F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
200www.cgfdejong.nl die zich bedrogen zouden voelen als ze wisten waar hun offers voor besteed werden”. 14 Zo’n uitspraak konden de zendingsmensen vanzelfsprekend niet accepteren! Op initiatief van Bergema eisten zij van het deputaatschap duidelijk stelling te nemen tegen de artikelen van Zuidema; pas in januari 1950 gebeurde dat. In het Gereformeerde Zendingsblad werd toen een verklaring opgenomen waarin deputaten verzekerden hun zendingsmensen volkomen te vertrouwen. In maart 1949 werd een bespreking gehouden tussen de ARP-leiding en een aantal zendingsmensen. Daaraan namen deel: Bruins Slot, Meijerink en Jan Schouten; Bergema, Ds. Harrenstein (voorzitter Zendingsdeputaatschap), C. Gilhuis (scriba Zendingsdeputaten) en C.J. Goslinga (zendingsdeputaat Friesland). Zuidema was op persoonlijke titel aanwezig. De toon van de discussie was hard; over en weer waren er verwijten en beschuldigingen. Langzamerhand was duidelijk geworden dat Indonesië definitief voor Nederland verloren zou gaan. Voor de zendingsmensen wàs dat inmiddels al een voldongen feit. Jan Schouten wilde het (nog) niet erkennen; voor hem bleef het gezagsvraagstuk ook nu nog steeds een grote rol spelen. Bruins Slot moest toegeven dat, als de revolutie een “perfectum” zou worden, de ARP dat zou moeten erkennen; maar tot dat moment gold voor hem: oproepen tot gehoorzaamheid. De soevereiniteitsoverdracht vond plaats op 27 december 1949; de ARP stemde tegen, de CHU was verdeeld: negen fractieleden stemden voor, vier tegen. De onafhankelijkheid van Indonesië was een feit. Nieuw-Guinea was buiten de soevereiniteitsoverdracht gelaten en bleef onder Nederlands bestuur; beide landen zouden een definitieve regeling voor dit gebied treffen. Vanaf 1957 kwamen de tegenstellingen met betrekking tot Nieuw-Guinea tussen ARP-leiding en zendingsmensen opnieuw naar boven. Pogingen van de zendingsdeputaten en synode een bemiddelende rol te spelen tussen zendingsmensen en de leiding van de ARP waren tot nu toe mislukt. Een van de belangrijkste principiële punten van het conflict was de wijze waarop men zijn opvattingen op bijbelteksten baseerde. In 1947 wezen Bergema, De Boer en Oskam in hun “Critiek en verantwoording” daar al op; zij bepleitten toen een meer organische opvatting van de Bijbel. 14 Trouw, 24/5/1949; zie ook: S.U. Zuidema, De Indische kwestie. Franeker, 1947.
www.cgfdejong.nl B. De kwestie Nieuw-Guinea: laatste fase van de Indonesische vrijheidsstrijd (1949-1963) De soevereiniteitsoverdracht in 1949 leidde in eerste instantie niet tot een andere visie van de ARP op de kwestie-Nieuw-Guinea: het gezag berustte bij de door van God gewilde wettige overheid. Soekarno en zijn Republikeinen waren rebellen. Doordat de antirevolutionairen de Indonesische kwestie (nog) steeds nadrukkelijk vanuit het overheidsgezag benaderden, kreeg deze problematiek een sterk dogmatische dimensie. De ARP kon zodoende maar moeilijk meegaan met de feitelijke ontwikkelingen. 15 De (wettige) overheid diende de Papoea-bevolking te leiden tot zelfstandigheid en zelfbeschikking. De ARP bestreed dat Nieuw-Guinea een integraal gedeelte van Indonesië was: er waren etnische en historische verschillen tussen de Papoea’s en de overige volkeren van de Republiek. Bovendien: als Nieuw-Guinea een toevluchtsoord zou worden voor Euro-Aziaten uit Indonesië, zou het misschien wel een buffer c.q. Westers steunpunt kunnen worden tegen een (eventueel) naar het communisme neigend regime in Indonesië. Gedurende de jaren vijftig maakten de kabinetten Drees en De Quay dan ook niet veel aanstalten over te gaan tot de overdracht van Nieuw- Guinea aan Indonesië. Opnieuw verschil in visie tussen ARP en zendingswerkers In december 1957 zochten op initiatief van Verkuyl de zendingswerkers H. Bergema, J.C. Gilhuis, L. Onvlee en B. Richters contact met invloedrijke antirevolutionairen aan de VU, onder wie de hoogleraren W.F. de Gaay Fortman en J. J. de Jong. Men wist dat zij sympathiek stonden tegenover het zendingsstandpunt. H. Algra, W.P. Berghuis (voorzitter ARP) en Bruins Slot vertegenwoordigden het moderamen van de ARP bij dit overleg, terwijl ook dr. I.A. Diepenhorst aanwezig was. Het lukte niet de politici ervan te overtuigen dat een dialoog met Indonesië noodzakelijk was. De standpunten bleken ongewijzigd. Inmiddels laaide de discussie ook in de pers weer op. Trouw, Friesch Dagblad en Nederlandsche Gedachten bestreden veelvuldig de opvattingen van de zendingsmensen; Verkuyl werd in Trouw zelfs een weerwoord geweigerd. Ds. Okke Jager pleitte ervoor dat in de christelijke politiek altijd de vraag centraal zou moeten staan op welke wijze de zending het beste ge- 15 J.J. van den Berg, Deining, koers en karakter van de ARP ter discussie, 1956-1970 (Kampen, 1999) 31. 201
- Page 149 and 150: www.cgfdejong.nl standpunt in. Met
- Page 151 and 152: www.cgfdejong.nl De “Nederlandse
- Page 153 and 154: www.cgfdejong.nl wijze word ik gedw
- Page 155 and 156: www.cgfdejong.nl mad Kaharoedin, de
- Page 157 and 158: www.cgfdejong.nl machtige Madjelis
- Page 159 and 160: www.cgfdejong.nl De Federalistische
- Page 161 and 162: www.cgfdejong.nl Deelstaat Oost-Ind
- Page 163 and 164: www.cgfdejong.nl ondanks alle retor
- Page 165 and 166: www.cgfdejong.nl het eerst op ons a
- Page 167 and 168: www.cgfdejong.nl van rijst, maïs,
- Page 169 and 170: www.cgfdejong.nl doven van allerlei
- Page 171 and 172: De benoeming Bergema als hoogleraar
- Page 173 and 174: www.cgfdejong.nl bespreken wij acht
- Page 175 and 176: www.cgfdejong.nl contact met de stu
- Page 177 and 178: www.cgfdejong.nl heeft betrekking o
- Page 179 and 180: www.cgfdejong.nl (gast)docenten. De
- Page 181 and 182: www.cgfdejong.nl omgezet werden in
- Page 183 and 184: www.cgfdejong.nl Ook andere zending
- Page 185 and 186: www.cgfdejong.nl genoemde stichting
- Page 187 and 188: www.cgfdejong.nl echter te isoleren
- Page 189 and 190: www.cgfdejong.nl en christelijke op
- Page 191 and 192: www.cgfdejong.nl Bergema viel op do
- Page 193 and 194: www.cgfdejong.nl koloniale vraagstu
- Page 195 and 196: www.cgfdejong.nl innemen bij het ve
- Page 197 and 198: www.cgfdejong.nl namen van veertien
- Page 199: www.cgfdejong.nl aangezien zij het
- Page 203 and 204: www.cgfdejong.nl Australië bereid
- Page 205 and 206: www.cgfdejong.nl sfeer ontbrak in N
- Page 207 and 208: www.cgfdejong.nl Met deze politieke
- Page 209 and 210: www.cgfdejong.nl Aanvullende litera
- Page 211 and 212: www.cgfdejong.nl tus, waarover Dr.
- Page 213 and 214: www.cgfdejong.nl sen, die later ook
- Page 215 and 216: www.cgfdejong.nl geleden heb ik bij
- Page 217 and 218: www.cgfdejong.nl dit ontslaat ons n
- Page 219 and 220: www.cgfdejong.nl gen worden besprok
- Page 221 and 222: www.cgfdejong.nl van deze missiolog
- Page 223 and 224: www.cgfdejong.nl een “mehr gegenw
- Page 225 and 226: www.cgfdejong.nl waar de westerse z
- Page 227 and 228: De toekomst is zijn rijk Een commen
- Page 229 and 230: www.cgfdejong.nl gereformeerd theol
- Page 231 and 232: www.cgfdejong.nl met gebakken lucht
- Page 233 and 234: www.cgfdejong.nl met gejuich ontvan
- Page 235 and 236: www.cgfdejong.nl “De eerste synod
- Page 237 and 238: www.cgfdejong.nl “Over de kerkeli
- Page 239 and 240: www.cgfdejong.nl “Over den nauwen
- Page 241 and 242: www.cgfdejong.nl “Een evangelisat
- Page 243 and 244: www.cgfdejong.nl 1957 Rondom Israë
- Page 245 and 246: www.cgfdejong.nl 1964 “Woord van
- Page 247 and 248: Literatuur over H. Bergema I.A. Ber
- Page 249 and 250: www.cgfdejong.nl 1965 J.Verkuyl, De
200www.cgfdejong.nl<br />
die zich bedrogen zouden voelen als ze wisten waar hun offers voor besteed<br />
werden”. 14 Zo’n uitspraak konden de zendingsmensen vanzelfsprekend niet<br />
accepteren! Op initiatief van Bergema eisten zij van het deputaatschap<br />
duidelijk stelling te nemen tegen de artikelen van Zuidema; pas in januari<br />
1950 gebeurde dat. In het Gereformeerde Zendingsblad werd toen een<br />
verklaring opgenomen waarin deputaten verzekerden hun zendingsmensen<br />
volkomen te vertrouwen.<br />
In maart 1949 werd een bespreking gehouden tussen de ARP-leiding en een<br />
aantal zendingsmensen. Daaraan namen deel: Bruins Slot, Meijerink en Jan<br />
Schouten; Bergema, Ds. Harrenstein (voorzitter Zendingsdeputaatschap), C.<br />
Gilhuis (scriba Zendingsdeputaten) en C.J. Goslinga (zendingsdeputaat<br />
Friesland). Zuidema was op persoonlijke titel aanwezig. De toon van de<br />
discussie was hard; over en weer waren er verwijten en beschuldigingen.<br />
Langzamerhand was duidelijk geworden dat Indonesië definitief voor Nederland<br />
verloren zou gaan. Voor de zendingsmensen wàs dat inmiddels al een<br />
voldongen feit. Jan Schouten wilde het (nog) niet erkennen; voor hem bleef<br />
het gezagsvraagstuk ook nu nog steeds een grote rol spelen. Bruins Slot<br />
moest toegeven dat, als de revolutie een “perfectum” zou worden, de ARP<br />
dat zou moeten erkennen; maar tot dat moment gold voor hem: oproepen tot<br />
gehoorzaamheid.<br />
De soevereiniteitsoverdracht vond plaats op 27 december 1949; de ARP<br />
stemde tegen, de CHU was verdeeld: negen fractieleden stemden voor, vier<br />
tegen. De onafhankelijkheid van Indonesië was een feit. Nieuw-Guinea was<br />
buiten de soevereiniteitsoverdracht gelaten en bleef onder Nederlands bestuur;<br />
beide landen zouden een definitieve regeling voor dit gebied treffen.<br />
Vanaf 1957 kwamen de tegenstellingen met betrekking tot Nieuw-Guinea<br />
tussen ARP-leiding en zendingsmensen opnieuw naar boven.<br />
Pogingen van de zendingsdeputaten en synode een bemiddelende rol te<br />
spelen tussen zendingsmensen en de leiding van de ARP waren tot nu toe<br />
mislukt. Een van de belangrijkste principiële punten van het conflict was de<br />
wijze waarop men zijn opvattingen op bijbelteksten baseerde. In 1947 wezen<br />
Bergema, De Boer en Oskam in hun “Critiek en verantwoording” daar al op;<br />
zij bepleitten toen een meer organische opvatting van de Bijbel.<br />
14 Trouw, 24/5/1949; zie ook: S.U. Zuidema, De Indische kwestie. Franeker, 1947.