16.09.2013 Views

hoofdstuk 2 - Brandweerhandboek.nl

hoofdstuk 2 - Brandweerhandboek.nl

hoofdstuk 2 - Brandweerhandboek.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

‘t Brode Boekje<br />

2 Brandbestrijding<br />

In dit <strong>hoofdstuk</strong> is een procedure beschreven voor een (binnen)brandbestrijding en bevat<br />

een overzicht met branden met kenmerken en blustaktieken en informatie over verbranding<br />

en blussing.<br />

2.1 Procedure (binnen)brandbestrijding<br />

# Fase Overwegingen Commando’s<br />

1 Alarm<br />

2 Uitrukken<br />

3 Aanrijden<br />

• De Bevelvoerder (BV) bepaalt<br />

hoe de inzet verloopt en moet<br />

rust en overzicht creëren<br />

• BV is verantwoordelijk voor de<br />

veiligheid van de ploeg<br />

• Motiveer beslissingen<br />

• Controle manschappen<br />

• Bericht opvragen<br />

Nadere informatie/bijzonderheden:<br />

• Slachtoffers (= ambulance)<br />

• Bijzondere gevaren (gasfles)<br />

• Aard bebouwing (leeftijd,<br />

bouwlagen; verdieping = HW)<br />

• Reeds gealarmeerde eenheden<br />

• Politie<br />

• Omgeving, meteo + tijd<br />

• Waterwinning<br />

• Informant / melding<br />

• BHV, Aanvalsplan<br />

• Beheerder<br />

Voorlopig plan: 1+2 mee; 3+4<br />

gesplitste buiten verkenning of<br />

waterwinning<br />

Meldingen:<br />

A1 = handmelding<br />

A2 = automatisch (locatie melding)<br />

A3 = storing of gasdetectie<br />

Commando’s: kort & krachtig<br />

Manschappen (MS):<br />

• Iedereen aanwezig<br />

• Kleding en persoo<strong>nl</strong>ijke<br />

bescherming compleet (druk,<br />

fire fly, zaklamp, portofoon)<br />

• Instappen<br />

• Bericht meeluisteren<br />

• AC: geef bericht<br />

• CH: rijroute bekend? Rijden!<br />

• AC: TS onderweg naar uitrukadres,<br />

kleine/middel/grote<br />

brand<br />

AC: nadere bijzonderheden?<br />

Manschappen (MS):<br />

• Iemand bekend?<br />

• Nr’s 1 t/m 4<br />

• Prioriteiten<br />

• Meekijken<br />

• Nr’s 1 t/m 4 omhangen<br />

• Explosiemeter gereed maken<br />

CH:<br />

• Seintje bij naderen adres<br />

• 1 e straal HD gereed maken<br />

waterwinning tank / OBK<br />

© STP Veiligheid & Techniek 13/98


‘t Brode Boekje<br />

# Fase Overwegingen Commando’s<br />

1 Eigen veiligheid<br />

2 Bijzondere gevaren wegnemen<br />

(instorting, asbest, explosie,<br />

lekkages, elektriciteit,<br />

gevaarlijke stoffen)<br />

4 Prioriteit 3 Slachtoffers / redding<br />

4 Uitbreiding voorkomen<br />

5 Blussen / onschadelijk maken<br />

6 Omsingelen brand (let op voor<br />

versnipperen!)<br />

7 Nevenschade voorkomen<br />

• Handelen op basis van prioriteit<br />

• Zwaartepunten aanpakken en<br />

5 Aanpak afhandelen<br />

• Hakken in vakken<br />

• Zagen in lagen<br />

• Slachtoffers<br />

• Gecompliceerd gebouw Nader bericht AC:<br />

• Grote afstand waterwinning 1 Kleine brand (1xTS)<br />

6 Opschalen • Meer dan 2 stralen nodig 2 Middel brand (2 xTS)<br />

• Bijzondere gevaren (redding 3 Grote brand (3xTS)<br />

eigen ploeg)<br />

4 Zeer grote brand (4xTS)<br />

• Beter overbodig dan tekort!<br />

• Observeren / Schouwen<br />

• Voorbij pand<br />

• Waterwinning<br />

AC: ter plaatse, adres correct<br />

7 Arriveren • Plaatsing redvoertuig<br />

CH: hier stoppen<br />

• Veilig uitstappen<br />

MS: uitstappen aan veilige zijde<br />

• CH: werkzaamheden < 20 m<br />

voertuig<br />

8 Beeld-<br />

Informatie (omstanders/bewoners):<br />

• Details gebouw / plattegrond<br />

• Toegangen (open)<br />

• (Locatie) slachtoffers<br />

•<br />

•<br />

Locatie/inhoud gevaarlijke stof<br />

Gas/water/licht<br />

MS 1+2: mij volgen<br />

vorming<br />

•<br />

•<br />

Vloerconstructie / plafond<br />

Info koppelen aan plan /<br />

beslissing / opdracht (bv<br />

slachtoffer = ambulance)<br />

Informant: toewijzen aan CH,<br />

Politie of Ambulance<br />

• Inventarisatie naar eigen en<br />

ander potentieel (zie aanrijden)<br />

& situatie (aard, prioriteiten,<br />

bijzondere gevaren)<br />

Buitenverkenning:<br />

• Rust / neem de tijd en afstand Buitenverkenning:<br />

• Mensen / dieren in gevaar? • MS 3+4: gesplitste<br />

9 Verkenning<br />

•<br />

•<br />

Waar / hoe / wat brand er?<br />

Reddings- en aanvalswegen •<br />

buitenverkenning<br />

Let op: slachtoffers, toegangen,<br />

vuur en rook<br />

Nieuwe prioriteitstelling<br />

• Na 2 minuten terug<br />

© STP Veiligheid & Techniek 14/98


‘t Brode Boekje<br />

# Fase Overwegingen Commando’s<br />

10 Inzetplan<br />

11 Coördinatie<br />

12 Blussen<br />

13 Afblussen<br />

14 Ventileren Na afblussen<br />

1 Aanvalsdoelen (redding,<br />

uitbreiding)<br />

2 Bluskrachten (aanvals/water<br />

ploeg, 2 e TS, redvoertuig)<br />

3 Waterwinplaats<br />

4 Aanvalsmiddel (HD / LD)<br />

5 Aanvalswegen (deur, ladder,<br />

hoogwerker)<br />

Slachtoffer: alles op redding,<br />

eventueel 1+2 zonder slang en 3+4<br />

ondersteunen redding met slang<br />

Slachtoffer bij raam/dak: met ladder<br />

onmiddellijk verwijderen<br />

• Politie: weg afzetten, afstand<br />

omstanders, waarschuwen,<br />

informant uithoren, onderzoek<br />

• Informeren: manschappen, AC,<br />

OVD, ambulance, redvoertuig,<br />

2 e TS<br />

• Bemanning extra<br />

(red)voertuigen inzetten<br />

• Aflossing, proviand (vocht),<br />

preventie warmte stuwing<br />

• Inzetlijn ademlucht (CO, OGS)<br />

• Binnenbrand nooit rechtstreeks<br />

blussen i.v.m. aanjagen en<br />

stoomvorming (slachtoffers)<br />

• Preventief poeieren voor<br />

openen deur<br />

• Voor betreden ruimte met<br />

brand: 2 x poeieren met<br />

sproeistraal<br />

- “neerslag”: ok<br />

- “geen neerslag”: te heet!<br />

• Vluchtroute veilig stellen<br />

• Doorslag / overslag<br />

• Kubus compleet maken<br />

• Gasfles: koelen<br />

• Kelder: 3 man (#3, boven aan<br />

trap slang toevoeren)<br />

• Let op: van buiten naar binnen<br />

blussen, drukt hitte naar binnen<br />

• Uitslaand = LD<br />

• Juiste blusstof (frituurvet =<br />

poeder / CO2)<br />

Van boven naar onder (i.v.m.<br />

stoomvorming)<br />

Binnenverkenning:<br />

• MS 1+2: volgen<br />

• MS 1+2: door deze deur, 1 e<br />

straal HD afleggen, links /<br />

rechtsom verkennen, denk aan<br />

eigen veiligheid (geen<br />

deur/vuurhaard voorbij, gasfles)<br />

• Ademlucht-druk<br />

• Bijzonderheden melden<br />

• Maskeren<br />

• Controleer elkaar<br />

• Voldoende slanglengte<br />

• Breedte verkenning (gang) en<br />

cirkelverkenning grote ruimtes<br />

AC: Nader bericht<br />

MS: Uitbreiding voorkomen<br />

MS: Let op voor flashover en<br />

backdraft.<br />

MS: afblussen<br />

AC: brandmeester<br />

Controle van brandhaarden<br />

© STP Veiligheid & Techniek 15/98


‘t Brode Boekje<br />

# Fase Overwegingen Commando’s<br />

15<br />

Naverkenning<br />

Kubus (dak, kelder)<br />

Hoogwerker (kubus-dak)<br />

Info terugtrekken / nevenschade<br />

16<br />

Schade<br />

beperken Salvage<br />

17 Inrukken<br />

•<br />

•<br />

Bovenste straal eerst opruimen<br />

Controle voertuig & omgeving<br />

• Evaluatie<br />

• Complimenten manschappen<br />

• Eigenaar<br />

• Arbeidsinspectie<br />

• Waterschap, gemeente,<br />

18 Nazorg provincie, rijkswaterstaat, RIVM<br />

• Bouw & woning toezicht, AOV<br />

• BHV, slachtoffers, hulp<br />

• Politie, ambulance<br />

• BOT team<br />

• Voertuig gereed maken<br />

Tabel 2.1.1: Procedure (binnen)brandbestrijding.<br />

MS: deze straal opruimen/inpakken<br />

AC: ingepakt en retour kazerne<br />

© STP Veiligheid & Techniek 16/98


‘t Brode Boekje<br />

2.2 Type branden met kenmerken en blustaktieken<br />

#<br />

Type<br />

brand<br />

1 Kelder<br />

2 Kamer<br />

3<br />

4<br />

5<br />

Vloer<br />

Plafond<br />

Zolder<br />

Kap<br />

Dak<br />

Schoor-<br />

steen<br />

Kenmerken Aanvalstaktiek en -techniek<br />

• Gevaarlijke stoffen<br />

• Sterke rookontwikkeling: flash<br />

over<br />

• Aanval/verkenning van bovenaf<br />

• Moeilijk opsporen brandhaard<br />

• Meestal 1 ingang<br />

• Uitbreidingskans door geringe<br />

hoogte, goederenopslag en<br />

doorvoeringen leidingen<br />

• CO-vorming (brandbaar!) bij<br />

verstikking brand: backdraft<br />

• Hete gassen aan bovenzijde<br />

• Vlamoverslag (flashover)<br />

• Koude lucht toevoer onderzijde<br />

• Overdruk door hoge<br />

temperatuur<br />

• Vlamterugslag bij openen deur<br />

(backdraft)<br />

• Warme bruine vlekken bij<br />

warme elektriciteitsleiding<br />

• Weinig bluswater nodig<br />

• Vurenhout brand 40 mm / uur<br />

(vurenhouten balk in 45 minuten<br />

opgebrand!)<br />

• Hardhout brand 20 mm / uur<br />

• Snelle uitbreiding<br />

• Instortingsgevaar door<br />

wegvallen muurankering<br />

• Verwijderen van brandbare<br />

materiaal (roet)<br />

• Verstopping (puntijzer)<br />

• Onvolledige verbranding<br />

• Asbest (buis)<br />

• Stookverbod<br />

Tabel 2.2.1: Woonhuisbrand met kenmerken en blustaktieken.<br />

• Bij voorkeur niet betreden<br />

• Kelder gesloten tot alles gereed<br />

• Tastend brandhaard zoeken<br />

• Keldertoegang bij voorkeur<br />

buiten gebouw<br />

• Achterste voren trap af<br />

• 3 man (1 voert slang aan)<br />

• Ruimte vullen met licht/middel<br />

schuim<br />

• Nevelkogel<br />

• Aanval door deuropening met<br />

blusmiddel bij de hand<br />

• Dekking<br />

• Stoomvorming<br />

• Aanval via plafond (poeieren)<br />

vanwege afkoelen hete gassen,<br />

preventief voor betreden<br />

• Let op vuurresten bij nablussen<br />

(kasten, lambrisering, plafond)<br />

• Zoek branden door betasting,<br />

gaatjes boren<br />

• Blootlegging van gesmeuld hout<br />

• Warmtebeeldcamera<br />

• Verkenning buurpanden<br />

• Binnenaanval meest effectief<br />

• Omsingelen<br />

• Waterschade onderverdieping<br />

• Verkennen (lekkage, vuurhaard,<br />

veegluiken, vloerovergangen,<br />

kachel, materiaal rondom<br />

kanaal, warmtebeeldcamera)<br />

• Hoogwerker<br />

• Voorbereiden (HD, meubelen,<br />

brandend materiaal uit haard,<br />

spiegel, opvangbak water,<br />

afschermen)<br />

• Roet- en vuurvrij maken (#1,2<br />

met gereedschap, zaklamp en<br />

portofoon, BV onder kachel,<br />

stootsgewijs van onder naar<br />

boven ramoneren, controle,<br />

zaklamp van bovenaf schijnen)<br />

© STP Veiligheid & Techniek 17/98


‘t Brode Boekje<br />

#<br />

1<br />

Type<br />

brand<br />

Auto<br />

Vracht-<br />

wagen<br />

2 Schip<br />

3 Trein<br />

Kenmerken Aanvalstaktiek en -techniek<br />

• LPG & andere brandstoffen<br />

• Lading (spuitbussen)<br />

• Lichtmetaal (velgen, motor,<br />

chassis)<br />

• Exploderen van banden, airbag<br />

• Inzittenden<br />

• Verhoogd ademluchtverbruik<br />

• Sneller aflossen MS<br />

• Moeilijk blussen<br />

1 Één blauwe kegel / sein:<br />

brandbare vloeistof<br />

2 Twee blauwe kegels / seinen:<br />

brandbaar en giftig<br />

3 Drie blauwe kegels / seinen:<br />

ontplofbaar<br />

• Elektrocutie (rechtstreeks of<br />

kabelbreuk)<br />

• Passagiers<br />

• Moeilijk toegankelijk (deuren,<br />

uitstappen, geen weg)<br />

• Spoorweg 1800 V gelijkstroom,<br />

bove<strong>nl</strong>eiding “+” , rails “-“<br />

Tabel 2.2.2: Brand bij vervoermiddelen met kenmerken en blustaktieken.<br />

#<br />

1<br />

2<br />

Type<br />

brand<br />

Garage<br />

Loods<br />

Kerk<br />

Toren<br />

• Lichtmetaal met poeder blussen<br />

• Wielen vrachtwagen naderen<br />

onder 45 o i.v.m. rondslingerende<br />

delen bij explosie wiel<br />

• Ladinggegevens via AC<br />

• Redvesten dragen!<br />

• Let op: instabiliteit (bluswater)!<br />

• Sluit de ruimen<br />

• Daal af als temperatuur zakt<br />

• Prioriteit koelen buitenzijde en<br />

opbouw boven aanvallend<br />

blussen<br />

• Schuim<br />

• LD Blussen bij spoor<br />

bove<strong>nl</strong>eiding onder spanning:<br />

afstand meer dan 7 m;<br />

geen waterkanon!<br />

• Indien kabelbreuk dreigt (hitte)<br />

of elektrocutiegevaar:<br />

”ruim afschakelen”<br />

Kenmerken Aanvalstaktiek en -techniek<br />

• Explosiegevaar<br />

• Gevaarlijke stoffen<br />

• Uitbreidingsgevaar via<br />

ventilatieroosters / lichtkoepels<br />

• Loods: per TS 50 m vuurfront<br />

• Instortingsgevaar en vliegvuur<br />

• Overslag of doorslag van kerk<br />

naar toren<br />

• Houten vloeren<br />

• Stalen trekstangen<br />

• Auto’s / materieel veilig stellen<br />

• Wegstromende brandstof met<br />

schuim afdekken<br />

• Gasflessen koelen<br />

• Dekking zoeken<br />

• Koeling: 6 l per m 2 /min.<br />

• Uitbreiding: 8 l per m 2 /min.<br />

• Blussen: 10 l per m 2 /min.<br />

•<br />

(frontaal oppervlak)<br />

Droge stijgleiding<br />

• Evacueren omwonenden<br />

• Afstand<br />

• Omsingelen brand (hoogwerker)<br />

• Omgeving nat houden<br />

• DPU<br />

© STP Veiligheid & Techniek 18/98


‘t Brode Boekje<br />

#<br />

Type<br />

brand<br />

3 Molen<br />

4<br />

Verpleeg-<br />

&<br />

Ziekenhuis<br />

5 Warenhuis<br />

6<br />

7<br />

Complex<br />

gebouw<br />

Hoogspanninginstallatie<br />

Kenmerken Aanvalstaktiek en -techniek<br />

• Hoge vuurbelasting (hout, riet)<br />

• Geen compartimentering.<br />

• Schoorsteenwerking, hoge<br />

temperaturen.<br />

• Spontaan draaien wieken.<br />

• Instortingsgevaar.<br />

• Molensteen kan door vloer<br />

zakken.<br />

• Patiënten, bezoek en personeel<br />

• Complexe hoogbouw, gangen<br />

• Liften<br />

• Automatische deuren<br />

• Narcotische stoffen<br />

• Radioactieve stoffen<br />

• Zuurstof<br />

• Laboratorium<br />

• Super magneten<br />

• Apparatuur<br />

• Paniek / apathie<br />

• Grote rookontwikkeling<br />

• Campinggasflessen<br />

• Lange Gangen<br />

• Weinig herkenning<br />

• Herhaling<br />

• Grote vloeroppervlakken<br />

• Hoogbouw<br />

• (Brandweer)-Liften<br />

• Magazijn(stellingen)<br />

• Apparatuur<br />

• Brandwerende scheidingen<br />

• Maximale inzetdiepte 90 m<br />

vanaf bruggehoofd bij gebruik<br />

300 bar adembescherming.<br />

Terugtocht niet aangelijnd:<br />

• 130 bar (start 205 bar)<br />

• 180 bar (start 305 bar)<br />

Terugtocht aangelijnd:<br />

• 90 bar (start 200 bar)<br />

• 120 bar (start 300 bar)<br />

• Elektrocutie<br />

• Sprinklerinstallatie of<br />

blusinstallatie<br />

• Bestrijding van buitenaf<br />

• Bestrijding van bovenaf door<br />

openingen, van onderaf wordt<br />

de brand de kap in gejaagd<br />

• WTS<br />

• Radioactiviteit: afstand, afzetten,<br />

afsluiten rook, verbieden roken,<br />

eten & drinken, ademlucht,<br />

besmetting controleren,<br />

ontsmetten, RAGS, geen<br />

gebonden straal, opvang<br />

bluswater<br />

• Samenwerking met personeel<br />

• Let op bij evacuatie van<br />

patiënten met speciale<br />

apparatuur<br />

Voorbereidingen buiten het gezicht<br />

van bezoekers<br />

• > Middelbrand<br />

• Gebruik brandweerlift: etage<br />

lager dan brand uitstappen<br />

• Bruggehoofd met inzetleider BV<br />

• Ademlucht- en materiaal depot<br />

• Ploeg inzetten + registreren<br />

• Basispost: begane grond<br />

• Aanvalsplan<br />

• Verbindingen (per inzet freq.)<br />

• Terugtochtbeveiliger: registratie<br />

en controle tijdige terugkomst<br />

• Stand-by ploeg bruggehoofd<br />

Lijnensysteem<br />

Hoofdlijn (30 m) vastzetten met<br />

hulplijnen. Zijlijnen voor zijdelingse<br />

vertrekken. Hoofdlijn 'uitlopen’ door<br />

aanvalsploeg. Per hoofdlijn: 1 BV +<br />

max. 3 ploegen. Na uitlopen hoofdlijn<br />

vastmaken.<br />

Minimale afstand bij spanning:<br />

• < 30 kV > 2 m<br />

• 30 kV > 3 m<br />

• 110 kV > 6 m<br />

• 380 kV > 8 m<br />

• Draadbreuk hoogspanningsleidingen<br />

op de grond > 5 m<br />

Tabel 2.2.3: Brand bij grote gebouwen met kenmerken en blustaktieken.<br />

© STP Veiligheid & Techniek 19/98


‘t Brode Boekje<br />

#<br />

Type<br />

brand<br />

1 Boerderij<br />

2 Rieten dak<br />

3 Hooiberg<br />

4<br />

Bos<br />

Heide<br />

Kenmerken Aanvalstaktiek en -techniek<br />

• Vuurbelasting hoog door stro,<br />

hout en hooi<br />

• Minimale verlichting<br />

• Uitbreiding bij 1 dakconstructie<br />

• Bestrijdingsmiddelen<br />

• LPG, gasflessen<br />

• Lange aanrijtijd<br />

• Adembescherming ook buiten<br />

• Vliegvuur<br />

• Combinatie diesel en kunstmest<br />

explosief!<br />

• Gierput (gasvorming / val)<br />

• Riet vastgezet met staaldraad of<br />

lange spijkers<br />

• Open (horizontale latten) of<br />

gesloten constructie aan<br />

onderzijde van dak<br />

Broei:<br />

• Hoge kerntemperatuur<br />

• 40 graden Celsius verhoogde<br />

waakzaamheid<br />

• 60 graden Celsius: iedere dag<br />

controleren<br />

• > 60 graden Celsius: uithalen<br />

• Heide brand: grijze rook<br />

• Kroonvuur: zwarte rook<br />

• Naaldhout brandbaarder dan<br />

loofhout<br />

• Risicomaanden: maart, april,<br />

mei & juni<br />

• Moeilijk begaanbaar<br />

• Brandstroken (onbegroeid) en<br />

brand singels (loofhout) tegen<br />

kroonvuur<br />

• Uitbreiding via loopvuur en<br />

kroonvuur<br />

• Versterking<br />

• Redding dieren<br />

• Verzuipen brandende kunstmest<br />

• Neerslaan nitreuze dampen<br />

• Aanjaagverband<br />

• Koelen gastank<br />

• Opvangen bluswater<br />

• Hoogwerker / valbeveiliging<br />

• Nokvorst (top dak) verwijderen<br />

• Verwijderen riet van buitenaf<br />

(betonschaar, kniptang, hamer)<br />

• Brandscheiding maken<br />

• Inzet en ondersteunende stralen<br />

• SVM (oppervlakte spanning)<br />

• Controle betimmering binnen<br />

• Naaldthermometer (>0,6 m)<br />

(warmtebeeldcamera)<br />

• Ventileren<br />

• Hooi uit elkaar halen;<br />

Let op: toevoer van verse lucht<br />

kan hooi doen ontbranden!<br />

• Gecontroleerd laten uitbranden<br />

• Gebruik jeeps, lichte<br />

bluswagens en open<br />

vrachtauto’s<br />

• Wrijven met loofhout takken<br />

• Flankaanval met wind mee voor<br />

frontaanval<br />

• Bij flankaanval MS achter TS<br />

voor afblussen smeulende<br />

resten<br />

• Kappen rond brandhaard, aan<br />

brandzijde van weg bomen<br />

richting brand laten vallen,<br />

ander zijde bomen<br />

tegenovergesteld laten vallen<br />

• Grondvuur: greppels graven<br />

(graafmachine)/ gecontroleerd<br />

laten uitbranden<br />

• Brandvrije stroken maken<br />

• Hoogwerker (overzicht)<br />

Tabel 2.2.4: Brand bij boerderij, bos en hei met kenmerken en blustaktieken.<br />

© STP Veiligheid & Techniek 20/98


‘t Brode Boekje<br />

#<br />

1<br />

Type<br />

brand<br />

Vliegtuig<br />

&<br />

Helikopter<br />

2 Vliegtuigbrandstof<br />

3<br />

Militair<br />

vliegtuig<br />

Tabel 2.2.5: Vliegtuigbrandbestrijding.<br />

Kenmerken Aanvalstaktiek en -techniek<br />

• Inzittenden (1-800)<br />

• Weggeslingerde slachtoffers<br />

• Brandstof in vleugels en romp<br />

(500 – 200.000 l)<br />

• Vracht (gevaarlijke stoffen)<br />

• Aluminium romp (metaalbrand)<br />

• Kunststoffen (koolstofvezel<br />

versterkt epoxy, thermoplasten,<br />

giftige gassen bij brand)<br />

• Magnesium (bv wielvelgen)<br />

• Hydraulische olie<br />

• Alcohol (de-icing)<br />

• Samengeperste gassen (lucht,<br />

zuurstof, stikstof)<br />

• Zuiger- of gasturbinemotoren<br />

• Moeilijk toegankelijk: deuren,<br />

luiken, dichte stoelbezetting<br />

• Handbagage<br />

• Buikgordels (redmes)<br />

• Benzine Avgas 100L: vlampunt<br />

-40°C, kleine luchtvaart,<br />

zuigermotoren (pruttelen),<br />

snelheid brand-uitbreiding 215<br />

m/min.<br />

• Kerosine Jet A1: Europees<br />

civiel, vlampunt +38°C,<br />

gasturbinemotor (fluiten),<br />

snelheid brand-uitbreiding<br />

30 m/min.<br />

• Kerosine Jet B: militair / civiel<br />

N-Amerika & Midden-Oosten,<br />

vlampunt -20°C, gasturbinemotor<br />

(fluiten), snelheid branduitbreiding<br />

215 m/min.<br />

• zie 1 en 2<br />

• Wapens en munitie<br />

• Schietstoel<br />

• Emergency Power Unit (EPU):<br />

F-16 EPU brandstof (26 l)<br />

hydrazine is zeer agressief,<br />

zelfontbrandbaar, giftig en<br />

oplosbaar in water<br />

• Vergroten levenskansen<br />

inzittenden door blussing of<br />

redding heeft hoogste prioriteit<br />

• Brand onder controle houden om<br />

redding/evacuatie mogelijk te<br />

maken (bv koelen romp)<br />

• Let op brandstof (her)ontsteking<br />

(zie 2)<br />

• Bovenwinds opereren<br />

• Houd rekening met bodem<br />

gesteldheid<br />

• Houd rekening (bij aanrijden) met<br />

slachtoffers en sporen<br />

• Onderstel naderen onder 45 o<br />

i.v.m. rondslingerende delen bij<br />

explosie wiel<br />

• Motorbrand met Halon (BCF)<br />

blussen, compressor met water<br />

• Schuim blussing of preventief<br />

afdekken<br />

• Driedimensionale brandbestrijden<br />

(uitstromende<br />

vloeistof) met schuim en poeder<br />

• Let op: (brandende) vloeistof<br />

loopt naar lager gelegen terrein!<br />

• Voorkom uitstroming naar riool<br />

• Zie 1 en 2<br />

• Niet in schootsveld (vooruit)<br />

• Explosief wegschieten cockpitkap<br />

van buitenaf met koord<br />

(aangegeven met RESCUE), let<br />

op: vallen van kap<br />

• Kom nooit aan de geel/zwart<br />

gestreepte afvuurhandels van de<br />

schietstoel<br />

• Schietstoel voor redding borgen<br />

• Nooit helm afnemen slachtoffer<br />

© STP Veiligheid & Techniek 21/98


‘t Brode Boekje<br />

2.3 Verbranding en blussing<br />

In deze paragraaf wordt basiskennis beschreven op het gebied van verbranding en blussing:<br />

de brandvijfhoek, de standaard brandcurve en de brandklassen.<br />

2.3.1 Brandvijfhoek<br />

Een brand is afhankelijk van vijf factoren. Door één of meerdere factoren te beïnvloeden kan<br />

een brand geblust worden of juist aanwakkeren:<br />

1. Brandstof. Als er geen brandstof meer is, dooft een brand. Brandstof kan verdwijnen door<br />

verbranding of door mechanische of chemische scheiding (bijvoorbeeld vegen<br />

schoorsteen).<br />

2. Zuurstof. Door een brand te smoren met schuim, een waterachtige filmlaag (AFFF) of<br />

met een inert gas (bijvoorbeeld halon) vind blussing plaats. Ook een koolzuurblusser<br />

werkt op basis van het verdringen van zuurstof, de warmtecapaciteit van het<br />

koolstofdioxidegas (CO2) is echter te laag voor afkoeling. Een kaarsen-dover dekt de<br />

vlam af en de resterende zuurstof verbrandt.<br />

3. Temperatuur. Door het verlagen van de temperatuur met bijvoorbeeld water kan een<br />

brand geblust worden. Water heeft een groot koelend effect door energieopname bij<br />

verdamping, daarnaast verdringt de gevormde stoom de zuurstof.<br />

4. Mengverhouding. Deze factor geeft aan dat hoe fijner de brandbare stof verdeeld is met<br />

de zuurstof, hoe beter het mengsel brandt. De mengverhouding is met name cruciaal bij<br />

(stof)explosies. Bij stofexplosies bestaat het explosieve mengsel uit zeer fijn verdeeld stof<br />

welke goed gemengd is met de omringende lucht.<br />

5. Katalysator. Een katalysator is een stof die een brand beïnvloeden zonder werkelijk deel<br />

uit te maken van de verbrandingsreactie. De katalysator kan positief katalytisch zijn<br />

(brand wordt versneld) of negatief katalytisch (brand wordt vertraagd). Poederblussers<br />

hebben een negatief katalytische werking.<br />

2.3.2 Brandcurve<br />

Temp.<br />

(T) ↑<br />

Begin-<br />

periode<br />

Ontwikkel-<br />

periode<br />

Brand-<br />

periode<br />

Flashover Backdraft<br />

Tijd (t) →<br />

Doof-<br />

periode<br />

Smeul-<br />

periode<br />

Figuur 2.3.1: Brandcurve van standaard brand in een kamer.<br />

Brand-<br />

periode<br />

1000° C<br />

500° C<br />

© STP Veiligheid & Techniek 22/98<br />

0° C


‘t Brode Boekje<br />

1. Kenmerken flashover / vlamoverslag: rook, voorwerpen dampen, heet ± 350°C,<br />

vlammen-tongen in rook, zuurstof-vreter.<br />

2. Kenmerken backdraft / vlamterugslag: gesloten ruimte, veel rook zwart/grijs/geel, kieren,<br />

roetvorming, lucht-stroming, vlammen, hitte, geluidsvacuüm.<br />

2.3.3 Brandklassen<br />

Onder een brandklasse verstaat men een groep van gelijksoortige branden, geordend naar<br />

de aard van de brandende stoffen. Bij de bestrijding van een brand met een brandblusser<br />

wordt de brandklasse door middel van een pictogram en de desbetreffende letter op de<br />

brandblusser weergegeven.<br />

Brandklasse Symbool Brandstof Blusstof Opmerkingen<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

(E)<br />

F<br />

Vaste stoffen,<br />

zoals hout,<br />

papier, textiel<br />

Vloeistoffen zoals<br />

olie, benzine,<br />

vetten<br />

Gassen zoals<br />

butaan, propaan<br />

en aardgas<br />

Metalen zoals<br />

magnesium,<br />

aluminium en<br />

natrium<br />

Elektrische<br />

apparatuur<br />

Hete olieën en<br />

vetten (> 5 liter)<br />

Tabel 2.3.1: De zes brandklassen A tot en met F.<br />

Water<br />

Schuim<br />

ABC poeder<br />

Schuim,<br />

BC poeder<br />

ABC poeder<br />

© STP Veiligheid & Techniek 23/98<br />

CO2<br />

BC poeder<br />

ABC poeder<br />

CO2<br />

Wees bedacht op<br />

herontsteking!<br />

Let op explosiegevaar:<br />

gastoevoer afsluiten!<br />

D poeder Geen water!<br />

CO2<br />

chemisch<br />

blusschuim<br />

Officieuze brandklasse<br />

Blusstof vormt een<br />

afsluitende laag<br />

(emulgerende) en heeft<br />

een sterk koelende<br />

werking

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!