F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

16.09.2013 Views

66www.cgfdejong.nl voor te dragen. Nog diezelfde dag werd de beroepsbrief ondertekend. 12 Op 21 oktober 1927 nam hij het beroep aan. De zendingsopleiding en de reis naar Kebumen Bergema was de eerste gereformeerde missionair predikant, die een behoorlijke opleiding ontving in de Javaanse taal en cultuur, het Arabisch, de islam en de missionaire vakken. 13 Dit was vooral op zijn eigen verzoek. Voordat hij het beroep van Heeg aannam, had hij aangedrongen op een voortgezette studie aan de universiteit van Leiden en de zendingsschool te Oegstgeest. Ds. W. Breukelaar, de voorzitter van de generale zendingsdeputaten, ondersteunde dit verzoek en de zendende kerk ging ermee akkoord. Zij bepaalde de duur van de opleiding voorlopig op twee jaar. 14 Toen ds. Van Dijk ervan hoorde maakte hij bezwaar. Volgens hem was de spoedige overkomst van Bergema dringend gewenst. Grondige kennis van de islam en het Arabisch vond hij niet nodig en Maleis en Javaans kon je sneller in Nederlands-Indië leren dan in Nederland. Toch handhaafde de zendende kerk haar besluit, niet alleen omdat zij een spoedig vertrek van Bergema minder urgent achtte, maar ook omdat zij met de andere zendende kerken van mening was, dat de opleiding van de missionair predikanten nodig verbeterd moest worden. 15 Zo kreeg Bergema de gelegenheid ruim anderhalf jaar te studeren aan de universiteit van Leiden. Hij volgde colleges aan de Verenigde Faculteiten (letteren en rechten), die vanaf 1922 de studierichting indologie verzorgden waaraan de toekomstige bestuursambtenaren voor Nederlands-Indië werden opgeleid. Deze studierichting had een literaire en een staatkundig-economische kant. Bergema koos voor de eerste richting en volgde onder meer colleges Oud- en Nieuwjavaans bij C.C. Berg (1900-1990), Maleis bij Ph.S. 12 Notulen van de vergadering van de kerkenraad van Heeg en de Friese zendingsdeputaten, 3 okt. 1927, ZKH 271. 13 In januari 1922 was Frederik Lambertus Bakker (1893-1971) aan de VU gepromoveerd op een onderwerp betreffende de islam. Zijn studie in het Arabisch en de islamologie werd echter als een uitzondering op de normale zendingsopleiding beschouwd met het oog op de bijzondere taak die Bakker zou krijgen op Java, namelijk als zendingsadviseur en docent aan de Theologische Opleidingsschool te Yogya. Zie: Reenders, Midden-Java, 857. 14 Notulen commissie voor lopende zaken, 17 okt. 1927, ZKH 279. 15 Notulen van de vergadering van de kerkenraad van Heeg en de Friese zendingsdeputaten, 23 april 1928, ZKH 271. De synode van Groningen 1927 had enkele maanden eerder onder grote aandrang uit de kerken besloten de zaak van een betere vooropleiding van missionair predikanten en andere zendingsarbeiders in studie te nemen. Zie betreffende de opleiding: H. Reenders, “De gereformeerde missionaire predikant in de eerste helft van de twintigste eeuw”, in: Jaarboek voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme na 1800, jrg. 5 (Kampen, 1997) 227-253; Idem, Midden-Java, 44.

www.cgfdejong.nl van Ronkel (1870-1954) en Arabisch en islamologie bij A.J. Wensinck (1882-1939). In deze vakken deed hij ook tentamen. 16 Zo werd de basis gelegd voor zijn grote kennis van de Indonesische cultuurgeschiedenis, waarvan hij later zijn collega-zendelingen en kampgenoten deelgenoot zou maken. Eerder dan verwacht legde Bergema het voorgeschreven zendingsexamen af. Op 17 juli 1929 slaagde hij ten overstaan van de classis Sneek voor dit examen, dat met het peremptoir examen gecombineerd was. 17 Twee maand later – op woensdag 18 september – werd hij onder grote belangstelling te Heeg door ds. Van Rennes in het ambt bevestigd. Vervolgens deed hij intrede met een preek over Johannes 1: 41-43a, het verhaal van Andreas die zijn broer Simon tot Jezus bracht. Op 17 oktober vertrokken Henny Bergema en de zilversmidsdochter Jitske de Jong (1903-1976), met wie hij in zijn Leidse periode op 13 april 1928 in het huwelijk was getreden, per trein uit Arnhem om de volgende dag uit Genua per boot verder te reizen naar Nederlands-Indië. In Egypte werd de gelegenheid waargenomen nader kennis te maken met christendom en zending in dat land. Onder meer werd een bezoek gebracht aan de Amerikaanse universiteit van Kaïro en aan de Nile Mission Press van de bekende Amerikaanse islamoloog S.M. Zwemer. Bergema was diep onder de indruk van de schijnbare onvruchtbaarheid van de zending in Egypte. Ondanks het werk van 350 buitenlandse zendelingen gedurende tientallen jaren waren slechts 150 islamieten tot het christendom bekeerd. Hij trok hieruit twee conclusies. In de eerste plaats liet deze geschiedenis zien, hoezeer de zending afhankelijk is van God: “Laten wij bij al onze mooie scholen en hospitalen en onze rijke evangelisatie-lectuur toch niet vergeten het bidden en vasten .... Hij moet het doen en al het andere, ook wijzelve, zijn slechts middelen om tot zaligheid te brengen allen die gelooven, zoowel Joden als Heidenen en Mohammedanen”. In de tweede plaats bracht de onvruchtbaarheid van de zending in Egypte hem nog meer onder de indruk van Gods zegen op de zending in Midden-Java. Hoe meer je let op de zendingsgeschiedenis van Egypte, des te meer leer je de zegen waarderen, die God op Java schenkt. Het vergelijken van de ontwikkelingen in Nederlands-Indië met de situatie elders zou kenmerkend worden voor de wijze waarop Bergema de ontwikkelingen in eigen tijd en plaats beoordeelde. Wij zullen dit nog 16 Mededeling van mw. I.A. Bergema. Zie voor de studie indologie in Leiden: C. Fasseur, De indologen. Ambtenaren voor de Oost (1825-1950) (Amsterdam, 1994) 405-420; J. van Baal, Ontglipt Verleden (2 dln; Franeker: Wever, [1985]) I, 48-51. 17 Zie voor dit examen: Zendingsorde van de GKN, art. 4-6; Reenders, Midden-Java, 43. 67

www.cgfdejong.nl<br />

van Ronkel (1870-1954) en Arabisch en islamologie bij A.J. Wensinck<br />

(1882-1939). In deze vakken deed hij ook tentamen. 16 Zo werd de basis<br />

gelegd voor zijn grote kennis van de Indonesische cultuurgeschiedenis,<br />

waarvan hij later zijn collega-zendelingen en kampgenoten deelgenoot zou<br />

maken.<br />

Eerder dan verwacht legde Bergema het voorgeschreven zendingsexamen af.<br />

Op 17 juli 1929 slaagde hij ten overstaan van de classis Sneek voor dit<br />

examen, dat met het peremptoir examen gecombineerd was. 17 Twee maand<br />

later – op woensdag 18 september – werd hij onder grote belangstelling te<br />

Heeg door ds. Van Rennes in het ambt bevestigd. Vervolgens deed hij<br />

intrede met een preek over Johannes 1: 41-43a, het verhaal van Andreas die<br />

zijn broer Simon tot Jezus bracht.<br />

Op 17 oktober vertrokken Henny Bergema en de zilversmidsdochter Jitske<br />

de Jong (1903-1976), met wie hij in zijn Leidse periode op 13 april 1928 in<br />

het huwelijk was getreden, per trein uit Arnhem om de volgende dag uit<br />

Genua per boot verder te reizen naar Nederlands-Indië. In Egypte werd de<br />

gelegenheid waargenomen nader kennis te maken met christendom en<br />

zending in dat land. Onder meer werd een bezoek gebracht aan de Amerikaanse<br />

universiteit van Kaïro en aan de Nile Mission Press van de bekende<br />

Amerikaanse islamoloog S.M. Zwemer. Bergema was diep onder de indruk<br />

van de schijnbare onvruchtbaarheid van de zending in Egypte. Ondanks het<br />

werk van 350 buitenlandse zendelingen gedurende tientallen jaren waren<br />

slechts 150 islamieten tot het christendom bekeerd. Hij trok hieruit twee<br />

conclusies. In de eerste plaats liet deze geschiedenis zien, hoezeer de zending<br />

afhankelijk is van God: “Laten wij bij al onze mooie scholen en hospitalen<br />

en onze rijke evangelisatie-lectuur toch niet vergeten het bidden en<br />

vasten .... Hij moet het doen en al het andere, ook wijzelve, zijn slechts<br />

middelen om tot zaligheid te brengen allen die gelooven, zoowel Joden als<br />

Heidenen en Mohammedanen”. In de tweede plaats bracht de onvruchtbaarheid<br />

van de zending in Egypte hem nog meer onder de indruk van Gods<br />

zegen op de zending in Midden-Java. Hoe meer je let op de zendingsgeschiedenis<br />

van Egypte, des te meer leer je de zegen waarderen, die God op<br />

Java schenkt. Het vergelijken van de ontwikkelingen in Nederlands-Indië<br />

met de situatie elders zou kenmerkend worden voor de wijze waarop Bergema<br />

de ontwikkelingen in eigen tijd en plaats beoordeelde. Wij zullen dit nog<br />

16 Mededeling van mw. I.A. Bergema. Zie voor de studie indologie in Leiden: C. Fasseur, De<br />

indologen. Ambtenaren voor de Oost (1825-1950) (Amsterdam, 1994) 405-420; J. van<br />

Baal, Ontglipt Verleden (2 dln; Franeker: Wever, [1985]) I, 48-51.<br />

17 Zie voor dit examen: Zendingsorde van de GKN, art. 4-6; Reenders, Midden-Java, 43.<br />

67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!