F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
42www.cgfdejong.nl<br />
ingespannen om ook zijn secundaire bronnen up to date te houden. Het lijkt<br />
de moeite waard na te gaan, wat Bergema waardeerde in Vriezen’s studie,<br />
die de historisch-kritische methode volgt en dus haaks op het gereformeerde<br />
paradigma stond.<br />
De eerste twee citaten 15 prijzen Vriezen, omdat hij veel aandacht geeft aan<br />
de verschillen tussen de bijbelse overlevering en de tradities van “de volken”<br />
en zo afscheid neemt van de vergelijkende methode van het sinds het begin<br />
van de twintigste eeuw heersende Panbabylonisme, dat juist de nadruk legde<br />
op de overeenkomsten, omdat men in die school Bergema’s methode in<br />
omgekeerde richting toepaste: alles, wat in de omgeving van Sumer en<br />
Akkad werd aangetroffen, moest wel aan die imposante bron ontleend zijn.<br />
Of deze meer genuanceerde visie van Vriezen op hetzelfde neerkomt als<br />
Bergema’s onderscheid tussen openbaring en pseudo-religie, zoals laatstgenoemde<br />
claimt, waag ik te betwijfelen; zulke ferme taal valt noch in Vriezen’s<br />
dissertatie, noch in zijn latere werk aan te treffen, ook niet, als hij<br />
nadrukkelijk met bijbelse theologie bezig is en zichzelf als christen dus niet<br />
buiten schot kan houden. 16 Ook als hij van mening blijkt te zijn, dat “de<br />
Theologie van het Oude Testament zowel naar haar object als naar haar<br />
methode een theologische wetenschap is en moet zijn” dan blijft hij niettemin<br />
de historisch-kritische methode trouw:<br />
Dat wil niet zeggen, dat zij [de theologie van het O.T.,LL] de empirischhistorische<br />
methode van het verdere oudtestamentische onderzoek<br />
verloochent, maar dat zij de resultaten van dit onderzoek in haar eigen<br />
onderzoek opneemt, m.a.w. dat zij haar eigen taak volbrengt met inachtneming<br />
en verwerking van de resultaten, die de oudtestamentische<br />
wetenschap in haar meest diverse geledingen heeft bereikt. 17<br />
Bergema heeft dit principiële verschil tussen de methode van Vriezen en die<br />
van de gereformeerde wetenschap scherp gezien; naarmate zijn studie vordert<br />
blijkt Vriezen door hem dan ook vooral als waardig tegenstander te<br />
worden opgevat. Als hij aan het eind van zijn boek de pogingen om de<br />
verschillende bronnen van het paradijsverhaal te reconstrueren, naar de<br />
prullenbak verwijst, citeert hij wederom Vriezen’s dissertatie. Dat citaat is<br />
15 Bergema, De Boom des Levens, 53, 87.<br />
16 Vgl. Th.C. Vriezen, Hoofdlijnen der Theologie van het Oude Testament. 2e dr., Wageningen:<br />
Veenman, 1954.<br />
17 Vriezen, Hoofdlijnen, 132.