Handboek Heilige Boontjes - KMKG
Handboek Heilige Boontjes - KMKG Handboek Heilige Boontjes - KMKG
COVER 1
- Page 2 and 3: 2 Handboek Heilige Boontjes Kunstwi
- Page 4 and 5: 4 6. Glasraam met Christus in de ol
- Page 6 and 7: 6 17. Wandtapijt met Christus voor
- Page 8 and 9: 8 op de wand wijzen erop dat hij vo
- Page 10 and 11: 10 versieringen en enkele elegante
- Page 12 and 13: 12 hopbier gepropageerd. In bier ge
- Page 14 and 15: 14 en festons, waarin zowel bloemen
- Page 16 and 17: 16 Retabel met de familie van de he
- Page 18 and 19: 18 melk en honing’ is de beschrij
- Page 20 and 21: 20 Engel met wapenschild, 15 de eeu
- Page 22 and 23: 22 3. Eet(cultuur)wijzer: tafeltje
- Page 24: 24 kon lezen, dan waren de instruct
- Page 27 and 28: Juju paardje Juju paardje. Trek maa
- Page 29 and 30: 6. Woordenlijst: van appulmos tot z
- Page 31 and 32: V Verdure: groenwerk Verguld: bekle
COVER<br />
1
2<br />
<strong>Handboek</strong><br />
<strong>Heilige</strong> <strong>Boontjes</strong><br />
Kunstwijzer:<br />
lekkerbekken in<br />
het Jubelparkmuseum<br />
p. 3<br />
Ingrediëntenwijzer:<br />
wat zit er in mijn stoofpotje?<br />
p. 11<br />
Eet(cultuur)wijzer:<br />
tafeltje dek je, ezeltje strek je<br />
p. 22<br />
Liedjes:<br />
hop Marianneke stroop in ’t<br />
kanneke<br />
p. 26<br />
Woordenlijst:<br />
van appulmos tot zurkel<br />
p. 29
1. Kunstwijzer: lekkerbekken<br />
in het Jubelparkmuseum<br />
1. Eikenhouten beeld van de<br />
heilige Bartholomeus, 13 de eeuw.<br />
Dit beeld toont de heilige Bartholomeus<br />
met een groot boek in de hand en in<br />
zijn andere hand een mes. Was de heilige<br />
Bartholomeus dan een kok? Neen,<br />
al preekte hij wellicht de oude Joodse<br />
spijswetten. Het mes in zijn hand verwijst<br />
naar zijn ongelukkige dood - hij<br />
werd levend gestroopt. Het boek (de<br />
Bijbel) wijst op zijn werk als apostel in<br />
India. Voor dit spel doen we even alsof<br />
het een kookboek is.<br />
Lees meer over kookboeken<br />
in je eet(cultuur)wijzer.<br />
2. Ivoren diptiek met de verheerlijking<br />
van Maria, 14 de eeuw.<br />
Dit diptiekje was het kostbare bezit van<br />
een rijke dame of heer. Het was bedoeld<br />
om devotie op te wekken voor de heilige<br />
maagd Maria. Je ziet haar met Jezus op<br />
de arm, klaar om het kind borstvoeding<br />
te geven. Haar ene ontblote borst zou<br />
ook een appel kunnen zijn. Die dubbele<br />
betekenis ontging de middeleeuwse<br />
gelovige zeker niet. Met de appel als<br />
symbool van de zondeval werd Maria<br />
gezien als een tweede Eva.<br />
Lees meer over melk (borstvoeding)<br />
in je ingrediëntenwijzer.<br />
3. Wandtapijt over het spel van<br />
de Wildemannen,15 de eeuw.<br />
In dit wandtapijt, gemaakt van wol en<br />
zijde, zie je twee roodharige figuren<br />
met blote voeten en kronen op hun<br />
hoofd. Dit zijn de koning en de konin-<br />
gin van de wildemannen. De koningin<br />
heeft haar man uitgedaagd voor een<br />
spelletje triktrak. De inzet van het spel<br />
is de troon! Eerst eten ze samen nog een<br />
hapje. Het is wellicht hun laatste maaltijd<br />
samen, want wie het spel verliest,<br />
zal zich terugtrekken in het woud.<br />
Lees meer over brood in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
4. Houten koffertje, 15 de eeuw.<br />
We weten niet precies waarvoor dit koffertje<br />
heeft gediend. Het kon worden afgesloten<br />
met een ijzeren slot, wat erop<br />
wijst dat er iets kostbaars in zat. Op het<br />
buitenste leder zijn verschillende dieren<br />
gegraveerd. Rijke mensen jaagden<br />
op deze dieren met de bedoeling ze op<br />
te eten. Misschien werd er in dit koffertje<br />
peper bewaard voor het kruiden van<br />
een heerlijke wildmaaltijd.<br />
Lees meer over peper in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
5. Houten pronkkast,<br />
begin 16 de eeuw.<br />
De middeleeuwse naam voor deze kast<br />
was dressoor. De achterste wand werd<br />
bekleed met stoffen waartegen men<br />
schabben plaatste. Hierop werd mooi<br />
tafelgerei in zilver en majolica uitgestald.<br />
In de buik van het dressoor – het<br />
stuk dat kon worden afgesloten – bewaarde<br />
een heer of dame kostbare bezittingen.<br />
Het vloertje onderaan diende<br />
om een waterbekken klaar te zetten.<br />
Zoek de pronkkast in het wandtapijt<br />
met Judith en Holofernes (nr. 9)<br />
3
4<br />
6. Glasraam met Christus in<br />
de olijfhof,14 de eeuw.<br />
Dit glasraam hing vroeger in een kerk.<br />
Het fragment toont Christus in de olijfhof.<br />
Je ziet verschillenden bomen en<br />
planten in gekleurd glas die met stukjes<br />
lood aan elkaar zijn gezet. Links zie je<br />
een oranje stengel met een plukje groen<br />
erop. Het doet wat denken aan een<br />
groot uitgevallen wortel, maar wellicht<br />
is het een olijfboom. Wortels hadden in<br />
de middeleeuwen een andere kleur!<br />
Lees meer over de wortel in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
7. Eikenhouten hangkastje,<br />
16 de eeuw.<br />
Ook dit hangkastje in eikenhout diende<br />
voor het opbergen van kleine kostbaarheden<br />
zoals documenten, gebedenboekjes<br />
of kruiden. Dat men een slot op<br />
een kruidenkastje zette, hoeft ons niet<br />
te verbazen. Sommige kruiden waren<br />
hun gewicht waard in goud. Het woord<br />
“peperduur” drukt dat op overtuigende<br />
manier uit.<br />
Lees meer over peper op in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
8. Wandtapijt over de slag<br />
van Roncevaux, 15 de eeuw.<br />
Op dit wandtapijt zie je de middeleeuwse<br />
held Roeland uit het beroemde<br />
Roelandslied. Hij vocht in het leger van<br />
Keizer Karel tegen de Moren in Spanje.<br />
Bovenaan in het wandtapijt zie je de<br />
hoofdman Marcille in een exotische<br />
wapenrusting. Hoewel ridders zoals<br />
Roeland werden voorgesteld als voorbeeldige<br />
christenen werden zij in feite<br />
geronseld voor hun deelname aan de<br />
kruistochten. De keizer nodigde hen uit<br />
voor een banket en beloofde hen rijkdom<br />
en land.<br />
Lees meer over het banket in<br />
je eet(cultuur)wijzer.<br />
9. Wandtapijt met Judith<br />
en Holofernes,16 de eeuw.<br />
Dit wandtapijt in wol en zijde toont een<br />
banketscène met op de ereplaats twee<br />
mensen: de Babylonische generaal Holofernes<br />
en de mooie Judith van Betulia.<br />
Volgens het bijbelverhaal werd deze<br />
maaltijd aangeboden in de veldkeuken<br />
van de generaal. Toch doet het decor<br />
meer denken aan een goed uitgerust<br />
paleis dan aan een tent.<br />
Lees meer over brood, vlees,<br />
wijn in je ingrediëntenwijzer.<br />
Lees er meer over het banket in<br />
je eet(cultuur)wijzer.<br />
10. Wandtapijt met<br />
Sint-Anna-ten-drieën, 16 de eeuw.<br />
Dit weefsel van wol, zijde en gouddraad<br />
toont de heilige maagd Maria met haar<br />
moeder Sint-Anna en het kindje Jezus.<br />
Merk op hoe het drietal omgeven is<br />
door druivenranken waaraan prachtige<br />
trossen blauwe druiven hangen. Die<br />
druiven hadden naast een decoratieve<br />
functie ook een religieuze betekenis.<br />
Ze verwezen immers naar het offer van<br />
Christus.<br />
Lees meer over druiven in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
11. Retabel met de familie van<br />
de heilige Anna, 16 de eeuw.<br />
Deze beeldenkast in eikenhout toont de<br />
familie van de heilige maagd Maria. Onderaan<br />
links zie je twee kinderen: één<br />
met een stokpaardje en één die knabbelt
op een stuk zoethout. Snoepgoed was<br />
net zoals speelgoed heel uitzonderlijk<br />
in de middeleeuwen. Kinderen maakten<br />
hun speelgoed meestal zelf en snoepten<br />
tussen de maaltijden van noten, bessen<br />
en fruit uit de boomgaard.<br />
Lees meer over snoep in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
12. Claudio Villa en Gentina<br />
Solaro, Passieretabel, 15 de eeuw.<br />
Deze beeldenkast uit eikenhout was<br />
ooit beschilderd en verguld. Helemaal<br />
links zie je Christus aan tafel bij Simon<br />
en Maria Magdalena die zijn voeten<br />
wast. Op een bord voor de beide heren<br />
liggen twee vissen klaar om te worden<br />
opgepeuzeld.<br />
Lees meer over vis in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
13. Beeld van<br />
de <strong>Heilige</strong> Lambertus in noten-<br />
en eikenhout, 16 de eeuw.<br />
Voor alle duidelijkheid, dit is niet Sinterklaas,<br />
maar als je er een heilige man<br />
in herkent is het goed. De heilige Lambertus<br />
was ook een bisschop en droeg<br />
net als Sinterklaas een mijter. Rechts<br />
zie je nog een heilige met een mijter. Ja,<br />
die met zijn hoofd in zijn handen, dat is<br />
Sint-Dionisius. Die heeft ook een spannend<br />
verhaal. Maar het verhaal dat wij<br />
willen vertellen is dat van drie kinderen<br />
die gered werden uit een zoutvat. Weet<br />
je wie hen redde?<br />
Lees meer over zout in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
14. Beeld in eikenhout van<br />
de liefdadigheid van de heilige<br />
Anna, 16 de eeuw.<br />
In dit wondermooie beeldje zie je de<br />
heilige Anna die een aalmoes geeft aan<br />
een bedelvrouw. Let op het kindje op<br />
haar schouders. In de middeleeuwen<br />
waren kinderen en ouderen de eerste<br />
slachtoffers van armoede. Meestal gaf<br />
men hen geen geld maar brood. Er werd<br />
speciaal armenbrood gebakken dat van<br />
mindere kwaliteit was dan het brood<br />
dat de schenker zelf at.<br />
Lees meer over brood in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
15. Beeld van het Christuskind<br />
in beschilderd notenhout,<br />
16 de eeuw.<br />
Dit kleine beeldje valt op door zijn witte<br />
beschildering, en in de handen van het<br />
kind een gouden appel. Het is een devotiebeeld,<br />
bedoeld om bij het bidden<br />
vrome gevoelens op te wekken. De gouden<br />
appel is namelijk een verwijzing<br />
naar de erfzonde en moet de gelovige<br />
ertoe aanzetten om berouw te tonen.<br />
Lees meer over de appel in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
16. Houten beeld van Maria met<br />
een Moorse soldaat, 16 de eeuw.<br />
Het gebeurt niet vaak dat de beschildering<br />
van een oud beeld zo goed bewaard<br />
is als in dit fragment. De kleuren bleven<br />
fris en levendig en door de elegante<br />
houding van Maria lijkt het wel of de<br />
dame en de soldaat samen dansen. De<br />
aandacht van de beeldhouwer voor de<br />
kledij van de moor wijst duidelijk op<br />
culturele invloed vanuit de islamitische<br />
wereld.<br />
Lees meer over exotisme in<br />
je eet(cultuur)wijzer.<br />
5
6<br />
17. Wandtapijt met Christus<br />
voor Pilatus, 16 de eeuw.<br />
Het onderwerp van dit wandtapijt is de<br />
veroordeling van Christus door Pilatus.<br />
Let op het wasbekken waarin Pilatus<br />
zijn handen in onschuld waste. Let<br />
ook op de soldaten die de beklaagde<br />
voorbrengen. De wevers deden erg hun<br />
best om ze er Romeins te laten uitzien.<br />
In die tijd werden soldaten uitbetaald<br />
in zout. Het geheel is omkaderd door<br />
wijnranken en druiven, die zoals in het<br />
voorgaand voorbeeld een verwijzing<br />
zijn naar de kruisiging van Christus.<br />
Lees meer over druiven en<br />
zout in je ingrediëntenwijzer.<br />
18. Lezenaar in eikenhout,<br />
16 de eeuw.<br />
Op de zijkant van deze lezenaar zie je<br />
de heilige Rochus met een hondje dat<br />
hem een brood ontfutselt. Sint-Rochus<br />
werd aanbeden voor zijn liefdadigheid<br />
en zijn zorg aan armen en zieken. Je ziet<br />
hem dan ook vaak met een straathondje<br />
of met een armenbrood.<br />
Lees meer over brood in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
19. Geborduurd antependium,<br />
16 de eeuw.<br />
Dit borduurwerk van goud-, zilver- en<br />
zijdedraad is waarschijnlijk een ontwerp<br />
van Jan Gossaert van Mabuse. Van<br />
links naar rechts zie je: de bruiloft van<br />
Kana, Simon en de Farizeeër, het Laatste<br />
Avondmaal, Mattheus de tollenaar<br />
en de Emmaüsgangers. Vijf maaltijden,<br />
waaraan je inspiratie kan opdoen!<br />
Lees meer over het bord in<br />
je eet(cultuur)wijzer.<br />
20. Houten preekstoel,<br />
15 de eeuw.<br />
Op de voorzijde van deze preekstoel<br />
zie je Johannes de evangelist. Van hem<br />
werd gezegd dat hij in de woestijn overleefde<br />
op wilde honing en sprinkhanen.<br />
Twee bijbelse ‘snoepjes’ die wellicht<br />
meer zeggen over zijn godvruchtigheid<br />
dan over zijn werkelijke eetgewoonten.<br />
Je ziet Johannes gehuld in de mantel<br />
van kameelhaar die hij uit de woestijn<br />
meebracht en een lammetje aan zijn<br />
voeten. Dit vriendelijke dier wijst op<br />
zijn vriendschapsband met Jezus die in<br />
sommige teksten het lam Gods wordt<br />
genoemd.<br />
Lees meer over snoep in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
21. Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
In deze kamer van ‘tapisserieën’ zie je<br />
acht wandtapijten met de geschiedenis<br />
van Jakob. De ontwerpers hadden veel<br />
aandacht voor de planten en dieren in<br />
het landschap. Ook in de boorden duiken<br />
verschillende eetbare planten op:<br />
artisjok, augurk, braambessen, druiven,<br />
frambozen, granaatappel, hibiscus,<br />
kersen, sinaasappel, uien, vijgen,<br />
venkel.<br />
Lees meer over brood, linzen,<br />
lamsvlees, paddenstoelen, uien,<br />
venkel in je ingrediëntenwijzer.<br />
22. Brugse pot in glas, 18 de eeuw.<br />
Deze zogenaamde Brugse pot is een<br />
wijn- of bierfles uit de Zuidelijke Nederlanden.<br />
In de 18de eeuw was het water<br />
vaak besmet en vond men het - ook voor<br />
kinderen -veiliger om bier te drinken.<br />
In het zuiden van het land dronk men
vooral wijn. Beide vloeistoffen werden<br />
in gelijkaardige potten bewaard.<br />
Lees meer over bier en wijn in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
23. Glazen roemer, 17 de eeuw.<br />
Middeleeuws glas is erg zeldzaam maar<br />
toch staan er enkele mooie voorbeelden<br />
in het Jubelparkmuseum. Deze roemer<br />
is een glas met een bolle kelk en een<br />
dikke, holle stam. Er staan noppen op<br />
met druiven, die dienden om het glas<br />
goed vast te houden.<br />
Lees meer over wijn in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
24. Geelkoperen paaskandelaar,<br />
16 de eeuw.<br />
Deze kandelaar in messing komt uit een<br />
oude abdij in Rochefort. We zien Maria<br />
in een schitterend decor van spitsbogen<br />
die uitmonden in granaatappels. Dit<br />
soort versiering moest de indruk wekken<br />
dat het tafereel zich binnenin een<br />
kerk afspeelde. De kerkarchitectuur<br />
zelf wilde een afspiegeling zijn van het<br />
Hemelse Jeruzalem: het land van melk<br />
en honing.<br />
Lees meer over granaatappels<br />
in je ingrediëntenwijzer.<br />
25. Geelkoperen ketel op<br />
drievoet, 15 de eeuw.<br />
In een deftig middeleeuws huishouden<br />
kon dit soort ketel niet ontbreken. De<br />
drievoet diende om hem stevig in het<br />
haardvuur op de hete kolen te plaatsen.<br />
Andere potten waren voorzien van een<br />
hendel waarmee je hem aan een haak<br />
boven het vuur kon hangen.<br />
Lees meer over de ketel in<br />
je eet(cultuur)wijzer.<br />
26. Engel met wapenschild,<br />
15 de eeuw.<br />
Deze engel is gegoten en gegraveerd<br />
in messing. Je ziet dat er op het wapenschild<br />
een snoek is afgebeeld. We<br />
kennen de familie aan wie dit schild<br />
toebehoorde niet, maar de snoek verwijst<br />
wellicht naar hun dapperheid en<br />
vroomheid. Als goed Christen werd je<br />
verondersteld om bepaalde visdagen in<br />
achting te nemen.<br />
Lees meer over vis in je<br />
ingrediëntenwijzer.<br />
27. Tinnen zout- en pepervaatjes,<br />
19 de eeuw.<br />
Deze twee schaaltjes dienden om zout<br />
en of peper aan te bieden. Vaak was er<br />
nog een derde recipiënt voor mosterdzaad.<br />
Elke van deze kruiden was peperduur<br />
en belangrijke oorlogen werden<br />
gevochten voor het bezit ervan.<br />
Lees meer over zout en peper<br />
in je ingrediëntenwijzer.<br />
28. Tinnen nap en schaal,<br />
16 de eeuw.<br />
Omdat zilver erg duur was, lieten de<br />
adellijke dames en heren in de 16de<br />
eeuw hun huisraad in tin maken. Dit<br />
materiaal was niet zo duurzaam als<br />
zilver, maar kon toch worden opgeblonken<br />
tot het een mooie glans kreeg.<br />
Lees meer over het bord in<br />
je eet(cultuur)wijzer.<br />
29. Tinnen bierpul op<br />
een houten kern, 18 de eeuw.<br />
Deze pul van een liter was niet bedoeld<br />
om in één teug leeg te drinken, maar<br />
om enkele uren te genieten, bijvoorbeeld<br />
op een feest. Ook de versieringen<br />
7
8<br />
op de wand wijzen erop dat hij voor een<br />
speciale gelegenheid gemaakt werd. Dat<br />
kon zijn: een keizerskroning, verkiezingen,<br />
een huwelijk, een doopsel…<br />
Lees meer over bier in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
30. Tegelvloer uit majolica,<br />
16 de eeuw.<br />
Deze prachtige tegelvloer komt uit een<br />
oude abdij. Hij werd opgegraven in de<br />
ruïnes van een van de belangrijkste<br />
kamers, namelijk de keuken. Geen enkel<br />
tegel is dezelfde: beroemde mensen,<br />
magische dieren en dieren die je kon<br />
eten zoals konijnen, hazen, herten.<br />
In de middeleeuwen at men ook zwanen,<br />
vinken en reigers.<br />
Lees meer over wildgebraad in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
31. Wandtapijt met wilde dieren,<br />
16 de eeuw.<br />
Rijke mensen kochten wandtapijten<br />
uit Oudenaarde om hun huiskamers te<br />
versieren. Jachtscènes waren populair<br />
omdat die de wevers de kans gaven om<br />
veel dieren en planten voor te stellen.<br />
Het ging hen niet om het verhaal maar<br />
om de sfeer. In de boord zie je soms<br />
wel figuren maar die zijn net zoals de<br />
afbeelding in het midden vooral als<br />
versiering bedoeld.<br />
Lees meer over druiven, granaatappels<br />
en wild in je ingrediëntenwijzer.<br />
32. Robrecht de Nole,<br />
Borstbeeld van aartshertog<br />
Albrecht, 17 de eeuw.<br />
Dit kleine borstbeeld toont Albrecht<br />
in een fantastische plooikraag. Tijdens<br />
zijn regentschap heerste er in onze<br />
streken een relatieve vrede en welvaart.<br />
De textielindustrie bloeide op, wat de<br />
mode van deze kragen ten goede kwam.<br />
Een tikkeltje onpraktisch waren ze wel,<br />
vooral aan tafel. Je moest enorm handig<br />
zijn om zonder morsen een hap naar je<br />
mond te brengen. Voor het eerst in de<br />
geschiedenis at men met vorken.<br />
Lees meer over de vork in<br />
je eet(cultuur)wijzer.<br />
33. Wandtapijt met Vertumnus<br />
en Pomona, 17 de eeuw.<br />
In dit renaissance wandtapijt zie je twee<br />
geliefden uit een verhaal van Ovidius.<br />
Na lang aandringen heeft de god Vertumnus<br />
het hart van de nimf Pomona<br />
veroverd en nu gaat hij haar helpen in<br />
de tuin. Achter hen in de boomgaard is<br />
de appelpluk al begonnen. In de boord<br />
zie je naast plaatselijke fruitsoorten ook<br />
enkele citrusvruchten die het mediterrane<br />
karakter van dit verhaal benadrukken.<br />
Lees meer over appels, kersen,<br />
druiven, noten, peren en citrusvruchten<br />
in je ingrediëntenwijzer.<br />
34. Zilveren plooivork en lepel,<br />
17 de eeuw.<br />
Deze plooivork met monteerbare lepelbak<br />
is gemaakt in zilver en behoorde<br />
toe aan een edele dame of heer. Werd<br />
je uitgenodigd op een feest, dan werd<br />
je verondersteld zelf tafelgerei bij te<br />
hebben. Dit soort plooivork kon gemakkelijk<br />
opgeborgen worden in de binnenzak<br />
van je mantel.<br />
Lees meer over de vork in<br />
je eet(cultuur)wijzer.<br />
35. Wandtapijt met rustende<br />
Orpheus, 17 de eeuw.<br />
Orpheus, een figuur uit de Griekse my-
thologie, was een heerlijke zanger die<br />
zelfs de dieren betoverde met zijn stem.<br />
Ze verzamelden zich rond hem om te<br />
komen luisteren. In deze voorstelling<br />
rust hij even uit en de natuur gaat zijn<br />
gewone gangetje. Je kan rustig alle dieren<br />
en planten bekijken.<br />
Lees meer over kersen, vijgen,<br />
wild in je ingrediëntenwijzer.<br />
36. Zilveren boot, 17 de eeuw.<br />
Deze mooie boot is een zoutvat. Het<br />
ruim is afgedekt omdat de heren die<br />
dit zoutvat gebruikten op hun hoede<br />
waren voor gif. Het was in die tijd<br />
niet ongewoon dat edelen, koningen,<br />
pausen of kardinalen elkaar naar het<br />
leven stonden. Een vijandig gezinde<br />
kon ongemerkt arsenicum bij het zout<br />
doen. Je zag het niet, het was geurloos<br />
en smaakloos.<br />
Lees meer over zout in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
37. Houten binnendeur met lijst,<br />
17 de eeuw.<br />
Deze prachtige, donker eikenhouten<br />
deur staat in een lijst met aan weerskanten<br />
gedraaide zuiltjes omslingerd met<br />
wijnranken. Let op de fijn uitgesneden<br />
bladeren en druiven. De datum “1633”<br />
staat in een cartouche bovenaan.<br />
Lees meer over druiven in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
38. Zwitserse kachel in faience,<br />
17 de eeuw.<br />
De kachel in deze huiskamer komt uit<br />
Zwitserland. De tegels zijn beschilderd<br />
met bloemen, fruit en groenten. Als je<br />
goed kijkt, ontdek je bovenaan rechts<br />
een citroen. Deze citrusvrucht maakte<br />
al lang deel uit van ons voedsel, maar<br />
erg populair was hij niet tot aan de ontdekking<br />
van de vitamine C in de 20ste<br />
eeuw.<br />
Lees meer over citroenen in<br />
je ingrediëntenwijzer.<br />
39. Eikenhouten tafel op<br />
bolpoten, 17 de eeuw.<br />
Dit soort massieve tafel werd pas populair<br />
in de 17 de eeuw. Voordien was<br />
de tafel geen vast onderdeel van het<br />
interieur. Nodigde je iemand uit om<br />
te blijven eten dan legde je planken op<br />
schragen en op het einde van de avond<br />
zette je alles weer netjes weg.<br />
Lees meer over de tafel in<br />
je eet(cultuur)wijzer<br />
40. Wandtapijt over de terugkomst<br />
van Briseus, 17 de eeuw.<br />
Dit wandtapijt werd gemaakt naar olieverfschetsen<br />
van Pieter Paul Rubens.<br />
Achiles die zijn geliefde Briseus verwelkomt,<br />
is blij en tegelijk droevig. Achter<br />
de held zie je het sterfbed van Patrocles,<br />
de vriend van Achiles. Toch is het de<br />
beeldschone Briseus die centraal staat<br />
en de sfeer van dit barokke wandtapijt<br />
bepaalt. In de boord zien we talloze<br />
vruchten en bloemen.<br />
Lees meer over druiven, granaatappels,<br />
peren, perziken, sinaasappelen<br />
in je ingrediëntenwijzer.<br />
41. Wandtapijten over<br />
het leven van Zenobia, 17 de eeuw.<br />
Twee van deze vier wandtapijten over<br />
Zenobia gaan over haar huwelijk met<br />
Odentatus. De plechtigheden spelen<br />
zich buiten af onder baldakijnen. Een<br />
overvloed aan florale en architecturale<br />
9
10<br />
versieringen en enkele elegante figuren<br />
zorgen voor een barokke sfeer. De festoenen<br />
met bloemen en fruit lopen over<br />
vanuit de rand naar het middenveld.<br />
Lees meer over granaatappels, look,<br />
peren, suiker in je ingrediëntenwijzer.
2.Ingrediëntenwijzer:<br />
wat zit er in mijn stoofpotje?<br />
Aardbei<br />
lekker: aardbeien met<br />
yoghurt en suiker<br />
Wandtapijt met<br />
Sint-Anna-ten-drieën, 16 de eeuw.<br />
Kleine bosaardbeitjes groeien aan de<br />
voeten Sint-Anna, Maria en Jezus. De<br />
aardbei zoals wij die kennen ontstond<br />
pas in de 18de eeuw door een kruising<br />
van twee uitheemse soorten uit Chili en<br />
Virginia. De bosaardbei, die nog steeds<br />
voorkomt in onze streken is veel kleiner<br />
en minder zoet, maar kan wel gegeten<br />
worden. De kleine vruchten hebben een<br />
frisse smaak, lekker in een vruchtensalade,<br />
in siroop of jam. Met de bladeren<br />
kan je thee maken of je kunt ze in de sla<br />
doen.<br />
Appel<br />
lekker: appeltaart<br />
en appelmoes<br />
Beeld van het Christuskind in<br />
beschilderd notenhout, 16 de eeuw.<br />
De appel in de hand van Jezus is de<br />
vrucht van de boom van kennis van<br />
goed en kwaad. Adam en Eva werden<br />
uit het paradijs gejaagd nadat ze ervan<br />
proefden. Dat je Jezus hier met diezelfde<br />
appel ziet is geen toeval. De appel<br />
werd in de middeleeuwen het symbool<br />
voor de erfzonde. De vrucht die de zondeval<br />
veroorzaakte kon nochtans net zo<br />
goed een druif of een vijg geweest zijn,<br />
afhankelijk van de bijbelvertaling. In de<br />
Latijnse tekst staat ‘malum’ wat appel<br />
betekent, maar ook kwaad. Dit paste<br />
beter in de kerkelijke visie dan bijvoorbeeld<br />
het Griekse ‘melon’ dat meloen<br />
betekent of in het meervoud borsten.<br />
Wandtapijt met Vertumnus<br />
en Pomona, 17 de eeuw.<br />
Vertumnus, de god van de seizoensveranderingen,<br />
probeerde Pomona<br />
te verleiden door het lente, zomer en<br />
herfst te laten worden. Maar Pomona<br />
maakte pas tijd voor hem in de winter,<br />
toen Vertumnus haar opzocht, verkleed<br />
als een oud vrouwtje. “Het zou de wens<br />
zijn van Venus dat jij Vertumnus een<br />
kans gaf ”, zei hij het oudje. Pas toen<br />
Vertumnus zijn vermomming afdeed,<br />
ontvlamde Pomona’s liefde. Voor ze het<br />
wist was het weer lente, zomer en herfst<br />
geweest en hingen er weer appelen aan<br />
de bomen. Die gingen Vertumnus en<br />
Pomona voortaan samen plukken. De<br />
naam Pomona komt van het Latijns<br />
‘Pomum’ wat ‘boomvrucht’ betekent.<br />
Bier<br />
lekker: konijn met bier<br />
liedje: “Iene miene mutte”<br />
Brugse pot in glas, 18 de eeuw.<br />
Bier werd meestal gemaakt van gerst<br />
of hop, aangevuld met gruit. Dat zijn<br />
kruiden zoals tijm en kamille. Soms<br />
werden ook bessen gebruikt, die de<br />
spontane gisting versnelden. Dit soort<br />
bier noemde men lambiek. Vanaf de<br />
9 de eeuw werd door Keizer Karel het<br />
11
12<br />
hopbier gepropageerd. In bier gemaakt<br />
van hop hadden bacteriën minder kans<br />
om te overleven. Hoe dan ook werd bier<br />
gekookt en gefilterd waardoor de kans<br />
op besmetting veel kleiner was dan bij<br />
gewoon putwater.<br />
Tinnen bierpul op<br />
een houten kern, 18 de eeuw.<br />
Aanvankelijk werd het bier in kloosters<br />
gebrouwen en pas vanaf de 15 de eeuw<br />
ontstonden de eerste brouwerijen die,<br />
naar Duits voorbeeld, met gist werkten.<br />
Vanaf dat moment ging de gemiddelde<br />
consumptie omhoog. In 1472 dronk de<br />
gemiddelde inwoner van Leuven 271<br />
liter bier per jaar. Ook kinderen dronken<br />
bier en in tijden van schaarste en<br />
slechte hygiëne gaf men het zelfs aan<br />
zuigelingen. Bier bevatte immers graan<br />
dat rijk was aan vitamine B.<br />
Boter<br />
lekker: boter bij de vis<br />
liedje: “Ik ben met Katootje<br />
naar de botermarkt gegaan”<br />
Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
In ‘De verdeling van de kudde’ zie je<br />
rechts een herderin met een picknickmand.<br />
Ze heeft zich neergezet voor<br />
de lunch of eet haar ontbijt. Het is zo<br />
te zien een karig maal. De oorspronkelijke<br />
betekenis van ontbiten’ is een<br />
hap “bijten uit”. Ook herders die een<br />
zware dagtaak te wachten stond, aten<br />
‘s ochtends niet meer dan enkele happen<br />
brood. Ze slikten het door met een<br />
beetje wei of kaasstremsel. ’s Middags<br />
bestond de lunch uit een boterham met<br />
kaas of boter. Boter als vetstof was typisch<br />
voor de noordelijke landen, omwille<br />
van de beperkte houdbaarheid. In<br />
Zuidelijke regio’s gebruikte men vooral<br />
olijfolie. Zuivelproducten werden in het<br />
algemeen alleen door arme mensen gegeten.<br />
Bij gebrek aan vlees was het vaak<br />
hun enige bron van proteïnen.<br />
Brood<br />
lekker: boterham met choco<br />
liedje: “Elsje, fiederelsje”<br />
Wandtapijt over het spel van<br />
de Wildemannen,15 de eeuw.<br />
De tafel is gedekt voor het vorstelijke<br />
paar met wildgebraad, wijn en broden.<br />
Onderaan in de boord van dit wandtapijt<br />
zie je een watermolen. Dit was een<br />
belangrijke uitvinding in de 9 de eeuw.<br />
Vroeger werd het graan fijngestampt<br />
en gezeefd. De bloem die dat opleverde<br />
was niet goed kneedbaar en het kostte<br />
veel moeite om er brood van te maken.<br />
Tot in de Karolingische tijd was het<br />
graan vaak zo slecht dat je er eigenlijk<br />
alleen pap van kon maken of pannenkoeken.<br />
Beeld in eikenhout van de<br />
liefdadigheid van de heilige Anna,<br />
16 de eeuw.<br />
Het armenbrood dat als aalmoes werd<br />
uitgedeeld, was een plat brood zonder<br />
gist gemaakt van rogge, haver en gierst.<br />
De boeren aten meestal roggebrood<br />
met zuurdesem en de rijken wittebrood<br />
gemaakt van tarwebloem en gist. Het<br />
brood werd per gewicht verkocht en er<br />
waren officiële broodwegers die ervoor<br />
instonden dat er niet geknoeid werd
met ingrediënten. Hoewel het vrijwel<br />
onmogelijk was om in te schatten hoeveel<br />
een brood na het bakken precies<br />
zou wegen, kon je als bakker zwaar<br />
beboet worden voor een inbreuk van<br />
minder dan 25 g.<br />
Lezenaar in eikenhout, 16 de eeuw.<br />
Het eten van armenbrood was niet<br />
ongevaarlijk. Er deed een graanschimmel<br />
de ronde waar je erg ziek van kon<br />
worden. Die schimmel heette moederkoorn,<br />
omdat vroedvrouwen het<br />
vroeger gebruikten om de weeën op<br />
gang te brengen. De ziekte heette de<br />
kriebelziekte of Sint-Antoniusvuur. Je<br />
kreeg eerst jeuk en daarna aanvallen<br />
van waanzin. Had je de kriebelziekte<br />
dan werd je op bedevaart gestuurd. Je<br />
keerde meestal gezond terug, omdat je<br />
die periode niet van het besmette brood<br />
at. De symptomen kwamen jammer<br />
genoeg terug zodra je weer brood van<br />
de dorpsbakker at.<br />
Wandtapijt metJudith en<br />
Holofernes,16 de eeuw.<br />
Onder de rijk gedekte tafel zie je een<br />
mand met brood staat waaraan een<br />
hond zich te goed doet. De vorm van<br />
het brood is rond en in het oud Nederlands<br />
heette de bakker dan ook een ‘bulleghier’,<br />
afgeleid van het woord ‘bulle’<br />
of bol. Vanaf de 15 de eeuw, toen gist<br />
algemeen in gebruik kwam, werd brood<br />
voor arm en rijk het hoofdbestanddeel<br />
van de voeding. Ongeveer 80% van het<br />
gemiddelde gezinsbudget ging naar<br />
brood.<br />
Citroen<br />
lekker: vlierbloesem limonade<br />
Zwitserse kachel in faience,<br />
17 de eeuw.<br />
In de 18 de eeuw, honderd jaar na deze<br />
kachel, verplichtte de Engelse zeemacht<br />
haar matrozen om dagelijks citroensap<br />
te drinken om hen te beschermen tegen<br />
vreselijke ziekten zoals scheurbuik en<br />
diaree. Kapitein Cook was een van de<br />
eersten die het verband zag tussen de<br />
slechte voeding aan boord en enorme<br />
sterftecijfers bij zijn bemanning. Hij<br />
ging de geschiedenis in als de ontdekker<br />
van Australië, maar werd door de<br />
matrozen op handen gedragen omwille<br />
van het feit dat hij hen allen levend<br />
terugbracht naar huis. Dit was de eerste<br />
keer in de geschiedenis! De echte weldoener<br />
in dit verhaal was de scheepskok<br />
die hen - tegen hun zin - de hele reis<br />
zuurkool te eten gaf. Zuurkool bevat net<br />
zoals citroenen veel vitamine C.<br />
Druiven<br />
lekker: blokje kaas met<br />
een druif op een prikstokje<br />
Druivenranken en druiventrossen komen<br />
erg vaak voor in kunstvoorwerpen<br />
uit de middeleeuwen en de renaissance.<br />
Meestal waren ze decoratief bedoeld,<br />
maar soms hadden ze ook een religieuze<br />
betekenis. In wandtapijten zoals<br />
Sint-Anna-ten-drieën en Christus<br />
voor Pilatus legde men zeker het<br />
verband met de kruisiging van Christus.<br />
Ook in de barokke sierkunsten<br />
maakt men gretig gebruik van slingers<br />
13
14<br />
en festons, waarin zowel bloemen als<br />
fruit waren verwerkt. In het wandtapijt<br />
over De terugkomst van Briseus<br />
benadrukken de sappige vruchten in de<br />
boord zonder twijfel de bekoorlijkheid<br />
van het meisje.<br />
Granaatappel<br />
lekker: grenadinesorbetijs<br />
Wandtapijt over de terugkomst<br />
van Briseus, 17 de eeuw.<br />
Het hoeft geen twijfel dat het fruit in de<br />
boord van dit wandtapijt over de mooie<br />
Briseus haar bekoorlijkheid moesten<br />
beklemtonen. Al van in de oudheid was<br />
de granaatappel de vrucht van de verleiding.<br />
Egyptische vrouwen maakten<br />
er liefdesdranken van en de Grieken<br />
vertelden het verhaal van de mooie<br />
Persephone die zich na het eten van zes<br />
granaatappelpitten liet verleiden door<br />
de lelijke Hades.<br />
Geelkoperen paaskandelaar,<br />
16 de eeuw.<br />
De betekenis van de verleidingskracht<br />
van de granaatappel drong zelfs door<br />
tot in de Bijbel. ‘Als het rood van een<br />
granaatappel fonkelt je lach’ staat er<br />
in het Hooglied. Exotisch fruit sierde<br />
niet alleen de hofinterieurs, maar ook<br />
de kerken. Later zag je het ook bij de<br />
rijke burgers: in kunstwerken en in<br />
prachtige fruitschalen die gewoon als<br />
decoratie op tafel stonden en waarin de<br />
granaatappel niet ontbrak.<br />
Kersen<br />
lekker: kersen aan je oren<br />
Wandtapijt met Vertumnus<br />
en Pomona, 17 de eeuw.<br />
Net onder de bovenste boord van dit<br />
wandtapijt zie je breed uitwaaierende<br />
takken van een kersenboom. De wevers<br />
kozen om zoveel mogelijk vruchten<br />
tegelijk af te beelden, hoewel hun bloeiperiode<br />
eigenlijk niet samenviel: kersen<br />
zijn veel vroeger rijp dan appelen. Op de<br />
markt kocht je in die tijd ook alleen seizoensfruit.<br />
Vers fruit ging in het beste<br />
geval enkele weken mee. Marktkramers<br />
die onfrisse kersen wilden verkopen,<br />
bevochtigden het fruit met een doek, of<br />
ze namen de vruchten even in de mond<br />
en legden ze daarna terug in de kisten.<br />
In laatste instantie verkochten ze het<br />
rottende fruit voor een zacht prijsje aan<br />
een bierhandelaar. Je kon er jam van<br />
maken, maar daar had je veel suiker<br />
voor nodig en die was duur. Fruit werd<br />
soms ook ingelegd in azijn - deze combinatie<br />
zoet - zuur was typisch voor de<br />
middeleeuwse keuken.<br />
Lamsvlees<br />
liedje: “heb je al gehoord van<br />
de hollebollewagen”<br />
Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
In ‘De verdeling van de kudde’ tellen<br />
Jakob en zijn oom Laban de schapen<br />
om ze eerlijk onder elkaar te verdelen.<br />
Jakob heeft zeven jaar voor Laban ge-
werkt en mag als beloning met Rachel<br />
trouwen. De bruiloftsmaaltijd die ooit<br />
te zien was in de rechter bovenhoek, is<br />
weggeknipt en vervangen door een paar<br />
zuilen, maar je kunt wel raden wat er op<br />
het menu stond: lamsvlees. Was je een<br />
herder, dan hield je de dieren nochtans<br />
niet in de eerste plaats voor het vlees.<br />
De bijproducten zoals: wol, melk, mest<br />
en spierkracht, brachten genoeg op.<br />
Enkel bij belangrijke gebeurtenissen<br />
werden dieren geslacht bijvoorbeeld<br />
voor een bruiloft.<br />
Linzen<br />
lekker: rode Linzensoep<br />
Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
In ‘De verzoening van Jakob en Essau’<br />
zie je hoe de twee broers het weer bijleggen<br />
na een jarenlange ruzie. Je kunt<br />
je nauwelijks voorstellen waarover hun<br />
ruzie ging: een bord linzensoep! In ruil<br />
voor dit sober maal ontfutselde Jakob<br />
namelijk van zijn oudere broer diens<br />
eerstgeboorterecht. Kennelijk had Essau<br />
veel honger of dacht hij niet dat Jakob<br />
het meende. Toen hij erop uitkwam<br />
wat hem was ontnomen werd hij van<br />
boosheid zo rood als de soep. Gelukkig<br />
konden ze op het einde van hun leven<br />
opnieuw verbroederen.<br />
Look<br />
lekker: lookboter<br />
Wandtapijten over het leven<br />
van Zenobia, 17 de eeuw.<br />
In ‘Het huwelijk van Zenobia met<br />
Odenatus’ zie je hoe de priester look<br />
verbrandt om boze geesten af te schrikken<br />
van het echtpaar. In het geval van<br />
Odenatus leverde dat weinig op. Zijn<br />
mooie, maar hebzuchtige vrouw vergiftigde<br />
hem kort na haar kroning. In<br />
die tijd kreeg je als kind ook veel look<br />
te eten om je te beschermen tegen<br />
ziekten. Deze Romeinse plantenkennis<br />
werd overgenomen door de christenen<br />
die er nog een religieuze betekenis aan<br />
toevoegden. Toen Satan het paradijs<br />
verliet, zou hij voetsporen hebben<br />
nagelaten waarin zowel look als uien<br />
opschoten. Look werd ook gebruikt om<br />
demonen, weerwolven en vampieren af<br />
te weren.<br />
(Moeder)melk<br />
lekker: voor baby’s!<br />
liedje: “klein Katrijntje”<br />
Ivoren diptiek met de verheerlijking<br />
van Maria, 14 de eeuw.<br />
Over borstvoeding in de middeleeuwen<br />
is weinig geweten. Was je een kind van<br />
adellijke ouders dan kreeg je borstvoeding<br />
van een min die thuis inwoonde.<br />
Minder rijke mensen besteedden hun<br />
kinderen uit aan jonge moeders op het<br />
platteland. Als die meisjes niet genoeg<br />
melk hadden, kregen de zuigelingen<br />
bijvoeding en dat kon slecht aflopen.<br />
Zo wist men niet dat gerstepap onverteerbaar<br />
is voor baby’s. Men deed soms<br />
beroep op kastanjemelk, wortelsap, wei<br />
(kaasstremsel) of geitenmelk. Koeienmelk,<br />
wist men algauw, was te vet voor<br />
kleine kinderen. Zelfs volwassenen<br />
dronken het niet omdat men dacht dat<br />
het slecht was voor de tanden!<br />
15
16<br />
Retabel met de familie van<br />
de heilige Anna, 16 de eeuw.<br />
Links in beeld zie je de zus van Maria,<br />
Salome, met een kind aan de borst.<br />
Borstvoeding was heel normaal bij<br />
mensen van eenvoudige afkomst zoals<br />
de familie van Maria. Ze werden<br />
bijgestaan door vroedvrouwen die bij<br />
hen inwoonden tot enkele weken na de<br />
geboorte. Een vroedvrouw uit het begin<br />
van de 16de eeuw gaf volgend advies:<br />
‘Om de vrouwen het melck te doen comen<br />
oft dat sy genoeg te suygen mag<br />
crijgen: Neem groene venkel bladeren<br />
ende maecter een decoctie (afkooksel)<br />
af in wijn ofte water; geefter die vrouwe<br />
af te drincken so wel over den maeltijt<br />
als andersins soo dicwils als ghy cont,<br />
ende sy sal overvloedich van melck<br />
worden.’<br />
Paddenstoelen<br />
lekker: gebakken in de pan met<br />
citroen en marjolein<br />
liedje: “op een grote paddenstoel”<br />
Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
In ‘De ontmoeting tussen Jakob en Rachel’,<br />
zie je de mooie Rachel te midden<br />
van haar kudde schapen staan. Jakob<br />
is samen met twee andere mannen een<br />
waterput aan het openmaken. Op een<br />
strategische plaats heeft de wever een<br />
culinair detail verwerkt: aan de voet<br />
van de boom waarnaast Rachel staat,<br />
groeien midden in beeld een handvol<br />
wilde paddenstoelen. Ongetwijfeld was<br />
Bernard van Orley, de ontwerper van dit<br />
wandtapijt, een liefhebber van kampernoelies.<br />
Peper<br />
lekker: peperkoek<br />
Houten koffertje, 15 de eeuw.<br />
Was je een adellijke heer of dame, dan<br />
bewaarde je de kruiden voor het eten<br />
in een specerijendoos die je overal mee<br />
naartoe nam. Peper was in de 15de eeuw<br />
zo duur dat je er goed aan deed om hem<br />
achter slot te bewaren. Peper en andere<br />
kruiden vormden de aanleiding tot<br />
bloedige oorlogen en ook de ontdekkingstochten<br />
naar de nieuwe wereld<br />
(Amerika) stonden in het teken ervan.<br />
Tinnen zout- en pepervaatjes,<br />
19 de eeuw.<br />
Als je peper op tafel had staan, dan was<br />
je een rijk iemand. Ook het schaaltje<br />
waarin de peper werd opgediend was<br />
meestal erg elegant, want men maakte<br />
er graag een hebbedingetje van. Meestal<br />
had je een set van drie schaaltjes: eentje<br />
voor peper, eentje voor zout en eentje<br />
voor mosterd. Die dingen werden al<br />
snel verzameld. Koningin Elizabeth van<br />
Engeland nam steevast de zout- en pepervaatjes<br />
van haar gastheer mee als ze<br />
ergens ging eten.<br />
Sinaasappel<br />
lekker: sinaasappel met kaneel<br />
liedje: “appeltjes van oranje”<br />
Wandtapijt over de terugkomst<br />
van Briseus, 17 de eeuw.<br />
De sappige vruchten in de boord van dit
wandtapijt moeten zonder twijfel de<br />
bekoorlijkheid van het meisje Briseus<br />
benadrukken, maar ook de welstand<br />
van de opdrachtgever van dit kunstwerk.<br />
In de 17 de eeuw waren sinaasappelen<br />
nog exotisch fruit. Het woord<br />
sinaasappel komt van ‘china-appel’.<br />
Marco Polo proefde er voor het eerst<br />
een in de 14 de eeuw. Later brachten handelaren<br />
pitjes mee, die zorgden voor de<br />
verspreiding van de vrucht in Europa.<br />
Het stond heel stijlvol om een eigen sinaasappelboom<br />
te hebben in een soort<br />
serre die men ‘orangerie’ noemde.<br />
Sla<br />
lekker: sla met gebakken reepjes spek<br />
Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
Heb je zin om in deze wandtapijten alle<br />
eetbare gewassen op te zoeken? Je zou<br />
er even werk mee hebben. De wevers<br />
kenden hun planten heel goed omdat<br />
ze zelf vaak bloemen, zaden of wortels<br />
fijnmaalden voor het maken van<br />
kleurstoffen. Heel wat bloemen werden<br />
vers gegeten in een sla of zomaar uit de<br />
hand. Sla als bladgroente ontwikkelde<br />
zich uit verschillende wilde soorten zoals<br />
zurkel en rucola. Doorgaans waren<br />
ze bitterder van smaak en het was dan<br />
ook de gewoonte om er een zoet vinaigrette<br />
sausje bij te doen. Het aloude<br />
recept van vinaigrette - drie delen olie<br />
tegen één deel azijn - kwam al voor in<br />
Romeinse kookboeken.<br />
Snoep<br />
lekker: gedroogd fruit<br />
liedje: “Jantje zag eens<br />
pruimen hangen”<br />
Retabel met de familie van<br />
de heilige Anna, 16 de eeuw.<br />
Zoethout of ‘kalissenhout’ bestaat nog<br />
altijd, al heeft het als snoep wat aan<br />
populariteit ingeboet ten aanzien van<br />
ander en kleurrijker suikergoed. De<br />
wortelstok van de zoethoutplant bevat<br />
een zoetstof die 30 tot 50 keer zo sterk<br />
is als suiker, maar die niet schadelijk is<br />
voor de tanden. Het sap uit de wortel<br />
wordt ook gebruikt als grondstof voor<br />
drop.<br />
Wandtapijt over het spel van<br />
de Wildemannen,15 de eeuw.<br />
In de onderste boord van dit wandtapijt<br />
zie je boeren met een beienkorf.<br />
Het verzamelen van honing gaat heel<br />
ver terug in de geschiedenis, minstens<br />
8000 jaar geleden. In de middeleeuwen<br />
werd honing niet alleen ingezet als<br />
zoetmiddel, maar ook als geneesmiddel<br />
en liefdesdrank. Hippocras, een oude<br />
drank op basis van wijn, honing, kaneel<br />
en gember, was gekend in heel middeleeuws<br />
Europa.<br />
Houten preekstoel, 15 de eeuw.<br />
Dat Johannes net zoals Jezus uit de<br />
Joodse traditie stamt, blijkt duidelijk<br />
uit het verhaal over zijn afzondering<br />
in de woestijn en meer bepaald uit zijn<br />
eetgewoonten daar. Hij leefde naar men<br />
zegt op honing en sprinkhanen. In de<br />
Joodse traditie is honing het symbool<br />
voor het nieuwe jaar. Het ‘land van<br />
17
18<br />
melk en honing’ is de beschrijving<br />
van het beloofde land (Jeruzalem). De<br />
sprinkhaan is het enige gevleugelde<br />
insect dat koosjer is om te eten. De gewoonte<br />
om sprinkhanen te eten komt<br />
overigens vanuit het Oosten.<br />
Wandtapijt met Vertumnus<br />
en Pomona, 17 de eeuw.<br />
Noten en vruchten, al dan niet gedroogd,<br />
at je tussendoor als snoep of<br />
tijdens een banket bij het nagerecht.<br />
In de Noordelijke Nederlanden kon je<br />
verschillende inheemse notensoorten<br />
vinden zoals walnoten, okkernoten, hazelnoten<br />
en kastanjes. Andere soorten<br />
zoals amandelnoten werden ingevoerd<br />
vanuit het zuiden. Amandelpoeder en<br />
amandelmelk werden gebruikt bij het<br />
bereiden van gebak en marsepein.<br />
Suiker<br />
lekker: rijstpap met bruine suiker<br />
liedje: “hop Marjanneke”<br />
Onze suiker werd ingevoerd vanuit<br />
de Arabische wereld. De Arabieren<br />
ontdekten het suikerriet in India en de<br />
naam ‘suiker’ kwam van het Sanskriet:<br />
‘sjarkara’. De teelt kwam via Italië naar<br />
Europa in de 14 de eeuw. Nog eeuwen<br />
daarna handhaafde Sicilië een monopoly<br />
op de suikerhandel.<br />
Wandtapijten over het leven<br />
van Zenobia, 17 de eeuw.<br />
Valt het je op dat er tijdens ‘Het bruiloftsmaal<br />
van Zenobia en Odenatus’<br />
opvallend weinig eten op tafel stond?<br />
Morsige banketscènes pasten niet meer<br />
in de nette interieurs van de 17de eeuw.<br />
Net binnen handbereik van de mollige<br />
Zenobia staat wel een schaaltje met<br />
suiker. Dit kleinood bewijst dat het deze<br />
rijke dame aan niets ontbrak, want suiker<br />
betekende rijkdom. De marktprijs<br />
van suiker daalde in de 17de eeuw wel<br />
eventjes door de Engelse rietplantages<br />
op de Caribische eilanden. Na de Franse<br />
revolutie en de Britse blokkade werd het<br />
weer duurder. Men ging op zoek naar<br />
vervangingsproducten en ontdekte de<br />
suikerbiet. Die zorgde ervoor dat suiker<br />
in de 18de eeuw gemeengoed werd.<br />
Uien<br />
lekker: Uiensoep<br />
liedje: “de boer die roert zijn soep”<br />
Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
In het wandtapijt ‘De verdeling van de<br />
kudde’, zit rechts onderaan een herdersvrouw<br />
te eten. Ze heeft een picknickmand<br />
meegebracht, waaruit ze net een<br />
half brood heeft gehaald. Naast haar<br />
in de boord prijkt een bosje uien. Voor<br />
de arme boeren waren uien de belangrijkste<br />
bron van vitamines en calcium.<br />
Uien die in de herfst geoogst waren,<br />
bedierven niet voor het einde van de<br />
winter. Door hun hoge suikergehalte<br />
bevroren ze niet en je kon ze lang bewaren.<br />
Uiensoep was dan ook een gerecht<br />
dat vooral in de winter erg gesmaakt<br />
werd.
Varkensvlees<br />
lekker: hutsepot<br />
liedje: “bim bam Beieren”<br />
Eikenhouten beeld van de heilige<br />
Bartholomeus, 13 de eeuw.<br />
De <strong>Heilige</strong> Bartholomeus predikte wellicht<br />
nog de Joodse voedselwetten die<br />
dateren van de tijd dat Mozes zijn volk<br />
uit Egypte leidde. Het eten van varkensvlees<br />
werd toen afgeraden omdat dit<br />
schadelijk of zelfs dodelijk kon zijn bij<br />
grote hitte. Daar zit een kern van waarheid<br />
in: onverzadigde vetten belemmeren<br />
het lichaam immers om water op te<br />
nemen.<br />
Venkel<br />
lekker: pasta met gebakken venkel<br />
Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
In ‘Het vertrek en de droom van Jakob’<br />
zie je Jakob die uitrust nadat hij een<br />
hele dag heeft gelopen. Hij vluchtte<br />
weg van huis om de woede van zijn<br />
oudere broer Essau te ontlopen. Terwijl<br />
hij uitrustte, kreeg hij een droom over<br />
engelen die hem gerust stelden. Zie je<br />
de engelen? Zie je ook ergens venkel?<br />
Via middeleeuwse handelsroutes kwam<br />
deze groente rond de 10 de eeuw vanuit<br />
Azië in Europa terecht. In de mediterrane<br />
wereld kende men de plant al langer.<br />
Prometheus, de Griekse held, had<br />
immers de stam van een venkelplant<br />
gebruikt om het vuur van de goden te<br />
stelen.<br />
Vijgen<br />
lekker: verse vijgen in prosciuto<br />
Wandtapijten over de geschiedenis<br />
van Jakob, 16 de eeuw.<br />
De vijgen in de boordversieringen van<br />
deze wandtapijten verwijzen wellicht<br />
naar de mediterrane smaak van de<br />
ontwerpers. De vijg is een van de oudst<br />
bekende vruchten van de wereld. Verse<br />
vijgen kon je in onze streken niet kopen,<br />
maar wel gedroogde. De uitdrukking<br />
“Vijgen na Pasen” houdt verband<br />
met de vastenperiode. De kerk schreef<br />
voor dat je dan geen fruit mocht eten,<br />
maar wel gedroogde vijgen. In de weken<br />
voor Pasen at je er zo veel van dat je<br />
er na Pasen, als je weer andere dingen<br />
mocht eten, eventjes genoeg van had.<br />
Vis<br />
lekker: vis met citroensap en<br />
koriander<br />
liedje: “handjes draaien”<br />
12. Claudio Villa en Gentina Solaro,<br />
Passieretabel, 15 de eeuw.<br />
Christus en Simon zitten aan tafel met<br />
een boord waarop twee vissen liggen.<br />
Ze geven het goede voorbeeld. Middeleeuwers<br />
aten enorm veel vis - niet noodzakelijk<br />
omdat ze dat lekker vonden,<br />
maar omdat de kerk dat voorschreef.<br />
Iedere vrijdag en zaterdag gold het<br />
vleesverbod en er moest gevast worden<br />
tussen Aswoensdag en Pasen, op de<br />
kruisdagen, tijdens de advent en op de<br />
vigilies. Als je al die dagen optelt zijn<br />
dat meer dan vijf maanden per jaar of<br />
130 visdagen.<br />
19
20<br />
Engel met wapenschild, 15 de eeuw.<br />
Een adellijke familie koos deze snoek<br />
om hun wapenschild te versieren, wellicht<br />
om hun godvruchtigheid te benadrukken.<br />
Was je een goede Christen dan<br />
moest je de visdagen in acht nemen. Je<br />
mocht alles eten wat zwom: snoek, barbel,<br />
prik, karper, paling, louw, bruinvis,<br />
rog, platvis, spiering, elft, kabeljauw,<br />
labberdaan, heilbot, rode poon, schelvis,<br />
brasem, zalm en haring. In de 15de<br />
eeuw werd via de haven van Brugge<br />
1500 ton haring per jaar ingevoerd vanuit<br />
de Oostzee gebieden.<br />
Wijn<br />
lekker: peterseliewijn<br />
liedje: “klappen in de handjes”<br />
Wandtapijt met Judith<br />
en Holofernes,16 de eeuw.<br />
Kijk hoe de twee disgenoten bovenaan<br />
dit wandtapijt vorstelijk bediend worden<br />
door wijnschenkers en ander tafelpersoneel.<br />
De invloedrijke Joodse dame<br />
heeft zelfs haar eigen dienstmaagd<br />
meegebracht - ze staat rechts van de<br />
tafel met een zilveren kruik wijn in de<br />
hand. Deze kruik wijn is belangrijk<br />
in het verhaal, aangezien Judith haar<br />
gastheer met deze wijn dronken voert<br />
en hem daarna in de slaapkamer om het<br />
leven brengt.<br />
Glazen roemer, 17 de eeuw.<br />
Het woord roemer komt van het Duitse<br />
woord ‘Römer’ en betekent letterlijk<br />
een Romein. In onze streken werden dit<br />
soort glazen gemaakt vanaf ongeveer<br />
het jaar 1000 tot het begin van de 18de<br />
eeuw. Valt het je op dat het glas een<br />
beetje groen is? Dat komt omdat het<br />
gemaakt werd van woudzand dat veel<br />
hout bevat en tijdens het smelten groen<br />
kleurde. De noppen op de voet van het<br />
glas dienden om het glas stevig vast te<br />
houden, ook als je vettige handen had.<br />
Wildgebraad<br />
lekker: wildpastei<br />
Wandtapijt met Judith<br />
en Holofernes,16 de eeuw.<br />
Op de tafel staan schotels vol wildgebraad.<br />
Overal in Europa en in de<br />
mediterrane wereld was men dol op<br />
wild. De jacht was een privilege dat<br />
alleen de adel toekwam en als je wild<br />
kon aanbieden wees dat op een zeker<br />
prestige. Holofernes liet zijn kok een<br />
konijn klaarmaken, een everzwijn en<br />
een vogel. Was het een eend of een kip<br />
of een ander dier met vleugels? Men at<br />
in die tijd alles wat vloog, ook zwanen,<br />
reigers, vinken en mussen.
Wortel<br />
lekker: geraspte wortel<br />
met rozijnen<br />
Glasraam met Christus in<br />
de olijfhof,14 de eeuw.<br />
Allerlei groenten zoals komkommers<br />
en wortelen zijn in de loop van de tijd<br />
sterk van vorm en smaak veranderd.<br />
Wortels in de oudheid en de middeleeuwen<br />
waren niet oranje maar wit, paars<br />
of donkerrood. Ze waren ook bitterder<br />
en smaakten een beetje zoals radijzen.<br />
Zout<br />
lekker: zachtgekookt eitje met zout<br />
Beeld van de <strong>Heilige</strong> Lambertus in<br />
noten- en eikenhout, 16 de eeuw.<br />
Het zoutvat uit het verhaal van Sinterklaas<br />
kan je vergelijken met onze huidige<br />
koelkast. Dat er af en toe kinderen in<br />
werden gestopt, wijst erop dat er tekort<br />
was aan ander vlees. Je kon ook vis of<br />
groenten pekelen. Door het eten met<br />
zout te bestrooien droogde het uit ging<br />
het minder snel rotten. Deze gepekelde<br />
lekkernijen waren erg duur omdat zout<br />
duur was. Het moest worden ingevoerd<br />
– bijvoorbeeld vanuit de zoutmijnen bij<br />
Salzburg.<br />
Wandtapijt met Christus<br />
voor Pilatus, 16 de eeuw.<br />
Ons woord voor salaris (maandloon)<br />
komt van het Latijn en betekent letterlijk<br />
zoutrantsoen. Romeinse soldaten<br />
werden gedeeltelijk uitbetaald in zakken<br />
zout. In de middeleeuwen werden<br />
de rijken belast op hun zoutvoorraad.<br />
Was je arm dan moest je met een minimum<br />
aan zout proberen rond te komen.<br />
Net zoals bij een tekort aan vitamine<br />
C, kon je ernstige ziek worden door te<br />
weinig zout te eten. Krop bijvoorbeeld<br />
zorgde dat je moeilijk kon slikken of<br />
ademen. Vandaag ligt het probleem eerder<br />
omgekeerd: te veel aan zout wordt<br />
gezien als de oorzaak van veel hart- en<br />
vaatziekten.<br />
Zilveren boot, 17 de eeuw.<br />
Je kunt zout in de natuur in de grond<br />
vinden op plaatsen waar lang geleden<br />
binnenzeeën zijn opgedroogd en de<br />
zoutmijn bij Salzburg is zo een plaats,<br />
genoemd naar het Duitse woord ‘salz’<br />
(zout). Het beste en duurste zout kwam<br />
van de Middellandse Zee. Men vulde<br />
grote bassins met vers zeewater en zette<br />
deze in de zon totdat er een dun vlies op<br />
kwam dat men ‘fleur de sel’ (zoutbloem)<br />
noemde. In Bretagne en de Camargue<br />
werd sinds de Romeinse tijd zout gewonnen.<br />
21
22<br />
3. Eet(cultuur)wijzer:<br />
tafeltje dek je, ezeltje strek je<br />
Beleefdheidsregels<br />
Wandtapijt over het spel van<br />
de Wildemannen,15 de eeuw.<br />
De wildemannen werden afgeschilderd<br />
met een dierenvacht en blootsvoets.<br />
Maar aan tafel gedroegen ze<br />
zich blijkbaar keurig. Er heerste in de<br />
middeleeuwen en de daarop volgende<br />
eeuwen dan ook een strikte etiquette.<br />
‘Niet vloeken als er een vlieg in je soep<br />
drijft’, schreef Erasmus in zijn traktaat<br />
over wellevendheid (1526). ‘De hond niet<br />
aaien met de hand waarmee je eet’ en ‘Je<br />
neus niet snuiten in het tafellaken’. Het<br />
was anders wel de gewoonte om te applaudisseren<br />
als iemand een wind had<br />
gelaten. ‘Een goddelijke wind legt men<br />
niets in de weg’, zei men.<br />
Banketten<br />
Wandtapijt met Judith en<br />
Holofernes,16 de eeuw.<br />
Deze maaltijdscène met Judith en Holofernes<br />
is geen onderonsje. Het is een<br />
heus banket met verschillende gasten<br />
en een hoop personeel. Dat ze allemaal<br />
aan een kant van de tafel zitten is geen<br />
pose voor de kunstenaar. Dat deed men<br />
om de muzikanten, dansers en narren<br />
beter te kunnen zien. Tijdens de maaltijd,<br />
die verschillende uren kon duren,<br />
werd niet gepraat, maar men danste wel<br />
tussen de menugangen. Kreeg je een<br />
stoel of bankje, dan was je een geëerde<br />
gast. Het woord banket komt van het<br />
Franse ‘banquet’ (bankje). Anders stond<br />
je recht, zoals de dienstmaagd van Judith<br />
(rechts).<br />
Wandtapijt over de slag van<br />
Roncevaux, 15 de eeuw.<br />
Het fameuze banket van de fazant in<br />
1454 illustreert hoe de keizer mankrachten<br />
en sponsors ronselde voor de kruistochten.<br />
Voor zijn gasten werden verschillende<br />
dorpen tegelijk uitgekocht:<br />
900 witte broden, 4800 fijne broden, 6<br />
kuipen Germolewijn, 24 kuipen Beaune<br />
wijn, 2 kuipen Hippocras, 800 kippen<br />
pastijen, 1600 braadvarkens, 1600 stukken<br />
kalfsgebraad, 1600 ramsbouten,<br />
400 stuks wild gevogelte, 600 pastijen,<br />
1400 konijnen, 400 reigers, 36 pauwen,<br />
6 paarden.<br />
Bord (teljoor)<br />
Geborduurd antependium,<br />
16 de eeuw.<br />
De gasten van de bruiloft in Kana kregen<br />
geen borden maar dikke sneden<br />
brood die als bord dienst deden. Zoiets<br />
noemde men in de middeleeuwen een<br />
‘teljoor’ van het Franse woord ‘tailler’<br />
(snijden). Het brood was te hard om er<br />
je tanden in te zetten, maar je kon er<br />
sauzen op scheppen. Zelfs rijke mensen<br />
hadden meestal niet genoeg servies in
huis voor hun gasten. Daarom was het<br />
gebruikelijk dat echtparen samen aten.<br />
Je deelde je bord of nap natuurlijk het<br />
liefst met iemand die je aardig vond.<br />
Exotisme<br />
Houten beeld van Maria met<br />
een Moorse soldaat, 16 de eeuw.<br />
De term ‘moor’ betekende een moslim<br />
of Afrikaan in de middeleeuwen. Ondanks<br />
de vijandige instelling tegenover<br />
de moslims, had de beeldhouwer oog<br />
voor details in de kledij van de soldaat.<br />
Zowel de vijandschap als het respect<br />
voor de islamitische cultuur kwam<br />
wellicht voort uit hun monopolie op de<br />
handel in specerijen. Dankzij de Arabieren<br />
kwam Europa in aanraking met een<br />
heel nieuw soort verfijning en smaak:<br />
olijven, kaas, gevulde druivenbladeren,<br />
gekonfijt fruit, amandelgebak. Hoe<br />
kwam Sinterklaas anders aan denk je?<br />
Gezond<br />
Wandtapijten over de<br />
geschiedenis van Jakob, 16 de eeuw.<br />
Gek genoeg aten de boeren in de vroege<br />
middeleeuwen doorgaans beter dan<br />
de rijken in de steden of aan het hof.<br />
Stoofpotjes en soep zijn duizenden<br />
jaren oud en bevatten alles wat je nodig<br />
hebt om te overleven. Toch klaagden<br />
de boeren vaak dat ze niets te eten hadden.<br />
Men dacht namelijk dat groenten<br />
geen voedingswaarde hadden en als je<br />
de kans kreeg at je spek, eieren of vis.<br />
Aan het hof at men te veel vlees, te veel<br />
suiker en te veel zout en dronk men te<br />
veel wijn.<br />
Ketel<br />
Geelkoperen ketel op drievoet,<br />
15 de eeuw.<br />
Dit soort ketels waren kostbaar en arme<br />
mensen kookten hun gerechten vaak<br />
nog in een lederen kookzak. Je gooide<br />
een kapotte ketel nooit weg, maar liet<br />
een ketellapper komen die de versleten<br />
plekken ‘oplapte’ door er een lap tin<br />
op te solderen. De ketellapper was een<br />
rondreizende ambachtsman en hij werd<br />
‘ketelboeter’ of ‘pannenboeter’ genoemd.<br />
‘Boeten’ is het oude woord voor<br />
repareren.<br />
Kookboeken<br />
Eikenhouten beeld van de<br />
heilige Bartholomeus, 13 de eeuw.<br />
Het zou wat minnetjes zijn om de Bijbel<br />
af te doen als een kookboek, maar als<br />
je graag wil weten wat er werd gegeten<br />
door de christelijke voorvaderen ben<br />
je er aan het juiste adres. Verhalen over<br />
manna (korianderzaad) en gedroogde<br />
sprinkhanen hoeven je de eetlust niet<br />
te ontnemen, er komen ook sappige<br />
stukjes in voor. De Bijbel had een grote<br />
invloed op de middeleeuwse keuken<br />
want de spijswetten bepaalden op welke<br />
dagen je vlees mocht eten en op welke<br />
dagen niet,<br />
De eerste echte kookboeken werden met<br />
de hand geschreven en waren erg duur.<br />
Was je een boer dan ging je eenvoudig<br />
aan de slag met wat je in huis had en<br />
met wat je van je grootouders wist over<br />
lokale gewassen. Zelfs de Koninklijke<br />
kok gebruikte geen kookboek. Als hij al<br />
23
24<br />
kon lezen, dan waren de instructies niet<br />
praktisch en de hoeveelheden te vaag.<br />
Een kookboek was een hebbedingetje<br />
voor de vorst die ermee pronkt bij zijn<br />
gasten, net zoals hij met zijn tafelzilver<br />
pronkte.<br />
Specerijen<br />
Eikenhouten hangkastje,<br />
16 de eeuw<br />
Met specerijen bedoelde men niet<br />
de gewone kruiden uit de tuin, maar<br />
exotische planten, fijngemalen zaden,<br />
wortels en bloemknoppen uit verre<br />
landen: foelie, gember, kaneel, kardemom,<br />
kruidnagel, nootmuskaat, peper,<br />
vanille en saffraan. Saffraan was onmisbaar<br />
in de laat middeleeuwse keuken als<br />
kleurstof (geel) en als smaakstof. Het<br />
werd gemaakt van de meeldraden van<br />
krokussen en het was een van de duurste<br />
specerijen die bestonden.<br />
Tafel<br />
Eikenhouten tafel op bolpoten,<br />
17 de eeuw.<br />
Vroeger was de tafel geen vast onderdeel<br />
van het interieur. Het was niet<br />
meer dan een plank die bij speciale<br />
gelegenheden op schragen werd gezet,<br />
precies zoals de uitdrukking “de tafel<br />
zetten” beschrijft. In een boerengezin<br />
was er dikwijls geen tafel. Men at gezeten<br />
op krukjes met kleine plankjes op<br />
de knieën. In grote kasteel- of kloosterkeukens<br />
waren er wel vaste tafels,<br />
meestal voorzien van lange banken aan<br />
weerszijden.<br />
Vork<br />
Robrecht de Nole, Borstbeeld van<br />
aartshertog Albrecht, 17 de eeuw.<br />
Het is niet toevallig dat het model van<br />
de vork met drie tanden populair werd<br />
in de 17 de eeuw. Dat had alles te maken<br />
met de mode van de plooikragen die in<br />
die tijd overwaaide vanuit het Spaanse<br />
hof. Deze kragen werden gemaakt van<br />
meterslange repen fijn linnen, batist<br />
of kant. Om niet verstrikt te raken in<br />
de stof of de kraagijzers, droegen de<br />
jongens hun haar kort en de meisjes<br />
kamden hun haren omhoog. Ook<br />
de tafelgewoonten moesten worden<br />
aangepast aan deze kledij. In de rijke<br />
milieus deden de vorken voor het eerst<br />
hun intrede.<br />
Wasbekken<br />
(Lavoor)<br />
Geborduurd antependium,<br />
16 de eeuw.<br />
Bij feestmaaltijden stonden verschillende<br />
lavoren discreet opgesteld in de<br />
eetzaal. De uitdrukking ‘Manus lavat<br />
manum’ (de ene hand wast de andere)<br />
slaat op het handgewriemel tussen<br />
jongens en meisjes die zich even terugtrekken<br />
uit de feestvreugde om samen<br />
hun handen te gaan wassen. Wilde je<br />
iemand uitnodigen om samen naar het<br />
‘lavoor’ te gaan, dan zei je op zachte<br />
toon: “Gawi dwaen ic ende ghi te gader”.<br />
“Dwaen” betekent hier “wassen”,<br />
niet “dwijlen”.
26<br />
5. Liedjes: hop Marjanneke,<br />
stroop in ‘t kanneke”<br />
Vier weverkens<br />
Vier weverkens zag men ter botermarkt<br />
gaan en de boter, die was er zo diere. Zij<br />
hadden geen duitje meer in hunne tas<br />
en ze kochten een pond sa vieren. Schiet<br />
spoele, sjerrebekke, spoelza. Djikke djakke,<br />
kerrekoltjes, klits klets. En ze kochten<br />
een pond sa vieren.<br />
En als zij dat boterken hadden gekocht,<br />
zij en hadden nog geen platelen. Zij spraken<br />
dat vrouwken zo vriendelijk aan, om<br />
hun boter in vieren te delen. Refrein. Om<br />
hun boter in vieren te delen.<br />
« Wel geren, » zei ‘t vrouwken, « zal ik<br />
u dat doen. Ja, zo wel als een vrouwken<br />
vol eren. Want wel weet ik, wat er de<br />
weverkens zijn en de weverkens zijn geen<br />
heren. Refrein. « En de weverkens zijn<br />
geen heren. »<br />
Wat zouden de weverkens dan heren zijn.<br />
Zij en hebben noch goed noch erven. En<br />
kruipt er een muisken in hunne schapraai,<br />
van honger zo moet het er sterven.<br />
Refrein. Van honger zo moet het er sterven.<br />
En als dan dat muisken gestorven<br />
zal zijn, waar zullen zij dat begraven? Al<br />
onder de weverkens hun getouw, en het<br />
grafken zal rozekens dragen. Refrein. En<br />
het grafken zal rozekens dragen.<br />
Katootje<br />
Ik ben met katootje naar de botermarkt<br />
gegaan naar de botermarkt gegaan en<br />
ze kon maken wat ze wou (...) ze maakte<br />
van boter een dominee, een dominee<br />
pardoes (...) een wafelvrouw, een boze<br />
heks, een kastelein, een barones, een<br />
lichtmatroos, een dikke meid, een oude<br />
heer pardoes. In de kerk, in de kerk zei<br />
de dominee, kom maar binnen, kom<br />
maar binnen zei de wafelvrouw, ik zal<br />
je pakken, ik zal je pakken, zei de boze<br />
heks, eerst betalen, eerst betalen zei de<br />
kastelein, in de suite, in de suite zei de<br />
barones, mooie benen, mooie benen zei<br />
de lichtmatroos, lekker zoenen, lekker<br />
zoenen zei de dikke meid, wees voorzichtig,<br />
wees voorzichtig zei de oude heer. De<br />
domidominee de domidominee en mijn<br />
zuster die heet Kee.<br />
Bim bam beieren<br />
Bim bam beieren, de koster lust geen<br />
eieren. Wat lust hij dan? Spek in de pan!<br />
Dat komt van al dat meieren.<br />
Men bedoelde het “hertogdom Beieren”.<br />
Dit liedje dateert mogelijk van<br />
het einde van de 17de eeuw toen Max<br />
Emanuel, bijgenaamde De Blauwe<br />
Keurvorst van Beieren, landvoogd<br />
van de Spaanse Nederlanden was.<br />
Het bevat dus naast een ludieke<br />
boodschap over de vette koster wellicht<br />
ook een politieke boodschap.<br />
“Meieren” heeft twee betekenissen:<br />
zeuren (preken) of: pachtgeld innen.<br />
De meier was een beambte in dienst<br />
van de landsheer die de pachten controleerde<br />
en was niet graag gezien<br />
door de boeren.
Juju paardje<br />
Juju paardje. Trek maar aan mijn staartje.<br />
Ik heb lekker koekskes. Koekskes met<br />
vier hoekskes. Alles voor ons kindeke en<br />
voor d’ander kindekes niks.<br />
Hop Marjanneke<br />
Hop Marjanneke, stroop in ‘t kanneke,<br />
laat de poppekes dansen. Eertijds was de<br />
Pruis in ‘t land en nu die kale Fransen.<br />
Hop Marjanneke, stroop in het kanneke<br />
laat de poppekes dansen. Hij wiegt het<br />
kind, hij roert de pap, hij laat zijn hondje<br />
dansen.<br />
Marjanneke is een verwijzing naar de<br />
Franse heldin: de maagd Marianne.<br />
De Pruis verwijst gezongen naar de<br />
Pruisische inval uit 1787. In sommige<br />
varianten van het liedje zingt men<br />
‘prins’ in plaats van Pruis. Dat is dan<br />
de stadhouder, Willem V die naar<br />
Engeland vluchtte. De poppetjes zijn<br />
de Franse<br />
soldaten. Die kwamen berooid toe in<br />
de Nederlanden, zonder spullen en<br />
vooral: zonder pruiken. Fransen mét<br />
pruiken waren de bourgeois van voor<br />
de Franse Revolutie. Dit liedje dateert<br />
dus van na 1789.<br />
De boer die<br />
roert zijn soep<br />
De boer die roert zijn soep. De boer die<br />
roert zijn soep. De boer die roert zijn<br />
kermissoep. Kerremerremisse. Kerremerremisse.<br />
De boer die roert zijn soep.<br />
Jantje zag eens<br />
pruimen hangen<br />
Jantje zag eens pruimen hangen, o als<br />
eieren zo groot. ‘t Scheen, dat Jantje wou<br />
gaan plukken. Schoon zijn vader ‘t hem<br />
verbood. Hier is, zei hij, noch mijn vader<br />
noch de tuinman, die het ziet. Aan een<br />
boom, zo vol geladen mist men vijf zes<br />
pruimen niet, maar ik wil gehoorzaam<br />
wezen en niet plukken: ik loop heen. Zou<br />
ik, om een hand vol pruimen ongehoorzaam<br />
wezen? Neen. Voord ging Jantje:<br />
maar zijn vader die hem stil beluisterd<br />
had, kwam hem in het lopen tegen voor<br />
aan op het middelpad. Kom mijn Jantje!<br />
zei de vader, kom mijn kleine hartendief.<br />
Nu zal ik u pruimen plukken, nu heeft<br />
vader Jantje lief. Daarop ging Papa aan ‘t<br />
schudden en Jantje raapte ‘t schielijk op.<br />
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen en liep<br />
heen op een galop.<br />
Elsje, Fiederelsje<br />
Elsje, Fiederelsje, Elsje, Fiederelsje, zet je<br />
klompjes bij ‘t vuur. Moeder bakt pannenkoeken,<br />
maar het meel is zo duur.<br />
Handjes draaien<br />
Handjes draaien, koekebakkenvlaaien.<br />
Handjes draaien, koekebakkenvis. Je<br />
kunt het niet geloven hoe lekker dat ‘t is,<br />
stokvis.<br />
27
28<br />
De hollebollewagen<br />
Heb je wel gehoord van die hollebollewagen.<br />
Waar die hollebolle Gijs op zat. Hij<br />
kon schrokken, grote brokken. Een koe<br />
en een kalf, en een heel paard half. Een os<br />
en een stier, en zeven tonnen bier. En een<br />
hok met schapen. En nog kon Gijs van de<br />
honger niet slapen.<br />
Iene miene mutte<br />
Iene miene mutte<br />
Tien pond grutten<br />
Tien pond kaas<br />
Iene miene mutte is de baas.<br />
Kleine Katrijntje<br />
Kleine Katrijntje zat midden op het gras<br />
met een bordje en een lepeltje waar lekkere<br />
pap op was. Toen kwam een dikke<br />
spin die viel er middenin. Kleine Katrijntje,<br />
die huilde van verdriet. Papa, die<br />
pap, die spinnenpap, die lust Katrijntje<br />
niet.<br />
Molenaartje<br />
Molenaartje maal je molen. Maal voor<br />
‘t kindje een zakje meel. Dan zal moeder<br />
pannenkoek bakken. Die in kindjes keel<br />
zal zakken. Stroop, stroop, stroop met<br />
meel. Dat glijdt zacht door kindjes keel<br />
Appeltjes van oranje<br />
Sinterklaas, goed heilig man<br />
Trek je beste tabberd an<br />
Rijd ermee naar Spanje<br />
Appeltjes van oranje<br />
Rijd ermee naar Rome<br />
Sinterklaas moet komen!
6. Woordenlijst:<br />
van appulmos tot zurkel<br />
A<br />
Aalmoes: liefdadigheid<br />
Aartsvader: stamvader<br />
Advent: periode voor Kerstmis<br />
Antependium: altaarvoorhangsel<br />
Architecturaal: met gebouwde<br />
elementen<br />
Arsenicum: gif<br />
Aswoensdag: begin van<br />
de Katholieke vasten<br />
Auteur: schrijver<br />
Appulmos: appelmoes<br />
B<br />
Barok: stijlperiode in de 17 de – 18 de Eeuw<br />
Boer: van het Franse woord labourer,<br />
iemand die het land bewerkt; boer<br />
Bruwet: ragout met een saffraansaus<br />
op basis van broodkruimels<br />
Bulleghier: van het Franse woord<br />
boulle (rond); bakker<br />
C<br />
Cameline: kaneel<br />
Centraal: in het midden<br />
Christen: iemand die gelooft in Christus<br />
Christianiseren: anderen overtuigen<br />
van het geloof in Christus<br />
Culinair: met betrekking tot de keuken<br />
D<br />
Décor: omgeving<br />
Devotie: toewijding<br />
Discreet: geheim<br />
Dressoor: pronkkast<br />
Droogen coeck: soort pannenkoek<br />
E<br />
Eerstgeboorterecht: recht van<br />
het oudste kind op de hele erfenis<br />
Emmaüsgangers: Paasgasten in<br />
het dorp Emmaüs (Jeruzalem).<br />
Etiquette: beleefdheidsregels<br />
F<br />
Farizeërs: Joodse geleerden die<br />
Christus uitnodigen voor een maaltijd.<br />
Floraal: met bloemen<br />
Funghi: (Italiaans) bospaddenstoelen<br />
G<br />
Geelkoper: legering van koper en zink<br />
Gemeengoed: voor iedereen<br />
Gesmoord: gerookt<br />
Grutten: bierkruiden<br />
H<br />
Heiden: iemand met een<br />
natuurgodsdienst<br />
Hippocras: honing- wijndrank<br />
I<br />
Injectie: inspuiting<br />
J<br />
Jacopijne taart: mergpijpjes pastij<br />
29
30<br />
K<br />
Kampernoelie: bospaddenstoel<br />
Kluizenaar: iemand die in<br />
afzondering leeft<br />
Koorbank: rij zitplaatsen voor<br />
de monniken in de kerk<br />
Kruisridder: Adellijke ridder die<br />
aan een kruistocht deelneemt<br />
L<br />
Lavoor: wasbekken<br />
Lezenaar: staander waarop een<br />
boek kan worden gelegd<br />
M<br />
Maagschap: verwantschap<br />
Majolica: beschilderd aardewerk<br />
Medicijn: geneesmiddel<br />
Mediterraan: uit het Middellandse<br />
Zeegebied<br />
Messing: geelkoper; legering van<br />
koper en zink<br />
Mijter: hoofddeksel van een bisschop<br />
Milieu: omgeving<br />
Moor: Arabier<br />
N<br />
Nap: kom<br />
Nar: grappenmaker<br />
O<br />
Ontbiten: een hap nemen uit<br />
Orangerie: serre voor het kweken van<br />
sinaasappelen<br />
P<br />
Pekelen: zouten<br />
Peperduur: zo duur als peper, heel duur<br />
Potagie: groentenbrij<br />
Prossen: fijn stampen<br />
Proteïnen: eiwitten; belangrijk deel<br />
van de voeding<br />
R<br />
Religie: geloof<br />
Renaissance: periode in de kunst<br />
Retabel: beeldenkast<br />
Ritueel: ceremoniële handeling<br />
Roffioelen: gevulde pasteitjes<br />
S<br />
Salaris: loon<br />
Sanskriet: oude Indische taal<br />
Saraseen: Arabier<br />
Soken: weken<br />
Soppe: brood geweekt in vleesnat<br />
Specerij: kruid<br />
Spijzen: eten<br />
Strategisch: goed geplaatst<br />
Struiven: omelet<br />
Symbolisch: een idee door<br />
een beeld uitdrukken<br />
T<br />
Teljoor: van het Franse woord tailler<br />
(snijden); snede brood; bord<br />
Textiel: stof<br />
Tin: een soort metaal<br />
Tollenaar: belastingambtenaar<br />
Traktaat: geschrift<br />
Triktrak: backgammon
V<br />
Verdure: groenwerk<br />
Verguld: bekleed met goudblad<br />
Verjus: sap van onrijpe druiven<br />
Vigilie: de avond voor een religieuze<br />
feestdag<br />
Vinaigrette: slasaus op basis van<br />
olie en azijn<br />
W<br />
Wei: kaasstremsel<br />
Wijnranken: de takken van<br />
een druivelaar<br />
Z<br />
Zieden: koken<br />
Zurkel: breedbladgroente<br />
31
32<br />
KONINKLIJKE MUSEA<br />
VOOR KUNST EN GESCHIEDENIS<br />
Educatieve en Culturele Dienst<br />
Service Éducatif et Culturel<br />
Concept en teksten : Karen Vanhercke<br />
Vormgeving: Kenneth Mottar<br />
Vertaling naar het Frans: Isabelle Therasse<br />
© <strong>KMKG</strong> / MRAH 2012