16.09.2013 Views

Oefenexamen RFA Wft-Hypothecair krediet - NIBE SVV

Oefenexamen RFA Wft-Hypothecair krediet - NIBE SVV

Oefenexamen RFA Wft-Hypothecair krediet - NIBE SVV

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013<br />

<strong>Oefenexamen</strong><br />

<strong>RFA</strong> <strong>Wft</strong>-<strong>Hypothecair</strong> <strong>krediet</strong>


<strong>RFA</strong> <strong>Wft</strong>-<strong>Hypothecair</strong> <strong>krediet</strong><br />

1. Wat kan een geldverstrekker opmaken uit een werkgeversverklaring?<br />

A. De hoogte van het salaris en of er sprake is van een vast of tijdelijk dienstverband.<br />

B. Uitsluitend de hoogte van het salaris.<br />

C. Uitsluitend of er sprake is van een vast of een tijdelijk dienstverband.<br />

2. Wat is naast de renteverwachting van invloed op de keuze voor een variabele rente?<br />

A. Uitsluitend de risicoacceptatie van de klant.<br />

B. Uitsluitend het budget van de klant.<br />

C. Zowel het budget van de klant als de risicoacceptatie van de klant.<br />

3. Joop heeft een woning aangekocht. Hij wil in november 2012 een groot deel van de<br />

aankoopprijs van de woning financieren met een hypothecair <strong>krediet</strong>. Daarnaast wil hij<br />

ook eventueel geld lenen om de badkamer te verbouwen. Joop wil graag weten wat het<br />

effect is van zo’n verbouwing op zijn netto maandlast. De gehele geldlening wil hij<br />

aflossen als hij 65 jaar wordt met het geld dat hij spaart op zijn Spaarrekening Eigen<br />

Woning (SEW).<br />

Uit het inventarisatiegesprek met Joop blijkt onder andere het volgende:<br />

- Hoogte financiering zonder verbouwing: EUR 200.000,--.<br />

- Hoogte financiering met verbouwing: EUR 230.000,--.<br />

- Hoogte hypotheekrente: 6%.<br />

- Bruto jaarinkomen: EUR 53.000,--.<br />

- WOZ-waarde: EUR 330.000,--.<br />

- Hogere inleg SEW door verhoging lening verbouwing: EUR 20,-- per maand.<br />

De verhoging van de WOZ-waarde door de verbouwing laten we buiten beschouwing.<br />

Met welk bedrag wordt de netto maandlast van Joop verhoogd door de verbouwing te<br />

financieren?<br />

A. EUR 83,--.<br />

B. EUR 87,--.<br />

C. EUR 107,--.<br />

4. Een aantal elementen die een rol kunnen spelen tijdens een inventarisatiegesprek zijn:<br />

1. Beroep.<br />

2. Leeftijd.<br />

3. Geslacht.<br />

Welke elementen 1 t/m 3 mogen een rol spelen bij de beoordeling van een aanvraag van<br />

een hypothecair <strong>krediet</strong> volgens de Gedragscode van het Contactorgaan <strong>Hypothecair</strong><br />

Financiers (CHF)?<br />

A. Uitsluitend 1.<br />

B. Uitsluitend 1 en 2.<br />

C. Uitsluitend 2 en 3.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 2


<strong>RFA</strong> <strong>Wft</strong>-<strong>Hypothecair</strong> <strong>krediet</strong><br />

5. Wendy en Roel willen samen een woning kopen. Ze informeren voor af bij de plaatselijke<br />

bank wat zij maximaal kunnen lenen. Wendy heeft een bruto jaarsalaris van<br />

EUR 44.000,--. Roel heeft een bruto jaarsalaris van EUR 52.000,--.<br />

Wendy heeft een doorlopend <strong>krediet</strong> waarvoor ze elke maand EUR 200,-- betaald. Het<br />

financieringslastpercentage bedraagt 34,0. De annuïteitenfactor is 166,7916.<br />

Hoe hoog is de MAXIMALE geldlening die Wendy en Roel kunnen krijgen volgens de<br />

Gedragscode van het Contactorgaan <strong>Hypothecair</strong> Financiers (CHF)?<br />

Het antwoord is afgerond op hele euro’s.<br />

A. EUR 420.314,--.<br />

B. EUR 442.331,--.<br />

C. EUR 453.673,--.<br />

6. Marleen en Kees zijn op huwelijkse voorwaarden getrouwd. Marleen heeft haar eigen<br />

administratiekantoor. Het administratiekantoor van Marleen is gevestigd in het pand aan<br />

de Melkweg. Kees is eigenaar van dit pand. Johnny is geïnteresseerd in het pand en hij<br />

biedt Kees veel geld als die het pand aan hem wil verkopen. Kees wil op het bod van<br />

Johnny ingaan.<br />

Heeft Kees toestemming nodig van Marleen om het pand te kunnen verkopen aan<br />

Johnny?<br />

A. Dit is afhankelijk van wat Kees en Marleen hebben bepaald in de huwelijkse<br />

voorwaarden.<br />

B. Ja, Marleen voert haar bedrijf uit in het pand aan de Melkweg en is gehuwd met<br />

Kees.<br />

C. Nee, het gaat niet over de echtelijke woning dus er is GEEN toestemming nodig<br />

van Marleen.<br />

7. Wie kunnen in aanmerking komen voor een schuldsanering volgens de Wsnp?<br />

A. Uitsluitend particulieren.<br />

B. Uitsluitend particulieren en zelfstandig ondernemers.<br />

C. Zowel particulieren, zelfstandig ondernemers als vennootschappen.<br />

8. Tot welke categorie vragers op de hypotheekmarkt behoren personen die hun huidige<br />

woning verbouwen en hiervoor geld lenen?<br />

A. Uitsluitend tot de categorie doorstromers.<br />

B. Uitsluitend tot de categorie ophogers.<br />

C. Uitsluitend tot de categorie omzetters.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 3


<strong>RFA</strong> <strong>Wft</strong>-<strong>Hypothecair</strong> <strong>krediet</strong><br />

9. Dit zijn een aantal kenmerken van een aflossingsvorm:<br />

- Gelijkblijvende bruto maandlast tijdens de looptijd;<br />

- Toenemende netto maandlast tijdens de looptijd;<br />

- Toenemende aflossing tijdens de looptijd.<br />

Bij welke aflossingsvorm horen deze kenmerken?<br />

A. Bij de annuiteitenhypotheek.<br />

B. Bij de lineaire hypotheek.<br />

C. Bij de spaarhypotheek.<br />

10. Waardoor zijn de fundingskosten de afgelopen periode gestegen?<br />

A. Door afspraken die gemaakt zijn in het Basel-akkoord.<br />

B. Door een daling van liquiditeitspremies.<br />

C. Door een toename van het vertrouwen tussen banken onderling.<br />

11. Alain heeft een hypothecaire geldlening van EUR 159.000,-- tegen een rente van 7%. De<br />

marktrente is op dit moment 6%. De resterende rentevaste periode is drie jaar. Alain<br />

vraagt zich af of het gunstig is zijn huidige hypothecaire geldlening over te sluiten.<br />

Het deel dat Alain boetevrij mag aflossen bedraagt 20% van de geldlening. De bank<br />

waarbij het <strong>krediet</strong> loopt, brengt de contante waarde van de boeterente in rekening bij<br />

Alain.<br />

Hoe hoog zal de boeterente van Alain in het algemeen zijn?<br />

A. EUR 3.706,--.<br />

B. EUR 3.816,--.<br />

C. EUR 4.633.--.<br />

12. Dit zijn een aantal kosten die gepaard gaan met de aankoop van de eigen woning in<br />

2013:<br />

1. Advieskosten hypothecair <strong>krediet</strong>.<br />

2. Overdrachtsbelasting.<br />

3. Notariskosten koopakte.<br />

4. Taxatiekosten voor verkrijgen lening.<br />

Voor welke kosten is de rente fiscaal aftrekbaar als een persoon deze kosten mee<br />

financiert?<br />

A. Alle kosten 1 t/m 4.<br />

B. Uitsluitend kosten 1 en 2.<br />

C. Uitsluitend kosten 3 en 4.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 4


<strong>RFA</strong> <strong>Wft</strong>-<strong>Hypothecair</strong> <strong>krediet</strong><br />

13. De bezittingen van Hanneke staan vermeld in de tabel.<br />

Bezit Waarde per 1 januari 2012 Waarde per 31 december 2012<br />

Vakantiewoning EUR 150.000,-- EUR 148.000,--<br />

Spaarrekening EUR 25.000,- - EUR 75.000,--<br />

Hanneke heeft GEEN schulden. Het heffingsvrije vermogen bedraagt EUR 20.785,--.<br />

Hoe hoog is de heffingsgrondslag van Hanneke in box 3 in het jaar 2012?<br />

A. EUR 154.215,--.<br />

B. EUR 178.215,--.<br />

C. EUR 199.000,--.<br />

14. Fatma is sinds 1 januari 2013 parttime gaan werken. Toen zij nog fulltime werkte<br />

verdiende zij EUR 50.000,-- bruto per jaar. Haar huidige salaris is EUR 40.000,-- bruto<br />

per jaar. De negatieve inkomsten eigen woning van Fatma bedragen EUR 5.000,--.<br />

Wat is de invloed van de salarisverlaging van Fatma op haar netto maandlast?<br />

A. De netto maandlast blijft gelijk.<br />

B. De netto maandlast neemt toe.<br />

C. De netto maandlast neemt af.<br />

15. Hypotheekrecht is een accessoir recht.<br />

Wat is een accessoir recht?<br />

A. Een recht dat de hypotheeknemer alleen kan uitvoeren met toestemming van een<br />

rechter.<br />

B. Een recht dat op zichzelf NIET kan bestaan, maar gekoppeld is aan een ander<br />

recht.<br />

C. Een recht dat voor iedereen geldig is en controleerbaar door inschrijving in het<br />

kadaster.<br />

16. De vader van Karin betaalt bij het niet nakomen van de financiële verplichtingen door<br />

Karin over haar hypothecair <strong>krediet</strong> voor haar de resterende openstaande schuld plus<br />

verschuldigde rente. Haar vader heeft dan geen verhaalsrecht op haar.<br />

Van welke vorm van persoonlijke zekerheid maakt Karin gebruik?<br />

A. Borgstelling.<br />

B. Garantie.<br />

C. Mede hoofdelijk schuldenaarschap.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 5


<strong>RFA</strong> <strong>Wft</strong>-<strong>Hypothecair</strong> <strong>krediet</strong><br />

17. Noud sluit een bankhypotheek met een inschrijving van EUR 220.000,-- bij bank X.<br />

Noud neemt EUR 180.000,-- op voor de financiering van de aankoop van zijn woning.<br />

De overige EUR 40.000,-- wil hij in de toekomst opnemen voor de aanbouw van een<br />

serre. Naast de bankhypotheek heeft Noud een doorlopend <strong>krediet</strong> van EUR 6.000,-- bij<br />

bank X. Door de financiële crisis verliest Noud zijn baan. Hij kan al snel niet meer aan zijn<br />

financiële verplichtingen voldoen. Bank X verkoopt de woning van Noud voor<br />

EUR 200.000,--.<br />

Welk bedrag kan bank X door het hypotheekrecht op Noud verhalen?<br />

A. EUR 180.000,--.<br />

B. EUR 186.000,--.<br />

C. EUR 200.000,--.<br />

18. Wat is een voorbeeld van een vermogensdoel met subjectieve prioriteit?<br />

A. Aflossen eigenwoningschuld.<br />

B. De studie van de kinderen.<br />

C. Een wereldreis.<br />

19. Gegeven is:<br />

Deze beleggingscategorie geeft GEEN zekerheid over het te behalen rendement. De<br />

categorie overheerst in de meeste defensieve beleggingsportefeuilles.<br />

Over welke beleggingscategorie gaat deze tekst?<br />

A. Aandelen.<br />

B. Vastgoed<br />

C. Obligaties.<br />

20 Mitra en Alex kopen eind 2012 een woning. Ze sluiten een bankspaarhypotheek om de<br />

woning te financieren. Naast rente leggen ze maandelijks een bepaald bedrag op een<br />

Spaarrekening Eigen Woning in.<br />

Ook sluiten Mitra en Alex een overlijdensrisicoverzekering af. Bij overlijden van een van<br />

hen moet de langstlevende een dusdanig bedrag ontvangen zodat de langstlevende de<br />

lening volledig of nagenoeg volledig kan aflossen.<br />

Welke overlijdensrisicoverzekering kunnen Mitra en Alex het BESTE sluiten?<br />

A. Risicoverzekering op basis van een annuïtair dalend verzekerd kapitaal.<br />

B. Risicoverzekering op basis van een gelijkblijvend verzekerd kapitaal.<br />

C. Risicoverzekering op basis van een lineair verzekerd kapitaal.<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 6


<strong>RFA</strong> <strong>Wft</strong>-<strong>Hypothecair</strong> <strong>krediet</strong><br />

Antwoorden <strong>RFA</strong> <strong>Wft</strong>-<strong>Hypothecair</strong> <strong>krediet</strong><br />

1. A<br />

2. C<br />

3. C<br />

4. B<br />

5. A<br />

6. C<br />

7. B<br />

8. B<br />

9. A<br />

10. A<br />

11. A<br />

12. B<br />

13. A<br />

14. A<br />

15. B<br />

16. B<br />

17. B<br />

18. C<br />

19. C<br />

20. A<br />

© <strong>NIBE</strong>-<strong>SVV</strong>, 2013 7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!