Editie 10 van 2013 - t Periodiekske
Editie 10 van 2013 - t Periodiekske
Editie 10 van 2013 - t Periodiekske
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Wie schrijft die blijft<br />
Hugo De Ridder: een tjokvolle boekenkast<br />
Hugo De Ridder werd vorig<br />
jaar tachtig. Hij studeerde<br />
aan het Xaveriuscollege<br />
in Borgerhout, was<br />
scoutsmentor in Mortsel,<br />
studeerde wijsbegeerte<br />
en letteren aan de KU<br />
Leuven en aan de Facultés<br />
Universitaires Notre-Dame<br />
de la Paix. Hij woonde en<br />
werkte in Mortsel (Walter Pompelaan) <strong>van</strong> 1959 tot 1994, waar zijn<br />
dochter, mevr. Chris Dexeler-De Ridder sinds 2001 schepen voor<br />
welzijn en gezin was, nu OCMW-voorzitter.<br />
Hoe Hugo De Ridder (°1932) het beste te omschrijven? Politiek<br />
journalist? Wetstraatkenner en -insider? Essayist? Publicist?<br />
Partijsecretaris? Onderzoeksjournalist? Redactiechef? Succesvol<br />
auteur? Wij zouden met elk <strong>van</strong> bovenstaande aanduidingen<br />
ten minste één aflevering <strong>van</strong> dit rubriekje kunnen stofferen. Als<br />
bibliofiel geven we de voorkeur aan zijn publicaties.<br />
Te beginnen met Waar is nu mijn mooie boomgaard? Tien politieke<br />
portretten die hij in 1971 schreef met Frans Verleyen. De Ridder<br />
had toen de politiek (hij was partijsecretaris <strong>van</strong> de CVP en<br />
secretaris <strong>van</strong> Tindemans) al de rug toegekeerd en was vooral<br />
actief als redacteur bij De Standaard waar hij naam maakte als<br />
gedegen onderzoeksjournalist (die schandalen rond de Belgische<br />
ziekenfondsen en de ‘Regie <strong>van</strong> Telegraaf en Telefoon’ openbaarde).<br />
Die mooie, poëtische titel bedekt de lading, geschreven door twee<br />
gewetensvolle redacteurs die eropuit trokken om lange gesprekken<br />
te voeren met staatslui <strong>van</strong> alle slag en kleur. Zij tekenden tien<br />
haarfijne politieke portretten: Théo Lefèvre, Leo Collard, Leo<br />
Tindemans, Omer Vanaudenhove, Edmond Leburton, Paul Van den<br />
Boeynants, Jos Van Eynde, Alfons Vranckx, Maurits Coppieters en<br />
Gaston Eyskens. Een schot in de roos en meteen goed voor de<br />
Prijs <strong>van</strong> de Vlaamse Journalistenclub!<br />
Kort vooraleer De Ridder chef <strong>van</strong> de politieke redactie <strong>van</strong> De<br />
Standaard werd, publiceerde hij Zes maanden met dossier Demaegt<br />
(1974), zijn persoonlijke belevenissen, die <strong>van</strong> een journalist die<br />
plots een explosief dossier toegespeeld krijgt en daar zes maanden<br />
dag en nacht mee bezig is. Onthullend ook voor de verhouding<br />
pers en bewindslui, de journalist en zijn krant, zijn krant en de<br />
andere kranten.<br />
In 1983 verschijnt zijn grote bestseller De keien <strong>van</strong> de Wetstraat,<br />
een onthullend en openhartig boek over de achterzijde <strong>van</strong> de<br />
politieke besluitvorming. Belangrijke politieke momenten <strong>van</strong> de<br />
jaren 1970 worden erin beschreven, niet zoals de buitenwereld<br />
ze zag, maar zoals de politici, industriëlen en ook de auteur ze<br />
echt hebben beleefd. Hij sprak urenlang met de hoofdrolspelers,<br />
Het unieke naslagwerk Literaire vogelvlucht over Mortsel, Edegem, Boechout, Hove en Kontich, <strong>van</strong> John Rijpens,<br />
265 bladzijden, 2012, uitgeverij ’t <strong>Periodiekske</strong> is te koop voor 18 euro bij ’t <strong>Periodiekske</strong> (Sint-Benedictusstraat<br />
<strong>10</strong>4 Mortsel), De Boekuil (Antwerpsestraat 32 Mortsel), en de dagbladhandels Ennordi (Hove), Pirroen (Boechout) en<br />
Berghmans (Hof <strong>van</strong> Rieth, Mortsel).<br />
46<br />
kreeg verrassend veel medewerking en mocht ongepubliceerde<br />
documenten en dagboeken inkijken. Hij kon hiermee een beeld<br />
schetsen <strong>van</strong> het besluitvormingsproces in ons land dat op vrijwel<br />
alle punten afwijkt <strong>van</strong> wat er in de handboeken over geschreven<br />
staat. Wetteksten zijn bijzaak, maar de ambities, de grootheid en<br />
de tranen <strong>van</strong> politici staan centraal. Een boek dat aardig wat stof<br />
deed opwaaien.<br />
Na het succes <strong>van</strong> De keien <strong>van</strong> de Wetstraat beet De Ridder<br />
zich in Geen winnaars in de Wetstraat vast in de besluitvorming<br />
rond drie gebeurtenissen: de opmerkelijke goedkeuring door de<br />
socialisten <strong>van</strong> het NAVO-dubbelbesluit in 1979, de onthutsende<br />
regeringscrisis in het politieke crisisjaar 1981 (met de ver<strong>van</strong>ging<br />
<strong>van</strong> Martens door Eyskens) en de felle rakettenstrijd, vooral<br />
binnen de CVP in 1984-1985. Opnieuw een boek dat inzicht geeft<br />
en weer stof deed opwaaien. Men begon hem zelfs de Walraff <strong>van</strong><br />
de Wetstraat te noemen.<br />
Het derde Wetstraatboek <strong>van</strong> De Ridder, Sire, geef me honderd<br />
dagen (1989), doet het verhaal <strong>van</strong> de langste politieke crisis die<br />
België ooit kende (die <strong>van</strong> onlangs uiteraard niet meegerekend),<br />
<strong>van</strong> oktober 1987 tot mei 1988. Maar vooral toont het hoe politiek<br />
concreet wordt bedreven. Op zijn onnavolgbare wijze schildert<br />
Hugo De Ridder een boeiend portret <strong>van</strong> mensen en toestanden:<br />
de CVP-trojka in de Pullmansuite, het Egmont-trauma <strong>van</strong> Schiltz,<br />
de woede-uitbarsting <strong>van</strong> Van Miert, het schokkende ontwaken<br />
<strong>van</strong> Verhofstadt, de belofte <strong>van</strong> Deprez aan de koning. Het<br />
fabricagegeheim <strong>van</strong> Dehaene, de verdwijntruc <strong>van</strong> Spitaels, de<br />
verscheurende tweestrijd <strong>van</strong> Martens en de groeiende invloed <strong>van</strong><br />
het staatshoofd worden uiterst minutieus ontleed.<br />
Ondertussen rommelde het na een woelige periode bij De<br />
Standaard. Er volgde een faillissement (1976), maar dankzij De<br />
Ridder en Manu Ruys bleven de identiteit <strong>van</strong> de krant en de<br />
autonomie <strong>van</strong> de redactie overeind toen De Standaard werd<br />
overgenomen door de Vlaamse Uitgevers Maatschappij.<br />
In 1990 diende De Ridder zijn ontslag in bij De Standaard. Omdat<br />
hij niet tot hoofdredacteur werd benoemd na het vertrek <strong>van</strong> Manu<br />
Ruys? Hoe ook, hij had nu tijd zat om zich nog meer toe te leggen<br />
op nog verdere politieke onthullingen.<br />
In Omtrent Wilfried Martens (1991) peilt hij naar de ware<br />
persoonlijkheid en het geheim <strong>van</strong> Wilfried Martens als premier.<br />
Veel onopgehelderde politieke gebeurtenissen en koerswijzigingen<br />
<strong>van</strong> de periode 1970-1990 worden uitgediept en met veel details<br />
besproken. De Ridder schrijft opvallend open over Martens’<br />
relaties met de koning, met Tindemans, Dehaene, Verhofstadt, Jef<br />
Houthuys en Guy Spitaels en voert de lezer mee in de salons<br />
en kantoren <strong>van</strong> de Wetstraat, maar ook naar buitenverblijven en<br />
villa’s waar vaak de echte besluitvormers bijeenkomen. Destijds<br />
onthaald als “een must” voor iedereen die politiek bij wil zijn of<br />
nieuwsgierig is naar welke prinsen dit land precies besturen.<br />
Met Het ultieme transfer (1992) waagt De Ridder zich aan een<br />
(sublieme) politieke satire. Hij vertrekt <strong>van</strong> actuele gebeurtenissen<br />
en stromingen om een hard, verrassend en schokkend beeld <strong>van</strong><br />
de toekomst te schetsen.<br />
In De strijd om de 16 (1993) keert hij terug naar de realiteit<br />
en gaat De Ridder nauwgezet na wat er zich afspeelde tussen