F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

16.09.2013 Views

196www.cgfdejong.nl II. Een kritisch-loyale antirevolutionair A. De koloniale politiek van de ARP en de gereformeerde zending in de periode 1945-1949 8 Na de Japanse capitulatie nam het streven naar een onafhankelijk Indonesië sterk toe. Op 17 augustus 1945 werd de Republik Indonesia eenzijdig uitgeroepen. Hoofdredacteur van dagblad Trouw, mr. J.A.H.J.S. Bruins Slot (1906-1972), keerde zich van meet af aan fel tegen de Republiek; hij schreef destijds meestal zelf de politieke hoofdartikelen. Bruins Slot zat ook namens de ARP in de Tweede Kamer; vanaf 1956 was hij fractieleider. In Indonesië namen verschillende groeperingen Nederlanders direct initiatieven om de nieuwe Republiek te steunen. Zo wilden een groep ambtenaren (onder wie de gereformeerde arabist en bestuursambtenaar D. van der Meulen) en Verkuyl graag meewerken aan een vreedzame oplossing van het conflict. De hervormde zending verklaarde in oktober 1945 “ondubbelzinnig en onbekrompen” op te komen voor de algehele liquidatie van de koloniale verhouding overeenkomstig de toezegging van Koningin Wilhelmina vanuit Londen op 7 december 1942. Op 15 december 1945 verscheen in Trouw een verklaring van dertien zendingsmensen, onder wie de zendingshoogleraar J.H. Bavinck, waarin zij de Nederlandse regering verweten te weinig oog te hebben voor de gerechtvaardigde verlangens van het Indonesische volk. De Nederlandse Zendingsraad adviseerde het gereformeerde Zendingsdeputaatschap (d.i. het beleidsorgaan) zich bij deze verklaring aan te sluiten. Bavinck slaagde erin de vergadering te overtuigen dat deze verklaring geen praktische, maar een principiële, politieke stellingname betekende. De verklaring werd aangenomen. Voor het gereformeerde kerkvolk werd steeds duidelijker dat de opvattingen van de ARP over de Indonesische kwestie tegengesteld waren aan die van de zendingsmensen. “Een eisch van recht” Zo luidt de titel van een geruchtmakende brochure, medio 1946 geschreven door ds. H. van den Brink, die bekendheid verwierf door zijn werk in Zuid- Celebes voor en na de oorlog; ingeleid door J.H. Bavinck en voorzien van de 8 A.H.W. Hazekamp, “De Gereformeerde zending en het Indonesische nationalisme in de periode 1945-1949”, in: Jaarboek voor de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken, II (Delft, 1988) 151-176. Voor dit deel heb ik dankbaar gebruik van gemaakt van dit artikel.

www.cgfdejong.nl namen van veertien zendingsmensen die adhesie betuigden. De auteur vergeleek het onafhankelijkheidsstreven van de Indonesiërs met de Amerikaanse Vrijheidsoorlog; de antirevolutionairen erkenden deze oorlog als legitiem. Het Generale Zendingsdeputaatschap betreurde de uitspraken van Van den Brink. De gereformeerde synode durfde zich niet bij het zendingsstandpunt aan te sluiten, bevreesd voor een botsing met de ARP (het conflict rond de Vrijmaking had ook al zo veel commotie teweeg gebracht!). De synode schreef de Indonesische Gereformeerde Kerken wel een brief, waarin zij in algemene bewoordingen haar verbondenheid met deze kerken uitsprak. De kerken in Nederland werden gemaand zich te onthouden van politieke uitspraken. Het Zendingsdeputaatschap stelde zich in het vervolg dan ook terughoudender op. J. Verkuyl (1908-2001) – die Van den Brinks zienswijze deelde – kreeg van luitenant gouverneur-generaal dr. H.J. van Mook de opdracht naar Nederland te gaan om te trachten de ARP en CHU te bewegen hun oppositie tegen zijn beleid op te geven (mei 1946). De onderhandelingen op de Hoge Veluwe (april 1946) tussen vertegenwoordigers van de Nederlandse overheid en de Republik Indonesia waren vlak daarvoor mislukt. Vooral het standpunt van Jan Schouten: “gezag is gezag en rebel is rebel” vond Verkuyl te simplistisch. Verder schreef Verkuyl tijdens zijn “verzoeningsreis” onder meer de brochure: De achtergrond van het Indonesische vraagstuk; had hij een diepgaand gesprek met Koningin Wilhelmina en voerde hij overleg met kerkelijke en politieke leiders. Bruins Slot schreef in Trouw als reactie op Verkuyls activiteiten dat men “het tafelkleed met de denkbeelden als die van Verkuyl radicaal moest doorsnijden”. 9 Het was duidelijk: de verzoeningsreis was niet gelukt. De leiding van de ARP bleef het principieel oneens met het standpunt dat de zendingsmensen ten opzichte van de koloniale politiek innamen. Linggajati-overeenkomst november 1946 Inmiddels werd op 15 november 1946 een eerste politieke overeenkomst tussen de Nederlandse regering en Soekarno’s Republiek gesloten. Nederland erkende de facto het gezag van de Republiek over Java, Madura en Sumatra. De Republiek zou een deelstaat zijn van de op te richten Verenigde Staten van Indonesië, die met Nederland een unie zouden vormen met Koningin Wilhelmina – in symbolische zin – als staats-hoofd. De Tweede Kamer gaf via een motie van Romme en Van der Goes van Naters een 9 Trouw, 14/10/1946. 197

196www.cgfdejong.nl<br />

II. Een kritisch-loyale antirevolutionair<br />

A. De koloniale politiek van de ARP en de gereformeerde zending in de<br />

periode 1945-1949 8<br />

Na de Japanse capitulatie nam het streven naar een onafhankelijk Indonesië<br />

sterk toe. Op 17 augustus 1945 werd de Republik Indonesia eenzijdig uitgeroepen.<br />

Hoofdredacteur van dagblad Trouw, mr. J.A.H.J.S. Bruins Slot<br />

(1906-1972), keerde zich van meet af aan fel tegen de Republiek; hij schreef<br />

destijds meestal zelf de politieke hoofdartikelen. Bruins Slot zat ook namens<br />

de ARP in de Tweede Kamer; vanaf 1956 was hij fractieleider.<br />

In Indonesië namen verschillende groeperingen Nederlanders direct initiatieven<br />

om de nieuwe Republiek te steunen. Zo wilden een groep ambtenaren<br />

(onder wie de gereformeerde arabist en bestuursambtenaar D. van der Meulen)<br />

en Verkuyl graag meewerken aan een vreedzame oplossing van het<br />

conflict. De hervormde zending verklaarde in oktober 1945 “ondubbelzinnig<br />

en onbekrompen” op te komen voor de algehele liquidatie van de koloniale<br />

verhouding overeenkomstig de toezegging van Koningin Wilhelmina vanuit<br />

Londen op 7 december 1942. Op 15 december 1945 verscheen in Trouw een<br />

verklaring van dertien zendingsmensen, onder wie de zendingshoogleraar<br />

J.H. Bavinck, waarin zij de Nederlandse regering verweten te weinig oog te<br />

hebben voor de gerechtvaardigde verlangens van het Indonesische volk. De<br />

Nederlandse Zendingsraad adviseerde het gereformeerde Zendingsdeputaatschap<br />

(d.i. het beleidsorgaan) zich bij deze verklaring aan te sluiten. Bavinck<br />

slaagde erin de vergadering te overtuigen dat deze verklaring geen praktische,<br />

maar een principiële, politieke stellingname betekende. De verklaring<br />

werd aangenomen.<br />

Voor het gereformeerde kerkvolk werd steeds duidelijker dat de opvattingen<br />

van de ARP over de Indonesische kwestie tegengesteld waren aan die van de<br />

zendingsmensen.<br />

“Een eisch van recht”<br />

Zo luidt de titel van een geruchtmakende brochure, medio 1946 geschreven<br />

door ds. H. van den Brink, die bekendheid verwierf door zijn werk in Zuid-<br />

Celebes voor en na de oorlog; ingeleid door J.H. Bavinck en voorzien van de<br />

8 A.H.W. Hazekamp, “De Gereformeerde zending en het Indonesische nationalisme in de<br />

periode 1945-1949”, in: Jaarboek voor de geschiedenis van de Gereformeerde Kerken, II<br />

(Delft, 1988) 151-176. Voor dit deel heb ik dankbaar gebruik van gemaakt van dit artikel.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!