F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

16.09.2013 Views

56www.cgfdejong.nl werd teweeggebracht (p. 29). Omdat de meeste joden hem niet als Messias hebben aanvaard, is er een breuk ontstaan tussen christen-joden en de andere joden. De laatsten hebben aan het einde van de eerste eeuw de joodse christenen geëxcommuniceerd uit de synagoge, door een vervloeking van hen op te nemen in het zogenaamde achttien-gebed. Bergema ziet deze breuk als een splitsing in het volk van God. Die splitsing kan niet ten onrechte het eerste schisma van de kerk worden genoemd. Maar dat wil niet zeggen dat de verhouding tussen de kerk en de synagoge tot een ‘oecumenisch’ vraagstuk is geworden, althans niet zolang men het woord oecumene in de gebruikelijke zin de betekenis geeft van gemeenschappelijk geloof in Christus als ‘God en Heiland’ (p. 36). Ik vermeld nog een artikel van Bergema in Vox Theologica 1964/65 onder de titel “Kerk en Synagoge”. Op verzoek van de redactie van Vox Theologica geeft hij enkele wenken voor hen die het vraagstuk van de verhouding van kerk en jodendom willen bestuderen. Het artikel bevat een lijst van vele tientallen publicaties. Opnieuw blijkt de fabelachtige belezenheid van Bergema, maar hij gaat niet met een eigen mening inhoudelijk op de relatie van kerk en synagoge in. Tot aan zijn overlijden was Bergema adviseur van deputaten voor de zending onder de joden. De wending van zending onder de joden naar gesprek met Israël heeft hij niet meer meegemaakt. In die zin was hij kind van zijn tijd. Maar op bepaalde punten reikte hij toch boven zijn tijd uit, zoals bijvoorbeeld in zijn verwerping van de vervangingstheologie – het joodse volk blijft het uitverkoren volk van God – en in zijn aandacht voor het lot van de Palestijnen. Bergema en de islam Bergema is in Indonesië in contact gekomen met de islam en heeft ook over deze godsdienst tijdens zijn verblijf aldaar en gedurende zijn latere hoogleraarschap in de zendingswetenschap grondig nagedacht. Wanneer hij in 1930 op weg gaat naar zijn eerste zendingspost, Kebumen (Midden-Java), heeft hij zich al voorbereid op zijn werk en daarbij ook studie gemaakt van de islam, in het besef dat hij naar een gebied gaat waar de meeste bewoners de islamitische godsdienst aanhingen. Zijn belangstelling blijkt onder andere uit een verslag van zijn reis naar Indonesië, uiteraard in die tijd nog per boot. In dat verslag, uitgekomen in het zendingsblaadje

www.cgfdejong.nl Uit Keboemen, vertelt hij uitvoerig over Egypte en de spanningen aldaar tussen de nationalisten en het nog altijd dominerende Britse Rijk. Hij had toen geen gelegenheid Kaïro te bezoeken, maar vermeldt wel de situatie van de beroemde Al-Azhar Universiteit, al in 975 gesticht, en het daar heersende conservatisme. Zes jaar later, op terugreis naar Java na afloop van zijn eerste verlof, kreeg Bergema wel gelegenheid Kaïro aan te doen en hij maakte daarvan gebruik om een bezoek aan de Al-Azhar te brengen. Hij wijst in zijn reisverslag op het middeleeuwse karakter van deze universiteit. Van de invloed van de reformistische ideeën van Rashid Rida, in die tijd een invloedrijk moslimse denker, treft hij in de Al-Azhar Universiteit nog weinig aan. Gedurende zijn verblijf op Midden-Java merken we niet veel van Bergema’s belangstelling voor de islam. Dat hangt er mee samen dat het Javaanse volk wel al enkele eeuwen geleden onder leiding van zijn vorsten tot de islam was overgegaan, maar dat de Javaanse cultuur daarvóór eeuwenlang beïnvloed geweest was door het hindoeïsme en het boeddhisme, die vanuit India waren binnengekomen. En daaronder lagen nog de wortels van een oeroude godsdienstigheid van eigen Javaans karakter. Drie lagen dus boven elkaar: de onderste de eigen Javaanse cultuur, daarboven het geïmporteerde hindoeisme en boeddhisme en tenslotte sinds enkele eeuwen de islam. Vraagt men een Javaan wat zijn godsdienst is, dan zal hij vaak antwoorden: ‘Islam statistik’ (dat wil zeggen: op papier ben ik een moslim) of zelfs: ‘agama Djawi’ (de Javaanse godsdienst). Bergema acht het belangrijk dat de missionaire werkers onder de Javanen grondige kennis zouden bezitten van de Javaanse cultuur en levensvisie. Hij heeft daarvan een bijzonder uitvoerig en interessant beeld gegeven in een lange reeks van artikelen in De Opwekker en in De Macedoniër, beide zendingstijdschriften uit de tijd van vóór de Tweede Wereldoorlog. Niettemin heeft Bergema gedurende deze periode toch ook aan de islam op zichzelf aandacht besteed en wel in het kader van een viertal artikelen over “het rassenvraagstuk in Nederlandsch-Indië”, geplaatst in het driemaandelijkse orgaan Antirevolutionaire Staatkunde van 1935 tot 1937. 4 Het derde artikel handelt over “het politiek-religieuze aspect van het rassenprobleem in de Oriënt” en in dat kader treffen wij een paragraaf aan over “de wereld van de islam”. Het is interessant om te lezen hoe Bergema in de jaren dertig van de vorige eeuw zijn gedachten uit over de ontwikkeling van de islam, vooral als men 4 Antirevolutionaire Staatkunde: driemaandelijksch orgaan van de Dr. Abraham Kuyperstichting ter bevordering van de studie der anti-revolutionaire beginselen. Kampen: Kok. 57

www.cgfdejong.nl<br />

Uit Keboemen, vertelt hij uitvoerig over Egypte en de spanningen aldaar<br />

tussen de nationalisten en het nog altijd dominerende Britse Rijk. Hij had<br />

toen geen gelegenheid Kaïro te bezoeken, maar vermeldt wel de situatie van<br />

de beroemde Al-Azhar Universiteit, al in 975 gesticht, en het daar heersende<br />

conservatisme. Zes jaar later, op terugreis naar Java na afloop van zijn eerste<br />

verlof, kreeg Bergema wel gelegenheid Kaïro aan te doen en hij maakte<br />

daarvan gebruik om een bezoek aan de Al-Azhar te brengen. Hij wijst in zijn<br />

reisverslag op het middeleeuwse karakter van deze universiteit. Van de<br />

invloed van de reformistische ideeën van Rashid Rida, in die tijd een invloedrijk<br />

moslimse denker, treft hij in de Al-Azhar Universiteit nog weinig aan.<br />

Gedurende zijn verblijf op Midden-Java merken we niet veel van Bergema’s<br />

belangstelling voor de islam. Dat hangt er mee samen dat het Javaanse volk<br />

wel al enkele eeuwen geleden onder leiding van zijn vorsten tot de islam was<br />

overgegaan, maar dat de Javaanse cultuur daarvóór eeuwenlang beïnvloed<br />

geweest was door het hindoeïsme en het boeddhisme, die vanuit India waren<br />

binnengekomen. En daaronder lagen nog de wortels van een oeroude godsdienstigheid<br />

van eigen Javaans karakter. Drie lagen dus boven elkaar: de<br />

onderste de eigen Javaanse cultuur, daarboven het geïmporteerde hindoeisme<br />

en boeddhisme en tenslotte sinds enkele eeuwen de islam. Vraagt men<br />

een Javaan wat zijn godsdienst is, dan zal hij vaak antwoorden: ‘Islam statistik’<br />

(dat wil zeggen: op papier ben ik een moslim) of zelfs: ‘agama Djawi’<br />

(de Javaanse godsdienst).<br />

Bergema acht het belangrijk dat de missionaire werkers onder de Javanen<br />

grondige kennis zouden bezitten van de Javaanse cultuur en levensvisie. Hij<br />

heeft daarvan een bijzonder uitvoerig en interessant beeld gegeven in een<br />

lange reeks van artikelen in De Opwekker en in De Macedoniër, beide<br />

zendingstijdschriften uit de tijd van vóór de Tweede Wereldoorlog.<br />

Niettemin heeft Bergema gedurende deze periode toch ook aan de islam op<br />

zichzelf aandacht besteed en wel in het kader van een viertal artikelen over<br />

“het rassenvraagstuk in Nederlandsch-Indië”, geplaatst in het driemaandelijkse<br />

orgaan Antirevolutionaire Staatkunde van 1935 tot 1937. 4 Het derde<br />

artikel handelt over “het politiek-religieuze aspect van het rassenprobleem<br />

in de Oriënt” en in dat kader treffen wij een paragraaf aan over “de wereld<br />

van de islam”.<br />

Het is interessant om te lezen hoe Bergema in de jaren dertig van de vorige<br />

eeuw zijn gedachten uit over de ontwikkeling van de islam, vooral als men<br />

4 Antirevolutionaire Staatkunde: driemaandelijksch orgaan van de Dr. Abraham Kuyperstichting<br />

ter bevordering van de studie der anti-revolutionaire beginselen. Kampen: Kok.<br />

57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!