F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

16.09.2013 Views

68www.cgfdejong.nl vele malen zien. Hier schreef hij al: “Wij beperken onze belangstelling misschien wel eens al teveel tot ons eigen werk, maar dan vermaant de apostel ons: een iegelijk zie ook op hetgeen der anderen is”. 18 Na een bootreis van ruim drie weken arriveerden de Bergema’s op vrijdag 8 november 1929 in Batavia. Zij logeerden drie nachten bij oom Fré in Weltevreden. Zoals dikwijls het geval was met aankomende predikanten, werd Henny uitgenodigd om de zondag na aankomst voor te gaan in de kerkdiensten van de Gereformeerde Kerk van Batavia in de wijken Kwitang en Meester Cornelis. Op maandag reisde het jonge paar per trein verder naar hun standplaats. Collega Klaas van Dijk reisde hen tegemoet. Hij stapte in Gombong aan de westgrens van het Friese zendingsressort bij hen in de trein. Enkele ogenblikken later kwamen ze aan in Kebumen. Hier werden zij tijdelijk ondergebracht in de pastorie van Van Dijk in afwachting van de ontruiming van het huis van de zendingsarts R. Brummelkamp, die een benoeming in Batavia had aangenomen. 19 Het zendingsterrein Kebumen Het stadje Kebumen lag ongeveer in het midden van het zendingsterrein van de Friese kerken, dat zich over een lengte van ongeveer 50 kilometer uitstrekte langs de spoorlijn Bandung-Yogya van Kroya tot Prembun. Het terrein was ongeveer 25 kilometer breed, ingeklemd tussen de oceaan in het zuiden en het gebergte in het noorden. Vergeleken met de andere terreinen in Midden-Java was het betrekkelijk klein maar dichtbevolkt. Er woonden destijds bijna 750.000 mensen. 20 Het zendingswerk was begonnen toen ds. Dirk Bakker sr. (1865-1932) zich in 1900 in Kebumen vestigde. In 1906 werd hij docent aan de theologische opleidingsschool in Yogya. Van Dijk volgde hem op. Toen Bergema arriveerde telde het terrein ongeveer 850 gedoopte christenen en vijf geïnstitueerde gemeenten. Er waren zestien Javaanse evangelisten, één Javaanse predikant en 24 Javaanse onderwijzers werkzaam. Verder telde men tien zendingsscholen met 850 leerlingen en één ziekenhuis met twee Europese artsen, drie Europese hoofdverpleegsters en omstreeks 50 Javaanse verpleegkundigen. Uitgaande van een Vereniging voor Christelijk Hollands Onderwijs werd bovendien Nederlandstalig onderwijs gegeven aan de christelijke 18 Zie: Uit Keboemen, 10e jrg., nr 5 (nov. 1930) 1-6. 19 Zie voor het in 1916 geopende zendingsziekenhuis en de daaraan verbonden artsen en verpleegsters: Reenders, Midden-Java, 472-474 en 879. 20 D. Pol, Midden-Java ten Zuiden (2 e dr.; Hoenderloo, 1939) 328-348; Reenders, Midden- Java, 46, 333-335, 412-414, 773-776, 879.

www.cgfdejong.nl Hollands-Javaanse school te Gombong en de christelijke Hollands-Chinese school te Kebumen. Deze scholen, waaraan de toekomstige leiders van het Javaanse volk werden opgeleid, hadden ruim 500 leerlingen. Het werk van een missionair predikant was destijds zeer veelomvattend. In tegenstelling tot de naoorlogse missionair predikanten, die zich slechts op een beperkt terrein – vormingswerk, theologisch onderwijs of iets dergelijks – bewogen, moest hij een allrounder zijn, die niet alleen verstand had van theologie, maar ook van onderwijs en ziekenzorg, subsidies en administratie, politiek en cultuur. Hij moest leiding geven aan het uitgebreide net van zendingsscholen en ziekenhuizen en verantwoordelijkheid dragen voor de colportage en de verkondiging van het evangelie door de evangelisten. De eerste anderhalf jaar: op het tweede plan Gelukkig kwam Bergema er niet meteen alleen voor te staan. Van zijn Kebumense ambtsperiode (november 1929 - januari 1936) vormde de eerste anderhalf jaar feitelijk een voortgezette zendingsopleiding. Tot 15 mei 1931, toen Van Dijk de leiding aan hem overdroeg, stond Bergema op het tweede plan. Van Dijk woonde in de zendingspastorie, beheerde de kas en voerde de correspondentie met de kerkenraad van Heeg en de Friese zendingsdeputaten. In de instructie die hij had meegekregen, stond wel dat Bergema de plaats van vestiging op het terrein moest bepalen in overleg met Van Dijk en de Friese kerken, 21 maar het duurde bijna een jaar voordat duidelijk werd, hoe het werk zou worden verdeeld en wat zijn definitieve woonplaats zou zijn. Eerst werd gedacht aan een verdeling van het terrein in de twee regentschappen waaruit het bestond, Karanganjar en Kebumen. Van Dijk zou zich dan in Karanganjar vestigen. 22 De zendingssynode van 21 mei 1930 besloot echter, dat de zendende kerk van Heeg het zendingsterrein Wonosobo van de kerk van Delft zou overnemen. Eén van de missionair predikanten zou dan voor een groot deel van zijn tijd in dit 100 kilometer van Kebumen gelegen bergachtige gebied moeten werken. Van Dijk, die altijd voorstander van deze overname was geweest, wilde graag op het nieuwe terrein werken en was bereid naar Wonosobo te verhuizen. 23 Het leek hem beter vanuit Wono- 21 Artikel 4 van zijn op 30 april 1929 getekende instructie luidde: “De plaats Uwer vestiging op het U aangewezen arbeidsveld zult Gijzelf in overleg met Uw mede-missionair, ds. K. van Dijk, met den Kerkeraad en de Prov. Deputaten bepalen om van daar uit Uwen arbeid te organiseeren ...” Zie: ZKH 291. 22 Bergema aan Heeg en Dep., Kebumen 13 jan. 1930, ZKH 292. 23 Zie: Acta zendingssynode van Sneek, 21 mei 1930, ZKH 321. De overdracht van het terrein had plaats op 23 oktober 1930. 69

www.cgfdejong.nl<br />

Hollands-Javaanse school te Gombong en de christelijke Hollands-Chinese<br />

school te Kebumen. Deze scholen, waaraan de toekomstige leiders van het<br />

Javaanse volk werden opgeleid, hadden ruim 500 leerlingen.<br />

Het werk van een missionair predikant was destijds zeer veelomvattend. In<br />

tegenstelling tot de naoorlogse missionair predikanten, die zich slechts op<br />

een beperkt terrein – vormingswerk, theologisch onderwijs of iets dergelijks<br />

– bewogen, moest hij een allrounder zijn, die niet alleen verstand had van<br />

theologie, maar ook van onderwijs en ziekenzorg, subsidies en administratie,<br />

politiek en cultuur. Hij moest leiding geven aan het uitgebreide net van<br />

zendingsscholen en ziekenhuizen en verantwoordelijkheid dragen voor de<br />

colportage en de verkondiging van het evangelie door de evangelisten.<br />

De eerste anderhalf jaar: op het tweede plan<br />

Gelukkig kwam Bergema er niet meteen alleen voor te staan. Van zijn<br />

Kebumense ambtsperiode (november 1929 - januari 1936) vormde de eerste<br />

anderhalf jaar feitelijk een voortgezette zendingsopleiding. Tot 15 mei 1931,<br />

toen Van Dijk de leiding aan hem overdroeg, stond Bergema op het tweede<br />

plan. Van Dijk woonde in de zendingspastorie, beheerde de kas en voerde de<br />

correspondentie met de kerkenraad van Heeg en de Friese zendingsdeputaten.<br />

In de instructie die hij had meegekregen, stond wel dat Bergema de<br />

plaats van vestiging op het terrein moest bepalen in overleg met Van Dijk en<br />

de Friese kerken, 21 maar het duurde bijna een jaar voordat duidelijk werd,<br />

hoe het werk zou worden verdeeld en wat zijn definitieve woonplaats zou<br />

zijn. Eerst werd gedacht aan een verdeling van het terrein in de twee regentschappen<br />

waaruit het bestond, Karanganjar en Kebumen. Van Dijk zou zich<br />

dan in Karanganjar vestigen. 22 De zendingssynode van 21 mei 1930 besloot<br />

echter, dat de zendende kerk van Heeg het zendingsterrein Wonosobo van de<br />

kerk van Delft zou overnemen. Eén van de missionair predikanten zou dan<br />

voor een groot deel van zijn tijd in dit 100 kilometer van Kebumen gelegen<br />

bergachtige gebied moeten werken. Van Dijk, die altijd voorstander van<br />

deze overname was geweest, wilde graag op het nieuwe terrein werken en<br />

was bereid naar Wonosobo te verhuizen. 23 Het leek hem beter vanuit Wono-<br />

21 Artikel 4 van zijn op 30 april 1929 getekende instructie luidde: “De plaats Uwer vestiging<br />

op het U aangewezen arbeidsveld zult Gijzelf in overleg met Uw mede-missionair, ds. K.<br />

van Dijk, met den Kerkeraad en de Prov. Deputaten bepalen om van daar uit Uwen arbeid<br />

te organiseeren ...” Zie: ZKH 291.<br />

22 Bergema aan Heeg en Dep., Kebumen 13 jan. 1930, ZKH 292.<br />

23 Zie: Acta zendingssynode van Sneek, 21 mei 1930, ZKH 321. De overdracht van het<br />

terrein had plaats op 23 oktober 1930.<br />

69

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!