F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

16.09.2013 Views

230www.cgfdejong.nl dat Bergema verwachtte. Maar Bergema wijst nog op iets anders als hij deze bewegingen bespreekt: het belang van cultuurstudie en het belang van bestudering van de relatie tussen evangelie en cultuur. Op dit punt had hij een vérziende blik, want uiteindelijk zijn het niet deze messianistische bewegingen geweest die de grote uitdaging voor de zending zijn gaan vormen, maar eerder die kerken welke op een andere wijze dan men in kerk en zending gewend was, een relatie legden tussen evangelie en cultuur. 8 De onafhankelijke kerken in Afrika, waarvan de Kimbanguïsten er één zijn 9 – men kan zich afvragen of ze terecht door Bergema in deze categorie zijn geplaatst – en de Pinksterkerken in Latijns-Amerika gaven aan een andere relatie tot de plaatselijke cultuur te beleven dan alleen een relatie van negatie, zoals vaak het geval leek te zijn. Het ging voor hen op een vanzelfsprekende wijze; het was geen acculturatiestudie, die hen tot deze nieuwe houding had gebracht – die was het resultaat van levende, cultureel bepaalde mensen die in geloof hun handen uitstrekten naar God. In hun geloofspraktijk kwam een spontane reactie tot stand op de meer kritische relatie tot de lokale cultuur die in ‘zendingskerken’ doorgaans aan de orde was. Daarnaast waren er wereldwijd klachten te horen over de houding en het handelen van kerk en zending in het verleden vis-à-vis inheemse volken, inheemse culturen, inheemse religies, zoals b.v. in het geval van de aboriginals in Australië of van de Indianen in Amerika. Moest daar niet iets worden rechtgezet? De zendingsafdeling van de Wereldraad van Kerken onderkende deze vragen en organiseerde er een wereldzendingsconferentie over. 10 Bergema had gelijk met te wijzen op het grote belang van cultuurstudie. Hij kon niet voorzien dat de context ervan een andere was dan die van de messianistische bewegingen. Een tweede punt van aandacht voor de toekomst van de zending was volgens Bergema de futurologie. Deze werd als wetenschappelijke discipline in de jaren zestig ontwikkeld. Dit alleen geeft al aan in welk denk- en leefklimaat de Westerse wereld in de jaren zestig en zeventig terecht zou komen. Het was het klimaat van de ‘maakbaarheid’: de wereld en de samenleving konden geanalyseerd worden, de effecten van beslissingen van nu voor later konden worden berekend en zo kon de toekomst worden geconstrueerd. Uiteindelijk bleek deze manier van denken vaak meer te maken te hebben 8 G.J. van Butselaar, “The Gospel and Culture Study”, in: Exchange XXVII, 3 (1998) 236- 247. 9 Diangienda Kuntima, L’Histoire du Kimbanguisme. Kinshasa, 1984. 10 Y. Schaaf, red., Geroepen tot een hoop. Het evangelie op de markt der mogelijkheden. Wereldzendingsconferentie van de Wereldraad van Kerken gehouden in Salvador, Bahia, Brazilië van 24 november tot 3 december 1996 (= Allerwegen Plus). Kampen, 1997.

www.cgfdejong.nl met gebakken lucht dan met wetenschappelijke analyse. Niet, dat het allemaal onzin was of dat zij, die met futurologie bezig waren, geen serieuze wetenschappers waren. Wel, dat bij iedere analyse de ideologische uitgangspunten van de onderzoeker van groot belang zijn en diens onderzoeksresultaten en toekomstvisie tekenen. Het relativeert uiteraard de waarde van zo’n toekomstprojectie. Bergema onderkent dat ook: hij geeft aan dat uiteindelijk de toekomst niet afhangt van onze planning, maar van de beloften van God. Toch ziet hij wel iets in futurologie en wel op twee punten: het belang van interdisciplinaire samenwerking en het belang van de bestudering van sociaal-economische problemen. Op beide punten heeft hij een vooruitziende blik gehad. Missiologie was niet langer de enige tak van wetenschap die zich bezighield met de leefwereld in andere culturen (van missiologie voor de westerse cultuur was toen nog nauwelijks sprake. 11 ) Andere wetenschappers deden voor de zending belangrijke ontdekkingen. Culturele antropologie, godsdienstsociologie, politicologie en economie leverden inzichten op die van groot belang waren voor de kennis van de mens en zijn wereld. Interdisciplinaire samenwerking bij de bestudering van missionaire vraagstukken was van fundamenteel belang. Die is gelukkig ook tot stand gekomen en heeft goede resultaten opgeleverd. Helaas is er wel een nieuw probleem ontstaan: in genoemde samenwerking werd de rol van missiologie allengs geringer. Vandaag de dag is het eerder uitzondering dan regel dat missiologie in deze interdisciplinaire onderzoeksprojecten wordt betrokken. Missiologie lijkt op haar retour te zijn, niet alleen aan de Nederlandse universitaire instellingen, maar ook aan die in andere landen. Dat is natuurlijk niet het gevolg van die interdisciplinaire benadering, maar kan er ook niet geheel los van worden gezien. Missiologie heeft kennelijk in dat gezelschap niet haar eigenheid, het zicht houden op het rijk van God als de toekomst van de wereld, zo weten te presenteren dat andere disciplines haar inzichten niet willen ontberen. Ten aanzien van het belang van de studie van de sociaal-economische context waarmee de zending te maken had, is Bergema in de jaren die volgden op zijn wenken bediend. De aandacht voor deze vragen nam een grote vlucht. Binnen de Wereldraad van Kerken werd, zeker na de assemblee van Uppsala, aan deze zaken grote aandacht gegeven. 12 In ontwikkelingsstrategieën werden plannen voor de toekomst gemaakt. De bevrijding van armoede werd prioriteit no.1 in de oecumene; zonde werd gedefinieerd als onderd- 11 Van Butselaar, “The Gospel and Culture Study”, 246 e.v. 12 Wind, Zending en Oecumene in de twintigste eeuw, IIa, 195 e.v. 231

230www.cgfdejong.nl<br />

dat Bergema verwachtte. Maar Bergema wijst nog op iets anders als hij deze<br />

bewegingen bespreekt: het belang van cultuurstudie en het belang van bestudering<br />

van de relatie tussen evangelie en cultuur. Op dit punt had hij een vérziende<br />

blik, want uiteindelijk zijn het niet deze messianistische bewegingen<br />

geweest die de grote uitdaging voor de zending zijn gaan vormen, maar<br />

eerder die kerken welke op een andere wijze dan men in kerk en zending<br />

gewend was, een relatie legden tussen evangelie en cultuur. 8 De onafhankelijke<br />

kerken in Afrika, waarvan de Kimbanguïsten er één zijn 9 – men kan<br />

zich afvragen of ze terecht door Bergema in deze categorie zijn geplaatst –<br />

en de Pinksterkerken in Latijns-Amerika gaven aan een andere relatie tot de<br />

plaatselijke cultuur te beleven dan alleen een relatie van negatie, zoals vaak<br />

het geval leek te zijn. Het ging voor hen op een vanzelfsprekende wijze; het<br />

was geen acculturatiestudie, die hen tot deze nieuwe houding had gebracht<br />

– die was het resultaat van levende, cultureel bepaalde mensen die in geloof<br />

hun handen uitstrekten naar God. In hun geloofspraktijk kwam een spontane<br />

reactie tot stand op de meer kritische relatie tot de lokale cultuur die in<br />

‘zendingskerken’ doorgaans aan de orde was. Daarnaast waren er wereldwijd<br />

klachten te horen over de houding en het handelen van kerk en zending<br />

in het verleden vis-à-vis inheemse volken, inheemse culturen, inheemse<br />

religies, zoals b.v. in het geval van de aboriginals in Australië of van de<br />

Indianen in Amerika. Moest daar niet iets worden rechtgezet? De zendingsafdeling<br />

van de Wereldraad van Kerken onderkende deze vragen en organiseerde<br />

er een wereldzendingsconferentie over. 10 Bergema had gelijk met te<br />

wijzen op het grote belang van cultuurstudie. Hij kon niet voorzien dat de<br />

context ervan een andere was dan die van de messianistische bewegingen.<br />

Een tweede punt van aandacht voor de toekomst van de zending was volgens<br />

Bergema de futurologie. Deze werd als wetenschappelijke discipline in de<br />

jaren zestig ontwikkeld. Dit alleen geeft al aan in welk denk- en leefklimaat<br />

de Westerse wereld in de jaren zestig en zeventig terecht zou komen. Het<br />

was het klimaat van de ‘maakbaarheid’: de wereld en de samenleving konden<br />

geanalyseerd worden, de effecten van beslissingen van nu voor later<br />

konden worden berekend en zo kon de toekomst worden geconstrueerd.<br />

Uiteindelijk bleek deze manier van denken vaak meer te maken te hebben<br />

8 G.J. van Butselaar, “The Gospel and Culture Study”, in: Exchange XXVII, 3 (1998) 236-<br />

247.<br />

9 Diangienda Kuntima, L’Histoire du Kimbanguisme. Kinshasa, 1984.<br />

10 Y. Schaaf, red., Geroepen tot een hoop. Het evangelie op de markt der mogelijkheden.<br />

Wereldzendingsconferentie van de Wereldraad van Kerken gehouden in Salvador, Bahia,<br />

Brazilië van 24 november tot 3 december 1996 (= Allerwegen Plus). Kampen, 1997.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!