F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
www.cgfdejong.nl<br />
ren: de koers staat vast, maar de tegenwind van zijn bronnenmateriaal wenst<br />
hij niet te veronachtzamen.<br />
In één oogopslag kan de lezer deze stuurmanskunst overzien, als hij de<br />
stellingen bij het proefschrift opslaat. In stelling I representeert de levensboom<br />
de keerzijde van het proefgebod en de exponent van de verbondsgemeenschap<br />
tussen God en mens. Het gaat dus om een voorstelling en of die<br />
uit de mythologie dan wel uit de historie voortkomt, blijft onbeslist. In<br />
stelling II wordt de “physische opvatting” van de boom des levens, zoals<br />
verdedigd door dr. A. Kuyper sr. in diens De Gemeene Gratie, echter resoluut<br />
onhoudbaar verklaard. Hiermee lijkt Bergema te kiezen tegen een<br />
historiserende opvatting van het Genesisverhaal. Maar die indruk klopt niet,<br />
want met stelling III keert hij even resoluut op zijn schreden terug: de tekst<br />
van Genesis 3: 22 zou uitsluiten, dat de mens voor de zondeval van de boom<br />
des levens zou hebben gegeten. In stelling XVIII tenslotte wordt het construeren<br />
van een historisch verband tussen de drie zonen van Noach en de<br />
tegenwoordige mensenrassen als prematuur verworpen, omdat dat bij de<br />
huidige stand van onze kennis wetenschappelijk niet verantwoord zou zijn.<br />
Dat is een wel zeer subtiele manier om de leer van de apartheid, die rotte<br />
vrucht der gereformeerde wetenschap, onderuit te halen zonder haar rechtstreeks<br />
als racistische pseudo-wetenschap naar de vuilnisbak te verwijzen!<br />
Aan dit methodologisch dilemma heeft Bergema een aparte paragraaf gewijd.<br />
8 Daar wordt de knoop op verrassende wijze radicaal doorgehakt: het<br />
probleem is een schijnprobleem. Die ferme conclusie wordt bereikt door<br />
eerst een scheiding aan te brengen in het bronnenmateriaal. Aan de ene kant<br />
staat de Goddelijke openbaring omtrent de boom des levens, “zoals die<br />
onder leiding en door de inspiratie van de H. Geest in het boek Genesis is<br />
opgetekend”. Daarvan wordt aangenomen, dat het gaat om de weergave van<br />
een historisch feit, op grond van de geloofsovertuiging, “waardoor wij alles<br />
voor waarachtig houden, dat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft”. Dit<br />
beroep op de Heidelbergse Catechismus 9 laat geloofszekerheid samenvallen<br />
met historische juistheid. Dat is wellicht in overeenstemming met de opvatting<br />
van de auteurs van de Heidelberger. Maar wie zich bijna vier eeuwen<br />
later op deze tekst beroept, kan er toch niet om heen dat er ondertussen<br />
andere inzichten zijn gegroeid. De vraag naar een waar geloof is een andere<br />
geworden dan de vraag naar de juiste bronnenkritiek in de historische wetenschap.<br />
Dat Bergema zich op zo’n resolute manier heen zet over vier eeuwen<br />
8 Bergema, De Boom des Levens, 115-117.<br />
9 Antwoord op vraag 121. Die vraag luidt; “Wat is een waar geloof?”<br />
39