F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
www.cgfdejong.nl<br />
Ds. S. Marantika, tot 1946 voorzitter van de GPM, werd voorzitter van de<br />
raad, ds. W.J. Rumambi van de GMIM secretaris en penningmeester, terwijl<br />
ds. D. Ngefak, predikant van de GMIT, ds. S. Bombong, voorzitter van het<br />
moderamen van de kerk (in oprichting) van Mamasa en mr. G.P. Khouw van<br />
het Bijbelgenootschap te Makassar als leden werden aangewezen. 183<br />
De taak van de Madjelis Keristen was in de eerste plaats het bevorderen van<br />
het besef van eenheid tussen de kerken (en christelijke organisaties). De<br />
Madjelis Keristen zou voorts de kerken adviseren betreffende de verkondiging<br />
van het Evangelie, ze zou ook een taak hebben in de toerusting van<br />
christenen op politiek, sociaal-economisch en cultureel gebied, maar zou de<br />
kerken ook in bepaalde opzichten in de politiek vertegenwoordigen. Tenslotte<br />
zag men de Madjelis Keristen als wegbereider voor de vorming van de ene<br />
kerk in Indonesië. Ook over de plaats van de Madjelis binnen de toekomstige<br />
Raad voor geheel Indonesië was reeds nagedacht. De onderlinge verhouding<br />
tussen beide zou de structuur van centrum-afdeling vertonen.<br />
Vertegenwoordigers van zendingsinstanties konden lid zijn van de Madjelis<br />
Keristen, maar men mag daaruit niet afleiden dat de Madjelis Keristen als<br />
een raad van samenwerking tussen kerken en zendingen geconcipieerd zou<br />
zijn. Van het begin af stond Rumambi en Bergema voor ogen het ideaal van<br />
een Raad van Kerken, en aldus was het ook vastgelegd in de naam. Dat er in<br />
de statuten toch een plaats was ingeruimd voor deelname van zendingsinstanties<br />
moet men dan ook beschouwen als een “overgangsmaatregel”.<br />
Algemeen, maar zeker onder de Indonesische afgevaardigden, heerste de<br />
gedachte dat de zelfstandigwording der Indonesische kerken – welk proces<br />
bijna voltooid was – het einde zou betekenen van de zelfstandige rol van de<br />
buitenlandse zendingsinstanties in Indonesië. Alleen nog binnen het raam<br />
van de zelfstandige Indonesische kerken zouden zendingsarbeiders hun<br />
diensten verlenen. Het karakter van “overgangsmaatregel” wordt nog eens<br />
onderstreept door het feit dat de oprichters in de ontwerp-statuten van de<br />
Raad van Kerken voor Indonesië aan zendingsinstanties geen plaats meer<br />
toekenden. 184<br />
Een ander belangrijk moment in de kerkelijke Malino-conferentie was het<br />
besluit tot oprichting van de Sekolah Pendeta untuk daerah Indonesia bahagian<br />
Timur, de school voor predikanten voor de kerken en kerken-in-oprichting<br />
in Oost-Indonesië. Er stonden echter veel meer onderwerpen op de<br />
183 Zie voor deze kerkleiders van het eerste uur, Holtrop, Selaku perintis jalan, 32; De Jong,<br />
Geschiedenis, 463.<br />
184 Zie daarvoor B.J. Boland, “De Raad van Kerken in Indonesië en de zending”, [stencil 19<br />
juni 1950], in Archief Raad voor de Zending, 114/38/5, 2-7.<br />
119