F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

16.09.2013 Views

98www.cgfdejong.nl onderwijs steeds rekening met de praktijk die de leerlingen wachtte. Dit legde hij al in 1936 uit aan Wiebe van Dijk 134 en betoogde hij opnieuw in zijn openbare openingsles: “Onze school leidt niet op voor de wetenschap maar voor het practische Zendingswerk”. Het gaat om “inzicht in vraagstukken, waarmede de helpers in de practijk in aanraking komen, en die ze bij het licht van Gods Woord zullen moeten trachten tot een oplossing te brengen”. 135 Met het oog hierop werd het aantal vakken uitgebreid met inleiding in de theologie, bijbelse begrippen, algemene geschiedenis en dergelijke. Ook de wijze van behandeling veranderde. In het vak exegese OT en NT bijvoorbeeld werd geen uitvoerige wetenschappelijke behandeling gegeven maar een parafrase met aantekeningen, want “het voornaamste is, dat de goeroes straks de practijk ingaan met enkele bijbelteksten, die hun wat den tekst betreft geheel duidelijk zijn en practisch bruikbaar voor preeken etc. ...”. In de elenctiek – bij Krijger heette dat vak nog “valsche godsdiensten” – moest vooral “het animisme” behandeld worden, omdat dit veel op Sumba voorkwam. Aan de islam zou minder aandacht besteed worden, omdat op Sumba weinig islamieten voorkwamen, terwijl de behandeling van het hindoeïsme en boeddhisme geheel zou vervallen. In het nieuwe vak “bijbelse begrippen” zouden – eventueel met de hulp van dr. L. Onvlee – woorden uit de bijbel als zonde, genade, liefde e.d. geconfronteerd worden met de Maleise en Sumbanese woorden, die hiervoor werden gebruikt om een verkeerd verstaan ervan te voorkomen. 136 Zoals gezegd moest de opleiding volgens Bergema niet blijven staan bij Gods bijzondere openbaring in de Schrift, maar ook aandacht schenken aan de leidingen Gods in de historie. Niet alleen de bijbelse geschiedenis, maar ook de algemene geschiedenis, de kerkgeschiedenis en de zendingsgeschiedenis moesten een belangrijke plaats in de opleiding innemen. In de geschiedenis van schepping tot voleinding gaat het om een voortdurende strijd tussen het koninkrijk Gods en het koninkrijk der wereld, om de afval van God in de valse godsdiensten en ideologieën en om de vergadering en uitbreiding van de kerk. Hij vond het van belang, dat zijn leerlingen later hun eigen arbeid zouden beschouwen in het licht van deze geschiedenis als deel van Gods werk in de wereld. 137 Met het oog hierop werd ook de volgorde van de vakken en die van de behandeling ervan geplaatst in het perspectief van de geschiedenis van Gods openbaring, opdat de leerlingen het verband 134 Zie: Bergema aan ds. W. van Dijk, Hilversum, 16 april 1936, ADS 131. 135 Bergema, “De theologische opleidingsschool op Soemba”. 136 Bergema aan GDZ, Karuni 18 nov. 1938, AGDZ 536. 137 Bergema, “De theologische opleidingsschool op Soemba”, 137-138.

www.cgfdejong.nl tussen de vakken in het oog zouden houden. Het onderwijs moest niet gericht zijn op het kennen van feiten en namen zonder meer, maar op het verkrijgen van inzicht in de heilsgeschiedenis en de betekenis ervan voor hun toekomstige arbeid in de zending op Sumba. 138 In zijn toelichting op het leerplan van november 1938 omschreef Bergema het hoofddoel van de opleiding als volgt: dat zij (de leerlingen) als geloovige helpers voor den zendingsdienst worden toegerust. Daarvoor is noodig een persoonlijk geloof, een theocentrische karaktervorming, een leeren verstaan en gebruiken van den bijbel, een inzicht in Gods leiding in de historie, een onderwijssysteem, dat in alles rekening houdt met de hun wachtende practijk. 139 Het ging er dus niet alleen om dat de jongens behoorlijk onderlegd werden, maar ook “met volle overgave van hun hart aan Christus” zich zouden kunnen geven aan het zendingswerk. In de dagelijkse omgang en in de gesprekken met de leerlingen streefden Bergema en zijn vrouw ernaar de jongens te begrijpen om ze de nodige leiding te kunnen geven. Dit was geen geringe doelstelling. Temeer omdat in tegenstelling tot de cursussen van Krijger, in 1939 geen acht maar 21 leerlingen werden toegelaten, van wie vier reeds getrouwd waren en een gezin hadden gesticht. Deze uitbreiding van het aantal leerlingen stond in verband met het grote gebrek aan helpers en met het feit, dat zich meer dan 70 jonge mensen voor de cursus hadden aangemeld. De getrouwde leerlingen werden ondergebracht in huisjes in de omgeving, terwijl de overigen een plaats kregen op het terrein van het zendingshuis. Bergema moest zorgen voor hun levensonderhoud, wat een hele administratie en organisatie met zich meebracht, bijvoorbeeld ten aanzien van de watervoorziening. Zo moest hij een “cikar” – een kar op luchtbanden door een os getrokken – van Java laten overkomen om dagelijks zes keer heen en weer te rijden naar een bron en vandaar 40 blikken water per keer mee te nemen. De familie Bergema hield er een zeer grote huishouding op na. In het begin van 1939 werd de huiselijke ochtendwijding bijgewoond door 21 leerlingen, twaalf pleegkinderen en het eigen gezin. 140 138 Bergema aan GDZ, Karuni 18 nov. 1938, AGDZ 536. 139 Ibidem. 140 Bergema aan GDZ, 6 mrt 1939, ADS 131; Bergema aan GDZ, Karuni 18 nov. 1938, AGDZ 536. Het gezin Bergema telde eind 1939 vijf kinderen: Lena Ina (1930), Pieter (1931), Agatha (1934), Ina Alberdina (1937) en Egbertha Helena (1939). 99

www.cgfdejong.nl<br />

tussen de vakken in het oog zouden houden. Het onderwijs moest niet gericht<br />

zijn op het kennen van feiten en namen zonder meer, maar op het<br />

verkrijgen van inzicht in de heilsgeschiedenis en de betekenis ervan voor<br />

hun toekomstige arbeid in de zending op Sumba. 138<br />

In zijn toelichting op het leerplan van november 1938 omschreef Bergema<br />

het hoofddoel van de opleiding als volgt:<br />

dat zij (de leerlingen) als geloovige helpers voor den zendingsdienst<br />

worden toegerust. Daarvoor is noodig een persoonlijk geloof, een theocentrische<br />

karaktervorming, een leeren verstaan en gebruiken van den<br />

bijbel, een inzicht in Gods leiding in de historie, een onderwijssysteem,<br />

dat in alles rekening houdt met de hun wachtende practijk. 139<br />

Het ging er dus niet alleen om dat de jongens behoorlijk onderlegd werden,<br />

maar ook “met volle overgave van hun hart aan Christus” zich zouden<br />

kunnen geven aan het zendingswerk. In de dagelijkse omgang en in de<br />

gesprekken met de leerlingen streefden Bergema en zijn vrouw ernaar de<br />

jongens te begrijpen om ze de nodige leiding te kunnen geven. Dit was geen<br />

geringe doelstelling. Temeer omdat in tegenstelling tot de cursussen van<br />

Krijger, in 1939 geen acht maar 21 leerlingen werden toegelaten, van wie<br />

vier reeds getrouwd waren en een gezin hadden gesticht. Deze uitbreiding<br />

van het aantal leerlingen stond in verband met het grote gebrek aan helpers<br />

en met het feit, dat zich meer dan 70 jonge mensen voor de cursus hadden<br />

aangemeld. De getrouwde leerlingen werden ondergebracht in huisjes in de<br />

omgeving, terwijl de overigen een plaats kregen op het terrein van het<br />

zendingshuis. Bergema moest zorgen voor hun levensonderhoud, wat een<br />

hele administratie en organisatie met zich meebracht, bijvoorbeeld ten<br />

aanzien van de watervoorziening. Zo moest hij een “cikar” – een kar op<br />

luchtbanden door een os getrokken – van Java laten overkomen om dagelijks<br />

zes keer heen en weer te rijden naar een bron en vandaar 40 blikken water<br />

per keer mee te nemen. De familie Bergema hield er een zeer grote huishouding<br />

op na. In het begin van 1939 werd de huiselijke ochtendwijding bijgewoond<br />

door 21 leerlingen, twaalf pleegkinderen en het eigen gezin. 140<br />

138 Bergema aan GDZ, Karuni 18 nov. 1938, AGDZ 536.<br />

139 Ibidem.<br />

140 Bergema aan GDZ, 6 mrt 1939, ADS 131; Bergema aan GDZ, Karuni 18 nov. 1938,<br />

AGDZ 536. Het gezin Bergema telde eind 1939 vijf kinderen: Lena Ina (1930), Pieter<br />

(1931), Agatha (1934), Ina Alberdina (1937) en Egbertha Helena (1939).<br />

99

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!