F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
F:\Wpdocs\WZOK\Kleine Reeks\Bundel Bergema\BundelBergema ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
114www.cgfdejong.nl<br />
de zelfstandige kerken in de Minahasa en de Molukken, achtte men een<br />
dergelijke stap, gezien de grote afstanden in Oost-Indonesië, niet verstandig.<br />
De oorlog maakte aan dit – nog wel eenzijdige – oecumenische streven een<br />
voorlopig einde. Dit betekende echter niet dat de beweging naar eenheid tot<br />
stilstand kwam. De Japanse tijd bood een ongezochte mogelijkheid voor de<br />
eenheid van de kerken in Oost-Indonesië.<br />
De Selebes Kiristokyodan Rengokai<br />
Terstond na de Japanse machtsovername in februari 1942 werden bestuursmaatregelen<br />
genomen, die ook betrekking hadden op de christelijke kerken.<br />
De belangrijkste was wel de door Japanners geïnstigeerde oprichting van een<br />
organisatie onder de naam: Selebes Kiristokyodan Rengokai (SKR), Christelijke<br />
Raad van Celebes, op 28 december 1942. In deze raad werden verenigd<br />
alle gemeenten op de voormalige zendingsterreinen van de bij de zojuist<br />
genoemde Locale Zendingsraad aangesloten organisaties, maar daarenboven<br />
ook nog de gemeenten van de Pinksterzending, die van het NZG in Bolaang<br />
Mongondow, van het Sangir-Talaud Comité, en de Geredja Masehi Indjili<br />
Minahasa (GMIM). Ook de Rooms-Katholieke Kerk was in deze Celebesraad<br />
opgenomen. Het doel was: alle aangesloten gemeenten onder één<br />
verband te brengen en leiding te geven in alle kerkelijke aangelegenheden. 171<br />
De eenheid binnen de SKR was door de Japanners opgelegd. Van enige<br />
groei van binnenuit kon nauwelijks sprake zijn, de bestuursleden hadden<br />
weinig mogelijkheid de opdrachten van de Japanse overheid te omzeilen.<br />
Toch krijgt men de indruk dat de opgelegde eenheid een plaats is geweest<br />
waar het zaad van saamhorigheidsbesef onder de kerken in Sulawesi kon<br />
ontkiemen.<br />
Het Verslag van het Zendingsconsulaat over de jaren 1945-1950 vermeldt<br />
dat enkele vooraanstaande christenen in Oost-Indonesië de periode waarin<br />
de kerken in Indonesië tot een zekere eenheid onder het Japanse kantoor van<br />
godsdienstzaken waren samengevoegd, als een “ideaal-oecumenische”<br />
periode bestempelden. Men kan zich de vraag stellen wat deze uitdrukking<br />
precies inhoudt, maar vast staat dat de Japanse tijd op de oecumenische<br />
beweging een katalyserend effect heeft gehad. Dat bleek na de oorlog, toen<br />
overal in Indonesië concrete plannen bleken te bestaan hetzij voor een<br />
171 Het dagelijks bestuur bestond uit de Japanse predikant S. Miyahira als algemeen voorzitter,<br />
J.A. Nanlohy als vice-voorzitter, D.E. Gantohe als waarnemend vice-voorzitter en J. Latumahina<br />
als secretaris.