F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ... F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...

16.09.2013 Views

130www.cgfdejong.nl naast leidde hij te Makassar de Gereformeerde kring (1947: 70 belijdende leden, van wie ongeveer de helft de vergaderingen placht te bezoeken), bezocht de in Oost-Indonesië verspreid wonende Gereformeerden, trachtte het protestants-christelijk onderwijs opnieuw van de grond te krijgen, zat in het bestuur van de lokale volksuniversiteit-in-oprichting, hield lezingen en causerieën over uiteenlopende maatschappelijke en filosofische onderwerpen, schreef stukken in de Makassaarse Courant 2 en in Contact, het officiële orgaan van de (Nederlandse) Gereformeerden in Indonesië, regelde rimboeradio’s en auto’s voor de zending in afgelegen streken van de Grote Oost, verzorgde radiopreken, schreef brochures over uiteenlopende onderwerpen, trachtte (deels in samenwerking met de Protestantse Kerk te Makassar) het legerpastoraat opnieuw op te zetten en zette zich in voor de productie van christelijke lectuur, waaronder de Pedoman Goeroe, van welk blad hij in de redactie zat en waarin hij ook schreef. 3 Hij speelde verder een belangrijke rol bij de totstandkoming van de Oost-Indonesische Raad van Kerken, die werd opgericht tijdens de Malino-Conferentie (15-25 maart 1947) 4 en de voorbereidingen voor de stichting van een (interkerkelijke) middelbare theologische school te Makassar. Voorts zette hij zich met zijn collega-predikanten Frits de Boer (1946-1949) en Adri Oskamp (1947-1948) van de Protestantse Kerk te Makassar in voor de bevordering van gemeenschappelijke “Hervormd- Gereformeerde” kerkdiensten – dat lukte, alleen de avondmaalsvieringen bleven gescheiden – en speelde in deze jaren, als een zelfbenoemde en onbezoldigde zendingsconsul, een niet onbelangrijke rol in de wederopbouw 2 Volledige titel: Makassaarse Courant: Nieuwsblad voor Celebes, de Molukken en de Kleine Sunda-eilanden. 3 Vanaf 1949: Pedoman Masjarakat Keristen Indonesia. Leden van de redactie te Makassar en vaste medewerkers waren o.m. dr. H. Bergema (eindred.), ds. F. de Boer, pdt. W.F. Mathindas, pdt. S. Denso, E.D. Dengah (Lid Adviesraad Algemeen Regerings Commissariaat en voorzitter van de Minahasaraad te Manado) als redactiesecr., mr G.P. Khouw (namens het NBG in Makassar), en enkele ministers van de NIT, zoals dr. S.J. Warouw (Gezondheid), drs Tan Tek Heng (Econ. Zaken), alsmede de echtgenote van de minister van Onderwijs E. Katoppo. Dankzij deze connecties was het blad in staat allerlei plannen van het Ministerie van Onderwijs t.a.v. onderwijshervormingen in de NIT als eerste af te drukken. 4 De volledige naam was (in oude) spelling Madjelis Oesaha Bersama Geredja-geredja Keristen, jang berpoesat di Makassar. De oprichting van deze Raad van Kerken weerspiegelde de politieke ontwikkelingen, t.w. de vorming van de NIT. Dertien kerken en kerkenin-oprichting in Oost-Indonesië sloten zich aan. Onder de leden van de Raad van Advies van de Raad van Kerken waren leden van kabinetten van de NIT, zoals E. Katoppo (Onderwijs), mr. dr. Chr.R.S. Soumokil (Justitie), I.H. Doko (Voorlichting) en drs. Tan Tek Heng (Econ. Zaken), alsmede J.Th. Droop, een hoge ambtenaar voor godsdienstzaken van het kabinet van de minister-president.

www.cgfdejong.nl van het zendingswerk in Oost-Indonesië. 5 En tenslotte nam hij gedurende een jaar en vier maanden deel aan de werkzaamheden van het parlement van de Deelstaat Oost-Indonesië te Makassar. De Deelstaat Oost-Indonesië Introductie De Deelstaat Oost-Indonesië (Negara Indonesia Timur, NIT) werd formeel opgericht tijdens een conferentie te Denpasar (7 tot 24 december 1946) en kreeg als regeringscentrum de stad Makassar in Zuid-Celebes. Tevens werd te Denpasar een voorlopig vertegenwoordigend lichaam, in de wandeling “parlement” genoemd, in het leven geroepen, dat was samengesteld uit afgevaardigden, die zitting hadden namens bepaalde minderheden, politieke organisaties, geestelijke stromingen en de dertien semi-autonome gebieden of daerah, waaruit de Deelstaat Oost-Indonesië op dat moment bestond. 6 De meeste afgevaardigden waren aangewezen, een enkeling was gekozen. 5 Zowel de vorming van een middelbare theologische school te Soé/Makassar als de samenwerking van de Gereformeerde kring met de gemeente van de Indische Kerk ter plaatse verliep bij vlagen stroef wegens de argwaan die bij het Kerkbestuur en bij mensen als dr. A.J. Rasker van de Theologische Hogeschool te Jakarta bestond jegens de Gereformeerden, i.c. Bergema. Men vertrouwde Bergema niet, vond hem fundamentalistisch in zijn bijbelbeschouwing, zag hem als een “Neo-Calvinist” en “Kuyperiaans Humanist” (zo Rasker), en verdacht hem van monophysitisme in zijn christologie. En ook de benoeming van de Gereformeerde dr. M. Brouwer (zie beneden) in het curatorium van de Theologische School (in oprichting) te Makassar riep in Jakarta bedenkingen op. Bergema van zijn kant had kritiek geuit op Barth’s Römerbrief, die hem niet in dank was afgenomen. Ook beschuldigde hij (in bedekte termen) het Kerkbestuur van autoritair en dictatoriaal gedrag. Bijvoorbeeld toen de zending der Geformeerde Kerken Vrijgemaakt (Art. 31) had voorgesteld de zending op Borneo (Kalimantan) ter hand te nemen, had het KB daar negatief op gereageerd. Doch het KB had daar volgens Bergema helemaal niets over te zeggen. Deze strubbelingen verhinderden Bergema echter niet in Makassar kerkelijk nauw met de Indische Kerk samen te werken. 6 Het voorlopige parlement te Makassar (eerst 70, in de loop van 1947 uitgebreid tot 80 leden) bestond uit 55 vertegenwoordigers der dertien daerah (gebiedsdelen) van de NIT, plus een aantal door de president benoemde leden (in Denpasar vijftien) die bepaalde belangen- en bevolkingsgroepen, maatschappelijke en geestelijke stromingen vertegenwoordigden. Het grootste aantal afgevaardigden had Zuid-Celebes (zestien), Bali kwam op de tweede plaats (zeven), Lombok op de derde (vijf). De wijze waarop de daerah hun vertegenwoordigers aanwezen, verschilde nogal en was afhankelijk van lokale omstandigheden. Zie de Ontwerp-regeling tot vorming van den staat Oost-Indonesië ...(ongewijzigd opgenomen in het Staatsblad 1946 No. 143), in: De Conferentie te Denpasar 7-24 December 1946, (2 dln; Batavia: Kolff; Uitg. van het Algemeen Regeerings Commissariaat voor Borneo en de Groote Oost. s.l., s.a. [1947]) II, Bijlage IV. 131

www.cgfdejong.nl<br />

van het zendingswerk in Oost-Indonesië. 5 En tenslotte nam hij gedurende<br />

een jaar en vier maanden deel aan de werkzaamheden van het parlement van<br />

de Deelstaat Oost-Indonesië te Makassar.<br />

De Deelstaat Oost-Indonesië<br />

Introductie<br />

De Deelstaat Oost-Indonesië (Negara Indonesia Timur, NIT) werd formeel<br />

opgericht tijdens een conferentie te Denpasar (7 tot 24 december 1946) en<br />

kreeg als regeringscentrum de stad Makassar in Zuid-Celebes. Tevens werd<br />

te Denpasar een voorlopig vertegenwoordigend lichaam, in de wandeling<br />

“parlement” genoemd, in het leven geroepen, dat was samengesteld uit<br />

afgevaardigden, die zitting hadden namens bepaalde minderheden, politieke<br />

organisaties, geestelijke stromingen en de dertien semi-autonome gebieden<br />

of daerah, waaruit de Deelstaat Oost-Indonesië op dat moment bestond. 6 De<br />

meeste afgevaardigden waren aangewezen, een enkeling was gekozen.<br />

5 Zowel de vorming van een middelbare theologische school te Soé/Makassar als de samenwerking<br />

van de Gereformeerde kring met de gemeente van de Indische Kerk ter plaatse<br />

verliep bij vlagen stroef wegens de argwaan die bij het Kerkbestuur en bij mensen als dr.<br />

A.J. Rasker van de Theologische Hogeschool te Jakarta bestond jegens de Gereformeerden,<br />

i.c. Bergema. Men vertrouwde Bergema niet, vond hem fundamentalistisch in zijn bijbelbeschouwing,<br />

zag hem als een “Neo-Calvinist” en “Kuyperiaans Humanist” (zo Rasker), en<br />

verdacht hem van monophysitisme in zijn christologie. En ook de benoeming van de<br />

Gereformeerde dr. M. Brouwer (zie beneden) in het curatorium van de Theologische<br />

School (in oprichting) te Makassar riep in Jakarta bedenkingen op. Bergema van zijn kant<br />

had kritiek geuit op Barth’s Römerbrief, die hem niet in dank was afgenomen. Ook beschuldigde<br />

hij (in bedekte termen) het Kerkbestuur van autoritair en dictatoriaal gedrag.<br />

Bijvoorbeeld toen de zending der Geformeerde Kerken Vrijgemaakt (Art. 31) had voorgesteld<br />

de zending op Borneo (Kalimantan) ter hand te nemen, had het KB daar negatief op<br />

gereageerd. Doch het KB had daar volgens Bergema helemaal niets over te zeggen. Deze<br />

strubbelingen verhinderden Bergema echter niet in Makassar kerkelijk nauw met de<br />

Indische Kerk samen te werken.<br />

6 Het voorlopige parlement te Makassar (eerst 70, in de loop van 1947 uitgebreid tot 80<br />

leden) bestond uit 55 vertegenwoordigers der dertien daerah (gebiedsdelen) van de NIT,<br />

plus een aantal door de president benoemde leden (in Denpasar vijftien) die bepaalde<br />

belangen- en bevolkingsgroepen, maatschappelijke en geestelijke stromingen vertegenwoordigden.<br />

Het grootste aantal afgevaardigden had Zuid-Celebes (zestien), Bali kwam<br />

op de tweede plaats (zeven), Lombok op de derde (vijf). De wijze waarop de daerah hun<br />

vertegenwoordigers aanwezen, verschilde nogal en was afhankelijk van lokale omstandigheden.<br />

Zie de Ontwerp-regeling tot vorming van den staat Oost-Indonesië ...(ongewijzigd<br />

opgenomen in het Staatsblad 1946 No. 143), in: De Conferentie te Denpasar 7-24 December<br />

1946, (2 dln; Batavia: Kolff; Uitg. van het Algemeen Regeerings Commissariaat voor<br />

Borneo en de Groote Oost. s.l., s.a. [1947]) II, Bijlage IV.<br />

131

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!