16.09.2013 Views

In Zuid-Afrika - Oxfam-Solidariteit

In Zuid-Afrika - Oxfam-Solidariteit

In Zuid-Afrika - Oxfam-Solidariteit

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Dossier ZUID-AFRIKA<br />

De wereld om de hoek


<strong>In</strong>houd<br />

<strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong>,<br />

Brussel, 2007<br />

Teksten:<br />

Jan Dreezen<br />

en Olenka Czarnocki<br />

Eindredactie :<br />

Lieve Reynebeau<br />

Opmaak:<br />

José Mangano<br />

Cartoons:<br />

Zak, Zapiro (Mail & Guardian),<br />

Blondel en VIOT (“Mandela: een<br />

leven, een strijd”,<br />

Stripverhaal, <strong>Solidariteit</strong>sfonds,<br />

Antwerpen, 1996).<br />

Foto’s:<br />

Tineke D’haese, Reuters,<br />

«Illustrated history of South<br />

Africa » (van Readers<br />

Digest, 1995).<br />

Deze uitgave werd mogelijk<br />

gemaakt door medefinanciering<br />

van het Directoraat<br />

Generaal voor<br />

Ontwikkelingssamenwerking.<br />

2<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

E Woord vooraf<br />

A. Wie zijn wij?<br />

B. Hoe dit dossier gebruiken?<br />

C. Verloop van een bezoek aan een inleefatelier<br />

D. Opvolging van het dossier en het inleefatelier<br />

E 1. <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : cijfers en mensen<br />

A. Het land<br />

B. De bevolking<br />

C. De economie<br />

Fiche 1: voorstelling van het land<br />

E2. <strong>In</strong> vogelvlucht door eeuwen geschiedenis<br />

Fiche 2: geschiedenis<br />

E 3. De apartheid ontleed<br />

A. De pijlers van de apartheid<br />

B. De thuislanden<br />

C. De townships<br />

Fiche 3a: De pijlers van de apartheid<br />

Fiche 3b: De strijd tegen apartheid<br />

E 4. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> :<br />

werk en werkloosheid<br />

Fiche 4. De uitdagingen voor<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : werk en werkloosheid<br />

E 5. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : grond<br />

Fiche 5. De uitdagingen voor<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : grond<br />

p4<br />

p7<br />

p12<br />

p19<br />

p25<br />

p31


3<br />

INHOUD<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

E 6. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> :<br />

sociale diensten<br />

A. De situatie sinds het einde van apartheid<br />

B. Enkele voorbeelden<br />

C. Reacties...<br />

Fiche 6. De uitdagingen voor<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : sociale diensten<br />

E 7. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> :<br />

hiv/aids<br />

Fiche 7. De uitdagingen voor<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : hiv/aids<br />

E 8. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> :<br />

wereldkampioenschap voetbal 2010<br />

Fiche 8. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

: wereldkampioenschap voetbal 2010<br />

E 9. <strong>Oxfam</strong> en <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

A. <strong>In</strong> <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

B. <strong>In</strong> België<br />

Fiche 9. <strong>Oxfam</strong> en <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

E 10. Verdere informatie<br />

A. Nuttige adressen en websites<br />

B. Lectuur<br />

C. Films en documentaires<br />

D. Muziek<br />

E. Proef <strong>Afrika</strong><br />

p34<br />

p39<br />

p43<br />

p46<br />

p49


E Woord vooraf<br />

A. Wie zijn wij?<br />

<strong>Oxfam</strong> België ontstond in 1964. Wij zijn een humanitaire<br />

ngo die steun biedt aan ontwikkelingsprojecten<br />

van partners in het <strong>Zuid</strong>en, en campagne voert en<br />

lobbywerk doet in het Noorden. Voorts verlenen we<br />

noodhulp aan slachtoffers van oorlogen of natuurrampen<br />

en steunen we wederopbouwinitiatieven.<br />

<strong>In</strong> de loop van de jaren ’70 werkte <strong>Oxfam</strong> België<br />

mee aan de ontwikkeling van een beweging voor<br />

eerlijke handel, en gaf zo mee het licht aan twee<br />

nieuwe organisaties: <strong>Oxfam</strong>-Magasins du monde en<br />

<strong>Oxfam</strong>-Wereldwinkels. <strong>In</strong> 1996 veranderde <strong>Oxfam</strong><br />

België haar naam in <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong>. Samen met<br />

<strong>Oxfam</strong>-Magasins du monde en <strong>Oxfam</strong>-<br />

Wereldwinkels vormde ze <strong>Oxfam</strong>-in-België – die op<br />

haar beurt lid werd van de confederatie <strong>Oxfam</strong><br />

<strong>In</strong>ternational, met 13 leden wereldwijd.<br />

Waarom vinden wij ontwikkelingseducatie<br />

belangrijk?<br />

Wij zetten ons in voor structurele veranderingen in<br />

het <strong>Zuid</strong>en en in het Noorden, via een beleids- en<br />

een mentaliteitsverandering. We hebben dan ook<br />

een lange traditie van ontwikkelingseducatie en<br />

besteden zeer veel tijd en energie aan het<br />

informeren en bewustmaken van ons doelpubliek.<br />

Onder ontwikkelingseducatie verstaan wij educatief<br />

werk dat ernaar streeft de houding en het gedrag<br />

van mensen te veranderen opdat zij zouden meewerken<br />

aan de opbouw van een solidaire en<br />

rechtvaardige mondiale samenleving.<br />

De inleefateliers van De wereld om de hoek zijn<br />

daarvoor het instrument bij uitstek.<br />

Wat is De wereld om de hoek?<br />

De wereld om de hoek is een residentieel educatief<br />

project op een oppervlakte van ongeveer 800m 2 ,<br />

onderverdeeld in drie inleefateliers. Elk atelier<br />

belicht actualiteitsthema’s, met als doel een betere<br />

kijk te geven op de Noord-<strong>Zuid</strong>verhoudingen. Twee<br />

van de drie inleefateliers, Bolivia en <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>,<br />

scheppen een waarheidsgetrouwe sfeer van deze<br />

landen. De inleefateliers zijn driedimensionale constructies<br />

op ware grootte, waarin de deelnemers in<br />

een interactief scenario stappen dat opgebouwd is<br />

rond een situatiespel. Mondiapolis, het derde<br />

inleefatelier, bestaat uit een interactief parcours<br />

waar de deelnemer de nefaste gevolgen van de<br />

mondialisering van de economie aan den lijve kan<br />

ondervinden, maar waar tegelijk positieve<br />

alternatieven aangereikt worden.<br />

4<br />

Wat zijn de kenmerken van onze methodologie?<br />

<strong>In</strong>teractief<br />

De wereld om de hoek laat toe om abstracte concepten<br />

op een interactieve manier tot leven te<br />

brengen en om problemen die op het eerste gezicht<br />

veraf lijken, dichterbij te brengen of iets persoonlijker<br />

te maken. Zowel het decor als het didactische<br />

en audiovisuele materiaal zijn instrumenten die een<br />

grote rol spelen in dit interactieve proces.<br />

Ervaringsgericht<br />

De wereld om de hoek biedt de mogelijkheid om<br />

ervaringsgericht een reeks vaardigheden te<br />

verwerven op het cognitieve en op het emotionele<br />

vlak. Door de ervaring wordt de passieve bezoeker<br />

een actieve deelnemer in een probleemsituatie die<br />

hij autonoom moet leren begrijpen en analyseren<br />

om haalbare alternatieven te vinden en een eigen<br />

mening te vormen. De opgedane ervaring stelt de<br />

deelnemer in staat om oorzaken en gevolgen van<br />

een probleemsituatie te herkennen of om<br />

bijvoorbeeld een maatschappelijke of economische<br />

microsituatie over te brengen naar een<br />

macrosituatie.<br />

Procesmatig<br />

Zowel een grondige voorbereiding als opvolging zijn<br />

noodzakelijk voor het welslagen van een bezoek<br />

aan De wereld om de hoek. Ook het bezoek zélf is<br />

opgesplitst in fasen, zodat de deelnemer daadwerkelijk<br />

de tijd en de ruimte krijgt om actor te worden in<br />

zijn eigen bewustwordingsproces. Of het nu gaat om<br />

een situatiespel, een debat, een individuele<br />

ontdekking, groepswerk, een diamontage of een<br />

video,… het zijn allemaal fasen die bijdragen tot<br />

een educatief proces.<br />

Voor meer informatie surf naar:<br />

www.oxfamsol.be (rubriek educatie)<br />

B. Hoe dit dossier gebruiken?<br />

Dit dossier dient om de leerkracht (of de begeleider)<br />

te helpen het bezoek aan het inleefatelier <strong>Zuid</strong>-<br />

<strong>Afrika</strong> voor te bereiden. Dit is uiteraard niet verplicht,<br />

maar wij raden het iedereen ten stelligste aan.<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> is in volle verandering en om de huidige<br />

situatie te begrijpen, is het belangrijk het verleden<br />

van het land te kennen. Veel informatie in dit dossier<br />

komt aan bod tijdens de inleefreis, maar in een erg<br />

beknopte vorm. Wie voorbereid is, zal deze<br />

informatie makkelijker kunnen verwerken.<br />

Dit dossier bevat tien hoofdstukken. Bij elk<br />

hoofdstuk (behalve het laatste) hoort een<br />

oefeningenblad, een fiche voor de leerlingen.<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Ze bevatten oefeningen die hun nieuwsgierigheid<br />

moet wekken over de voorgestelde thema's.<br />

Als u onvoldoende tijd heeft om alles door te nemen,<br />

stellen we voor prioriteit te geven aan de hoofdstukken<br />

over apartheid en over de geschiedenis.<br />

Die thema’s zijn immers complex en de deelnemers<br />

zullen er tijdens het bezoek meer over opsteken als<br />

ze er vooraf iets over weten.<br />

C. Verloop van het bezoek<br />

Tijdens het bezoek worden de bezoekers bijna drie<br />

uur lang ondergedompeld in een andere realiteit.<br />

Bij de ingang van het inleefatelier ontvangt iedereen<br />

een identiteitskaart van een bewoner van een<br />

krottenwijk of een afgelegen dorp. Elke deelnemer<br />

kruipt in de huid van een nieuw personage en begint<br />

het bezoek met een korte reis door de tijd. Met<br />

behulp van computers, video, dia’s en het decor<br />

krijgt iedereen een zeer concreet beeld van waar<br />

zijn personage vandaan komt en waar hij leeft. Met<br />

deze kennis trekt de bezoeker naar zijn nieuwe<br />

woonplaats en kan hij zich actief in zijn rol inleven.<br />

Iedereen ervaart welke moeilijkheden het dagelijkse<br />

leven in deze nieuwe omgeving in petto heeft. Men<br />

zal een voorstel moeten bedenken om de<br />

levensomstandigheden te verbeteren.<br />

Later moet dit worden verdedigd bij de<br />

gemeentelijke overheid, die uit verschillende<br />

voorstellen het beste moeten kiezen.<br />

Daarop is het tijd voor een korte terugblik op deze<br />

ervaringen en belevenissen. Wat kan de overheid<br />

doen om de levensomstandigheden te verbeteren?<br />

Hoe is de rijkdom verdeeld in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> en in de<br />

wereld? Hoe reageren tegen deze ongelijkheid?<br />

Met handige hulpmiddelen helpt de begeleider de<br />

deelnemers antwoorden te zoeken op deze vragen.<br />

Na drie uur is het bezoek voorbij. De deelnemers<br />

hebben zich kunnen inleven, informatie kunnen<br />

opdoen en hopelijk zijn ze zich bewust geworden<br />

van een aantal elementen uit het dagelijkse leven<br />

in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. De bezoekers hebben ideeën kunnen<br />

opdoen om zelf actie te ondernemen voor meer<br />

solidariteit.<br />

D. Opvolging van het dossier<br />

en het inleefatelier<br />

Voor wie dat wenst, bieden wij na afloop van<br />

een inleefatelier een uitgebreid gamma van<br />

opvolgingsinstrumenten en activiteiten aan.<br />

Gezien de complexe context van vooral het<br />

secundair onderwijs (vakoverschrijdende projecten,<br />

soms beperkte mogelijkheid tot extrascolaire<br />

5<br />

activiteiten, enz...) hebben deze geen verplichtend<br />

karakter.<br />

Al ons didactisch materiaal (publicaties,<br />

audiovisueel materiaal, spelen, activiteiten) past<br />

in een pedagogisch proces. De belangrijkste<br />

doelstelling is niet om uitgebreide informatie<br />

te geven over een bepaald thema, maar om:<br />

• jongeren aan te zetten tot kritisch nadenken<br />

over een aangeboden thema<br />

• een boodschap te geven in lijn met de visie<br />

van <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong><br />

• interesse over het thema aan te wakkeren<br />

• jongeren aan te zetten tot actie door concrete<br />

activiteiten voor te stellen<br />

De inhoud van ons didactisch materiaal richt zich<br />

voornamelijk tot een doelpubliek van jongeren van<br />

16 tot 26 jaar en hangt af van het moment binnen<br />

het pedagogisch proces waarop het verspreid<br />

wordt: voor, tijdens of na een animatie of<br />

inleefatelier.<br />

Hieronder volgt een korte samenvatting van<br />

onze belangrijkste opvolgactiviteiten.<br />

De jongerenkrant<br />

Na afloop van een inleefatelier krijgt elke jongere<br />

een jongerenkrant. Er bestaat een krant per inleefatelier:<br />

Yebo voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>, Wiphala voor Bolivia<br />

en Mondiapolis voor Mondiapolis. De jongerenkrant<br />

telt 4 pagina’s op A3-formaat. De kranten brengen<br />

de inhoud van het inleefatelier onder een andere<br />

vorm. Er is dus wat herhaling, maar zo zullen de<br />

jongeren de inhoud van het bezochte inleefatelier<br />

beter memoriseren.<br />

De jongerenkrant is een verdere beleving van het<br />

inleefatelier, maar onder een andere vorm<br />

(b.v. reisdagboek, verhalen, strips, getuigenissen,<br />

kruiswoordraadsel, tips voor activiteiten, enz...)<br />

Hierdoor kan ze ook moeilijk buiten de context van<br />

de inleefateliers verspreid worden. De jongerenkrant<br />

is misschien het enige instrument dat een min<br />

of meer een verplichtend karakter heeft, omdat de<br />

verantwoordelijke zich bij inschrijving ‘engageert’<br />

om na afloop van een inleefatelier ten minste één<br />

keer met deze krant te werken.<br />

De belangrijkste doelstellingen van de<br />

jongerenkrant zijn:<br />

• Jongeren na het bezoek laten nadenken over<br />

of laten ingaan op wat ze<br />

tijdens het bezoek meegemaakt hebben.<br />

• Jongeren na het bezoek het initiatief laten nemen<br />

om een concrete activiteit op te zetten met<br />

de klas of de groep.<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


De webstek Basta!<br />

Na afloop van een inleefatelier kunnen jongeren die<br />

dat wensen met elkaar in contact komen via het<br />

jongerenforum op onze webstek Basta! Ze kunnen<br />

er terecht met vragen of ze kunnen er hun commentaar<br />

kwijt over het verloop van het inleefatelier.<br />

Ze kunnen er ook vragen stellen over de inhoud van<br />

een inleefatelier. De artikels op de webstek Basta!<br />

zijn toegankelijk voor iedereen. Ze vertalen niet<br />

noodzakelijk de inhoud van een inleefatelier en<br />

zijn ook te begrijpen door jongeren die geen bezoek<br />

brachten aan de inleefateliers. Toch gaan de artikels<br />

over onderwerpen die enigszins verband houden<br />

met de aangeboden thema’s in de inleefateliers,<br />

de actualiteit of de doelstellingen van<br />

<strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong>.<br />

De belangrijkste doelstellingen van de webstek<br />

Basta! zijn:<br />

• Voorbeelden geven van bewegingen die strijden<br />

voor sociale verandering (b.v. het Wereld Sociaal<br />

Forum, basisorganisaties) en alternatieven<br />

aanreiken.<br />

• Jongeren aanzetten tot actie door hen op een<br />

aantrekkelijke manier<br />

concrete acties en activiteiten aan te bieden.<br />

Basta! moet kriebelen – en daarmee Basta!<br />

Concrete voorbeelden van activiteiten zijn te<br />

vinden op Basta!, op www.oxfamsol.be/basta<br />

6<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

De 1.2.3-actiemap<br />

De 1.2.3-actiemap is een instrument voor alle<br />

bezoekers van de inleefateliers en is daardoor ook<br />

een verlengstuk van het inleefatelier. Zij wordt<br />

uitgedeeld aan het einde van de analyse, in de<br />

laatste fase van het inleefatelier, en reikt concrete<br />

pistes voor individuele actie aan, voornamelijk op<br />

het vlak van gedragsverandering. Hoe een betere<br />

consument worden? Hoe beter geïnformeerd<br />

worden? Hoe een verantwoordelijke ‘vervuiler’<br />

worden? Hoe een solidaire burger worden?<br />

De 1.2.3-actiemap bestaat uit een kartonnen map,<br />

beschreven met adressen, websites van<br />

organisaties, karikaturen, raadsels, enz. ten einde<br />

de deelnemers zin te geven om in actie te schieten.<br />

De bedoeling is om de jongeren bewust te maken<br />

dat ze wel degelijk hun steentje kunnen bijdragen<br />

voor een betere en meer solidaire wereld. We willen<br />

hen geen schuldgevoel bezorgen, maar<br />

verantwoordelijkheid bijbrengen. Hun gedrag en<br />

handelingen kunnen wel degelijk het verschil<br />

maken. De boodschap is dat nadenken over de<br />

wereld, gepaard met kleine dagelijkse handelingen<br />

in het dagelijkse leven, de wereld beetje bij beetje<br />

kan veranderen.<br />

...<br />

e


1<br />

E 1. <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : cijfers en mensen<br />

A. Het land<br />

Locatie: <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> ligt helemaal in het zuiden van <strong>Afrika</strong>. Het heeft als buurlanden<br />

Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Swaziland en Zimbabwe.<br />

Oppervlakte: 1.219.090 km2. Dat is bijna veertig maal groter dan België, even<br />

groot als België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië samen. De twee grootste<br />

steden, Johannesburg en Kaapstad, liggen even ver van elkaar als Brussel en<br />

Madrid.<br />

Klimaat: het kan er zeer heet zijn in de zomer (tot veertig graden in bepaalde<br />

streken) en in de winter vriest het ‘s nachts in sommige regio’s. Omdat het land tot<br />

een ander halfrond behoort, zijn de seizoenen er omgekeerd vergeleken met<br />

Europa: als het hier zomer is, is het winter in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>.<br />

Bevolkingsdichtheid: 34 inwoners per km 2 .<br />

Negen provincies: West-Kaap, Oost-Kaap, Noord-Kaap, Vrijstaat, Kwazulu-Natal,<br />

Noord-West, Gauteng, Mpumalanga, Limpopo.<br />

<strong>Zuid</strong>elijk<br />

<strong>Afrika</strong><br />

7<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

e


e<br />

Hoofdstad: Pretoria (regeringszetel).<br />

Andere belangrijke steden: Johannesburg (financieel-economische hoofdstad), Kaapstad (parlement)<br />

en Durban (grote havenstad).<br />

Staatsvorm: parlementaire democratie en een unitaire democratische republiek naar grondwettelijk<br />

recht - provincies en gemeenten hebben belangrijke bevoegdheden.<br />

Staatshoofd: president Thabo Mbeki, sinds juni 1999.<br />

Politieke partijen: ANC (African National Congress), DA (Democratic Alliance), IFP (<strong>In</strong>khata Freedom<br />

Party), UDM (United Democratic Movement), PAC (Pan Africanist Congress), <strong>In</strong>dependent Democrats<br />

(ID) en nog enkele kleinere formaties.<br />

Vrouwelijke parlementsleden: 32%<br />

Vrouwen in de regering: 47%<br />

B. De bevolking<br />

Aantal inwoners: 46.900.000 (2005)<br />

Aantal erkende talen: 11 (Zoeloe, Xhosa, Engels, <strong>Afrika</strong>ans, Sotho en andere)<br />

Levensverwachting: 51 jaar (in 1996 was dat nog 57 jaar: die daling is te wijten aan de<br />

aidsepidemie). (België: 79,5 jaar)<br />

Jaarlijkse bevolkingsaangroei: 1,6% (België: 0,12%)<br />

Alfabetiseringsgraad: 89% (België: 99%)<br />

8<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

en zijn<br />

9 provincies


e<br />

Bevolkingsgroepen<br />

Zwarten 79,1%<br />

Blanken 9,5%<br />

Kleurlingen 8,9%<br />

<strong>In</strong>diërs 2,5%<br />

“Eén land, vele culturen” is een populaire slogan in het nieuwe <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. Sinds de<br />

afschaffing van de apartheid in 1994 wordt een democratische, niet-raciale en niet-seksistische<br />

maatschappij opgebouwd. De oude indeling van de bewoners per ras bestaat niet meer:<br />

discriminatie op basis van ras is verboden. Bepaalde groepen krijgen bescherming via de<br />

grondwet: vrouwen, gehandicapten en homoseksuelen. De verscheidenheid van de bevolking<br />

wordt vandaag als een rijkdom beschouwd.<br />

De zwarte bevolkingsgroepen (Zoeloes, Xhosa, Ndebele, Tswana, Sotho, Swazi, Venda en<br />

Shangaan) vormen de grote meerderheid van de bevolking. De blanke bevolking bestaat uit<br />

<strong>Afrika</strong>ners (afstammelingen van de eerste Nederlandse kolonisten), Engelstaligen (nazaten<br />

van de Engelse kolonisten, die honderdvijftig jaar later aankwamen) en recenter ook<br />

Oost-Europeanen.<br />

Tot de kleurlingen behoren de weinige nazaten van de oorspronkelijke bevolking (de Khoikhoi<br />

en de San), en ook alle mensen die afstammen uit de vermenging tussen blanken en lokale<br />

bewoners. Ook de afstammelingen van de slaven uit Maleisië worden tot de kleurlingen gerekend.<br />

Tenslotte zijn er de <strong>In</strong>diërs, afstammelingen van de landarbeiders die op het einde van de<br />

negentiende eeuw uit <strong>In</strong>dia werden aangevoerd om op de suikerrietplantages te werken.<br />

En er zijn ook heel wat Chinezen, die vooral in de handel actief zijn.<br />

“Al deze bevolkingsgroepen hebben <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> opgebouwd,” stellen de voorstanders van<br />

de verzoening voorop. “De blanken hebben de economie opgebouwd, terwijl de zwarten vooral<br />

arbeidskrachten hebben geleverd. Als de zakenmentaliteit hand in hand gaat met de <strong>Afrika</strong>anse<br />

solidariteit (Ubuntu) dan zal het hier een paradijs worden,” zeggen de optimisten.<br />

9<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Kindersterfte<br />

gemiddeld voor heel het land: 55‰<br />

Blanken: 7‰<br />

<strong>In</strong>diërs: 14‰<br />

Kleurlingen: 32‰<br />

Zwarten: 86‰<br />

in België 4‰


e<br />

C. Economie<br />

Bruto Nationaal Product (BNP): 226 miljard dollar (2005) (Ter vergelijking:<br />

België 387 miljard dollar)<br />

Aandeel industrie in BNP: 30,3% (België: 24%)<br />

Aandeel landbouw in BNP: 2,6% (België: 1%)<br />

Aandeel dienstensector in BNP: 67,1% (België: 75%)<br />

Munteenheid: Rand (1 Rand = +/- 0,10 Euro in juni 2007)<br />

Werkloosheid: 42 % (België : +/- 12% in 2006)<br />

Belangrijkste handelspartners: Europese Unie, Verenigde Staten, Japan<br />

Belangrijke grondstoffen: goud, platina, chroom, mangaan, diamant, uranium,<br />

steenkool, ijzererts, fosfaat<br />

Bronnen :<br />

• UNDP – Human Development Report 2005 • South Africa Yearbook 2005<br />

10<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 1: Voorstelling van het land<br />

e<br />

Opdracht<br />

'<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> is een land, geen<br />

continent zoals <strong>Zuid</strong>-Amerika.<br />

Wat zijn de kenmerken van dit land?<br />

Wie woont er? Waar lijkt het land op?<br />

Hoe leven de mensen er?<br />

&<br />

<strong>Zuid</strong>-<br />

<strong>Afrika</strong><br />

Stel vijf concrete vragen over het land en<br />

zoek de antwoorden<br />

• in een encyclopedie, een woordenboek, een atlas<br />

• op de officiële sites van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>:<br />

- <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse regering: www.gov.za<br />

- <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse ambassade in België: www.southafrica.be<br />

- Statistieken: www.statssa.gov.za<br />

Tips<br />

Enkele thema's waarrond je vragen kan stellen: aardrijkskunde,<br />

natuurlijke rijkdommen, politiek, bevolking, economie, godsdienst, cultuur, sport ...<br />

]<br />

Voorbeeld van een vraag<br />

Wat is de hoofdstad van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>? Antwoord: Pretoria.<br />

De regering zetelt hier, maar de grootste stad is Johannesburg en het parlement zetelt<br />

de helft van de tijd in Kaapstad.<br />

Voorbeeld van een vraag die niet past:<br />

Hoe zit het met de economie in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>?<br />

Die vraag is veel te breed. Beperk de vraag bijvoorbeeld tot:<br />

Wat zijn de belangrijkste economische sectoren in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>?<br />

Antwoord: mijnbouw, handel, bouw, financies, telecommunicatie, toerisme en landbouw.<br />

¨<br />

11<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


2<br />

E 2. <strong>In</strong> vogelvlucht door eeuwen geschiedenis<br />

Prehistorie en oudheid<br />

De San en de Khoikhoi zijn de eerste bewoners van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. Ze leven in gemeenschappen<br />

waarin zeer sterk de nadruk ligt op het gemeenschappelijk belang. Daardoor is er geen plaats voor<br />

individualisme. Ze bouwen hutten van takken, leven van de pluk en de jacht, hebben vee en verbouwen<br />

af en toe graan. Hun rotstekeningen zijn zeer beroemd.<br />

500 - 1652<br />

Rond de zesde eeuw verhuizen bevolkingsgroepen uit Centraal-<strong>Afrika</strong> naar <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>, waardoor<br />

de San en de Khoikhoi zich in het zuid-westen van het land terugtrekken. Het gaat onder andere om<br />

de Zoeloes, de Xhosas, de Sothos, de Ndebele, en de Tswanas. Elk van deze groepen vormt een<br />

koninkrijk. De mensen leven er in gemeenschappen, voor hen staat het gemeenschapsbelang voorop.<br />

Ze leven van de pluk en de jacht en doen aan vee- en graanteelt. Voorouderverering is een<br />

belangrijk element in hun religie.<br />

De eerste Europeaan die voet aan wal zet in de Kaapprovincie is de Portugese scheepskapitein<br />

Bartholomeus Diaz. Hij en zijn bemanning bevoorraden er zich met groenten en fruit, die ze nodig<br />

hebben om scheurbuik te vermijden tijdens hun lange zeereizen.<br />

1652 – 1795<br />

<strong>In</strong> 1652 gaat de Nederlander Jan van Riebeeck voor anker voor de kust in de Kaapprovincie. Hij<br />

bouwt er een bevoorradingspost voor de Verenigde <strong>In</strong>dische Compagnie. De Kaap wordt een<br />

Hollandse kolonie. Franse hugenoten en ook Duitsers voegen zich bij deze groep en verspreiden<br />

het protestantisme. De landbouw wordt ontwikkeld. De Khoikhoi worden verplicht op landerijen te<br />

werken en de San vluchten noordwaarts.<br />

Heb je mijn nieuwe<br />

boerderij gezien?<br />

Prachtig,<br />

heb je ze gekocht?<br />

1795- 1867<br />

Op het einde van de achttiende<br />

eeuw dringen de Engelsen de<br />

Kaapprovincie binnen om het<br />

gebied over te nemen. Ze willen<br />

er de slavernij afschaffen. Dat is<br />

niet naar de zin van de reeds aanwezige<br />

kolonisten, die ’Boeren’ of<br />

’<strong>Afrika</strong>ners’ genoemd worden.<br />

Een deel van hen trekt verder het<br />

land in naar het noorden: de ‘grote<br />

trek’. <strong>In</strong> diezelfde jaren heerst er<br />

veel onrust en strijd onder de zwarte bevolkingsgroepen. Die periode wordt de ‘Difaqane’ genoemd<br />

en de Zoeloes kunnen daardoor hun koninkrijk uitbreiden. Maar de Boeren trachten ook in hun<br />

koninkrijk door te dringen en dat leidt tot hevige gevechten, waarbij de Zoeloes in 1838 verslagen<br />

worden. Omdat zij over een betere bewapening beschikken, winnen de Boeren deze oorlog,<br />

ondanks hun numerieke minderheid. Zij zien dit als een teken van God en een rechtvaardiging om<br />

de gronden van de Zoeloes in te lijven.<br />

Tezelfdertijd trekken de Engelsen langs de kust omhoog om er de Xhosas te bestrijden en te overwinnen.<br />

De Britten laten de slaven vrij en geven ze zelfs een opleiding. Maar ze voeren ook een paspoort<br />

in voor alle zwarten. Ze moeten het document steeds bij zich hebben. Ze leggen grote suikerrietplantages<br />

aan en voeren <strong>In</strong>diërs in om er te werken.<br />

12<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Neen, ik heb<br />

ze in beslag<br />

genomen !


1867 – 1910<br />

<strong>In</strong> 1867 wordt de eerste diamant ontdekt op de grens tussen het gebied dat de Boeren controleren<br />

en de zone onder Engels bestuur. Er breekt een oorlog uit om deze bodemrijkdommen. Deze<br />

‘Boerenoorlog’ zal veertig jaar duren, wat niet belet dat de mijnindustrie tot ontwikkeling wordt<br />

gebracht.<br />

1910 – 1948<br />

De twee groepen bevochten<br />

elkaar regelmatig, vooral voor<br />

controle over het grondgebied<br />

waar de goudmijnen lagen. De<br />

Britten waren de overwinnaars,<br />

maar in 1910 verenigden alle<br />

blanken zich ondanks hun<br />

onderlinge tegenstellingen.<br />

Wij blanken zullen<br />

het land besturen.<br />

<strong>In</strong> 1902 sluiten de Boeren en de Engelsen vrede, in 1910 stichten ze een nieuwe staat: de <strong>Zuid</strong>-<br />

<strong>Afrika</strong>anse Unie, die onafhankelijk wordt van Groot-Brittannië. De nieuwe machthebbers houden<br />

echter geen rekening met het overgrote deel van de bevolking, de zwarten. <strong>In</strong>tegendeel, zij worden<br />

meer en meer gediscrimineerd. Hun gronden worden in beslag genomen, ze worden in reservaten<br />

ondergebracht, ze worden onder dwang gerekruteerd om als goedkope arbeidskracht de fabrieken,<br />

boerderijen en mijnen te doen draaien. De zwarten moeten over een paspoort beschikken om te<br />

mogen reizen in het land. Hiertegen komt uiteraard reactie en politieke organisaties, zoals het ANC<br />

(African National Congress), worden opgericht.<br />

<strong>In</strong> 1948 wint de partij van de Boeren, de Nationale Partij, die met de nazi’s had samengewerkt tijdens<br />

de Tweede Wereldoorlog, de verkiezingen op basis van een programma voor de volledige<br />

scheiding van de maatschappij.<br />

13<br />

En de zwarten<br />

mogen er niet<br />

stemmen.<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Heren, we zullen<br />

de Unie van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

oprichten.<br />

We zullen de economie<br />

controleren.<br />

Dus, wij hebben<br />

geen rechten in<br />

ons eigen land.<br />

Door de oprichting van de Unie van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> konden de blanke kolonisten de<br />

zwarte meerderheid domineren en uitbuiten.


We hebben hogere lonen<br />

nodig om voor onze families<br />

te zorgen<br />

<strong>In</strong> de steden...<br />

1948 -1994<br />

Na haar overwinning keurt de Nationale Partij de wetten goed<br />

die nodig zijn om de apartheid te kunnen invoeren. De bevolking<br />

wordt in vier rassen opgedeeld, in alle openbare plaatsen wordt<br />

de scheiding van de rassen van kracht, woonwijken worden<br />

ingedeeld naar ras, gemengde huwelijken worden verboden, de<br />

individuele bewegingsvrijheid wordt beperkt.<br />

Het ANC reageert hiertegen met stakingen, burgerlijke ongehoorzaamheid<br />

en protestdemonstraties. <strong>In</strong> 1960 organiseert<br />

een andere verzetsbeweging, het PAC (Pan Africanist<br />

Congress), massademonstraties tegen het verplichte dragen<br />

van het paspoort. <strong>In</strong> Sharpeville worden daarbij 69 betogers<br />

door de politie gedood. Het bloedbad van Sharpeville opent de<br />

ogen van de internationale gemeenschap, die stilaan afstand<br />

neemt van het apartheidsregime en later zelfs zal overgaan tot<br />

een economische boycot van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. Maar het regime<br />

Vakbonden worden groter.<br />

plooit niet. <strong>In</strong>tegendeel, de verzetsbewegingen, ANC en PAC,<br />

worden verboden en hun leiders gearresteerd. Daarom moeten<br />

ze in het geheim opereren en gaan ze over tot sabotageacties.<br />

<strong>In</strong> 1963 wordt ANC-leider Nelson Mandela gevangen gezet.<br />

De apartheid krijgt nu ook vaste vorm in de territoriale scheiding: het regime richt de ‘thuislanden’ op, die<br />

een fictieve onafhankelijkheid krijgen met zogezegde eigen regeringen. Sommige traditionele leiders<br />

worden aangelokt door de macht en werken mee met het apartheidsregime, terwijl anderen zich duidelijk<br />

verzetten.<br />

14<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


<strong>In</strong> de townships, de zwarte woonwijken rond de grote steden (zie het hoofdstuk over de apartheid), groeit<br />

het verzet, maar ook de repressie. <strong>In</strong> 1976 start er een grote verzetscampagne van zwarte scholieren<br />

tegen het verplicht gebruik van het <strong>Afrika</strong>ans als taal in het onderwijs. Tijdens een protestdemonstratie in<br />

Soweto doodt de politie twee scholieren. Dat is het begin van massale en langdurige acties tegen het regime<br />

waarbij meer dan duizend jongeren onder de kogels van leger en politie vallen.<br />

Steeds meer jongeren sluiten zich aan bij het actieve verzet en de zwarten worden radicaler en voeren<br />

jarenlang acties van burgerlijke ongehoorzaamheid (defiance campaign) om het land onbestuurbaar te<br />

maken. De internationale gemeenschap laat meer en meer protest horen. Deze beweging is niet meer te<br />

15<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


stoppen. <strong>In</strong> het midden van de jaren tachtig begint een deel van de blanken, ook binnen de regering, te<br />

beseffen dat de toestand onhoudbaar wordt. Geheime en later ook openbare onderhandelingen gaan van<br />

start. Dat leidt in 1990 tot de vrijlating van Nelson Mandela en andere politieke gevangenen. Ondanks<br />

deze eerste tekenen van verandering hangt er nog veel spanning in de lucht. Toch komen er in 1994 de<br />

eerste verkiezingen, waaraan alle <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>nen mogen deelnemen.<br />

1994 -1999<br />

De verkiezingen van 27 april 1994 verlopen uiteindelijk in een goed klimaat en Nelson Mandela wordt tot<br />

president verkozen. Alle apartheidswetten worden afgeschaft en alle activiteiten die tijdens het apartheidsregime<br />

verboden waren, zijn vanaf nu wettelijk toegelaten. Een nieuwe grondwet wordt uitgewerkt waarin<br />

gelijke rechten voor iedereen, ongeacht afkomst of geslacht, een belangrijke plaats krijgen.<br />

Tijdens de eerste regeerperiode (1994-1999) ligt het accent op de wederopbouw en de ontwikkeling van<br />

het land. De regering wil de erfenis van het verleden wegwerken en zet een programma op voor meer<br />

tewerkstelling, betere huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg, aanleg van wegen, van waterleidingen<br />

en van elektriciteitsvoorziening en de herverdeling van de grond.<br />

Maar de verwezenlijking van het programma gaat langzamer dan verwacht en daardoor komt er ook<br />

steeds meer kritiek. Sommigen verwijten de nieuwe regering dat ze te weinig middelen afroomt van de rijken<br />

om veranderingen te financieren. Anderen zeggen dat het klimaat te onaantrekkelijk is voor buitenlandse<br />

investeerders en multinationals om te investeren en economische groei tot stand te brengen.<br />

16<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


1999 - ...<br />

Het ANC wint in 1999 en 2004 de verkiezingen met bijna tweederde van de stemmen. Thabo Mbeki volgt<br />

Nelson Mandela op als president. Als grootste regeringspartij wil het ANC haar verkiezingsslogan “Speed<br />

up the change” (versnel de verandering) in daden omzetten.<br />

Toch gaat dat alles volgens de vakbonden, de Kerken en de sociale organisaties te traag en niet ver<br />

genoeg. De verandering komt vooral de bovenlaag van de zwarte bevolking ten goede. Daardoor blijft de<br />

grote ongelijkheid bestaan en uit protest komen er steeds meer acties om de regering onder druk te zetten.<br />

De politieke oppositie (vooral de partijen die vroeger de blanken vertegenwoordigden), heeft niet kunnen<br />

profiteren van dat groeiend ongenoegen, omdat ze nog steeds zeer weinig zwarten in haar gelederen telt.<br />

Als rijkste land van <strong>Afrika</strong>, met de beste infrastructuur, probeert het land zich internationaal te profileren:<br />

door het aantrekken van grote sportevenementen en conferenties van de Verenigde Naties, het nemen<br />

van diplomatieke initiatieven rond de grote conflicthaarden in <strong>Afrika</strong>, het bevorderen van de politieke eenheid<br />

van <strong>Afrika</strong> (de <strong>Afrika</strong>anse Unie), het uitwerken van het Nepad-plan (New Partnership for Africa’s<br />

Development),...<br />

17<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 2: Geschiedenis<br />

Opdracht<br />

'<br />

Vertaal de tekstballonnetjes<br />

bij de foto's<br />

en link elk personage<br />

aan een gebeurtenis uit<br />

de geschiedenis.<br />

“Sawubona! I'm Sibongile.<br />

I'm a Zulu living in a township<br />

(black suburb) near Durban.<br />

I was born the year apartheid<br />

ended... So I'm a daughter<br />

of the rainbow nation.”<br />

“Hi, I'm Craig. I'm a South<br />

African. My ancestors arrived<br />

from Great Britain in<br />

South-Africa in the late 18th<br />

century to work as traders in the<br />

Cape Colony. Today, I still live<br />

here in Cape Town.”<br />

“Goeiedag my naam is Trevor.<br />

Ek is uit Suid-<strong>Afrika</strong> en soos die<br />

mederheid van kleurlinge spreek<br />

ek <strong>Afrika</strong>ans. Hierdie taal is afgelei<br />

van Hollands. My volk es<br />

'n mengsel van bruin- en<br />

swartmense met blankes<br />

(<strong>Afrika</strong>ners of Boere) die hulle<br />

in Suid-<strong>Afrika</strong> gevestig het.”<br />

“Hello, I'm Urmilla. I'm a South African,<br />

an <strong>In</strong>dian as we call us here.<br />

My family arrived from <strong>In</strong>dia in the<br />

19th century to work in the<br />

sugarplantations.<br />

During the apartheid, we were<br />

a group apart from blacks,<br />

whites and coloureds.”<br />

“Molweni! My name is<br />

Desmond Tutu. I'm the<br />

Anglican Archbishop<br />

of Cape Town. I have been<br />

fighting apartheid for<br />

years, and today<br />

I'm still fighting for the<br />

reconstruction of my<br />

country, for a greater<br />

solidarity, for the rights<br />

of the people.”<br />

2000 vr Chr. Eerste tekens van aanwezigheid van Khoi<br />

(herders) en San (jagers)<br />

rond 400 Volkeren uit Centraal-<strong>Afrika</strong> vestigen zich<br />

in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> (Zoeloes, Xhosa's,...)<br />

1652 Jan Van Riebeeck vestigt zich in Kaapstad.<br />

1798 De Engelsen nemen de macht over in de<br />

Kaapprovincie.<br />

1836 Begin van de ‘grote trek’:<br />

Nederlandssprekende blanken trekken<br />

naar het noorden.<br />

1860 <strong>In</strong>diërs worden geïmporteerd als<br />

arbeiders op de suikerrietplantages.<br />

1886 Ontdekking van goud in het centrum<br />

van het land.<br />

1894 Ghandi richt de politieke partij ‘<strong>In</strong>dian<br />

National Congres’ op.<br />

1899-1902 Boerenoorlog, tussen Engelssprekende<br />

en Nederlandssprekende blanken.<br />

1910 De blanken roepen de ‘<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse<br />

Unie’ uit, zonder de zwarte bevolking er bij<br />

te betrekken.<br />

1912 Oprichting van het African National<br />

Congress (ANC)<br />

1913+1936 De wetten over grondbezit worden<br />

afgekondigd: zwarten mogen slechts<br />

13% van de grond in bezit hebben.<br />

1948 De ‘Nationale Partij’ wint de verkiezingen<br />

en voert de apartheid in.<br />

1955 Afkondiging van het ‘Freedom Charter’<br />

door het ANC.<br />

21/03/1960 <strong>In</strong> Sharpeville worden 69 betogers gedood<br />

door de politie.<br />

1961 Uitroeping van de Republiek <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>.<br />

1962 Arrestatie van ANC-leider Nelson Mandela.<br />

1964 Leiders van het ANC (Mandela, Sisulu,<br />

Govan Mbeki,...) worden tot levenslange<br />

opsluiting veroordeeld.<br />

16/06/1976 Begin van de studentenopstand in Soweto.<br />

1984 Aartsbisschop Desmond Tutu krijgt de<br />

Nobelprijs voor de vrede.<br />

1989 F.W. De Klerk wordt president en laat een<br />

aantal ANC-leiders vrij.<br />

1990 Vrijlating van Nelson Mandela en start<br />

van onderhandelingen<br />

1991 Afschaffing van de laatste racistische<br />

apartheidswetten.<br />

1994 Eerste parlementsverkiezingen waaraan<br />

alle inwoners mogen deelnemen.<br />

Nelson Mandela wordt president.<br />

1996 Nieuwe grondwet wordt aangenomen.<br />

1999 Thabo Mbeki wordt verkozen<br />

tot nieuwe president.<br />

2004 Herverkiezing van Thabo Mbeki.<br />

18<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


3<br />

E 3.De apartheid ontleed<br />

A. De pijlers van de apartheid<br />

Apartheid is de systematische scheiding van de rassen en de suprematie van de blanken.<br />

Het uiteindelijke doel is de zwarten in de zogenaamde onafhankelijke thuislanden onder te<br />

brengen, waardoor ze hun <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse nationaliteit verliezen en alle rechten die daaraan<br />

verbonden zijn.<br />

Eerste pijler: de rassen<br />

<strong>In</strong> 1950 legt het apartheidsregime vier rassen vast en elke inwoner wordt in een van deze raciale<br />

categorieën ondergebracht.<br />

• De blanken zijn van Europese afkomst. Alle wetten zijn in hun voordeel.<br />

• De zwarten vormen de grootste, maar vooral de rechteloze en de minst bedeelde groep.<br />

• De <strong>In</strong>diërs zijn de afstammelingen van de suikerrietarbeiders die op het einde van de negentiende<br />

eeuw uit <strong>In</strong>dia werden ingevoerd om op de grote plantages te werken. Hun statuut is iets<br />

beter dan dat van de kleurlingen en de zwarten.<br />

• De kleurlingen zijn telgen uit gemengde huwelijken, afstammelingen van de oorspronkelijke<br />

bewoners, de Khoi en de San, of van ingevoerde slaven. Alle personen die blank noch zwart<br />

noch <strong>In</strong>diër zijn behoren tot dit ras.<br />

Deze classificatie neemt vaak absurde vormen aan. Zo beschrijft Georges Lory in het Franse tijdschrift<br />

‘Autrement’ (“Afrique Australe: L’Afrique du Sud, ses voisins, leur mutation”, 1990, blz. 158):<br />

“Het valt op dat het moeilijk is om bepaalde personen te classificeren. Welke blanke is zeker dat hij<br />

niet een beetje bloed in zijn aderen heeft van een zwarte, een kleurling of een <strong>In</strong>diër. Paul Kruger,<br />

een van de grote leiders tijdens de Boerenoorlog, had een <strong>In</strong>donesische grootmoeder (…).”<br />

Elk jaar publiceert het ministerie van Binnenlandse Zaken de statistieken van de mensen die van ras<br />

veranderd zijn. Om te classificeren gebruikt men bepaalde tests. De proef met de kam bijvoorbeeld:<br />

als die goed door het haar glijdt, heeft men te maken met een blanke. <strong>In</strong> 1988 nog zijn via deze<br />

methode 240 zwarten kleurling geworden, 347 kleurlingen werden blank en 13 blanken veranderden<br />

in kleurling. Vooral de laatste categorie is zeer bijzonder: ze bestaat uit minstens tien subgroepen<br />

(…). <strong>In</strong> 1988 zijn 2 zwarten <strong>In</strong>diër geworden en 3 Chinezen, 11 Maleisiërs en 1 <strong>In</strong>diër zijn<br />

geclassificeerd als blank.”<br />

Tweede pijler: de territoriale scheiding<br />

Eens de mensen onderverdeeld in rassen,<br />

kan het apartheidsregime zijn politiek van<br />

territoriale scheiding doorvoeren. <strong>In</strong> feite<br />

bestond die scheiding al in grote mate vóór<br />

1948, maar in 1950 komt er een wet die<br />

deze praktijk versterkt en officieel maakt.<br />

Vanaf dan bepaalt de afkomst van iemand<br />

de plaats waar hij moet wonen.<br />

19<br />

Namibie<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Botswana<br />

ZUID-AFRIKA<br />

Mozambique


Het land wordt verdeeld in verschillende zones.<br />

Bevolkingsgroep % van de bevolking % van de grond woonzones<br />

Blanken 14 87 in heel het land behalve in<br />

thuislanden en townships<br />

Zwarten 76 13 townships en thuislanden<br />

Kleurlingen 7 townships<br />

<strong>In</strong>diërs 3 townships<br />

De zone voor blanken omvat 87% van het grondgebied met alle belangrijke steden en met de<br />

vruchtbaarste gronden. De zone voor zwarten omvat 13% van het grondgebied: dit zijn de thuislanden<br />

of de gebieden waar de zwarten – althans volgens de blanken - vroeger woonden. Het zijn<br />

stukken grondgebied her en der over het land verspreid. Daarnaast mogen zwarten verblijven in<br />

blank gebied als ze er een job hebben. Maar ze moeten zich vestigen in speciale woonwijken voor<br />

zwarten, de zogenaamde townships.<br />

De kleurlingen en <strong>In</strong>diërs moeten zich ook elk apart vestigen in townships in de buurt van blanke<br />

steden en dorpen.<br />

Om deze wetten uit te voeren moeten de verplaatsingen van de mensen gecontroleerd kunnen<br />

worden. Daarom zijn zwarten verplicht een pasje bij zich te hebben.<br />

Derde pijler: scheiding in de openbare sector<br />

Na de verdeling van het grondgebied is het makkelijk de apartheid overal toe te passen. Onderwijs<br />

voor blanke en zwarte kinderen is zeer verschillend en de financieringsmiddelen zijn zeer ongelijk<br />

verdeeld. Hetzelfde geldt voor de ziekenhuizen en de gezondheidszorg. Maatschappelijke activiteiten<br />

moeten gescheiden worden: wandelen en spelen in een park of op het strand, openbaar<br />

vervoer, publieke toiletten, bezoek aan filmzalen en cafés, sportactiviteiten,... Seks en huwelijken<br />

tussen mensen van verschillende rassen zijn verboden.<br />

B. De thuislanden<br />

De thuislanden zijn gebieden die door het apartheidsregime aan de zwarten worden toegewezen.<br />

<strong>In</strong> 1913 wordt bij wet beslist dat de zwarten (75% van de bevolking) slechts recht hebben op 13%<br />

van het grondgebied. <strong>In</strong> 1960 zet de apartheid nog een stap verder met een nieuwe wet (group<br />

areas act). De gebieden waar blanken wonen, worden etnisch gezuiverd: alle zwarten moeten er<br />

weg. Zonder rekening te houden met hun geboorteplaats worden de zwarten onderverdeeld in tien<br />

verschillende etnische groepen en moeten ze zich vestigen in het gebied dat voor hun groep is<br />

voorbehouden, de thuislanden. Wie niet goedschiks vertrekt, wordt manu militari gedwongen om te<br />

verhuizen. Deze praktijk heeft geduurd tot 1985.<br />

Eens in een thuisland, hebben de zwarten geen enkel recht meer in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. Ze mogen hun<br />

thuisland enkel verlaten als ze een pas hebben en een toelating van de politie. Een uitzondering<br />

wordt gemaakt voor mensen die een job hebben in blank gebied, want zonder goedkope arbeidskrachten<br />

vallen boerderijen en fabrieken stil en zitten blanke families zonder huispersoneel.<br />

20<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


De thuislanden worden door het apartheidsregime voorgesteld als ‘gescheiden ontwikkeling’, die<br />

aan elke bevolkingsgroep de kans zou geven zich te ontwikkelen volgens zijn eigen cultuur. Maar<br />

binnen dit apartheidssysteem is er voor de zwarten geen échte ontwikkeling mogelijk.<br />

De gezinnen<br />

Zwarte gezinnen leven vaak opgedeeld: de mannen die in goede gezondheid verkeren, proberen<br />

werk te vinden in de industrie rond de grote blanke steden of in de mijnbouw. Daardoor blijven vooral<br />

ouderen, vrouwen, kinderen en zieken in de dorpen achter. Ze zijn financieel afhankelijk van het<br />

loon van de man die in de stad of in de mijnen werkt. Hij komt meestal maar één of twee maal per<br />

jaar naar huis, want de industriële centra liggen ver van de thuislanden.<br />

Het grondgebied<br />

De thuislanden zijn klein en in losse stukken verdeeld. Elk thuisland is overbevolkt. Ze liggen op<br />

grote afstand van de belangrijke stedelijke centra, die zich bijna allemaal in blank gebied bevinden.<br />

De infrastructuur en de diensten<br />

Er is weinig infrastructuur zoals wegen, elektriciteit of waterbevoorrading in de thuislanden.<br />

De weinige scholen en hospitalen zijn overbevolkt en krijgen veel te weinig middelen.<br />

De landbouw en veeteelt<br />

Het is moeilijk om te leven van landbouw. Er heerst voortdurend een gebrek aan werkkrachten,<br />

omdat de mannen elders werk proberen te vinden. De grond waarover elk gezin beschikt, is te<br />

beperkt om van te leven en is bovendien weinig vruchtbaar. Zwarte boeren hebben nauwelijks toegang<br />

tot de markt.<br />

Cultureel gezien zijn de thuislanden de gebieden waar de tradities van de verschillende <strong>Afrika</strong>anse<br />

volkeren het sterkst voortleven. <strong>In</strong> de voormalige thuislanden Ciskei en Transkei beïnvloedden de<br />

tradities van de Xhosa’s de huizenbouw, de kleding, de godsdienst, de werkverdeling, de huwelijksgebruiken,<br />

de verhouding tussen mannen en vrouwen, ouders en kinderen, jongens en meisjes,<br />

enz. <strong>In</strong> de Xhosa-cultuur zijn de voorouders belangrijk en moet men de plaats bij het huis waar zij<br />

begraven liggen, in ere houden. Voor Xhosa’s die gedeporteerd werden, is ook om die reden de<br />

terugkeer naar hun geboortegrond zo belangrijk.<br />

Veel families die naar de stad verhuizen, hebben daar wel een huis, maar beschouwen de hutten<br />

van hun ouders of grootouders nog altijd als hun echte thuis. De collectieve, gemeenschappelijke<br />

belangen en wensen staan in de <strong>Afrika</strong>anse culturen hoger aangeschreven dan de individuele.<br />

Onderlinge hulp, samenwerking en samenspraak zijn aan de orde van de dag, zoals blijkt uit een<br />

uitdrukking als: “Ieder kind, is mijn kind.” Maar ook gehoorzaamheid en onderworpenheid aan het<br />

gezag van de chefs, de ouderen en de mannen behoren tot de geplogenheden.<br />

Ook de <strong>Afrika</strong>anse culturen kennen veel ‘typische’ elementen, die eigenlijk geïmporteerd zijn. De<br />

traditionele <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse maïs komt, net als onze aardappelen, uit <strong>Zuid</strong>-Amerika. De kraaltjes<br />

voor de traditionele Xhosa-sieraden, zijn binnengebracht door de Portugezen. De gewoonte om<br />

thee te drinken, komt uit Engeland. De meeste Xhosa’s combineren hun traditionele geloof met het<br />

geïmporteerde christendom.<br />

21<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


C. De townships<br />

De stadscentra en de betere stedelijke wijken zijn voorbehouden aan de blanken. De kleurlingen, de<br />

<strong>In</strong>diërs en de zwarten die een baan hebben in blank gebied moeten gescheiden wonen aan de rand<br />

van de stad: deze wijken noemt men townships.<br />

Zulke overbevolkte sloppenwijken aan de rand van de stad bestaan ook in andere <strong>Afrika</strong>anse<br />

landen, maar de townships in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> zijn omwille van het apartheidssysteem veel strikter van<br />

karakter: vermenging van de rassen is verboden, ook buiten de blanke wijken. Gemengde wijken,<br />

zoals Sophiatown in Johannesburg en District Six in Kaapstad, werden in 1960 met de grond gelijk<br />

gemaakt.<br />

De townships zijn échte wijken met winkels, scholen, bars enz. zoals in elke stad. Er zijn wel twee<br />

verschillen: zo’n wijk is bestemd voor één bevolkingsgroep en de huizen zijn er in slechte staat. <strong>In</strong><br />

een township staan vier soorten huizen.<br />

• De woningen van de rijken.<br />

• De huizen die de overheid heeft gebouwd voor arbeiders en bedienden en de bijnaam ‘matchboxes’<br />

hebben, omdat ze zo klein zijn als luciferdoosjes.<br />

• De logementshuizen voor arbeiders die zonder hun gezinnen leven.<br />

• De krotten aan de rand van de townships. De mensen bouwen ze zelf met afvalmateriaal op<br />

braakliggende gronden of op terreinen die door de gemeente voorzien zijn van water en riolering.<br />

De townships werden tijdens de apartheidsperiode zoveel mogelijk verborgen gehouden voor de<br />

buitenwereld. Pas in 1992 publiceerde een organisatie voor het eerst een landkaart met daarop alle<br />

namen van de meer dan duizend townships van het land, waar een groot deel van de bevolking<br />

woont.<br />

22<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 3a: De pijlers van de apartheid<br />

scheiding in het dagelijkse leven<br />

geen rechten voor de niet-blanken<br />

23<br />

Namibië<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Botswana<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

territoriale scheiding<br />

Mozambique


Opdracht<br />

'<br />

<strong>In</strong> <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Fiche 3b: De strijd tegen apartheid<br />

Plaats het nummer bij het beeld waar het bij hoort (fiche 3a en 3b)<br />

1. Aartsbisschop Tutu, Nobelprijs voor de vrede, roept op tot burgerlijke ongehoorzaamheid.<br />

2. Rockzanger Sting zingt op een concert in Groot-Brittannië tegen apartheid en voor de vrijlating van politieke gevangenen.<br />

3. President F.W. De Klerk laat Nelson Mandela vrij.<br />

4. Overal in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> zijn er betogingen.<br />

5. Ook in België organiseren ngo's en actiegroepen betogingen tegen de apartheid.<br />

6. Bepaalde publieke plaatsen waren enkel voor blanken.<br />

7. Belgische ngo's informeren de bevolking over de apartheid.<br />

8. Politieke gevangenen bedanken de bevolking voor de steun die ze kregen tijdens hun gevangenschap.<br />

9. De zwarten vormden 75% van de bevolking maar bezaten slechts 13% van de grond.<br />

10. Het nieuwe <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> wordt de regenboognatie genoemd, vanwege zijn veelkleurige bevolking.<br />

11. <strong>In</strong> 1948 wint de Nationale Partij de verkiezingen en voert de apartheid in.<br />

<strong>In</strong> het buitenland<br />

Einde van apartheid<br />

24<br />

4<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Tijdens het<br />

schaakkampioenschap<br />

in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

mogen de zwarte<br />

pionnen het<br />

schaakbord niet<br />

betreden


4<br />

E 4. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> :<br />

werk en werkloosheid<br />

Uit opiniepeilingen blijkt steeds opnieuw dat de bevolking de werkloosheid en de daaruit<br />

voortvloeiende lage inkomens als een van de grootste problemen van het land ervaart.<br />

Meer dan 50% van de zwarten is werkloos<br />

<strong>In</strong> 2005 telde <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> 20 miljoen volwassenen tussen 16 en 65 jaar, die in aanmerking komen<br />

voor een job.<br />

Daarvan hebben 11,6 miljoen mensen een betaalde baan. De resterende 8,4 miljoen anderen zijn<br />

werkloos: dat is 42% van de bevolking. Opvallend hierbij is dat dit percentage sterk verschilt per<br />

bevolkingsgroep. Bij de zwarten is meer dan 50% van de mensen werkloos, bij de blanken ongeveer<br />

6%. Van alle werklozen is 90% zwart. De werkloosheid is ook hoger bij vrouwen dan bij mannen:<br />

56% van de werklozen zijn vrouwen.<br />

Er dienen zich elk jaar meer dan 300.000 nieuwkomers aan op de arbeidsmarkt: afgestudeerde<br />

jongeren en jongeren die hun studies niet hebben afgemaakt. Ook is er een grote instroom van<br />

migranten uit andere <strong>Afrika</strong>anse landen die op zoek zijn naar een job. Tegelijkertijd zijn er de laatste<br />

jaren enorm veel banen gesneuveld in de formele sector. Alleen al in de mijnbouw gingen op tien<br />

jaar tijd meer dan 200.000 arbeidsplaatsen verloren. <strong>In</strong> het algemeen vallen veel laaggeschoolde<br />

jobs weg in de formele sector en komen er nieuwe bij in de geschoolde functies en in de informele<br />

sector.<br />

Door deze factoren is de werkloosheid sinds het einde van de apartheid gestegen. Maar vanaf 2005<br />

is de werkloosheid aan het dalen omdat de economische groei groter is dan de vorige jaren.<br />

Zwart staat synoniem voor ‘slecht betaald’<br />

Gemiddeld verdient een blanke 10 maal meer dan een zwarte. Als het om dezelfde functie gaat,<br />

verdient een blanke meestal dertig procent meer dan een zwarte. Heel wat jobs zijn heel slecht<br />

betaald. Dat geldt vooral voor wie in de landbouw werkt en voor de dienstmeiden en het<br />

huispersoneel. 25% van de mensen met een baan hebben een loon dat onder de armoedegrens<br />

ligt. De meeste mensen die via een eigen handeltje een inkomen proberen te vergaren (de informele<br />

sector) verdienen minder dan 500 rand (50 euro) per maand, dat is beneden het minimuminkomen.<br />

25<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

“Alternatives”<br />

AIDC <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>,<br />

maart 2006


Een enorme kloof tussen arm en rijk<br />

De inkomensverdeling is heel ongelijk zoals onderstaande tabellen aantonen<br />

Per bevolkingsgroep (2000)<br />

% Aandeel in totale inkomen<br />

26<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

% totale bevolking<br />

<strong>In</strong>diërs 4 % 2,5 %<br />

Kleurlingen 8 % 8,9%<br />

Zwerten 38 % 79,1%<br />

Blanken 50 % 9,5%<br />

Toch wordt de kloof tussen blanken en zwarten geleidelijk kleiner: de zwarten krijgen stilaan meer<br />

van de totale rijkdom van het land. Vooral omdat zwarten nu ook toegang hebben tot betere jobs,<br />

omdat er meer zwarten aangeworven worden in de overheidsdiensten en omdat de sociale<br />

uitkeringen, die vroeger veel hoger waren voor blanken dan voor anderen, nu voor alle<br />

bevolkingsgroepen dezelfde zijn.<br />

Als men de bevolking indeelt naargelang hun inkomen in vijf groepen met evenveel mensen, dan heeft<br />

de eerste (en rijkste) groep 71,% van het inkomen<br />

de tweede groep 17,40%<br />

de derde groep 7,40%<br />

de vierde groep 3,00%<br />

de laatste (en armste) groep 1,20%<br />

Daarmee is <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> samen met Brazilië een van de landen met de grootste ongelijkheid tussen<br />

rijk en arm. <strong>In</strong> heel wat andere landen van het <strong>Zuid</strong>en krijgt de 20% armsten een veel groter stuk van<br />

de koek. Deze kloof lijkt in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> nog dieper te worden: wie veel heeft, krijgt nog meer; wie<br />

weinig heeft, krijgt nog minder.<br />

De groep van de 20% rijkste mensen telde in 2000 64% blanken en 23% zwarten. Omgekeerd<br />

bevonden zich in de groep van de 20% armste mensen 95% zwarten en 2,1% blanken.<br />

Ook de armoedegrens is zwart<br />

De armoedegrens ligt op 386 rand (+/-38 €) maandelijks per volwassene.<br />

57% van alle zwarten en 1% van alle blanken leeft onder deze grens. Op het platteland (in de<br />

voormalige thuislanden) en in de krottenwijken rond de grote steden zit 70% van de bevolking onder<br />

de armoedegrens. Het gaat voornamelijk om werklozen, maar ook ongeveer 25% van de mensen<br />

met een baan verdienen minder dan de armoedegrens.


Uitkeringen als belangrijkste bron van inkomsten<br />

Veel mensen zijn dus werkloos en wie nog nooit gewerkt heeft, krijgt geen werkeloosheidsuitkering.<br />

Daarom zijn sociale uitkeringen voor veel gezinnen de belangrijkste bron van inkomen.<br />

Een van de belangrijkste sociale uitkeringen is het ouderdomspensioen: iedereen, ook wie niet<br />

gewerkt heeft, heeft recht op een pensioen: vrouwen vanaf 60 en mannen vanaf 65 jaar. Dit<br />

pensioen bedraagt ongeveer 700 rand (70 €) per maand. <strong>In</strong> veel families zonder kostwinner is dit de<br />

belangrijkste bron van inkomsten.<br />

Daarnaast is er het kindergeld. Tijdens de apartheid bestond dit alleen voor blanke kinderen. Nu<br />

geldt het voor elk kind tot veertien jaar en het bedraagt 180 rand per maand (18 €).<br />

Mensen die hun job verliezen, ontvangen wel stempelgeld, maar voor een beperkte duur van 34<br />

weken. Wie nooit gewerkt heeft of in de informele sector aan de slag was, waar geen sociale<br />

bijdragen betaald worden, krijgt geen uitkering.<br />

Omdat er zoveel werklozen zijn die geen inkomsten hebben, dringen de vakbonden en sociale<br />

organisaties erop aan om een kleine basisuitkering (basic income grant) te waarborgen aan iedere<br />

volwassene zonder job: maandelijks 100 rand (ongeveer 10 €) per persoon. Er zijn om en bij de 8,4<br />

miljoen werklozen. Dit voorstel zou de overheid ongeveer 10 miljard rand (of een miljard €) kosten<br />

per jaar. Dat is ongeveer 3% van de totale nationale begroting.<br />

Voor de ziekteverzekering geldt hetzelfde als voor de werkloosheidsverzekering: wie voor een<br />

bedrijf werkt dat sociale bijdragen betaalt, krijgt zijn kosten in geval van ziekte (dokter en<br />

geneesmiddelen) geheel of gedeeltelijk vergoed. Wie niet of in de informele sector werkt, heeft hier<br />

geen recht op. Werklozen krijgen gratis medische zorg in openbare hospitalen, maar<br />

geneesmiddelen moeten ze betalen.<br />

Nieuwe jobs creëren<br />

Omdat zo veel mensen werkloos zijn, oefenen vakbonden en sociale organisaties grote druk uit op<br />

de regering om meer te doen op het vlak van de werkgelegenheid. <strong>In</strong> 1994 overheerste alom de<br />

hoop dat de eerste democratische regering zich zou inspannen om wat te doen aan het enorme<br />

werkloosheidsprobleem. De regeringspartij ANC had aangekondigd dat ze extra zou investeren in<br />

werkgelegenheid in de openbare diensten en in de bedrijfssectoren die in handen zijn van de<br />

overheid: energie, transport, staal en wapenindustrie. Het ANC had plannen voor de uitbouw van de<br />

verwerkende industrie, die grondstoffen omzet in afgewerkte producten. Er waren grote openbare<br />

werken aangekondigd om de sociale voorzieningen voor de achtergestelde zwarte bevolking<br />

wezenlijk te verbeteren.<br />

Maar in het begin van de jaren negentig kwam er wereldwijd een drastische verandering inzake de<br />

economische rol van de overheid. Alle heil werd verwacht van de privésector (het bedrijfsleven).<br />

Daardoor was het plots niet langer aanvaardbaar nog veel te investeren in de overheidssector. De<br />

idee waaide over uit de rijke landen (Verenigde Staten, Europa), werd gedragen door de<br />

internationale financiële instellingen (<strong>In</strong>ternationaal Monetair Fonds en Wereldbank) en werd<br />

uiteindelijk aan de regeringen in het <strong>Zuid</strong>en opgedrongen. Daardoor veranderde <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> het<br />

geweer van schouder en legde het ook grotendeels de nadruk op het privé-initiatief om de<br />

werkgelegenheid te verhogen.<br />

27<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Door allerlei maatregelen (die miljarden rand per jaar kostten) probeerde de regering een gunstig<br />

klimaat te scheppen voor buitenlandse investeerders. Zo hoopte ze op een sterkere economische<br />

groei en dus op veel bijkomende jobs. Maar de buitenlandse bedrijven investeerden veel minder<br />

dan verwacht. Zij vonden dat de <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse vakbonden te sterk waren en de lonen in<br />

vergelijking met andere landen te hoog lagen. Daardoor lag de economische groei onder de<br />

verwachtingen en steeg het aantal jobs niet. Maar sinds 2005 is de groei voldoende om meer jobs te<br />

scheppen en daalt de werkloosheid.<br />

Een nieuwe toekomst voor de townships?<br />

Iedereen kan nu wonen waar hij wil… als hij voldoende geld heeft om er een huis te kopen of te<br />

huren. Veel mensen hebben niet voldoende geld om te verhuizen. Anderen blijven liever wonen in<br />

hun vertrouwde buurt. Ze hopen dat de nieuwe regering er water, elektriciteit en wegen zal<br />

aanleggen. En dat ze jobs zal creëren en huizen en scholen bouwen.<br />

Kaapstad telt ongeveer drie miljoen inwoners, waarvan één miljoen blanken, één miljoen<br />

kleurlingen en één miljoen zwarten. De meeste kleurlingen en zwarten wonen in de townships. De<br />

nieuwe regering heeft een begin gemaakt met de bouw van woningen. Ook particulieren en<br />

ontwikkelingsorganisaties leveren een bijdrage tot de huizenbouw. De aanleg van elektriciteit gaat<br />

het snelst vooruit, samen met de installatie van telefooncellen. En dan is er natuurlijk de draagbare<br />

telefoon, waar ook hier niemand omheen lijkt te kunnen. “Je vraagt hier voor een kleine boodschap<br />

beter naar de gsm, dan naar de WC,” zo wordt er in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> vandaag gegrapt.<br />

Het grootste probleem is de werkloosheid (in sommige sloppenwijken tot 70%). Uitkeringen zijn<br />

onbestaande voor wie nooit een job heeft gehad. Mensen scheppen vaak zelf hun werk. Ze<br />

verzinnen duizend en één dingen, zoals zaken verkopen of diensten aanbieden. Veel jongeren<br />

volgen lager en secundair onderwijs, maar daarna is er vaak geen geld meer voor een verdere<br />

opleiding. Voor hen blijft de mogelijkheid op werk zeer beperkt. Welke keuze hebben ze? Een<br />

laagbetaalde job als schoonmaker? Seizoensarbeid op het platteland? Of ‘self-employment’, zoals<br />

eigen tewerkstelling er heet?<br />

Beterschap voor de voormalige thuislanden?<br />

Het voormalige thuisland Transkei telt bijna drie miljoen inwoners en is ongeveer even groot als<br />

België. Op enkele uitzonderingen na wonen er alleen maar zwarten. Onder de apartheid mochten<br />

alleen de Xhosa’s, een van de negen niet-blanke bevolkingsgroepen volgens de<br />

apartheidsprincipes, er in hun dorpen verblijven.<br />

De nieuwe regering van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> heeft vele projecten uitgevoerd om het leven van de mensen te<br />

verbeteren. Er zijn scholen en klinieken gebouwd, wegen verbeterd, elektriciteit en water<br />

aangelegd. Maar dat is lang niet in alle dorpen gebeurd. Ook ontwikkelingsorganisaties hebben in<br />

deze sectoren projecten uitgewerkt, maar op beperkte schaal.<br />

Voor de meeste inwoners van Transkei is landbouw de hoofdactiviteit. Als gevolg van de apartheid<br />

hebben de meeste gezinnen echter te weinig grond om een leefbaar bedrijf op te bouwen. Daardoor<br />

produceren de meeste boerengezinnen te weinig voedsel voor hun eigen behoeften, waardoor ze<br />

verplicht zijn extra voedsel aan te kopen. En dat kost geld.<br />

28<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Deze gezinnen hebben drie belangrijke bronnen van inkomsten.<br />

1. Veel mannen zoeken werk, maar in eigen streek zijn er bijna geen bedrijven en daarom trekken<br />

ze naar de grote steden. Ze trachten er te logeren bij familie of kennissen. <strong>In</strong> tegenstelling tot<br />

vroeger mogen vrouw en kinderen nu bij hun man in de stad gaan wonen. Maar meestal blijven ze<br />

thuis omdat ze er een eigen stukje grond en een zelfgebouwd huisje hebben. Mannen die het<br />

geluk hebben een job te vinden in de stad kunnen voor de nodige inkomsten van de familie<br />

zorgen. Maar de werkloosheid onder de zwarte bevolking loopt op tot 50%. En dus vinden velen<br />

geen job en kunnen ze niets verdienen voor hun gezin. Deze situatie is de laatste jaren nog<br />

verergerd omdat de mijnen, waar de meeste van deze mannen werkten, tot massale afdankingen<br />

zijn overgegaan. Veel goud- en koolmijnen waren verouderd en onrendabel geworden en de prijs<br />

van het goud was sterk gedaald. Daarom werden er heel wat gesloten.<br />

2. <strong>In</strong> veel gezinnen is het pensioen van de grootouders de enige inkomstenbron. Op het einde van<br />

de maand staan de gepensioneerden in lange rijen aan te schuiven om hun geld af te halen.<br />

Daarmee doen ze dan meteen de inkopen voor de volgende maand voor de kinderen en de<br />

kleinkinderen.<br />

3. Een laatste bron van inkomsten zijn de projecten die de mensen in groep opzetten. <strong>In</strong> veel dorpen<br />

bestaan zelfhulpgroepen om een economische activiteit op te starten die geld opbrengt: brood<br />

bakken, een dorpswinkeltje uitbaten, groenten telen, een kippenkwekerij of een varkensmesterij<br />

beginnen… Dit blijft moeilijk, want dit werk komt bovenop de normale dagtaak die al enorm zwaar<br />

is: water halen, voor brandhout zorgen, eten koken,….<br />

29<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 4. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : werk en werkloosheid<br />

Opdracht<br />

'<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

Zoek de woorden en<br />

de letters in de kolom<br />

die in vetjes staat<br />

vormen het woord dat<br />

past in de zin onderaan.<br />

De ................ sector omvat de economische<br />

activiteiten die niet officieel geregistreerd zijn,<br />

waarvoor geen rechtspersoonlijkheid is aangevraagd<br />

en waarvan de beoefenaars geen sociale bijdragen<br />

betalen. <strong>In</strong> de meeste gevallen gaat het om individuen<br />

die zich behelpen omdat ze werkloos zijn en geen<br />

uitkering krijgen.<br />

Enkele<br />

voorbeelden<br />

Straathandel,<br />

kleermaaksters,<br />

schoenmakers,<br />

kinderoppas, bereiden<br />

en verkopen<br />

van voeding<br />

enz.<br />

e<br />

<strong>In</strong> <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

is het niet onwettig<br />

om dit soort activiteiten<br />

uit te voeren omdat het<br />

voor velen de enige manier<br />

is om aan een inkomen<br />

te geraken, hoe laag<br />

het ook is.<br />

30<br />

Nota<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

1. Wie door dit virus besmet is, heeft het moeilijk<br />

zijn job te behouden of er een te vinden.<br />

2. Huispersoneel heeft een heel laag ....<br />

3. Sector waarin de laatste jaren veel jobs<br />

gesneuveld zijn.<br />

4. Wie dit heeft, heeft meer kans op een job.<br />

5. <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse munt.<br />

6. Welke bekende <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse personaliteit<br />

zei: “Slavernij en apartheid waren geen<br />

natuurlijk verschijnsel en armoede is dat ook<br />

niet; het is het werk van mensen en kan dus<br />

ook door mensen ongedaan gemaakt<br />

worden.”<br />

7. Belangrijke sociale uitkering.<br />

8. Wordt door mensen in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> als het<br />

grootste probleem beschouwd.<br />

9. Is in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> in de tijd beperkt voor wie zijn<br />

werk verliest.


5<br />

E 5. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : grond<br />

Het apartheidsregime heeft tussen 1913 en 1985 door allerhande wetten meer dan drie miljoen<br />

zwarten en kleurlingen van hun grond beroofd. Alle zwarten, kleurlingen en <strong>In</strong>diërs die in gebieden<br />

woonden die voor de blanken bestemd waren, ondergingen dit lot. Op het platteland werden de<br />

mensen gedeporteerd naar andere delen van het land, dikwijls honderden kilometers van hun<br />

woonplaats. <strong>In</strong> de steden werden ze gedwongen in bepaalde wijken te gaan wonen. Dit ging<br />

meestal gepaard met geweld, de mensen kregen geen compensatie voor het verlies van hun<br />

grond.<br />

<strong>In</strong> veel gevallen verzetten de mensen zich tegen deze deportaties, maar dit werd gebroken door<br />

harde repressie door het regime. Het recht op teruggave van die grond was dan ook een van de<br />

belangrijke eisen van de anti-apartheidsstrijd.<br />

Toen de eerste democratisch gekozen regering aan de macht kwam in 1994 was het een van de<br />

prioritaire punten. De regering wilde het probleem op een vreedzame en gecontroleerde manier<br />

oplossen: ze wilde vermijden dat bezettingen in het wilde weg tot grote onrust zou leiden bij de<br />

blanken. Daarom werkte ze een procedure uit om grond terug te geven aan mensen die grond<br />

verloren hadden door de apartheidswetten.<br />

Iedereen die met documenten kan aantonen dat hij grond bezat die vanaf 1913 door de blanke<br />

overheid in beslag was genomen, kon een klacht indienen. Er werden bijna 70.000 dossiers<br />

ingediend. De klachten over grondafname in de stad zijn bijna allemaal opgelost: die mensen<br />

kregen hun grond niet terug omdat daar nu gebouwen op staan, maar ze kregen een<br />

schadevergoeding. De klachten op het platteland zijn nog lang niet opgelost. Als die opgelost raken,<br />

zal 12% van de grond teruggegeven zijn aan de zwarten. De blanken hebben dan nog altijd meer<br />

dan 75% van de grond in bezit.<br />

Met dit teruggaveproces alleen kan men het probleem van ongelijke grondverdeling niet oplossen.<br />

Daarom heeft de regering ook een programma ingevoerd van land-herverdeling. Via subsidies<br />

stimuleert de overheid zwarten om grond van blanken over te kopen. Blanke boeren zijn vrij om hun<br />

boerderij te verkopen, ze worden niet gedwongen door de overheid. De subsidies lopen op tot 80%<br />

van de aankoopkosten van een boerderij. Maar de andere twintig procent moeten de kandidaatkopers<br />

zelf inbrengen.<br />

<strong>In</strong> totaal is via deze herverdeling tot nu toe 2% van de grond in andere handen overgegaan en<br />

hebben rond de tweehonderdduizend families nu een eigen stuk grond om op te boeren.<br />

Al bij al is dat dus vrij weinig. En daar zijn heel wat redenen voor.<br />

De subsidie van tachtig % lijkt een grote bijdrage van de overheid om het probleem op te lossen.<br />

Maar de ongelijke inkomenssituatie in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> is heel groot: zwarten op het platteland hebben<br />

een heel klein inkomen, dat hoofdzakelijk naar het dagelijks levensonderhoud gaat. De twintig<br />

procent eigen middelen die nodig zijn om een boerderij te kopen, zijn dan ook een gigantisch bedrag<br />

voor velen.<br />

31<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Daarnaast zijn de prijzen van de boerderijen hoog. De blanke boeren die willen verkopen, proberen<br />

er de hoogst mogelijke prijs voor te krijgen.<br />

Tenslotte twijfelen veel zwarten om de stap te zetten, omdat ze vrezen dat ze er geen rendabele<br />

boerderij van kunnen maken. Ze vinden dat de overheid onvoldoende maatregelen heeft uitgewerkt<br />

om beginnende boeren bij te staan. En door de liberalisering van de landbouw komt daar de<br />

concurrentie van gesubsidieerde Europese producten bovenop.<br />

Organisaties van zwarte gemeenschappen die land proberen te verwerven, vinden dat het proces<br />

veel te langzaam gaat en komen op voor de volgende eisen.<br />

• De overheid moet meer geld investeren in de programma's om de toekomstige boeren beter te<br />

ondersteunen.<br />

• De bescherming van de blanke boeren moet verminderen door de vraagprijs voor boerderijen te<br />

reglementeren en door de mogelijkheid te voorzien om boerderijen te onteigenen, mits<br />

compensatie. De overheid zou dus zelf het proces actiever in handen moeten nemen, veeleer<br />

dan het over te laten aan individuele kandidaat-verkopers.<br />

Met al die maatregelen hoopt de overheid dat tegen 2015 één derde van alle landbouwgrond in<br />

handen is van de zwarte bevolking.<br />

32<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 5. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : grond<br />

Opdracht<br />

'<br />

Hierbij vier<br />

foto's die een<br />

illustratie zijn<br />

van deze tekst.<br />

Twee van hen<br />

horen bij paragraaf<br />

drie en twee<br />

bij paragraaf vier.<br />

Noteer het<br />

nummer van<br />

de foto in het<br />

passende vakje.<br />

1. De vroegere thuislanden beslaan ongeveer 13% van de totale oppervlakte van het land en daar<br />

woont ongeveer 33% van de hele bevolking van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. Veel families hebben geen grond of<br />

onvoldoende grond om van te kunnen leven.<br />

2. Grond is héél belangrijk voor hen, om zich te voeden en om een deel van de extra-productie te<br />

verkopen om aan een inkomen te geraken.<br />

3. Die toestand is grotendeels het gevolg van de apartheid. Tussen 1913 en 1990 werden meer dan<br />

drie miljoen zwarten van hun grond verdreven en gedeporteerd naar de thuislanden. Sinds het<br />

einde van apartheid werden procedures uitgewerkt zodat deze mensen hun grond kunnen<br />

terugkrijgen of om een financiële compensatie te bekomen voor het verlies van hun grond.<br />

Daarnaast heeft de overheid maatregelen genomen om grond van blanken te verdelen, zodat de<br />

ongelijke grondverdeling vermindert. Maar deze procedures vorderen maar langzaam, vooral<br />

omdat de blanken niet bereid zijn hun gronden aan een redelijke prijs te verkopen.<br />

4. Maar ook de internationale context speelt een rol. <strong>In</strong> 1995 is <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> toegetreden tot de<br />

Wereldhandelsorganisatie. Hierdoor heeft ze de subsidies aan haar eigen boeren en de taksen<br />

op ingevoerde landbouwproducten moeten verminderen. De <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse boeren moeten nu<br />

concurreren met gesubsidieerde producten van Europese en Amerikaanse boeren. Sindsdien<br />

richt <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> zich ook meer op exportproducten, zoals bloemen, ten nadele van<br />

voedselgewassen voor de binnenlandse markt. De grote <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse boerderijen hebben het<br />

heel moeilijk met deze concurrentie en voor kleine boeren is het nog moeilijker geworden om van<br />

de landbouw te leven.<br />

1<br />

3<br />

33<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

2<br />

4


6<br />

E 6. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> :<br />

sociale diensten<br />

“De universele verklaring van de rechten van de mens, aanvaard door de Verenigde Naties in<br />

1948, bepaalt:<br />

(art.25) Een ieder heeft het recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de<br />

gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding,<br />

geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op<br />

voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot,<br />

ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van<br />

omstandigheden onafhankelijk van zijn wil.<br />

(art.26) Een ieder heeft recht op onderwijs. Het onderwijs zal kosteloos zijn, althans wat het<br />

lager en basisonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal verplicht zijn. Ambachtsonderwijs en<br />

beroepsopleiding zullen algemeen beschikbaar worden gesteld. Hoger onderwijs zal openstaan<br />

voor een ieder, die daartoe de begaafdheid bezit.<br />

“Slavernij en apartheid waren geen natuurlijk verschijnsel en armoede is dat ook niet; het is het<br />

werk van mensen en kan dus ook door mensen ongedaan gemaakt worden.” Nelson Mandela,<br />

3 februari 2005.<br />

A. De situatie sinds het einde van de apartheid<br />

Een van de grote opdrachten van de eerste democratisch verkozen regering in 1994 was het<br />

wegwerken van de erfenis van de apartheid. Er waren te weinig scholen en hospitalen, veel mensen<br />

woonden in krotten en hadden geen zuiver water of elektriciteit in huis.<br />

De verbeteringen<br />

Daarom werden grote plannen gemaakt om die situatie te verbeteren.<br />

Er werden bijna twee miljoen nieuwe huizen gebouwd met overheidssubsidies. De<br />

gezondheidszorg werd beter toegankelijk doordat de overheid op het platteland en in de townships<br />

meer dan 700 gezondheidscentra en klinieken bouwde. Meer dan tienduizend klaslokalen werden<br />

gebouwd om het tekort aan scholen op te vangen.<br />

De helft van de bevolking had geen drinkbaar water. Er werden waterleidingen aangelegd zodat<br />

sinds 1994 ongeveer tien miljoen mensen drinkbaar water hebben op maximaal 200 meter van hun<br />

huis. <strong>In</strong> veel dorpen en stadswijken werd elektriciteit gelegd.<br />

Maar toch blijven er nog veel problemen. Bijna twee miljoen families wonen nog in krotten of in<br />

slechte woningen, één miljoen families heeft nog geen drinkbaar water in de directe omgeving.<br />

De kosten voor school en gezondheidszorg zijn voor mensen zonder inkomen te hoog.<br />

34<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


De problemen<br />

Die problemen zijn gedeeltelijk het gevolg van de omvang van de problemen: de achterstand in<br />

1994 was zo groot dat er enorme bedragen nodig waren om al die problemen op korte tijd te<br />

verhelpen.<br />

Daarnaast heeft de overheid niet altijd de capaciteit om grote plannen op korte termijn te realiseren.<br />

Dit komt deels omdat veel ambtenaren nieuw zijn en niet voldoende praktijkervaring hebben en<br />

deels omdat er te weinig personeel is om al die plannen uit te voeren.<br />

Maar er zijn ook meer fundamentele problemen die te maken hebben met het internationale klimaat<br />

van neoliberalisme dat net op het einde van het apartheidssysteem op zijn hoogtepunt was .<br />

Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 bleef er op wereldvlak maar één dominante economische<br />

theorie meer over: het neo-liberalisme. Die stelt dat de overheid zich moet beperken tot kerntaken<br />

en de rest moet overlaten aan de markt. Ze mag zelf geen actieve rol spelen in het economische<br />

leven. Ze moet er voor zorgen dat haar begroting gezond is en dat ze een zo laag mogelijk tekort<br />

heeft. Ze moet bepaalde taken overlaten aan de privésector, die beter in staat is die taken uit te<br />

voeren. Ze moet de gebruikers van overheidsdiensten laten betalen voor de dienstverlening. Alle<br />

landen in de wereld werden door de grote internationale instellingen zoals het <strong>In</strong>ternationaal<br />

Monetair Fonds en de Wereldbank onder druk gezet of verplicht om deze politiek uit te voeren. Dat<br />

gebeurde ook met <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>.<br />

De geplande uitbouw van staatsgeleide sectoren zoals mijnbouw, de zware industrie en de<br />

energiesector ging niet door. Om de begroting in evenwicht te krijgen, bespaarde de overheid, zo<br />

bleven bijvoorbeeld te weinig verpleegkundigen over in de gezondheidszorg. Ook werden geen<br />

extra ambtenaren aangeworven waardoor bijvoorbeeld het aantal leerkrachten niet kon uitgebreid<br />

worden. Tevens mochten de ambtenarensalarissen niet te veel stijgen, zodat de lonen in de<br />

gezondheidszorg en het onderwijs erg laag zijn.<br />

De privésector kreeg toegang tot de dienstverlening, zoals in de waterdistributie of de uitbating van<br />

ziekenhuizen. Om deze taken voor de privésector aantrekkelijk te maken, moet er winst gemaakt<br />

kunnen worden. Om dat te bereiken, proberen de bedrijven de verbruikers steeds meer voor de<br />

diensten te laten betalen. Maar de dienstverlening door de privésector blijft meestal beperkt tot<br />

plaatsen die makkelijk bereikbaar zijn of waar mensen kunnen betalen, de anderen moeten maar<br />

hopen dat de overheid zich hun lot aantrekt.<br />

B. Enkele voorbeelden<br />

Onderwijs<br />

Er werden extra klassen opgestart, omdat vanaf 1994 ieder kind tot 16 jaar verplicht naar school moet<br />

gaan. Om dat mogelijk te maken werden er voor die klassen ook nieuwe leerkrachten aangeworven.<br />

Maar in de scholen in de townships en op het platteland is het aantal kinderen per leraar heel hoog<br />

(veertig en meer) en dat heeft invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Als men de kwaliteit wil<br />

verbeteren moeten er meer leraren aangeworven worden... maar dat zou de overheid meer kosten en<br />

dat past niet in de neo-liberale aanpak.<br />

35<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Een andere manier om te hoge overheidsuitgaven te vermijden, is de lonen van de leerkrachten laag<br />

houden. Maar daardoor is de job niet aantrekkelijk, wat het moeilijk maakt om kandidaten te vinden.<br />

Een derde probleempunt is het schoolgeld dat ouders moeten betalen. Elke school vraagt geld;<br />

omdat ze te weinig middelen heeft om alle kosten te dekken. Zelfs in de openbare scholen betaalt<br />

de overheid niet alle kosten. Daarom betalen de ouders een deel: dat is minimum 2 euro per kind per<br />

jaar op de openbare lagere school op het platteland en minimum 20 euro per kind per jaar op de<br />

openbare middelbare school. Maar voor ouders met een laag inkomen, is die kost vaak te hoog.<br />

Daarom eisen actiegroepen dat scholen die vooral werken met kinderen uit gezinnen met lage<br />

inkomens, volledig door de overheid gefinancierd worden en geen schoolgeld meer vragen. Begin<br />

2007 is de regering hiermee begonnen. Ze wil op enkele jaren tijd veertig procent van alle scholen<br />

volledig financieren.<br />

Gezondheid<br />

Tijdens de apartheid was er een goede gezondheidszorg voor de blanken. Na 1994 wilde de<br />

regering de gezondheidszorg toegankelijk maken voor alle bevolkingsgroepen, daarom werd de<br />

nadruk verlegd van een geavanceerde gezondheidszorg naar de eerstelijnsgezondheidszorg. Er<br />

kwamen meer dan zevenhonderd nieuwe gezondheidscentra in de dorpen en in de townships,<br />

zodat de mensen zich minder ver moeten verplaatsen.<br />

Om dit te kunnen betalen, kregen de andere openbare hospitalen minder middelen en werd er<br />

verplegend en medisch personeel weggetrokken. Om het gezondheidsbudget niet te sterk te laten<br />

stijgen, werd daarbovenop een personeelsstop afgekondigd. Als gevolg daarvan zijn heel wat<br />

hospitalen nu onderbemand en is er een grote werkdruk op het resterende personeel. Ook zijn de<br />

lonen voor het verplegend personeel in de openbare sector erg laag en daardoor slaagt men er niet<br />

in voldoende nieuwe kandidaten aan te trekken. Door die onderbemanning zijn er lange wachttijden<br />

in de hospitalen, waardoor mensen soms niet tijdig geholpen kunnen worden.<br />

<strong>In</strong> juni 2007 legde alle overheidspersoneel, waaronder dat uit de gezondheidssector, het werk neer<br />

om een beter loon te eisen. En ze eisten ook meer personeel, o.a. zo wilden ze dat alle nog<br />

openstaande betrekkingen zouden ingevuld worden. <strong>In</strong> de gezondheidszorg zou ongeveer vijftien<br />

% van de jobs niet ingevuld zijn.<br />

Naast de openbare bestaat een privégezondheidssector. Die bedient slechts vijftien % van de<br />

bevolking, maar de totale uitgaven liggen hoger dan die van de openbare sector waar vijfentachtig<br />

% van de bevolking op aangewezen is.<br />

Water<br />

De overheid heeft waterleidingen aangelegd voor ongeveer tien miljoen mensen. Er wordt een<br />

waterkraan geplaatst in het huis ofwel buiten aan de voordeur. Het kan ook dat er een<br />

gemeenschappelijke waterkraan op straat aangelegd wordt waar de mensen van het dorp water<br />

kunnen halen. Families met een kraan in of aan hun huis moeten het water betalen. Op sommige<br />

plaatsen moeten ook mensen die water nemen aan een gemeenschappelijke kraan hiervoor betalen.<br />

36<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


De overheid geeft 6.000 liter water gratis per familie per maand, gemiddeld 30 liter per persoon per<br />

dag. Maar vooral families met een kraan in huis verbruiken veel meer water en hebben dus grote<br />

kosten, omdat de prijs per kubieke meter veel hoger ligt dan vroeger. Die prijsstijging is het grootst in<br />

steden die privémaatschappijen aangetrokken hebben voor de waterdistributie.<br />

Families die de rekening niet kunnen betalen gaan noodgedwongen het extra water halen aan een<br />

bron of beek met alle risico's vandien: op enkele plaatsen is al cholera vastgesteld, met doden en<br />

zieken als gevolg. Daarom eisen actiegroepen 50 liter water per persoon per dag gratis, bijna het<br />

dubbele van nu.<br />

C. Reacties...<br />

... van de sociale bewegingen<br />

Het overheidsbeleid heeft in alle sectoren tot verbeteringen geleid. Maar lang niet iedereen kan van<br />

die voordelen genieten. De veranderingen zijn dus maar gedeeltelijk verwezenlijkt. Daarom zijn vele<br />

mensen ontevreden en laten ze van zich horen. Er zijn comités die ijveren voor gratis onderwijs,<br />

voor betere gezondheidszorg in de openbare ziekenhuizen, voor lagere tarieven voor water en<br />

elektriciteit, voor meer goedkope woningen,... Ze voeren meestal actie rond concrete problemen in<br />

een wijk of een streek en af en toe ook wel op landelijk vlak.<br />

Al die groepen samen worden de sociale bewegingen genoemd. Ook de <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse nietgouvernementele<br />

organisaties horen daarbij. Ze hebben per sector nationale coördinaties maar er<br />

is geen overkoepelend orgaan dat alle sectoren vertegenwoordigt. Daardoor is de slagkracht<br />

minder groot dan men zou kunnen verwachten op basis van het ongenoegen dat bij veel mensen<br />

leeft.<br />

... van de kiezers<br />

Wie zich bedrogen voelt door de politici gelooft niet meer in hun beloftes. Normaal kan men dan op<br />

een andere partij stemmen, maar er is geen enkele sterke partij in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> die op sociaaleconomisch<br />

vlak een beter programma heeft dan het ANC. Daarom verkiezen ontevreden ANCstemmers<br />

om niet meer te gaan stemmen.<br />

... van de vakbonden<br />

Naast de gebruikersacties zijn ook de vakbonden van het overheidspersoneel actief. Ze voeren<br />

regelmatig actie tegen privatiseringen, voor betere lonen en voor meer personeel. <strong>In</strong> 2007 staakten<br />

ze heel de maand juni om hun eisen kracht bij te zetten. Niet alleen de vakbonden van het<br />

overheidspersoneel zien deze problemen, hun eisen worden ook door de werknemers uit de andere<br />

sectoren ondersteund.<br />

37<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 6. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : sociale diensten<br />

“Vrijheid is ook genoeg drinkbaar water hebben, in een fatsoenlijk huis kunnen wonen, een<br />

goede job hebben, zich kunnen laten verzorgen als men ziek is. Wat voor zin had het om<br />

het politiek systeem te veranderen als de levenskwaliteit van de mensen niet verbeterd is.<br />

Als er geen verbetering komt, is gaan stemmen zinloos.” (Desmond Tutu, 1999)<br />

J F<br />

En de realiteit?<br />

<strong>In</strong> <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>,...<br />

leven nog mensen in hutten.<br />

zijn bijna twee miljoen huizen gebouwd met subsidies van<br />

de overheid.<br />

is er schoolplicht tot 16 jaar.<br />

is het lager onderwijs gratis.<br />

is ongeveer de helft van de bevolking analfabeet. (ter vergelijking:<br />

in België: 1%, in Brazilië: 11,1% en in Burkina Faso: 74%)<br />

vervoert de metro in Johannesburg dagelijks miljoenen mensen.<br />

moeten mensen water halen in de rivier omdat ze geen stromend<br />

water hebben.<br />

is het water gratis voor wie thuis geen stromend water heeft.<br />

vond de eerste harttransplantatie plaats.<br />

zijn er veel te weinig dokters.<br />

zijn er voorsteden van bijna een miljoen mensen zonder één enkel hospitaal.<br />

krijgen alle aids-patiënten gratis geneesmiddelen om de ziekte af te remmen.<br />

38<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Opdracht<br />

'<br />

Hoe denk je<br />

dat het in<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

is op gebied<br />

van volgende<br />

diensten?<br />

Vul in voor<br />

elke zin :<br />

Juist of Fout?<br />

Zes antwoorden<br />

zijn juist, zes<br />

antwoorden zijn fout.<br />

Tijdens het bezoek<br />

aan het atelier zal je de<br />

juiste antwoorden<br />

vinden.


7<br />

E 7. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : hiv/aids<br />

Foto van16 juni 1976: een kind van 14 neergeschoten<br />

door de politie bij protestbetoging<br />

van scholieren<br />

. HIV staat<br />

voor ’Human<br />

Immunodefiency<br />

Virus’: het virus dat tot<br />

aids kan leiden. Het<br />

virus tast de afweer aan<br />

waardoor de drager<br />

vatbaarder is voor<br />

infecties. Wie besmet<br />

is, is seropositief. Vanaf<br />

een te laag niveau van<br />

immuniteit (minder dan<br />

200 afweerlichaampjes)<br />

spreekt men van aids:<br />

Acquired Immuno<br />

Deficiency Syndrome.<br />

Twee-derde van het aantal mensen in de wereld die besmet zijn met het hiv-virus leeft in sub-<br />

Sahara <strong>Afrika</strong>. <strong>In</strong> <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> is bijna 20% van de mensen tussen 15 en 49 jaar besmet. Dat zijn meer<br />

dan vijf miljoen personen, elke dag sterven zeshonderd mensen aan aids. Als gevolg daarvan gaat<br />

de gemiddelde levensverwachting sterk achteruit. <strong>In</strong> 1997 was dat nog 57 jaar, in 2005 was dat<br />

maar 51 jaar meer. <strong>In</strong> <strong>Afrika</strong> worden mensen vooral besmet via seksuele contacten en van moeder<br />

op kind. Besmetting via bloedtransfusie of drugs komt er bijna niet voor.<br />

Waarom zo hoog in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>?<br />

a) Seksuele contacten met verschillende partners<br />

Door de opdeling van het grondgebied tijdens de apartheid is er in het land een grote<br />

arbeidsmigratie en die heeft een enorme invloed op hiv-besmetting. Veel mannen vinden geen<br />

werk in eigen streek en gaan naar de steden op zoek naar werk. Ze blijven daar bijna het hele jaar<br />

door en komen alleen in de vakantie naar huis. Hetzelfde gebeurt met vrouwen die als<br />

huishoudhulp werken in de stad en ook maar enkele keren per jaar naar huis komen. Als ze daar<br />

onbeschermde seksuele contacten hebben en thuis ook, is het gevaar op besmetting erg groot.<br />

b) Geen bescherming tijdens deze seksuele contacten<br />

De besmetting zou kunnen vermeden worden mits bescherming. Maar dat gebeurt dikwijls niet.<br />

Daar zijn verschillende redenen voor. Er wordt gezegd dat aids niet veroorzaakt wordt door het<br />

hiv-virus, zodat het niet nodig is zich te beschermen. Er wordt ook gezegd dat aids niet bestaat,<br />

omdat de mensen sterven aan bekende ziektes.<br />

39<br />

Cartoon van Zapiro in Mail&Guardian, 16 juni 2006,<br />

30 jaar later : hiv/aids, de nieuwe strijd<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


De <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse president en de minister van volksgezondheid waren aanhangers van deze<br />

visie en zij hebben zeker de bevolking beïnvloed. Ook blijft de ziekte nog een groot taboe,<br />

seropositieven en hun familie durven er dikwijls niet over te praten en dat beperkt de mogelijkheden<br />

om er iets aan te doen.<br />

Hiv/aids treft de mensen niet in gelijke mate.<br />

a) Mensen die in armoede leven, lopen meer kans door het hiv-virus besmet te worden.<br />

Ze hebben dikwijls een laag opleidingsniveau en begrijpen daardoor het belang van<br />

bescherming niet zo goed. Velen hebben weinig hoop voor de toekomst, zijn ontgoocheld in het<br />

leven en zijn niet echt bezig met bescherming tegen een mogelijke dood. Vrouwen en meisjes<br />

zijn financieel afhankelijk van mannen en hebben het daardoor moeilijk onbeschermde seksuele<br />

contacten te weigeren.<br />

b) Mensen die in armoede leven, hebben meer moeilijkheden als ze besmet zijn met het hivvirus<br />

of als ze aids hebben.<br />

Wie besmet is, moet maatregelen nemen om de verspreiding van het virus in het lichaam te<br />

beperken. Dat kan door de inname van geneesmiddelen. Maar die kosten veel geld. Daarnaast<br />

moeten ze ook hun gezondheid zo goed mogelijk op peil houden. Dat kan door een goede en<br />

evenwichtige voeding, door veel te rusten -liefst in een aparte kamer- en door zich medisch te<br />

laten verzorgen wanneer het nodig is. Maar dat zijn zaken die mensen die onder de<br />

armoedegrens leven, en dat is in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> bijna de helft van de bevolking, zich niet kunnen<br />

permitteren.<br />

c) De besmette personen lopen gevaar dat zij en hun omgeving nog verder gaan verarmen.<br />

Wie te ziek is, kan niet meer gaan werken en riskeert zijn inkomen te verliezen. Boeren kunnen<br />

hun land niet meer bewerken en lijden ook een inkomensverlies. Families moeten meer van hun<br />

middelen besteden aan verzorging zodat er minder geld overblijft voor andere uitgaven. Op het<br />

platteland verliest een vrouw waarvan de man gestorven is de grond waarop ze werkten, omdat<br />

die volgens de traditie teruggaat naar de schoonfamilie. Daardoor komt de weduwe zonder<br />

bestaansmiddelen.<br />

Geneesmiddelen voor de zieken?<br />

Van aids kan men niet genezen. Maar het is niet omdat iemand de infectie heeft opgelopen dat er<br />

niets meer kan gedaan worden. Er zijn geneesmiddelen die de ontwikkeling van de ziekte afremmen<br />

waardoor deze mensen langer kunnen blijven leven.<br />

Die behandelingen zijn duur, want men moet verschillende geneesmiddelen tegelijk innemen voor<br />

de rest van zijn leven. Tot voor kort werden die geneesmiddelen enkel geleverd door grote<br />

farmaceutische firma's die zelf die geneesmiddelen ontwikkeld hadden en hiermee veel geld<br />

verdienen. Maar de <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse overheid is er in geslaagd de prijs sterk te verlagen. Dat ging<br />

echter niet gemakkelijk.<br />

De farmaceutische bedrijven hadden een patent op hun producten, waardoor ze zelf de prijs van<br />

hun medicijnen konden bepalen. Daardoor was de prijs hoog. De <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse regering wilde die<br />

bedrijven dwingen om de scheikundige formule van de geneesmiddelen bekend te maken, zodat<br />

40<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


andere producenten ze konden namaken.<br />

Daar waren die bedrijven het helemaal niet mee eens en in 2001 daagden ze de regering voor de<br />

rechter. Daartegen protesteerden de belangengroepen van aidspatiënten en vele sociale<br />

organisaties in binnen- en buitenland. De rechtbank gaf de <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse regering gelijk.<br />

Daardoor kwam er een wettelijke basis om generische versies te maken van die bekende<br />

aidsremmers. <strong>In</strong> 2003 besliste de <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse regering dat meer dan één bedrijf die<br />

geneesmiddelen mocht namaken, zodat er concurrentie zou komen waardoor de prijs zou verlagen.<br />

Sinds 2004 zijn er vier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse producenten die een vergunning hebben om generische<br />

geneesmiddelen te produceren. Sindsdien is de prijs van die geneesmiddelen ongeveer 100 keer<br />

lager: in 2003 kostten die nog 10.000 dollar per jaar per patiënt, in 2006 was dat nog 150 dollar.<br />

Dat lijkt in onze ogen een laag bedrag, maar dat is voor de <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>nen die onder de<br />

armoedegrens leven toch heel veel. Ze hebben een inkomen van gemiddeld 600 dollar per jaar.<br />

Daarom vinden velen dat die geneesmiddelen gratis verstrekt moeten worden door de overheid. Die<br />

is daar in 2005 mee begonnen, maar volgens de overheid zal het nog jaren duren vooraleer<br />

iedereen geneesmiddelen krijgt, omdat er bijna een miljoen mensen die geneesmiddelen nodig<br />

hebben. <strong>In</strong> 2007 kreeg 1 op 4 aidspatiënten de geneesmiddelen gratis. Dat aantal is nog veel te laag<br />

volgens de aidsactiegroepen, ze willen dat alle patiënten zo snel mogelijk die cocktails gratis<br />

krijgen.<br />

De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

De aidspreventie dient verbeterd te worden door objectieve én eenduidige informatie. Tot nog toe<br />

was de regering heel dubbelzinnig in haar communicatie over hiv/aids. Ze zei onder andere dat het<br />

niet bewezen was dat aids het gevolg is van hiv en ook betwistte ze het aantal doden per jaar.<br />

Daardoor kwamen de preventiecampagnes niet goed over en twijfelden veel mensen aan de inhoud<br />

van die boodschappen.<br />

Alle mensen met aids, bijna één miljoen personen, van de nodige geneesmiddelen voorzien.<br />

Omdat vooral arme mensen getroffen zijn door aids is de strijd tegen de armoede heel belangrijk.<br />

Daar zijn dus meer middelen voor nodig. Dat kan onder andere door meer te investeren in de creatie<br />

van nieuwe jobs en door mensen zonder job een uitkering te bezorgen.<br />

Vrouwen zijn de meest kwetsbare groep. Daarom is belangrijk hun emancipatie te verbeteren door<br />

bepaalde ongelijkheden aan te pakken en door een betere naleving van de bestaande rechten te<br />

garanderen.<br />

De voorgaande punten zijn de prioriteiten voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> om de explosie van aids af te remmen.<br />

Blijkbaar is dat besef doorgedrongen in regeringskringen, want het nieuwe beleidsplan 2007-2011<br />

streeft naar jaarlijks 50% minder besmettingen. Ook is de regering bereid gratis geneesmiddelen te<br />

verschaffen aan alle aidspatiënten.<br />

De organisaties die strijden tegen hiv en aids lieten dan ook, na jaren van conflict met de overheid,<br />

horen dat ze tevreden zijn. Hopelijk loopt de uitvoering ervan volgens plan.<br />

41<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 7. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> : hiv/aids<br />

6 Het is mogelijk alle seropositieven<br />

uit te roeien om de<br />

aidsepidemie te stoppen.<br />

4 Als ik een T-shirt draag met<br />

een slogan tegen aids kan ik niet<br />

besmet worden met het hiv-virus.<br />

2 Er moet van alles gedaan<br />

worden in de strijd tegen aids.<br />

4 Bedrijf de liefde,<br />

niet de oorlog.<br />

2 Samen solidair met de<br />

seropositieven.<br />

5 Bescherm je bij seksueel<br />

contact; dat redt levens.<br />

Tel al de cijfers<br />

op die je omcirkeld<br />

hebt. Als je alles juist hebt<br />

moet je op 20 uitkomen.<br />

Dat is ongeveer het percent<br />

van de bevolking tussen<br />

15 en 49 jaar dat<br />

besmet is met hiv.<br />

42<br />

3 Laat je testen op hiv, dan<br />

kan je je beter verzorgen<br />

en anderen beschermen.<br />

5 Ga niet naar de tandarts,<br />

want die kan je besmetten<br />

met hiv.<br />

1 Als je je laat testen op hiv<br />

kan je niet seropositief worden.<br />

Opdracht<br />

'<br />

De mensen op de foto's voeren acties<br />

rond hiv/aids. Maar wat is hun boodschap?<br />

Kijk naar de foto's, vertaal<br />

de tekst en zoek het juiste antwoord.<br />

Maak een cirkeltje rond het cijfer dat voor<br />

het antwoord staat dat je gekozen hebt.<br />

1 Je kan hiv positief zijn<br />

en toch positief leven,<br />

bijvoorbeeld via kunst!<br />

2 Artiesten hebben meer kans<br />

om besmet te worden met hiv,<br />

dus steun ze!<br />

3 Als ik positief kan leven,<br />

jij ook!<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

2 Ik heb pokken<br />

en die verberg<br />

ik onder deze<br />

stickertjes.<br />

3 Ik ben solidair<br />

met de<br />

seropositieven.<br />

1 Ik heb een<br />

afkeer van<br />

seropositieven.<br />

6 Onze woede zal<br />

pas minderen als<br />

de prijzen van<br />

geneesmiddelen<br />

verlaagd worden.<br />

4 Nee aan<br />

goedkope drugs.<br />

3 We willen jullie<br />

goedkope geneesmiddelen<br />

niet.


cartoon: Zapiro in “Mail&Guardian” 8<br />

E 8. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> :<br />

wereldkampioenschap voetbal 2010<br />

<strong>In</strong> juni 2010 vindt het wereldkampioenschap voetbal in<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> plaats. Het wordt een speciale gelegenheid,<br />

want het is voor het eerst dat dit evenement in <strong>Afrika</strong><br />

georganiseerd wordt. De <strong>Afrika</strong>nen zien het als een<br />

gelegenheid om te laten zien dat sport de<br />

verstandhouding tussen mensen en landen kan<br />

verbeteren.<br />

Belang van voetbal in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Toen de Wereldvoetbalbond het kampioenschap aan<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> toekende, gingen de mensen overal in het<br />

land de straat op om te feesten, mensen van alle<br />

kleuren deden eraan mee. Het was een mooi symbolisch einde van een nare geschiedenis.<br />

Tijdens de apartheid mochten mensen van verschillende kleur niet samen aan sport doen, dus ook<br />

niet samen voetballen. Daarom waren er vier verschillende competities: voor blanken, voor zwarten,<br />

voor kleurlingen en voor <strong>In</strong>diërs. Dat was onaanvaardbaar voor de internationale sportwereld,<br />

daarom werd <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> uitgesloten van de wereldkampioenschappen en ook van het <strong>Afrika</strong>ans<br />

kampioenschap. Pas in 1994, na de afschaffing van de apartheid, werd die straf opgeheven. <strong>Zuid</strong>-<br />

<strong>Afrika</strong> kon nu met een multiraciaal team meedoen aan internationale kampioenschappen en koos<br />

dan maar meteen een échte <strong>Afrika</strong>anse naam voor het team “Bafana, Bafana”, wat “de jongens”<br />

betekent.<br />

Voetbal is de meest populaire sport in het land. Vooral zwarten zijn er fan van, de blanken houden<br />

meer van rugby of van cricket. <strong>In</strong> de eerste afdeling zijn er verschillende professionele teams. Toch<br />

is de sportinfrastructuur in de townships erg beperkt en moeten jongeren die willen voetballen zich<br />

dikwijls tevreden stellen met een stukje braakland.<br />

Kosten en baten<br />

Het wereldkampioenschap voetbal is niet het eerste grote sportevenement dat <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

organiseert: eerder ging het wereldkampioenschap rugby er al door en ook het <strong>Afrika</strong>ans<br />

kampioenschap (Africa cup) voetbal. <strong>In</strong> 2004 was Cape Town kandidaat om de Olympische spelen<br />

te organiseren.<br />

Dat is allemaal niet toevallig. Al die kampioenschappen brengen veel volk naar het land en die<br />

bezoekers laten geld achter. Het is dus een bewuste strategie van de overheid om extra inkomsten<br />

binnen te rijven en om jobs te scheppen: per 8 toeristen komt er een nieuwe job bij. Ook de<br />

voorbereidingswerken aan de infrastructuur zullen veel jobs opleveren: er worden vier nieuwe<br />

stadia en extra wegen gebouwd en vooral het openbaar vervoer zal sterk verbeterd worden.<br />

Daarnaast besteedt het land ook zorg aan zijn imago. Daarom worden de krottenwijken langs de<br />

autoweg van de luchthaven van Kaapstad naar het stadion in het stadscentrum afgebroken en<br />

vervangen door nieuwe woningen. Ook de straathandel zal aan banden gelegd worden om een<br />

nette indruk te geven aan de bezoekers.<br />

43<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Het land heeft er ook veel voor over om een goed figuur te slaan op sportief vlak: de ex-trainer van<br />

Brazilië, Perreira, werd aangeworven en krijgt een enorme vergoeding van 2,5 miljoen euro per jaar.<br />

Dat is 1000 keer meer dan het gemiddeld loon.<br />

Tot slot een belangrijk punt over positieve actie. <strong>In</strong> de meeste internationaal bekende sporten<br />

(bijvoorbeeld rugby en cricket) maakten vooral blanken de dienst uit. Daarom was er sterke druk van<br />

de overheid om ook meer spelers uit de andere bevolkingsgroepen op te nemen in nationale<br />

selecties. Maar in het voetbal was die druk niet nodig: veel zwarten spelen voetbal en zij vormen het<br />

merendeel van de nationale ploeg.<br />

Kritiek<br />

De organisatie van het wereldkampioenschap kost enorm veel geld aan de overheid. De grote<br />

infrastructuurwerken zullen tijdelijk de werkgelegenheid verhogen, maar zijn geen échte oplossing<br />

voor de hoge werkloosheid in het land. Met het geld dat naar die werken gaat, zou de overheid<br />

nieuwe huizen kunnen bouwen, of scholen en ziekenhuizen veel beter kunnen uitrusten. En<br />

tenslotte zijn de toegangsprijzen voor de doorsnee zwarte veel te hoog, zodat velen niet de kans<br />

zullen hebben te gaan kijken.<br />

Enkele namen<br />

Zoals veel andere <strong>Afrika</strong>anse voetballers zijn er ook <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>nen die in Europa voetballen. De<br />

meest bekende in de competitie in 2007 is Elrio Vanheerden bij Club Brugge. Daarnaast zijn er o.a.<br />

Michael Maduli en Jeffrey Ntuka bij Westerlo en Ashanda Sishuba bij STVV. De ex-Racing Genk<br />

speler Aaron Mokoena is nu kapitein van de nationale ploeg “Bafana, Bafana”. Benny MacCarthy<br />

(ex-Ajax en FC Porto) en Steven Pienaar (Ajax) zijn ook hier bekend.<br />

44<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 8. De uitdagingen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> :<br />

wereldkampioenschap voetbal 2010<br />

Omvang van het gebeuren<br />

3.000.000 tickets, waarvan 1 miljoen voor de sponsors, de<br />

FIFA-leden en de sponsors, 1 miljoen voor buitenlanders<br />

en 1 miljoen voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>nen<br />

64 wedstrijden<br />

10 stadions: 3 bestaande, 5 bestaande die moeten<br />

aangepast worden en 2 totaal nieuw te bouwen<br />

Opdracht<br />

'<br />

Gebruik deze cijfers<br />

om na te denken<br />

over de impact<br />

van dit toernooi op<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> en zijn<br />

bevolking.<br />

Noteer 2 positieve aspecten:<br />

...................................................<br />

...................................................<br />

...................................................<br />

...................................................<br />

en twee negatieve aspecten:<br />

...................................................<br />

...................................................<br />

...................................................<br />

..................................................<br />

Uitgaven door de overheid<br />

400 miljoen euro voor de aanpassing en<br />

bouw van stadions<br />

500 miljoen euro voor aanpassing aan de<br />

luchthavens<br />

350 miljoen euro voor de bouw van wegen<br />

en spoorwegen<br />

Verwacht aantal bezoekers<br />

32 ploegen met ongeveer 50 personen per ploeg<br />

10.500 mediamensen<br />

5.000 VIP's<br />

500 officiële FIFA-leden<br />

250.000 buitenlandse bezoekers (buiten <strong>Afrika</strong>) die<br />

gemiddeld vier wedstrijden volgen en vijftien dagen blijven<br />

45<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


9<br />

E 9. <strong>Oxfam</strong> en <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

A. <strong>In</strong> <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

<strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> heeft met een aantal <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse ontwikkelingsorganisaties een duurzame<br />

samenwerking opgebouwd. Deze partners zijn lokale niet-gouvernementele organisaties (ngo’s),<br />

die de ontwikkelingsprojecten bedenken en uitvoeren. De samenwerking gebeurt op verschillende<br />

manieren. <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> helpt hen aan de nodige middelen om hun werk te verrichten,<br />

bespreekt met hen de gezamenlijke activiteiten en kan deze organisaties ook in contact brengen<br />

met andere partners die in andere landen rond gelijkaardige thema's werken. De partners kunnen<br />

actuele informatie leveren die relevant is voor de campagnewerking van <strong>Oxfam</strong> in het Noorden.<br />

<strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> kiest in de samenwerking met partners voor bepaalde thema's. <strong>In</strong> <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

gaat het over de volgende drie thema's: het recht op sociale basisvoorzieningen, het recht op<br />

voedselsoevereiniteit en geweld op vrouwen. Dit alles moet gezien worden tegen de specifieke<br />

achtergrond in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. Het land is nog steeds bezig om de loodzware erfenis van de apartheid<br />

te verwerken. De voortdurende uitermate ongelijke verdeling van de welvaart is daar een bewijs<br />

van. Het is deze ongelijkheid, waarvan bepaalde groepen meer dan andere het slachtoffer zijn, waar<br />

onze partners iets aan willen veranderen. Boeren, vrouwen en meisjes, mensen zonder werk, grond<br />

of huisvesting merken meetal niets van de sterke economische groei die het land kent.<br />

Bepaalde partners (Calusa, Tralso, TCOE) richten zich op de rurale bevolking die zich nauwelijks<br />

vertegenwoordigd weet en trachten deze mensen invloed te doen verwerven op het lokaal en<br />

regionaal beleid. Een andere partner (AIDC) legt de nadruk op de verplichting van de overheid om<br />

voor alle inwoners bepaalde basisvoorzieningen aan te bieden. Partners als Women on Farms of<br />

RCCT focussen op het alarmerende geweld waarmee vooral vrouwen en meisjes geconfronteerd<br />

worden en trachten dit via voorlichting en beleidsbeïnvloeding terug te dringen.<br />

B. <strong>In</strong> België<br />

Vroeger<br />

<strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> werd opgericht in 1964 en is steeds zeer actief geweest in de strijd tegen de<br />

apartheid. Samen met andere organisaties werden petitiecampagnes gevoerd, betogingen<br />

georganiseerd, boycotacties opgezet tegen <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>ans fruit en tegen gouden munten. Hiermee<br />

werd druk uitgeoefend op onze regering om op internationaal vlak stappen te ondernemen tegen het<br />

apartheidsregime.<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse organisaties die zich verzetten tegen de apartheid kregen financiële en materiële<br />

steun. Vooral dan organisaties van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>nen die hun land ontvlucht waren en vanuit het<br />

buitenland hun strijd wilden voortzetten. Zij hadden een onderkomen gevonden in Tanzania en<br />

hadden daar een middelbare school, een vormingscentrum voor vrouwen en<br />

vakbondsverantwoordelijken.<br />

<strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> gaf ook financiële steun aan de afgevaardigden die het ANC naar België had<br />

gestuurd om hier de strijd tegen de apartheid te voeren. Toen een van deze ANCvertegenwoordigers,<br />

Godfrey Motsepe, aan een aanslag door een doodseskader van het<br />

apartheidsregime ontsnapte, zorgde <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> mee voor een goed beveiligd gebouw voor<br />

het ANC in Brussel.<br />

Al deze acties werden gevoerd in nauw overleg met de bevrijdingsbewegingen en de<br />

volksorganisaties in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. Deze <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse partners waren ervan overtuigd dat onze<br />

46<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


gezamenlijke acties het apartheidsregime uiteindelijk op de knieën zouden krijgen. Toen de<br />

afschaffing van de apartheid eindelijk een feit was, vierden vele mensen in Brussel een<br />

geweldig feest.<br />

Vandaag<br />

Sinds het aantreden van een democratisch verkozen regering in 1994, heeft <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> een<br />

houding van kritische solidariteit tegenover het nieuwe <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>. Waar mogelijk steunen we het<br />

land in zijn pogingen om de erfenis van het apartheid weg te werken.<br />

Ook werken we rond nieuwe problemen, zoals de acties tegen de farmaceutische bedrijven die zich<br />

verzetten tegen de pogingen van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> om geneesmiddelen tegen aids in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

goedkoop in te voeren of te produceren.<br />

Samen met onze partners in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> sparen we de kritiek niet op de aanpak van de nieuwe<br />

regering, bijvoorbeeld op het vlak van de herverdeling van het land, de huisvesting of het beleid<br />

inzake hiv/aids.<br />

<strong>In</strong> haar educatieve activiteiten geeft <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> veel aandacht aan <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> via het<br />

inleefatelier. Daarin wordt vooral aandacht besteed aan de grote ongelijkheid in het land en aan de<br />

basisvoorzieningen.<br />

Ook de <strong>Oxfam</strong>-Wereldwinkels hebben aandacht voor <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>: ze verkopen o.a. rozijnen,<br />

wijn en thee.<br />

47<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


Fiche 9. <strong>Oxfam</strong> en <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Opdracht<br />

'<br />

Welke van de<br />

onderstaande<br />

activiteiten worden<br />

door <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong><br />

gedaan in verband<br />

met <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>?<br />

De <strong>Oxfam</strong>s<br />

in België doen<br />

een aantal van<br />

deze activiteiten.<br />

Als je wil weten<br />

welke, vraag<br />

de antwoorden<br />

dan aan de animator<br />

tijdens het bezoek<br />

aan het atelier!<br />

Verkoop van eerlijkehandelsproducten (wijn, rozijnen, thee,...) in winkels<br />

in België om de kleine lokale producenten te steunen.<br />

Lokale organisaties steunen die er bij de overheid op aandringen<br />

dat iedereen recht heeft op onderwijs, gezondheid en geneesmiddelen.<br />

Die steun is vooral juridisch, logistiek en inhoudelijk.<br />

Lokale organisaties steunen die er bij de overheid op aandringen dat<br />

iedereen recht heeft op onderwijs, gezondheid en geneesmiddelen.<br />

Die steun is vooral financieel.<br />

Van farmaceutische firma's eisen dat de gezondheid van de mensen<br />

voorrang heeft op het maken van winst, zodat aidspatiënten in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

en elders de geneesmiddelen kunnen krijgen die ze nodig hebben.<br />

Standpunten innemen over het beleid van de <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse regering<br />

en dat kenbaar maken in België, in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> en waar ook ter wereld<br />

via de pers en het internet.<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> gebruiken als een voorbeeld van een land dat tot een<br />

democratisch systeem gekomen is dankzij de mobilisatie van de mensen<br />

in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> en elders in de wereld.<br />

<strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> gebruiken als voorbeeld van een land met grote<br />

inkomensongelijkheid en de gevolgen hiervan aantonen voor de armste<br />

bevolkingsgroepen.<br />

Aandringen bij de Belgische overheid om meer hulp te geven aan<br />

ontwikkelingslanden, <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> inbegrepen.<br />

Apartheid in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> als voorbeeld nemen om de apartheidspolitiek<br />

van Israël aan te klagen.<br />

48<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


10<br />

E 10. Verdere informatie<br />

A. Nuttige adressen en websites<br />

Voor meer informatie over de ontwikkelingen en over de partnerorganisaties van <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong> in <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Jan Dreezen en Olenka Czarnocki,<br />

<strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong><br />

animatoren van De wereld om de hoek- atelier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Vierwindenstraat 60<br />

1080 Brussel<br />

02/501.67.51<br />

jan.dreezen@oxfamsol.be,<br />

olenka.czarnocki@oxfamsol.be<br />

Ambassade van <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong><br />

Afdeling Voorlichting<br />

Montoyerstraat 17-19<br />

1000 Brussel<br />

02/285.44.00<br />

embassy.southafrica@online.be<br />

Via het internet (deze websites zijn in het Engels):<br />

www.gov.za<br />

(De website van de <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse regering.)<br />

www.gcis.gov.za<br />

(Het “South Africa Yearbook”, uitgegeven door de dienst communicatie en informatie van de overheid.)<br />

www.anc.org.za<br />

(Het African National Congress)<br />

www.cosatu.org.za<br />

(De vakbondscentrale COSATU)<br />

www.mg.co.za<br />

(Het gezaghebbende weekblad “Mail & Guardian”)<br />

www.southafrica.co.za<br />

(South Africa Online)<br />

www.aidc.org.za<br />

(Partner van <strong>Oxfam</strong>-<strong>Solidariteit</strong>)<br />

49<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


B. Lectuur<br />

SPARKS, Allister.<br />

De kust van de goede hoop, Anthos, Baarn Nederland (1990).<br />

Het wonder voorbij, Anthos, Baarn, Nederland (2006).<br />

MANDELA, Nelson.<br />

De lange mars naar de vrijheid, Autobiografie. Vertaald uit het Engels, Contact, Amsterdam, 1995.<br />

BERKHOF, Aster.<br />

Het huis van Mama Pondo, Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 1973.<br />

BLONDEL, Alain. en VIOT, Nicolas.<br />

Mandela: een leven, een strijd, Stripverhaal, <strong>Solidariteit</strong>sfonds, Antwerpen, 1996.<br />

(Verkrijgbaar bij Linx+, Watteeuwstraat 10 in 1000 Brussel, tel: 02/289 01 71)<br />

C. Films en documentaires<br />

Films over apartheid:<br />

“A world apart” (1988) - “A dry white season” (1989) - “Cry Freedom” (1987) -“Mapantsula” (1989) -<br />

“Sarafina” (1992) - “The power of one” (1992) - “Cry, the beloved country” (1995) -<br />

“Goodbye Bafana” (2007).<br />

Films over <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> vandaag:<br />

“Under the rainbow”(2003) - “U-Carmen” (2004) - “Yesterday” (2004) - “Tsotsi” (2005)<br />

Een aantal van deze films wordt verhuurd door:<br />

Bevrijdingsfilms, Q. Metsijsplein 4, 3000 Leuven, tel.: 016/ 23 29 35.<br />

D. <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>anse muziek<br />

Journey of dreams - Ladysmith Black Mombazo. Teldec Record Service GMBH, 1988.<br />

Prisoner - Lucky Dube. Gallo Record Company, 1990.<br />

Africa - Miriam Makeba, BGM Music, 1991.<br />

The best of – J. Clegg and Savuka. Rythm Safari, 1991.<br />

The sound of freedom - Sarafina, Miramax, 1992.<br />

Bloudruk – Johannes Kerkorrel, Tusk Music, 1992<br />

Down Freedom Avenue - Sipho Gumede, B&M Music, Durban, 1994.<br />

Van Mpumalanga tot die Kaap – Stef Bos, HKM Records, 2001<br />

Storotoro - Mzekezeke, Ghetto Ruff, 2002<br />

Ibuthe - Zola, Ghetto Ruff, 2005<br />

50<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>


E. Proef <strong>Afrika</strong><br />

Bobotie is een typisch recept uit <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong> met een mix van invloeden.<br />

Wat heb je nodig?<br />

Voor 4 personen:<br />

curry: 5 gram<br />

mango chutney: 100 gram<br />

gehakt: 500 gram<br />

bananen: 4 stuks<br />

appelen: 2 stuks<br />

rozijnen: 20 gram<br />

noten: 50 gram<br />

suiker: 1 soeplepel<br />

azijn: 1 soeplepel<br />

zout: 2 theelepels<br />

1 ei om te mengen in het gehakt<br />

1 ei om over het gehakt te gieten voor het de oven ingaat<br />

melk: 5 cl.<br />

laurierbladen: 4<br />

ajuin: 1<br />

sneetjes oud brood: 2<br />

rijst: 300 gram<br />

Hoe ga je te werk?<br />

• Fruit de ui in de pan.<br />

• Leg sneetjes oud brood in een kop melk en knijp daarna het brood uit.<br />

• Meng in een kom het vlees, bananen, appelen, noten, curry, suiker, azijn, zout,<br />

rozijnen, uitgeknepen brood, ajuin en 1 ei.<br />

• Doe alles in een vuurvaste schotel die ingestreken is met boter of olie.<br />

• Steek de laurierbladen in het mengsel.<br />

• Klop het overblijvende ei en meng het met de melk waarin het brood gedopt was.<br />

Giet het over het mengsel.<br />

• Plaats de bobotie 45 minuten in de oven op middelmatige temperatuur.<br />

• Laat intussen de rijst koken.<br />

Dien op en geef iedereen een portie chutney.<br />

Smakelijk!<br />

51<br />

Dossier <strong>Zuid</strong>-<strong>Afrika</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!