin van<br />

het landgoed Schaep en Burgh. Door gebrek aan goed kaart- en beeldmateriaal<br />

blijven de details van de toenmalige aanleg onbekend. Op deze nog woeste grond<br />

werd in het kader van de vroege landschapsstijl een heuvel opgeworpen waar een<br />

Turkse tent kwam op te staan. Een uit Londen overgewaaide traditie om thee te<br />

drinken op een houten plankier afgeschermd met tentdoek. Hier had men uitzicht<br />

op de Zuiderzee!!<br />

In 1818 stond Schaep en Burgh te koop. Twee dagen voor zijn vertrek naar Java<br />

vroeg Jonkheer Willem van Loon, op aanraden van zijn moeder, Anna van Winter<br />

ten huwelijk. Laat zij nou ja zeggen!!<br />

Met haar “hulp” kon hij Schaep en Burgh kopen. Hun dochter Carolina van Loon<br />

trouwde in 1857 met Jonkheer Maurits van Lennep. Zij bouwden op het gekochte<br />

stuk grond ten oosten van Schaep en Burgh in 1878 een landhuis en noemden het<br />

Bantam naar een provincie en stad op WestJava. Toen pas werd de buitenplaats<br />

Bantam officieel gescheiden van Schaep en Burgh. Nu weer terug naar de opgeworpen<br />

heuvel.<br />

Rond 1820 was de Turkse tent vervangen door een observatorium. In 1879 tijdens<br />

de bouw van het huis verdween dit weer om plaats te maken voor een vierhoekig<br />

acht meter hoog stenen waterreservoir<br />

ten behoeve van het huis,<br />

maar vooral voor de landerijen. Sinds<br />

1971 zijn daar alleen nog de zware<br />

fundamenten van te zien. De Berg van<br />

Bantam is nog steeds zeven meter<br />

hoog. Een wandelaar op Klein Zwitserland,<br />

ook op Bantam, moet er nog<br />

steeds om glimlachen. De buitenplaats<br />

Bantam werd in 1923 verkocht aan de<br />

gemeente Bussum, die daarmee voorkwam<br />

dat de grond in handen viel van een projectontwikkelaar. De laatste huurster<br />

overleed in 1967. Vier jaar later werd het huis gesloopt. Het bleek te duur<br />

voor restauratie.<br />

In 1984 werd Bantam overgedragen aan Natuurmonumenten en wie weet krijgt<br />

het buitenbeentje, te weten de Berg van Bantam, weer een mooi uitzichtpunt.<br />

Wil Hegge<br />

18 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


“Mijn” den in Bantam<br />

Bantam staat vol met prachtige bomen. Eén van<br />

deze bomen, een Grove den, heeft door zijn indrukwekkende<br />

verschijning altijd mijn aandacht<br />

getrokken. Hij staat in het zuidwestelijk gedeelte<br />

van Bantam langs het water dat vanaf de vijver<br />

richting Franse Kampweg loopt. Voor zijn soort<br />

heeft deze boom een vorm en een grootte die afwijkend<br />

is. De den staat in een eiken- beukenbos<br />

en is een vreemd element in deze begroeiing. Hij<br />

heeft het dan ook moeilijk om zich te handhaven<br />

tussen de hem omringende bomen. In 1994 heb ik<br />

geprobeerd uit te zoeken hoe oud de boom is en<br />

waarom hij er uit ziet zoals hij er uitziet. Daarvoor<br />

heb gekeken naar de historie van het terrein<br />

en de groei-eigenschappen van grove dennen.<br />

Historie<br />

In 1634 kreeg Naarden het individuele gebruiksrecht van een strook langs de oostelijke<br />

scheiwal van de ontginningen in ‟s Graveland. Het Naarderveld. Op het<br />

meest noordelijke gedeelte van het Naarderveld ligt het westelijke gedeelte van<br />

Bantam. 1732 verkoopt Naarden de grond aan J.B.Bicker eigenaar van o.a. Schaep<br />

en Burgh. Die in 1770 het oostelijk gedeelte van Bantam beplant. Op het westelijk<br />

gedeelte waren toen door houtwallen gescheiden landbouwkavels. In1818<br />

komt Schaep en Burgh samen met Bantam, ‟s Gravenhoek en Swaenenburch in<br />

eigendom van jhr. W. van Loon. Deze laat het terrein inrichten door J.D. Zocher<br />

jr. in Engelse landschapstijl. Omstreeks 1828 waren de werkzaamheden gereed en<br />

had het landgoed de vorm gekregen zoals deze nu nog in grote lijnen bestaat.<br />

Bantam kwam in 1877 in eigendom bij de familie Van Loon die in 1878 een huis<br />

lieten bouwen en het landschapspark verder liet uitbouwen met waterpartijen,<br />

gazons en solitaire bomen. De huidige aanleg stamt uit die tijd. In 1899 wordt<br />

Bantam aangekocht door C.H. Labouchre die in 1917 de beplanting laat aanbrengen<br />

in het gedeelte van het park waarin de den staat.<br />

Beschrijving<br />

De den heeft een zware onderstam met een omtrek van ongeveer 3,50 m. Op circa<br />

5,5 m boven de grond splitst de stam zich in een zestal zware takken die elk de<br />

grote van een flinke boom hebben. De hoogte van de boom bedraagt ruim 20 m<br />

terwijl de kruin een breedte heeft van rond de 16 m. Het gewicht van de den bedraagt<br />

ruim 22 ton waarvan circa 18 ton bovengrondsedelen. Aan de noordoostzijde<br />

bevindt zich een langwerpige verticale holte in de stam. Die holte is ont-<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 19


staan door het afbreken en tot de bodem afscheuren van een grote tak. In de loop<br />

der jaren is deze wond weer bijna geheel overgroeid. De takken vorm is kandelaarachtig<br />

en lijkt er op te duiden dat de den onder wisselende omgevingsomstandigheden<br />

is opgegroeid. Door de vele aanpassingen die de den heeft moeten uitvoeren<br />

zijn er vele takken in de verdrukking geraakt en afgestorven. Deze dode<br />

takken behelzen de gehele onderste etage. Een van de kruintakken heeft een heksenbezem<br />

gevormd.<br />

Ouderdom<br />

Om de ouderdom van een boom te bepalen is de makkelijkste methode het tellen<br />

van de jaarringen. Omdat voor deze methode op zijn minst in de stam geboord<br />

moet worden was dit voor mij geen optie. Voor de leeftijd bepaling heb ik twee<br />

methoden toegepast één gerelateerd aan de hoogte groei en de andere uit de dikte<br />

groei.<br />

Hoogte groei bleek in 1993 maximaal 15 cm te zijn. Hoogte groei van dennen in<br />

de omgeving bleek voor dennen jonger dan 25 jaar 20 – 40 cm te bedragen. Voor<br />

bomen van meer dan 25 jaar varieert dat tussen de 5 – 20 cm. Rekening houdend<br />

met deze gegevens kom ik op een leeftijd van 135 jaar.<br />

Dikte groei bedroeg in 1993 3 mm. De dikte groei in het open gescheurde gedeelte<br />

van de den 32 cm onder de de schors bedroeg 5 mm. (Meting aan afgezaagde<br />

dennen op de Westerheide leverde een gemiddelde dikte groei van 3,8 mm over<br />

50 jaar.) Op basis van deze gegevens kom ik op een leeftijd van 143 jaar.<br />

Vorm<br />

Om een beeld te kunnen vormen hoe de den er door de tijd heen heeft uitgezien<br />

heb ik de boom op schaal uitgewerkt. Door op schaal de hoogte te verminderen is<br />

een hypothese van de vorm in verschillende groeistadia gemaakt. Voor de vormhypothese<br />

is uitgegaan van een leeftijd van 140 jaar in 1993 en zijn middels een<br />

groeigrafiek de leeftijden bepaald. Uit de vorm van de boom is te herleiden dat hij<br />

als een redelijk vrijstaande boom is opgegroeid. De relatief korte stam en de brede<br />

kruinvorm horen bij dennen die rondom vrij opgroeien. De brede groei blijft<br />

tot circa 50 jarige leeftijd gehandhaafd waarna de omringende beplanting, die<br />

kennelijk de zelfde hoogte heeft bereikt, invloed begint uit te oefenen. De onder-<br />

20 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


ste takken beginnen af te sterven en er treedt versterkte hoogte groei op. Omstreeks<br />

de 60 jarige leeftijd is aan de oostzijde de grote tak afgescheurd waarvan<br />

nu nog de sporen in de holte te zien zijn. In 1917 werd de omgeving opnieuw<br />

aangeplant. Na een periode van nieuwe breedte groei van de den nemen de beuken<br />

en eiken die hem nu omringen steeds meer licht weg. De den wordt daardoor<br />

weer gedwongen tot nieuwe hoogtegroei en verliest aan de onderzijde ook veel<br />

oude takken.<br />

Datering<br />

Een leeftijd van 140 jaar betekend dat de den tussen 1850 en 1855 moet zijn gekiemd.<br />

In 1820 heeft de aanleg van het landschapspark onder Van Loon plaats gevonden.<br />

Op de kaart van 1872 wordt bos aangegeven op het gebied waar de den groeit. In<br />

1878 vindt de herinrichting door Van Lennep plaats en in 1917 wordt de huidige<br />

beplanting op het groeigebied van de den aangebracht. De wisselende groei omstandigheden<br />

zijn terug te zien in de vorm van de boom. Ik stel mij de volgende<br />

periode voor. Van vrijstaand in 30 jaar gedeeltelijk ingegroeid. Weer vrijstaand<br />

door de herinrichting en na 40 jaar weer ingegroeid. Bij nieuwe aanplant weer<br />

vrijgesteld en nu na ruim 80 jaar op nieuw ingegroeid.<br />

Met mijn rekenpartij van ruim 16 jaar geleden kwam ik op een leeftijd van 140<br />

jaar. Nu dus 156 jaar. Als ik nu naar de boom kijk ziet hij er voor mijn gevoel het<br />

zelfde uit. Hij moet toch een stukje gegroeid zijn en de stam zal wat dikker zijn.<br />

De omgevingsomstandigheden zijn niet echt gewijzigd.<br />

In het Herstelplan voor de ‟s-Gravelandse <strong>Buitenplaatsen</strong> wordt het bos om de<br />

den rustgebied en wordt een gedeelte van de omringende beplanting weggehaald<br />

waardoor de boom meer licht krijgt. Nodig voor zijn behoud. Hij dreigt overgroeid<br />

te raken door de eromheen staande beuken en eiken.<br />

Ga eens onder de den staan. Hij maakt dan de meeste indruk en stel je voor hoe<br />

zijn omgeving voortdurend is veranderd en hoe hij zich daaraan heeft aangepast.<br />

Karel Troost<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 21


De Vallei op de Buitenplaats Gooilust<br />

Een bijzondere plek”in het “Bos van Blaauw” is De Vallei. Omstreeks 1920 liet<br />

de toenmalige bewoner van Gooilust, Frans Ernst Blaauw deze aanleggen, wat in<br />

die tijd met handkracht, schop en kruiwagen heel wat zweet moet hebben gekost.<br />

Blaauw had een groene oase op het oog, waar hij zijn exotische coniferen een<br />

plaats kon geven. Het werd een verdiept pad tussen opgeworpen heuveltjes, zo‟n<br />

honderd meter lang, met aan het eind een heuvel, een vijver en ter afsluiting een<br />

rij Chamaecyparis nootkatensis. Blaauw plantte er ook andere coniferen, zoals<br />

Larix, Thuja, Tsuga, Cryptomeria, Libocedrus, Pinussoorten, Abies, e.d., bomen<br />

die gewild waren in verzamelingen van veel buitenplaatsbewoners. Zulke exoten<br />

waren toen iets nieuws, vaak kort tevoren (vooral eind 19 e eeuw) ingevoerd uit<br />

Amerika, China en Japan. Ze groeiden in honderd jaar uit tot vaak eerbiedwaardige<br />

bomen, en kunnen wellicht nog honderd(en) jaren mee.. Ter verfraaiing kwamen<br />

er rododendrons bij als ondergroei, evenals soorten als Kalmia, Myrica,<br />

Gaulteria, e.d.<br />

Omstreeks 1930 volgde achter de Vallei de aanleg van het Nieuwe Werk, een pad<br />

rond een heuvel met een voorbestemming: Blaauw wilde hier later begraven worden.<br />

Er werd daarvoor alvast een grafheuvel aangelegd. Het zou een verstild gedeelte<br />

van Gooilust moeten worden met maar een enkele entree.<br />

In het voorjaar van 1933 kwam de Duitse keizer Wilhelm II bij deze heuvel een<br />

paar bijzondere berken (Betula ermannii) planten. Een merkwaardige optocht:<br />

Blaauw en zijn vriend Wilhelm, gevolgd door zijn kleinzoon Louis Ferdinand en<br />

oud-officieren uit de Duitse hofhouding wandelend vanuit het huis Gooilust, door<br />

Bosmuis<br />

Bruin met<br />

gele vacht,<br />

witte buik<br />

Lengte: 8-<br />

11 cm incl.<br />

staart 2x<br />

zo lang.<br />

Leeftijd: kan 18-20 maanden<br />

worden, maar haalt<br />

dat meestal niet.<br />

Menu: wormen, insectenlarven,<br />

slakken, rupsen,<br />

boomknoppen, bessen,<br />

fruit, noten, zaden.<br />

Vijanden: roofvogels zoals<br />

bosuil, steenuil, kerkuil,<br />

hermelijn, wezel<br />

de Vallei met de cadeau gegeven berken en plantschop<br />

naar het Nieuwe Werk. De berken staan er<br />

nog steeds, De grafheuvel bleef leeg, maar dat is<br />

een ander verhaal.<br />

Vallei en Nieuwe Werk werden een plek vol geheimzinnige<br />

sfeer; wie bezocht ze niet eens in het<br />

voorjaar?<br />

In 2010 voert Natuurmonumenten het zgn. Herstelplan<br />

uit voor de Vallei.<br />

Veel bomen, o.a. coniferen zijn gekapt, maar<br />

daardoor is er ruimte ontstaan voor de blijvers om<br />

uit te groeien. Het zou geweldig zijn als die bomen<br />

er over honderd, misschien wel tweehonderd<br />

of driehonderd jaar nog zullen staan. Is het niet de<br />

moeite waard je in te zetten voor zo‟n toekomstperspectief?<br />

Want waar in ons land krijgen bomen<br />

22 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


nog de kans om oud te worden? Ik zou zeggen: zo ergens, dan toch wel bij Natuurmonumenten!<br />

In het plan is ook ruimte gemaakt voor de aanplant van nieuwe rododendrons. ter<br />

aanvulling van de indrukwekkende huidige begroeiing. Het plan is niet openbaar,<br />

maar naar verluidt worden er onder meer bijna honderd verschillende rododendronvariëteiten<br />

en andere sierheesters geplant. Dat gaat helaas veel verder dan<br />

herstel van de historische situatie, dat wat Blaauw ooit met de vallei voor ogen<br />

stond. Natuurmonumenten heeft echter gemeend hier van het oorspronkelijke<br />

plan af te wijken door een grote collectie moderne rododendrons ten toon te stellen.<br />

Dit zal vast wel mooi zijn en massa‟s publiek trekken. De oorspronkelijke<br />

naam `Vallei` wordt daarmee in mijn ogen helaas definitief verlaten en maakt<br />

daarmee plaats voor de nieuwe naam “Rododendronvallei`.<br />

Ton Coops<br />

(auteur van “Het Bos van Blaauw”, biografie van een „s-Gravelandse Buitenplaats)<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 23


Cultuurhistorie en recreatie<br />

Vanwege de uitvoering van het Herstelplan, waarvan op een aantal buitenplaatsen<br />

al de resultaten zichtbaar zijn, gaat Natuurmonumenten de bekende wandelroutes<br />

daarop aanpassen. Vanaf 31 mei aanstaande kunt u ze zelf gaan lopen.<br />

De beschrijving van de wandeling 's-Gravelandse <strong>Buitenplaatsen</strong>‟, met een lengte<br />

van ± 17 km. over alle buitenplaatsen, inclusief een deel van het Corversbos, is<br />

niet alleen een routebeschrijving, maar geeft tevens veel (nieuwe) informatie over<br />

de cultuurhistorische achtergronden van de ‟s-Gravelandse buitenplaatsen.<br />

Deze route, die is aangegeven met gele pijltjes, is ook in delen te lopen. De route<br />

begint en eindigt bij het Bezoekerscentrum Gooi en Vechtstreek van Natuurmonumenten<br />

in ‟s-Graveland.<br />

Om u een idee te geven hoe de route loopt en u alvast een korte impressie te geven<br />

van reeds herstelde onderdelen, volgt onderstaand een beknopte beschrijving.<br />

Vanuit het bezoekerscentrum gaat de route via het landhuizen Boekesteyn en<br />

Schaep en Burgh naar de bekende uit 1795 daterende Slangenmuur. Aan de achterzijde<br />

van het landhuis ziet men de Lindenkom, met er tegenover het Capitool.<br />

De omgeving van de Lindenkom is in 2008 volledig gerestaureerd. Rond de vijver<br />

is oude aanplant verwijderd. Deels omdat veel bomen in zeer slechte staat<br />

waren, en deels om de oude parkaanleg van Zocher weer zichtbaar te maken. Bij<br />

de kom zijn bomen vervangen en nieuwe boomsoorten aangeplant. Naast de bomen<br />

is ook nieuwe onderbeplanting aangeplant met wel 1600 heesters. In de vijver<br />

zelf kwam een – voor velen – onver-<br />

moed eiland tevoorschijn.<br />

Via de hoofdlaan langs de ijskelder, die nu<br />

dienst doet als winterslaapplaats voor vleermuizen.<br />

Langs de Ezelskamp met enkele<br />

oude beuken van bijna 200 jaar oud. In het<br />

najaar van 2008 zijn er op de Ezelskamp vijf<br />

nieuwe bomen geplant. Er is weer gekozen<br />

voor zomereik, (rode) beuk en linde. De<br />

nieuwe bomen zijn inheems en bij aanplant<br />

ca. 6 meter hoog bij een doorsnee van 25<br />

centimeter. De dode bomen zijn weggehaald<br />

en in het bos gelegd zodat er weer een fraai<br />

park ontstaat.<br />

Via het witte bruggetje links naar Bantam.<br />

Zie de plattegrond elders in deze KR. en het<br />

artikel van Wil Hegge. De herstelwerkzaamheden<br />

worden hier de komende jaren uitge-<br />

Zwarte specht<br />

Lengte: 45-47 cm<br />

Geluid: tijdens<br />

vlucht prrie, prrie.<br />

Lacht in het voorjaar<br />

(hoger en<br />

metaalachtiger<br />

dan de groene<br />

specht). Vooral het mannetje<br />

roffelt<br />

Omgeving: voorkeur voor hoog,<br />

oud en gemengd bos.<br />

Nest: hakt vaak een holte in<br />

oude beuken, met een ovaal<br />

vlieggat.<br />

Menu: larven en verschillende<br />

insecten.<br />

24 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


voerd. De wandelroute is er al op voorbereid. Zo zal het „eiland‟ waar u nu nog<br />

kunt komen, worden afgesloten om te dienen als rustgebied. Als compensatie<br />

loop het wandelpad helemaal langs de buitenkant van de vijver naar voren. Later<br />

komt u langs de overblijfselen van het grote monumentale landhuis uit 1878, dat<br />

in 1970 is gesloopt. Op het landgoed staan nog enkele grove dennen (zie het artikel<br />

van Karel Troost, elders in deze KR) die herinneren aan de tijd dat het nog<br />

een heidegebied was. Tot slot komt u door “Klein Zwitserland”,met zijn heuvels<br />

en een slingerend (berg)beekje. Ook dit wordt in volle glorie hersteld. Bantam<br />

verlaten en na ± 1 km rechtsaf Hilverbeek in. Voor Hilverbeek en Spanderswoud<br />

moeten de herstelplannen<br />

nog worden geschreven.<br />

In 2008 werd in de moestuin<br />

van Hilverbeek door<br />

tuinderij Land en Boschzigt<br />

een wijngaard<br />

aangelegd. De eerste wijnen<br />

worden in 2011 verwacht.<br />

De Leeuwenlaan<br />

oversteken naar de buitenplaats<br />

Schoonoord.<br />

Alleen de oude Beukenlaan<br />

langs het bos die<br />

richting Jagtlust gaat, is<br />

toegankelijk. Maar over<br />

een paar jaar kunt u hier<br />

de nieuwste aanwinst van<br />

Natuurmonumenten, het landgoed Land en Bosch, op. Op het naastgelegen Jagtlust<br />

werd het eerste hertelproject uitgevoerd. Een prachtige wandelroute werd in<br />

ere hersteld en het “Rondje van Six”gedoopt. In zuidelijke richting naar Gooilust.<br />

Een natuur- en cultuurmomument van bijzondere waarde. Bij velen ook bekend<br />

onder naam “Bos van Blaauw”. Al snel komt u bij „De Vallei‟.Hier zijn de afgelopen<br />

maanden rigoureuze werkzaamheden uigevoerd. De wandelpaden van twee<br />

gescheiden parkjes, het Nieuwe werk en de Rododendronvallei, werden aan elkaar<br />

gekoppeld. Langs de paden werden veel zieke rododendrons verwijderd.<br />

Verder werden er bomen weggehaald die te veel licht wegnamen voor een gezonde<br />

groei van de rododendrons. De vallei krijgt hierdoor een veel opener karakter.<br />

Later dit jaar worden diverse nieuwe soorten rododendrons aangeplant. Over enkele<br />

jaren zal de vallei weer de landschapsparel zijn in de geest van Frans<br />

Blaauw.<br />

De route voert verder naar de voorkant van het landhuis en komt uit op de oude<br />

slingerende oprijlaan naar het landhuis. Hier wordt de ‘uitgestelde ontmoeting’<br />

hersteld: meermaals krijgt de arriverende bezoeker het landhuis te zien.<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 25


Via een korte route door het Corversbos terug<br />

tot Hilverbeek. Vandaar door het prachtige<br />

landgoed Spanderswoud, met zijn prachtige<br />

waterpartijen en kronkelende paden.<br />

Er is een nieuwe doorgang gemaakt naar de<br />

Oude meentweg. Via de achteringang van<br />

Boekesteyn weer terug naar het bezoekerscentrum.<br />

Voordat u daar bent loopt u over een<br />

lengte van 500 meter over het zogenoemde<br />

Slingerpad In het najaar van 2009 werd eerst<br />

door vrijwilligers de ondergroei weggehaald.<br />

Daarna ging een bosaannemer aan het werk<br />

om bomen rooien en nieuwe struiken planten.<br />

Het pad is verbreed en krijgt weer het aanzien<br />

zoals het in de 18de eeuw door landschapsarchitecten<br />

was aangelegd.<br />

De complete routebeschrijving is verkrijgbaar bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten.<br />

Harm Klinkenberg<br />

26 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010


Jagtlust, Schoonoord en Hilverbeek<br />

Tijdens de gidsencursus hebben de aankomende gidsen het onderwerp van hun<br />

eindwerkstuk in samenwerking met een werkgroep uitgewerkt. Paulien Gmelig<br />

en Bert Zeilstra hebben een doe-het-zelf-wandeling geschreven<br />

over de buitenplaatsen van Six langs de Leeuwenlaan:<br />

Jagtlust, Schoonoord en Hilverbeek.<br />

De wandeling volgt deels<br />

de scheiwal die de oostelijke<br />

afscheiding van het<br />

Trompenveld markeerde<br />

en dateert uit 1731. Het<br />

eerste landgoed dat aangedaan<br />

wordt is Jagtlust Een<br />

deel van deze wandeling volgt “Het rondje<br />

van Six” dat daar in 2008 is uitgezet. Een<br />

prachtig tuin met oude bomen biedt groene en<br />

bonte spechten een ideale plek, de waterpartijen<br />

zijn het voedselgebied voor de ijsvogel.<br />

Verder lopend over de scheiwal passeert de<br />

wandelaar een 12-stammige tamme kastanje, die beleefd de “Twaalf Apostelen”<br />

wordt genoemd.<br />

Het huidige huis stamt uit 1900 en werd<br />

gebouwd op de fundamenten van het<br />

oude huis uit 1795.<br />

Het landgoed Schoonoord benader je via<br />

een bruggetje bij een prachtige waterpartij.<br />

Het huis zelf ligt aan het zuidereinde<br />

te „s-Graveland. Je loopt hiermee om de<br />

tuinderij Land en Boszicht, waar een stop<br />

kan worden gemaakt voor een kop thee<br />

of koffie.<br />

Aan de overkant van de Leeuwenlaan<br />

gaat de wandeling over de buitenplaats Hilverbeek. Het parklandschap kenmerkt<br />

zich door bochtige paden, slingerende waterpartijen en glooiende weiden met<br />

verspreide groepen bomen, typisch voor de Engelse landschapsstijl. Via boerderij<br />

Stofbergen loop je naar de Oude Meentweg.<br />

Deze beschreven wandeling zal binnenkort te koop worden aangeboden aan liefhebbers<br />

van deze buitenplaatsen. De zoekplaat die toegevoegd is maakt de wandeling<br />

ook voor kinderen spannend en geschikt.<br />

Fred Jansen<br />

kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010 IVN Gooi en omstreken 27


Colofon<br />

Redactieraad<br />

Ella van Dongen, Fred Jansen, Gerrit Jaspers, Harm Klinkenberg<br />

Redactie<br />

Gerrit Jaspers, Maartje Hogenboom, Fred Jansen, Jaap van der Vliet<br />

Lay-out<br />

Fred Jansen en Jaap van der Vliet<br />

De redactieraad is inhoudelijk verantwoordelijk voor de Kleine Ratelaar. Zij bepaalt in<br />

samenspraak met de redactie de inhoud per nummer. Voor het aanleveren van kopij benadert<br />

de redactieraad schrijvers, fotografen en tekenaars. Daarnaast nodigt zij ieder lid/<br />

donateur van de afdeling uit om kopij voor de Kleine Ratelaar te schrijven. De redactieraad/redactie<br />

behoudt zich het recht voor artikelen in te korten en te redigeren.<br />

Alle kopij kan via elektronische post gestuurd worden naar:<br />

kleine.ratelaar@gmail.com<br />

of:<br />

Redactieraad Kleine Ratelaar, Polluxstraat 18, 1223 GB Hilversum<br />

Data voor de Kleine Ratelaar zijn:<br />

Kleine Ratelaar Verschijning Kopij inleveren<br />

Januari 25-01 20-12<br />

Februari - jaarverslag 25-02 20-01<br />

April 25-04 20-03<br />

Juli 25-07 20-06<br />

Oktober 25-10 20-09<br />

De contactpersonen van het bestuur zijn:<br />

Ella van Dongen (voorzitter) tel 0294-264623<br />

e-mail ellavandongen@gmail.com<br />

Christine Tamminga (penningmeester) tel 035 6423537<br />

(giro 728614 t.n.v. penningmeester IVN, Gooi e.o. Hilversum)<br />

e-mail c.tamminga@waldeck.demon.nl<br />

Saskia Nijhof (secretaris) Melkpad 67<br />

3755 TM Eemnes, tel 06 52677602<br />

e-mail secr.ivngooi@gmail.com<br />

28 IVN Gooi en omstreken kleine ratelaar <strong>april</strong> 2010

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!