F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

16.09.2013 Views

144www.cgfdejong.nl van ieders historische achtergrond en de plicht een politieke visie te ontwikkelen. Verder wees hij op het gevaar van een “halve beschaving” die werd veroorzaakt door gebrekkig onderwijs en oppervlakkige kennis van zaken. Thema’s die hij in zijn lezingen en tijdens de parlementaire debatten aan de orde stelde, waren opvoeding tot ootmoed, volksontwikkeling, burgerschapskunde, historisch besef teneinde valse profeten geen kans te geven, wijsgerige bezinning op de eigen waarden en normen, en culturele samenwerking der verschillende bevolkingsgroepen. Hij wees de Indonesiërs onder zijn gehoor, hindoe’s, christenen, islamieten en anderen, op het belang van hun besef van eigenwaarde en hield hen voor dat ze niet allerlei Westerse zaken en ideeën zomaar moesten overnemen of superieur achten boven die van henzelf, maar ze ook niet moesten minachten en van de hand wijzen alleen vanwege hun herkomst – een opmerkelijk standpunt voor iemand wiens eigenlijke missie de verbreiding van het gereformeerde christendom was. Bergema over de onafhankelijkheid Bergema was van meet af aan een warm pleitbezorger van de federale staatsvorm voor het toekomstige Indonesië. Een eenheidsstaat onder leiding van Java zou overwegend islamitisch zijn en godsdienstige en etnische minderheden zouden niet of nauwelijks erkenning vinden, zo vreesde hij en met hem vele anderen in de buitengewesten. Oost-Indonesië, dat rijk was aan minderheden (en grondstoffen), diende daarom binnen de federale staat een aparte staatkundige entiteit te vormen, met eigen wetten, een eigen regering, een eigen begroting en een eigen parlement. Alleen zaken als buitenlands beleid en defensie konden (grotendeels) in nationaal verband geregeld worden. Godsdienst en staat dienden strikt gescheiden te zijn. Alleen zo kon een min of meer harmonieus samenleven der verschillende bevolkingsgroepen worden verkregen en waren godsdienstvrijheid, vrijheid van onderwijs en van vereniging gewaarborgd. Zo immers had de “Denpasar-regeling” het bedoeld, zo had de Madjelis Keristen het vastgelegd, zo had ook de ministerpresident het gezegd in zijn Politiek Manifest, uitgesproken bij de opening van het parlement op 22 april 1947, en zo zei Bergema het in zijn speech tijdens de algemene beschouwingen op 8 mei van dat jaar. De beoogde Nederlands-Indonesische Unie garandeerde voor Bergema de geruststellende aanwezigheid van Nederland op de achtergrond. De onzekere situatie waarin de christenen in Indonesië zich bevonden zal bij hem herinneringen hebben opgeroepen aan de strijd die het Gereformeerde volksdeel in Nederland, ook

www.cgfdejong.nl een kleine minderheid, sinds de negentiende eeuw had moeten leveren voor een eigen plaats onder de zon. Makassar verkeerde in een betrekkelijk geïsoleerde positie in die zin dat men er slechts weinig vernam, en dan nog fragmentarisch, van de titanenstrijd die op nationaal en internationaal niveau geleverd werd tussen het republikeinse kamp, het federale kamp, de Amerikanen en Australiërs, de Veiligheidsraad en de Nederlanders. Hoogtepunten in Makassar waren bezoeken van politici en kerkleiders, zoals die van dr. L.J.M. Beel (1946-1948 minister-president) en mr. J.A. Jonkman (1946-1948 minister van Overzeese Gebiedsdelen) op 17 mei 1947 aan president Soekawati. Bergema was bij hun ontvangst aanwezig. Interessant was ook het bezoek van zendingsconsul mr. M. de Niet aan Makassar van 13 tot 15 juni van dat jaar. Uit hun mond vernam Bergema het laatste nieuws over de situatie op Java en over de in 1947 snel verslechterende betrekkingen tussen Nederland en de Republiek. 51 De toespraak die Beel tijdens zijn ontvangst door Soekawati hield, vond Bergema verontrustend: “die avond zei ik al: dat wordt knokken”. 52 Ook Van Mook en Schermerhorn neigden in mei en juni ertoe het zwaard te trekken tegen de Republiek. 53 Toen op Java de vijandelijkheden eenmaal waren uitgebroken (Eerste Politionele Actie, 20 juli 1947), onthield Bergema zich van commentaar op de politieke aspecten van het conflict, al was hij bepaald geen vriend van de Republiek en de terreur van de pemuda (lett.: jeugd) en andere vrijheidsstrijders. Hij bezag de wereld op dat moment met de ogen van de pragmaticus: misschien dat hier en daar de veiligheidssituatie op Java zou verbeteren en de economische belangen van verschillende partijen gediend waren, doch dat gebeurde dan wel met verlies aan mensenlevens en met materiële schade, wat hij betreurde. De oorlog op Java achtte hij ook voor kerk en zending zeer schadelijk, daar de verhoudingen er onvermijdelijk onder zouden lijden. 54 Hij kwam echter in actie naar aanleiding van het verschijnen op 1 augustus 1947 van de mede door zendingsconsul De Niet geïnspireerde “Verklaring en oproep” van de Politieke Club, waarin geprotesteerd werd tegen zowel het Nederlandse gewapende optreden tegen de Republiek en het algehele onbegrip aan Nederlandse zijde voor het Indonesische onafhankelijkheidsstreven als tegen het geweld van de Republiek en haar weigering zich aan 51 Hierover Anak Agung, Twenty years, 29-37. 52 Journaal Bergema, 21/22 juli 1947. 53 Journaal Bergema, 17 mei, 13 en 14 juni 1947; Het dagboek van Schermerhorn, II, 603. 54 Het dagboek van Schermerhorn, II, 778. 145

144www.cgfdejong.nl<br />

van ieders historische achtergrond en de plicht een politieke visie te ontwikkelen.<br />

Verder wees hij op het gevaar van een “halve beschaving” die werd<br />

veroorzaakt door gebrekkig onderwijs en oppervlakkige kennis van zaken.<br />

Thema’s die hij in zijn lezingen en tijdens de parlementaire debatten aan de<br />

orde stelde, waren opvoeding tot ootmoed, volksontwikkeling, burgerschapskunde,<br />

historisch besef teneinde valse profeten geen kans te geven, wijsgerige<br />

bezinning op de eigen waarden en normen, en culturele samenwerking<br />

der verschillende bevolkingsgroepen. Hij wees de Indonesiërs onder zijn<br />

gehoor, hindoe’s, christenen, islamieten en anderen, op het belang van hun<br />

besef van eigenwaarde en hield hen voor dat ze niet allerlei Westerse zaken<br />

en ideeën zomaar moesten overnemen of superieur achten boven die van<br />

henzelf, maar ze ook niet moesten minachten en van de hand wijzen alleen<br />

vanwege hun herkomst – een opmerkelijk standpunt voor iemand wiens eigenlijke<br />

missie de verbreiding van het gereformeerde christendom was.<br />

Bergema over de onafhankelijkheid<br />

Bergema was van meet af aan een warm pleitbezorger van de federale<br />

staatsvorm voor het toekomstige Indonesië. Een eenheidsstaat onder leiding<br />

van Java zou overwegend islamitisch zijn en godsdienstige en etnische<br />

minderheden zouden niet of nauwelijks erkenning vinden, zo vreesde hij en<br />

met hem vele anderen in de buitengewesten. Oost-Indonesië, dat rijk was aan<br />

minderheden (en grondstoffen), diende daarom binnen de federale staat een<br />

aparte staatkundige entiteit te vormen, met eigen wetten, een eigen regering,<br />

een eigen begroting en een eigen parlement. Alleen zaken als buitenlands<br />

beleid en defensie konden (grotendeels) in nationaal verband geregeld<br />

worden. Godsdienst en staat dienden strikt gescheiden te zijn. Alleen zo kon<br />

een min of meer harmonieus samenleven der verschillende bevolkingsgroepen<br />

worden verkregen en waren godsdienstvrijheid, vrijheid van onderwijs<br />

en van vereniging gewaarborgd. Zo immers had de “Denpasar-regeling” het<br />

bedoeld, zo had de Madjelis Keristen het vastgelegd, zo had ook de ministerpresident<br />

het gezegd in zijn Politiek Manifest, uitgesproken bij de opening<br />

van het parlement op 22 april 1947, en zo zei Bergema het in zijn speech<br />

tijdens de algemene beschouwingen op 8 mei van dat jaar. De beoogde<br />

Nederlands-Indonesische Unie garandeerde voor Bergema de geruststellende<br />

aanwezigheid van Nederland op de achtergrond. De onzekere situatie waarin<br />

de christenen in Indonesië zich bevonden zal bij hem herinneringen hebben<br />

opgeroepen aan de strijd die het Gereformeerde volksdeel in Nederland, ook

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!