PCI-Hechtbeton

Verbruik Richtwaarde
- Voor pleisters op beton
en metselwerk.
Dichtpleisters
Cementpleisters
Kalkcement en
kalkpleisters
Toepassing en verwerking
80 - 120
80 - 120
50 - 75
Functie Toepassingsgebied
Aanmaakvloeistof
voor hechtbrug
Als toeslag voor
mortels
Als toeslag in
pleisters.
Hechtende dekvloeren,
nieuwe op oude beton.
Als spatlaag op beton
en metselwerk voor het
aanbrengen van
pleisters of tegelwerk.
Reparatiemortel voor
beschadigde beton,
pleisters en als
spachtelmortel.
Verbetering van
voegmortels bijv.
Voegenbont.
Voor buitenpleisters. Op
gladde beton en
hardgebakken tegels.
Ondergrond
voorbehandeling
Voorbevochtigen
Voorbevochtigen
Hechtbrug
HECHTBETON :
water = 1 : 2
PN_PCI-HECHTBETON – 11/2003 4/5
85
50
15 - 20
0,85
0,50
0,15 – 0,20
Mengverhouding* Verwerking
B : T = 1 : 2 tot 1 :
3 HECHTBETON :
water = 1 : 2
B : T = 1 : 2
HECHTBETON :
water = 1 : 2
B : T = 1 : 2 tot
1 : 3
HECHTBETON :
water = 1 : 2 (onder
10 mm laagdikte)
HECHTBETON :
water = 1 : 3
(boven 10 mm
laagdikte)
Bijv. Voegenbont
HECHTBETON :
water = 1 : 3
B : T = 1 : 3 tot
1 : 4
HECHTBETON :
water = 1 : 3
De hechtbrug korreldik met
een bezem of kwast
aanbrengen, niet laten
drogen. Opvolgende mortel
of beton, direct nat in nat
aanbrengen. Bij grote
vlakken partieel werken. Op
gladde niet zuigende
vlakken HECHTBETON
aanmaakwater 1 : 3
mengen
Als spatmortel aanbrengen
en laten drogen. Spatmortel
bevochtigen, pleister
aanbrengen of tegels
plaatsen.
Mortel aanbrengen met een
spaan. Spachtelmortel in
lagen op de verse
grondlaag aanbrengen en
te dikke lagen in één keer
vermijden. Aansluitend met
de spaan verdichten.
Cementgebonden
voegmateriaal met de
aanmaakvloeistof mengen
en volgens voorschrift
verwerken. Bij
ongeglazuurde keramiek
zeer zorgvuldig wassen.
Mortel met troffel opwerpen
en laten verharden.