16.09.2013 Views

Sensoren - Mechatronica & Machinebouw

Sensoren - Mechatronica & Machinebouw

Sensoren - Mechatronica & Machinebouw

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Nieuws<br />

Rosmalense start-up bewaakt<br />

energieverbruik op chip<br />

Maandelijks magazine voor de hightechindustrie // 1 maart - 29 maart 2013 // www.bits-chips.nl<br />

Laaglandse sensoren<br />

te land, ter zee en<br />

in de ruimte<br />

Nieuws<br />

Omniradar maakt zich<br />

klaar voor marktbestorming<br />

2


Design for Six Sigma<br />

programma<br />

Nieuwe producten en processen moeten in steeds<br />

kortere doorlooptijden ontwikkeld worden, in één<br />

keer goed en met de juiste kwaliteit. Met complexe<br />

producten gebeurt dat in multidisciplinaire teams van<br />

specialisten van diverse organisaties en nationaliteiten.<br />

Een gestructureerde ontwikkel aanpak met de<br />

universele Design for Six Sigma methodiek is daarbij<br />

een geweldig hulpmiddel voor u om geplande<br />

marktintroducties van succesvolle producten te<br />

realiseren.<br />

Business<br />

Case<br />

Productleiderschap: ‘de factor 10’<br />

Wat betekent het voor uw business als de speci caties aan het begin<br />

van uw project helder zijn? Als u inzicht heeft in de risico’s in uw<br />

product ontwikkeling? Als u weet welke parameters belangrijk zijn<br />

en welke juist niet?<br />

User Groups<br />

Trainingen en Seminars<br />

High Tech Campus 9<br />

β-Technology Center<br />

5656 AE Eindhoven<br />

Speci catie De nitie Ontwerp<br />

Project Management<br />

Resultaten<br />

Product- en<br />

Procesontwikkeling<br />

Het Holland Innovative Huis: De kern De resultaten De enablers<br />

Reliability<br />

T +31 40 85 14 611<br />

E academy@holland-innovative.nl<br />

W www.holland-innovative.nl<br />

Executive Events<br />

Integratie met het Product Creatie Proces<br />

Het Design for Six Sigma (DfSS) programma behandelt de IDOV<br />

methode voor het ontwikkelen van nieuwe producten én de DMAIC<br />

verbetermethodiek. Deze methodes worden geplaatst binnen het<br />

bedrijfsspeci eke Product Creatie Proces. Het doel is de oplevering<br />

van een robuust product dat voldoet aan de eisen van de klant,<br />

op tijd (Time to Market) en<br />

binnen budget. Deze opleiding<br />

wordt gegeven in samen werking<br />

met IBIS Universiteit van<br />

Amsterdam onder leiding van<br />

Prof. Dr. Jeroen de Mast.<br />

Implementatie<br />

Ve r i c a t i e Nazorg<br />

Of welke parameters veroorzaken variatie? Wat als uw “Cost of<br />

Non-Quality” een stuk lager zouden liggen?<br />

Al deze vragen liggen ten grondslag aan Productleiderschap.<br />

Daag ons gerust uit en sta versteld van de kracht van de aanpak!<br />

Round Table Meetings<br />

DfSS Black Belt<br />

25 t/m 28 maart • 23 t/m 26 april •<br />

21 t/m 24 mei • 11 t/m 14 juni 2013<br />

Aanmelden:<br />

www.holland-innovative.nl<br />

Holland Innovative BV:<br />

• Voor oplossingen in projectmanagement,<br />

procesverbetering<br />

en productbetrouwbaarheid<br />

• 30 Professionals met ervaringsniveau<br />

van meer dan 20 jaar<br />

• Marktgebieden: HighTech &<br />

Automotive, Solar&Energy,<br />

Zorg, Agro&Food<br />

Focus on complex business processes


Opinie<br />

Nieke Roos is hoofdredacteur<br />

van Bits&Chips.<br />

Redactioneel<br />

Leren programmeren<br />

De vakman is aan het uitsterven. Het<br />

televisieprogramma ‘Man bijt hond’<br />

volgde vorige week een middenstander<br />

die na 38 jaar stopt met zijn winkel in<br />

onderdelen voor koelkasten, stofzuigers<br />

en wasmachines. De goede man gaat het<br />

rustiger aan doen en heeft geen opvolgers.<br />

Bovendien legt hij het op prijs af tegen<br />

de grote witgoedketens met hun inkoopvoordelen.<br />

Zo verdwijnen er steeds meer<br />

speciaal zaken uit het straatbeeld.<br />

Extra jammer is dat daarmee ook een heleboel<br />

expertise verloren gaat. Als er vroeger<br />

een apparaat stukging, brachten we het<br />

naar de vakman op de hoek. Die haalde zijn<br />

gereedschapskist tevoorschijn, ontmantelde<br />

de boel, verving een condensatortje<br />

hier en een zekeringetje daar, en het ding<br />

werkte weer. We konden er bij wijze van<br />

spreken op wachten.<br />

Nu zijn we overgeleverd aan de super<br />

stores. In plaats van er zelf aan te gaan<br />

sleutelen, sturen die de kapotte elektronica<br />

zonder blikken of blozen naar de fabrikant,<br />

die de reparatie weer uitbesteedt. We mogen<br />

blij zijn als we het apparaat een maand<br />

later weer in huis hebben, en onze handjes<br />

dichtknijpen als het euvel ook daadwerkelijk<br />

is verholpen.<br />

Vaker komt het ding ‘gerepareerd’ terug<br />

maar is het gewoon nog steeds kaduuk. Of<br />

reparatie blijkt duurder dan vervanging. Natuurlijk<br />

is de garantietermijn dan net verlopen,<br />

zodat we het volle pond mogen betalen<br />

om een nieuw exemplaar aan te schaen.<br />

Dat werkt de weggooicultuur van de laatste<br />

dertig jaar alleen maar in de hand (zie de column<br />

van Joachim Burghartz op pagina 15).<br />

Voor een belangrijk deel is deze ontwikkeling<br />

het gevolg van de toegenomen systeemcomplexiteit.<br />

In de tijd dat apparaten nog<br />

puur mechanisch waren, kwamen reparateurs<br />

een heel eind met alleen werktuigbouwkundige<br />

kennis. Later deed de elektronica haar<br />

intrede en moesten ze ook wat afweten van<br />

schakelingen. Vandaag de dag voert software<br />

de boventoon en zouden enige programmeervaardigheden<br />

goed van pas komen. Juist daar<br />

lijkt het echter aan te ontbreken.<br />

Zo heb ik mijn autoradio onlangs laten<br />

nakijken bij de garage omdat hij kuren vertoont:<br />

te pas en te onpas springt hij op stil<br />

en vertoont het display de melding ‘Phone’,<br />

alsof er in de buurt een telefoon overgaat.<br />

Alleen een koude herstart biedt dan nog<br />

soelaas. Ik heb het sterke vermoeden dat<br />

dit probleem softwarematig te verhelpen<br />

is, bijvoorbeeld door de telefoonfunctie uit<br />

te zetten. Bij mijn garage komen ze echter<br />

niet verder dan de kabeltjes controleren<br />

en, wanneer dat niks oplost, mij de keuze<br />

bieden tussen opsturen ter reparatie of een<br />

nieuwe radio. In beide gevallen mag ik diep<br />

in de buidel tasten.<br />

Het is de reparateurs van tegenwoordig<br />

niet euvel te duiden. Als ze al de mogelijkheid<br />

hebben om de embedded software te<br />

(her)programmeren, dan zijn er maar wei-<br />

De scholing is niet<br />

meegeëvolueerd met<br />

de apparatuur<br />

nig die daar ook daadwerkelijk kaas van<br />

hebben gegeten, is mijn indruk. De scholing<br />

is niet meegeëvolueerd met de apparatuur.<br />

Ik zou niet weten welke techniekopleiding<br />

buiten informatica hardcore code kloppen<br />

in het curriculum heeft staan.<br />

De rol van software wordt alleen maar<br />

groter en daarmee de noodzaak om deze<br />

discrepantie op te heen. De KNAW wil een<br />

verplicht vak informatica in de onderbouw<br />

van havo en vwo, maar voor mij kunnen we<br />

er niet vroeg genoeg mee beginnen. Onder<br />

meer president Obama, WWW-oprichter<br />

Tim Berners-Lee en de Britse tak van Microsoft<br />

pleitten er onlangs voor om basisschoolkinderen<br />

al programmeren te leren. Prima<br />

idee. Kan mijn dochtertje van één over een<br />

paar jaar mooi mijn autoradio ksen.<br />

2 | 3


Inhoud Deze keer in Bits&Chips<br />

10 26<br />

Nieuws Achtergrond<br />

Rosmalense start-up maakt draadloze<br />

sensornode zes keer zuiniger<br />

De powermanagementchip van Anagear houdt de<br />

stroomtoevoer naar de microcontroller en de radio in een<br />

draadloze sensor onder de duim.<br />

4 | 2<br />

Verpleegoproepsysteem wordt<br />

multifunctioneel communicatiecentrum<br />

In opdracht van Ascom ontwikkelde 3T een<br />

multifunctioneel communicatieplatform voor<br />

verzorgings- en bejaardentehuizen.<br />

15 Ik ben toch 16 Lage landen schitteren 22<br />

niet gek<br />

opnieuw op ISSCC<br />

Nieuws<br />

7 In 140 woorden<br />

8 Overzicht<br />

10 Rosmalense start-up maakt draadloze sensornode zes keer zuiniger<br />

14 Nieuwe tool maakt multicoreperikelen inzichtelijk<br />

16 Lage landen schitteren opnieuw op ISSCC<br />

22 De wetenschap is op, maar innovatie niet<br />

24 Moleculaire assemblagelijn bootst biologisch hoogstandje na<br />

Opinie<br />

3 Leren programmeren – Nieke Roos<br />

13 De headhunter – Anton van Rossum<br />

15 Ik ben toch niet gek – Joachim Burghartz<br />

19 =Spreadsheet(Business;Risico) – Derk-Jan de Grood<br />

25 Rotte software – Jeroen Bouwens<br />

29 De communicatietrainer – Jaco Friedrich<br />

67 Hup Hue hup – Joost Backus<br />

Tech-kiek<br />

20 Verkeer en vervoer<br />

De wetenschap is op,<br />

maar innovatie niet<br />

Achtergrond<br />

26 Verpleegoproepsysteem wordt multifunctioneel communicatiecentrum<br />

En verder<br />

68 Trainingen<br />

69 Events<br />

72 Wegwijzer<br />

75 Colofon


Thema <strong>Sensoren</strong><br />

32 58<br />

Nieuws Achtergrond<br />

Eindhovense starter stoomt<br />

eenchipradar klaar voor de markt<br />

Afgelopen augustus zag Omniradar de eerste prototypes van zijn<br />

eenchipradar van de band rollen bij NXP.<br />

36<br />

Sensor groeit uit<br />

tot systeemchip<br />

Nieuws<br />

32 Eindhovense starter stoomt eenchipradar klaar voor de markt<br />

Achtergrond<br />

36 Sensor groeit uit tot systeemchip<br />

40 Bewegingen meten zonder draadje<br />

44 Positiebepaling in een Zigbee-sensornetwerk<br />

47 Mems-sensoren volgen scheepsbewegingen langs zes assen<br />

50 Op naar een vierkante kilometer antenneoppervlak<br />

54 Radiotelescoop zwermt uit rond de maan<br />

58 Bloedvatsensor maakt doorstart op intensive care<br />

60 CMosis en de renaissance van een Leica<br />

61 <strong>Sensoren</strong> bewaken de koude keten<br />

62 Sensorkastjes houden luchtkwaliteit Eindhoven realtime in de gaten<br />

64 Overkoepelend systeemmodel maakt slimme sensornetwerken<br />

toekomstbestendig<br />

Bloedvatsensor maakt<br />

doorstart op intensive care<br />

De sensor van AMC-spin-off Microvision voor haarvaatjes is hard op<br />

weg om te behoren tot de standaarduitrusting van het ziekenhuis.<br />

40 Bewegingen meten 50<br />

zonder draadje<br />

Opinie<br />

43 Sensorkakofonie – Anton Duisterwinkel<br />

In bedrijf<br />

48 Microown<br />

56 Caeleste<br />

Op naar een vierkante<br />

kilometer antenneoppervlak<br />

2 | 5


Persoonlijke groei, dat vinden wij belangrijk. Groeien<br />

als mens, groeien als professional. Wij bieden jou als<br />

embedded software of hardware expert de ruimte en de<br />

mooiste merken. Zodat jij Groeit ®<br />

.<br />

Onze arbeidsvoorwaarden en ons Employment Benefi t<br />

Program zijn uitstekend. Zeker zo belangrijk is dat je bij<br />

TOPIC een unieke kans krijgt om jezelf te ontwikkelen<br />

in de top van de markt. Onze software en hardware<br />

Tim Groeit ®<br />

En jij?<br />

professionals werken voor en bij klanten zoals ASML,<br />

Océ, Philips en TomTom. Op dat allerhoogste niveau<br />

kun jij je talent en ambities optimaal ontwikkelen. Op dat<br />

niveau kun je wérkelijk groeien. Als professional en als<br />

mens. Wij bieden je de kans. Zodat jij Groeit ®<br />

.<br />

TOPIC zoekt Software- & Hardware-engineers.<br />

Interesse?<br />

Kijk snel op www.topic.nl voor onze vacatures.<br />

Topic.<br />

Blijf groeien


Innovatie<br />

Te weinig geld voor R&D<br />

Terwijl het mondiale nanciële systeem zich<br />

herpakt, blijft er te weinig geld over voor<br />

langetermijninvesteringen in R&D, scholing<br />

en infrastructuur, kortom: voor zaken die<br />

nodig zijn om de economie van morgen op<br />

gang te houden. Dat stelt de Group of irty,<br />

een nanciële denktank die gezien zijn bezetting<br />

ofwel respect afdwingt ofwel complottheorieën<br />

inspireert. ‘Er zijn vergaande<br />

hervormingen nodig in het internationale<br />

nanciële systemen om ervoor te zorgen dat<br />

aan de stijgende vraag naar langetermijnkapitaal<br />

kan worden voldaan’, zegt G30-lid<br />

en oud-president van de Europese Centrale<br />

Bank Jean-Claude Trichet. Nu banken hun<br />

balansen versterken en pensioenfondsen<br />

onder druk staan, is er eigenlijk maar één<br />

kapitaalbron over: spaargeld. Overheden en<br />

toezichthouders zouden nanciële instrumenten<br />

mogelijk moeten maken om een<br />

brug te slaan tussen dit geld aan de zijlijn en<br />

de behoeftes van de toekomst. PvG<br />

Onderzoek<br />

Hocus-pocus-wetenschap<br />

In deze tijd kan het best verstandig zijn om<br />

als onderzoeksinstituut een wit voetje in<br />

China te halen. In dat licht bezien, is het<br />

niet zo gek dat TNO in een persbericht hoog<br />

van de toren blaast over het combineren van<br />

westers medicijnonderzoek met traditionele<br />

Chinese geneeskunde. Een kwalijke zaak.<br />

De boosdoener is niet zozeer het project<br />

zelf, maar de boodschap van het bericht: de<br />

westerse wetenschap is niet perfect en de<br />

duizenden jaren oude oosterse wijsheid, gebaseerd<br />

op ongeteste hypotheses en onderbuikgevoelens,<br />

vult dit hiaat op. Door deze<br />

aanpak te valideren, ondermijnt TNO het<br />

aanzien van de wetenschappelijke methode.<br />

Als andere gerenommeerde instituten zich<br />

ook zo zouden opstellen, is het wachten op<br />

programmeurs die bugs wijten aan een onbalans<br />

van krachten en aankomende elektrotechnici<br />

die Qi-tronica willen studeren. PE<br />

Zonnecellen<br />

Europese PV in tweeën<br />

De Europese PV-keten splijt in tweeën nu<br />

de Europese Commissie importtarieven op<br />

Chinese zonnecellen overweegt. Fabrikan-<br />

Analyse In 140 woorden<br />

Onderzoek<br />

Chemie schrikt wakker<br />

Een paar jaar geleden, toen Point-One nog als zelfstandige entiteit bestond, stampvoette<br />

het mkb dat het te weinig R&D-subsidie kreeg. Bij invoering van het topsectorbeleid<br />

klom de wetenschap op de barricaden, bang om naar de pijpen van het<br />

bedrijfsleven te moeten<br />

dansen. En nu?<br />

Nu zijn de grotere bedrijven<br />

aan de beurt.<br />

Dertien daarvan,<br />

vooral uit de chemische<br />

hoek, willen met<br />

minister Kamp (EZ)<br />

in gesprek, omdat<br />

zij vinden dat hun<br />

onderzoek te weinig<br />

wordt ondersteund.<br />

Tja. Twee jaar lang<br />

prees het bedrijfsle-<br />

ven het topsectorbeleid de hemel in, maar nu de bezuinigingen landen, klinkt ineens<br />

een klaagzang. Laat de chemie een voorbeeld nemen aan de hightech, dat zijn eigen<br />

zaakjes allang keurig heeft geregeld en alternatieve nanciering voor het Esi, het<br />

Holst Centre en (binnenkort) M2I heeft gevonden. PvG<br />

ten van zonnecellen of -modules zijn vanzelfsprekend<br />

voor; een aantal van hen heeft<br />

zelfs op de maatregelen aangedrongen in<br />

Brussel. De installatie- en servicebranche<br />

daarentegen vreest vraaguitval als gevolg<br />

van hogere prijzen. Ook menig PV-machinebouwer<br />

ziet liever dat zijn Chinese klanten<br />

niet over tariefmuren hoeven te klim-<br />

Foto: Tempress<br />

Chemie versus hightech<br />

men. Vanuit Nederland sloten onder meer<br />

Solaytec en Tempress zich daarom aan bij<br />

de Alliance for Aordable Solar Energy, een<br />

lobbygroep die de importtarieven probeert<br />

tegen te houden. De twee facties kruisten<br />

laatst de degens, toen de Afase een rapport<br />

presenteerde met alle schadelijke gevolgen<br />

die importtarieven zouden hebben, ook op<br />

de werkgelegenheid. Pijnlijk detail: dezelf-<br />

Productie Toegevoegde Export R&D Fte<br />

waarde (x 1000)<br />

Chemie 90 15 28 0,7 80<br />

Hightech 95 32 41 2,6 444<br />

Topsectoren 429 141 149 5,0 1435<br />

De hightechindustrie is goed voor meer dan de helft van alle<br />

R&D die wordt uitgevoerd binnen de topsectoren. Alle cijfers<br />

hebben betrekking op 2010. Bedragen in miljard euro.<br />

Bron: Monitor Topsectoren, opgesteld door het CBS<br />

de dag gingen er weer twee Europese PVfabrikanten<br />

failliet. PvG<br />

Software<br />

Ann Droid en de Werkelijkheid<br />

van het Orakel<br />

Voor softwareontwikkelaars die aanhikken<br />

tegen een grote codereview: prijst u<br />

gelukkig, u bent eigenlijk een literair werk<br />

aan het lezen. Mei vorig jaar oordeelde de<br />

rechter dat Api’s niet onder copyright vallen<br />

en dat Google voor Android best een<br />

eigen Java-implementatie mag maken met<br />

dezelfde functienamen als de ociële versie<br />

van Oracle. Dat gaat nu echter in beroep<br />

met een amusante vergelijking: ‘Ann Droid<br />

wil een bestseller publiceren. Ze pakt een<br />

voorpublicatie van een Harry Potter-boek<br />

en kopieert letterlijk de hoofdstuktitels<br />

en de sleutelzinnen van elke paragraaf, de<br />

rest schrijft ze zelf. Dan publiceert ze het<br />

boek snel voordat het origineel uitkomt. Als<br />

J.K. Rowling haar aanklaagt, zegt ze dat de<br />

meeste woorden zelf geschreven zijn en dat<br />

ze alleen delen heeft gekopieerd die nodig<br />

zijn om aan te haken bij Harry Potter-fans.<br />

Zo’n verdediging zou uiteraard falen.’ PE<br />

2 | 7


Printindustrie<br />

Mutracx harkt<br />

zes miljoen binnen<br />

PCB-jetspin-o Mutracx heeft<br />

zes miljoen euro aan nieuw<br />

kapitaal vergaard. De investe-<br />

ringsronde wordt geleid door<br />

de bestaande kapitaalschieters<br />

Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij,<br />

Simal, Sioux en het<br />

Mutracx-management. Nieuw<br />

is de inbreng van een investeringsconsortium<br />

onder leiding<br />

van Nausicaa Ventures. AP<br />

/mutracx<br />

Halfgeleiders<br />

Axiom IC breidt uit<br />

met eigen chips<br />

UT-spin-o Axiom IC is begonnen<br />

met een kapitaalronde om<br />

eigen chips op de markt te zetten.<br />

Het bedrijf levert diensten<br />

en IP-bouwblokken rond AD- en<br />

DA-conversie, maar ziet binnen<br />

drie tot vijf jaar een markt weggelegd<br />

van honderdduizenden<br />

stuks voor een eigen IC voor<br />

high-end audioversterkers. PE<br />

/axiomic<br />

NXP verbetert omzet<br />

Het laatste kwartaal van 2012<br />

heeft NXP 1116 miljoen euro<br />

omgezet, een vijfde meer dan<br />

in K4 van 2011. Het verlies<br />

daalde daarbij van 182 naar 116<br />

miljoen. Heel 2012 verbeterden<br />

de inkomsten met vier procent<br />

tot 4358 miljoen euro. De winst<br />

kwam marginaal lager uit op<br />

429 miljoen. PE<br />

/nxp<br />

8 | 2<br />

Nieuws Overzicht<br />

Medisch<br />

Philips trekt eigen plan<br />

voor medische beeldvorming<br />

in China<br />

Philips Healthcare trekt zich<br />

terug uit zijn Chinese joint venture<br />

voor beeldvormende apparatuur<br />

met Neusoft Medical.<br />

Het neemt daarbij honderd tot<br />

honderdvijftig CT-specialisten<br />

mee voor een nieuw ontwikkelcentrum<br />

in Shenyang. De rest<br />

wordt samengevoegd met de<br />

R&D-afdeling van het Chinese<br />

bedrijf, dat ook actief blijft in<br />

CT-apparatuur. PE<br />

/philipshealthcare<br />

MRI-versnellerconsortium<br />

krijgt Amerikaans<br />

gezelschap<br />

Het MD Anderson Cancer Center<br />

uit Houston sluit zich aan bij het<br />

onderzoeksconsortium van Philips,<br />

Elekta en het UMC Utrecht<br />

voor tumorbestraling in een<br />

MRI-scanner. Het Amerikaanse<br />

instituut is een van de wereldwijde<br />

topcentra voor onderzoek<br />

en behandeling van kanker. Het<br />

is de tweede klinische partner in<br />

het consortium. PE<br />

/mriversneller<br />

Verlichting<br />

EU-project maakt exibele<br />

oledverlichting marktrijp<br />

Een consortium onder leiding<br />

van het Holst Centre heeft nanciering<br />

van de Europese<br />

Unie gekregen om exibele<br />

oledverlichting marktrijp te<br />

maken. Het Flex-o-Fab-project<br />

beoogt met de constructie van<br />

een pilotlijn de roll-to-rollproductieprocessen<br />

naar het<br />

vereiste kwaliteits- en betrouwbaarheidsniveau<br />

te tillen. De pilotlijn<br />

moet in september 2015<br />

operationeel zijn. PvG<br />

/exofab<br />

Draadloos<br />

Option op zoek naar<br />

9 miljoen euro<br />

Option heeft niet vijf, maar<br />

negen miljoen euro aan verse<br />

investeringen nodig om zijn toekomst<br />

veilig te stellen. In oktober<br />

kondigde het de kapitaalronde<br />

aan, maar erg soepel lijkt het<br />

nog niet te verlopen. Eind 2012<br />

had het nog 3,2 miljoen euro<br />

aan cash op de rekening staan. PE<br />

/option<br />

Onderzoek<br />

150 miljoen voor<br />

fundamenteel onderzoek<br />

Het kabinet heeft bekendgemaakt<br />

hoe de in het regeerakkoord<br />

aangekondigde honderdvijftig<br />

miljoen euro voor<br />

fundamenteel onderzoek zal<br />

worden ingevuld. Honderd miljoen<br />

ervan zal via NWO zijn weg<br />

naar onderzoekers vinden. De<br />

resterende vijftig miljoen wordt<br />

– ook via NWO – geïnvesteerd in<br />

publiek-private Topconsortia<br />

voor Kennis en Innovatie. PvG<br />

/150miljoen<br />

UT haalt banden met<br />

Groningen aan<br />

De Universiteit Twente gaat nauwer<br />

samenwerken met de Rijksuniversiteit<br />

Groningen en het<br />

Groningse UMC. De drie partijen<br />

willen geld vrijmaken om meer<br />

gezamenlijke projecten te nancieren<br />

en iemand aanstellen om<br />

de samenwerking te coördineren.<br />

Dit voorjaar willen zij de samenwerking<br />

op schrift stellen. PE<br />

/utrug<br />

Vici-subsidie voor<br />

32 onderzoekers<br />

NWO deelt 32 Vici-subsidies uit,<br />

een beurs van anderhalf miljoen<br />

euro waarmee een wetenschapper<br />

gedurende vijf jaar zijn<br />

eigen onderzoeksgroep kan opzetten.<br />

Drie van deze subsidies<br />

zijn bestemd voor medewerkers<br />

van een TU: Eelco Visser van de<br />

TU Delft, Bettina Speckmann<br />

van de TUE en Pepijn Pinkse<br />

van de UT. PE<br />

/vici<br />

EU steekt miljard in grafeen<br />

en brein<br />

De Europese Commissie heeft<br />

Graphene en het Human Brain<br />

Project (HBP) aangewezen als<br />

winnaars van de wedstrijd Future<br />

and Emerging Technologies.<br />

Beide onderzoeksprojecten kunnen<br />

de komende tien jaar rekenen<br />

op een miljard euro nanciering<br />

elk. De EU neemt hiervan de<br />

helft voor haar rekening. PvG<br />

/euprojecten<br />

Egbert-Jan Sol bijzonder<br />

hoogleraar in Nijmegen<br />

De Radboud Universiteit Nijmegen<br />

heeft Egbert-Jan Sol benoemd<br />

tot bijzonder hoogleraar<br />

researchstrategie en -management.<br />

In deze hoedanigheid gaat<br />

hij het gelijknamige keuzevak<br />

geven binnen de masteropleidingen<br />

van de faculteit Natuurwetenschappen,<br />

Wiskunde en<br />

Informatica. Daarnaast neemt<br />

hij de begeleiding op zich van<br />

onderzoekers en promovendi<br />

op zijn expertisegebied. NR<br />

/sol<br />

Zonnecellen<br />

Solaytec verkoopt eerste<br />

productiemachine<br />

Solaytec verscheept nog dit<br />

kwartaal zijn eerste ALD-productiemachine<br />

en denkt er dit jaar<br />

nog eens vier te kunnen verkopen.<br />

Het rekent uiteindelijk op<br />

De volledige artikelen zijn te vinden op www.bits-chips.nl/nr2 gevolgd door het label bij het betreende stuk.


een aandeel van dertig procent<br />

in een markt van naar schatting<br />

tweehonderd machines. Solaytecs<br />

technologie verhoogt het<br />

rendement van zonnecellen met<br />

relatief weinig investeringen. PvG<br />

/solaytec<br />

NVWA waarschuwt voor<br />

zonnepanelen Scheuten<br />

De Nederlandse Voedsel- en<br />

Warenautoriteit (NVWA) heeft<br />

een waarschuwing uitgedaan<br />

over een bepaald type zonnepanelen<br />

van Scheuten Solar.<br />

Panelen van het model Multisol<br />

zouden door een gebrekkige<br />

elektrische aansluiting brandgevaarlijk<br />

zijn en al minstens<br />

vijftien dakbranden hebben<br />

veroorzaakt. In Nederland hebben<br />

zich voor zover bekend nog<br />

geen incidenten voorgedaan. PvG<br />

/scheuten<br />

1.<br />

1<br />

Consumentenelektronica<br />

Philips ruimt<br />

consumentenelektronica op<br />

Philips draagt zijn audio-, accessoire-,<br />

multimedia- en videoactiviteiten<br />

over aan het Japanse<br />

Funai. Dat betaalt honderdvijftig<br />

miljoen euro plus 5,5 jaar<br />

licentiekosten voor gebruik van<br />

de Philips-merknaam, met een<br />

optie voor nog eens 5,5 jaar. De<br />

transactie wordt naar verwachting<br />

later dit jaar afgerond. PvG<br />

/philipsce<br />

2<br />

Meest geklikt<br />

Elektronica<br />

Neways sluit vestiging Echt<br />

Neways Electronics Echt<br />

gaat dicht. De vestiging<br />

Ruimtevaart<br />

Dutch Space heeft<br />

nieuwe CEO<br />

Sinds 1 februari is Arnaud de<br />

Jong de nieuwe CEO van Dutch<br />

Space. Hij vervangt Bart Reijnen,<br />

die doorschuift naar een toppositie<br />

bij moederbedrijf Astrium. De<br />

Jong stond de laatste vijf jaar aan<br />

het roer bij de divisie Training &<br />

Flight Operations Services van<br />

defensiezuster Cassidian. NR<br />

/dutchspace<br />

Defensie<br />

ales opent<br />

radarexpertisecentrum<br />

in Singapore<br />

ales Nederland krijgt een R&Ddependance<br />

in Singapore. Met lokale<br />

bedrijven en kennisinstituten<br />

gaat het Centre of Excellence<br />

voor Radar en Geïntegreerde<br />

<strong>Sensoren</strong> daar technische oplossingen<br />

ontwikkelen die het Hengelose<br />

portfolio aanvullen. Het<br />

gaat hierbij voornamelijk om het<br />

ontwikkelt, assembleert en<br />

test industriële besturingselektronica.<br />

Deze activiteiten<br />

en het bijbehorende machinepark<br />

herverdeelt Neways<br />

over zijn andere locaties. De<br />

honderd vaste medewerkers<br />

probeert het ook zo veel mogelijk<br />

elders in de organisatie<br />

onder te brengen. NR<br />

/neways<br />

3<br />

Zonnecellen<br />

Bosch schrijft PV-divisie<br />

volledig af<br />

Robert Bosch heeft na een<br />

afschrijving van zeshonderd<br />

miljoen euro zijn solartak<br />

voor nul euro in de boeken<br />

staan. De in 2008 opgerichte<br />

PV-divisie leed vorig jaar ook<br />

vroege traject van conceptstudie<br />

tot technologiedemonstratie. NR<br />

/thales<br />

Microscopie<br />

Forse omzetgroei voor Fei<br />

Voor het derde jaar op rij ziet<br />

Fei zijn jaaromzet spectaculair<br />

stijgen. De elektronenmicroscopenbouwer<br />

verkocht voor 892<br />

miljoen dollar aan producten<br />

en diensten, bijna acht procent<br />

meer dan het jaar ervoor. De<br />

nettowinst steeg met bijna elf<br />

procent naar 115 miljoen. PE<br />

/fei<br />

Elektronica<br />

Goede cijfers, mindere<br />

vooruitzichten Philips<br />

Philips heeft zijn omzet opgekrikt<br />

van 22,6 miljard euro in<br />

2011 naar 24,8 miljard in 2012.<br />

Daarbij behaalde het een nettowinst<br />

van 231 miljoen euro,<br />

tegen een verlies van bijna 1,3<br />

miljard in 2011. De kortetermijnvooruitzichten<br />

zijn niet<br />

nog eens een operationeel<br />

verlies van 450 miljoen. Bosch<br />

beraadt zich op de toekomst<br />

van de geldverslindende<br />

solaractiviteiten. PvG<br />

/bosch<br />

4<br />

Innovatie<br />

‘Topsectorbeleid dreigt te<br />

mislukken’<br />

Dertien grote bedrijven beklagen<br />

zich in een brandbrief<br />

aan minister Kamp van Economische<br />

Zaken dat hun onderzoeksactiviteiten<br />

te weinig<br />

steun van de overheid krijgen.<br />

Zij waarschuwen dat het<br />

topsectorbeleid op een mislukking<br />

dreigt uit te lopen.<br />

Onder de briefschrijvers domineren<br />

de chemiebedrijven,<br />

rooskleurig, maar Philips verwacht<br />

dat de omstandigheden<br />

later dit jaar aantrekken. PvG<br />

/philips<br />

Halfgeleidermachines<br />

Aandeelhouders Cymer<br />

keuren overname door<br />

ASML goed<br />

Cymers aandeelhouders hebben<br />

op een buitengewone vergadering<br />

ingestemd met een<br />

overname door ASML. Nu moeten<br />

de autoriteiten in diverse<br />

landen nog groen licht geven.<br />

ASML verwacht geen obstakels<br />

en gaat ervan uit de transactie<br />

à 1,95 miljard euro nog in de<br />

eerste helft van dit jaar te kunnen<br />

afronden. PvG<br />

/cymer<br />

waaronder Akzonobel, DSM<br />

en Unilever. PvG<br />

/topsectorbeleid<br />

5<br />

Medisch<br />

Medische apparatuur<br />

groeimarkt in Nederland<br />

De uitgaven aan medische apparatuur<br />

in Nederland stijgen<br />

tot en met 2015 met gemiddeld<br />

vier procent per jaar,<br />

voorspelt de ING. In 2011<br />

werd er 464 miljoen aan besteed.<br />

Het bedrag is nog wel<br />

een schijntje vergeleken met<br />

de 77 miljard die in totaal aan<br />

de zorg wordt uitgegeven. PE<br />

/medischgroeimarkt<br />

2 | 9


» HMI. Clearly<br />

ahead of its<br />

time «<br />

Technology made for the world of tomorrow<br />

» Modern edgeless design<br />

» PCAP 15.6"– 22" multi-touch display<br />

» 10.4"– 17" resistive-touch display<br />

» 4:3 and 16:9 format<br />

Micro Client 3/3W<br />

New Dimension of Visualization<br />

Control of Production Lines<br />

OmniClient<br />

Performance at its best<br />

Complex Factory Automation<br />

Applications<br />

10 | 2<br />

Learn more about<br />

Kontron HMIs at<br />

www.kontron.com/hmi<br />

The pulse of innovation<br />

24_eu_95x235_UpdateNov2012_Bits&Chips.indd 1 18.02.2013 16:45:0<br />

Nieuws Chipontwerp<br />

Na er ruim twee jaar onder de radar aan te hebben gewerkt, trad<br />

fabless halfgeleiderbedrijf Anagear uit Rosmalen onlangs<br />

voor het voetlicht met zijn eerste product. De ANG1010 is<br />

een powermanagementchip voor toepassingen die zeer weinig<br />

energie verbruiken. De start-up richt zich met name op draadloze<br />

sensornetwerken die bijvoorbeeld in huis worden gebruikt voor<br />

beveiliging, lichtregeling of rookdetectie. Door de stroomtoevoer<br />

naar de sleutelcomponenten nauwkeurig te regelen, weet het IC de<br />

totale energieconsumptie van het systeem drastisch terug te brengen.<br />

In stand-by scheelt het meer dan een factor zes.<br />

Een draadloze sensornode bestaat typisch uit een microcontroller<br />

die de regie voert en de meetgegevens uitleest, en een radiochip<br />

om die data te versturen. Traditioneel zijn beide via powerelektronica<br />

zoals DC-DC-converters en low-dropout-regelaars (LDO’s)<br />

verbonden met een centrale energievoorziening. Dit kan een gewone<br />

batterij zijn of een energy harvester, waarbij een separaat managementsysteem<br />

de energie buert in een oplaadbare batterij of<br />

supercapaciteit. Zowel de MCU als de radio heeft bovendien een<br />

eigen kwartskristal voor de interne klok.<br />

Anagear pakt een heleboel van deze functionaliteit samen in één<br />

chip. Aan de ene kant heeft het Rosmalense IC ingangen voor een<br />

coin cell en een zonnepaneeltje, dat via een boostconverter met power<br />

point tracking is verbonden met een externe oplaadbare batterij<br />

of supercap. Aan de andere kant biedt het twee afzonderlijk regelbare<br />

spanningsdomeinen waarop de microcontroller en de radio<br />

zijn aan te sluiten. Verder heeft de chip onder meer een 12 bit ADC<br />

aan boord om een externe sensor te monitoren, alsook EEProm-<br />

en Ram-geheugen, een eigen on-chip klokpulsgenerator en een<br />

kwartskristaloscillator.<br />

Het dubbele<br />

‘Microcontrollers en radiochips worden steeds kleiner. Hoe kleiner<br />

de geometrie, hoe groter echter de lekstroom en hoe groter dus het<br />

stroomverbruik. De meest recente MCU van TI, de MSP430 alias<br />

‘Wolverine’, zit bijvoorbeeld op 700 tot 800 nA in stand-bymodus,<br />

de allernieuwste radio zelfs op 2,5 tot 3 µA’, vertelt Guus Dhaeze,<br />

vicepresident marketing en sales bij Anagear. ‘In onze oplossing<br />

is onze chip de enige die in de slaapstand energie consumeert. En<br />

doordat we niet de meest geavanceerde procestechnologie gebruiken<br />

maar standaard CMos voor analoge componenten, trekt de<br />

ANG1010 slechts 600 nA in stand-by. We leveren daarnaast een<br />

speciale variant die met een interne klokfrequentie van 4 kHz in<br />

ruste slechts 250 nA nodig heeft.’<br />

Ook in actieve modus is de Anagear-oplossing zuiniger dan een<br />

traditionele draadloze sensornode, stelt Dhaeze. ‘Veel microcontrollers<br />

werken met een spanningsbereik, bijvoorbeeld van 1,8


Rosmalense start-up maakt<br />

draadloze sensornode zes keer zuiniger<br />

Anagear heeft een powermanagementchip ontwikkeld die de stroomtoevoer naar<br />

de microcontroller en de radio in een draadloze sensornode nauwkeurig regelt en<br />

de totale energieconsumptie daarmee drastisch reduceert.<br />

Nieke Roos<br />

tot 3,6 V. Hoe hoger het voltage, hoe hoger<br />

echter ook het energieverbruik. Wij hebben<br />

een heel eciënte programmeerbare DC-<br />

DC-converter aan boord die de microcontroller<br />

steeds precies die voedingsspanning<br />

aanbiedt die hij minimaal nodig heeft. Een<br />

programmeerbare LDO doet hetzelfde voor<br />

de radio. Deze voltage scaling-techniek houdt<br />

het stroomverbruik zo laag mogelijk als de<br />

chips actief zijn.’<br />

Daarbij bespaart de Rosmalense oplossing<br />

energie door de MCU alleen te wekken<br />

als er iets aan de hand is. ‘De ingebouwde<br />

ADC houdt autonoom alle kritieke parameters<br />

in de gaten, zoals de temperatuur en de<br />

verschillende voltages’, verklaart Dhaeze.<br />

‘Bovendien is er een externe analoge sensor<br />

op aan te sluiten waarvan hij de meetwaarde<br />

kan vergelijken met programmeerbare<br />

onder- en bovengrenzen. Zolang die daartussen<br />

blijft, houdt hij de microcontroller<br />

in slaap. In plaats van zelf voortdurend de<br />

sensor te monitoren, wordt de MCU alleen<br />

wakker als de ANG1010 alarm slaat.’<br />

Door het lagere energieverbruik gaat de<br />

batterij langer mee of volstaat een kleiner<br />

exemplaar. Meestentijds zal het Anagearsysteem<br />

echter draaien op een zonnepa-<br />

neeltje ter grootte van een paar vierkante bele kwijt aan die extra componenten. En je<br />

centimeter. ‘Daar hebben we doorgaans<br />

genoeg aan’, zegt Dhaeze. ‘We mikken<br />

bespaart oppervlakte op je printplaat.’<br />

weliswaar op indoor toepassingen, waar Engineeringsample<br />

we het moeten doen met zo’n honderd tot De oorspronkelijke opzet van de ANG1010 is<br />

tweehonderd lux aan omgevingslicht, maar afkomstig van Peter Kamp. De huidige CEO<br />

de 20 tot 200 µA die het paneeltje daaruit van Anagear werkte lange tijd als manager<br />

peurt, is ruim voldoende voor onze behoef- analoog design bij het Europese ontwerpcente.<br />

Mocht er minder of zelfs helemaal geen trum van Sierra Semiconductor in ’s-Herto-<br />

licht zijn, bijvoorbeeld gedurende langere genbosch. Met een aantal collega’s zette hij<br />

tijd in een donkere omgeving, dan putten het centrum in 1994 op eigen benen als Sitelwe<br />

eerst uit de energiebuer en als die leeg Sierra, dat twee jaar later in handen kwam<br />

is, spreken we de batterij aan. Zo blijft het van National Semiconductor en zich in 2005<br />

systeem te allen tijde beschikbaar.’<br />

weer losmaakte. Kamp bleef echter bij Natio-<br />

Anagears powermanagementchip drukt nal. In 2007 verkaste hij naar de kersverse<br />

de kosten verder door een aantal compo- Bossche ontwerpclub van H-Stream Wireless,<br />

nenten overbodig te maken. ‘Doordat de om een jaar later met Anagear aan zijn eigen<br />

ANG1010 een boostconverter en batterij- powermanagement-IC te beginnen.<br />

en vermogenbeheer ingebouwd heeft, hoef ‘We hebben het bedrijf met zijn vieren op-<br />

je geen aparte energieoogster toe te voegericht’, vult Dhaeze aan, die zelf ook meer<br />

gen. Ook heb je geen losse DC-DC en LDO dan dertig jaar ervaring heeft in de halfgelei-<br />

meer nodig. De microcontroller en de radio derindustrie. ‘Met Manjo Nijrolder, de hui-<br />

hoeven bovendien geen eigen kristallen te dige VP engineering, en Dirk Smits, die nu<br />

hebben omdat ze van ons een kloksignaal voor ons business development doet in Ame-<br />

krijgen. Dit alles geeft een aanzienlijk lagerika, heeft Peter nog gewerkt bij National<br />

re bill-of-materials: waar de ANG1010 zo’n Semiconductor, ik ben een oud-collega uit<br />

tweeënhalve dollar kost bij een afname van de Sierra-tijd. De bv stamt uit 2009, maar in<br />

duizend stuks, ben je anders bijna het dub- mei 2010 zijn we echt van start gegaan met<br />

nanciële ondersteuning van het Point-One<br />

Sinds kort heeft Anagear een Innovation Fund en Technostars. Inmiddels<br />

ontwikkelkit beschikbaar, be- hebben we ook de Bom als investeerder en<br />

staande uit een evaluatiebordje, zijn we gegroeid naar acht man, van wie vijf<br />

een zonnepaneeltje, bekabeling design-engineers.’<br />

en een USB-stick met de beno- De eerste chip rolde afgelopen december<br />

digde software en documentatie. van de band bij productiepartner X-Fab in<br />

Via een USB-verbinding met een Maleisië. ‘We leveren het IC nu als enginee-<br />

Windows-pc en een eenvoudige ringsample uit aan potentiële klanten. Ik<br />

Gui is het mogelijk om de regis- kan geen namen noemen, maar we zijn in<br />

ters in de ANG1010 uit te lezen gesprek met een paar grote partijen in de ge-<br />

en te beschrijven. Op het relatief bouwautomatisering. Daarnaast zijn we de<br />

grote maar daardoor gemakkelijk chip intern aan het karakteriseren, waarbij<br />

toegankelijke bordje heeft de po- we kijken of hij in alle hoeken van de voewermanagementchip<br />

onder meer dingsspanning en over het hele operationele<br />

gezelschap van verschillende temperatuurgebied functioneert binnen de<br />

meetpinnen, een supercap en een specs. Begin mei verwachten we klaar te zijn<br />

socket voor een coin cell.<br />

voor volumeproductie.’<br />

2 | 11


Exhibition and Conference on Electronics and Chip Design<br />

Bits&Chips Hardware<br />

Conference 2013<br />

On 12 June 2013 Techwatch Events will organise the sixth<br />

edition of the Bits&Chips Hardware Conference, the event that<br />

traditionally attracts the best and the brightest from the Benelux<br />

high-tech electronics sector.<br />

There is business to be done at Bits&Chips Hardware Conference<br />

and expertise to be shared, so register now as an exhibitor or<br />

sponsor.<br />

Visit the website for more information.<br />

Partners<br />

Sponsor<br />

Wednesday 12 June 2013<br />

1931 Congrescentrum Brabanthallen<br />

’s-Hertogenbosch, the Netherlands<br />

www.hardwareconference.nl/en<br />

BCHC13<br />

Reserve your stand now<br />

Visit www.hardwareconference.nl/en<br />

for more information


Opinie<br />

Anton van Rossum<br />

anton.van.rossum@ir-search.nl<br />

De headhunter<br />

D.M. vraagt:<br />

Ik werk bij een chipontwerper die onlangs is<br />

overgenomen door een buitenlandse rma.<br />

Dat heeft een behoorlijke impact op mijn<br />

dagelijkse werk als teamleider R&D. We<br />

blijven weliswaar op onze bestaande locatie<br />

gevestigd, maar ons nieuwe moederbedrijf<br />

heeft een vicepresident benoemd in het buitenland<br />

aan wie het Nederlandse management<br />

moet rapporteren.<br />

Deze vicepresident hanteert andere omgangsvormen<br />

en stelt andere eisen dan bij<br />

ons gebruikelijk is. Bij de eerste kennismaking<br />

kwam hij vriendelijk over, maar al snel<br />

bleek dat hij ook behoorlijk dominant is en<br />

niet altijd even redelijk. Hij heeft overal kritiek<br />

op, het lijkt wel alsof niets deugt.<br />

Tijdens vergaderingen laat hij duidelijk<br />

merken geen prijs te stellen op kritiek; we<br />

moeten gewoon zijn ‘voorstellen’ uitvoeren.<br />

Brengt iemand een goed idee naar voren,<br />

dan doet hij tegenover het hogere management<br />

net alsof hij het zelf heeft bedacht.<br />

Verder bemoeit hij zich overal mee en eist<br />

hij dat de teamleiders wekelijks een voortgangsrapportage<br />

aanleveren. Durf je te melden<br />

dat iets niet kan of lukt, dan ontploft<br />

hij en zegt hij je de wacht aan. Iedereen<br />

loopt inmiddels op eieren.<br />

Ik vind mijn baan inhoudelijk te leuk om<br />

op te zeggen, maar intussen erger ik me<br />

dagelijks aan deze micromanager. Wat kan<br />

ik doen?<br />

De headhunter antwoordt:<br />

Wanneer een bedrijf wordt overgenomen,<br />

betekent dat niet automatisch dat er veel<br />

zal veranderen. Toch is dat meestal wel het<br />

geval. Hoeveel er verandert, is afhankelijk<br />

van een aantal omstandigheden, zoals de<br />

intenties die de overnemende partij heeft<br />

met de acquisitie, de winstgevendheid van<br />

het overgenomen bedrijf en de congruentie<br />

van de bedrijfsculturen. Wat ook een grote<br />

rol speelt, is of de bedrijfsprocessen voldoende<br />

overeenkomen. Zo niet, dan zal een<br />

synchronisatie onvermijdelijk zijn.<br />

Hoe deze veranderingen worden doorgevoerd,<br />

verschilt van geval tot geval. Dat<br />

soms enige haast geboden is, zal niemand<br />

verbazen. Duidelijk is wel dat een goede implementatie<br />

beslissend is voor het uiteindelijke<br />

resultaat.<br />

Je kunt natuurlijk van mening verschillen<br />

over de juiste aanpak. Ik heb de indruk dat<br />

de manager aan wie jij refereert zich er niet<br />

voldoende bewust van is dat hij voor de veranderingen<br />

genoeg draagvlak moet creëren.<br />

Zijn managementstijl wijkt af van wat in<br />

jouw organisatie gebruikelijk is geweest en<br />

daardoor roept hij weerstand op.<br />

Ik heb dit in het verleden vaker zien gebeuren,<br />

met soms minder positieve gevolgen.<br />

De sfeer verslechtert, werknemers<br />

stappen op en doelstellingen worden niet<br />

gehaald, met alle gevolgen van dien. Vaak<br />

Een gezamenlijke lunch kan<br />

de onderlinge verhoudingen<br />

verbeteren<br />

volgt een poging om uit de impasse te komen<br />

door een schuldige aan te wijzen. Dat<br />

kan het management van het moederbedrijf<br />

zijn, maar vaker zal de afdelingsleiding<br />

moeten wijken.<br />

Dit alles is te voorkomen als het overnemende<br />

bedrijf voldoende aandacht heeft<br />

voor de bedrijfscultuur en met zorg de managers<br />

uitkiest die verantwoordelijk worden<br />

voor de veranderprocessen. Nu dit niet is<br />

gebeurd en jij in deze situatie zit, is goede<br />

raad duur. Eén ding is duidelijk: jullie kunnen<br />

niet langer zo doorgaan.<br />

Een gezamenlijke lunch of gezamenlijk<br />

diner kan een eectieve tool zijn om de onderlinge<br />

verhoudingen te verbeteren. Door<br />

een collega mee te nemen die een betere<br />

synergie heeft met je manager, kunnen jullie<br />

aan de onderlinge verhouding werken.<br />

Onthoud dat je manager ook niet gebaat is<br />

bij een onwerkbare situatie. Misschien is hij<br />

bang voor gezichtsverlies en stelt hij zich<br />

daarom zo stram op.<br />

Wanneer dit charmeoensief niets uithaalt,<br />

kun je een gesprek hebben met human<br />

resources of de CEO. Zij zullen zeker<br />

oor hebben voor je verhaal; het raakt immers<br />

de hele organisatie.<br />

2 | 13


14 | 2<br />

Nieuws Tooling<br />

ondernemer heeft natuurlijk de<br />

droom dat zijn bedrije ooit uit-<br />

‘Elke<br />

groeit tot een succesvolle onderneming,<br />

maar voorlopig doe ik Biface erbij,<br />

naast mijn normale veertigurige baan bij<br />

NXP’, vertelt Jan Hoogerbrugge over zijn<br />

eenmanszaak. Zijn tools moeten programmeurs<br />

helpen hun sequentiële C-software<br />

om te zetten naar geparallelliseerde code<br />

voor multicore processoren. ‘Vanuit mijn<br />

studie in Delft en bij Philips en later NXP<br />

heb ik altijd aan compilers en multicoreachtige<br />

zaken gewerkt. Maar door de strategiewijziging<br />

naar high-performance mixed-signal<br />

van NXP, zit ik nu in de digitale-radiohoek<br />

en doe ik daar niets meer mee. Toen ben ik<br />

dat in de avonduren ernaast gaan doen.’<br />

Na twee jaar ontwikkelen zette hij onlangs<br />

een punt achter het bètaprogramma<br />

en bracht hij versie 1.0 van zijn Parallellization<br />

Assistant (PA) uit. Het gereedschap<br />

analyseert C-applicaties, brengt in kaart<br />

waar de meeste potentie zit voor parallellisering<br />

en geeft aan welke hobbels hiervoor<br />

geslecht moeten worden. Het is dus een tool<br />

voor code die reeds is geschreven, met name<br />

gericht op legacy toepassingen.<br />

Hoogerbrugge koos de naam Biface, het<br />

Engelse woord voor ‘vuistbijl’, om het belang<br />

van gereedschap voor technologische<br />

vooruitgang te onderstrepen. ‘Een aantal<br />

Amerikaanse profs in het vakgebied heeft<br />

ooit eens een mooi lijvig rapport geschreven<br />

voor de overheid, getiteld ‘e future of<br />

computing performance: game over or next<br />

level?’. Een van de aanbevelingen was dat er<br />

meer tools moeten komen om legacy code te<br />

transformeren naar multicores. Dat was een<br />

trigger om met Biface te beginnen.’<br />

Ondertussen zijn er verschillende startende<br />

en groeiende bedrijven die dit hiaat<br />

proberen op te vullen. Van een afstandje<br />

bieden ze zo ongeveer hetzelfde. Een dynamische<br />

proler analyseert hoeveel tijd<br />

een applicatie doorbrengt in elke loop van<br />

het programma en maakt duidelijk waar de<br />

Nieuwe tool maakt<br />

multicoreperikelen inzichtelijk<br />

NXP’er Jan Hoogerbrugge bracht onlangs de eerste versie uit van een gereedschap<br />

om softwareontwikkelaars te helpen bij het schrijven voor multicore processoren.<br />

De aanpak is nét even anders dan het bestaande aanbod.<br />

Pieter Edelman<br />

meeste winst te halen valt voor dataparallellisme,<br />

waarbij de programmeur een dataset<br />

zodanig opdeelt dat elke core de bewerking<br />

op een deel van de gegevens kan uitvoeren.<br />

Vervolgens maken de tools duidelijk hoe de<br />

verschillende variabelen binnen deze loop<br />

van elkaar afhangen, zodat de programmeur<br />

de code hierin zodanig kan herschrijven<br />

dat de iteraties net zo goed parallel als<br />

na elkaar uitgevoerd kunnen worden.<br />

Aan de voorkant<br />

Biface’ Parallellization Assistant is geen<br />

uitzondering op het aanbod, maar Hoogerbrugge<br />

denkt dat er wel een subtiel verschil<br />

is dat de programmeur in sommige gevallen<br />

enorm kan helpen. Dat is terug te voeren<br />

op zijn aanpak: vóór de compiler wordt er<br />

eerst een programma actief dat op strategische<br />

plekken in de broncode<br />

functieaanroepen plaatst.<br />

De aangepaste broncode<br />

wordt vervolgens door GCC<br />

of een andere standaard<br />

toolketen gecompileerd en<br />

gelinkt met een runtimebibliotheek<br />

van Biface die de<br />

proling uitvoert.<br />

‘Andere tools vertrouwen<br />

op de debuginformatie in de<br />

binary. Daarmee kun je de<br />

regelnummers aanwijzen,<br />

maar als daar meerdere variabelen<br />

worden gerefereerd<br />

zoals bij array-indices, dan<br />

is het nog steeds de vraag waar de afhankelijkheden<br />

precies vandaan komen. PA instrumenteert<br />

de broncode aan de voorkant<br />

van de compiler. Daardoor kun je heel accuraat<br />

feedback geven aan de gebruiker over<br />

de variabelen die afhankelijkheden veroorzaken’,<br />

vertelt Hoogerbrugge.<br />

Een ander voordeel van deze aanpak is<br />

dat het gereedschap voor de programmeur<br />

transparant in de standaard toolketen integreert.<br />

In de makele of de projectinstel-<br />

lingen moet alleen een andere compiler<br />

worden opgegeven, de Biface-tool sluist de<br />

opties een op een door.<br />

Voor de weergave van de resultaten krijgt<br />

de gebruiker wel met een eigen grasche<br />

interface te maken. Hierin is direct de broncode<br />

aan te passen zodat de programmeur<br />

iteratief naar de parallelle implementatie toe<br />

kan werken. ‘Ik kijk ook wel met een schuin<br />

oog naar een plug-in voor Eclipse, maar ik<br />

probeer nog een beetje helder te krijgen of je<br />

daar alles in kunt weergeven wat je wilt’, aldus<br />

Hoogerbrugge. ‘Ik toon bijvoorbeeld ook<br />

grafen van de afhankelijkheden in de functies.<br />

Dat moet ik wel kunnen blijven doen.’<br />

PA is geschikt voor Linux- en native<br />

Android-applicaties op X86- en Arm-processoren.<br />

‘In de tooling zit informatie over<br />

specieke processoren om een schatting<br />

te kunnen maken van de versnelling die is<br />

te realiseren via parallellisatie. Je hebt ook<br />

een paar processorafhankelijke assemblyinstructies<br />

nodig om accuraat te kunnen<br />

meten’, legt Hoogerbrugge uit.<br />

En het parallelliseren van code via GPU’s?<br />

‘Die vraag krijg ik ook wel eens’, zegt<br />

Hoogerbrugge. ‘Ik heb er wel eens naar<br />

gekeken, maar voorlopig wil ik CPU’s goed<br />

doen. Het blijft tenslotte voorlopig iets<br />

voor de avonduren.’


Opinie<br />

Joachim Burghartz is directeur van het Instituut<br />

voor Micro-elektronica Stuttgart (IMS Chips) en<br />

oud-directeur Dimes bij de TU Delft.<br />

Elektronica<br />

Ik ben toch niet gek<br />

Dit jaar kijkt de IEEE Electron Devices<br />

Society (EDS) terug op 35 jaar in de<br />

IEEE en zestig jaar in de Electron Devices<br />

Group van het Institute of Radio Engineers<br />

(IRE). Het boek ‘Guide to state-of-theart<br />

electron devices’, waaraan ik afgelopen<br />

jaar heb meegeholpen, behandelt alle soorten<br />

elektronische devices in 21 hoofdstukken,<br />

geschreven door zeventig expert-leden<br />

van de EDS. Naast deze technische teksten<br />

is er een doorgaande historische tijdlijn in<br />

de vorm van een lmstripje, dat in chronologische<br />

volgorde de belangrijke technische<br />

mijlpalen op het gebied toont.<br />

Terugkijkend op de geschiedenis van de<br />

micro-elektronica valt op hoe more Moore<br />

ons het meest heeft beziggehouden. Toch<br />

zijn de experts het erover eens dat we ons op<br />

een langzamere ritmiek in de miniaturisatie<br />

van de micro-elektronica zouden moeten<br />

instellen. Het einde van de wet van Moore<br />

is al enkele keren geproclameerd, maar nu<br />

zijn er echt enkele technische en economische<br />

redenen waarom de miniaturisatie in<br />

de niet al te verre toekomst zal eindigen.<br />

Met dit in het achterhoofd verbaast het<br />

me dat Europa nog steeds miljoenen investeert<br />

in onderzoek naar structuren ter vervanging<br />

van het werkpaard van de microelektronica,<br />

de planaire Mos-transistor. De<br />

chipindustrie in de EU heeft immers besloten<br />

niet verder te kijken dan 45 nanometer.<br />

Het sub-45-nanometerdomein laat zij min<br />

of meer over aan het Verre Oosten. Alleen<br />

topinstituten als Imec begeven zich nog op<br />

dit terrein – gelukkig maar, want dat is belangrijk<br />

om met de Europese toeleverindustrie<br />

aan de top te kunnen blijven.<br />

Wat gebeurt er als de wet van Moore<br />

stokt? Tak Ning, IBM-fellow en een van de<br />

grote micro-elektronicapioniers, zei ooit tegen<br />

mij: ‘Het einde van de wet van Moore<br />

zal misschien een zegen blijken, omdat de<br />

waarde van elektronische functies niet verder<br />

zal afnemen, maar constant zal blijven<br />

of zelfs toenemen.’ De perceptie van waarde<br />

zal dus veranderen. Waardevol is dan niet<br />

de nieuwste technologie maar de manier<br />

waarop standaard technologie is toegepast<br />

en hoe betrouwbaar deze technologie is.<br />

Betrouwbaarheid en duurzaamheid van<br />

elektronica zijn nieuwe begrippen voor de<br />

jongeren, zeker als het over consumentenelektronica<br />

gaat. Die zijn gewend om mobieltjes,<br />

pc’s en tv’s elke twee jaar te vervan-<br />

gen – de wet van Moore zit in ons hoofd.<br />

Alles moet meer en goedkoper, en dus accepteren<br />

we slechte kwaliteit. We gaan naar de<br />

Mediamarkt en denken: ik ben toch niet gek!<br />

Ik hoop dat deze mentaliteit zal terugveranderen,<br />

in lijn met andere technologieën.<br />

Mijn eerste auto’s liepen maar vijftigduizend<br />

kilometer, daarna maakte of de motor<br />

of de roestende carrosserie er een einde aan.<br />

Moderne limousines gaan enkele honderdduizenden<br />

kilometers mee, en roest is er<br />

geen probleem. Relatief gezien, betalen we<br />

nu meer voor een auto, maar het zijn waardevollere,<br />

waardevastere en veiligere producten<br />

dan vroeger.<br />

Wellicht zal dit met de elektronica eveneens<br />

gebeuren, want in het verleden was<br />

elektronica duurzaam en betrouwbaar. Deze<br />

cultuur in de techniek werd vervangen door<br />

de weggooicultuur van de laatste dertig jaar.<br />

De laatste dertig jaar is<br />

er voor elektronica een<br />

weggooicultuur ontstaan<br />

Ouderen zullen zich de hoge kwaliteit en het<br />

mooie design van de apparaten van Philips,<br />

Braun, Dual, Grundig en anderen herinneren;<br />

die zijn allemaal verdwenen. Bij Philips<br />

gingen in januari de laatsten van de consumentenelelektronicaploeg<br />

van boord. Ook<br />

met Sony en andere leveranciers van kwaliteitsproducten<br />

in Japan staat het slecht.<br />

Jammer. Onlangs ging mijn weggooistereo<br />

kapot. Toevallig kwam ik in de kelder<br />

van mijn vaders huis een oude Yamahareceiver<br />

tegen. Ik heb hem gepakt, schoongemaakt<br />

en geïnstalleerd. Hij werkt perfect,<br />

na meer dan dertig jaar. En wat een prachtig<br />

toestel: hout van de notenboom en massief<br />

aluminium. Voor mij is het zo klaar als een<br />

klontje: liever minder vaak kopen, iets meer<br />

betalen en voor kwaliteit kiezen.<br />

Het not-for-prot-boek ‘Guide to state-ofthe-art<br />

electron devices’ onder redactie van<br />

Joachim Burghartz is vanaf april 2013 bij<br />

uitgever Wiley-IEEE verkrijgbaar (45 dollar<br />

plus verzendkosten), of voor IEEE-leden direct<br />

bij de EDS (25 dollar plus verzendkosten).<br />

2 | 15


Het is ocieel geen competitie, maar<br />

dit jaar wint de TU Delft: de meeste<br />

geaccepteerde inzendingen op de International<br />

Solid-State Circuits Conference<br />

(ISSCC). In San Francisco werden twaalf<br />

papers gepresenteerd waaraan Delftenaren<br />

hebben meegewerkt. ‘We hebben goud’, vertelt<br />

een trotse hoogleraar Ko Makinwa, die<br />

zelf zijn naam onder vier papers heeft staan.<br />

‘De ISSCC wordt ook wel eens bestempeld<br />

als de Olympische Spelen van de chipwereld.<br />

Meer dan tien papers is echt weggelegd<br />

voor bedrijven als Intel en Samsung of instituten<br />

als Kaist [Korea Advanced Institute of<br />

Science and Technology, PE].’<br />

Voor Makinwa is er overigens extra reden<br />

voor champagne: voor de tweede keer<br />

in zijn carriere ontvangt hij de best paperaward<br />

van het Journal of Solid-State Circuits,<br />

samen met zijn PhD-student en<br />

NXP-medewerker Muhammed Bolatkale<br />

en NXP-medewerkers Lucien Breems en<br />

Robert Rutten. Het is het resultaat van een<br />

paper dat twee jaar geleden al op de ISSCC<br />

werd gepresenteerd: het tijdschrift vraagt<br />

elk jaar aan een select aantal conferentiepapers<br />

om een bewerking voor publicatie.<br />

De award wordt op de ISSCC uitgereikt.<br />

Traditioneel doen de lage landen het goed<br />

op de ISSCC. Ook dit jaar staan er onder<br />

31 van de in totaal 209 inzendingen een of<br />

meerdere Belgische en Nederlandse instituten<br />

of bedrijven. De onderwerpen lopen<br />

uiteen van kleine componenten voor energieoogst<br />

of RF-verwerking tot complete<br />

biomedische Socs en innovatieve sensoren.<br />

Sneeuwbaleect<br />

Edoardo Charbon, hoogleraar bij de Delftse<br />

Circuits & Systems-groep, presenteert bijvoorbeeld<br />

samen met een van zijn postdocs<br />

en het Jet Propulsion Laboratory een sensor<br />

voor ‘rovergebaseerde planeetexploratie’, aldus<br />

de titel. ‘De sensor is gemaakt voor de geplande<br />

volgende Marsrover, die waarschijn-<br />

16 | 2<br />

Nieuws Chipontwerp<br />

Lage landen schitteren<br />

opnieuw op ISSCC<br />

Op de International Solid-State Circuits Conference (ISSCC) waren de lage landen<br />

opnieuw goed vertegenwoordigd. Met name voor de TU Delft was dit jaar een<br />

glansrol weggelegd: de universiteit zag maar liefst twaalf inzendingen geaccepteerd.<br />

Een greep uit de Belgische en Nederlandse bijdrages.<br />

Pieter Edelman<br />

lijk in 2018 wordt gelanceerd. De kans is zeer<br />

groot dat hij meegaat’, licht de Zwitser toe.<br />

De sensor is bedoeld voor Raman-spectroscopie,<br />

waarbij de eigenschappen van<br />

een materiaal worden onderzocht door het<br />

te beschijnen met laserlicht en te kijken hoe<br />

de golengtes hiervan subtiel veranderen<br />

onder invloed van moleculaire interacties.<br />

‘Er kleeft alleen één probleem aan deze methode’,<br />

legt Charbon uit. ‘Het laserlicht wekt<br />

ook uorescentie op, en dat is doorgaans<br />

veel sterker dan de Raman-verstrooiing.’<br />

Het Delfts-Amerikaanse onderzoeksteam<br />

past een nieuwe methode toe om dat eruit<br />

te lteren: tijd. ‘Bij uorescentie is er altijd<br />

minstens een paar nanoseconden vertraging,<br />

terwijl Raman instantaan is en direct<br />

uitdooft. Als je het aan- en uitzetten van de<br />

camera zeer nauwkeurig kunt regelen, kun<br />

je dat er dus uit lteren’, vertelt Charbon.<br />

Daarvoor wordt Spad ingezet, ofwel<br />

single-photon avalanche diode. Elke pixel bestaat<br />

uit een speciaal soort diode die in sperstand<br />

wordt aangesloten. Als hier een foton<br />

op inslaat, maakt dat een elektron vrij die<br />

op zijn beurt ook weer elektronen losslaat.<br />

Door het elektrische veld over de structuur<br />

ontstaat een sneeuwbaleect dat ertoe leidt<br />

dat de diode in zijn sperrichting geleidend<br />

wordt. Dit mechanisme werkt razendsnel en<br />

is ook even snel uit te zetten. ‘Wat we hier<br />

presenteren, is een manier om de camera<br />

typisch vijf- tot zevenhonderd picoseconden<br />

aan te zetten, en dat gesynchroniseerd met<br />

de laserpuls’, legt Charbon uit.<br />

Voor de goede orde: de ‘camera’, die stralingshard<br />

moest worden uitgevoerd, is niet<br />

bedoeld om een tweedimensionaal kiekje<br />

te schieten, maar als lineaire sensor van in<br />

totaal 1024 bij 8 pixels. Een grating moet<br />

in de toekomst het gereecteerde laserlicht<br />

over een aantal frequentiebanden uitsplitsen<br />

zodat de plek op de sensor de Ramanverschuiving<br />

verklikt.<br />

Overigens is de sensor ook prima te gebruiken<br />

voor het meten van uorescentie<br />

door juist wat later in de tijd te kijken. Dat<br />

levert weer extra informatie op over het<br />

monster. Net als de beoogde toepassing van<br />

laser-induced breakdown spectroscopy: de laser<br />

op de Marsrover wordt krachtig genoeg<br />

om een stukje steen te verdampen.<br />

Honderden metalen strips<br />

Een verdieping hoger huist hoogleraar Robert<br />

Bogdan Staszewski, een naam die op<br />

maar liefst vier ISSCC-inzendingen prijkt.<br />

Allemaal over digitaal RF. ‘We vervangen<br />

analoge door digitale technieken in RF. Traditioneel<br />

codeer je een signaal in de modulatie<br />

van een golf. Wij kijken echter niet naar<br />

het absolute voltage maar naar de overgang<br />

van laag naar hoog of andersom, en coderen<br />

het signaal met de tijd daartussen. Dat is iets<br />

Een sensor die<br />

mede in Delft<br />

werd ontwikkeld,<br />

zal naar alle<br />

waarschijnlijkheid<br />

in de volgende<br />

Marsrover van de<br />

Nasa helpen bij het<br />

onderzoeken van<br />

gesteente.<br />

Foto: ISSCC


fundamenteel anders dan digitale logica. Wij<br />

hebben geen klok of V ss of V dd ; onze aanpak<br />

kijkt alleen naar de richting en de timing<br />

daartussen op het niveau van attoseconden.’<br />

De aanpak leidt meestal tot een veel kleinere<br />

en dus goedkopere en energiezuinigere<br />

implementatie. Bovendien spelen de analoge<br />

eigenschappen niet langer een rol in het<br />

ontwerp, dat daardoor makkelijker schaalt<br />

met de procestechnologie. Functie voor<br />

functie wordt op deze manier omgezet naar<br />

een digitaal ontwerp.<br />

Zoals een golfvormgenerator voor het<br />

steeds belangrijker wordende gebied rond de<br />

60 GHz. ‘Normaal heb je daar omvangrijke<br />

schakelingen voor nodig met allerlei o-chip<br />

componenten. Wij hebben dit nu in één enkel<br />

IC gemaakt’, vertelt Wanghua Wu, die de chip<br />

ontwierp. Met de eerder genoemde voordelen:<br />

kleiner, goedkoper, zuiniger, nauwkeuriger<br />

en redelijk makkelijk schaalbaar naar een<br />

volgende procesgeneratie. En nog iets: hij kan<br />

binnen een paar microseconden de frequentie<br />

veranderen, een fractie van wat normaal<br />

nodig is. Essentieel voor de beoogde toepassing<br />

in radarsystemen. Maar ook communicatie<br />

met millimetergolven staat in de belangstelling.<br />

Staszewski en Wu willen dan ook een<br />

bedrijf opzetten rond de vinding.<br />

De basis van deze aanpasbaarheid is een<br />

transmissielijn op de chip: twee parallelle sporen<br />

waar de golf in loopt. Als bielzen bij een<br />

spoorbaan zijn hieronder honderden metalen<br />

strips aangebracht, die in het midden met een<br />

transistor zijn verbonden. Wanneer die wordt<br />

gesloten, veranderen de eigenschappen en<br />

daarmee de frequentie. ‘Waar je normaal gesproken<br />

actieve componenten nodig hebt, gebruiken<br />

wij gewoon metaal’, vertelt Wu trots.<br />

Tussen longen en borstkas<br />

Een van de inzendingen van Imec moet het<br />

juist wel hebben van een volledig analoog<br />

ontwerp. Samen met Olympus presenteert<br />

de groep van Firat Yazicioglu een IC dat in<br />

pacemakers en implanteerbare debrillatoren<br />

de relevante signalen uit de metingen<br />

extraheert. ‘Traditioneel wordt dat digitaal<br />

gedaan’, vertelt Yazicioglu. ‘Maar wij hebben<br />

de preprocessing in een analoog circuit<br />

uitgevoerd. Dat is een stuk energiezuiniger<br />

en daardoor hoeft de digitale processor vervolgens<br />

veel minder werk te verzetten, wat<br />

ook weer het energiegebruik reduceert.’<br />

Met alle meetkanalen actief verstookt het<br />

IC toch slechts twintig microwatt.<br />

En die meetkanalen, dat zijn er nogal wat.<br />

Ten eerste beschikt het IC niet over één ecgkanaal,<br />

zoals bij klassieke pacemakers, maar<br />

over drie. Dat is nodig voor een relatief nieuwe<br />

toepassing. De linker- en rechterhelft van<br />

het hart horen tegelijkertijd te slaan, maar<br />

bij sommige hartpatiënten zit er een klein<br />

verschil in waardoor het een stuk minder ef-<br />

ciënt werkt. Door op drie plekken te meten<br />

(en op twee plekken te stimuleren), kunnen<br />

linker- en rechterhelft weer worden gesynchroniseerd.<br />

Daarnaast beschikt het IC over<br />

een meetkanaal voor een accelerometer om<br />

activiteit van de patiënt te schatten en de<br />

regulering daarop aan te passen.<br />

Ten slotte kan het IC ook nog de impedantie<br />

meten van de vloeistof tussen de<br />

longen en de borstkas. Die blijkt namelijk<br />

allerlei informatie over de hartwerking te<br />

bevatten. ‘Dat is wat ingewikkelder dan<br />

alleen de weerstand; je hebt ook te maken<br />

met capaciteit en niet-lineaire elementen’,<br />

vertelt Yazicioglu. Bovendien moest er rekening<br />

worden gehouden met het energiegebruik.<br />

‘Traditioneel geef je een stroompje<br />

en meet je het voltage om de weerstand te<br />

berekenen. Daarbij gebruik je een sinusvormige<br />

golf om de verschillende componenten<br />

van de impedantie te begrijpen. Maar<br />

een pure sinusgolf vereist veel energie, terwijl<br />

een benadering veel harmonischen bevat.<br />

Wij gebruiken een andere benadering<br />

met veel minder harmonischen, zodat je<br />

toch een laag energiegebruik hebt.’<br />

Imecs analoge<br />

front-end maakt<br />

pacemakers en<br />

implanteerbare<br />

defibrillatoren een<br />

stuk zuiniger.<br />

Enorme puzzel<br />

Een team van de TU Eindhoven, CEA-Liten,<br />

de universiteit van Catania en STMicroelectronics<br />

maakt op de ISSCC furore met de eerste<br />

geprinte organische AD-converter. ‘Dit is<br />

gedaan in het Europese Cosmic-programma,<br />

waarbij het scenario echt is om elektronica<br />

op verpakkingen van biefstukjes en dergelijke<br />

te zetten’, vertelt Eugenio Cantatore<br />

van de Mixed-Signal Microelectronics-groep<br />

aan de TUE. ‘De verpakking zou dan zelf bijvoorbeeld<br />

de zuurgraad van de biefstuk kunnen<br />

meten en veel nauwkeuriger uitspraken<br />

kunnen doen over de houdbaarheid.’<br />

Lithograe van silicium is hiervoor echter<br />

te duur en bovendien kan het plastic substraat<br />

niet tegen de hoge temperaturen bij<br />

deze processen. Printen van organische halfgeleiders<br />

is beter geschikt. ‘Maar bij silicium<br />

kun je doteren om n- of p-type transistoren<br />

te maken, terwijl een organische halfgeleider<br />

maar een van beide is. Daardoor kun je<br />

veel minder betrouwbare circuits maken en<br />

is de uitval tijdens de productie vrij groot’,<br />

vertelt Cantatore. ‘Wij lossen dat op door<br />

twee verschillende halfgeleiders te printen.<br />

Daardoor wordt de schakeling robuuster en<br />

stijgt de yield, dus worden de kosten lager.’<br />

De circuits worden via een zeefdrukproces<br />

geproduceerd. ‘Om heel eerlijk te zijn, is er<br />

nog wel een eerste stap met een laser nodig<br />

om de transistorkanalen te deniëren’, erkent<br />

Cantatore. De halfgeleiders, interconnecties<br />

en weerstanden worden echter via een<br />

zeefdrukproces opgebracht. Voor elk laagje<br />

wordt een zeef met een patroon opgelegd en<br />

daar wordt het materiaal overheen gesmeerd.<br />

‘Elke laag zit in een oplosmiddel, waardoor<br />

het een enorme puzzel is om te kijken wat<br />

er over elkaar kan worden aangebracht. Dat<br />

doen ze bij CEA-Liten. Wij hebben het circuit<br />

op abstract niveau ontworpen. De uitdaging<br />

voor ons was om het betrouwbaar genoeg te<br />

maken ondanks de enorme procesvariatie die<br />

het zeefdrukproces met zich meebrengt.’<br />

2 | 17


Opinie<br />

Derk-Jan de Grood helpt organisaties meer<br />

grip te krijgen op hun (test)project.<br />

Groods greep<br />

=Spreadsheet(Business;Risico)<br />

Tijdens de Eurostar-conferentie ontmoette<br />

ik Felienne Hermans van de<br />

TU Delft. Zij is gepromoveerd op het<br />

testen van spreadsheets. Een opmerkelijk<br />

onderwerp omdat er traditioneel veel aandacht<br />

uitgaat naar het testen van grote en<br />

complexe administratieve systemen, embedded<br />

software of, als we het over kleinere<br />

toepassingen hebben, mobiele applicaties.<br />

Allesbehalve spreadsheets. Waarom dan<br />

toch daarop focussen?<br />

Volgens Felienne zijn spreadsheets de<br />

meest succesvolle applicaties aller tijden.<br />

Onderzoek wijst uit dat op 90 procent van<br />

alle computers wereldwijd een spreadsheetprogramma<br />

geïnstalleerd staat en dat 95<br />

procent van alle Amerikaanse bedrijven<br />

spreadsheets gebruikt in het nanciële proces.<br />

In Nederland is dat niet veel anders.<br />

De inltratie van spreadsheets is enorm.<br />

Ga voor jezelf maar eens na waarop de Clevel<br />

managers in jouw organisatie hun belangrijkste<br />

beslissingen baseren. Tien tegen<br />

een dat dat gegevens zijn afkomstig uit of<br />

gegenereerd met een spreadsheetprogramma.<br />

Felienne kent zelfs een organisatie die<br />

drie miljoen euro heeft verloren omdat er<br />

per ongeluk twee velden waren omgedraaid.<br />

Omdat spreadsheetbestanden geen echte<br />

programma’s zijn en er weinig programmeerervaring<br />

nodig is om ermee aan de slag te<br />

gaan, ligt de ontwikkeling ervan vaak buiten<br />

de IT-afdeling. Het zijn typisch toepassingen<br />

die klein en eenvoudig beginnen en door de<br />

jaren heen steeds verder uitdijen. Een gemiddelde<br />

spreadsheet heeft een levensduur<br />

van vijf jaar en in die tijd ongeveer dertien<br />

verschillende gebruikers. Zij brengen de ene<br />

aanpassing na de andere aan, waardoor er al<br />

snel onopgemerkte fouten of kwetsbare constructies<br />

in de spreadsheet sluipen.<br />

Binnen de IT is het standaard om belangrijke<br />

applicaties grondig door te lichten,<br />

maar wie test de spreadsheets? Waren zij<br />

onderdeel van het IT-landschap, dan zouden<br />

ze waarschijnlijk niet aan de aandacht<br />

van professionele testers ontsnappen. Persoonlijk<br />

ken ik echter geen organisatie die<br />

ze in haar database van conguratie-items<br />

heeft opgenomen. Sterker nog: mijn ervaring<br />

is dat de IT-afdeling vaak geen weet<br />

heeft van hun bestaan.<br />

Tijdens een van mijn opdrachten bij een<br />

zorgverlener wilde de beheerorganisatie<br />

de netwerkschijven opnieuw indelen. De<br />

migratie was tot in de puntjes voorbereid:<br />

van alle applicaties was geïnventariseerd<br />

welke mappen ze gebruikten en waren de<br />

conguratieaanpassingen meegenomen in<br />

het migratiescript en naar alle gebruikers<br />

was zorgvuldig gecommuniceerd wat de impact<br />

zou zijn. Vol vertrouwen zetten de beheerders<br />

zich aan de migratie, tot er ineens<br />

grote paniek uitbrak: de nanciële afdeling<br />

lag helemaal stil. Bleken ze daar voornamelijk<br />

te werken met Excel-sheets die verborgen,<br />

hard gecodeerde verwijzingen bevatten<br />

naar sheets die door de migratie op een andere<br />

plek waren komen te staan.<br />

Wat kunnen we hiervan leren? De eerste<br />

les is dat er verschillende manieren zijn om<br />

een spreadsheet te bouwen. De TU Delft<br />

Spreadsheets moeten een<br />

integraal onderdeel zijn<br />

van het IT-landschap<br />

heeft honderden spreadsheets verzameld<br />

en geanalyseerd. Op basis van dit wetenschappelijke<br />

onderzoek hebben Felienne en<br />

haar collega’s een goed beeld van de fouten<br />

die vaak worden gemaakt maar beter kunnen<br />

worden vermeden. Hard gecodeerde<br />

paden is er daar een van. Een geautomatiseerde<br />

scan geeft aan waar in een le de<br />

zwakke plekken zitten. Deze scan ziet natuurlijk<br />

geen problemen in bijvoorbeeld een<br />

verkeerd uitgevoerde berekening, maar reduceert<br />

wel de kans op fouten.<br />

De belangrijkste les is echter dat spreadsheets<br />

een integraal onderdeel moeten zijn<br />

van het IT-landschap. We dienen ze op te<br />

nemen in het application lifecycle management.<br />

Omdat ze vaak cruciaal zijn voor de<br />

bedrijfsvoering, moeten we ze goed ontwikkelen,<br />

beheren en testen. Hier hebben we<br />

vanuit de IT-afdeling nog missiewerk te verrichten.<br />

Op de barricaden dus om onze collega’s<br />

uit de business bewust te maken van<br />

de risico’s die ze lopen.<br />

2 | 19


Eind januari organiseerde de TU<br />

Eindhoven een bijeenkomst om haar<br />

laatste innovatieve technologieën<br />

voor duurzame mobiliteit te laten<br />

zien. In een van de tentoongestelde<br />

projecten gaven drie kleine<br />

robotauto’s een demonstratie van<br />

coöperatief rijden.<br />

Foto: Bart van Overbeeke<br />

Tech-kiek Verkeer en vervoer


24 and 25<br />

April 2013<br />

Klokgebouw<br />

Eindhoven, NL<br />

Check out the excellent<br />

conference programme online<br />

Vibrant sessions on international high tech<br />

collaboration, featuring top speakers from<br />

ASML & Zeiss, Mapper & Leti, Philips Research<br />

& Süss Microtec<br />

Conference themes:<br />

agro & food, medical systems,<br />

automotive, semicon<br />

Platinum sponsors<br />

Gold sponsor<br />

Cosponsors<br />

• Yaskawa Benelux • Yokogawa<br />

22 | 2<br />

#HT S13<br />

Exhibitors<br />

• AAE • Alten Mechatronics • Altran • ASML • Bakker Fijnmetaal • Beckhoff.nl / IAL<br />

• BKL Engineering • Brainport Industries • CCM Centre for Concepts in Mechatronics<br />

• Ceratec Technical Ceramics • Claytex Services • Controllab Products<br />

• DEMCON advanced mechatronics • De Ontdekfabriek • Dutch Precision Technology<br />

• Dutch Society for Precision Engineering • Eltromat • Enterprise Europe Network / Syntens<br />

• Festo • Framo Morat • Frencken Europe • GDO • Greentech Engineering<br />

• Hauzer Techno Coating • HEIDENHAIN • Hittech Group • Holland High Tech<br />

• IAI industrial systems • IBS Precision Engineering • Infinite Simulation Systems<br />

• Irmato Industrial Solutions • Janssen Precision Engineering • Keonys • KMWE<br />

• KU Leuven • LEMO Connectors Benelux • Masévon Technology • MathWorks<br />

• maxon motor benelux • MetaCase • MTA • MTSA Technopower • National Instruments<br />

• Nijdra Group • Nobleo Technology • Norma Groep • NTS-Group • Océ-Technologies<br />

• Philips Innovation Services • PM-Bearings • Prodrive • ProduktionNRW • Reden<br />

• Settels Savenije van Amelsvoort • Sorama • Technologiestichting STW • Tecnotion<br />

• Telerex • TEVEL Components • The High Tech Institute • TMC Group • TNO<br />

• Topic Embedded Systems • Variass • VDL ETG • Vernooy Vacuüm Engineering • Yacht<br />

Analyse Onderzoek<br />

Maak een reis terug in de tijd en ga na welke technologieën achtereenvolgens<br />

afvallen. Eerst de mobiele telefoon, internet en<br />

de computer, daarna volgen moderne vervoersmiddelen als de<br />

auto en het vliegtuig en televisie en radio. Rond de start van de twintigste<br />

eeuw verdwijnen elektriciteit en stromend water uit het gemiddelde<br />

huishouden en niet veel verder terug sanitaire voorzieningen.<br />

Begin achttiende eeuw zijn er geen fabrieken en spoorwegen meer.<br />

Als we de Industriële Revolutie eenmaal zijn gepasseerd, moeten we<br />

steeds grotere stappen maken om een wereldveranderende technologie<br />

weg te strepen.<br />

Het is deze tijdreis die centraal staat in een discussie die econoom<br />

Tyler Cowen in 2011 aanzwengelde met de publicatie van zijn e-book<br />

‘e great stagnation’. Collega Robert Gordon koos vorig jaar met ‘Is<br />

US economic growth over?’ voor een iets voorzichtigere titel, maar<br />

op hoofdlijnen komt hij tot dezelfde conclusie als Cowen.<br />

Beide economen stellen dat de afgelopen twee eeuwen een unieke<br />

periode in de geschiedenis zijn geweest in de zin dat technologie het<br />

menselijk bestaan – en daarmee de economie – op grandioze manier<br />

Ondernemer Peter Thiel wil<br />

vliegende auto’s.<br />

heeft getransformeerd, maar dat daaraan nu een einde is gekomen.<br />

Omdat al het laaghangende fruit is geplukt, hoeft het westen niet<br />

meer te rekenen op de spectaculaire economische groei die het sinds<br />

1800 heeft doorgemaakt.


De wetenschap is op,<br />

maar innovatie niet<br />

Er is geen reden om pessistisch te zijn over het economisch rendement van<br />

onderzoek, maar de essentie van fundamentele wetenschap lijkt te veranderen.<br />

Paul van Gerven<br />

Schaakkampioen<br />

Het meest controversiële aan deze stelling is<br />

niet dat de Industriële Revolutie grote vooruitgang<br />

heeft gebracht, maar dat deze nu<br />

zou stagneren. Dat kun je met statistieken<br />

aantonen, zoals Cowen en Gordon in hun<br />

publicaties doen, maar je kunt het ook overal<br />

om je heen zien, zeggen hun medestanders.<br />

In vijftig jaar zijn lijnvluchten nauwelijks<br />

sneller geworden en de auto’s rijden nog<br />

steeds op verrotte planten. Een huishouden<br />

van de hogere middenklasse beschikt over<br />

dezelfde huishoudelijke apparatuur en voorzieningen.<br />

En de laatste drie decennia kruipt<br />

de levensverwachting nog slechts omhoog;<br />

kennelijk kunnen al die miljarden aan biomedische<br />

research niet op tegen simpele<br />

vindingen als het toilet en het riool.<br />

Psycholoog Dean Keith Simonton van<br />

UC Davis, die zijn leven heeft gewijd aan<br />

de bestudering van genialiteit, ziet het<br />

ook gebeuren in de wetenschap. Het lijkt<br />

Simonton onwaarschijnlijk dat er in de natuurwetenschappelijke<br />

disciplines nog fundamentele<br />

doorbraken zullen plaatsvinden,<br />

althans van het soort dat herziening vereist<br />

van de studieboeken die eerstejaarsstudenten<br />

gebruiken. Als het al lukt om aan de<br />

top te komen, wat gezien de grote hoeveelheid<br />

reeds opgebouwde kennis alleen maar<br />

moeilijker is geworden, dan resten daar nog<br />

slechts een paar losse eindjes.<br />

Zelfs in het hart van de mondiale innovatiemachine,<br />

Silicon Valley, vindt het gedachtegoed<br />

van Cowen en Gordon gehoor.<br />

Ondernemer en durfkapitalist Peter iel,<br />

medeoprichter van betalingsdienst Paypal<br />

en de eerste externe investeerder in Facebook,<br />

is diep teleurgesteld in de technologische<br />

prestaties van de laatste tijd: ‘We wilden<br />

vliegende auto’s, we kregen [berichten<br />

van] 140 karakters.’ Samen met voormalig<br />

schaakkampioen Garry Kasparov heeft<br />

iel een blauwdruk geschreven om innovatie<br />

(en de vrije markt) te redden.<br />

Singulariteit<br />

Niet iedereen gaat mee in de redenering van<br />

Cowen en Gordon. Weekblad e Economist<br />

voert onder meer aan dat relatief recente uitvindingen<br />

waarschijnlijk nog lang niet hun<br />

maximale economische potentie hebben bereikt,<br />

net zoals het decennia duurde voordat<br />

elektriciteit of de computer een zichtbare<br />

impact had op de statistieken. Gentechnologie<br />

en moleculaire geneeskunde, zelfrijdende<br />

auto’s en de overgang op duurzame<br />

energiebronnen moet je niet wegwuiven als<br />

‘meer van hetzelfde’, zelfs al behoeven deze<br />

geen fundamenteel nieuwe kijk op de zaken.<br />

Dat geldt beslist ook voor informatietechnologie.<br />

Zelfs al heeft de wet van Moore niet<br />

het eeuwige leven, de eciëntie en snelheid<br />

van informatieverwerking door machines<br />

zullen nog grote stappen maken. De impact<br />

daarvan is bijna niet te voorspellen, behalve<br />

dat een verdubbeling aan het begin van een<br />

exponentiële curve in absolute zin minder<br />

aantikt dan een stuk verderop. Uitvinder,<br />

ondernemer en futuroloog Ray Kurz weil<br />

neemt dit fenomeen uiterst serieus en<br />

spreekt van een singulariteit, het punt waarop<br />

de intelligentie van kunstmatige levensvormen<br />

die van de mens voorbijschiet en<br />

uiteindelijk op zichzelf is aangewezen voor<br />

verdere verbeteringen. Deze superbreinen<br />

zouden technologische vooruitgang een ongekende<br />

zwieper geven.<br />

Volwassen<br />

Al met al lijkt het pessimisme van Cowen<br />

en Gordon overtrokken. En zelfs al zou innovatie<br />

op dit moment stagneren, dan hoeft<br />

zij niet tot het einde der tijden stil te staan.<br />

Met de opkomst van Azië en Zuid-Amerika<br />

kent de wereld tegenwoordig alleen maar<br />

meer knappe koppen, en er is genoeg voor<br />

hen te doen. Onze groei is gered.<br />

De observatie van Simonton snijdt meer<br />

hout: als de wetenschap een gebouw is, dan<br />

is de fundering wel zo’n beetje af en rest<br />

onderzoekers weinig anders dan er verdiepingen,<br />

kamers en uiteindelijk nog slechts<br />

inloopkasten op te bouwen. Steeds vaker<br />

zullen ze echter met de kennis die hun voor-<br />

Het<br />

laaghangende<br />

fruit is geplukt,<br />

zegt econoom<br />

Tyler Cowen.<br />

gangers hebben opgebouwd willen ‘spelen’<br />

(zie ook pagina 24). De wetenschapper doet<br />

een stap in de richting van de ingenieur.<br />

Dit roept belangrijke vragen op. Als het<br />

kennisbouwwerk zorgvuldig is gestut, zou<br />

de wereld er niet meer bij gebaat zijn als bedrijven<br />

het voortouw in innovatie nemen,<br />

zoals liberalen altijd al graag wilden? In<br />

hoeverre de markt beter dan academici weet<br />

wat de wereld wil, is al decennia onderwerp<br />

van discussies, maar de mate waarin de wetenschap<br />

‘volwassen’ is en welke consequenties<br />

dat heeft op innovatiebeleid nemen die<br />

nooit mee. In die zin is het topsectorbeleid<br />

zijn tijd misschien wel ver vooruit.<br />

2 | 23


24 | 2<br />

Technieuws Nanotechnologie<br />

Als een van de meest fundamentele<br />

bouwstenen van het leven tref je het<br />

ribosoom in bijna iedere cel aan. Dit<br />

wonderlijke fabriekje spuugt eiwitten uit,<br />

de werkpaarden die het gros van de biologische<br />

functies verzorgen, variërend van<br />

stevigheid van weefsel (bijvoorbeeld van de<br />

huid) tot katalyse van chemische reacties<br />

(zoals de afbraak van alcohol in de lever).<br />

Het ribosoom werkt als een soort turingmachine.<br />

Het neemt een ‘tape’ in van<br />

instructies afkomstig van het genetisch<br />

materiaal en brengt op basis daarvan speci-<br />

eke aminozuren in elkaars nabijheid. Deze<br />

aminozuren koppelen aan elkaar en de aldus<br />

gegroeide streng vouwt zich na aoop<br />

op tot een eiwit. Het ribosoom brengt dus<br />

de DNA-code tot leven.<br />

De mate van controle die het ribosoom<br />

uitoefent op de moleculaire chaos die ieder<br />

mengsel van moleculen onwillekeurig<br />

vormt, is indrukwekkend. Op basis van alle<br />

aanwezige ingrediënten kunnen er ontelbaar<br />

veel verschillende eiwitten worden gevormd,<br />

maar dankzij het ribosoom worden<br />

losse aminozuren uitsluitend in een volgorde<br />

achter elkaar gezet die een functioneel<br />

eiwit oplevert. Het is alsof een onzichtbare<br />

hand de anders zo onverbiddelijke wetten<br />

van de statistiek bijstuurt.<br />

Dat zouden nanowetenschappers ook maar<br />

al te graag willen doen. Nu de chemische en<br />

fysische fundamenten die aan de biologie ten<br />

grondslag liggen stevig zijn verankerd en de<br />

moleculaire processen in een cel dankzij geavanceerd<br />

instrumentarium tot in steeds groter<br />

detail bekend zijn, proberen onderzoekers<br />

deze kennis ook steeds vaker zonder tussenkomst<br />

van Moeder Natuur tot leven te wekken.<br />

En daarin slagen zij steeds beter.<br />

Voorlopig hoogtepunt in deze tak van<br />

sport, die je bio-geïnspireerde moleculaire<br />

Moleculaire assemblagelijn bootst<br />

biologisch hoogstandje na<br />

Nanowetenschappers worden steeds vaker moleculair-ingenieurs, die niet in de<br />

eerste plaats proberen te doorgronden maar hun eigen complexe systemen willen<br />

bouwen. De natuur dient daarbij vaak als inspiratiebron, zoals de synthese van een<br />

artificieel eiwitfabriekje door Engelse onderzoekers laat zien.<br />

Paul van Gerven<br />

nanotechnologie zou kunnen noemen, is de<br />

demonstratie van een primitief man-made<br />

ribosoom door David Leigh en collega’s<br />

van de University of Manchester. Hun in<br />

Science gepubliceerde moleculaire machine<br />

zet een klein eiwitje (een peptide) in elkaar,<br />

in een aminozuurvolgorde die van tevoren<br />

werd bepaald.<br />

Grip<br />

De basis voor het Engelse ‘ribosoom’ is een<br />

zogeheten rotaxaan, een complex van twee<br />

mechanisch verbonden moleculen. Als het<br />

oog van een naald is het ene, ringvormige,<br />

Figuur 1: Een voor<br />

een plukt de ring de<br />

aminozuren van de as af.<br />

molecuul om het andere, draadvormige, molecuul<br />

geregen (zie Figuur 1). De ring kan<br />

vrij over de as bewegen, maar in principe<br />

niet ontsnappen omdat grote blokken aan<br />

de uiteinden van de as de weg versperren.<br />

Aan de ene zijde betreft het een inerte en<br />

verder onbelangrijke chemische groep, maar<br />

aan de andere kant zitten achter elkaar drie<br />

verschillende aminozuren in de weg.<br />

De Engelse onderzoekers bevestigden op<br />

de ring een katalysator die deze aminozuren<br />

van hun as losweekt en aan de katalysator<br />

zelf plakt. Nadat het eerste aminozuur van as<br />

naar ring is verplaatst, beweegt de ring zich<br />

wat verder langs de as en herhaalt het proces<br />

zich, behalve dat het volgende aminozuur<br />

aan het vorige wordt gekoppeld in plaats van<br />

aan de katalysator. Zo plukt de ring een voor<br />

een de aminozuren van de as af en smeedt<br />

die achter elkaar. Na aoop glipt de ring met<br />

peptide en al van de as af.<br />

Natuurlijk steekt de imitatie in alle opzichten<br />

mager af bij het origineel: de onderzoekers<br />

hebben zelf de volgorde van de<br />

aminozuren in het rotaxaan vastgelegd toen<br />

ze dat synthetiseerden, terwijl het biologische<br />

ribosoom ‘externe’ instructies gebruikt<br />

en zelf de juiste ingrediënten uit zijn omge-<br />

ving vist. Ook vernielt de imitatie zichzelf<br />

tijdens het klaren van de klus. En waar het<br />

echte ribosoom vijftien tot vijftig aminozuren<br />

per seconde verwerkt, doet Leighs creatie<br />

er twaalf uur over om één aminozuur te<br />

verplaatsen. Het enige praktische nut die de<br />

vondst zou kunnen hebben, is om moleculen<br />

te synthetiseren die niet met de huidige<br />

methodes zijn te maken.<br />

De waarde van het werk uit Manchester<br />

is dan ook voornamelijk symbolisch: de wetenschap<br />

heeft haar grip op het allerkleinste<br />

weer een klein beetje verstevigd.


Opinie<br />

Jeroen Bouwens is senior softwaredesigner<br />

bij Sioux Embedded Systems en blogt<br />

over softwareontwikkeling op<br />

weblog.jeroen.ws.<br />

Software-engineering<br />

Rotte software<br />

In het boek ‘e pragmatic programmer’<br />

hebben Andrew Hunt en David omas<br />

het over de entropie van software. Hiermee<br />

bedoelen ze de schijnbaar onvermijdelijke<br />

en altijd maar toenemende chaos in de<br />

code van een stuk software. Ze trekken een<br />

parallel met de broken window-theorie, die<br />

stelt dat de aftakeling van een wijk begint<br />

bij iets kleins, zoals een ingegooid raam. Ze<br />

concluderen dat software-entropie, of softwarerot,<br />

voornamelijk een cultureel probleem<br />

is: een klein stukje slechte code zet<br />

een proces van aftakeling in gang met als<br />

uiteindelijke resultaat een fragiele brij van<br />

ondoorgrondelijke spaghetticode waar niemand<br />

meer wijs uit kan.<br />

Hoewel softwarerot helaas een realiteit is,<br />

en instabiele software het resultaat, denk ik<br />

dat Hunt en omas een belangrijke oorzaak<br />

over het hoofd zien: software-engineers die<br />

geen idee hebben waar ze mee bezig zijn.<br />

Niet doordat ze incompetent zijn (nou ja,<br />

dat ook in sommige gevallen), maar doordat<br />

ze om een aantal redenen niet voldoende<br />

weten over de onderliggende ontwerploso-<br />

e van de code waar ze aan werken.<br />

Alle software die wordt geschreven, heeft<br />

een ontwerp: een set van aannames en ideeen,<br />

een losoe, die bij elkaar genomen bepalen<br />

hoe de code eruit komt te zien, welke<br />

abstracties er zijn en hoe dit alles gestructureerd<br />

wordt. Dit kan impliciet gebeuren,<br />

zonder enige vorm van documentatie, of<br />

het resultaat zijn van een lang, zorgvuldig<br />

proces, maar het is er altijd.<br />

Zolang er maar een paar mensen aan de<br />

software werken die er vanaf het begin bij<br />

zijn, heb je een kans dat de code het oorspronkelijke<br />

ontwerp volgt. Op het moment<br />

dat er echter nieuwe programmeurs bij komen,<br />

slaat de rot toe. Deze nieuwe mensen<br />

hebben niet hetzelfde denkproces doorlopen<br />

als het oorspronkelijke team. Ze zijn<br />

niet met niks begonnen en hebben niet hetzelfde<br />

voortschrijdend inzicht doorgemaakt<br />

dat heeft geleid tot een consistente set van<br />

ideeën die de basis vormt van alle goede<br />

ontwerpen. En één ding is zeker: als je er<br />

niet van het begin af aan bij was, is snappen<br />

waarom een stuk code op een bepaalde manier<br />

is geschreven haast ondoenlijk.<br />

Een simpele oplossing voor dit probleem<br />

is er niet, maar er zijn wel enkele maatregelen<br />

om de ernst ervan te verminderen. Zo<br />

kun je codereviews verplicht stellen. Het is<br />

dan wel van wezenlijk belang om de reviewers<br />

goed te trainen. Ook goede tooling is<br />

belangrijk om het proces eectief te laten<br />

Op het moment dat er<br />

nieuwe programmeurs bij<br />

komen, slaat de rot toe<br />

zijn. Als er veel nieuwe code wordt geschreven,<br />

kan reviewen een vervelende klus zijn.<br />

Het is echter een fout om het te zien als<br />

overhead die overgeslagen kan worden als<br />

de druk toeneemt. Dat leidt op termijn tot<br />

rotte software.<br />

Een andere maatregel is het genereren<br />

van documentatie uit code die met een<br />

systeem als Javadoc van commentaar is<br />

voorzien. De gegenereerde documentatie<br />

kan voor nieuwe mensen als naslagwerk<br />

dienen. Controleer in reviews of alles is becommentarieerd<br />

en of dit commentaar ook<br />

daadwerkelijk nuttig is.<br />

Verder hebben nieuwe mensen begeleiding<br />

nodig om bekend te raken met een<br />

bestaande codebase. Neem hier dan ook<br />

ruim de tijd voor! Als een nieuw teamlid op<br />

een goed moment code begint te wijzigen,<br />

review dit dan zorgvuldig met speciale aandacht<br />

voor zaken die duiden op een gebrek<br />

aan kennis van het onderliggende ontwerp.<br />

Het op peil houden van de kwaliteit is een<br />

van de fundamentele problemen in de software-engineering<br />

van dit moment, en softwarerot<br />

is hierbij een vervelend verschijnsel<br />

dat lastig aan te pakken is. Maar met aandacht<br />

voor het probleem, en met de juiste<br />

maatregelen, kan het wel.<br />

2 | 25


26 | 2<br />

Achtergrond<br />

Eenvoudige verpleegoproepsystemen<br />

(‘intercoms’ met alarmknop voor verzorgings-<br />

en bejaardentehuizen) waren<br />

er al in allerlei soorten en maten. Leverancier<br />

Ascom Nederland uit Utrecht kreeg<br />

echter steeds meer vraag naar geavanceerdere<br />

functionaliteit. Van het omroepen van<br />

de bingo in het tehuis tot nieuwe diensten<br />

via internet, zoals het aanbieden van tafeltje-dek-je<br />

of het laten bestellen van een<br />

taxi. Ook voor domoticatoepassingen als de<br />

regeling van licht, temperatuur, ventilatie<br />

en zonwering zou een dergelijk systeem geschikt<br />

moeten zijn.<br />

Interessant is verder het opkomende gebied<br />

van de telemedicine: de gebruiker zelf<br />

(of diens verzorgende) kan in de eigen omgeving<br />

metingen uitvoeren aan bijvoorbeeld<br />

zijn gewicht, bloeddruk of bloedsuiker. Het<br />

meetapparaat stuurt de resultaten via Bluetooth<br />

naar het oproepsysteem, dat ze ver-<br />

Gezondheidszorg<br />

Verpleegoproepsysteem<br />

wordt multifunctioneel<br />

communicatiecentrum<br />

Wat ooit begon als een simpel alarmeringssysteem, kon uitgroeien tot een<br />

multifunctioneel communicatieplatform. In opdracht van Ascom bracht 3T<br />

uiteenlopende functies voor bediening en gegevensuitwisseling bijeen op een<br />

embedded-Linux-gebaseerd platform. Vervolgens verzorgde het de productie en de<br />

levering van duizenden stuks.<br />

Jeroen Koëter René van der Veen<br />

volgens via internet verzendt naar de zorgaanbieder.<br />

Ideaal is het als de communicatie<br />

twee richtingen op gaat: de gebruiker initieert<br />

in het systeemmenu zelf een meting of<br />

krijgt een oproep of herinnering daartoe.<br />

In 2008 besloot het Nederlandse dochterbedrijf<br />

van Ascom Zweden tot de bouw van<br />

een geavanceerd verpleegoproepsysteem.<br />

Het benaderde 3T om het complete traject<br />

uit te voeren, van ontwerp en ontwikkeling<br />

tot productie en levering. Het product kreeg<br />

de naam Amido (‘huisvriend’, een samentrekking<br />

van de Latijnse woorden amicus<br />

‘vriend’ en domus ‘huis’).<br />

Betrouwbaar<br />

Een van de uitdagingen was het combineren<br />

van uiteenlopende communicatieprotocollen<br />

en de bijbehorende digitale en analoge<br />

elektronica in één printontwerp (zie kader).<br />

Voor het afhandelen en loggen van de ver-<br />

De gebruikersinterface<br />

is eenvoudig<br />

aan te passen<br />

aan de look-andfeel<br />

van een opdrachtgever.<br />

pleegoproepen is de Amido afhankelijk van<br />

de achterliggende meldbanksystemen, die<br />

de verbinding tussen cliënt en verzorging<br />

regelen. Die communicatie loopt via een<br />

Sip-stack (Session Initiation Protocol), die<br />

ook wordt gebruikt voor bijvoorbeeld Voip.<br />

Er is echter geen standaardprotocol voor<br />

alarmering en uitwisseling van telemedicine-data.<br />

Dit maakte overleg met de verschillende<br />

meldbankleveranciers noodzakelijk.<br />

Voor alle communicatiefunctionaliteit<br />

hebben we uiteindelijk een complexe achtlaags<br />

print ontworpen, met een dusdanige<br />

lay-out dat de verschillende signalen zo weinig<br />

mogelijk interferentie en EMC-storing<br />

ondervinden van elkaar. Hart van het systeem<br />

is een Arm9-gebaseerde I.MX27-processor<br />

van Freescale. Veel van de gebruikte<br />

componenten zijn terug te vinden in mobiele<br />

apparaten, dus geminiaturiseerd. Denk<br />

aan een zeshonderd pinnen tellende ball<br />

grid array (BGA) met een pitch van 0,4 mm.<br />

Dit gaf een extra uitdaging bij het ontwerp<br />

en de productie (het solderen), waardoor er<br />

veel afstemming nodig was met de EMSproducent<br />

over test- en produceerbaarheid.<br />

De embedded software voor de systeembesturing<br />

hebben we gebouwd op een Linuxkernel.<br />

De keuze is hierop gevallen, niet alleen<br />

vanwege afwezige licentiekosten maar<br />

ook omdat de software naar eigen inzicht is<br />

aan te passen aan het gewenste hardwareplatform.<br />

Verder is een Linux-gebaseerd<br />

systeem goed congureerbaar en zijn er tal<br />

van applicaties en bibliotheken beschikbaar<br />

om het systeem mee op te bouwen en uit te<br />

breiden. Nadeel is het veranderlijke karakter<br />

en de beperkte support. Voor de kernel<br />

hebben we een aantal keer een baseline<br />

bevroren om niet telkens achter de laatste


eleases aan te hoeven blijven lopen. Deze<br />

iteratieve benadering maakt het gebruik<br />

van open source tot een beheersbaar proces.<br />

Een belangrijk ontwerpaspect was de betrouwbaarheid.<br />

Een alarmeringssysteem<br />

moet 24/7 operationeel zijn. Omdat betrouwbaarheid<br />

niet een eigenschap is die<br />

achteraf is toe te voegen, liep het als een rode<br />

draad door het hele ontwerp- en realisatieproces.<br />

Dit is terug te zien in de systeemarchitectuur,<br />

waarin we alle functionaliteit<br />

van elkaar hebben ontkoppeld om ervoor<br />

te zorgen dat niets de alarmeringsfunctie in<br />

gevaar kan brengen. Ook de koppeling met<br />

een door Ascom ontwikkeld managementsysteem<br />

– dat op afstand zorgt voor het beheer<br />

van de instellingen en het updaten van<br />

de software – hebben we fouttolerant uitgevoerd<br />

en op robuustheid getest. Software-<br />

De uiteindelijke<br />

print heeft een<br />

complexe vormfactor<br />

opgelegd<br />

door het design<br />

van de behuizing.<br />

updates moeten betrouwbaar gebeuren,<br />

zelfs als er duizenden ‘oproepkastjes’ met<br />

het centrale systeem zijn verbonden.<br />

Gebruikersvriendelijk<br />

De Amido reageert op een verpleegoproep<br />

door een spreek-luisterverbinding op te<br />

zetten tussen centralist en cliënt, waarbij<br />

het kastje fungeert als speaker-telefoon.<br />

Voor een optimale verstaanbaarheid past<br />

het daarbij realtime audioprocessing toe<br />

met behulp van de opensource Speex-bibliotheek.<br />

Deze regelt onder meer de akoestische<br />

echo- en ruisonderdrukking. Voor<br />

een goed resultaat is het belangrijk dat de<br />

audiostromen van en naar microfoon en<br />

luidspreker constant zijn. Om hiervoor te<br />

zorgen, hebben we de bestaande streaming<br />

geoptimaliseerd en gedeeltelijk opnieuw ge-<br />

implementeerd middels interruptroutines.<br />

Door slim geheugengebruik en een juiste<br />

prioritering van de verschillende processen,<br />

zoals de user-interface, de communicatie en<br />

de audio, hebben we een goede geluidskwaliteit<br />

gerealiseerd, zonder haperingen.<br />

Bij het ontwerp van de Gui hebben we<br />

de verschillende doelgroepen scherp in het<br />

vizier gehouden: enerzijds de afnemers (typisch<br />

zorginstellingen), anderzijds eindgebruikers<br />

(veelal senioren die weinig ervaring<br />

hebben met moderne consumentenelektronica<br />

en internet). We hebben de interface zo<br />

opgezet dat deze als een website aanpasbaar<br />

is voor verschillende typen gebruikers en<br />

voor grootafnemers met een eigen huisstijl.<br />

Hiervoor hebben we de opensource toolkit<br />

WXWidgets gebruikt, waarmee de Gui in<br />

XML is te beschrijven. Uiteindelijk moet<br />

een IT’er of netwerkbeheerder bij de klant<br />

de interface kunnen congureren. Relevante<br />

ontwerpaspecten voor de gebruikersinterface<br />

waren onder meer de structuur<br />

(meer of minder eenvoudig, naargelang de<br />

gebruikersgroep) en de visuele presentatie<br />

(denk aan kleurenblindheid).<br />

Omwille van het design, de kosten en de<br />

gewenste gebruikersvriendelijke uitstraling<br />

heeft het systeem een kunststof behuizing.<br />

Ook hiervoor was 3T verantwoordelijk. Het<br />

ontwerp, de matrijzenbouw en de spuitgietproductie<br />

hebben we gecoördineerd en samen<br />

met Ascom zijn we naar enkele tehuizen<br />

gegaan om verschillende ontwerpen te<br />

testen bij potentiële gebruikers.<br />

Met het oog op een eenvoudige installatie<br />

heeft de Amido geen 230 V netaansluiting,<br />

maar Power over Ethernet-functionaliteit.<br />

Als back-up zijn er twee batterijen, waarmee<br />

het systeem bij stroomuitval twee uur door<br />

2 | 27


kan draaien. In principe werkt het dan op<br />

een van beide, want voor een goed functioneren<br />

moet elke batterij van tijd tot tijd helemaal<br />

ontladen en weer opgeladen worden.<br />

Voor het benodigde batterijmanagement<br />

konden we de ervaring benutten die we onder<br />

meer hebben opgedaan voor de elektrische<br />

Ion-ets van Sparta en de zonneauto<br />

van het Solar Team Twente (zie Bits&Chips<br />

3, 2012, NR).<br />

Overgenomen<br />

Bij elke softwarerelease hebben we de complete<br />

functionaliteit uitgebreid en deels<br />

automatisch getest op een gestandaardiseerde<br />

opstelling. Dat bleek nog tricky:<br />

het ene netwerk is het andere niet en een<br />

28 | 2<br />

Achtergrond Gezondheidszorg<br />

De Amido bevat veel<br />

geminiaturiseerde<br />

componenten, zoals<br />

een zeshonderd pinnen<br />

tellende BGA met een<br />

pitch van 0,4 mm.<br />

3T bouwde een<br />

gestandaardiseerde<br />

opstelling voor het<br />

automatisch testen<br />

en uploaden van<br />

een nieuwe softwarerelease.<br />

software-update verloopt bij 25 systemen<br />

in een testomgeving toch even anders dan<br />

voor 2.500 systemen in het veld. Hoewel de<br />

integratie van de Amido-systemen met een<br />

meldbank bij de klant primair de taak van<br />

Ascom is, hebben we al het noodzakelijke<br />

proberen te regelen om een eventueel ongemak<br />

zo snel mogelijk te kunnen verhelpen.<br />

Hierbij is een goede foutrapportage vanuit<br />

het veld van wezenlijk belang. Daarom<br />

hebben we een geformaliseerde procedure<br />

uitgewerkt om bug-trackingsystemen op elkaar<br />

te laten aansluiten en extra diagnostische<br />

software toegevoegd om gedetailleerde<br />

debuginformatie te verkrijgen.<br />

De ontwikkeling, productie en levering<br />

van meerdere duizenden systemen heb-<br />

ben we onlangs succesvol afgerond. Ascom<br />

Zweden heeft het product inmiddels in zijn<br />

geheel overgenomen – de productie, het<br />

testen (inclusief door 3T gemaakte testsystemen),<br />

het onderhoud en de ontwikkeling<br />

van nieuwe functionaliteit. Dit was vanaf<br />

het begin de bedoeling omdat het moederbedrijf<br />

over eigen ontwikkel- en productiefaciliteiten<br />

beschikt.<br />

Jeroen Koëter heeft als embeddedsoftwarearchitect<br />

aan het Amido-project<br />

gewerkt vanuit 3T’s vestiging in Eindhoven.<br />

René van der Veen was projectleider bij de<br />

Enschedese hoofdzetel van het bedrijf.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

Protocollen en aansluitingen Amido<br />

• Ethernet:<br />

- Voeding (Power over Ethernet)<br />

- Sip voor meldbankkoppeling, digitale telefonie (Voip) en digitale intercomsystemen (bellenbord in centrale hal)<br />

- Unite (protocol van het Ascom-beheerplatform)<br />

- Streaming video (video-intercom)<br />

- Software-updates (ook via internet)<br />

- Koppeling naar online diensten<br />

• Analoge telefonie:<br />

- DTMF-meldbankkoppeling (alternatieve meldbank)<br />

- Analoge intercomsystemen<br />

• Bridging tussen Voip en analoge telefonie<br />

• Draadloos (voor de alarmknop op het lichaam van de bewoner; via een merkspecifiek protocol)<br />

• Bluetooth (telemedicine-toepassingen)<br />

• KNX (domotica)<br />

• USB (bijvoorbeeld voor een Wifi-stick en toekomstige uitbreidingen)<br />

• RS232 (debuglogging en toekomstige uitbreidingen)<br />

• RS485 (bijvoorbeeld voor een paslezer voor identificatie van een verzorgende)<br />

• Discrete I/O (bijvoorbeeld voor een deurbeldrukker of een detectiemat)<br />

• Relaisuitgangen (bijvoorbeeld voor een deuropener)<br />

• Voeding voor ledlampen boven de kamerdeur (rood voor alarm, groen voor aanwezigheid verzorging)


Opinie<br />

Jaco Friedrich is softskillstrainer bij<br />

The High Tech Institute.<br />

jaco.friedrich@hightechinstitute.nl<br />

De communicatietrainer<br />

Wat zeg ik bij de koffieautomaat?<br />

Een elektronicaontwikkelaar vraagt:<br />

Tijdens een recent functioneringsgesprek<br />

zei mijn leidinggevende dat ik inhoudelijk<br />

prima werk lever, maar dat mijn communicatieve<br />

vaardigheden te wensen overlaten.<br />

Het klopt dat ik vaak niets zeg bij de koeautomaat<br />

of op de werkborrel, want ik heb<br />

een hekel aan dat geklets over triviale onderwerpen.<br />

Volgens mijn baas is smalltalk<br />

echter noodzakelijk voor mijn loopbaan.<br />

Hoe zet ik me over mijn tegenzin heen en<br />

maak ik een luchtig praatje?<br />

De communicatietrainer antwoordt:<br />

Met smalltalk leg je contact. Een gesprekje<br />

met iemand kunnen aanknopen is een<br />

belangrijke vaardigheid. Je leert zo makkelijk<br />

nieuwe mensen kennen en kunt ‘het<br />

ijs breken’.<br />

Als professional draait je communicatie<br />

op de werkvloer om content én de relatie<br />

met de ander. Inhoudelijke gesprekken<br />

gaan je waarschijnlijk goed af en dat is mooi<br />

want je wordt betaald om problemen op te<br />

lossen. Om optimaal informatie te kunnen<br />

uitwisselen, moet je echter ook een relatie<br />

opbouwen met de ander. Kraakt en piept de<br />

‘verbinding’, dan kom je niet aan je inhoudelijke<br />

boodschap toe.<br />

Je hebt dus minimaal een beetje positief<br />

contact nodig om überhaupt over zaken te<br />

kunnen praten. En om met elkaar aan de<br />

praat te komen, moet je je mond opendoen.<br />

Dus wat zeg je bij de koeautomaat of op<br />

de borrel als je geen inhoudelijk onderwerp<br />

hebt? Geen zorgen, dit valt te leren. Daarbij<br />

gaat het om drie dingen: je innerlijke houding,<br />

je lichaamshouding en dat wat je zegt.<br />

Contact leggen begint met je innerlijke<br />

houding: nieuwsgierigheid. Je zegt misschien:<br />

‘Eigenlijk interesseert die ander<br />

me niet echt.’ Dat kan, alleen wordt soepel<br />

contact leggen dan nogal lastig. Je zult je<br />

nieuwsgierigheid dus aan moeten zetten.<br />

Vraag jezelf bijvoorbeeld in gedachten af:<br />

‘Goh, wie is dat?’, ‘Waar zou hij mee bezig<br />

zijn?’, ‘Wat zou zijn specialisme zijn?’.<br />

Nieuwsgierigheid laat je openstaan voor de<br />

reactie van je gesprekspartner als jij het initiatief<br />

neemt om iets te zeggen.<br />

Voor je lichaamshouding geldt: dring jezelf<br />

niet op, maar maak jezelf ook niet onzichtbaar.<br />

Ontspan.<br />

Vervolgens: wat zeg je? Dat kan een vraag<br />

zijn die je hebt of iets dat je opvalt. Regel is<br />

dat het onderwerp in het hier en nu speelt.<br />

Daarmee trek je de aandacht van de ander.<br />

Je zegt bijvoorbeeld: ‘Shit, wat is die koe<br />

heet’ of ‘Stond je ook zo vast in de le?’.<br />

Nu je de aandacht hebt, kun je de bal naar<br />

de ander spelen. Dit doe je door een open<br />

vraag te stellen. Open vragen beginnen met<br />

‘waar’ (‘Waar kom je vandaan?’), ‘hoe’ (‘Hoe<br />

vind je het hier?’), ‘wat’ (‘Wat doe je?’) of<br />

‘welke’ (‘Bij welke afdeling werk je?’). Open<br />

vragen nodigen uit tot een gesprek.<br />

Vraag liever niet ‘waarom’ (‘Waarom ben<br />

je hier?’). Dit kan aanvallend overkomen,<br />

zeker als je iemand niet kent. Je wilt juist<br />

dat die ander openstaat voor contact. Ook<br />

liever geen gesloten vragen die de ander<br />

met een simpel ja of nee kan beantwoorden.<br />

Dus niet ‘Vond je het ook saai?’ of ‘Vind je<br />

de koe ook niks?’, maar ‘Wat vond je van<br />

die bijeenkomst?’ of ‘Wat vind jij van de kof-<br />

Voor optimale<br />

informatie-uitwisseling<br />

moet je een relatie<br />

opbouwen met de ander<br />

e?’. Je kunt daarbij ook je eigen mening geven,<br />

bijvoorbeeld ‘Ik vind de koe wat slap<br />

de laatste tijd. Wat vind jij?’. Als de ander<br />

reageert, is het eerste contact gelegd.<br />

Je kunt het gesprek nu voortzetten als je<br />

wilt en een inhoudelijke vraag stellen, zoals<br />

‘Waar ben jij mee bezig?’ of ‘Wat vond jij<br />

van de lezing?’. Ingewikkelder dan dit is het<br />

niet. Kwestie van doen.<br />

Zomaar een praatje maken kan ongemakkelijk<br />

voelen. Als je deze vaardigheid<br />

echter onder de knie krijgt, vergroot het<br />

je vermogen om nieuwe mensen te leren<br />

kennen en relaties op te bouwen. Dus<br />

oefen en je zult merken dat het gemakkelijker<br />

gaat dan je dacht. En weet dat de<br />

meeste mensen het leuk vinden als je met<br />

wat smalltalk contact legt.<br />

2 | 29


ExtraSENSORy – EBV Makes Sense<br />

The World is Full of Impressions. We Like to Sense Them All.<br />

The human body uses billions of senses to experience the<br />

world but nowadays our daily life demands more and more<br />

sensitivity.<br />

This provides our industry with huge potential for millions of<br />

applications. It’s up to our customers and EBV now to create<br />

additional business with sensor-based systems while saving<br />

energy at the same time.<br />

Distribution is today.<br />

Tomorrow is EBV!<br />

www.ebv.com<br />

Solutions for Motion-, Pressure-,<br />

Magnetic-, Light-, Touch- and<br />

Temperature Sensors<br />

We are co-operating with world-class partners who offer<br />

you leading sensor technology. This portfolio in combination<br />

with our sales teams and 110 application engineers provide<br />

you with everything you need to convert your ideas into<br />

successful projects.<br />

For all info and design know-how please contact your local<br />

EBV partners as well as check at www.ebv.com/sensors.


Thema<br />

<strong>Sensoren</strong><br />

<strong>Sensoren</strong> spelen een steeds grotere rol in de wereld om ons heen. In<br />

apparaten en machines verrichten ze allerhande metingen en in huis,<br />

op straat en zelfs op zee houden ze alles goed in de gaten. Deze uitgave<br />

gaat in op de laatste sensorontwikkelingen in België en Nederland.


Paul van Zeijl werkte bij Philips Research<br />

aan radar, maar merkte dat<br />

dat daar geen topprioriteit had. Hans<br />

Brouwer was na het faillissement van de<br />

Vughtse systeembouwer CPS Europe op<br />

zoek naar een nieuwe uitdaging en had<br />

radar hoog op zijn lijstje van interessante<br />

technologieën staan. Een gemeenschappelijke<br />

kennis aan de TU Delft koppelde de<br />

twee in 2011 aan elkaar en Omniradar was<br />

geboren. Met eigen geld en twee STW-valorisatiebeurzen<br />

van vijfentwintig- en tweehonderdduizend<br />

euro werkt het fabless<br />

halfgeleiderbedrije uit Eindhoven aan een<br />

eenchipradar. CEO Brouwer: ‘Midden dit<br />

jaar zijn we klaar voor in-designs met oplages<br />

van tienduizenden stuks.’<br />

De radarchip is vrijwel kant-en-klaar en<br />

komt met alles erop en eraan, waaronder<br />

een antenne om te zenden en twee om te<br />

ontvangen en analoog-digitaalconversie<br />

voor de 60-GHz-band waarin het IC werkt.<br />

Gebruikers hoeven geen complexe mi-<br />

32 | 2<br />

Nieuws Chipontwerp<br />

Eindhovense<br />

starter stoomt<br />

eenchipradar<br />

klaar voor<br />

de markt<br />

Afgelopen augustus zag Omniradar<br />

de eerste prototypes van zijn eenchipradar<br />

van de band rollen bij NXP.<br />

Halverwege dit jaar denkt het Eindhovense<br />

bedrijfje klaar te zijn voor<br />

productie op grotere schaal.<br />

Nieke Roos<br />

crogolf- of RF-bordontwerpen te maken,<br />

maar kunnen hun applicatie afbouwen met<br />

eenvoudige laagfrequente componenten.<br />

Door de eenchipradar te koppelen aan een<br />

standaard microprocessor, DSP of FPGA<br />

kunnen ze direct beginnen met de algoritmes<br />

voor de dataverwerking. Er is ook een<br />

variant zonder antennes, die te combineren<br />

is met een losse (maatwerk)array op<br />

dezelfde printplaat.<br />

Omniradar richt zich op productontwikkelaars<br />

die radartechnologie inkopen en opnemen<br />

in systemen die zij zelf weer wegzetten<br />

bij eindgebruikers. Klanten zijn er nog niet,<br />

maar de start-up werkt al wel nauw samen<br />

met een aantal bedrijven om te bekijken wat<br />

de chip voor hen kan betekenen. Een belangrijke<br />

partner is Radarxense uit Maarssen,<br />

dat complete radarmodules levert voor nonautomotivetoepassingen<br />

(zie Bits&Chips 3,<br />

2012). ‘Zij zijn er vanaf het begin bij betrokken<br />

geweest’, vertelt Brouwer. ‘Ze hebben ons<br />

geholpen met de specs en overwegen nu om<br />

ons front-end te gebruiken omdat dat beter<br />

is dan wat ze nu hebben. Daarnaast zijn we in<br />

gesprek met Chess.’<br />

Verdere integratie<br />

Radar zit in de lift, verklaren de oprichters<br />

van Omniradar hun keuze voor deze technologie.<br />

‘Er zijn een heleboel manieren om<br />

de nabijheid van objecten te detecteren:<br />

camera, infrarood, lidar, ultrasoon’, neemt<br />

Brouwer het woord. ‘Radar is echter superieur,<br />

zeker in moeilijke omstandigheden<br />

zoals wind, regen, mist en duisternis. Zogeheten<br />

Pirretjes, passieve bewegingsmelders<br />

op basis van infrarood, hebben daar bijvoorbeeld<br />

heel veel last van valse alarmen. Een<br />

zeer recente studie van de Duitse auto-industrie<br />

bedeelt radar bovendien een belangrijke<br />

rol toe in automotive.’<br />

De Eindhovense starter is niet de enige<br />

die die kansen heeft gespot, maar wel een<br />

van de weinige die zijn heil zoekt op 60<br />

GHz. ‘De bestaande radaroplossingen zit-


ten vooral in de 5- en 24-GHz-banden’, stelt<br />

Brouwer. ‘Dat zijn echter vaak meer discrete<br />

oplossingen, wat betekent dat het designwerk<br />

complex is en dus duur. De ISM-band<br />

rond 5 GHz is bovendien drukbezet, zodat<br />

je daar veel last hebt van interferentie. 24<br />

GHz heeft weer als nadeel dat die band<br />

slechts een kwart gigahertz breed is, waardoor<br />

je veel minder resolutie haalt.’<br />

‘Met een kwart gigahertz bandbreedte<br />

op 24 GHz moeten twee objecten minimaal<br />

drie kwart meter uit elkaar staan om ze van<br />

elkaar te kunnen onderscheiden’, haakt CTO<br />

Van Zeijl in. ‘Op een halve meter zie je ze als<br />

één object. De 60-GHz-band is momenteel<br />

een halve gigahertz breed, waarmee je dus<br />

al twee keer zo veel resolutie hebt en naar<br />

35 centimeter gaat. Binnenkort wordt de<br />

vrije bandbreedte rond 60 GHz zelfs zeven<br />

gigahertz en kun je objecten tot op vier centimeter<br />

uit elkaar houden.’<br />

De componenten voor 60 GHz zijn ook<br />

een stuk compacter. Van Zeijl: ‘Hun afme-<br />

xxxx<br />

tingen zijn evenredig met de golengte.<br />

Van 24 naar 60 GHz gaat die met een factor<br />

twee tot drie naar beneden, zodat ook<br />

de componenten twee tot drie keer kleiner<br />

kunnen. Dat maakt verdere integratie mogelijk.<br />

Onze chip is daardoor niet alleen<br />

nog kleiner, we kunnen er zelfs de antennes<br />

in opnemen.’<br />

Onder de dollar<br />

Dat 60 GHz minder gangbaar is bij de beoogde<br />

doelgroep van autofabrikanten zien<br />

de mannen van Omniradar niet als een probleem.<br />

‘Zij werken vooral met 77 GHz. Het<br />

zal een herontwerp vergen van onze chip<br />

maar er zijn zeker mogelijkheden’, meent<br />

Van Zeijl. ‘De grootste uitdaging is om binnen<br />

te komen. Autofabrikanten worden<br />

heel erg afgeschermd door hun eerstelijnsleveranciers.<br />

Die vertellen niet wat er allemaal<br />

mogelijk is, maar leveren gewoon hun<br />

eigen radartechnologie. Op een workshop<br />

in Zweden hadden we vorig jaar echter de<br />

Op dit moment telt Omniradar vier medewerkers:<br />

systeemarchitect Tim Savelyev, designengineer<br />

Jacques Rompen, CTO Paul van Zeijl<br />

en CEO Hans Brouwer (van links naar rechts).<br />

gelegenheid om onze oplossing direct aan<br />

mensen van Volvo te laten zien. Die waren<br />

zo enthousiast dat we nu een uitnodiging<br />

hebben om eens langs te komen, dus misschien<br />

dat we straks wel een speciale variant<br />

mogen maken voor de auto-industrie.’<br />

Een interessante plek in de auto is de<br />

benzinetank. ‘Daar gebruiken fabrikanten<br />

nog vlotters om het peil te meten’, aldus<br />

Brouwer. ‘Dat is bijna prehistorische technologie.<br />

Iedereen die wel eens met nul op de<br />

teller nog tachtig kilometer heeft gereden,<br />

weet hoe onnauwkeurig ze zijn. Maar ja, ze<br />

kosten twee keer niks en daar gaat het om<br />

in de automotivesector. We zijn er echter<br />

van overtuigd dat we iets unieks hebben dat<br />

daar voor een doorbraak kan zorgen.’<br />

2 | 33


Word ook<br />

abonnee<br />

Bits&Chips is het leidinggevende<br />

Nederlandstalige nieuws- en<br />

opiniemagazine voor de<br />

hightechindustrie in<br />

België en Nederland.<br />

Behoort u tot een van de volgende doelgroepen?<br />

• Actief betrokken bij de ontwikkeling van slimme apparaten en machines<br />

• Beslisser in het hoger management van de hightechindustrie<br />

• Student van een hoger technische opleiding of professional in een technische richting<br />

• Eenieder die op de hoogte moet zijn van de ontwikkelingen in de hightechmarkt<br />

Dan Dan mag een abonnement op het magazine Bits&Chips en/of de nieuwsbrief<br />

nieuwsbrief<br />

niet ontbreken. Voor meer informatie en aanmelden aanmelden gaat u naar<br />

www.bits-chips.nl/abonneren.


Hetzelfde geldt voor het meten van<br />

vloeistofniveaus in andere domeinen, gaat<br />

Brouwer verder. ‘In olieopslagtanks maken<br />

ze bijvoorbeeld ook gebruik van radar om<br />

het peil te bepalen. De bestaande systemen<br />

zijn vrij groot en duur, zodat daar kansen<br />

liggen voor ons. Met honderdduizend stuks<br />

is de markt op dit moment alleen wat klein<br />

om echt interessant te zijn voor een nieuwe<br />

speler. Een andere aardige toepassing is<br />

bepalen in welke stand een hydraulische<br />

cilinder zich exact bevindt. Daar zijn nu allerlei<br />

complexe mechanismen voor, onder<br />

meer door bij te houden hoeveel olie erin<br />

is gegaan. Het kan veel directer en veel<br />

goedkoper door met onze chip de hoogte<br />

van de vloeistofkolom in de cilinder te meten.<br />

Of hier echt een markt voor is, moeten<br />

we nog bekijken.’<br />

Verder ziet Omniradar mogelijkheden in<br />

achteruitrijsensoren, parkeersensoren en<br />

sensoren die de deur openen of het licht<br />

aandoen als ze de aanwezigheid van mensen<br />

detecteren. Brouwer: ‘In potentie zijn<br />

dat afzetgebieden van honderden miljoenen<br />

stuks. Door vergaande integratie denken we<br />

de prijs van onze oplossing zo te kunnen<br />

drukken dat we die markten kunnen openbreken.’<br />

Van Zeijl vergelijkt het met Bluetooth-chips:<br />

‘Daar zijn ze ooit begonnen<br />

met een target van onder de vijf dollar; nu<br />

zitten ze al onder de dollar. Bij voldoende<br />

grote aantallen gaan wij ook die richting op.’<br />

Echt Hollands<br />

Op zoek naar een productiepartner klopten<br />

de twee met hun businessplan aan bij NXP,<br />

waar Brouwer en vooral Van Zeijl goede<br />

contacten hebben. ‘Na mijn promotie in<br />

de elektrotechniek aan de TU Delft ben ik<br />

aan de slag gegaan bij Ericsson’, verklaart<br />

de laatste. ‘In Enschede heb ik gewerkt aan<br />

Dect-IC’s, die we lieten maken in het Qubicproces<br />

van Philips Semiconductors, en in<br />

Emmen heb ik aan de wieg gestaan van ’s<br />

werelds eerste Bluetooth-systeemchip. Tien<br />

jaar geleden ben ik overgestapt naar Philips<br />

Research om onderzoek te doen aan draadloze<br />

IC’s. Bij het huidige NXP ken ik nog<br />

verschillende mensen met wie ik toen heb<br />

samengewerkt en die bij de afsplitsing van<br />

Philips zijn meeverhuisd.’<br />

Die connecties kwamen bij Omniradar<br />

goed van pas. ‘We zijn gaan praten bij NXP<br />

Nieuws Chipontwerp<br />

De Eindhovense eenchipradar meet slechts 0,6 bij 0,7 centimeter, waar vergelijkbare<br />

digitale componenten al snel vijf keer zo groot zijn.<br />

en daar waren ze eigenlijk gelijk bereid om<br />

ons te ondersteunen en ons toegang te geven<br />

tot hun processen’, vervolgt Brouwer.<br />

‘We hebben nu een overeenkomst dat zij<br />

onze chip gaan maken in Qubic.’ ‘Het zal<br />

nog wel even spannend zijn als we naar<br />

grote aantallen gaan, want het is voor ons<br />

allemaal de eerste keer dat we een chip in<br />

productie brengen voor 60 GHz’, vult Van<br />

Zeijl aan. ‘Die onzekerheid heb je sowieso<br />

als je vanuit de research naar een product<br />

gaat, maar in het verleden is het me gelukt<br />

met Dect en Bluetooth en ik ben ervan overtuigd<br />

dat het nu weer gaat lukken.’<br />

Om de chip te verpakken, hebben de Eindhovenaren<br />

een speciaal LGA-omhulsel laten<br />

ontwikkelen. ‘De gebruikelijke metalen<br />

frames verstoren de werking van de antennes<br />

die wij aan boord hebben’, legt Brouwer<br />

uit. ‘Onze verpakking heeft een onderkant<br />

die de signalen optimaal doorlaat. Dergelijke<br />

LGA-modules zie je steeds meer; ze zijn<br />

lekker klein, je kunt ze op maat laten maken<br />

en je kunt er zelfs meerdere chipjes in kwijt.<br />

Voor de onze hebben we min of meer om de<br />

hoek een prima producent gevonden.’<br />

Zo levert Omniradar een echt Hollands<br />

product: zowel de technologieontwikkeling<br />

als de productie van de chip en de verpakking<br />

gebeurt hier. Dat was volgens Brouwer ook<br />

een van de uitgangspunten. ‘In Nederland<br />

hebben we heel veel radarexpertise, onder<br />

meer bij ales en TNO, en heel veel halfgeleiderkennis.<br />

Beide wilden we uitnutten.’<br />

Eigen onderkomen<br />

Eind januari was de tweede tape-out van<br />

het Omniradar-IC. ‘We zijn de chip nu aan<br />

het verbeteren om vanaf mei op beperkte<br />

schaal grotere aantallen te kunnen leveren.<br />

Daarnaast zijn we algoritmes aan het<br />

schrijven zodat we halverwege dit jaar hele<br />

applicaties kunnen bouwen met klanten’,<br />

blikt Brouwer vooruit. ‘Begin 2014 willen<br />

we het IC als standaard component beschikbaar<br />

hebben, dus inclusief ondersteuning<br />

en ontwikkeltools.’<br />

Behalve uit Brouwer en Van Zeijl bestaat<br />

Omniradar op dit moment uit design-engineer<br />

Jacques Rompen en systeemarchitect<br />

Tim Savelyev, maar uitbreiding staat op de<br />

kortetermijnplanning. Het team heeft nu<br />

nog onderdak bij de faculteit Elektrotechniek<br />

van de TU Eindhoven. In ruil daarvoor<br />

verleent Van Zeijl als visiting scientist<br />

hand- en spandiensten aan de afdeling. Binnenkort<br />

hoopt het bedrijf echter een eigen<br />

onderkomen te betrekken op Strijp.<br />

2 | 35


36 | 2<br />

Achtergrond Chipontwerp<br />

<strong>Sensoren</strong> zijn hot. Er komen steeds meer<br />

apparaten die op een of andere manier<br />

samenwerken met hun omgeving en<br />

sensordata-invoer nodig hebben. Het totaalgebruik<br />

van sensoren zowel in termen van<br />

absolute aantallen als in de diversiteit van<br />

de gemeten grootheden is de laatste jaren<br />

enorm gegroeid. De verwachting is dat dit<br />

nog verder zal versnellen.<br />

In industriële toepassingen zoals fabrieksautomatisering<br />

spelen sensoren al geruime<br />

tijd een belangrijke rol. De oplossingen zijn<br />

er zeer applicatiespeciek. De volumes zijn<br />

dan ook klein.<br />

De afgelopen jaren zijn er andere markten<br />

bij gekomen, met andere karakteristieken.<br />

Automotive is een relatief nieuw domein<br />

met een veel steilere groeicurve. Volgens<br />

schattingen vertegenwoordigen sensoren en<br />

andere elektronica in 2014 meer dan veertig<br />

procent van de waarde van een auto. Bepalende<br />

factoren hierbij zijn de steeds striktere<br />

eisen op het gebied van veiligheid en energieverbruik<br />

maar ook een trend naar (meer)<br />

autonome voertuigen.<br />

Meest opvallend is de doorbraak van sensoren<br />

in consumententoepassingen. Met de<br />

introductie van geavanceerde smartphones<br />

en tablets is er bijna vanuit het niets een<br />

consumentensensormarkt ontstaan. Dit domein<br />

groeit enorm, zowel in absolute hoeveelheden<br />

als in de aantallen sensoren per<br />

apparaat. De volumes zijn typisch hoog en<br />

de kosten per sensor laag.<br />

Extra complexiteit<br />

Aangezien de fysieke wereld om ons heen<br />

analoog is, registeren alle sensoren hun fy-<br />

Figuur 1: Een ADC converteert<br />

een analoge meetwaarde<br />

naar een digitale output.<br />

Sensor groeit uit tot systeemchip<br />

De wereldwijde markt voor sensoren groeit hard. Om deze stijging het hoofd te<br />

bieden, komt er steeds meer behoefte aan slimmere oplossingen die de sensor in<br />

één chip combineren met een of meerdere processoren. Jos Hegge van Synopsys<br />

geeft een overzicht en beschrijft de uitdagingen voor de systeemontwerper.<br />

Jos Hegge<br />

sieke grootheid primair in analoge waardes.<br />

Temperatuur kunnen we bijvoorbeeld meten<br />

aan de hand van de stroom door een temperatuurgevoelige<br />

weerstand. Om de output<br />

van het sensorelement te gebruiken in een digitaal<br />

formaat is een vorm van analoog-naardigitaalconversie<br />

nodig (ADC). Door continu<br />

te blijven meten, ontstaat een digitaal signaal.<br />

Eenmaal in het digitale domein kunnen<br />

we het signaal lteren en bewerken voordat<br />

het uiteindelijk naar de gebruiker gaat via<br />

een of andere communicatie-interface of -peripheral.<br />

De combinatie van deze componenten<br />

vormt een digitale sensor (Figuur 1).<br />

Voor de systeemintegrator bieden digitale<br />

sensoren veel voordelen, in het bijzonder als<br />

netwerken gewenst zijn. Een netwerkimplementatie<br />

geeft zo’n dertig procent besparing<br />

in bedradingskosten omdat niet iedere sensor<br />

met een eigen kabel aan de centrale verwerkingseenheid<br />

hoeft te hangen. Digitale<br />

communicatie laat ook langere afstanden<br />

toe en verbindingen van verschillende lengte.<br />

Digitale sensoren die zichzelf kalibreren,<br />

kunnen we zelfs vervangen zonder de verwerkingseenheid<br />

te hoeven aanpassen.<br />

Een groot voordeel voor de IC-designer is<br />

dat digitale implementatie relatief eenvoudig<br />

is. Het maken van analoge bandlters of<br />

adaptieve analoge lters is tamelijk veel werk,<br />

vraagt vaak nogal wat ruimte op de chip en<br />

vereist compromissen in de stabiliteit van<br />

de lterkarakteristieken. De rol van analoge<br />

signaalbewerking beperkt zich daarom meer<br />

en meer tot het normaliseren van het analoge<br />

signaal tot het invoerbereik van de ADC.<br />

Daarnaast worden sensoren steeds meer<br />

een integraal deel van processorgebaseerde<br />

apparaten. Voor de communicatie tussen<br />

meet- en verwerkingseenheid bestaan vele<br />

mogelijkheden, variërend van bussen, een<br />

op een serieel, parallel, pulsgemoduleerd,<br />

via gedeeld geheugen of draadloos. Daarnaast<br />

is er nog een bijna oneindige verzameling<br />

van toegepaste protocollen. De<br />

interfacing naar analoog zorgt voor extra<br />

complexiteit die de ontwerpers van deze<br />

systemen liever kwijt dan rijk zijn. Zij gaan<br />

er tegenwoordig zelfs bijna vanuit dat sensoren<br />

een digitaal signaal aeveren.<br />

Gecombineerde output<br />

Voor veel applicaties zijn de nauwkeurigheid<br />

en stabiliteit van een sensorsignaal cruciaal.<br />

Het is vaak moeilijk of zeer duur om<br />

een sensor te maken die aan de allerhoogste<br />

eisen voldoet. Een manier om dit probleem<br />

te omzeilen, is door sensorfusie te gebruiken.<br />

Normaal wordt dit ingezet bij meerdere<br />

sensoren die verschillende grootheden meten<br />

en hun resultaten zo combineren dat de<br />

‘som’ beter is dan de delen. De inputs kunnen<br />

hierbij zowel analoog als digitaal zijn<br />

(Figuur 2). Deze aanpak wordt steeds meer<br />

toegepast in IC-ontwerp.<br />

Sensorfusie kunnen we ook inzetten in de<br />

strijd tegen het verlopen van de meetwaarde.<br />

Soms heeft de inherente ruis in een sensor<br />

een sterk negatieve invloed op de output,<br />

onafhankelijk van de nauwkeurigheid<br />

van de meting. Als een integratiestap nodig<br />

is, kan een kleine afwijking in het gemeten<br />

signaal bijvoorbeeld leiden tot een geleidelijk<br />

verloop van het resultaat. We kunnen<br />

dan een andere sensor gebruiken om hiervoor<br />

te compenseren of te kalibreren.


Er zijn meerdere standaard algoritmes<br />

om sensorwaardes te fuseren. De meest<br />

bekende is het Kalman-lter. Dit voert een<br />

recursieve operatie uit op ruizige datastromen<br />

om een statistisch optimale schatting<br />

te maken van de onderliggende systeemstatus.<br />

Simpel gezegd: het lter middelt ruis<br />

uit en kalibreert zichzelf aan de hand van<br />

corrigerende meetwaardes.<br />

De gecombineerde output kunnen we niet<br />

zonder meer gebruiken. We dienen rekening<br />

te houden met inherente eecten zoals een<br />

verschil in relatieve positie van de sensorelementen.<br />

Om hiervoor te corrigeren, zijn<br />

extra kalibratiestappen nodig.<br />

Hardware of software<br />

De eerste sensoren met geïntegreerde ADC<br />

en digitale uitgang zijn pure hardwareoplossingen.<br />

De componenten gebruiken een<br />

converter, een communicatie-peripheral<br />

voor de digitale output en een hardwarematige<br />

state machine om de ADC-sampling<br />

en de uitgangscommunicatie aan te sturen.<br />

Daarbij kunnen ze lters toepassen om de<br />

signaalkwaliteit te verbeteren, bijvoorbeeld<br />

een analoog laag-doorlaatlter voor antialiasing<br />

bij de AD-conversie.<br />

<strong>Sensoren</strong> moeten echter steeds meer<br />

kunnen. Een manier om aan deze vraag te<br />

voldoen, is door een microprocessor toe te<br />

voegen (Figuur 3) die de functionaliteit in<br />

software uitvoert. Processoren bieden een<br />

hoge functionele dichtheid tegen lage kosten<br />

en veel meer exibiliteit. Sensorfuncties die<br />

we vaak in software geïmplementeerd zien,<br />

zijn bijvoorbeeld digitale lters, kalibratie,<br />

zowel initieel als continu om verloop of ver-<br />

ouderingseecten te compenseren, en grenswaardemonitoring<br />

of patroonherkenning.<br />

De laatste functie wordt steeds belangrijker,<br />

vooral in applicaties die decentrale sensoren<br />

gebruiken. Patroonherkenning tilt<br />

de communicatie met de centrale verwerkingseenheid<br />

naar een hoger abstractieniveau.<br />

In plaats van een continue stroom<br />

van waardes, bijvoorbeeld temperaturen,<br />

stuurt een sensor dan slechts een event<br />

zodra de gemeten grootheid een vooraf ingestelde<br />

grenswaarde overschrijdt. Dit bespaart<br />

niet alleen bandbreedte op het communicatiekanaal<br />

maar ontziet ook nog eens<br />

de verwerkingseenheid.<br />

De keuze tussen implementatie in hardware<br />

of software is aan de systeemontwerper.<br />

Sommige functies zijn zeer eciënt in<br />

hardware terwijl voor andere software een<br />

betere oplossing is. Omdat dit sterk situatieafhankelijk<br />

is, zijn er geen algemene geldende<br />

regels te geven. Een afweging is de<br />

oppervlakte die een hardwarematige oplossing<br />

inneemt tegenover het benodigde geheugen<br />

voor een software-uitvoering. Deze<br />

vergelijking valt voor elke IC-technologie<br />

anders uit. Andere afwegingen zijn of de<br />

hardware generiek is en de productdiversiteit<br />

implementeerbaar is in software, en<br />

of er voorzieningen nodig zijn waarmee<br />

klanten hun eigen lters of andere functies<br />

kunnen toevoegen. Is de keuze eenmaal<br />

gevallen om een sensor uit te breiden<br />

met een processor, dan wordt het erg<br />

aantrekkelijk om de innovatieve, risicovolle<br />

functies eerst in software te implementeren<br />

en er later eventueel speciale hardware<br />

voor te ontwikkelen.<br />

Figuur 2: Sensorfusie<br />

combineert de resultaten<br />

van meerdere sensoren<br />

zo dat de ‘som’ beter is<br />

dan de delen.<br />

Slaaf en meester<br />

Het sensorsysteem levert zijn meetgegevens<br />

aan een apparaat dat er verder mee<br />

aan de slag gaat. Deze verwerkingseenheid<br />

is van origine relatief eenvoudig: neem een<br />

applicatieprocessor, koppel daar een of<br />

meerdere analoge sensoren aan via ADC’s<br />

en bouw een toepassing. Voor dit laatste<br />

gaat de voorkeur in het algemeen uit naar<br />

implementatie in software.<br />

Hoe hoger het aantal aangesloten sensoren<br />

en hoe hoger de ADC-bemonsteringsfrequentie,<br />

hoe hoger echter de belasting<br />

van de applicatieprocessor. Het probleem<br />

is daarbij niet zozeer de performance; moderne<br />

processoren zijn krachtig genoeg.<br />

Het leveren van de benodigde prestaties<br />

gaat ten koste van de energiezuinigheid.<br />

Dit nadeel kunnen we neutraliseren door<br />

de processor in slaaptoestand te brengen<br />

als er even niets te doen valt. Bij een heleboel<br />

aangesloten sensoren en een hoge<br />

bemonsteringsfrequentie blijft er echter<br />

weinig tijd over.<br />

Een veel eciëntere oplossing is de sensorhub.<br />

Dit is een slaafprocessor die alle<br />

hoogfrequente maar niet rekenintensieve<br />

taken op zich neemt bij de afhandeling van<br />

de sensoringangen (Figuur 4). Het resultaat<br />

is een veel lagere datastroom naar de hoofdprocessor,<br />

die daardoor minder vaak actief<br />

hoeft te zijn en dus veel minder energie<br />

verbruikt. Slaaf en meester zitten over het<br />

algemeen in één chip, zodat ze kunnen communiceren<br />

via gedeeld geheugen.<br />

Steeds meer sensorleveranciers integreren<br />

processoren in hun producten om naar<br />

hogere abstractieniveaus in de uitgang te<br />

Figuur 3: Inbedding van<br />

een microprocessor maakt<br />

het mogelijk om sensorfunctionaliteit<br />

in software<br />

te implementeren.<br />

2 | 37


38 |<br />

2<br />

Achtergrond Chipontwerp<br />

gaan. Aan de andere kant zien we steeds<br />

meer gebruikers een sensorhub introduceren<br />

om alle sensorgerelateerde verwerking<br />

naartoe te delegeren. Op systeemniveau<br />

geeft dit de uitdaging om een goede verdeling<br />

te kiezen van de functionaliteit over<br />

alle componenten. Omdat deze ontwikkeling<br />

relatief nieuw is, zijn daar nog geen<br />

standaarden voor.<br />

Winst boeken<br />

Het ontwerpen van processorgebaseerde<br />

sensorapplicaties is tegenwoordig niet zo<br />

moeilijk meer. Er zijn grote bibliotheken<br />

met standaard bouwblokken beschikbaar<br />

waarmee zo’n systeem eenvoudig is samen<br />

te stellen. Synopsys levert bijvoorbeeld<br />

de 32 bit Arc EM4-processor, die vanwege<br />

zijn performance per eenheid oppervlakte<br />

en energie zeer geschikt is voor sensortoepassingen.<br />

Ook hebben we een breed scala<br />

Senior electrical designer – job id 028113<br />

Philips Innovation Services<br />

Contactpersoon: Joeri van der Rhee<br />

E joeri.van.der.rhee@philips.com<br />

T +31 6 52751738<br />

Op zoek naar een baan (hbo+) in<br />

de hightechindustrie? Bekijk dan het<br />

uitgebreide vacatureoverzicht op<br />

www.hightechbanen.nl.<br />

Topbanen<br />

in hightech<br />

Wilt u uw vacatures op laten<br />

vallen op www.hightechbanen.nl,<br />

de geheel vernieuwde website<br />

van Bits&Chips én in de<br />

nieuwsbrief van Bits&Chips?<br />

Neem dan contact op via<br />

sales@techwatch.nl<br />

voor meer informatie of<br />

het reserveren van<br />

een topbaan.<br />

Figuur 4: Een sensorhub neemt alle hoogfrequente maar niet rekenintensieve<br />

taken op zich bij de afhandeling van de sensoringangen.<br />

aan I/O-bouwblokken om een uitgebreid<br />

sensorsysteem te maken (zie Figuur 5).<br />

Voor specieke applicaties zullen niet alle<br />

componenten nodig zijn, zodat een sensorsysteem<br />

in de praktijk veel kleiner zal zijn.<br />

Software engineer<br />

Als meer optimalisatie naar oppervlak of<br />

energieverbruik nodig is, zijn er verschillende<br />

mogelijkheden. Het is in ieder geval zaak<br />

om de conguratieopties van de processor<br />

af te stemmen op de andere bouwblokken<br />

PROMEXX<br />

Contactpersoon: Suzanne van Dijck<br />

E jobs@promexx.nl<br />

T +31 40 2676867<br />

Sr. Software engineer / (sr.) software designer<br />

www.hightechbanen.nl<br />

PROMEXX<br />

Contactpersoon: Suzanne van Dijck<br />

E jobs@promexx.nl<br />

T +31 40 2676867<br />

@HightechBanen


in het systeem. De ontwerper kan daartoe<br />

niet alleen functionaliteit verwijderen maar<br />

ook parameters aanpassen van bijvoorbeeld<br />

de adresbus, interrupts, registers en timers,<br />

en buers en geheugens op maat snijden<br />

met het oog op de gewenste performance<br />

en doorvoersnelheid.<br />

Verdere optimalisaties vergen meer drastische<br />

ingrepen. Daarvoor heeft de Arc-processor<br />

een mechanisme dat Extension Interface<br />

Architecture (EIA) heet. De ontwerper<br />

kan hiermee eigen uitbreidingen maken<br />

voor de processor. Zo kan hij nieuwe instructies<br />

toevoegen aan de instructieset. De<br />

conguratietool die bij de processor hoort,<br />

biedt een wizard die helpt bij het doorlopen<br />

van alle benodigde stappen. De hardwareimplementatie<br />

van de instructies gebeurt in<br />

een beschrijvingstaal zoals Verilog.<br />

Om te bepalen welke uitbreidingen van<br />

de instructieset zinvol zijn in een sensortoepassing<br />

moeten we de sensorsoftware<br />

analyseren op veelgebruikte sequenties<br />

van instructies. Binnen zekere beperkingen<br />

zijn deze dan samen te pakken in een soort<br />

macro-instructie. Als de uitdaging is om de<br />

programmacode te verkleinen, moeten we<br />

het statische voorkomen van de sequenties<br />

verminderen. Om de performance te<br />

verhogen, moeten we de software simuleren<br />

en het aantal processorcycli tellen. Op<br />

deze manier valt al snel zo’n dertig procent<br />

winst te boeken in codeomvang en performance.<br />

Het kan ook zonder de software te<br />

onderzoeken. Als we bijvoorbeeld digitale<br />

lters willen toevoegen die al in hardware<br />

beschikbaar zijn, kunnen we die middels de<br />

EIA afbeelden op nieuwe instructies, die we<br />

vervolgens direct kunnen aanroepen vanuit<br />

de applicatie.<br />

De EIA biedt ook de mogelijkheid om<br />

registers toe te voegen. Deze zijn voor de<br />

processor gewoon bereikbaar. Door deze registers<br />

in te zetten als buers voor speciale<br />

I/O-bouwblokken kunnen we die I/O-functies<br />

direct aan de processor koppelen zonder<br />

dat er een tussenliggende bus nodig is<br />

(Figuur 6). Zo besparen we niet alleen hardwareoppervlak<br />

maar voorkomen we ook de<br />

extra latency en het performanceverlies die<br />

gepaard gaan met een on-chip bus.<br />

Onderzoek met XSens<br />

Wat is nu de optimale systeemconguratie?<br />

Met name voor datatransport over een<br />

draadloos kanaal lijkt het aantrekkelijk om<br />

Figuur 6: De Arc EM4 is verregaand te optimaliseren voor specifieke<br />

sensorapplicaties, onder meer door I/O-functies direct aan de processor<br />

te koppelen en extra instructies te implementeren in hardwareversnellers<br />

die eveneens rechtstreeks met de processor communiceren.<br />

Figuur 5: De Arc EM4-processor is te combineren met een breed scala aan<br />

standaard I/O-bouwblokken voor sensortoepassingen.<br />

de gegevensstromen zo veel mogelijk te reduceren<br />

in een zo vroeg mogelijk stadium,<br />

zo dicht mogelijk bij de sensor dus. Hier<br />

staat tegenover dat de rekencapaciteit daar<br />

waarschijnlijk relatief veel energie kost.<br />

Om te kijken of hier standaard oplossingen<br />

in te bedenken zijn, is Synopsys samen<br />

met XSens uit Enschede een onderzoek gestart<br />

waarbij we behalve de datatransmissie<br />

ook aspecten beschouwen als de bemonsteringsfrequentie<br />

en de signaalverwerking.<br />

We hebben speciek gekozen voor bewegingssensoren<br />

omdat dat domein relatief<br />

ver is met de toepassing van sensorfusie.<br />

Verschillende leveranciers hebben al accelerometers,<br />

gyroscopen en magnetische sensoren<br />

geïntegreerd tot multidimensionale<br />

producten, van 3D tot 10D, afhankelijk van<br />

het aantal sensoringangen.<br />

In een eerste fase porteren we de Motion<br />

Sensor Fusion-softwaresuite van XSens<br />

naar een fysiek prototype van een Arc EM4gebaseerd<br />

sensorsysteem. Met de EIA-functionaliteit<br />

onderzoeken we vervolgens hoe<br />

we de strap-down integration-stap (SDI) in<br />

het sensorfusieproces (zie het verhaal op<br />

pagina 40 en verder, NR) kunnen optimaliseren<br />

door een gehele of gedeeltelijke omzetting<br />

naar hardware. Doel van XSens is<br />

om de SDI-software te leveren aan makers<br />

van bewegingssensoren. Voor Synopsys is<br />

het een mooie demonstratie van de mogelijkheden<br />

die onze bouwblokken bieden.<br />

Jos Hegge is ontwikkelmanager bij Synopsys<br />

in Eindhoven.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

2 | 39


40 | 2<br />

Achtergrond Consumentenelektronica<br />

De afgelopen decennia is het meten<br />

van lichaamshouding en -bewegingen<br />

een sleutelrol gaan spelen in een<br />

aantal professionele markten. Denk aan de<br />

animatie van virtuele personages in computergames<br />

of biomechanisch onderzoek voor<br />

revalidatie. Van oudsher worden hiervoor<br />

reecterende bolletjes op een proefpersoon<br />

geplakt die door hele bataljons peperdure camera’s<br />

worden gevolgd. De camera’s hebben<br />

echter maar een beperkt blikveld en missen<br />

soms lichaamsdelen doordat ze niet door ledematen<br />

heen kunnen kijken. Dit geldt net<br />

zo goed voor dure professionele systemen<br />

als voor nieuwe innovatieve versies zoals<br />

Microsofts Kinect en de Leap Motion.<br />

Ongeveer vijf jaar geleden kwamen er ook<br />

systemen beschikbaar die geen bolletjes en<br />

camera’s gebruiken, maar motion trackers<br />

geplaatst op de verschillende lichaamssegmenten:<br />

apparaatjes met Mems-gebaseerde<br />

bewegingssensoren. Doorgaans gebruiken<br />

ze een gyroscoop en een versnellingsmeter,<br />

aangevuld met een magnetometer (een<br />

soort elektronisch kompas) om respectievelijk<br />

de hoeksnelheid, versnelling en het aardmagnetisch<br />

veld te meten. Door deze gegevens<br />

te combineren met een biomechanisch<br />

model kan de houding van de drager worden<br />

berekend zonder de beperkingen van optische<br />

systemen.<br />

Door de relatief hoge kosten werd deze<br />

technologie tot nu toe eigenlijk alleen gebruikt<br />

in professionele markten. De omarming<br />

van bewegingssensoren in massaproducten<br />

zoals smartphones en tablets heeft<br />

echter een nieuw tijdperk ingeluid. Prijs,<br />

afmetingen en stroomverbruik zijn signi-<br />

cant gedaald, waardoor het nu voor het<br />

eerst ook commercieel aantrekkelijk wordt<br />

om consumentenproducten te maken op<br />

basis van deze technologie.<br />

Bewegingen meten<br />

zonder draadje<br />

Bewegingssensoren in smartphones en tablets hebben Mems-sensoren een enorme<br />

impuls gegeven zodat ze kunnen worden gebruikt in andere consumententoepassingen.<br />

Vooral voor sporters ontstaan er interessante mogelijkheden voor systemen die lichaamsbewegingen<br />

meten. Maar dan moet de communicatie wel draadloos verlopen<br />

volgens een standaard protocol. Fred Dijkstra van XSens vertelt wat hiervoor nodig is.<br />

Fred Dijkstra<br />

Gameapparatuur als de Wii, de Playstation<br />

Move en de Kinect hebben een potentiële<br />

markt geopend voor toepassingen waarin het<br />

analyseren van bewegingen een rol speelt.<br />

Met name bij sport en tness is er veel potentie<br />

voor elektronische coaches die realtime<br />

feedback leveren over houding en techniek.<br />

We zien dit terug in de opkomst van producten<br />

als de Fitbit-bewegingstracker en de Micoach-voetbalschoen<br />

van Adidas. Dit is echter<br />

nog maar de eerste golf van producten, die<br />

nog weinig te maken heeft met het werkelijke<br />

potentieel van deze technologie: het kwalitatief<br />

meten van menselijke bewegingen.<br />

Daarvoor moet echter nog wel een barrière<br />

worden geslecht. De huidige professionele<br />

systemen gebruiken vanwege de vereiste<br />

nauwkeurigheid draden om de motion-trackers<br />

te verbinden met een centrale console<br />

op het lichaam. Die bevat de batterij en<br />

zendt de gegevens naar een computer om de<br />

berekeningen uit te voeren. Voor consumententoepassingen<br />

moeten de trackers echter<br />

draadloos zijn, en bovendien een standaard<br />

communicatieprotocol volgen zoals Bluetooth<br />

Smart, zodat ze direct verbinding kunnen<br />

leggen met de smartphone.<br />

Hoogfrequente trillingen<br />

In een motion-tracker wordt doorgaans<br />

de informatie van een versnellingsmeter,<br />

gyroscoop en magnetometer met elkaar<br />

samengevoegd (zie kader). De gemeten versnelling<br />

wordt voortdurend geïntegreerd<br />

om de snelheid te bepalen. Een van de eerste<br />

consumententoepassingen hiervan was<br />

een snelheidsmeter die op een hardloopschoen<br />

kan worden geplaatst en informatie<br />

verschaft over de stapfrequentie, staplengte<br />

en loopsnelheid.<br />

Deze aanpak kan echter niet eindeloos<br />

worden gebruikt, want kleine fouten in de<br />

meting groeien hiermee op termijn uit tot<br />

een grote afwijking. Om deze integration<br />

drift op te heen, is extra informatie nodig.<br />

De landing van de voet bijvoorbeeld; de<br />

snelheid is op dat moment nul en een nieuwe<br />

integratie kan beginnen. Op deze manier<br />

Met enkele motion-trackers zijn de bewegingen van een skateboarder gewoon op<br />

een tablet in beeld te brengen.


is het tegenwoordig mogelijk om<br />

zonder GPS of andere infrastructuur een<br />

plaatsbepaling uit te voeren met een nauwkeurigheid<br />

van ongeveer twee procent van<br />

de afgelegde afstand.<br />

De motion-tracker bemonstert zijn bewegingssensoren<br />

op een vaste frequentie. Hoewel<br />

menselijke bewegingen zelden componenten<br />

bevatten boven de vijftig hertz, kan<br />

er wel sprake zijn van hoogfrequente trillingen,<br />

impact en schokken. Daarom kunnen de<br />

gyroscoop en versnellingsmeter het best worden<br />

gesampled op een frequentie van enkele<br />

honderden hertz. Nadeel is dat de sensorfusiealgoritmes<br />

op deze frequentie behoorlijk<br />

wat rekenkracht vergen, met groter verbruik<br />

en kortere batterijduur tot gevolg. Conventionele<br />

oplossingen sturen daarom alle data<br />

naar een centrale computer die meer vermogen<br />

tot zijn beschikking heeft.<br />

Maar dit gaat weer lastig samen met<br />

draadloze communicatie. Er is ongeveer<br />

tweehonderd kilobit per seconde aan<br />

bandbreedte nodig. Als je enige protocoloverhead<br />

in acht neemt, kan een typische<br />

draadloze link van 1 Mb/s slechts drie motion-trackers<br />

aan. Bovendien zijn daarvoor<br />

grote datapakketten nodig die niet worden<br />

ondersteund door standaard protocollen<br />

zoals Bluetooth Smart. Door de samplefrequentie<br />

terug te schroeven, kan dit worden<br />

opgelost, maar de nauwkeurigheid wordt<br />

dan al snel te laag voor goede toepassingen<br />

in sport en tness.<br />

Hapering<br />

Een betere aanpak is het gebruik van strapdown<br />

integration (SDI), waarbij de simpele<br />

integratiestappen van het sensorfusiealgoritme<br />

al op de motion-tracker zelf worden<br />

uitgevoerd. Hiermee veranderen de<br />

outputparameters van de tracker van aard:<br />

Tussen de kakofonie<br />

van draadloos verkeer<br />

op de Ces kwamen de<br />

signalen van vijftien<br />

draadloze motiontrackers<br />

nog steeds op<br />

veertig hertz door.<br />

2 | 41


42 | 2<br />

Achtergrond Consumentenelektronica<br />

het apparaatje verzendt nu niet de hoeksnelheid,<br />

de versnelling en het magnetische<br />

veld, maar de veranderingen in oriëntatie<br />

en snelheid na een speciek interval. Met<br />

deze parameters kan de centrale computer<br />

de oriëntatie en versnelling bepalen.<br />

Het mooie van deze aanpak is dat de bemonsteringsfrequentie<br />

intern zeer hoog kan<br />

zijn om hoogfrequente componenten mee te<br />

nemen, terwijl de zendfrequentie een stuk<br />

lager mag liggen. Praktisch genereert deze<br />

methode ongeveer 10 kb/s aan data op vijftig<br />

hertz. Daarmee is zij dus geschikt voor de<br />

standaard draadloze protocollen.<br />

Een ander voordeel van SDI is dat het algoritme<br />

zeer energiezuinig kan worden geimplementeerd,<br />

zeker als het wordt meegenomen<br />

in de architectuur van de hardware.<br />

Voor mobiele toepassingen, dus zeker ook<br />

voor kleine draadloze motion-trackers, is<br />

dat van levensbelang. In de markt zijn er<br />

nu verschillende initiatieven van start gegaan<br />

om energiezuinige SDI-gebaseerde<br />

motion-trackers te realiseren. Zo werken we<br />

bij XSens samen met Synopsys aan een optimale<br />

implementatie van onze software en<br />

algoritmes op de Arc-core om dit als totaalpakket<br />

onder licentie aan te kunnen bieden<br />

aan makers van bewegingssensoren (zie pagina<br />

36 en verder, PE).<br />

SDI heeft nog een voordeel: de tolerantie<br />

voor transmissiefouten. De meeste draadloosprotocollen<br />

proberen een datapakket<br />

direct opnieuw te versturen wanneer dat<br />

niet aankomt. Bij motion-trackers is deze<br />

aanpak doorgaans echter niet zinvol, want<br />

de kans is groot dat de oorzaak ligt in een<br />

verzwakking van het signaal door een lichaamsdeel<br />

dat in de weg zit. Daarom wordt<br />

een methode gebruikt waarin het SDI-algoritme<br />

steeds door-integreert. De centrale<br />

computer kan de integratiewaarde van het<br />

laatste interval telkens bepalen door de<br />

nieuwe meting te vergelijken met de vorige.<br />

Door deze methode, waar wij een patent op<br />

hebben, resulteert een transmissiefout wel<br />

in een langer interval en dus eectief in een<br />

hapering, maar niet in een vermindering<br />

van de nauwkeurigheid. Het draadloze kanaal<br />

wordt ook niet onnodig benut, zodat<br />

de data altijd realtime beschikbaar zijn.<br />

Gebruikmakend van deze methodes hebben<br />

we onlangs op de Ces in Las Vegas een<br />

demonstratie gegeven van een systeem dat<br />

met vijftien motion-trackers de bewegingen<br />

van een mens vastlegt. Om in dit soort<br />

9D-sensorfusie<br />

In zijn meest simpele en goedkoopste vorm kan een motion-tracker worden gebouwd met<br />

enkel een versnellingsmeter. Een versnellingsmeter is in feite een massa aan een veertje<br />

dat vastzit aan het object. Dit veertje wordt uitgerekt als het object versnelt. Het wordt<br />

echter ook uitgerekt door de zwaartekracht. Op de aarde meet zo’n sensor in stilstand dus<br />

altijd een versnelling van ongeveer 9,8 m/s2 in opwaartse richting. Hiervan kunnen we<br />

gebruikmaken: de hellingshoek van het object kunnen we meten door de richting van de<br />

zwaartekracht te bepalen. Versnellingsmeters zijn passieve componenten en het verbruik<br />

is slechts enkele microwatt. Batterijen gaan dus zeer lang mee. De meters worden bijvoorbeeld<br />

gebruikt om iemands houding te controleren (Lumoback) of om een activiteit te<br />

timen (Poolmate).<br />

Er zijn echter twee problemen. De meeste versnellingsmeters bevatten een signicante<br />

ruis. Dit kan wel grotendeels worden opgeheven door de meting te middelen over tijd, maar<br />

dat zorgt er wel voor dat het systeem trager reageert. Fundamenteler is het probleem van versnellingen.<br />

In bijvoorbeeld een vrije val wordt er geen acceleratie gemeten; de zwaartekracht<br />

wordt gecompenseerd. Bij versnellingen kan de oriëntatie dus niet goed worden bepaald. In<br />

dergelijke situaties kunnen dus wel versnellingen worden gemeten in het coördinatensysteem<br />

van de sensor, maar doordat er geen informatie is over de oriëntatie kan de tracker niet<br />

bepalen welke richting de versnelling heeft in het globale coördinatensysteem en in welke<br />

richting de zwaartekrachtcomponent in deze versnelling wijst.<br />

Een gyroscoop, die de hoeksnelheid meet, heeft hier allemaal geen last van. Het integreren<br />

van de hoeksnelheid geeft de verandering in de oriëntatie. Hoewel een gyroscoop een<br />

actieve component<br />

is en in de orde van<br />

tien keer meer energie<br />

verbruikt dan een versnellingsmeter,<br />

werkt<br />

deze aanpak zeer goed<br />

en is hij zeer responsief.<br />

De technologie<br />

wordt bijvoorbeeld gebruikt<br />

in beeldstabilisatie<br />

in camera’s.<br />

Toch is ook dit niet<br />

zonder problemen: in<br />

de praktijk is er altijd sprake van een systeemfout. De integratie hiervan zorgt op de lange<br />

termijn voor een signicante fout in de oriëntatie. De oplossing ligt in het combineren van<br />

de twee sensoren zodat de versnellingsmeter via een terugkoppelingsmechanisme op langere<br />

termijn de gyroscoop kan stabiliseren.<br />

Om de horizontale richting te bepalen, wordt in de praktijk nog een magnetometer toegevoegd.<br />

Hiermee is de oriëntatie in alle richtingen bekend en is ook onder dynamische condities<br />

(versnellingen) de richting van de zwaartekracht bekend in het coördinatensysteem van<br />

de versnellingsmeter; je weet immers de oriëntatie van de tracker. Nu wordt het mogelijk om<br />

de zwaartekracht van de gemeten versnelling af te trekken, zodat er wel een goede schatting<br />

ontstaat van de versnelling van het object. Door de combinatie van drie sensoren met elk drie<br />

assen wordt dit 9D-sensorfusie genoemd.<br />

omgevingen, waar het spectrum vol zit met<br />

Wi-verkeer, een draadloze verbinding op<br />

te zetten, gebruiken we een kanaal van<br />

slechts 250 kb/s (IEEE 802.15.4). Ondanks<br />

deze lage bandbreedte en het grote aantal<br />

motion-trackers konden we de bewegingen<br />

toch op veertig hertz bemonsteren.<br />

Met deze aanpak wordt standaard draadloze<br />

technologie die mobiele apparaten gebruiken<br />

mogelijk, waardoor de data direct<br />

op een smartphone of tablet kunnen binnenkomen.<br />

We verwachten in de toekomst<br />

dan ook allerhande apps die zich hierop<br />

baseren: de tweede golf van toepassingen<br />

waarin je niet alleen weet dat je beweegt,<br />

maar ook hoe goed en wat je kunt doen om<br />

te verbeteren.<br />

Fred Dijkstra is solutions architect<br />

bij de Technology Licensing-groep van<br />

XSens. Hij is verantwoordelijk voor<br />

systeemarchitectuur, integratie en innovatie<br />

van 3D-motion-tracking-technologie in<br />

consumententoepassingen.<br />

Redactie Pieter Edelman


Opinie<br />

Anton Duisterwinkel werkt bij TNO.<br />

Innovatie<br />

Sensorkakofonie<br />

De wereld om ons heen is een ratjetoe<br />

van sensoren die een kakofonie van<br />

signalen veroorzaken. En dat gaat alleen<br />

maar meer worden. Sommige mensen<br />

maken zich dan ook erg druk om de netwerken<br />

tussen de sensoren en de netwerken<br />

tussen de netwerken. Da’s heel nuttig. Maar<br />

ik maak me meer zorgen om de coördinatie<br />

van sensorontwikkeling, want daar is het<br />

net zo goed een ratjetoe en een kakofonie.<br />

De BV Nederland dreigt geweldig achter<br />

te blijven op sensorgebied door een gebrek<br />

aan aandacht, focus en samenwerking. Het<br />

topteam HTSM heeft er geen roadmap voor,<br />

googelen op ‘hoogleraar sensortechnologie’<br />

levert nul hits en zowel bij TNO als bij een<br />

bevriende universiteit weten we onderling<br />

en intern nauwelijks wat er allemaal<br />

gebeurt. Betere coördinatie is hard nodig,<br />

want sensorontwikkeling is een zwaar onderschatte<br />

bezigheid.<br />

Bij universiteiten, NWO-instituten en<br />

soms ook TNO worden regelmatig nieuwe<br />

principes voor transducers bedacht. Prachtige<br />

plannen om individuele moleculen te<br />

meten, om een haai voorbij te horen zwemmen<br />

op een kilometer afstand en om realtime<br />

neutronen waar te nemen. Briljant.<br />

Maar een transducer is nog geen sensor.<br />

Een sensor communiceert met zijn<br />

omgeving, registreert en verwerkt gegevens<br />

en slaat ze misschien wel tijdelijk op<br />

en heeft voor dat alles een energietoevoer<br />

nodig uit de omgeving, liefst zonder kabel.<br />

Een sensor heeft een interne kalibratie of<br />

een mogelijkheid om extern te kalibreren.<br />

Een sensor is dus een systeem, waarvan de<br />

transducer een essentieel maar vaak slechts<br />

klein deel uitmaakt. Voor de stap van transducer<br />

naar prototype sensor zijn integratoren<br />

nodig die je bij instituten en grote ontwikkellabs<br />

aantreft.<br />

En dan nog is er geen product. Want een<br />

sensorproduct is robuust en dus verpakt, vervangbaar<br />

en onderhoudbaar. Het is bovendien<br />

betaalbaar en dus goedkoop maakbaar.<br />

Klein en dus geminiaturiseerd. Veilig en dus<br />

CE-gekeurd. Kortom: een industrieel product<br />

dat alleen de industrie kan ontwikkelen.<br />

Het is het oude liedje: de keten van universiteiten<br />

via instituten naar industrieën<br />

kan mooie nieuwe innovaties opleveren<br />

(want pas als een uitvinding op de markt is<br />

gebracht, is het een innovatie). Omgekeerd<br />

moet de industrie aangeven welke behoefte<br />

ze nu eigenlijk heeft. Juist aan deze ketenvorming<br />

ontbreekt het tot nu toe.<br />

Tot nu toe, want sinds kort zijn er initiatieven<br />

om deze impasse te doorbreken.<br />

Op landelijk beleidsmatig niveau is er<br />

een roadmapteam gevormd dat zich inzet<br />

voor een roadmap Advanced Instrumentation.<br />

Sensorsystemen is een van de focusgebieden<br />

daarvan. Het topteam HTSM<br />

kijkt belangstellend naar deze ontwikke-<br />

Er is behoefte<br />

aan ac(tua)toren<br />

ling, maar ziet wel graag dat meer bedrijven<br />

zich roeren in de roadmapvorming.<br />

Waarvan acte. Bedrijven die meer willen<br />

weten hierover kunnen zich melden bij<br />

advancedinstrumentation@htsm.nl.<br />

Op regionaal niveau roert Zuid-Holland<br />

zich met de recente oprichting van Holland<br />

Instrumentation (www.hollandinstrumentation.nl).<br />

Op 7 maart is het aftrapevent: Zie<br />

2013. Deze club wil de toch al opvallend<br />

sterke hightech-instrumentatie-industrie<br />

in Zuid-Holland (na Oost-Brabant de<br />

tweede hightechsector in Nederland) verder<br />

versterken, onder meer door een betere<br />

samenwerking tussen profs, professionals<br />

en ondernemers.<br />

Al wat ouder is Sensor Universe in Noord-<br />

Nederland (www.sensoruniverse.com). Dit verband<br />

moet misschien wat grootser denken<br />

om zijn potentie helemaal waar te maken.<br />

Mooi, al die initiatieven om de keten bij elkaar<br />

te brengen en te versterken. Wel uitkijken<br />

dat we elkaar niet voor de voeten gaan<br />

lopen. En ook hier kan het nuttig zijn om<br />

die netwerken weer af te stemmen. Maar bij<br />

praten mag het niet blijven. Links en rechts<br />

zijn kennelijk sensoren over een alarmwaarde<br />

gegaan. Nu is er vooral behoefte aan<br />

ac(tua)toren. Wat heb je aan een sensor als je<br />

niets met de resultaten ervan doet?<br />

2 | 43


44 | 2<br />

Achtergrond Veiligheid<br />

Tot nu toe bestaat er nog geen systeem<br />

waarmee brandweerpersoneel automatisch<br />

op afstand is te volgen in een brandend<br />

gebouw. De bevelvoerder wordt nu op<br />

de hoogte gehouden via de radio en moet dan<br />

maar onthouden wat hij heeft gehoord. Met<br />

wat eenvoudige elektronische hulpmiddelen<br />

moet het toch niet moeilijk zijn om de actuele<br />

positie op een tablet te plotten, maar helaas<br />

is de praktijk ook hier redelijk weerbarstig.<br />

Allereerst zijn de betrouwbaarheidseisen zeer<br />

hoog en de omgevingseisen zeer ongunstig.<br />

Brandweerinzet is synoniem aan hoge temperaturen<br />

en veel water: twee componenten<br />

die niet zo goed samengaan met elektronica.<br />

Daarnaast zijn er nog geen standaard trackand-tracesystemen<br />

voor in gebouwen, aangezien<br />

GPS alleen buiten werkt.<br />

Maar de techniek staat niet stil. Met<br />

zelfcongurerende en zelfherstellende<br />

draadloze ad-hocsensornetwerken is het<br />

mogelijk geworden om robuuste communicatiekanalen<br />

op te bouwen. Daarbij is de<br />

time of ight-methode (Tof) om afstanden<br />

tussen objecten te berekenen uit looptijden<br />

van radiosignalen niet langer alleen<br />

beschikbaar in peperdure radarapparatuur<br />

maar ook in draadloze netwerken van enkele<br />

euro’s. De benodigde algoritmes om om<br />

te gaan met fouten in de afstandsmetingen<br />

zijn te vinden in wetenschappelijke publicaties<br />

en hardware met voldoende rekenkracht,<br />

weinig gewicht en een goed scherm<br />

is voor relatief lage prijzen te koop.<br />

Positiebepaling in een<br />

Zigbee-sensornetwerk<br />

Binnen het Firebee-project hebben de hogescholen Avans en Fontys geëxperimenteerd<br />

met een veiligheidssysteem dat de positie van brandweerpersoneel binnen gebouwen<br />

bepaalt uit de looptijd van radiosignalen tussen Zigbee-nodes. De gebruikte<br />

commercieel verkrijgbare hardware haalt een nauwkeurigheid van vier meter.<br />

Robuuste algoritmes moeten de gemeten uitschieters zo veel mogelijk detecteren<br />

en elimineren.<br />

Wim Hendriksen Albert Lak Jan Woolderink<br />

Binnen het Firebee-project zijn we hiermee<br />

het beoogde veiligheidssysteem voor<br />

brandweermannen aan het realiseren. In<br />

onze opzet dragen zij een persoonlijke Zigbee-node<br />

bij zich en plaatsen ze onderweg à<br />

la Hans en Grietje lifeline-nodes, waarlangs<br />

het netwerk kan communiceren. Alle nodes<br />

meten zo veel mogelijk afstanden met andere<br />

knooppunten en het systeem berekent<br />

daaruit hun relatieve posities. Van minstens<br />

drie ankernodes moet de positie ten<br />

opzichte van de vaste plattegrond bekend<br />

zijn om de kaart- en Zigbee-coördinaten<br />

over elkaar te kunnen leggen. De positie van<br />

de persoonlijke nodes kunnen we nu weergeven<br />

op de tablet van de bevelvoerder.<br />

Deze werkwijze maakt het systeem volledig<br />

onafhankelijk van de beschikbare infrastructuur<br />

in het brandende gebouw. Wel hebben de<br />

brandweermensen extra werk met het plaatsen<br />

van de ankernodes en het neerleggen van<br />

de lifeline-nodes. Dit nadeel is te verkleinen<br />

door in de toekomst ook gebruik te maken<br />

van aanwezige Zigbee-functionaliteit in bijvoorbeeld<br />

brandmelders en deurschakelaars.<br />

Signaalcorrelator<br />

Elke node in ons Firebee-systeem bestaat<br />

uit een 16 MHz microcontroller van NXPdochter<br />

Jennic met een 2,4 GHz radio voor<br />

draadloos berichtenverkeer volgens de<br />

IEEE 802.15.4- en Zigbee-standaarden. De<br />

MCU is voorzien van een deels in hardware<br />

en deels in software geïmplementeerde Tofengine<br />

om de afstand tot een andere node<br />

te bepalen. Jennic levert een Tof-Api en een<br />

demoapplicatie mee.<br />

Voor het uitvoeren van een Tof-meting tussen<br />

twee nodes A en B zendt A een pakket<br />

naar B, waarna B een bevestiging terugstuurt<br />

(de Poll respectievelijk de Ack, zie Figuur 1). A<br />

meet vervolgens de tijd t Tot tussen het versturen<br />

van het pakket en het ontvangen van de<br />

bevestiging. B bepaalt ondertussen de tijd t Tat<br />

tussen het ontvangen van de Poll en het verzenden<br />

van de Ack en stuurt deze waarde na<br />

aoop van de meting ook naar A. De time of<br />

ight t Tof volgt dan uit: t Tof = (t Tot – t Tat ) / 2.<br />

Afwijkingen in de klokfrequentie kunnen een<br />

fout veroorzaken. Deze kunnen sterk worden<br />

Figuur 1: De time of flight wordt bepaald in<br />

een samenspel tussen de twee nodes A en B.


Figuur 2: De resultaten van een reeks afstandsmetingen<br />

in een ruimte tussen gebouwen bij een<br />

aantal afstanden van tien tot zestig meter. De<br />

duidelijke afwijking bij veertig meter kan mede<br />

ontstaan zijn onder invloed van Wifi-activiteit in<br />

deze omgeving.<br />

gereduceerd door ook een omgekeerde meting<br />

te doen, een Poll van B naar A en een Ack<br />

van A naar B, en beide metingen te middelen.<br />

Het initiatief hiervoor komt ook vanuit A. De<br />

Tof-engine heeft verder de mogelijkheid om<br />

meerdere metingen achter elkaar te doen, een<br />

burst, zowel in voorwaartse richting als terug.<br />

De nauwkeurigheid hangt sterk af van de<br />

klokfrequenties waarmee beide nodes de<br />

tijdmetingen uitvoeren. Het exacte moment<br />

van ontvangst is niet te bepalen, aangezien<br />

de microcontroller de binnenkomst van een<br />

pakket detecteert bij een opgaande of neergaande<br />

ank van het interne kloksignaal. Bij<br />

een frequentie van 2 MHz kan deze tijdvertraging<br />

al oplopen tot een halve microseconde,<br />

wat overeenkomt met een zeer aanzienlijke<br />

afstandsfout van honderdvijftig meter.<br />

Om dit te ondervangen, bepaalt het systeem<br />

de tijdvertraging aan de hand van een<br />

ingebouwde hardwarematige signaalcorrelator<br />

met een softwarematige piekdetector. Bij<br />

Tof-lokalisatie is het niet ongebruikelijk om<br />

signaalcorrectietechnieken toe te passen. In<br />

de 802.15.4-standaard wordt elk data-element<br />

van vier bits omgezet in een reeks van<br />

32 bits, zodat elke ontvangen boodschap bestaat<br />

uit een of meerdere 32-bitreeksen.<br />

De signaalcorrelator detecteert de 32-bitreeks<br />

en past autocorrelatie toe met een signaal<br />

dat stapsgewijs is vertraagd met een tijd<br />

die acht keer kleiner is dan de periode van de<br />

klok (1/16 µs). Dit levert een benadering op<br />

voor de waarde van de tijdvertraging, met<br />

een maximale fout van 1/16 µs, wat overeenkomt<br />

met een maximale afstandsfout van<br />

negentien meter. De positie van de correla-<br />

Figuur 3: Metingen in een buitengebied ver<br />

van de bewoonde wereld vertonen geen uitschieters.<br />

tiepiek binnen het tijdsinterval van 1/16 µs<br />

wordt verder geschat door het gebruik van<br />

curve tting (kwadratische regressie) op de<br />

outputwaardes van de correlator.<br />

Jennic meldt dat dit uiteindelijk een nauwkeurigheid<br />

oplevert van gemiddeld 3,9 m,<br />

waarbij negentig procent van de metingen<br />

preciezer is dan 9,1 m. Deze resultaten zijn<br />

gebaseerd op onbewerkte metingen buitenshuis<br />

tot 180 m.<br />

Wi-invloed<br />

Zigbee deelt de 2,4-GHz-frequentieband<br />

met Wi. Ook de meeste kanalen overlappen.<br />

Onderzoek wijst uit dat de werking<br />

van Zigbee in een normale Wi-omgeving<br />

gewaarborgd blijft, hoewel enige vertraging<br />

gaat ontstaan in de ontvangst van de datapakketten.<br />

Figuur 4: Gebruik van een richtantenne bij<br />

beide nodes verkleint het effect van storende<br />

factoren.<br />

Voor de toepassing van Tof kan deze<br />

vertraging relevant zijn. Time of ightmeetresultaten<br />

in een bebouwde omgeving<br />

geven onverklaarbare uitschieters (Figuur<br />

2). Dat Wi inderdaad van invloed is, blijkt<br />

uit metingen in een buitengebied ver van de<br />

bewoonde wereld, waar die uitschieters zich<br />

niet voordoen (Figuur 3). Gebruik van een<br />

richtantenne bij beide nodes verkleint het<br />

eect van storende factoren (Figuur 4).<br />

Deze resultaten en vervolgexperimenten<br />

met Tof op de verschillende Zigbee-kanalen<br />

tonen dat aanwezige Wi-activiteiten van<br />

grote invloed zijn op de onderlinge spreiding<br />

van de metingen. Bovendien is het<br />

aantal mislukte metingen dan groter. Zelfs<br />

op een Wi-vrij kanaal of in een omgeving<br />

met een geringe Wi-activiteit komen soms<br />

uitschieters voor, bij een specieke positie<br />

Figuur 5: Meetresultaten met multipadeffect. De werkelijke afstand is 13,8 m, maar de nodes<br />

zijn, per tien meetseries, telkens radiaal ruim zes centimeter verschoven. De ruitjes betreffen<br />

voorwaartse metingen, de vierkantjes metingen in omgekeerde richting. De resultaten 11 tot<br />

en met 20 tonen een sterke afwijking en zijn te kwalificeren als uitschieters.<br />

2 | 45


Figuur 6a: De a-prioritoestand<br />

bij particle filtering.<br />

De blauwe cirkels zijn<br />

ankernodes en de rode<br />

cirkels plaatsen waar de<br />

brandweerman kan zijn,<br />

kort nadat hij de meest<br />

rechtse ankernode heeft<br />

neergelegd.<br />

46 | 2<br />

Achtergrond Veiligheid<br />

of bij verplaatsing van de nodes. Andere<br />

factoren zijn dus ook belangrijk, zoals de<br />

reectie van vloeren en muren (multipadeffecten,<br />

Figuur 5).<br />

Het blijkt wenselijk om een meting te<br />

kunnen aanmerken als uitschieter of te<br />

kunnen voorzien van een betrouwbaarheidswaarde.<br />

Vervolgonderzoek richt zich<br />

op de vraag hoe we de betrouwbaarheid van<br />

de point-to-pointmeting kunnen bepalen<br />

op basis van het concept van Jennic en de<br />

onderliggende parameters/meetresultaten.<br />

Bayesiaans<br />

Uit de gemeten afstanden kunnen we nu de<br />

posities bepalen. Een eenvoudige manier om<br />

dat te doen, is triangulatie. Alle punten met<br />

dezelfde afstand tot een node liggen (in 2D)<br />

op een cirkel. Als we de afstanden tot drie<br />

ankerpunten met bekende positie weten, is<br />

het punt het snijpunt van drie cirkels. Dit is<br />

het ideale geval, want de afstandsmetingen<br />

zijn niet volledig betrouwbaar. Bovendien<br />

zal de node van de brandweerman niet altijd<br />

de afstanden tot de ankernodes kunnen meten,<br />

maar alleen tot tussenliggende lifelinenodes<br />

en daarvan zijn de posities ook niet<br />

exact bekend.<br />

Er zijn diverse methodes om dit te ondervangen.<br />

Veel daarvan proberen het punt te<br />

vinden waarvoor de som van de kwadraten<br />

van de verschillen tussen gemeten en berekende<br />

afstanden minimaal is. Dan blijft<br />

echter nog het probleem dat eenmalige metingen<br />

er ink naast kunnen zitten. Het is<br />

dus verstandig om ook de resultaten van<br />

eerdere metingen en andere observaties<br />

mee te nemen. Zo zijn er posities waar de<br />

brandweerman op een gegeven moment op<br />

Figuur 6b: De stippellijnen<br />

stellen de gemeten afstanden<br />

tot de ankerpunten<br />

voor. Het oppervlak van de<br />

rode cirkels is nu een maat<br />

voor het belang van de<br />

bijbehorende toestand na<br />

deze meting.<br />

Figuur 6c: De toestand<br />

na resampling. De spreiding<br />

van de punten komt<br />

door de beweging van<br />

de brandweerman die<br />

volgens het dynamische<br />

model mogelijk is.<br />

grond van de plattegrond of zijn loopsnelheid<br />

niet kan zijn. Daarnaast kan hij via de<br />

radio informatie geven over zijn positie.<br />

Door Bayesiaanse ltertechnieken te gebruiken,<br />

kunnen we hier exibel mee omgaan.<br />

Daarbij representeren we de toestand<br />

van het systeem als een aantal getallen, samengebracht<br />

in een toestandsvector. In ons<br />

geval bevat deze in het begin de positie van<br />

de node die de brandweerman met zich meedraagt.<br />

Telkens als een lifeline-node actief<br />

wordt, wordt de vector uitgebreid met de coordinaten<br />

van die node. Over het algemeen<br />

is de toestandsvector niet precies bekend,<br />

maar zijn de mogelijke waardes te beschrijven<br />

met een kansverdeling, waaruit een<br />

gemiddelde (de meest waarschijnlijke toestand)<br />

en een spreiding worden berekend.<br />

Het lteralgoritme is een continue herhaling<br />

van twee stappen. In de voorspellende<br />

stap wordt uit de kansverdeling van de voorgaande<br />

toestand een nieuwe kansverdeling<br />

berekend met behulp van een beschrijving<br />

van de systeemdynamica in termen van kansen<br />

dat het systeem vanuit een vorige toestand<br />

in een nieuwe toestand terechtkomt.<br />

De systeemdynamica is in ons geval dat de<br />

brandweerman kan stilstaan of een beperkte<br />

afstand kan aeggen en dat een lifelinenode<br />

meestal op zijn plaats blijft, maar niet<br />

altijd want er kan iemand tegenaan schoppen<br />

of water kan hem wegspoelen. In de<br />

tweede stap wordt de voorspelling op grond<br />

van een observatie gecorrigeerd.<br />

Een meting zal over het algemeen leiden<br />

tot andere schattingen van gemiddelde en<br />

spreiding. Bij een goede meting zijn dit verbeteringen,<br />

bij een slechte wordt het eect<br />

gedempt doordat de a-priorischattingen in de<br />

berekening worden meegenomen. Hierbij is<br />

de veronderstelling dat het merendeel van de<br />

metingen redelijk goed is. De slechte meting<br />

die af en toe optreedt, wordt dan automatisch<br />

weggelterd. Het leuke van dit verhaal is dat<br />

er geen eis wordt gesteld aan de aard van de<br />

observatie, behalve dat de diverse kansen gekwanticeerd<br />

kunnen worden.<br />

De Bayesiaanse techniek die wij gebruiken,<br />

is particle ltering oftewel de sequentiele<br />

Monte Carlo-methode. Deze neemt een<br />

grote random steekproef uit de toestandsverdeling<br />

op een zeker moment (Figuur 6a).<br />

Na een observatie kan aan ieder sample uit<br />

de steekproef een gewicht worden toegekend<br />

dat het belang van dat sample aangeeft<br />

bij de bepaling van het nieuwe gemiddelde<br />

en de nieuwe spreiding (Figuur 6b). Bij de<br />

volgende voorspelling wordt op grond van<br />

deze gewogen steekproef en het dynamische<br />

model een nieuwe steekproef genomen<br />

waarbij alle gewichten weer gelijk worden,<br />

maar meer samples op de meest waarschijnlijke<br />

plaatsen terechtkomen (guur 6c).<br />

Door steeds opnieuw te samplen, worden de<br />

meest waarschijnlijke toestanden nauwkeurig<br />

berekend en is er weinig aandacht voor<br />

minder waarschijnlijke situaties.<br />

Uitontwikkelen<br />

Er komen steeds meer goede sensoren beschikbaar,<br />

maar de meeste hebben nog onhebbelijkheden<br />

die achteraf in software verholpen<br />

moeten worden. Ook bij dit project<br />

was dat het geval. Met name de complexiteit<br />

van de wiskunde bij de op het eerste gezicht<br />

niet zo moeilijke locatiebepaling kwam voor<br />

ons als een verrassing. Onderschatting van<br />

de lange weg van ruwe meetdata naar robuuste<br />

informatie komt vaker voor dan menigeen<br />

wil toegeven.<br />

Dit jaar gaan we de software verder uitontwikkelen<br />

en afregelen. Pas als we daarmee<br />

klaar zijn, kan brandweerpersoneel er<br />

met een gerust hart op vertrouwen dat de<br />

informatie correct is.<br />

Wim Hendriksen en Albert Lak zijn werkzaam<br />

als lector respectievelijk docent aan de Fontys<br />

Hogeschool ICT in Eindhoven. Jan Woolderink<br />

is docent aan de Avans Hogeschool in Breda.<br />

Een uitgebreide versie van dit artikel is<br />

beschikbaar op de website van het Firebeeproject,<br />

www.fontys.nl/embeddedsystems.<br />

Redactie Nieke Roos


Achtergrond Maritiem<br />

Vroeger was het al een hele kunst om<br />

een systeem te bouwen dat de beweging<br />

rond een enkele as kon meten.<br />

Voor meerdere assen was dat helemaal ingewikkeld<br />

vanwege afwijkingen in drift en<br />

onderlinge synchronisatie. De komst van<br />

geavanceerde micro-elektromechanische<br />

systemen (Mems) heeft dat een stuk makkelijker<br />

gemaakt.<br />

De Mems van tegenwoordig maken onder<br />

meer complexe meetsystemen mogelijk.<br />

Een voorbeeld is de bewegingssensor<br />

met zes vrijheidsgraden (six degrees of freedom,<br />

6DOF). Dit Mems-componentje registreert<br />

zowel de translatie als de rotatie<br />

in drie assen die loodrecht op elkaar staan:<br />

voor/ achter, links/rechts en boven/onder<br />

respectievelijk pitch, yaw en roll. Toepassingen<br />

zijn te vinden in uiteenlopende markten,<br />

waaronder automotive, consumentenelektronica,<br />

gaming, gezondheidszorg en<br />

industriële automatisering.<br />

In opdracht van maritiem specialist Siri<br />

Marine uit Appingedam heeft Embed Engineering<br />

een zogeheten motion monitoring<br />

decision support system gebouwd op basis<br />

van 6DOF-sensoren. Dit systeem is onder<br />

meer bedoeld om de dagelijkse vaart en<br />

vrachtladingen van een schip te monitoren<br />

of om bergers te ondersteunen bij reddingsoperaties<br />

door inzicht te verschaen in de<br />

scheepsbewegingen. Behalve de sensorinfrastructuur<br />

hebben we ook een black box<br />

voor dataverwerking en een uitgebreide kalibratietool<br />

ontwikkeld.<br />

Beveiligd<br />

De 6DOF-sensoren worden op verschillende<br />

plekken van het schip geplaatst, waar ze<br />

de beweging langs zes assen registeren. De<br />

meetdata sturen ze door naar de black box<br />

aan boord, die ze lokaal logt. Bergingspersoneel<br />

kan de gegevens realtime bekijken via<br />

internet, bijvoorbeeld om te bepalen of een<br />

schip veilig benaderbaar is.<br />

De black box draait op embedded Linux.<br />

Hardwarehart is een DSP met acht kernen.<br />

Op elke zwarte doos zijn acht sensoren aan<br />

te sluiten via evenzoveel RS485-ingangen.<br />

Mems-sensoren volgen<br />

scheepsbewegingen langs zes assen<br />

Embed Engineering heeft een Mems-gebaseerd sensorsysteem ontwikkeld dat<br />

bergingspersoneel inzicht geeft in de bewegingen van een schip.<br />

Marc Bisscheroux<br />

Belangrijk is dat er geen metingen verloren<br />

gaan door bijvoorbeeld synchronisatiefouten.<br />

De standaard Linux-kernel is echter<br />

niet realtime. Daarom heeft elke sensorpoort<br />

een extra eigen microprocessor. Deze<br />

kan tijdstempels met hoge nauwkeurigheid<br />

vaststellen en bueren. Dit waarborgt de<br />

verwerking van alle samples.<br />

Na ontvangst van de sensorgegevens verwerkt<br />

en analyseert de black box de data en<br />

genereert hij waarschuwingen bij<br />

het bereiken van de maximaal toegestane<br />

bewegingen en krachten.<br />

Met behulp van speciale wiskundige<br />

algoritmes doet hij bovendien<br />

een voorspelling voor de toekomstige<br />

bewegingen. De computer<br />

slaat alle gegevens ook lokaal op<br />

voor verwerking achteraf.<br />

De data-analyse loopt asynchroon<br />

aan de logging. Daarbij<br />

passen we lters en matrixberekeningen<br />

toe die we hebben gemodelleerd<br />

met behulp van Octave,<br />

een opensource variant van<br />

Matlab, en geoptimaliseerd voor<br />

de black box. Door de modellen in<br />

een simulatieprogramma te vergelijken<br />

met de originele meetgegevens<br />

hebben we aangetoond<br />

dat de zwarte doos de bewerkingen<br />

juist uitvoert.<br />

Samen met een partner van Siri hebben<br />

we software ontwikkeld om de gegevens<br />

op afstand uit te lezen en direct in een pcapplicatie<br />

te visualiseren, met een minimale<br />

vertraging tussen binnenkomst en weergave.<br />

Omdat de sensordata bedrijfsgevoelige<br />

informatie bevatten, zijn ze slechts toegankelijk<br />

via een strikt beveiligd protocol.<br />

Klimaatkast<br />

Het hele systeem vereist een nauwkeurige<br />

inregeling om in de praktijk de juiste meetgegevens<br />

te verkrijgen. Speciek voor Siri<br />

hebben we daarom een 6DOF-kalibratietool<br />

gebouwd. Dit is een mechanische constructie<br />

die een bewegingssensor 24 uur<br />

om zijn assen draait terwijl de temperatuur<br />

varieert van -20 tot 50 graden Celsius – de<br />

sensor is erg temperatuurgevoelig door de<br />

Mems-technologie die erin zit.<br />

Tijdens het kalibreren is het van belang<br />

dat alleen de sensoren onderhevig zijn aan<br />

de temperatuurveranderingen. Als ook de<br />

mechanische constructie eraan blootstaat,<br />

geeft dat onnauwkeurigheden in de hoekverdraaiingen,<br />

als gevolg waarvan de kalibratie<br />

niet goed verloopt. Dit hebben we<br />

De speciaal ontwikkelde kalibratietool draait de<br />

6DOF-bewegingssensor 24 uur om zijn assen terwijl de<br />

temperatuur varieert van -20 tot 50 graden Celsius.<br />

opgelost door de sensoren direct op verwarmingselementen<br />

te zetten en de gehele tool<br />

in een klimaatkast op constante temperatuur<br />

te plaatsen.<br />

Na kalibratie levert de sensor nauwkeurige<br />

meetresultaten, met een maximale absolute<br />

hoekafwijking van 0,07 graad. De tool<br />

kwaliceert ook, met als resultaat een rapport<br />

dat aangeeft hoe goed de gekalibreerde<br />

component uit de productie is gekomen.<br />

Marc Bisscheroux is business developer<br />

bij Embed Engineering, dat vanuit<br />

zijn hoofdkwartier in Groningen en de<br />

nevenvestiging in Amsterdam elektronica<br />

op maat ontwikkelt voor onder meer de<br />

maritieme sector.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

2 | 47


Hans-Elias de Bree vond zijn akoestische<br />

deeltjessnelheidsmeter eigenlijk<br />

per toeval uit. Na afronding van zijn<br />

studie aan de UT in 1994 was hij in een<br />

tussenjaar beland, waarbij hij nog wel aan<br />

de universiteit verbonden was maar geen<br />

werk meer hoefde te verzetten. Zodoende<br />

had De Bree tijd over om met techniek te<br />

spelen en daarbij raakte hij geboeid door<br />

de akoestische eigenschappen van een mass<br />

air ow-sensor toen hij deze met wat vrienden<br />

in een auto monteerde om de benzinetoevoer<br />

te regelen.<br />

‘Toen we door de sensor schreeuwden,<br />

merkten we dat hij geluid oppikte’, herinnert<br />

De Bree zich. ‘Voor de grap noemden<br />

we het ding een ‘microown’ in plaats van<br />

‘microfoon’. Ik ben me vervolgens gaan<br />

verdiepen in de werking van het apparaat<br />

en kwam erachter dat het wezenlijk anders<br />

geluid verwerkt dan een drukmicrofoon. En<br />

omdat ik de ontdekking zelf had gedaan,<br />

kon ik ermee doen wat ik wilde.’<br />

Het idee achter de Microown is eenvoudig.<br />

De sensor bestaat uit twee dunne platina<br />

strips die zijn opgenomen in een stroomkring<br />

en worden verhit tot een temperatuur<br />

van 200 graden Celsius. Lucht die erlangs<br />

stroomt, warmt op en de ‘draadjes’ koelen af.<br />

De tweede strip gebruikt daarbij verwarmde<br />

lucht van de eerste, die zodoende minder snel<br />

afkoelt. Hierdoor ontstaat er een verschil in<br />

de elektrische weerstand van beide draadjes,<br />

dat kan worden omgezet in een elektrisch signaal<br />

waar je naar kunt luisteren.<br />

Bijzonder aan de Microown is niet zozeer<br />

dat de sensor beter of meer geluid detecteert,<br />

maar vooral de wijze waarop het<br />

48 | 2<br />

In bedrijf Microflown<br />

Arnhemse Mems-microfoon<br />

vindt eindelijk eerste<br />

toepassingen<br />

Zo’n twintig jaar geleden vond Hans-Elias de Bree een Mems-sensor uit die de deeltjessnelheid<br />

akoestisch kan meten. Lang ontbrak het aan toepassingen, maar met<br />

name in de defensie-industrie heeft zijn bedrijf Microflown nu toch een doorbraak<br />

bereikt.<br />

Bram Semeijn<br />

geluid wordt verwerkt. Een conventionele<br />

microfoon registreert geluid met behulp<br />

van een membraan, waarbij de trilling van<br />

het membraan wordt omgezet in elektrische<br />

spanningsvariaties. De elektrische<br />

spanning over de tijd zegt iets over de geluidsdruk.<br />

De Microown meet het geluid<br />

als gevolg van uctuaties van de weerstand.<br />

Een meting levert daardoor een waarde<br />

die informatie geeft over de beweging van<br />

luchtdeeltjes als gevolg van geluid.<br />

IJkingsprobleem<br />

De consequenties en mogelijkheden van<br />

een dergelijke akoestische deeltjessnelheidsmeter<br />

waren in 1994 nog onduidelijk.<br />

De Bree kreeg van de UT de kans om op het<br />

onderwerp te promoveren, waarbij hij en<br />

passant kon denken aan toepassingen. Na<br />

zijn promotie richtte hij Microown Technologies<br />

op om de sensor commercieel te<br />

exploiteren. De eerste tien jaar is De Bree<br />

echter vooral bezig geweest te bewijzen dat<br />

zijn vinding daadwerkelijk goed kan meten.<br />

‘Dat werd, zeker in het begin, sterk betwijfeld’,<br />

vertelt hij. ‘Eigenlijk geloofden weinig<br />

mensen dat zo’n sensor goed werkte.’<br />

Belangrijk was dat de Deense professor<br />

Finn Jacobsen interesse kreeg in de Micro-<br />

own. ‘Hij is echt de goeroe der goeroes van<br />

de akoestiek. In eerste instantie probeerde<br />

hij in een wetenschappelijk paper aan te tonen<br />

dat de sensor niet functioneerde. Toen<br />

hij dat niet voor elkaar kreeg, bewees hij dat<br />

de Microown wel werkte. Vervolgens ging<br />

hij allerlei papers schrijven over de natuurkundige<br />

basis van de sensor. Dat heeft ons<br />

enorm vooruit geholpen.’


Jacobsen loste onder meer het ijkingsprobleem<br />

op. Het was nog onduidelijk hoe<br />

de snelheidsmetingen van de Microown<br />

zich verhielden tot de geluidsdruk en om<br />

zijn metingen te ijken, moest De Bree de<br />

geluids absorptie van zijn sensor meten. Dat<br />

kan alleen met een speaker met een bekende<br />

akoestische afstraalweerstand. Jacobsen<br />

kwam echter met het idee te gaan meten in<br />

een bolvormige luispreker, waardoor de die<br />

weerstand uit te rekenen was.<br />

Eerste salaris<br />

Hoewel de starter in die eerste jaren veel<br />

energie stak in het uitkristalliseren van de<br />

natuurkundige basis, bleef het onduidelijk<br />

hoe de sensor precies kon worden gebruikt.<br />

Uiteindelijk werd toch een toepassing bedacht<br />

en wel door een Duitse klant die<br />

voor de auto-industrie werkte. ‘Elk automerk<br />

heeft zijn eigen geluid’, licht De Bree<br />

toe. ‘Een Volvo klinkt als een Volvo en een<br />

Renault als een Renault. Om precies het<br />

goede geluid te krijgen, verricht de fabrikant<br />

metingen om het vermogen van het<br />

geluid te bepalen.’<br />

Geluidsintensiteit wordt berekend door<br />

de geluidsdruk te vermenigvuldigen met<br />

de snelheid. Volgens de klassieke methode<br />

wordt de snelheid van het geluid daarbij<br />

bepaald door de metingen van twee drukmicrofoons<br />

met elkaar te vergelijken. De<br />

minimale verschillen in geluidsdruk zeggen<br />

dan iets over de snelheid van de deeltjes.<br />

Die methode is echter lang niet altijd<br />

toepasbaar. In een afgesloten ruimte, zoals<br />

een auto, is het door de galm onmogelijk<br />

te bepalen waar het geluid precies vandaan<br />

De sensoren van<br />

Microflown beginnen<br />

door te breken in de<br />

defensiesector.<br />

komt. Traditioneel lossen fabrikanten dit<br />

probleem op door de auto vol te stoppen<br />

met absorberend materiaal, er een gaatje in<br />

te maken en dan te meten welk geluid daar<br />

precies vandaan komt.<br />

De Microown heeft echter geen last van<br />

galm. In combinatie met een drukmicrofoon<br />

is hij zodoende in te zetten als geluidsintensiteitsmeter,<br />

precies wat de auto-industrie<br />

nodig had. De Bree: ‘Ze zeggen wel eens dat<br />

je tien jaar na je uitvinding je eerste salaris<br />

krijgt. Bij mij klopte dat precies.’<br />

Onder water<br />

In de automotivebranche had Microown<br />

zijn eerste klanten, maar pas afgelopen jaar<br />

kwam de echte doorbraak met grote contracten<br />

in de defensie-industrie. Een Indiase<br />

klant was op het idee gekomen de sensor in te<br />

zetten als akoestische ‘radar’ op het slagveld.<br />

Drie Microowns plus een microfoon kunnen<br />

de richting van geluid bepalen. Zo’n bundeling<br />

heet een acoustic vector sensor (AVS).<br />

‘Radarsystemen kunnen een heleboel<br />

niet’, verklaart De Bree. ‘Zonder line of sight<br />

zien ze bijvoorbeeld niks. Objecten op minder<br />

dan tweehonderd meter hoogte kunnen<br />

ze daardoor niet waarnemen. Een JSF hoog<br />

in de lucht spotten ze meteen, maar als de<br />

Rode Baron met een driedekker laag over<br />

de stad scheert om een bommetje te droppen,<br />

zullen ze dat niet oppikken. Horen doe<br />

je ’m echter wel. Een radar is bovendien detecteerbaar<br />

door de vijand. Marineschepen<br />

hebben fantastische radarsystemen, maar<br />

die moeten ze uitzetten wanneer ze niet<br />

ontdekt willen worden. Onze AVS is dan<br />

nog steeds te gebruiken.’<br />

Voor soldaten bleek de AVS eveneens nuttig.<br />

Special forces krijgen bijvoorbeeld vaak<br />

een drone mee die hen op het slagveld van<br />

informatie voorziet. Het vliegtuigje vliegt<br />

over het gebied en registreert met een videocamera<br />

waar vijandelijk vuur vandaag komt.<br />

Dat is niet altijd even goed zichtbaar. Een<br />

AVS kan het geluidsvermogen waarnemen<br />

op een specieke plek, wat een stuk eectiever<br />

is in een dergelijke situatie. Daarnaast is<br />

het mogelijk om schoten en mortiervuur op<br />

de grond te registreren, want in tegenstelling<br />

tot een geavanceerde wapenlocatieradar<br />

is de sensor vrij gemakkelijk mee te nemen.<br />

Bovendien is hij een stuk goedkoper.<br />

Met het Nederlandse ministerie van Defensie<br />

heeft Microown onlangs een R&Dcontract<br />

van een miljoen euro gesloten om<br />

zijn Mems-microfoons ook geschikt te maken<br />

voor gebruik op voertuigen. Het grote<br />

aantal metingen dat dit idealiter oplevert,<br />

geeft een akoestisch totaalplaatje van het<br />

slagveld. ‘Binnen defensie breken we nu helemaal<br />

door’, stelt De Bree.<br />

De CTO van het inmiddels in Arnhem<br />

gevestigde Microown denkt dat er nog<br />

veel onontdekte toepassingen zijn voor de<br />

akoestische deeltjessnelheidssensoren. Zelf<br />

ziet hij nog mooie mogelijkheden onder<br />

water. ‘Daar is de geluidssnelheid vijf keer<br />

zo hoog als in lucht. En omdat alle hoogfrequente<br />

componenten worden gedempt,<br />

is al het geluid in water laagfrequent. Dat<br />

betekent dat druksensoren behoorlijk ver<br />

van elkaar af moeten staan om de richting<br />

te kunnen bepalen. Om bereik te hebben<br />

met zijn sonar zal een onderzeeër daarom<br />

moeten varen. Dat kunnen wij veel beter.’<br />

2 | 49


50 | 2<br />

Achtergrond Astronomie<br />

Voor de radioastronomie betekent oppervlakte<br />

gevoeligheid: een grote radiotelescoop<br />

kan simpelweg meer radiosignalen<br />

opvangen dan een kleine. In de<br />

beginjaren van de radioastronomie werden<br />

de telescopen dan ook steeds groter. Het gewicht<br />

stelt echter een limiet aan de afmetingen.<br />

Vandaar dat de radiotelescoop in Westerbork<br />

in 1970 is opgebouwd uit veertien<br />

afzonderlijke telescopen die aan elkaar kunnen<br />

worden gekoppeld tot één grote sensor.<br />

In de jaren negentig werden er bij Astron<br />

echter al ideeën ontwikkeld voor een<br />

nog veel grotere radiotelescoop met een<br />

oppervlakte van een vierkante kilometer:<br />

de Square Kilometre Array (SKA). Het was<br />

duidelijk dat een dergelijke extreem grote<br />

telescoop niet met conventionele technieken<br />

kon worden gebouwd. Omdat elektronische<br />

signaalverwerking steeds goedko-<br />

Op naar een vierkante<br />

kilometer antenneoppervlak<br />

Komend decennium moet er in Australië en Zuid-Afrika in totaal een vierkante kilometer<br />

aan antenneoppervlak worden gebouwd voor radioastronomie. De radiotelescopen<br />

die Astron in Noord-Nederland bouwt, moeten de nieuwe technologie<br />

verkennen die hiervoor nodig is – zowel de sensoren als het verwerken van de gigantische<br />

datastromen die hieruit voortkomen.<br />

Albert-Jan Boonstra André Gunst<br />

per werd, ontstond toen het idee om de<br />

telescoop uit vele kleine antennes te bouwen<br />

en die op een slimme manier elektronisch<br />

te combineren.<br />

Een bijkomend voordeel van deze aanpak<br />

is dat het richten van de telescoop elektronisch<br />

gebeurt en dat mechanisch bewegende<br />

delen dus niet langer nodig zijn. Dit<br />

maakt het instrument niet alleen een stuk<br />

voordeliger. Door het gebruik van meer, parallelle,<br />

elektronische dataverwerking kan<br />

het blikveld van de telescoop ook worden<br />

vergroot, iets wat niet mogelijk is met traditionele<br />

telescoopschotels.<br />

Astron startte daarom aan het eind van<br />

de jaren negentig een R&D-programma<br />

voor het ontwikkelen van phased arrays of<br />

aperture arrays. Astron is onderdeel van<br />

NWO; genoemde projecten zijn mede ondersteund<br />

door BSik, Efro, SNN, EZ/Kom-<br />

pas, ELI en de provincie Drenthe. De ‘platte<br />

antenne’-technologie heeft in 2010 geleid<br />

tot de eerste grote stap naar de SKA: de Lofar-telescoop<br />

in Noord-Nederland.<br />

Per glasvezel<br />

Lofar (Low Frequency Array) bestaat uit<br />

zo’n vijftigduizend sensoren verspreid over<br />

48 stations. Veertig hiervan liggen in Nederland,<br />

de overige acht zijn verdeeld over<br />

Duitsland, Engeland, Frankrijk en Zweden.<br />

Daarmee is het momenteel de grootste radiotelescoop<br />

op aarde in het lagefrequentiegebied<br />

(10 tot 240 MHz). Het geheel is<br />

genancierd door het BSik-programma voor<br />

interdisciplinair onderzoek om de kennisinfrastructuur<br />

te verbeteren, met additionele<br />

gelden van het European Regional Development<br />

Fund (Efro), het Samenwerkingsverband<br />

Noord-Nederland en EZ/Kompas.


Lofar gebruikt twee typen sensoren: een<br />

voor radiogolven met een frequentie van 10<br />

tot 90 MHz en een voor het frequentiegebied<br />

tussen 120 en 240 MHz. Tevens zijn<br />

veel Nederlandse stations uitgerust met<br />

sensoren uit andere wetenschappelijke disciplines<br />

voor geofysica en infrageluid.<br />

De crux van een phased-array-sensorsysteem<br />

is om de radiosignalen op een<br />

goede, gesynchroniseerde, manier aan elkaar<br />

te knopen. Dat wordt gedaan op een<br />

centrale plek in het sensorveld. Via coaxiale<br />

kabels zijn alle antennesensoren van het<br />

station elektronisch met elkaar verbonden.<br />

Deze centrale elektronica telt de lokale<br />

sensordata gewogen bij elkaar op. Dat resulteert<br />

in de vorming van een bundel aan<br />

de hemel. Meer bundels kunnen worden<br />

gemaakt door simpelweg meerdere optellers<br />

te gebruiken.<br />

Foto: Aerophoto Eelde<br />

Het hart van Lofar ligt nabij Exloo in Drenthe. Er zijn meerdere stations te zien. De hogebandantennes<br />

zijn de zwarte vlakjes. De foto hierboven toont de lagebandantennes.<br />

Lofar heeft nu al een van de beste hemelkaarten<br />

ooit gemaakt van gigantische bubbels geproduceerd<br />

door een supermassief zwart gat.<br />

Deze aanpak reduceert de datastroom<br />

die een station verlaat aanzienlijk. Van de<br />

230 Gb/s die de sensoren op een station<br />

gezamenlijk produceren, blijft na optelling<br />

slechts zo’n 3 Gb/s over. Die data gaan per<br />

glasvezel naar een supercomputer in Groningen<br />

om de bundels van de stations met<br />

elkaar te combineren. De totale datastroom<br />

naar de centrale supercomputer ligt daarmee<br />

tussen de 150 en 223 Gb/s, afhankelijk<br />

van de geselecteerde waarneemmodus. De<br />

supercomputer correleert de gegevens met<br />

elkaar en past vervolgens nog een kalibratieprocedure<br />

toe om allerlei instrumentele<br />

verstoringen te compenseren.<br />

Deze aanpak zal gedeeltelijk terugkomen<br />

in de SKA. Deze zal begin volgend decennium<br />

verrijzen op afgelegen gebieden in Zuid-Afrika<br />

en Australië. Omdat Nederland te klein is<br />

voor het maken en huisvesten van een tele-<br />

2 | 51


52 | 2<br />

Achtergrond Astronomie<br />

scoop met de omvang van de SKA, is het een<br />

internationaal project geworden waaraan op<br />

dit moment tien landen deelnemen.<br />

De SKA moet een veel bredere band in beeld<br />

gaan brengen dan Lofar: van 70 MHz tot aan<br />

10 GHz. Om dit te realiseren, worden er verschillende<br />

sensortechnologieën ingezet. Voor<br />

de lage band van circa 70 tot 450 MHz speelt<br />

de Lofar-technologie een sleutelrol. Voor de<br />

hoogste frequenties zijn aperture arrays minder<br />

geschikt. Kleinere golengtes betekenen<br />

namelijk ook kleinere antennes, dus je hebt<br />

er veel meer van nodig om een groot ontvangend<br />

oppervlak te maken. Voor de hoge frequenties<br />

tot 10 GHz worden daarom traditionele<br />

radiotelescopen geplaatst met diameters<br />

tussen de twaalf en vijftien meter.<br />

In de buitenlucht<br />

Voor de frequenties daartussenin, van circa<br />

400 tot 1400 MHz, is het nog de vraag wat<br />

de beste aanpak is. Er zijn drie opties. De eerste<br />

is om ook dit frequentiegebied volledig af<br />

te handelen met aperture arrays. De tweede<br />

optie is een hybride aanpak: een aperture array<br />

als ontvanger in het brandpunt van een<br />

traditionele radiotelescoop. De laatste optie<br />

is om een extra of breedbandigere ontvanger<br />

in te bouwen in een traditionele radiotelescoop.<br />

Bij Astron doen we onderzoek naar<br />

de eerste twee benaderingen. Op dit moment<br />

is het niet duidelijk welk systeem het<br />

meest competitief zal kunnen zijn.<br />

Bij de Lofar-aanpak voor deze frequentieband<br />

zijn er zo’n dertig miljoen antennes<br />

nodig om de vereiste gevoeligheid te halen.<br />

Net zoals bij de Noord-Nederlandse telescoop<br />

moeten deze sensoren op een slimme<br />

manier met elkaar worden verbonden zodat<br />

de prijs per vierkante meter zo laag mogelijk<br />

is. Dit is zowel een elektronische als een<br />

mechanische uitdaging omdat de sensoren<br />

uiteraard in de buitenlucht moeten staan.<br />

Te midden van de Westerbork-telescopen<br />

is daarvoor het Embrace-demonstratiesysteem<br />

(Electronic Multi-Beam Radio Astronomy<br />

Concept) gebouwd, met een meetbereik<br />

tussen de 500 en 1500 MHz. Hiermee<br />

onderzoeken we de volgende stappen op dit<br />

gebied wat betreft productiekosten, elektrisch<br />

vermogen en systeemruis. Ook dit<br />

systeem is gedeeltelijk genancierd door het<br />

Samenwerkingsverband Noord-Nederland.<br />

Momenteel is er een oppervlak van 110<br />

vierkante meter gerealiseerd via veertienduizend<br />

antenne-elementen, waarmee we al<br />

een pulserende ster (pulsar) en de Melkweg<br />

hebben gemeten. Dit gebeurde simultaan<br />

met twee onafhankelijke bundels. In het<br />

Franse Nançay staat een vergelijkbaar maar<br />

kleiner demonstratiesysteem.<br />

De techniek waarbij een phased array in<br />

het brandpunt staat van een radiotelescoopspiegel<br />

heet ook wel focal plane array of phased<br />

array feed. Het voordeel is dat de telescoop de<br />

beschikking krijgt over een veel groter blikveld<br />

dan een telescoop met een traditionele<br />

ontvanger. Bovendien biedt deze techniek de<br />

mogelijkheid om beeldfouten van de spiegel<br />

te corrigeren. Dit principe is als eerste gedemonstreerd<br />

bij de telescoop van Westerbork:<br />

een wereldprimeur. In 2014 en 2015 zullen<br />

Een aanpak voor middenfrequenties<br />

is om een phased array<br />

te plaatsen in een traditionele<br />

telescoop. Binnen het Apertifproject<br />

zullen er twaalf Westerbork-telescopen<br />

worden omgebouwd<br />

met deze technologie.


twaalf van de veertien telescopen worden uitgerust<br />

met deze systemen binnen het Apertif-project<br />

(Aperture Tile in Focus).<br />

Exaschaal<br />

Radioastronomie is vrij uniek in de zin dat<br />

het om extreem veel data gaat die realtime<br />

moeten worden verwerkt. Op de sensorsignalen<br />

moet de bundelvorming worden<br />

uitgevoerd en om de uiteindelijke gekalibreerde<br />

hemelkaart te krijgen, zijn er vele<br />

online en oine signaalbewerkingsstappen<br />

nodig. Systemen hiervoor zijn niet in de<br />

markt verkrijgbaar. Daarom ontwikkelt de<br />

radioastronomie ze doorgaans zelf.<br />

Een voorbeeld is Uniboard, een Europees<br />

FP7-project geleid door Jive in Dwingeloo<br />

waarin Astron het signaalbewerkingsplatform<br />

heeft ontwikkeld en gebouwd. Dit systeem<br />

vormt de basis voor de bundelvormer<br />

en de centrale computer (correlator) voor<br />

Apertif, en is onderdeel van de technologieroadmap<br />

voor de SKA. Het bord verwerkt<br />

grote hoeveelheden data (160 Gb/s) en kan<br />

rond de twee biljoen multiply-and-accumulate-bewerkingen<br />

per seconde uitvoeren.<br />

In totaal worden er honderdtwintig van dit<br />

soort borden ingezet om alle signaalverwerking<br />

van Apertif uit te voeren.<br />

De uitdagingen voor de SKA-telescoop<br />

liggen voor wat betreft de signaalbewerking<br />

op de exaschaal: 1018 bewerkingen<br />

per seconde. Om dit mogelijk te maken, is<br />

vorig jaar het Dome-project gestart, een<br />

samenwerking tussen Astron, het IBM-onderzoekslab<br />

in Zürich en IBL-NL, gesteund<br />

door de provincie Drenthe en het ministerie<br />

van ELI. Het mkb wordt erbij betrokken<br />

middels een gebruikersplatform. Dit project<br />

onderzoekt allerhande nieuwe technieken,<br />

variërend van 3D-chips, fotonische<br />

signaalwerwerking en slimme algoritmes<br />

tot microservers, accelerators en nieuwe dataopslagtechnieken.<br />

Albert-Jan Boonstra is hoofd R&D bij<br />

Astron en wetenschappelijk projectleider<br />

van het Dome-project. André Gunst werkt<br />

bij hetzelfde instituut in de digitale- en<br />

embedded-processing-groep. Hij was<br />

verantwoordelijk voor de ontwikkeling van<br />

Lofar en is nu projectleider van de aperture<br />

arrays voor de middenfrequentie (400 tot<br />

1400 MHz).<br />

Redactie Pieter Edelman<br />

Het Embrace-project gebruikt vele kleine antennes voor de middenfrequenties. Het<br />

grijze gebouw is gebaseerd op polystyreen en is transparant voor radiogolven.<br />

Het Uniboard is ontwikkeld om signaalverwerking zoals filterbanken, bundelvormers en<br />

correlatoren te implementeren voor enorme hoeveelheden data. Dit bord is in staat om 160<br />

Gb/s aan data te verwerken. De totale hoeveelheid processing op het bord is 2 GMac/s. Dit<br />

aantal kan worden verhoogd door meerdere Uniboards via een backplane te combineren.<br />

2 | 53


54 | 2<br />

Achtergrond Ruimtevaart<br />

Het vakgebied van de astronomie is<br />

continu op zoek naar mogelijkheden<br />

om het grote heelal in kaart te brengen<br />

en het daarmee beter te begrijpen.<br />

Daarvoor zijn sensoren ontwikkeld voor<br />

elektromagnetische signalen uiteenlopend<br />

van lage frequenties tot het zichtbare licht.<br />

Het gebied beneden de 30 MHz is echter<br />

nog een grote onbekende binnen de astronomie.<br />

Wetenschappelijk gezien, is dit een<br />

zeer interessant frequentiegebied, onder<br />

meer voor het ontdekken van planeten en<br />

zonuitbarstingen in andere zonnestelsels,<br />

het bestuderen van ruimteweer en het onderzoeken<br />

van roodverschoven radiogolven<br />

afkomstig van waterstof uit het vroege<br />

heelal, de zogeheten dark ages.<br />

Helaas is dit frequentiegebied onbereikbaar<br />

vanaf de aarde door de invloeden van de<br />

ionosfeer. Die geeft scintillaties (vergelijkbaar<br />

met het fonkelen van sterren) beneden<br />

de 30 MHz. Beneden de 15 MHz is de ionosfeer<br />

meestal zelfs helemaal ondoorzichtig.<br />

Bovendien wordt dit frequentiegebied veel<br />

gebruikt voor communicatiedoeleinden op<br />

aarde. Het verschil tussen de zwakke astronomische<br />

bronnen en de man-made noise is<br />

zo groot dat het praktisch onmogelijk is om<br />

ontvangers voor deze toepassing te maken.<br />

De enige oplossing is om een groot<br />

sensornetwerk te realiseren in de ruimte.<br />

Hoe groter de telescoop, hoe hoger het<br />

detail. Voor deze lage frequenties is een<br />

telescoop van zo’n honderd kilometer in<br />

diameter nodig om met voldoende detail te<br />

kunnen waarnemen.<br />

Voor een dergelijke applicatie kunnen we<br />

putten uit de kennis over draadloze sensor-<br />

Radiotelescoop zwermt<br />

uit rond de maan<br />

Voor radioastronomie op lage frequenties is een telescoop buiten de dampkring<br />

nodig, maar een enkele satelliet is veel te klein voor die toepassing. De draadlozesensornetwerkaanpak<br />

kan hier uitkomst bieden. Dit idee wordt uitgewerkt binnen<br />

het Olfar-project.<br />

Mark Bentum Chris Verhoeven Steven Engelen Raj Thilak Rajan Alex Budianu David Smith<br />

netwerken. Ruimtelijk verspreide sensoren<br />

vormen hierbij autonoom en ad hoc een onderlinge<br />

verbinding. Soms varen, rijden of<br />

vliegen ze zichzelf naar de gewenste positie<br />

als er onevenredig veel menskracht nodig is<br />

voor de installatie, of als de locatie erg onbereikbaar<br />

of onherbergzaam is. Deze zelfredzaamheid<br />

is bij uitstek een eigenschap<br />

die in de ruimte goed van pas komt.<br />

Bij een sensornetwerk in de ruimte hebben<br />

we het over complete satellieten als<br />

sensornodes. En wanneer het over grote<br />

aantallen nodes gaat, spreken we over<br />

een zwerm, een speciaal soort formatie of<br />

constellatie waarbij voor de buitenwereld<br />

alleen de positie van het geheel belangrijk<br />

is. De satellieten zorgen zelf autonoom<br />

voor een nette verdeling over het volume<br />

van de constellatie.<br />

Deze benadering maakt dat de satellieten<br />

relatief weinig hulpbronnen zoals brandstof<br />

nodig hebben om hun diensten te kunnen bewijzen.<br />

En dat maakt op zijn beurt dat nanosatellieten,<br />

die wat hulpbronnen betreft heel<br />

beperkt zijn, erg goed in een zwerm kunnen<br />

functioneren. Hun lage kosten maken het<br />

dan weer mogelijk om met grote aantallen te<br />

werken. Een zwerm van nanosatellieten kan<br />

in de ruimte dus heel eectief als zelf-uitrollend<br />

draadloos sensornetwerk fungeren.<br />

Standaard meetlint<br />

Dat is exact wat we doen binnen het Olfarproject,<br />

een samenwerkingsverband tussen<br />

Astron, de Universiteit Twente (Short<br />

Range Radio), de TU Delft (Circuits & Systems<br />

en Space System Engineering) en de<br />

bedrijven Aemics, Axiom IC, Dutch Space,<br />

Isis, National Semiconductor en Systematic.<br />

Hierin wordt de komende jaren gewerkt aan<br />

de nieuwe technologieën die het mogelijk<br />

moeten maken om een gedistribueerde radiotelescoop<br />

te bouwen met een zwerm van<br />

tientallen nanosatellieten die bijvoorbeeld<br />

in een baan om de maan met lange antennes<br />

het niet eerder waargenomen frequentiegebied<br />

in kaart brengen.<br />

De belangrijkste sensor is het antennesysteem.<br />

De benodigde ontvangstelektronica is<br />

eenvoudig te ontwerpen en een nanosatelliet<br />

biedt ruim voldoende plaats en energie<br />

om die mee te kunnen nemen. Voor de<br />

antenne zelf ligt dit iets ingewikkelder. De<br />

waarneemfrequentie is erg laag, zodat een<br />

standaard dipoolantenne erg lang zou moeten<br />

worden. Als we een astronomische meting<br />

willen uitvoeren op 1 MHz, betekent<br />

dit een antennelengte van ongeveer honderdvijftig<br />

meter. Aangezien de satelliet zelf<br />

ongeveer tien bij tien bij dertig centimeter<br />

meet, is dit niet realiseerbaar.<br />

Er zijn wel concessies mogelijk. Door de<br />

antenne sterk in te korten en de versterker<br />

daarop aan te passen, is nog steeds<br />

een goede meting mogelijk. Dit wordt dan<br />

een actieve antenne die niet in staat is om<br />

energie uit het radioveld te halen of op deze<br />

frequenties te zenden, maar dat is toch niet<br />

nodig. Actieve antennes zijn voor aardse<br />

toepassingen al decennia met groot succes<br />

in gebruik. Ze meten alleen het elektrische<br />

veld van de radiogolven, maar dat bevat alle<br />

benodigde informatie.<br />

De lengte van de antenne heeft een directe<br />

relatie met de ruisvloer van de ontvanger. Die<br />

lengte moet zodanig worden gekozen dat de


uis uit de ruimte hoger is dan die van de ontvanger,<br />

waardoor we het signaal uit de ruimte<br />

kunnen detecteren. Bij Olfar lijkt het erop dat<br />

een antenne van tussen de vijf en tien meter<br />

voldoende is en dat lijkt mechanisch weer<br />

goed haalbaar voor een nanosatelliet.<br />

Een andere uitdaging is hoe de antennes in<br />

drie richtingen te plaatsen zijn. Een eerste ingeving<br />

is om ze precies in het midden van elke<br />

kant van de satelliet te plaatsen. Maar daarmee<br />

komen verschillende problemen naar<br />

voren. Dan moeten er immers op zes plekken<br />

in de satelliet een ontvanger en een uitvouwmechanisme<br />

voor deze antenne komen. Dat<br />

neemt veel ruimte in beslag en beperkt het<br />

plaatsen van zonnecellen en antennes voor<br />

de satelliet-naar-satelliet-communicatie.<br />

Omdat de satelliet toch al niet symmetrisch<br />

is, onderzoeken we op dit moment<br />

een geheel andere aanpak. Uit twee hoeken<br />

van de satelliet worden drie monopolen ontvouwen.<br />

Daarmee zijn er slechts twee plekken<br />

in de satelliet nodig voor aansluitingen.<br />

Een consequentie van deze uitvoering is dat<br />

de dipolen niet meer symmetrisch ten opzichte<br />

van elkaar staan. Dit zal een kalibratieslag<br />

vereisen.<br />

In uitgevouwen toestand moet de antenne<br />

enkele meters lang zijn en ook een<br />

zekere stijfheid bezitten. Voor de lancering<br />

moet het geheel echter juist heel klein zijn.<br />

In de Del-C3-satelliet van de TU Delft is<br />

een standaard meetlint gebruikt. Opgerold<br />

neemt dat een beperkte ruimte in, uitgerold<br />

is de antenne stijf. De Olfar-antennes<br />

zouden hier te lang voor kunnen zijn. Hoewel<br />

dit vooralsnog onduidelijk is en er misschien<br />

een zero-g-vlucht aan te pas moet<br />

komen om echt uitsluitsel te krijgen, is er<br />

als voorzorg een onderzoek gestart naar een<br />

alternatieve antenne met metaal in een Vvorm.<br />

Op dit moment maken we een eerste<br />

prototype dat we gaan onderzoeken op mechanische<br />

en elektrische eigenschappen.<br />

Exotisch alternatief<br />

Een ander project binnen Olfar richt zich op<br />

de sensoren om de positie van de satellieten<br />

vast te stellen. Hierbij gaat het om twee dingen:<br />

de onderlinge plek en de absolute positie<br />

voor navigatiedoeleinden. De relatieve<br />

positie kan de intersatellietcommunicatie<br />

gebruiken: door tijdvertraging en het faseverschil<br />

hiervan te meten, is de onderlinge<br />

afstand te bepalen.<br />

Voor de absolute positie in het heelal zijn<br />

verschillende technieken denkbaar. GPS<br />

werkt ver van de aarde niet. Wel kunnen we<br />

kijken naar andere objecten. Traditioneel<br />

zijn dat sterren aan de hemel. Een camera<br />

met beeldverwerkingsalgoritmes kan hiermee<br />

een schatting maken van de locatie en<br />

de oriëntatie.<br />

Binnen Olfar richten we ons op een exotisch<br />

alternatief. Het lijkt namelijk mogelijk<br />

om objecten in het heelal te gebruiken die<br />

zich gedragen als een soort natuurlijke GPSsatellieten:<br />

pulsars. Dit zijn overblijfselen van<br />

supernova’s die zeer snel om hun as draaien.<br />

Ze zenden daarbij over een heel breed spectrum<br />

een uniek herkenbaar elektromagnetisch<br />

signaal uit met een timing nauwkeuriger<br />

dan die van een atoomklok, van enkele<br />

megahertzen tot aan röntgenstraling. Door<br />

een set bekende pulsars te meten op (ook<br />

weer) lage radiofrequenties, moet het voor<br />

De Olfar-radiotelescoop moet<br />

worden opgebouwd uit een<br />

zwerm nanosatellieten.<br />

een satelliet mogelijk zijn om de positie te bepalen.<br />

Dit idee zal binnenkort verder worden<br />

uitgewerkt binnen een EU-project.<br />

Het aardige is dat pulsarnavigatie, als het<br />

werkend te krijgen is, ook gewoon op aarde<br />

functioneert. Dan krijgt het Olfar-project ineens<br />

een heel interessante spin-o die in het<br />

dagelijks leven als betrouwbare back-up kan<br />

dienen voor de satellietnavigatiesystemen<br />

waar op dit moment veel van afhangt en die<br />

gevoelig zijn voor de grillen van onze zon.<br />

Het lijkt erop dat er voor nanosatellieten<br />

in ieder geval één nuttige wetenschappelijke<br />

toepassing bestaat. Dat is, uitstekend<br />

passend in de Nederlandse traditie, een<br />

radiotelescoop die een tot nu toe ongezien<br />

frequentiegebied ontsluit. Er is op dit moment<br />

geen ander systeem bekend dat eerder<br />

tot resultaten zou kunnen leiden dan<br />

Olfar. Nederland laat hiermee wederom<br />

zien hoe je een krachtige radiotelescoop<br />

bouwt. En wanneer het eerste kleinst denkbare<br />

satellietje de maan bereikt, zullen we<br />

misschien terugdenken aan wat wij vroeger<br />

met kleine scheepjes deden. Winnen!<br />

Wetenschappers Mark Bentum (UT/Astron) en<br />

Chris Verhoeven (TU Delft) leiden het Olfarproject.<br />

Steven Engelen, Raj ilak Rajan en<br />

Alex Budianu doen hun promotieonderzoek en<br />

David Smith is postdoc binnen het project.<br />

Redactie Pieter Edelman<br />

2 | 55


56 | 2<br />

De hemel bestormen<br />

met CMos-beeldsensoren<br />

De sensorervaringen die hij opdeed bij Imec, spin-off Fillfactory en de voortzetting<br />

daarvan onder Cypress-vlag nam Bart Dierickx mee naar zijn eigen bedrijf Caeleste.<br />

De ruimte is een terugkerend thema in de activiteiten van de Antwerpse beeldchipontwerper.<br />

Joost Backus<br />

In bedrijf Caeleste<br />

Mede gestimuleerd door het onderzoek<br />

van Imec lijkt België zich steeds<br />

meer op te werpen als een van de<br />

Europese beeldsensorbolwerken. Ook Caeleste<br />

heeft zijn roots in het Leuvense R&Dcentrum:<br />

medeoprichter Bart Dierickx was<br />

daar als verse doctorandus personeelslid<br />

nummer 74. Met de uithuisplaatsing van de<br />

beeldsensoractiviteiten in 2000 verhuisde<br />

hij mee naar Fillfactory. Een paar jaar later<br />

kwam de spin-o in handen van Cypress,<br />

dat er echter een compleet andere marktvisie<br />

op na hield. ‘Met een groep van veertig<br />

ingenieurs probeerden we daar te concurreren<br />

met bedrijven waar vierhonderd mensen<br />

aan gelijkaardige producten werkten’,<br />

herinnert Dierickx zich.<br />

In 2006 besloot Dierickx met twee compagnons<br />

voor zichzelf te beginnen. Bij een<br />

van hen op zolder, bijna traditie in de hightech,<br />

ontwierpen ze de eerste producten.<br />

Tegenwoordig bewoont Caeleste een heus<br />

kantoor in Antwerpen-Berchem. Twaalf<br />

medewerkers maken daar specialistische<br />

CMos-beeldsensoren, met name voor toepassingen<br />

in de ruimtevaart. De ociële lezing<br />

van de bedrijfsnaam verwijst daarnaar:<br />

caeles is Latijn voor ‘hemel’, de ‘te’ staat<br />

voor ‘technologie’. De oorspronkelijke herkomst<br />

is echter het eveneens Latijnse har-<br />

monia caelestium ‘hemelse harmonie’, dat de<br />

oprichters gewoon leuk vonden klinken.<br />

Zwarte schoenen<br />

De huidige CMos-beeldsensoren zijn grotendeels<br />

gebaseerd op actieve pixeltechnologie.<br />

Binnen in de kleine pixels worden<br />

hierbij fotodetectoren gekoppeld aan een<br />

signaalversterker. Door de versterkers uit te<br />

lezen, ontstaat een digitaal beeld.<br />

Het begon allemaal met de Mos-variant<br />

in 1968. Hier kleefden vele haken en ogen<br />

aan, waaronder hoge ruis, grote variabiliteit<br />

in het productieproces en yield-problemen.<br />

Mos-sensoren werden daardoor jarenlang<br />

gezien als inferieur aan charge-coupled devices<br />

(CCD’s), een in 1970 uitgevonden alternatieve<br />

halfgeleiderpixeltechnologie die de<br />

meeste van deze bezwaren niet kende. Ook<br />

de CMos-opvolgers konden lange tijd niet<br />

tippen aan CCD’s, vertelt Dierickx. ‘Het<br />

signaal van een CCD was zo clean dat het<br />

rechtstreeks op de antenne kon.’<br />

In 1983 kreeg Dierickx als kersverse promovendus<br />

van zijn promotor Gilbert Declerck<br />

de mogelijkheid om te werken aan<br />

ruimtevaartcamera’s. ‘Toen ontdekten we<br />

dat CCD’s niet meer werkten bij lage temperaturen.<br />

Bij 77 kelvin hield het op. Het<br />

lelijke eendje CMos deed het daar echter


prima. CCD’s bleken bovendien niet stralingshard:<br />

in de ruimte gingen ze na een<br />

half jaar stuk. Wederom bracht CMos soelaas.<br />

Zo hebben we gezien hoe CMos de<br />

markt van CCD langzaam is beginnen opeten<br />

langs verschillende kanten.’<br />

Een ander probleem met CCD’s is dat<br />

pixels sequentieel worden uitgelezen, dus<br />

allemaal via één kanaal gaan. Bij hoge<br />

beeldfrequenties wordt dat een bottleneck.<br />

Dit heeft ertoe geleid dat hogesnelheidscamera’s<br />

zijn uitgeweken naar CMos.<br />

‘Daarnaast zorgde de wet van Moore en<br />

de bijbehorende grote verbeteringen en<br />

miniaturisatie van het productieproces<br />

ervoor dat CMos ook bruikbaar werd voor<br />

heel kleine pixels’, vult Dierickx aan. ‘Vandaag<br />

de dag zijn bijna alle beeldsensoren<br />

CMos, behalve voor enkele zeer specieke<br />

high-end toepassingen waar uniformiteit<br />

primordiaal is.’<br />

Voor een goede beeldsensor is het aantal<br />

megapixels helemaal niet zo belangrijk;<br />

het zijn juist de donkerstroom en de ruis<br />

die tellen. ‘We zaten ooit eens om de tafel<br />

met Nokia omdat we onze producten graag<br />

daar wilden wegzetten’, geeft Dierickx een<br />

treend voorbeeld. ‘Die mensen hadden de<br />

‘black shoe under the table’-test, waarbij ze<br />

onder de tafel een plaatje schoten van zwar-<br />

te schoenen. Als ze dan allerlei artefacten<br />

zagen, betekende dat dat de sensor voor hen<br />

niet goed genoeg was. In de mobiele hoek is<br />

een sensor gewoon een commodity.’<br />

Paradepaardje<br />

Al deze ervaringen namen Dierickx en de<br />

zijnen mee naar Caeleste, dat zich juist richt<br />

op de high-end markt. Het bedrijf maakt<br />

bijvoorbeeld golrontsensoren voor de European<br />

Extremely Large Telescope (E-ELT).<br />

Met een hoofdspiegel van 39 meter in doorsnee<br />

wordt dit veruit de grootste optische/<br />

Nir-telescoop ter wereld. Hiervoor heeft<br />

Caeleste een ongewone en uitdagende combinatie<br />

van specicaties opgelegd gekregen:<br />

1760 bij 1760 pixels, elk met een grootte<br />

van 24 bij 24 µm en uitleesfrequenties van<br />

zevenhonderd tot duizend frames per seconde.<br />

De 35 duizend parallelle on-chip<br />

ADC’s spuwen iedere seconde tot dertig<br />

miljard bits uit. Daarbij heeft de sensor een<br />

ultralage ruis van minder dan 2,4 elektronen<br />

en een kwantumeciëntie van bijna<br />

honderd procent.<br />

Een ander gebied waarin Caeleste pioniert,<br />

is het maken van röntgenbeelden<br />

in verschillende energieën, oftewel ‘kleurenröntgen’.<br />

Voor het maken van een medisch<br />

röntgenbeeld worden intensiteiten<br />

Met partner Brainvision brengt<br />

Caeleste een Tof-camera op de markt<br />

voor toepassingen in de automotive,<br />

robotica en eventueel gaming.<br />

gebruikt tussen de tien en honderd kiloelektronvolt.<br />

Koolstof, stikstof en zuurstof<br />

hebben hierbij een andere spectrale<br />

absorptie. Caeleste heeft een beeldsensor<br />

ontwikkeld die de verschillende invallende<br />

fotonen kan tellen en hun energieën kan<br />

bepalen. Hiermee is een plaatje te genereren<br />

dat toont waar vet- en watermassa’s in<br />

het weefsel aanwezig zijn.<br />

Caeleste ontwerpt en patenteert ook<br />

verschillende concepten voor time of ightcamera’s<br />

(Tof). Hiermee zijn bewegingen te<br />

visualiseren. Sinds afgelopen jaar heeft het<br />

bedrijf met partner Brainvision een Tof-camera<br />

op de markt voor toepassingen in de<br />

automotive, robotica en eventueel gaming.<br />

Paradepaardje is een sensor van veertien<br />

bij veertien centimeter, ongeveer het grootste<br />

vierkant dat uit een CMos-wafer met<br />

een diameter van twintig centimeter is te<br />

halen. Deze joekel is bedoeld voor gebruik<br />

in de astronomie en heeft maximaal tien<br />

defecte pixels.<br />

Zo is de ruimte is een terugkerend thema<br />

bij Caeleste. Een zekere fascinatie voor dit<br />

onderwerp kan Dierickx ook niet ontkennen.<br />

‘Ik schep wel eens op dat een van de<br />

IC’s die ik heb ontworpen nu op het oppervlak<br />

van Mars ligt. Er zijn niet zo veel mensen<br />

die dat kunnen zeggen.’<br />

2 | 57


58 | 2<br />

Achtergrond Medisch<br />

In de tweede eeuw van onze jaartelling<br />

beschreef de Griekse arts Galenus hoe<br />

het bloedvatenstelsel via vertakkingen<br />

tot in alle delen van het lichaam doordringt.<br />

De exacte werking ontging hem echter; hij<br />

meende dat aderen en slagaderen twee gescheiden<br />

systemen waren die doodliepen<br />

in de organen. Zijn beschrijving miste een<br />

essentieel element: de haarvaten. Hierdoor<br />

stroomt het bloed door de organen van<br />

de slagaderen naar de aderen. Het zijn ultrajne<br />

vertakkingen die ervoor zorgen dat<br />

een lichaamscel nooit ver weg is van een<br />

bloedvaatje; de kleinste haarvaatjes zijn<br />

nét breed genoeg voor een rode bloedcel, de<br />

zuurstoftransporteurs van het lichaam.<br />

Galenus kon dit allemaal niet bevroeden.<br />

Pas in de zeventiende eeuw kwamen<br />

er microscopen die de haarvaatjes en rode<br />

bloedcellen in beeld konden brengen. De<br />

volgende stap liet minder lang op zich wachten:<br />

eind jaren negentig van de vorige eeuw<br />

ontwikkelde het Amerikaanse bedrijf Cytometrics<br />

een techniek om ze niet-invasief bij<br />

een patiënt aan het bed in beeld te brengen.<br />

‘Het AMC was een van de instellingen die<br />

toen veel onderzoek zijn gaan doen om te<br />

kijken wat daarmee kan’, vertelt Keshen<br />

Mathura, COO van het Amsterdamse bedrije<br />

Microvision. Samen met CEO Jean-<br />

Marc ter Riet startte hij het bedrijf in 2003<br />

als spin-o van het academische ziekenhuis<br />

om de geleerde lessen in te zetten voor een<br />

speciek scenario: bij patiënten op de intensive<br />

care bloedvergiftiging detecteren,<br />

Bloedvatsensor maakt<br />

doorstart op intensive care<br />

Al uren voordat een patiënt er echt ziek van wordt, verraden de haarvaatjes dat<br />

er een bloedvergiftiging gaande is, een levensgevaarlijke situatie voor intensivecarepatiënten.<br />

De sensor van AMC-spin-off Microvision voor deze bloedvaatjes is<br />

hard op weg om tot de standaarduitrusting van het ziekenhuis te behoren.<br />

Pieter Edelman<br />

een levensgevaarlijke situatie die op een<br />

tijdschaal van slechts uren tot ernstige problemen<br />

kan leiden en vaak zelfs tot de dood.<br />

Bloedvergiftiging ontstaat als ziektekiemen<br />

op de een of andere manier – bijvoorbeeld<br />

tijdens een operatie of ernstige verwonding<br />

– binnendringen in de bloedvaten,<br />

normaal gesproken een steriel gebied van<br />

het lichaam. Wanneer ze zich weten te vermenigvuldigen,<br />

kan dat uiteindelijk leiden<br />

tot een dramatische daling van de bloeddruk,<br />

waardoor de organen niet voldoende<br />

zuurstof meer krijgen.<br />

Het lichaam geeft zich echter niet zonder<br />

slag of stoot gewonnen. Op het moment<br />

dat er te weinig bloed is, gaat het prioriteren.<br />

Hart, longen en hersenen móeten simpelweg<br />

altijd voorzien worden. De lever en<br />

nieren eigenlijk ook wel. Maar huid en slijmvliezen?<br />

Die kunnen wel met wat minder<br />

toe. De haarvaatjes krijgen de opdracht om<br />

een beetje samen te knijpen zodat er geen<br />

bloedcellen meer doorheen passen. ‘De patiënt<br />

is daar uiteindelijk niet mee geholpen’,<br />

vertelt Mathura. ‘Maar het is wel al vroeg<br />

waarneembaar, vroeger dan elke andere indicator.<br />

De bloeddruk daalt pas uren later en<br />

dan is de patiënt al ernstig ziek aan het worden.’<br />

Terwijl snel ingrijpen juist cruciaal is.<br />

Kleine föhn<br />

De sensor van Microvision is bedoeld om<br />

dwars door weefsels heen te kijken en een<br />

afbeelding te maken van alleen de rode<br />

bloedcellen. Dat verraadt waar de bloedva-<br />

ten lopen – deze cellen zitten altijd in een<br />

bloedvat. Meegeleverde software meet in<br />

het beeld hun diameter en lengte. Ontbreken<br />

de allerdunste haarvaatjes in het beeld,<br />

dan stromen daar geen rode bloedcellen<br />

door. Een teken aan de wand.<br />

Het principe van de detector is eigenlijk<br />

verrassend simpel. In de basis bestaat hij uit<br />

een microscoop met beeldsensor, die tegen<br />

het weefsel wordt aangedrukt en daar tot<br />

enkele honderden micrometers diep kan kijken.<br />

Om ervoor te zorgen dat de microscoop<br />

alleen de rode bloedcellen in beeld brengt,<br />

is de sensor voorzien van een lichtbron die<br />

speciek is afgestemd op het absorptiespectrum<br />

van hemoglobine: 540 nanometer ofwel<br />

groen. Eigenlijk probeert de sensor de<br />

bloedcellen dus juist niet te zien: door het<br />

ontbreken van teruggekaatst licht worden ze<br />

zwart afgebeeld terwijl de omliggende delen<br />

uniform worden verlicht. ‘We gebruiken het<br />

hemoglobine in de rode bloedcellen als het<br />

ware als contrastmiddel’, legt Ter Riet uit.<br />

De lichtbron ligt als een ring om de microscoop<br />

heen. Hij wordt direct op het<br />

weefsel gedrukt en ligt een beetje teruggetrokken,<br />

waardoor er geen licht direct de<br />

microscoop in lekt. Het enige dat de sensor<br />

ziet, is daarmee het zwakke licht dat uit het<br />

weefsel wordt gereecteerd.<br />

De meting wordt uitgevoerd onder de<br />

tong van de patiënt. ‘Je zou in principe door<br />

de huid heen kunnen kijken, maar die is<br />

vrij dik. Je zou dan een erg sterke lichtbron<br />

moeten gebruiken terwijl het beeld niet


zo goed wordt’, vertelt Mathura. ‘Daarom<br />

moet je de plaatsen gebruiken waar de vaten<br />

vlak onder het oppervlak liggen, zeg maar<br />

de natte plekken.’<br />

Het geheel is gevat in een handheld sensor<br />

met de afmetingen van een kleine föhn.<br />

Op de voorkant wordt voor elke patiënt een<br />

nieuwe steriele wegwerpkap geplaatst, terwijl<br />

de gebruiker aan de achterkant belichting<br />

en focus kan instellen. De sensor is met<br />

een kabel verbonden met een batterij-unit<br />

en een laptop. ‘In een toekomstige uitvoering<br />

zou de meting misschien kunnen worden<br />

geïntegreerd in de handheld unit. Voor<br />

de klinische toepassing is het nu eigenlijk<br />

niet meer nodig om over de videobeelden<br />

te beschikken. Maar we wilden het systeem<br />

in eerste instantie zo open mogelijk maken<br />

zodat onderzoekers over de ruwe meetdata<br />

kunnen beschikken’, verklaart Ter Riet.<br />

Even opletten<br />

De technologie, sidestream dark eld genoemd,<br />

is eigenlijk een doorontwikkeling<br />

van de aanpak van Cytometrics. Het belangrijkste<br />

verschil was dat de Amerikanen<br />

de microscoop en lichtbron niet optisch<br />

van elkaar isoleerden, maar polarisatielters<br />

gebruikten om het directe licht weg te<br />

lteren. Hun pogingen om deze aanpak tot<br />

commercieel succes te brengen, zijn nauw<br />

vervlochten met de ontstaansgeschiedenis<br />

van Microvision. ‘Zij hadden een nogal<br />

ambitieus doel’, aldus Ter Riet. ‘Zij wilden<br />

die technologie inzetten voor het stimule-<br />

ren van bloeddonoren. Want wat bleek nou:<br />

mensen hebben niet zo heel veel moeite<br />

met de dikke naald in hun arm om bloed af<br />

te staan, maar wel met het prikje in hun vingertop<br />

om te bepalen of ze geschikt zijn als<br />

bloeddonor. Cytometrics wilde dat prikje<br />

vervangen door een lichtmeting.’<br />

Ondanks tientallen miljoenen aan venture<br />

capital bleek dat een te harde noot om<br />

te kraken. Het bedrijf kwam in nanciële<br />

problemen en ging uiteindelijk in 2003 over<br />

de kop. Een ramp, vonden Ter Riet en Mathura,<br />

want het was ondertussen duidelijk<br />

geworden dat de technologie op de ic levens<br />

kan redden. ‘Er was destijds een onderzoek<br />

gepubliceerd naar de vernauwing van die<br />

haarvaten. Bij patiënten op de ic bij wie dit<br />

werd waargenomen, was 87 procent 24 uur<br />

later overleden!’, vertelt Mathura.<br />

De mogelijkheid om iets fundamenteels<br />

te verbeteren in de ic-zorg was voor hen<br />

uiteindelijk te groot om te laten liggen. Zij<br />

gingen op zoek naar een techniek die uit het<br />

vaarwater van Cytometrics’ patentportfolio<br />

zou blijven en richtten daaromheen uiteindelijk<br />

een bedrije op, actief en nancieel<br />

gesteund door het AMC. In 2005 kwam de<br />

Microscan-sensor op de markt. ‘De meeste<br />

technologische vernieuwingen op de ic de<br />

afgelopen decennia zijn eigenlijk verbeteringen<br />

van bestaande systemen. Dit is echt wat<br />

nieuws. Maar als wij daar niks mee hadden<br />

gedaan na het faillissement van Cytometrics<br />

was het gewoon blijven liggen’, stelt<br />

Ter Riet. De ultieme bevestiging wat hem<br />

De sensor van Microvision<br />

bestaat uit een microscoop<br />

die rode bloedcellen in de<br />

weefsels onder de tong in<br />

beeld brengt.<br />

Onder groen licht worden rode<br />

objecten zwart. De rode bloedcellen<br />

steken daardoor zwart af<br />

tegen een witte achtergrond.<br />

betreft, kwam op een conferentie bij monde<br />

van de inmiddels overleden arts Max Harry<br />

Weil, die als grondlegger van de hedendaagse<br />

traumazorg wordt beschouwd. ‘Toen wij ons<br />

praatje wilden houden, stond hij op, richtte<br />

zich tot het publiek en zei: ‘Nu moeten jullie<br />

even opletten, want dit is écht wat nieuws.’’<br />

Over aandacht heeft het nu vijfkoppige<br />

bedrijf dan ook niet te klagen. De technologie<br />

staat duidelijk op de agenda van icartsen<br />

wereldwijd en er zijn adviezen in de<br />

maakt om standaard drie keer per dag de<br />

controle toe te passen op alle ic-patiënten.<br />

De technologie is ook in een nieuwe fase terechtgekomen,<br />

vertelt Mathura: ‘In het begin<br />

werden er vooral onderzoeken gepubliceerd<br />

die de eerdere resultaten bevestigen.<br />

Nu zie je veel meer dat er publicaties komen<br />

over wat bepaalde metingen betekenen<br />

voor specieke patiëntgroepen.’<br />

En andere toepassingen, zoals Microvision<br />

zelf ook een alternatieve toepassing<br />

werd voor de Cytometrics-technologie? Er<br />

zijn mogelijkheden zat, maar ze staan niet<br />

echt op de agenda van de oprichters. ‘Er zijn<br />

onderzoeken over een relatie met hartfalen,<br />

en hier bij het AMC was een aio die onze oplossing<br />

gebruikte voor metingen aan wondherstel.<br />

Maar om daar goed in te kunnen<br />

kijken, moet je op de wondrand gaan zitten,<br />

en dat is juist het meest pijnlijke deel’, licht<br />

Mathura toe. ‘Ik schat dat negentig procent<br />

toch wel wordt gebruikt voor de ic. Maar als<br />

iemand vragen heeft, dan helpen we hem<br />

daar uiteraard wel mee.’<br />

2 | 59


60 | 2<br />

Achtergrond Beeldverwerking<br />

Na een periode van marktonderzoek en<br />

investeerders aantrekken ging CMosis<br />

in 2008 echt van start. Sindsdien heeft<br />

het Antwerpse ontwerphuis zijn omzet in<br />

CMos-beeldsensoren elk jaar verdubbeld. De<br />

onderscheidende kenmerken: een global shutter,<br />

een andere manier om de pixelmatrix uit<br />

te lezen en snelle on-chip AD-conversie die<br />

zeer hoge framerates mogelijk maakt.<br />

Tot voor kort bewoog CMosis zich hoofdzakelijk<br />

in industriële markten. Eind vorig<br />

jaar kwam daar verandering in, toen het<br />

een aansprekende samenwerking in de consumentenelektronica<br />

wereldkundig mocht<br />

maken. Oude rot in fotocamera’s Leica heeft<br />

de Antwerpenaren in de arm genomen om<br />

de 24 megapixel CMos-beeldsensor te leveren<br />

voor zijn gloednieuwe M-model.<br />

Streepje voor<br />

Volgens Guy Meynants was Leica speciek<br />

op zoek naar een sensor op het full-frame<br />

35-mm-formaat, met een laag energieverbruik,<br />

een lage ruis en een lage donkerstroom.<br />

‘Zij gebruikten eerst CCD’s’, aldus<br />

de medeoprichter en CTO van CMosis. ‘Een<br />

grote CCD-chip kun je echter niet snel genoeg<br />

klokken om de datastromen te realiseren<br />

die nodig zijn voor HD-videotoepassingen.<br />

Een laag energieverbruik was<br />

belangrijk om te voorkomen dat de sensor<br />

bij deze toepassingen te veel opwarmt.’<br />

Een andere bijzondere eigenschap van de<br />

Leica-camera’s is dat ze spiegelloos zijn, zodat<br />

de lens heel dicht op de sensor zit. ‘Dat<br />

geeft invalshoeken van dertig, veertig graden<br />

of wel meer’, legt Meynants uit. ‘Veel<br />

sensoren kunnen daar slecht mee omgaan.<br />

Onze producent ST kan een heel dunne op-<br />

CMosis en de<br />

renaissance<br />

van een Leica<br />

Het Antwerpse CMosis levert de 24 megapixel<br />

beeldsensor voor de nieuwste<br />

fotocamera van Leica. De samenwerking<br />

met de Duitse maker van hoogwaardige<br />

optische apparatuur liep gesmeerd.<br />

Joost Backus<br />

bouw realiseren: de ‘microlensjes’ van de<br />

pixels staan heel dicht op de bijbehorende<br />

fotodiodes. Dat is een enorm voordeel bij<br />

dergelijke grote invalshoeken.’<br />

Verder heeft CMosis een streepje voor<br />

met zijn zuinige ADC, zijn 14 bit conversiebreedte<br />

en zijn dynamische bereik van<br />

76 dB. ‘Wij gebruiken een techniek waarbij<br />

we twee samples van een pixel twee keer<br />

bemonsteren. Dat draagt bij aan de goede<br />

ruiscijfers. Bij video sommeren we de beeldpunten,<br />

want daar zijn van de 24 megapixels<br />

maar twee megapixels nodig.’ Voor<br />

het digitale deel heeft CMosis control loops<br />

ingebouwd op de chip om het zwartniveau<br />

aan te passen met behulp van zwarte pixels<br />

aan de rand van de pixelmatrix.<br />

Om en om<br />

Leica heeft CMosis veel vrijheid gegeven bij<br />

de ontwikkeling. ‘We wisten goed wat we<br />

aan elkaar hadden’, vertelt Meynants. ‘De<br />

specs stonden in steen gehouwen, de im-<br />

plementatie was aan ons. Bij Amerikaanse<br />

bedrijven is het nog wel eens fuzzy allemaal;<br />

bij Duitsers, maar ook bij Japanners, is er<br />

een soort Gründlichkeit waardoor het jn<br />

samenwerken is.’<br />

De eerste prototypes voor de Leica M<br />

had CMosis al in augustus 2011 gereed, de<br />

tweede in april 2012. ‘Wij zitten vaak op<br />

het tijdkritieke pad: de specs voor de sensor<br />

zijn het laatst klaar, maar de chip moet<br />

doorgaans als eerste worden geleverd om de<br />

ontwikkeling af te kunnen ronden’, aldus<br />

Meynants. ‘Desondanks liep het bij ons vrij<br />

gesmeerd. Alle problemen hebben we gecorrigeerd<br />

via de routing op de chip. We hebben<br />

geen enkele transistor hoeven aanpassen.’<br />

‘Eigenlijk heeft Leica iets unieks gedaan’,<br />

besluit Meynants. ‘Vaak zie je dat generaties<br />

om en om worden geïntroduceerd:<br />

eerst verversen ze de sensor en houden ze<br />

de oude processor, om in een volgende iteratie<br />

ook bij de processor een stap te maken.<br />

Leica heeft in één klap beide vernieuwd.’


Achtergrond Logistiek<br />

In Nederland wordt jaarlijks naar schatting<br />

voor een miljard euro aan voedsel<br />

weggegooid voordat het de klant bereikt.<br />

Zonde, want er is water verbruikt om het<br />

voedsel te verbouwen en er zijn kilometers<br />

gereden om de producten naar het distributiecentrum<br />

te vervoeren. Een gedeelte van<br />

de totale voedselderving is te wijten aan<br />

transport en opslag.<br />

Goederen worden per vrachtwagen, vliegtuig<br />

en andere vervoermiddelen van de<br />

producent naar de gebruiker gebracht via<br />

een netwerk van op- en overslagcentra. Bij<br />

bederfelijke producten moet het klimaat tijdens<br />

het transport worden gereguleerd en<br />

de reis zo kort mogelijk zijn: de koude keten.<br />

Het probleem van bederfelijk voedsel<br />

werd pijnlijk duidelijk in een pilot voor<br />

een Duitse supermarktketen waaraan wij<br />

met Ambient Systems deelnamen. De aardbeien<br />

voor deze retailer worden gekweekt<br />

in Noord-Spanje en na de pluk per vrachtwagen<br />

naar Duitsland vervoerd. Aardbeien<br />

zijn erg gevoelig voor de temperatuur. Tijdens<br />

hun tweedaagse reis kunnen ze het<br />

beste tussen de 2 en 4 graden Celsius worden<br />

gehouden. Deze strikte eisen betekenden<br />

uiteindelijk een groot verlies tijdens het<br />

transport: de distributiecentra en de supermarktvestigingen<br />

gooiden samen rond de<br />

dertig procent van de aardbeien weg.<br />

Het is, zeker voor de eindklant, lastig om<br />

te bepalen waar dit aan ligt. Is de koeling wel<br />

goed ingesteld? Zet de chaueur de koeling<br />

misschien uit om brandstof te besparen?<br />

Een manier om dit boven water te krijgen, is<br />

met de inzet van slimme sensoren, een aanpak<br />

die in de vorige eeuw is bedacht. Mark<br />

Weiser stelde in 1988 dat kleine computers<br />

die overal aanwezig zijn, hetzelfde of misschien<br />

wel meer kunnen bereiken dan één<br />

grote computer. Kristofer Pister deed daar<br />

in 1997 nog een schepje bovenop door te<br />

bedenken dat als deze kleine, simpele computers<br />

ook nog zouden kunnen waarnemen,<br />

er een immens nauwkeurig beeld kan worden<br />

gevormd van allerlei fenomenen.<br />

<strong>Sensoren</strong> bewaken de koude keten<br />

Levensmiddelen, maar ook medicijnen, kunnen bederven als ze tijdens het transport<br />

te warm of te koud worden bewaard. Voor de eindklant betekent dat verspilling,<br />

voor de transporteur kan dat hoge claims tot gevolg hebben. Slimme sensoren<br />

kunnen de goederen onderweg bewaken en gezamenlijk kunnen ze een distributiecentrum<br />

in de gaten houden, vertelt Lodewijk van Hoesel van Ambient Systems.<br />

Lodewijk van Hoesel<br />

Om te beginnen, kan een slimme sensor<br />

meereizen met de goederen. Door sensoren<br />

uit te rusten met communicatiemogelijkheden<br />

en een beetje intelligentie kan<br />

de chaueur direct worden gewaarschuwd<br />

als de temperatuurgrenzen worden overschreden.<br />

Ook kunnen ze dan autonoom de<br />

verwachte houdbaarheid van de goederen<br />

uitrekenen. Zodra de vracht bij het distributiecentrum<br />

aankomt, leggen ze contact<br />

en vertellen ze de retailer welke kratten<br />

er het eerst naar de winkel moeten. In het<br />

aardbeienproject bleken er met deze aanpak<br />

grote besparingen haalbaar.<br />

Best beschikbare route<br />

Interessanter wordt het als de slimme sensoren<br />

volgens de visie van Weiser en Pister<br />

een netwerk gaan vormen om gedistribueerd<br />

de omgeving waar te nemen. Een voorbeeld<br />

hiervan is het distributiecentrum op de<br />

luchthaven van Luxemburg van de Panalpina<br />

Group, een van ’s werelds grootste logistieke<br />

aanbieders. Panalpina gebruikt dit distributiecentrum<br />

om per vliegtuig en per vrachtwagen<br />

temperatuurgevoelige farmaceutische<br />

producten te verzenden – een van de snelst<br />

groeiende segmenten van het bedrijf.<br />

Voor het bewaken van deze medicijnen tijdens<br />

het transport worden eveneens slimme<br />

sensoren ingezet. Het distributiecentrum van<br />

zestigduizend vierkante meter is bovendien<br />

voorzien van 31 routers zodat de sensoren<br />

ook met het distributiecentrum zélf communiceren.<br />

Dankzij de routers kunnen de sensoren<br />

een verbinding leggen met een centrale<br />

computer, die op zijn beurt in contact staat<br />

met het internet. De routers communiceren<br />

onderling via de licentievrije band rond de 2,4<br />

Aardbeien zijn bijzonder gevoelig voor temperatuur tijdens het transport. Meereizende<br />

slimme sensoren kunnen helpen om bederf onderweg te verminderen.<br />

GHz en geven de datapakketten steeds via de<br />

best beschikbare route aan elkaar door totdat<br />

de eindbestemming is bereikt.<br />

Hiermee is het gehele distributiecentrum<br />

redundant bedekt en kan er direct worden<br />

gereageerd op de realtime alarmering van de<br />

sensoren. Tevens zijn temperatuursensoren<br />

geïnstalleerd in bijvoorbeeld koelcellen en<br />

houden weer andere sensoren in de gaten of<br />

de deuren hiervan niet te lang openblijven.<br />

Dankzij het draadloze sensornetwerk<br />

heeft Panalpina van begin tot einde realtime<br />

inzicht in de condities van de goederen die<br />

het verscheept. Hiermee kan het bedrijf<br />

productbederf en hoge claims die daaruit<br />

volgen, voorkomen, en interne bedrijfsprocedures<br />

meetbaar verbeteren. Als extra service<br />

kan de transporteur open met klanten<br />

communiceren over de omstandigheden van<br />

goederen – als een extra aangeboden service.<br />

Lodewijk van Hoesel is CTO van Ambient<br />

Systems.<br />

Redactie Pieter Edelman<br />

2 | 61


62 | 2<br />

Achtergrond Leefomgeving<br />

Net als in andere steden vormt de luchtkwaliteit<br />

in het centrumgebied van<br />

Eindhoven een probleem. Een breed<br />

actieprogramma dat provincie en gemeentes<br />

gezamenlijk uitvoeren om die kwaliteit<br />

te verbeteren, lijkt onvoldoende eectief.<br />

De kans is aanwezig dat het niet gaat lukken<br />

om te voldoen aan de EU-normen, die<br />

mogelijk ook nog eens verder worden aangescherpt.<br />

Het eect van de luchtkwaliteit<br />

op de gezondheid blijkt daarnaast groter<br />

dan gedacht. Bovendien bestaan er onverklaarbare<br />

verschillen tussen de berekende<br />

en de feitelijk gemeten luchtkwaliteit.<br />

Om de luchtkwaliteit eectief te verbeteren,<br />

is meer inzicht nodig in alle relevante<br />

factoren. Dat is precies wat het Aireasluchtmeetsysteem<br />

in Eindhoven kan opleveren.<br />

Dit systeem is een jnmazig netwerk<br />

van sensoren waarmee (ultra)jnstof en<br />

stikstofoxides realtime zijn te meten. Voor<br />

de betrokken partijen kan het tevens als zogeheten<br />

Living Lab fungeren, bijvoorbeeld<br />

ter ondersteuning van wetenschappelijk<br />

onderzoek, technologische innovaties en<br />

de uitvoering van beleidsprogramma’s op<br />

het snijvlak van milieu, gezondheid, verkeer<br />

en economie.<br />

De regie over de implementatie van<br />

het luchtmeetsysteem ligt bij Aireas, een<br />

coöperatieve vereniging die zich richt op<br />

duurzame verbetering van het leefklimaat<br />

met behulp van hightech oplossingen. De<br />

industriële inbreng komt van Imtech ICT<br />

en Philips. De onderzoekspartners zijn<br />

ECN, het Institute for Risk Assessment<br />

Sciences (Iras) van de Universiteit Utrecht<br />

en de faculteit Geo-informatiewetenschappen<br />

en Aardobservatie (ITC) van de Universiteit<br />

Twente. De gemeente Eindhoven<br />

en de provincie Noord-Brabant nemen deel<br />

vanuit de overheid.<br />

Sensorkastjes houden luchtkwaliteit<br />

Eindhoven realtime in de gaten<br />

Sensortechnologie en opensource software gaan een doorslaggevende rol spelen<br />

in verbetering van de luchtkwaliteit in Eindhoven. De stad fungeert vanaf dit voorjaar<br />

als pilot voor een innovatief systeem dat de hoeveelheden (ultra)fijnstof en<br />

stikstofoxides registreert. Projectdeelnemers ECN en Imtech ICT vertellen over de<br />

ontwikkeling van de sensorkastjes en het back-end.<br />

Erik Dierdorp René Otjes Bastiaan Wit Carl Wolff<br />

Amperometer<br />

Doel van het pilotproject is een luchtmeetsysteem<br />

op te zetten dat niet alleen goed<br />

werkt maar ook betaalbaar is, om het meten<br />

van luchtkwaliteit laagdrempelig te maken.<br />

In tegenstelling tot de bestaande oplossingen<br />

moet dit systeem echt realtime en<br />

low-cost worden. We gebruiken vier typen<br />

sensoren: voor jnstof, ultrajnstof, NO x en<br />

ozon. Die voor ultrajnstof is een kant-enklaar<br />

product, ontwikkeld en in het project<br />

ingebracht door Philips Research. Die voor<br />

jnstof, NO x en ozon kopen we in en passen<br />

we met onze eigen kennis aan om de nauwkeurigheid<br />

te verhogen.<br />

Dat laatste is nog een behoorlijke uitdaging.<br />

De EU-regels zijn gebaseerd op metingen<br />

van deeltjes die kleiner zijn dan tien<br />

micrometer (PM 10). Het advies vanuit de<br />

Wereldgezondheidsorganisatie is om nog<br />

jner te meten: op een niveau van PM 2,5.<br />

Met ons systeem halen we al PM 1: we kunnen<br />

deeltjes registreren die kleiner zijn dan<br />

één micrometer. Voor ultrajnstof kunnen<br />

we zelfs tot PM 0,1-niveau gaan.<br />

De ultrajnstofsensor van Philips kan<br />

deeltjes meten met een doorsnee tot een<br />

paar honderd nanometer. Deze hebben<br />

nauwelijks massa maar de aantallen zijn<br />

heel groot. Kern van de sensor is een kanaal<br />

met drie delen, waar lucht doorheen wordt<br />

gezogen. In het eerste deel zit een coronalader,<br />

die een hoge spanning op de lucht<br />

zet. Als gevolg daarvan worden de deeltjes<br />

geladen, de kleinere minder dan de grote.<br />

In deel twee van de sensor passeren ze vervolgens<br />

een elektrisch veld, dat de deeltjes<br />

met een grote lading doet afbuigen naar<br />

een elektrode. De overblijvende nanodeeltjes<br />

gaan in de derde trap door een kooi van<br />

Faraday, waar ze worden afgevangen op een<br />

metalen oppervlak. Een amperometer meet<br />

de stroom die zo wordt opgewekt, wat een<br />

maat is voor het ultrajnstof.<br />

Het jnstof registreren we met een low-cost<br />

optische sensor. De lens die daarin zit, wordt<br />

na verloop van tijd vies. Om die vervuiling te<br />

volgen, hebben we eigen elektronica toegevoegd,<br />

zodat we tijdig weten wanneer we de<br />

sensor moeten vervangen. Daarnaast hebben<br />

we de standaard component uitgebreid<br />

met meet- en regeloplossingen van ECN die<br />

de nauwkeurigheid met ongeveer een factor<br />

tien verbeteren. Alle modicaties doen we in<br />

samenwerking met de fabrikant.<br />

De basis van de NO x -sensor is een elektrochemische<br />

cel in de vorm van een tonnetje,<br />

met aan de bovenkant een teon membraan<br />

waar wel gassen doorheen kunnen maar<br />

geen vloeistoen. Onder dit vlies zitten enkele<br />

vloeistoagen waarin het doorgelaten<br />

stikstofdioxide oxideert tot nitraat (NO 3 – ).<br />

Via drie elektrodes en weer een amperometer<br />

meten we hoeveel elektronen nodig zijn<br />

voor deze omzetting. Die hoeveelheid is een<br />

maat voor het aantal NO 2 -moleculen in de<br />

lucht. Een probleem is dat variaties in luchtvochtigheid<br />

en temperatuur de meting verstoren.<br />

Om hiervoor te compenseren, werkt<br />

ECN nu aan een aanpassing van de sensor.<br />

Gaius<br />

De jnstof-, NO x - en ozonsensor stoppen<br />

we gedrieën in een kastje, samen met alle<br />

meetapparatuur. In totaal krijgt de stad<br />

Eindhoven 35 van zulke Airboxen, dertig<br />

op een vaste plek en vijf mobiel. Daarnaast<br />

komen er vijf extra kastjes met alleen een<br />

ultrajnstofsensor van Philips.<br />

De integratie doet ECN in eigen beheer,<br />

op zelf ontworpen en gelay-oute printplaten.<br />

Om preciezere meetresultaten te verkrijgen,<br />

gebruiken we niet de ingebouwde<br />

digitale uitleesmogelijkheid van de senso-


en maar de analoge, in combinatie met een zelf ontwikkeld algoritme. In<br />

samenwerking met de sensorfabrikanten maken we de meettechniek steeds<br />

geavanceerder en zorgen we ervoor dat er tijdens de levensduur nauwkeurigere<br />

gegevens beschikbaar komen.<br />

De Airbox bevat twee door onszelf geprogrammeerde microcontrollers.<br />

De ene leest de aangesloten sensoren uit en geeft de meetresultaten via een<br />

RS232-verbinding door aan de andere. Die regelt de communicatie met het<br />

modem, dat de gegevens via GPRS naar het back-end stuurt. Daar zorgt Imtech<br />

ICT voor centrale opslag en ontsluiting van de data, zodat de Aireas-partners er<br />

zinvolle informatie uit kunnen aeiden.<br />

Het back-end is een server met versie 6.3 van de Linux-distributie Cent-<br />

OS, waarop het opensource Gaius-systeem van Imtech draait. Dit in Python<br />

gebouwde platform bevat een data-acquisitiemodule om de sensorberichten<br />

te verwerken die via TCP/IP-verbindingen binnenkomen vanuit<br />

het GPRS-netwerk. Gebaseerd op de vorm en inhoud van de berichten<br />

maakt het voor iedere sensor automatisch een tabel aan in de centrale database.<br />

Daarnaast zijn er mechanismen om de bestaande connecties weer<br />

te geven, sensoren te bewaken en de opgeleverde data door menselijke ogen<br />

te laten inspecteren.<br />

Optioneel maakt de acquisitiemodule realtime gebruik van de meetdata<br />

mogelijk. Daartoe biedt hij op 20 Hz draaiende ‘selectoren’ die de aangeboden<br />

gegevens continu analyseren. Bij een plotselinge discrepantie in de data,<br />

bijvoorbeeld een zeer hoge waarde, verstuurt het systeem een mail waarin<br />

staat dat het een afwijking heeft gesignaleerd die correctieve actie behoeft.<br />

De centrale database is gebaseerd op het Hierarchical Data Format (HDF5).<br />

Dit formaat is gemaakt voor grote hoeveelheden gegevens en is zeer eciënt<br />

in opslag en retrieval. Zoals de naam al aangeeft, kan het hiërarchisch georganiseerde<br />

data bevatten, bijvoorbeeld geograsch gegroepeerd op GPSlocatie.<br />

HDF5 wordt veel toegepast in de wetenschappelijke wereld. Python<br />

heeft een eciënte binding met het dataformaat en er zijn verschillende<br />

standaard tools voor beschikbaar, bijvoorbeeld VITables.<br />

Gaius maakt de HDF5-database toegankelijk via het opensource Opendapprotocol,<br />

dat een Hyrax Data Server gebruikt om de meetresultaten over het<br />

internet aan te bieden aan de Aireas-partners. Het protocol bevat inspectiemechanismen<br />

zodat afnemers de aangeboden data kunnen onderzoeken.<br />

Ook zijn er Api’s voor softwarematige ontsluiting via bijvoorbeeld Soap.<br />

Erik Dierdorp en Carl Wol werken bij Imtech ICT, respectievelijk als projectmanager<br />

en senior consultant. René Otjes is wetenschappelijk medewerker bij ECN, Bastiaan<br />

Wit ontwikkelt embedded hardware en software bij het onderzoeksinstituut.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

In totaal krijgt de<br />

stad Eindhoven<br />

35 Airbox-kastjes,<br />

dertig op een vaste<br />

plek en vijf mobiel.<br />

1 | 63


64 | 2<br />

Achtergrond Systeemontwerp<br />

Van telefoontjes, tablet-pc’s, thermostaten,<br />

tv’s, sleutels, lantaarnpalen,<br />

tandenborstels, auto’s tot dierenparken,<br />

vrijwel alles dat relevante data kan<br />

genereren, hangt aan het wereldwijde web.<br />

Grotere systemen kunnen de gegevens eenvoudig<br />

via internet ophalen en verwerken,<br />

bijvoorbeeld om waardevolle informatie te<br />

genereren voor de aansturing van complexe<br />

processen of de ondersteuning van commerciële<br />

activiteiten. De behoefte aan sensordata<br />

groeit enorm onder druk van continu<br />

veranderende omstandigheden. Hoe<br />

ontwerp je deze sensornetwerken als je nog<br />

niet precies weet in welke omgeving ze gaan<br />

opereren en welke informatievragen ze in<br />

de toekomst gesteld krijgen?<br />

In verschillende domeinen kijkt TNO naar<br />

de inzet van slimme genetwerkte sensorsystemen.<br />

Ons onderzoek omvat zowel de<br />

denitie van gebruikseisen, de systeemarchitectuur<br />

als de bouw van prototypes en de demonstratie.<br />

Daarbij passen we verschillende<br />

technologieën toe, zoals sensortechnologie,<br />

communicatietechnologie, cloud computing en<br />

kunstmatige intelligentie, en streven we naar<br />

de optimale integratie in een slim systeem<br />

dat optimaal presteert in elke situatie.<br />

Systeemmodel<br />

Voor het ontwerp van een dergelijk slim systeem<br />

zijn verschillende relevante vakgebieden<br />

nodig, zoals draadloze sensornetwerken,<br />

multi-agent-systemen en sensorfusie. Elk<br />

gebied is essentieel voor de oplossing maar<br />

Overkoepelend systeemmodel<br />

maakt slimme sensornetwerken<br />

toekomstbestendig<br />

Er komt een tijd dat al onze spullen aan het internet hangen en zelf kunnen zien,<br />

horen, voelen, meten en zelfs actief taken kunnen uitvoeren. Maar zelfs dan is nog<br />

lang niet alles geregeld. Om alle genetwerkte sensorsystemen optimaal te laten<br />

samenwerken, onder steeds veranderende omstandigheden en doelen, is er een<br />

nieuwe ontwerpbenadering nodig. TNO geeft zijn visie.<br />

Peter Hiemstra Huib Pasman Martin van Rijn Willem van Willigen<br />

doordat ze allemaal een eigen visie op intelligente<br />

systemen hebben, verloopt de onderlinge<br />

interactie vaak stroef. Met kennis en<br />

ervaring opgebouwd in onder meer het defensiedomein<br />

hebben we bij TNO een generiek<br />

verbindend systeemmodel ontwikkeld<br />

dat de verschillende vakgebieden integreert.<br />

Dit model rust op vier pijlers. De eerste<br />

is dat de inschatting en het beheer van situaties<br />

op meerdere niveaus binnen het<br />

systeem kan worden belegd. De tweede is<br />

dat elke specieke systeemfunctie (bijvoorbeeld<br />

detectie, state estimation, herkenning<br />

of tracking) door het netwerk meerdere<br />

gedistribueerde instanties kan hebben. De<br />

derde is dat deze gedistribueerde functies<br />

moeten kunnen beschikken over resources<br />

als rekenkracht, geheugen, communicatie<br />

en energie. De vierde pijler is dat we de<br />

functies kunnen modelleren als interacterende<br />

agents.<br />

Systeemprestaties<br />

In een nieuwe situatie zal het systeem zich<br />

anders moeten gedragen. Er bestaan modellen<br />

en simulatieomgevingen die inzicht geven<br />

in de te verwachten prestaties van een<br />

component zonder deze echt te hoeven implementeren.<br />

Het systeem kan deze analysemodellen<br />

ook zelf gebruiken, runtime, om<br />

de prestaties van zijn componenten onder<br />

nieuwe omstandigheden te evalueren. Op<br />

basis van deze runtime evaluatie kan het in<br />

nieuwe situaties er dan zelf voor kiezen om<br />

bijvoorbeeld een andere sensor, een ander<br />

algoritme of een ander communicatiemiddel<br />

in te zetten voor een specieke taak.<br />

In de huidige aanpak gaan we vaak uit<br />

van constante omstandigheden, waarin<br />

niet alleen beschikbare resources maar ook<br />

het gewenste resultaat vastliggen. Het ontwerpproces<br />

begint dan bij de denitie van<br />

mea sures of eectiveness (MOE’s) voor het<br />

systeem. De systeemarchitect vertaalt deze<br />

vervolgens naar measures of performance<br />

(MOP’s) voor de benodigde systeemfuncties.<br />

Om het systeem echt toekomstbestendig<br />

te maken, heeft het echter weinig zin om<br />

sys teemfuncties te laten voldoen aan van<br />

tevoren vastgestelde MOP’s, bijvoorbeeld afgeleid<br />

uit eerdere simulaties. In plaats daarvan<br />

stellen we dynamische doelen op, uitgedrukt<br />

in utility functions. Voor elke MOE<br />

beschrijven we een top-level utility function<br />

die weer is opgebouwd uit onderliggende<br />

utility functions, de MOP’s. Door voor elke<br />

MOE dynamische doelen af te leiden voor<br />

elke systeemfunctie ontstaat in feite een<br />

sys teem met meerdere agents (systeemfuncties),<br />

die allemaal streven naar een zo goed<br />

mogelijke invulling van hun doel.<br />

Informatiewaarde<br />

Wanneer resources in nieuwe situaties<br />

schaars worden, moet het systeem zelf<br />

kiezen welke sensorinformatie de hoogste<br />

prioriteit krijgt. Een gesloten opzet sluit<br />

interactie met de omgeving en verdere ontwikkelingen<br />

en aanpassingen in de tijd uit.<br />

Het systeem verbetert niet, breidt zich niet


Zijn visie op toekomstbestendige sensornetwerken<br />

heeft TNO onder meer<br />

in de praktijk gebracht bij een project<br />

rond coöperatieve adaptieve cruisecontrol<br />

in auto’s.<br />

uit en past zich dus ook niet aan aan veranderende<br />

behoeftes en situaties. In ons onderzoek<br />

werken we in het overkoepelende<br />

systeemmodel aan een framework waarin<br />

we de waarde van informatie, bijvoorbeeld<br />

een nieuwe sensormeting, op elk moment<br />

kunnen bepalen.<br />

Veelgebruikte maten voor informatiewaarde<br />

zijn entropie, Kullback-Leibler en Shannon.<br />

Deze zeggen echter iets over de informatiedichtheid<br />

en niets over het nut van de<br />

gegenereerde informatie voor het doel van<br />

het systeem. Als een nieuwe sensormeting<br />

bijvoorbeeld de betrouwbaarheid verhoogt<br />

in de snelheidsschatting van een object, maar<br />

het object is onbelangrijk, geeft dit een hogere<br />

informatiedichtheid, terwijl de informatie<br />

niet waardevol is voor het systeem. Een slim<br />

sensorsysteem zal deze informatie dus niet<br />

genereren, verwerken of versturen als er beperkingen<br />

zijn in resources en deze ook voor<br />

belangrijkere taken kunnen worden ingezet.<br />

Omdat systeemgedrag gerelateerd moet zijn<br />

aan eectiviteit, is het nut – de utility – van<br />

informatie hier zo belangrijk.<br />

Veilige afstand<br />

Onze visie hebben we onder meer in de<br />

praktijk gebracht bij een project rond coö-<br />

peratieve adaptieve cruisecontrol (CACC)<br />

in auto’s. De bestaande adaptieve variant<br />

(ACC) kan al automatisch een vaste afstand<br />

tot de voorganger behouden. Wanneer die<br />

echter hard remt, wordt de afstand toch<br />

kleiner, omdat het even duurt voordat de<br />

radarsensor het verschil in afstand meet.<br />

In een genetwerkt sensorsysteem kan de<br />

voorganger via draadloze communicatie<br />

aangeven dat er geremd gáát worden, dus<br />

zijn intentie kenbaar maken, zodat de achterliggende<br />

auto’s gelijktijdig remmen. Als<br />

sensornetwerk kan er een treintje – platoon<br />

– worden gevormd van voertuigen die elkaar<br />

zeer dicht kunnen volgen, alsof er een<br />

trekstang tussen de wagens zit. Dit rijdt<br />

een stuk comfortabeler, mits de veiligheid<br />

is gewaarborgd.<br />

Voor het sensorsysteem zijn de situaties<br />

en de omstandigheden zeer veranderlijk.<br />

Onzekerheden in de datacommunicatie en<br />

de sensormetingen maken het dynamisch<br />

kiezen van een minimale veilige afstand<br />

tussen de auto’s een lastige taak. TNO<br />

heeft hiervoor de Safety Checker ontwikkeld,<br />

die die afstand realtime berekent. Als<br />

bijvoorbeeld de car-to-car-communicatie<br />

problemen geeft, en daarmee de onzekerheid<br />

toeneemt, zal de minimale veilige<br />

afstand tot de voorganger automatisch<br />

worden vergroot, net zoals een menselijke<br />

bestuurder die afstand aanpast wanneer hij<br />

niet zeker is van zijn zaak. Dit maakt een<br />

fail-safe implementatie van coöperatief rijden<br />

mogelijk.<br />

Rijstijlen<br />

We ontwikkelen ook rijstrategieën op basis<br />

van de bestuurdersbehoeftes. Deze behoeftes<br />

lopen uiteen van het zo snel mogelijk op de<br />

plaats van bestemming zijn tot zo comfortabel<br />

mogelijk of zo zuinig mogelijk willen<br />

rijden. Het intelligente sensorsysteem dat<br />

auto’s automatisch kan laten rijden op snelwegen<br />

moet rekening houden met deze dynamische<br />

doelen (MOE’s). Om dat te realiseren,<br />

gebruiken we onder meer multi-objective optimisation.<br />

Deze techniek geeft een hele verzameling<br />

optimale oplossingen, die elk een<br />

unieke afweging maken tussen de verschillende<br />

te optimaliseren doelstellingen.<br />

Daarnaast passen we evolutionary computation<br />

toe. Geïnspireerd door de evolutietheorie<br />

van Darwin werkt deze methode<br />

met populaties van oplossingen, waarin<br />

elk individu een specieke tness (kwaliteit)<br />

heeft. Individuen met een hoge tness<br />

kunnen een kind krijgen dat eigenschappen<br />

heeft van beide ouders en zo nog beter<br />

presteert. In combinatie met multi-objective-methodes<br />

levert deze techniek populaties<br />

van ‘rijstijlen’, die elk een eigen combinatie<br />

van doelstellingen optimaliseren<br />

afhankelijk van de situatie en behoefte.<br />

Peter Hiemstra, Huib Pasman, Martin van Rijn<br />

en Willem van Willigen zijn werkzaam bij TNO<br />

Technical Sciences en dragen daar bij aan het<br />

Adaptive Multi-Sensor Network-programma.<br />

Redactie Nieke Roos<br />

2 | 65


Upgrade to ...<br />

Surgery 4.0<br />

www.hightechsystems.eu


Opinie<br />

Joost Backus beziet de hightech door<br />

een creatieve bril.<br />

De bril van Joost<br />

Hup Hue hup<br />

Ik heb me in het verleden nogal negatief<br />

uitgelaten over Philips, maar de afgelopen<br />

tijd is mijn kijk op het bedrijf iets<br />

ten goede gekeerd. Bij de consumentenelektronicatak<br />

meen ik toch een mooie omslag<br />

te bespeuren. Zo kwam ik het bedrijf afgelopen<br />

kerst tegen in verschillende lijstjes<br />

van coole gadgets: Wired bestempelde de<br />

Bluetooth-boomboxjes van Philips als ‘neat’,<br />

met een ‘great design’ en ‘excellent sound’, de<br />

Econova-tv kreeg raving reviews en de Sonictandenborstels<br />

zijn volgens CNN een musthave<br />

voor reizigers.<br />

Pièce de résistance voor mij is echter de<br />

Hue: een pakket met drie Zigbee-ledlampen<br />

die via het meegeleverde controllertje<br />

zijn te bedienen vanaf een Iphone of<br />

Android-device. Het product is uitsluitend<br />

verkrijgbaar via de Apple Store. Na introductie<br />

schoot de levertijd omhoog naar ongeveer<br />

vijf maanden.<br />

Ik was gelijk enthousiast en heb er meteen<br />

een aangeschaft. En echt: een superding.<br />

Mooie doos, goede uitpak-experience,<br />

werkt direct. Gelikte website en redelijk<br />

doordachte app van Philips waarmee ik de<br />

lampen op kantoor aan en uit kan zetten.<br />

Minpunten? De Nederlandse ‘schrapers’<br />

onder het journaille hebben er – natuurlijk<br />

– een gevonden: de prijs. Ook mijn collega’s<br />

op de redactie vinden het ding te duur, en<br />

bovendien niks nieuws onder de zon. Ik had<br />

de doos nog niet open of ik kreeg al de wind<br />

van voren: wat had ik nu toch weer gekocht?<br />

Ik vind de prijs juist mooi hoog; een mooie<br />

marge voor Philips, zou ik zeggen.<br />

Gelukkig sta ik niet alleen in mijn bewondering.<br />

De Everyhue-webgemeenschap<br />

leeft en de Philips-ontwikkelaars doen gezellig<br />

mee in de ongeveer 250 discussies die<br />

momenteel gaande zijn binnen deze onof-<br />

ciële fanclub. Er zijn zelfs min of meer directe<br />

lijntjes naar de projectleider en de systeemarchitect.<br />

Op 15 maart is er bovendien<br />

een heuse Hue-ontwikkelaarsconferentie op<br />

de High Tech Campus. Daar hebben ze bij<br />

Philips eens een keer goed over nagedacht.<br />

En de community doet meer dan discussiëren.<br />

Iemand heeft bijvoorbeeld een soort<br />

armeluis-Ambilight ontwikkeld. Plaats een<br />

paar Hue-lampen achter je televisie, richt<br />

je Iphone erop et voilà: die analyseert het<br />

tv-beeld en laat de Hue-kleuren dienovereenkomstig<br />

verlopen. Uit Duitsland komt<br />

een geweldig Hue-lichtorgel dat reageert op<br />

de microfoon van je Ipad of Ipod. Op mijn<br />

eigen Mac heb ik Color for Hue staan, ook<br />

ontwikkeld door een derde partij, want aanvankelijk<br />

was er niks voor OS X.<br />

Als ik erover nadenk, zie ik een hele wereld<br />

aan mogelijkheden opengaan. Zigbeekoppelingen<br />

naar stopcontacten, sensoren<br />

via Zigbee, NFC-identicatie via Zigbee,<br />

webtriggers van domotica, integratie met<br />

Hoe gaat Philips hier een<br />

vervolg aan geven?<br />

andere lampen, stereo-installaties, televisies,<br />

thermostaten. Eindelijk een product<br />

van Philips met een mooie marge en een<br />

kansrijke marktpositie dankzij een ecosysteem<br />

dat klanten echt kan vangen.<br />

De grote vraag is hoe Philips hier een vervolg<br />

aan gaat geven. Blijft het bij connected<br />

lampjes? Waarom zijn er nog steeds geen<br />

companion-producten? In de maanden die<br />

er sinds de introductie zijn verstreken, had<br />

het bedrijf de Hue toch allang aan zijn Living<br />

Colors-lijn van van kleur veranderende<br />

verlichting kunnen hangen. Nu moeten we<br />

zelf gaan zitten knutselen.<br />

Als de Hue slechts een gimmick is, dan laat<br />

Philips een enorme kans schieten. Ik zie winkeleigenaar<br />

Apple zomaar aan de haal gaan<br />

met deze en andere domotica-ideeën. Eerst<br />

Philips gebruiken om de markt te testen en<br />

dan bij gebleken succes eigen spullen lanceren<br />

en Philips als een baksteen laten vallen.<br />

Dat laten ze in Eindhoven toch zeker niet<br />

gebeuren? Dit positieve verhaal krijgt toch<br />

zeker geen negatieve wending? Nee toch?<br />

2 | 67


Agenda Trainingen<br />

Comsol Multiphysics<br />

7 maart, Maastricht<br />

12 maart, Zoetermeer<br />

26 maart, Antwerpen<br />

Comsol Multiphysics intensive training<br />

18 en 19 maart, Leuven<br />

15 en 16 april, Zoetermeer<br />

13 en 14 mei, Zoetermeer<br />

AC/DC modeling<br />

20 maart, Zoetermeer<br />

Heat transfer<br />

29 mei, Zoetermeer<br />

Acoustics and structural vibrations<br />

12 juni, Zoetermeer<br />

Electromagnetics modeling<br />

13 juni, Zoetermeer<br />

www.comsol.nl<br />

Introduction to Tcl/TK<br />

4 en 5 maart, Borne<br />

Advanced VHDL<br />

21 en 22 maart, Borne<br />

Professional VHDL (basic course)<br />

17 - 19 april, Borne<br />

Switched-mode power supplies<br />

23 april, Borne<br />

Introduction to Verilog<br />

24 - 26 april, Borne<br />

www.dizain-sync.com<br />

Lean Six Sigma Champion<br />

Start 4 maart, Eindhoven<br />

Lean Six Sigma Black Belt<br />

Start 5 maart, Eindhoven<br />

Start 19 maart, Utrecht<br />

Lean Six Sigma Green to Black Belt<br />

upgrade industrie<br />

Start 14 mei, Eindhoven<br />

Acquisitie van higtechprojecten<br />

Start 16 mei, Eindhoven<br />

www.engenia.nl<br />

Reliability and test<br />

11 maart, Neuchâtel, Zwitserland<br />

Basic introduction to<br />

CMos image sensors<br />

14 en 15 maart, Neuchâtel, Zwitserland<br />

Wafer bonding<br />

22 maart, Lausanne, Zwitserland<br />

Electron microscopy:<br />

recent progress in methodologies<br />

and new applications<br />

12 april, Neuchâtel, Zwitserland<br />

Non-silicon materials for<br />

microsystem technologies<br />

15 april, Karlsruhe, Duitsland<br />

Polymer microfabrication<br />

16 en 17 april, Karlsruhe, Duitsland<br />

Smart materials in robotics and<br />

microtechnology<br />

22 en 23 april, Zürich, Zwitserland<br />

Microsystems in biomedical<br />

engineering and medical products<br />

3 en 4 juni, Zürich, Zwitserland<br />

www.fsrm.ch<br />

Object-oriented analysis and design –<br />

fast track<br />

Start 5 maart, Eindhoven<br />

Signal integrity – workshop<br />

Start 5 maart, Eindhoven<br />

Bits on chips – an introduction<br />

8 maart, Eindhoven<br />

Design of analog electronics –<br />

embedded analog 1<br />

Start 12 maart, Eindhoven/Nijmegen<br />

Design of real-time software –<br />

workshop<br />

Start 18 maart, Eindhoven<br />

68 | 2<br />

Networking<br />

15 april, Eindhoven<br />

Electromagnetic compatibility –<br />

design techniques<br />

Start 22 april, Eindhoven<br />

Level 2: test designer<br />

Start 22 april, Eindhoven<br />

How to deal with the 7 biggest<br />

communication challenges in<br />

innovation and technology<br />

Start 13 mei, Eindhoven<br />

Six thinking hats<br />

Start 13 mei, Eindhoven<br />

www.hightechinstitute.nl<br />

Reliability foundation 1<br />

Start 4 maart, Eindhoven<br />

Projectmanagement masterclass<br />

Start 12 maart, Eindhoven<br />

Design for Six Sigma Black Belt<br />

Start 25 maart, Eindhoven<br />

Design for Six Sigma Green Belt<br />

Start 25 maart, Eindhoven<br />

Six Sigma methodologies<br />

16 april, Eindhoven<br />

Root cause analysis<br />

18 april, Eindhoven<br />

www.holland-innovative.nl<br />

Nanometer scale CMos technology<br />

4 en 5 maart, Leuven<br />

Monte Carlo simulation of radiation<br />

effects in microelectronics<br />

8 maart, Leuven<br />

Sensing the world<br />

with millimeter waves<br />

11 maart, Leuven<br />

Introduction to Cadence-based<br />

full custom design<br />

13 - 15 maart, Leuven<br />

Nanometer CMos ICs<br />

8 - 12 april, Leuven<br />

Summerschool@Imec: ontwerp van<br />

geïntegreerde schakelingen<br />

9 - 12 april, Leuven<br />

Do you get stressed about<br />

chip package integration?<br />

25 april, Leuven<br />

An energy-efficient 2.4 GHz<br />

multistandard transceiver for<br />

personal and body area networks<br />

29 april, Leuven<br />

Nanometer CMos process technology<br />

13 - 17 mei, Leuven<br />

Summerschool@Imec:<br />

VHDL language and design flow<br />

8 - 12 juli, Leuven<br />

www.imec-academy.be<br />

Expedition PCB introduction (V2007)<br />

11 - 13 maart, Almelo<br />

Hyperlynx advanced high-speed PCB<br />

analysis<br />

18 - 20 maart, Almelo<br />

Hyperlynx power integrity analysis<br />

25 en 26 maart, Almelo<br />

Hyperlynx signal integrity analysis<br />

4 en 5 april, Almelo<br />

Library Manager for DXDesigner to<br />

Expedition PCB flow<br />

8 en 9 april, Almelo<br />

Pads logic<br />

15 april, Almelo<br />

Pads router<br />

16 april, Almelo<br />

Pads layout<br />

18 en 19 april, Almelo<br />

Blueprint<br />

22 april, Almelo<br />

Ces fundamentals tips & tricks<br />

24 april, Almelo<br />

www.innofour.com<br />

Matlab fundamentals<br />

5 - 7 maart, Eindhoven<br />

9 - 11 april, Eindhoven<br />

16 - 18 april, Mechelen<br />

Matlab programming techniques<br />

12 en 13 maart, Eindhoven<br />

Signal processing with Matlab<br />

19 en 20 maart, Amsterdam<br />

Simulink for system and<br />

algorithm modeling<br />

19 en 20 maart, Eindhoven<br />

Matlab to C with Matlab Coder<br />

21 en 22 maart, Amsterdam<br />

Image processing with Matlab<br />

23 en 24 april, Eindhoven<br />

Matlab for data processing and<br />

visualisation<br />

14 mei, Eindhoven<br />

Matlab for building<br />

graphical user interfaces<br />

15 mei, Eindhoven<br />

www.mathworks.nl<br />

Design for Six Sigma<br />

Start 5 maart, Eindhoven<br />

Applied optics<br />

Start 7 maart, Eindhoven<br />

High-power leds<br />

Start 7 maart, Eindhoven<br />

Can in de praktijk<br />

Start 13 mei, Utrecht<br />

Start 27 mei, Eindhoven<br />

Object-oriented analysis & design<br />

using UML 2.0<br />

Start 15 mei, Eindhoven<br />

Software engineer empowerment<br />

Start 16 mei, Eindhoven<br />

Procesmatig systemen ontwikkelen<br />

Start 27 mei, Eindhoven<br />

Technisch software testen<br />

Start 29 mei, Eindhoven<br />

Design patterns<br />

Start 5 juni, Eindhoven<br />

www.mikrocentrum.nl<br />

Labview Real-Time 1<br />

4 en 5 maart, Woerden<br />

Labview FPGA<br />

7 en 8 maart, Woerden<br />

Labview core 1<br />

11 - 13 maart, Zaventem<br />

15 - 17 april, Woerden<br />

13 - 15 mei, Zaventem<br />

Labview core 2<br />

14 en 15 maart, Zaventem<br />

18 en 19 april, Woerden<br />

16 en 17 mei, Zaventem<br />

Labview core 3<br />

19 - 21 maart, Woerden<br />

Teststand 1: test development<br />

25 - 27 maart, Zaventem<br />

Data acquisition and<br />

signal conditioning<br />

28 en 29 maart, Zaventem<br />

www.ni.com/netherlands<br />

Vermogenselektronica<br />

advanced topics<br />

Start 22 april, Eindhoven<br />

Hoogspanning 3<br />

Start 26 april, Delft<br />

cursus.paotechniek.nl<br />

Signal and power integrity and<br />

high speed methodology<br />

15 - 17 april, Deurne<br />

www.sintecs.eu<br />

Altium Nanoboard<br />

8 maart, Markelo<br />

12 april, Markelo<br />

Altium Designer advanced<br />

18 maart, Markelo<br />

22 april, Markelo<br />

Altium Designer<br />

25 en 26 maart, Markelo<br />

Leren communiceren in een<br />

technische werkomgeving<br />

28 en 29 maart, Markelo<br />

18 en 19 april, Markelo<br />

www.transfer.nl<br />

Build strong new applications and<br />

business concepts<br />

28 maart, Noordwijk<br />

New products and<br />

innovation management<br />

18 en 19 april, Kruibeke<br />

www.verhaert.com<br />

Commences 13 th May 2013<br />

Eindhoven<br />

Training<br />

How to deal with the 7 biggest<br />

communication challenges in<br />

innovation and technology<br />

Do colleagues say you are too critical or black and white in sending the message?<br />

Is motivating your team taking an awful lot of energy plus time? Do you<br />

wish to increase your influence by<br />

communicating more effectively?<br />

Creating technical solutions is<br />

about making the right technical<br />

choices. However, being successful<br />

as a technician is much<br />

more dependent on being able<br />

to handle the 7 biggest communication<br />

challenges you face. This course is 100 percent practical and hands-on<br />

because we will work with cases directly coming from your personal work. It will<br />

be intense: you will sweat, but you will be challenged and will quickly learn how<br />

to motivate and communicate more successfully to your colleagues and others.<br />

Duration: 4 days + 2 evenings<br />

Course price: 2,990 euros excl. VAT<br />

www.hightechinstitute.nl


MAART<br />

Automatiseren in de agro en food<br />

6 maart, Bleiswijk<br />

www.mikrocentrum.nl<br />

Automotive meets aerospace<br />

7 maart, Helmond<br />

www.automotivenl.com<br />

Hightech meets hightech: innovate<br />

towards a sustainable future<br />

8 maart, Eindhoven<br />

www.holland-innovative.nl<br />

Smart Systems Integration<br />

13 en 14 maart, Amsterdam<br />

www.mesago.de/en/ssi<br />

Rail-Tech Europe<br />

19 - 21 maart, Amsterdam<br />

www.railtech-europe.com<br />

Holland High Tech Event<br />

21 maart, Utrecht<br />

www.htsm.nl<br />

Agenda Events<br />

Empack<br />

27 en 28 maart, ’s-Hertogenbosch<br />

www.easyfairs.com/empack-nl<br />

APRIL<br />

Hannover Messe<br />

8 - 12 april, Hannover, Duitsland<br />

www.hannovermesse.de<br />

Fotonica-evenement<br />

24 en 25 april, Veldhoven<br />

www.fotonica-evenement.nl<br />

High-Tech Systems<br />

24 en 25 april, Eindhoven<br />

Info: events@techwatch.nl<br />

www.hightechsystems.eu<br />

Parallel to the Model-Driven<br />

Development Days 2013, High-Tech<br />

Systems 2013 will be held in the<br />

Klokgebouw, Eindhoven, as well.<br />

24 AND 25<br />

APRIL<br />

2013<br />

KLOKGEBOUW<br />

EINDHOVEN<br />

The Netherlands<br />

M<br />

Model-Driven Development Days<br />

24 en 25 april, Eindhoven<br />

Info: events@techwatch.nl<br />

www.hightech-events.nl/mdd<br />

MEI<br />

MODEL DRIVEN<br />

DEVELOPMENT<br />

DAYS<br />

Sensor + Test 2013<br />

14 - 16 mei, Neurenberg, Duitsland<br />

www.sensor-test.de<br />

Electronics & Automation<br />

28 - 30 mei, Utrecht<br />

www.fhi.nl<br />

M<br />

JUNI<br />

Automotive Congress.NL<br />

11 juni, Eindhoven<br />

www.automotivecongress.nl<br />

Bits&Chips Hardware Conference 2013<br />

12 juni, ’s-Hertogenbosch<br />

Info: events@techwatch.nl<br />

www.hardwareconference.nl<br />

SEPTEMBER<br />

Health & Technology<br />

17 en 18 september, Arnhem<br />

www.hat-event.com<br />

Techwatch organises<br />

OKTOBER<br />

Empack Brussels<br />

2 en 3 oktober, Brussel<br />

www.easyfairs.com/empack-be<br />

NOVEMBER<br />

Bits&Chips 2013<br />

EMBEDDED<br />

SYSTEMS<br />

Bits&Chips 2013 Embedded Systems<br />

7 november, ’s-Hertogenbosch<br />

Info: events@techwatch.nl<br />

www.embedded-systems.nl<br />

MODEL DRIVEN<br />

DEVELOPMENT<br />

DAYS<br />

MDD, a two-day seminar on model-driven development<br />

Modeling and simulation are of increasing importance in the product development process. The tooling is<br />

advancing fast and approaches physical reality. In fact, it is possible to skip physical models or prototypes<br />

in many cases and develop a product or machine first time right. At MDD technicians, technical managers<br />

and decision makers learn the latest news, share experiences and exchange ideas about organising and<br />

managing their development flows.<br />

The conference will oer presentations on finite elements, multi-body dynamics, multi-physics development<br />

methods and simulation as well as model-based software and system development and testing.<br />

Registration open<br />

You can now register for High-Tech Systems 2013. Entrance to the exhibition and conference programme is<br />

free of charge when you register before 19 April 2013.<br />

www.hightech-events.nl/mdd<br />

www.hightech-events.nl/mdd<br />

3 rd<br />

Edition<br />

2 | 69


Electronics<br />

Signal integrity - workshop (SI-WS) Start 5 March 2013 (3 afternoons)<br />

Design of analog electronics - embedded analog 1 (DAE-AE1) Start 12 March 2013 (8 days)<br />

Electromagnetic compatibility – design techniques (EMC-DT) 22 - 26 April 2013 (5 days)<br />

Nanometer CMOS ICs basics (CMOS-Basic) 27 - 29 May 2013 (3 days)<br />

Cooling of electronics (CoE) 29 - 31 May 2013 (3 days)<br />

Discrete-time signal processing (DTSP) Start 9 September 2013 (17 evening sessions)<br />

Electronics for non-electronic engineers (ENE-BSc) Start 9 September 2013 (43 sessions)<br />

Mechatronics<br />

Introduction in ultra high and ultra clean vacuum (UHV1) Start 4 March 2013 (4 days)<br />

Iterative learning control (ILC) 13 and 14 March 2013 (2 days)<br />

Machine vision for mechatronic systems (MVMS) 21 and 22 March 2013 (2 days)<br />

Design for ultra high and ultra clean vacuum (UHV2) Start 8 April 2013 (4 days)<br />

Experimental techniques in mechatronics (ETM) 9 - 11 April 2013 (3 days)<br />

Motion control tuning (MCT) Start 17 April 2013 (6 days)<br />

Design principles basics (DPB) Start 29 May 2013 (5 days)<br />

Mechatronics system design - part 1 (Metron1) 10 - 14 June 2013 (5 days)<br />

Summer school Opto-mechatronics (SSOM) 24 - 28 June 2013 (5 days)<br />

Actuation and power electronics (APE) 23 - 25 September 2013 (3 days)<br />

Advanced motion control (AMC) 7 - 11 October 2013 (5 days)<br />

Metrology and calibration of mechatronic systems (MCMS) 18 and 19 November 2013 (2 days)<br />

Dynamics and modelling (DAM) 25 - 27 November 2013 (3 days)<br />

Optics<br />

Modern optics for optical designers (CMOP) Start 13 September 2013 (28 morning sessions)<br />

Applied optics (AP-OPT) Start 29 October 2013 (15 morning sessions)<br />

Software<br />

Object-oriented analysis and design - fast track (OOAD) Start 5 March 2013 (4 days)<br />

Design of real-time software - workshop (DRTS/WS) 18 - 22 March 2013 (5 days)<br />

System<br />

Level 2: Test designer (STE2) Start 22 April 2013 (10 sessions)<br />

Level 1: System test engineer (STE) Start 2 September 2013 (10 sessions)<br />

System architect(ing) (Sysarch) 4 - 8 November 2013 (5 days)<br />

Tools<br />

Labview: introduction in language and programming 1 (Labview) Spring 2013 (3 days)<br />

Programming in Labview 2 (Labprog) 3 and 4 June 2013 (2 days)<br />

Leadership & Communication<br />

Networking (NETW) 15 April 2013 (1 day)<br />

How to deal with the 7 biggest communication challenges in<br />

innovation and technology (COMC) Start 9 May 2013 (4 days + 2 evenings)<br />

Six thinking hats (6-Hats) 13 and 14 May 2013 (2 days)<br />

Lateral thinking (LATH) 16 and 17 May 2013 (2 days)<br />

Time and work pressure management in innovation (TWP) 30 and 31 May 2013 (2 days + 1 evening)<br />

The art of reviewing (TAR) 17 - 19 June 2013 (3 days + 1 evening)<br />

All training courses take place in Eindhoven (area)


Software<br />

Design of real-time software - workshop<br />

The development of real-time software requires special methods and techniques. In this intensive 5-day course participants<br />

will learn design aspects of real-time (embedded) programs, in particular timeliness and concurrency. This course is<br />

developed for hardware and software engineers, system analysts and designers who develop real-time software in the<br />

area of embedded systems, CAM, laboratories, etc. Prerequisites are experience in software development, knowledge of<br />

the fundamentals of computing science and knowledge of general operating system policies and mechanisms. The training<br />

is a mixture of lectures, discussions and exercises. On the last day there is an intensive interactive workshop to practice<br />

presented techniques.<br />

Course code: DRTS/WS<br />

Location: Eindhoven<br />

Course price: 2,400 euros excl. VAT<br />

Duration: 5 consecutive days<br />

Dates: 18th - 22nd March 2013<br />

Mechatronics<br />

Motion control tuning<br />

Starting with the time domain, the complete basis of control is repeated, placed in a modern framework, validated<br />

experimentally and applied to mechanical servo systems. During the course all aspects of ‘motion control’ are covered,<br />

including the use of feedforward steering. This course is targeted at engineers that are involved in controlled mechanical<br />

servo systems who want to gain more insight into the possibilities and limitations of servo control in an industrial setting.<br />

Participants will have a BSc/MSc degree in electrical or mechanical engineering, mechatronics, physics or equivalent practical<br />

experience, and some basic understanding of servo control.<br />

Course code: MCT<br />

Location: Eindhoven<br />

Price: 4,495 euros excl. VAT<br />

Duration: 6 days in a period of 2 weeks<br />

Dates: commences on 17th April 2013<br />

Electronics<br />

Cooling of electronics<br />

To prevent expensive redesigns and a delayed market introduction, thermal management needs to be part of the design process<br />

right from the start. This course introduces thermal design and cooling of electronic components, modules and systems from an<br />

industrial point of view. This view is relevant for many applications, such as semiconductors, power electronics and, recently,<br />

lighting through the accelerated introduction of LEDs. Two very experienced lecturers teach the participants to solve the<br />

thermal problems they encounter during all levels of the product creation process. Real-life cases obtained from the participants<br />

themselves and prepared by the lecturers are used to demonstrate the application of the course principles during the final day.<br />

Course code: CoE<br />

Location: Eindhoven<br />

Course price: 1,650 euros excl. VAT<br />

Duration: 3 days<br />

Dates: 29th - 31st May 2013<br />

www.hightechinstitute.nl


72 | 2<br />

Wegwijzer Bedrijven in de hightech<br />

DIENSTVERLENING<br />

Alten PTS<br />

Beukenlaan 44<br />

5651 CD Eindhoven<br />

Tel +31 40 2563080<br />

Linie 544<br />

7325 DZ Apeldoorn<br />

Tel +31 55 5486200<br />

Rivium 1e straat 85<br />

2909 LE Capelle aan<br />

den IJssel<br />

Tel +31 10 4637700<br />

info@alten.nl<br />

www.alten.nl<br />

Specialist in FPGA en SoC ontwikkeling<br />

IP ontwikkelingen voor JPEG2000, Video, Video over IP<br />

Crypto, Memory controllers<br />

Barco Silex<br />

Rue du Bosquet 7<br />

1348 Louvain-la-Neuve<br />

Tel +32 10 454904<br />

geert.decorte@barco.com<br />

www.barco-silex.com<br />

VIANEN CIMSOLUTIONS B.V.<br />

BEST Havenweg 24<br />

DEVENTER 4131 NM Vianen<br />

ROTTERDAM Tel +31 347 368100<br />

AMSTERDAM Fax +31 347 373777<br />

GRONINGEN cimsolutions@cimsolutions.nl<br />

DHAKA www.cimsolutions.nl<br />

ENTER BV<br />

Science Park 5001<br />

5692 EB Son<br />

Tel +31 40 2141020<br />

info@enter-group.nl<br />

www.enter-group.nl<br />

ESPRIT ICT Group<br />

Bastion 1-5<br />

5491 AN Sint-Oedenrode<br />

Tel +31 413 271412<br />

info@esprit-it.nl<br />

www.esprit-it.nl<br />

Freelance Technical Automation<br />

Nspyre<br />

Postbus 85066<br />

3508 AB Utrecht<br />

Tel +31 88 8275000<br />

Fax +31 88 8275099<br />

info@nspyre.nl<br />

www.nspyre.nl<br />

Fourtress BV<br />

Meerenakkerplein 20<br />

5652 BJ Eindhoven<br />

Tel +31 40 2661080<br />

Fax +31 40 2661081<br />

info@fourtress.nl<br />

www.fourtress.nl<br />

HIGH TECH SOLUTIONS BV<br />

Linie 506<br />

7325 DZ Apeldoorn<br />

Tel +31 55 3606135<br />

Steenovenweg 1<br />

5708 HN Helmond<br />

info@hightech.nl<br />

www.hightech.nl<br />

ICT Automatisering<br />

Science Park Eindhoven 5006<br />

5692 EA Son<br />

Postbus 6420<br />

5600 HK Eindhoven<br />

Tel +31 40 2669100<br />

Fax + 31 40 2669101<br />

info@ict.nl<br />

www.ict.nl<br />

IT-Staffing Nederland BV<br />

Fultonbaan 2<br />

3439 NE Nieuwegein<br />

Tel +31 30 6001007<br />

Fax +31 30 6001599<br />

bs@it-staffing.nl<br />

www.it-staffing.nl<br />

Regio Midden<br />

Herculesplein 24, Utrecht<br />

Tel +31 88 8275000<br />

Regio Zuid<br />

Dillenburgstraat 25-3, Eindhoven<br />

Tel +31 88 8275100<br />

Regio West<br />

Poortweg 10, Delft<br />

Tel +31 88 8275200<br />

Regio Noord<br />

Zuiderzeelaan 21, Zwolle<br />

Kapteynlaan 17, Leek<br />

Tel +31 88 8275300


DISTRIBUTIE<br />

RS Components<br />

Bingerweg 19<br />

2031 AZ Haarlem<br />

www.rsonline.nl<br />

www.rsonline.be<br />

PROJECTBUREAU<br />

Technolution B.V.<br />

Zuidelijk Halfrond 1<br />

P.O. Box 2013<br />

2800 BD Gouda<br />

Tel +31 182 594000<br />

info@technolution.eu<br />

www.technolution.eu<br />

Technical Software<br />

Tel +31 40 2677100<br />

(Zuid-Nederland)<br />

Tel +31 88 7468928<br />

(Midden- en Noord-Nederland)<br />

Tel +32 14 848718<br />

(België)<br />

Remote Solutions<br />

Tel +31 40 2677100<br />

Electronics<br />

Tel +31 495 633221<br />

Industrial Mathematics<br />

Tel +31 40 7516116<br />

TMC Group<br />

Regio Zuid<br />

Flight Forum 107<br />

5657 DC Eindhoven<br />

Tel +31 40 2392260<br />

Regio Midden/West<br />

Herculesplein 44<br />

3584 AA Utrecht<br />

Tel +31 30 8200518<br />

info@tmc.nl<br />

www.tmc.nl<br />

TOPIC Embedded Systems<br />

Eindhovenseweg 32c<br />

5683 KH Best<br />

Tel +31 499 336979<br />

Fax +31 499 336970<br />

info@topic.nl<br />

www.topic.nl<br />

TOOLS<br />

The MathWorks BV<br />

Dr. Holtroplaan 5b<br />

5652 XR Eindhoven<br />

Tel +31 40 2156700<br />

Fax +31 40 2156710<br />

info@mathworks.nl<br />

www.mathworks.nl<br />

National Instruments<br />

Pompmolenlaan 10<br />

3447 GK Woerden<br />

Tel +31 348 433466<br />

Fax +31 348 430673<br />

info.netherlands@ni.com<br />

netherlands.ni.com<br />

2 | 73


Electronics<br />

Design of analog electronics - embedded analog 1<br />

This course module learns to specify and design the most essential basic functions (amplifiers and analog level shifts) for<br />

interfacing with sensors, actuators, AD and DA converters. It also refreshes, broadens and learns to apply analysis techniques.<br />

The course is developed for designers with little or no experience in analog electronic design. BSc in physics or electrical<br />

engineering or secondary education in electrical engineering with some years of experience in design and engineering of<br />

simple electronic circuits is a prerequisite. Prior knowledge on matrix algebra, complex functions, transformations, stochastic<br />

modeling and network theory is also necessary.<br />

Course code: DAE-AE1<br />

Location: Eindhoven or Nijmegen<br />

Course price: 4,000 euros excl. VAT<br />

Duration: 8 days in a period of 12 to 14 weeks<br />

Dates: commences on 12th March 2013<br />

Mechatronics<br />

Iterative learning control<br />

A completely renewed and extended training course in our mechatronics curriculum is ‘Iterative learning control’ (ILC). Not only<br />

offers the ILC-course the most recent theory, it treats practical issues as well. Participants get the opportunity to gain experience<br />

with developing ‘self learning’ controllers, applying them in industrial mechanical positioning systems and performance<br />

analyses. The course is intented for engineers involved in control systems who want to gain more insight on the possibilities<br />

and limitations of learning control in an industrial setting. Participants already have a Bsc/MSc degree in electrical engineering,<br />

mechanical engineering, mechatronics, physics or equivalent practical experience and must have some basic understanding of<br />

servo control. This course is particularly intended for engineers having followed the course in ‘Motion control tuning’.<br />

Course code: ILC<br />

Location: Eindhoven, TU/e<br />

Course price: 1,490 euros excl. VAT<br />

Duration: 2 consecutive days<br />

Dates: 13th - 14th March 2013<br />

Electronics<br />

Electromagnetic compatibility - design techniques<br />

Electromagnetic compatibility (EMC) often lies on the critical path of the product creation process. In this training course,<br />

guidelines and tools are given to achieve a systematic and cost-effective integration of EMC technology into new electronic<br />

products. In this way, we can prevent delayed market introduction because of EMC problems. The complete EMC training<br />

consists of two parts: lectures and a workshop. The participants can use their own products as test vehicles during the<br />

workshop. The course is intended for electronic designers and EMC quality engineers working in product development,<br />

research, production automation and system engineering. Educational level should be a technical BSc/MSc.<br />

Course code: EMC-DT<br />

Location: Eindhoven<br />

Course price: 2,250 euros excl. VAT<br />

Duration: 5 consecutive days<br />

Dates: 22nd - 26th April 2013<br />

www.hightechinstitute.nl


Colofon<br />

Bits&Chips is een onafhankelijk nieuwsmagazine voor mensen die werken<br />

aan slimme producten en machines. Bits&Chips is een publicatie van<br />

Techwatch bv in Nijmegen.<br />

Snelliusstraat 6 – 6533 NV Nijmegen<br />

tel +31 24 3503532 – fax +31 24 3503533<br />

info@techwatch.nl – www.techwatch.nl<br />

Redactie<br />

Nieke Roos – hoofdredacteur<br />

tel +31 24 3503534 – nieke@techwatch.nl<br />

René Raaijmakers – redacteur<br />

tel +31 24 3503065 – rene@techwatch.nl<br />

Alexander Pil – redacteur<br />

tel +31 24 3504580 – alexander@techwatch.nl<br />

Pieter Edelman – redacteur<br />

tel +31 24 3503534 – pieter@techwatch.nl<br />

Paul van Gerven – redacteur<br />

tel +31 24 3504580 – paul@techwatch.nl<br />

Joost Backus – sales en opinie<br />

tel +31 24 3505028 – joost@techwatch.nl<br />

Vormgeving<br />

Justin López – vormgever<br />

tel +31 24 3503532 – justin@techwatch.nl<br />

Marketing, events en trainingen<br />

Daniëlle Jacobs – marketingmanager<br />

tel +31 24 3505195 – danielle@techwatch.nl<br />

Kim Huijng – salesmanager<br />

tel +31 24 3505195 – kim@techwatch.nl<br />

Marjolein Vissers – sales- en eventcoördinator<br />

tel +31 24 3505544 – marjolein@techwatch.nl<br />

Simone Straten – marketing- en eventcoördinator<br />

tel +31 24 3505544 – simone@techwatch.nl<br />

Ellen Lely – cöordinator trainingen<br />

tel +31 24 8455169 – ellen@techwatch.nl<br />

Katja Hofman – medewerker sales en trainingen<br />

tel +31 24 8455169 – katja@techwatch.nl<br />

Abonnementenadministratie<br />

Leonie Ceelen – officemanager<br />

tel +31 24 3503532 – info@techwatch.nl<br />

Adviseur<br />

Maarten Verboom<br />

Medewerkers<br />

Linda Berends, Ann-Kathrin Falkenberg, Julie Frijstein, Teresa Klawitter,<br />

Sofie van Koningsbruggen, Omar Martina, Imke Okkerman, Leanne Robbertsen,<br />

Kitty Stam, Lisette de Vries<br />

Columnisten en externe auteurs<br />

Mark Bentum, Marc Bisscheroux, Albert-Jan Boonstra, Jeroen Bouwens,<br />

Alex Budianu, Joachim Burghartz, Erik Dierdorp, Fred Dijkstra, Anton Duisterwinkel,<br />

Steven Engelen, Jaco Friedrich, Derk-Jan de Grood, André Gunst, Jos Hegge,<br />

Wim Hendriksen, Peter Hiemstra, Lodewijk van Hoesel, Mathilde van Hulzen,<br />

Jeroen Koëter, Albert Lak, René Otjes, Huib Pasman, Raj Thilak Rajan, Martin van Rijn,<br />

Anton van Rossum, Bram Semeijn, David Smith, René van der Veen, Chris Verhoeven,<br />

Willem van Willigen, Bastiaan Wit, Carl Wolff, Jan Woolderink<br />

Uitgever<br />

René Raaijmakers<br />

tel +31 24 3503065 – rene@techwatch.nl<br />

ISSN 1879-6443<br />

Verantwoordelijk uitgever voor België<br />

René Raaijmakers<br />

Biesheuvelstraat 1<br />

2370 Arendonk, België<br />

Drukkerij<br />

Senefelder Misset, Doetinchem<br />

Abonneren<br />

Abonnement op privéadres: 81 euro<br />

Bedrijfsabonnement: 140 euro<br />

Internationaal abonnement: 210 euro<br />

Studentenabonnement: gratis<br />

Prijzen op jaarbasis en inclusief btw.<br />

Abonnementen lopen van januari tot en met december.<br />

Opzeggen tot uiterlijk één maand voor het verstrijken van de abonnementsperiode.<br />

Studenten en professionals die werken aan slimme producten en machines (zoals<br />

elektronica- en softwareontwerpers, systeemarchitecten, chipdesigners en technisch<br />

managers) kunnen Bits&Chips gratis thuis ontvangen. Vul het aanvraagformulier in op<br />

www.bits-chips.nl. Deze gratis abonnementen zijn beperkt tot België en Nederland.<br />

Losse nummers op aanvraag: 10 euro.<br />

Klachten over bezorging<br />

Heeft u Bits&Chips niet of te laat ontvangen of heeft u andere opmerkingen over de<br />

bezorging? Laat het ons weten. Stuur een e-mail naar info@techwatch.nl.<br />

Adverteren<br />

Advertentietarieven staan vermeld op onze website (www.bits-chips.nl). Wanneer<br />

u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of<br />

voor het reserveren van advertenties, neem dan contact op met de afdeling sales,<br />

tel +31 24 3505544 – sales@techwatch.nl.<br />

Verschijningsdata<br />

1 maart, 29 maart, 26 april, 31 mei, 28 juni, 13 september, 4 oktober, 1 november,<br />

13 december<br />

Copyright<br />

Alle rechten voorbehouden. (c) 2013 Techwatch bv.<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd<br />

gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij<br />

elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder<br />

voorafgaande toestemming van de uitgever.<br />

Disclaimer<br />

Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen<br />

en verspreiden van de informatie in Bits&Chips, maar kunnen op geen enkele<br />

wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie<br />

aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan<br />

als gevolg van de publicatie van informatie in Bits&Chips. Columnisten en externe<br />

medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de<br />

verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen<br />

aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van<br />

lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen<br />

of te bewerken.<br />

Fotografie<br />

Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij<br />

anders vermeld.<br />

Voorpagina<br />

Foto: Aerophoto Eelde<br />

Volgende keer<br />

Nummer 3 | 29 maart 2013 | Softwaretooling<br />

Software maken is allang geen pure handvaardigheid meer. De gereedschapskist<br />

van de ontwikkelaar puilt uit met hulpmiddelen die zijn werk vergemakkelijken<br />

en de kwaliteit van zijn output optimaliseren. Deze uitgave focust op de state of<br />

the art, van ontwerp via test tot versiebeheer.<br />

Nummer 4 | 26 april 2013 | Beveiliging<br />

Hoe kunnen we onze producten (beter) beschermen tegen kwaadwillenden<br />

die er data of intellectueel eigendom uit willen ontvreemden? Dat is de vraag<br />

die centraal staat in deze uitgave. In een scala aan praktijkverhalen passeren<br />

verschillende beveiligingsoplossingen de revue.<br />

Een interessante bijdrage? nieke@techwatch.nl<br />

Adverteren in deze nummers? sales@techwatch.nl<br />

2 | 75


Innovatief!<br />

Hoe hightech ben jij?<br />

Wil jij bij ICT Automatisering werken aan innovatieve oplossingen?<br />

Innovatie is een mooie graadmeter voor ambitie. De vertical Machine & Systems van<br />

ICT Automatisering wil het verschil maken door de best mogelijke softwareoplossingen<br />

voor de hightech industrie te bouwen. Zonder de passie van onze medewerkers<br />

kunnen wij het verschil niet maken. Daarom biedt ICT Automatisering je een baan<br />

waarin je niet alleen software ontwikkelt, maar ook jezelf.<br />

Kijk op werkenbijict.nl voor de mogelijkheden of neem contact op met Tjitske Hartman, telefoon 06 270 873 58<br />

of recruitment@ict.nl.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!