Klik op deze link om Casper Olevianus en zij n ... - De Pelgrim

Klik op deze link om Casper Olevianus en zij n ... - De Pelgrim Klik op deze link om Casper Olevianus en zij n ... - De Pelgrim

1. Inleiding<br />

CASPAR OLEVIANUS<br />

EN ZIJN<br />

REFORMATORISCHE ARBEID<br />

Door<br />

Ds. G. Bouwmeester<br />

UITGAVE VAN DE WILLEM DE ZWIJGERSTICHTING<br />

TE 's-GRAVENHAGE<br />

1954<br />

STICHTING DE GIHONBRON<br />

MIDDELBURG<br />

2004<br />

INHOUD<br />

1


2. <strong>Olevianus</strong> ' jeugd<br />

3. <strong>Olevianus</strong> ' werk te Trier<br />

4. <strong>De</strong> onderdrukking van de reformatie te Trier<br />

5. Naar Heidelberg<br />

6. <strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus<br />

7. Liturgie <strong>en</strong> Kerkorde<br />

8. Bevestiging van de reformatie in de Palts<br />

9. <strong>De</strong> strijd <strong>om</strong> de kerkelijke tucht<br />

10. <strong>De</strong> Lutherse reactie<br />

11. <strong>Olevianus</strong> ' werk te Berleburg <strong>en</strong> Herborn<br />

12. Karakteristiek van <strong>Olevianus</strong><br />

13. <strong>Olevianus</strong> ' lev<strong>en</strong>seinde<br />

1. Inleiding<br />

<strong>De</strong> naam van Caspar <strong>Olevianus</strong> wordt bijna altijd in één adem g<strong>en</strong>oemd met die<br />

van <strong>zij</strong>n iets ouder<strong>en</strong> collega Zacharias Ursinus. Beide mann<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n vooral bek<strong>en</strong>d<br />

geword<strong>en</strong> door hun voortreffelijk werk verricht bij de <strong>op</strong>stelling van de<br />

Heidelbergse Catechismus.<br />

Overig<strong>en</strong>s liep<strong>en</strong> <strong>deze</strong> mann<strong>en</strong>, die God beide met uitnem<strong>en</strong>de gav<strong>en</strong> versierd<br />

had, <strong>en</strong> die zich beide zeer verdi<strong>en</strong>stelijk gemaakt hebb<strong>en</strong> voor onze<br />

Gereformeerde Kerk<strong>en</strong>, nogal uite<strong>en</strong> wat karakter <strong>en</strong> aanleg betreft. God heeft ze<br />

ook elk e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>, bijzondere taak gegev<strong>en</strong>. Was Ursinus meer de man van de<br />

studeerkamer, de diepe, eerlijke, trouwe vorser, die de kerk in allerlei moeilijke<br />

vrag<strong>en</strong> duidelijk de weg heeft gewez<strong>en</strong>, de dogmaticus, catecheet <strong>en</strong> apologeet,<br />

2


<strong>Olevianus</strong> is veel meer de man van het praktische kerkwerk geweest. E<strong>en</strong><br />

onvervaard, moedig, bezield prediker; e<strong>en</strong> kerkreformator, die het kerkelijk lev<strong>en</strong><br />

ook na de diepingrijp<strong>en</strong>de hervorming<strong>en</strong> in vaste ban<strong>en</strong> wist te leid<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> man,<br />

die prachtig werk gedaan heeft voor de liturgie <strong>en</strong> de kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing der<br />

Gereformeerde Kerk<strong>en</strong>; die <strong>zij</strong>n verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> heeft ook <strong>op</strong> paedagogisch terrein,<br />

voor het christelijk onderwijs.<br />

Ook wat hun vóórgeschied<strong>en</strong>is aangaat, lo<strong>op</strong>t het lev<strong>en</strong> van <strong>deze</strong> beide grot<strong>en</strong> in<br />

' t Koninkrijk Gods nogal uite<strong>en</strong>. Ursinus was van geboorte uit Silezië, uit Breslau,<br />

<strong>en</strong> ontving <strong>zij</strong>n theologische <strong>op</strong>leiding te Witt<strong>en</strong>berg bij Philippus Melanchthon. Hij<br />

was <strong>zij</strong>n intieme vri<strong>en</strong>d, k<strong>en</strong>de Melanchthons standpunt inzake het Heilig<br />

Avondmaal door <strong>en</strong> door, wist van de controvers<strong>en</strong> in <strong>deze</strong> in het Lutherse kamp.<br />

Hij koos voor de Gereformeerde visie met volle overtuiging <strong>en</strong> was als<br />

voorbestemd <strong>om</strong> in de k<strong>om</strong><strong>en</strong>de worsteling tuss<strong>en</strong> Luthers<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gereformeerd<strong>en</strong><br />

leiding te gev<strong>en</strong>. En hij heeft dit <strong>op</strong> onovertroff<strong>en</strong> wijze gedaan!<br />

<strong>Olevianus</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> was gebor<strong>en</strong> in de grijze bissch<strong>op</strong>sstad Trier. Zijn weg<strong>en</strong><br />

ging<strong>en</strong> al spoedig naar ' t West<strong>en</strong>. Hij studeerde recht<strong>en</strong> in Frankrijk, koos hier<br />

voor de Reformatie <strong>en</strong> werd verder als theoloog in Zwitserland gevormd. Hij is<br />

van 't begin af aan de uitgesprok<strong>en</strong> Calvinist, die <strong>op</strong> de beste voet gestaan heeft<br />

met Calvijn, Martyr <strong>en</strong> Beza. God heeft hem <strong>op</strong> bijzondere wijze tot Zich<br />

getrokk<strong>en</strong>, geroep<strong>en</strong> als kerkreformator <strong>en</strong> hem gestaald in de grote moeit<strong>en</strong>,<br />

teleurstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> bitterhed<strong>en</strong> van <strong>zij</strong>n lev<strong>en</strong>. Zijn lev<strong>en</strong> is niet minder bewog<strong>en</strong><br />

geweest dan dat van Ursinus. Op allerlei manier is <strong>zij</strong>n werk, zowel dat in de Palts<br />

als dat in het graafschap Nassau, van invloedrijke betek<strong>en</strong>is geweest ook voor<br />

ons land.<br />

Wie d<strong>en</strong>kt hierbij niet allereerst aan de Heidelbergse Catechismus <strong>en</strong> <strong>zij</strong>n daarbij<br />

geschrev<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong> <strong>en</strong> leerboek<strong>en</strong>? En dan <strong>zij</strong>n werk voor de liturgie van de<br />

Palts, die voor onze Nederlandse Kerk<strong>en</strong> tot voorbeeld heeft gedi<strong>en</strong>d. Eeuw<strong>en</strong>lang<br />

<strong>zij</strong>n <strong>Olevianus</strong> ' boek<strong>en</strong> ook in ons land veelvuldig gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> vele<br />

gelovig<strong>en</strong> getroost <strong>en</strong> bemoedigd. Als we ons ev<strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> in <strong>zij</strong>n lev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

werk, zull<strong>en</strong> we wel bemerk<strong>en</strong>, dat dit betek<strong>en</strong>t "afstek<strong>en</strong> naar de diepte " , bezig<strong>zij</strong>n<br />

met de fundam<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van ons Gereformeerde kerklev<strong>en</strong>.<br />

2. <strong>Olevianus</strong>' jeugd<br />

<strong>Olevianus</strong> is gebor<strong>en</strong> te Trier, de oudste stad van Duitsland. 't Was meermal<strong>en</strong> de<br />

resid<strong>en</strong>tie van de Westerse R<strong>om</strong>einse keizers. M<strong>en</strong> wijst nog hed<strong>en</strong> overblijfsel<strong>en</strong><br />

uit <strong>deze</strong> oude tijd aan te Trier: Overblijfsel<strong>en</strong> van 't R<strong>om</strong>einse keizerlijk paleis. <strong>De</strong><br />

porta nigra. E<strong>en</strong> oude zuil <strong>op</strong> de markt. Frank<strong>en</strong>turm in de Dietrichstrasse. <strong>De</strong><br />

D<strong>om</strong> zelf. <strong>De</strong> Basilika. Rest<strong>en</strong> van het amfitheater, <strong>en</strong> van R<strong>om</strong>einse bad<strong>en</strong>. Ook<br />

de brug over de Moezel is zeer oud. ' t Christ<strong>en</strong>d<strong>om</strong> vond er reeds vroeg ingang.<br />

In de 2e eeuw nà Christus is er al e<strong>en</strong> christ<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>te, die onder Constantijn<br />

snel to<strong>en</strong>am. Onder de laatste Frankische koning<strong>en</strong> was bijna de ganse bevolking<br />

voor het Christ<strong>en</strong>d<strong>om</strong> gewonn<strong>en</strong>. <strong>De</strong> eerste bissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> z<strong>en</strong>dbod<strong>en</strong> van<br />

d<strong>en</strong> apostel Petrus geweest <strong>zij</strong>n: Eucharius <strong>en</strong> Valerius.<br />

Reeds <strong>op</strong> de Synode van Arles (314) was e<strong>en</strong> bissch<strong>op</strong> van Trier aanwezig. In 336<br />

<strong>en</strong> 337 was Athanasius, de bek<strong>en</strong>de kerkvader, als banneling te Trier <strong>en</strong> vond er<br />

in bissch<strong>op</strong> Maximinus e<strong>en</strong> man, die met hem overe<strong>en</strong>stemde teg<strong>en</strong>over Arius.<br />

Onder Karel de Grote werd Trier e<strong>en</strong> aartsbisd<strong>om</strong>. Het kreeg grote voorrecht<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> bissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> in 't eind van de 9e eeuw grav<strong>en</strong>recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de 12e<br />

eeuw werd<strong>en</strong> ze rijksvorst<strong>en</strong>. Sedert 1257 oef<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ze mede het betek<strong>en</strong>isvolle<br />

recht van de keizerskeus. Volg<strong>en</strong>s de bepaling<strong>en</strong> van de "goud<strong>en</strong> bul" van 1356<br />

had de keurvorst-aartsbissch<strong>op</strong> van Trier daarbij het eerst <strong>zij</strong>n stem uit te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Betek<strong>en</strong>isvolle mann<strong>en</strong> zat<strong>en</strong> <strong>op</strong> de bissch<strong>op</strong>pelijke stoel van Trier, mann<strong>en</strong>, die<br />

ook vooral de macht <strong>en</strong> 't aanzi<strong>en</strong> van de Trierse vorst<strong>en</strong> wist<strong>en</strong> uit te breid<strong>en</strong>.<br />

3


Hun gebied strekte zich t<strong>en</strong>slotte uit van Merzig aan de Saar tot voorbij Kobl<strong>en</strong>z<br />

<strong>en</strong> Andernach aan de Rijn.<br />

Teg<strong>en</strong>over zó machtige vorst<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> de burgers van Trier e<strong>en</strong> moeilijke positie.<br />

Te Trier was ook e<strong>en</strong> welgestelde <strong>en</strong> zelfbewuste burgerij ontstaan, die de<br />

bissch<strong>op</strong>pelijke heerschappij maar node droeg <strong>en</strong> zich in de lo<strong>op</strong> der jar<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

reeks waardevolle vrijhed<strong>en</strong> had wet<strong>en</strong> te verwerv<strong>en</strong>, vrijhed<strong>en</strong>, die overig<strong>en</strong>s<br />

slechts onafhankelijke vrije rijkssted<strong>en</strong> bezat<strong>en</strong>. <strong>De</strong> aartsbissch<strong>op</strong> mocht te Trier<br />

de schout <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele schep<strong>en</strong><strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, in wier hand<strong>en</strong> de rechtspraak rustte.<br />

Maar alle<strong>en</strong> door de organ<strong>en</strong> der stad, door d<strong>en</strong> door de raad der stad b<strong>en</strong>oemde<br />

"Z<strong>en</strong>der", die <strong>zij</strong>n eed moest zwer<strong>en</strong> in de raad, mocht e<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong>is plaats<br />

vind<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> 't gebied van Trier. <strong>De</strong> raad der stad kon alle<strong>en</strong> toestaan dat e<strong>en</strong><br />

zaak "crimineel" werd gemaakt. Hij oef<strong>en</strong>de het geleiderecht, was alle<strong>en</strong> bevoegd<br />

<strong>om</strong> iemand buit<strong>en</strong> Trier te bann<strong>en</strong>, had de handhaving van de politie <strong>en</strong> orde in<br />

het gebied van de stad <strong>en</strong> de bestraffing van lichtere overtreding<strong>en</strong> door<br />

schandste<strong>en</strong>, halsijzer, gevang<strong>en</strong>is <strong>en</strong> geldboet<strong>en</strong>. <strong>De</strong> meerderheid van de raad<br />

werd door de gild<strong>en</strong> vrij gekoz<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> moest<strong>en</strong> hun eed aan de<br />

keurvorst do<strong>en</strong>. <strong>De</strong> overige led<strong>en</strong> van de raad, burgemeesters e.a., hadd<strong>en</strong> hem<br />

ge<strong>en</strong> eed te do<strong>en</strong>. <strong>De</strong> bewaring van de sleutels der stadspoort<strong>en</strong>, de bewaking<br />

van de mur<strong>en</strong> <strong>en</strong> de poort<strong>en</strong> was e<strong>en</strong> recht, dat uitsluit<strong>en</strong>d aan de stad toekwam.<br />

<strong>De</strong> burgerij hield <strong>deze</strong> recht<strong>en</strong> hoog. Zij me<strong>en</strong>de over 't algeme<strong>en</strong>, dat m<strong>en</strong> Trier<br />

als e<strong>en</strong> vrije rijksstad moest zi<strong>en</strong>. <strong>De</strong> burgemeesters waakt<strong>en</strong> ijverzuchtig ervoor,<br />

dat de keurvorst<strong>en</strong> de recht<strong>en</strong> der stad niet schond<strong>en</strong>. <strong>De</strong> aartsbissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong><br />

zeteld<strong>en</strong> sedert de 15e eeuw meestal te Kobl<strong>en</strong>z, Wittlich, Ehr<strong>en</strong>breitstein e.a.<br />

plaats<strong>en</strong>. Wild<strong>en</strong> ze plechtig in Trier binn<strong>en</strong>trekk<strong>en</strong> dan moest<strong>en</strong> ze – wanneer ze<br />

met militaire macht kwam<strong>en</strong> – eerst e<strong>en</strong> reeks formaliteit<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>, vóórdat<br />

hun de stadspoort<strong>en</strong> ge<strong>op</strong><strong>en</strong>d werd<strong>en</strong>. <strong>De</strong> bissch<strong>op</strong> had recht<strong>en</strong> in de stad, maar<br />

de raad ontk<strong>en</strong>de, dat de stad hem onmiddellijk onderworp<strong>en</strong> was. Trier betaalde<br />

wel aan de aartsbissch<strong>op</strong> e<strong>en</strong> z.g. "beschermgeld", maar de raad van Trier<br />

betoogde altijd: "e<strong>en</strong> beschermheer is ge<strong>en</strong> landsheer. We betal<strong>en</strong> ook<br />

"beschermgeld" aan de hertog<strong>en</strong> van Lotharing<strong>en</strong> <strong>en</strong> Luxemburg <strong>en</strong> <strong>deze</strong> belov<strong>en</strong><br />

zo nodig ook <strong>op</strong> te tred<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de keurvorst van Trier!" M<strong>en</strong> beriep zich er ook<br />

<strong>op</strong>, dat Trier meer dan e<strong>en</strong>s met directe rijksbelasting was aangeslag<strong>en</strong>, s<strong>om</strong>s<br />

had m<strong>en</strong> de stad, als e<strong>en</strong> vrije rijksstad, <strong>op</strong>geroep<strong>en</strong> tot rijksdag<strong>en</strong>, al had Trier<br />

nooit aan zo'n <strong>op</strong>roep gevolg gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> 't goed gevond<strong>en</strong> dat de aartsbissch<strong>op</strong><br />

ook Trier verteg<strong>en</strong>woordigde.<br />

<strong>De</strong> aartsbissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong>-keurvorst<strong>en</strong> van Trier beschouwd<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> Trier nooit<br />

meer als onmiddellijk staande onder het rijk, maar als onderworp<strong>en</strong> aan h<strong>en</strong>. En<br />

ze kond<strong>en</strong> zich hiervoor zelfs beroep<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> keizerlijk oordeel van 23 <strong>De</strong>cember<br />

1364, dat uitdrukkelijk verklaarde: "Trier is aan de keurvorst onderworp<strong>en</strong> " . In<br />

weerwil echter van <strong>deze</strong> uitspraak had de burgerij van Trier steeds aanspraak<br />

gemaakt <strong>op</strong> de naam <strong>en</strong> de recht<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vrije rijksstad. Ook de Ro<strong>om</strong>skatholieke<br />

led<strong>en</strong> van de stadsraad ded<strong>en</strong> dit bij de conflict<strong>en</strong>, die naar aanleiding<br />

van de reformatie te Trier, ontstond<strong>en</strong>. Zelfs probeerde de stad nog later in 1568<br />

de aartsbissch<strong>op</strong>pelijke heerschappij af te werp<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdedigde de Ro<strong>om</strong>se<br />

bevolking <strong>en</strong> raad de vrijhed<strong>en</strong> der stad met wap<strong>en</strong>geweld. Eerst de tuss<strong>en</strong>k<strong>om</strong>st<br />

van de keizer maakte aan de jar<strong>en</strong>lange vete e<strong>en</strong> eind <strong>en</strong> droeg de beslissing <strong>op</strong><br />

aan e<strong>en</strong> scheidsgericht. Na e<strong>en</strong> proces van 12 jar<strong>en</strong> deed keizer Rudolf II<br />

uitspraak. Trier was <strong>en</strong> bleef van to<strong>en</strong> af tot aan de Franse revolutie onderworp<strong>en</strong><br />

aan de aartsbissch<strong>op</strong>.<br />

<strong>Olevianus</strong> werd dus in één der bolwerk<strong>en</strong> van het Ro<strong>om</strong>s-Katholicisme gebor<strong>en</strong>, in<br />

e<strong>en</strong> zeer geachte burgerfamilie. Zijn vader heette: Gerhard von der Olewig, was<br />

meester bakker, later ook meester van <strong>zij</strong>n gilde, mederaadslid <strong>en</strong> r<strong>en</strong>tmeester<br />

van de stad Trier. Olewig is e<strong>en</strong> klein dorpje (Zuid-Oostelijk van Trier). Caspar<br />

vervormde <strong>deze</strong> naam later tot <strong>Olevianus</strong>. Ook Caspars moeder, Anna, was de<br />

dochter van e<strong>en</strong> gildemeester, van de rijke slager, Anton Sinzig, die zich zeer<br />

4


geïnteresseerd heeft voor de goede <strong>op</strong>voeding van <strong>zij</strong>n kleinzoon Caspar. Behalve<br />

Caspar had het echtpaar von der Olewig nog twee zoons, Matthias, die goudsmid<br />

werd <strong>en</strong> Frederik, die arts is geword<strong>en</strong>, <strong>en</strong> één dochter.<br />

Caspar werd 10 Augustus (Laur<strong>en</strong>tiusdag) 1536 in het "Wittlicher Haus " <strong>op</strong> de<br />

gracht bij de Markt gebor<strong>en</strong>. Dit huis werd in 1583 e<strong>en</strong> gerechtsgebouw. In de<br />

kerk van de H. Laur<strong>en</strong>tius werd het knaapje gedo<strong>op</strong>t. Bij het <strong>op</strong>groei<strong>en</strong> bleek hij<br />

e<strong>en</strong> tal<strong>en</strong>tvolle knaap te <strong>zij</strong>n. Achter elkaar bezocht hij de schol<strong>en</strong> te Sanct<br />

Laur<strong>en</strong>tius, Sanct Simeon, de D<strong>om</strong>school <strong>en</strong> het Collegium van Sanct German. In<br />

het laatste trof hij e<strong>en</strong> oude, eerwaarde priester, die hem godsdi<strong>en</strong>stonderwijs<br />

gaf, dat hem <strong>zij</strong>n gehele verdere lev<strong>en</strong> is bijgeblev<strong>en</strong>. Hij sprak n.l. over de<br />

verzo<strong>en</strong>ingsdood des Heer<strong>en</strong>, als de <strong>en</strong>ige troost in lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong>, als de éne<br />

Parel van grote waarde. Dit is <strong>Olevianus</strong> bijgeblev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> vonkje van de rechte<br />

k<strong>en</strong>nis van het offer van Christus, totdat God hem later tot de volle k<strong>en</strong>nis des<br />

heils bracht.<br />

<strong>Olevianus</strong> heeft <strong>deze</strong> priester nooit verget<strong>en</strong>. In de inleiding van <strong>zij</strong>n verklaring<br />

der Apostolische geloofsbelijd<strong>en</strong>is (1576) wekt hij de toek<strong>om</strong>stige predikant<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong> tot e<strong>en</strong> brand<strong>en</strong>de ijver voor de waarheid Gods <strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> <strong>op</strong>offer<strong>en</strong>de liefde<br />

voor Christus <strong>en</strong> Zijn Kerk <strong>en</strong> werpt dan ook e<strong>en</strong> blik terug in <strong>zij</strong>n eig<strong>en</strong> jeugd.<br />

Hierbij herinnert <strong>Olevianus</strong> dan aan de trouwe leiding van <strong>zij</strong>n hemelse Vader.<br />

<strong>De</strong>ze was het, die hem uit de trouwe leraarshand van de g<strong>en</strong>oemde priester <strong>en</strong>ige<br />

kruimels der Waarheid toevoerde in de dag<strong>en</strong> van <strong>zij</strong>n paapse duisternis.<br />

Overig<strong>en</strong>s was de toestand der Ro<strong>om</strong>se geestelijkheid, ook te Trier, in die dag<strong>en</strong><br />

niet zo te roem<strong>en</strong>. Uiterlijk was alles in orde. Ge<strong>en</strong> stad van het Duitse rijk,<br />

Keul<strong>en</strong> uitgezonderd, had zoveel sticht<strong>en</strong> <strong>en</strong> kloosters. Wij noem<strong>en</strong> slechts het<br />

d<strong>om</strong>sticht, het sticht St. Paulinus <strong>en</strong> St. Simeon, alle met e<strong>en</strong> talrijke clerus. <strong>De</strong><br />

zielszorg van de niet zeer bevolkte stad <strong>en</strong> haar voorsted<strong>en</strong> was aan 21<br />

predikant<strong>en</strong> toegewez<strong>en</strong>, all<strong>en</strong> met eig<strong>en</strong> wijk <strong>en</strong> kerk. Ge<strong>en</strong> gebrek aan kloosters!<br />

<strong>De</strong> abdij St. Maximinus was beroemd weg<strong>en</strong>s haar ouderd<strong>om</strong> <strong>en</strong> grote<br />

rijkd<strong>om</strong>. Ook de abdij te St. Martin, het H. Matthiasklooster, <strong>en</strong> het<br />

B<strong>en</strong>edictijnerklooster te St. Maria beschikt<strong>en</strong> over rijke middel<strong>en</strong>.<br />

Fransciscan<strong>en</strong>, D<strong>om</strong>inican<strong>en</strong> <strong>en</strong> Karmeliet<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> te Trier hun verblijf. Ook<br />

Karthuizers <strong>en</strong> Augustijn<strong>en</strong>, de ridderord<strong>en</strong> van de Duitse Heer<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

Johannieters hadd<strong>en</strong> er hun conv<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>min mankeerde het er aan<br />

nonn<strong>en</strong>kloosters. Weldadigheidsinstitut<strong>en</strong>, die zeer goed begiftigd war<strong>en</strong>,<br />

bestond<strong>en</strong> er ook. <strong>De</strong>hospital<strong>en</strong> bij het d<strong>om</strong>sticht, bij St. Matthias, St. Maximinus<br />

<strong>en</strong> St. Simeon, twee leproz<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het burgerhospitaal te St. Jakob in de<br />

Vleesstraat kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong>.<br />

Er war<strong>en</strong> schol<strong>en</strong> aan de sticht<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> hogeschool werd 1473 ge<strong>op</strong><strong>en</strong>d<br />

maar kwam toch niet tot bijzondere bloei.<br />

Sedert 1499 was er nog e<strong>en</strong> tweede hogeschool in het college van de z.g. goud<strong>en</strong><br />

priesters te St. German, die de methode van Geert Grote bij hun onderwijs<br />

volgd<strong>en</strong>. In e<strong>en</strong> zekere verbinding met de eerste hogeschool stond de z.g. Bursa.<br />

Hierin bevond zich e<strong>en</strong> gehoorzaal, door de raad der stad in goede staat<br />

gehoud<strong>en</strong>, maar meestal ongebruikt. <strong>Olevianus</strong> heeft er e<strong>en</strong> tijdlang les gegev<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> gepreekt!<br />

<strong>De</strong> D<strong>om</strong>kerk <strong>en</strong> de met haar door e<strong>en</strong> kruisgang verbond<strong>en</strong> Lievevrouw<strong>en</strong>kerk<br />

blonk<strong>en</strong> uit als schone bouwwerk<strong>en</strong>.<br />

Wat de godshuiz<strong>en</strong> in Trier echter in de og<strong>en</strong> van zeer vel<strong>en</strong> de meeste waarde<br />

verle<strong>en</strong>de was haar rijkd<strong>om</strong> aan relikwieën In dit <strong>op</strong>zicht kon ge<strong>en</strong> Duitse stad<br />

zich met Trier met<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> bezat in de onderscheid<strong>en</strong> kerk<strong>en</strong> de vele gebe<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van gecanoniseerde<br />

heilig<strong>en</strong> als Eucharius, Valerius (St. Matthiaskerk), Agricius, Maximinus, Nicetus<br />

(St. Maximinus), Paulinus, Bonosus, Felix, Marcus (St. Paulinus), Magnericus (St.<br />

Martin), Madoald (klooster St. Symforion), W<strong>en</strong>delinus (kerkje naar hem<br />

g<strong>en</strong>oemd.)<br />

5


<strong>De</strong> d<strong>om</strong>kerk bezat de rijkste relikwieën. Ze heeft <strong>deze</strong> te dank<strong>en</strong> aan de heilige<br />

Hel<strong>en</strong>a, de moeder van Constantijn de Grote Bij haar terugkeer uit het Heilige<br />

Land bracht ze voor de d<strong>om</strong>kerk te Trier mee: het hoofd van paus Cornelius, e<strong>en</strong><br />

nagel van het kruis van Christus, de rok zonder naad van Christus. S<strong>om</strong>s werd<strong>en</strong><br />

<strong>deze</strong> "heilige ding<strong>en</strong>" aan 't volk vertoond. <strong>De</strong> toelo<strong>op</strong> was dan overstelp<strong>en</strong>d! In<br />

1512 liet keizer Maximiliaan ter geleg<strong>en</strong>heid van de rijksdag te Trier de heilige rok<br />

voor ' t eerst verton<strong>en</strong>. Er war<strong>en</strong> bijna 100.000 toeschouwers! Zo droeg Trier, naar<br />

R.K. <strong>op</strong>vatting<strong>en</strong> met recht, de schitter<strong>en</strong>de naam van Treviris sancta, d.i. "het<br />

heilige Trier " . <strong>De</strong> aartsbissch<strong>op</strong> <strong>en</strong> de burgers bewaard<strong>en</strong> er de roem van e<strong>en</strong><br />

onvervalst katholicisme.<br />

Maar met het innerlijk lev<strong>en</strong>, de religieuze <strong>en</strong> zedelijke toestand<strong>en</strong>, stond het in<br />

Trier niet zo best. <strong>De</strong>zelfde gebrek<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> er aan het licht die bij het eind der<br />

Middeleeuw<strong>en</strong> overal in de kerk in Duitsland <strong>en</strong> elders werd<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. Van<br />

Ro<strong>om</strong>se <strong>zij</strong>de heeft m<strong>en</strong> t.a.v. Trier de schuld van <strong>deze</strong> gebrek<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

reformatie will<strong>en</strong> schuiv<strong>en</strong>. Maar e<strong>en</strong> feit is dat ze reeds lang tevor<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

gezi<strong>en</strong>. In de kloosters was de ijver voor wet<strong>en</strong>schappelijke studie verlamd <strong>en</strong> de<br />

tucht vervall<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> leze maar e<strong>en</strong>s de visitatierapport<strong>en</strong>, de verord<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> der<br />

aartsbissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong>, de hervorming<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong>heffing van nonn<strong>en</strong>kloosters, de<br />

klacht<strong>en</strong> over de geestelijk<strong>en</strong>. 1 Op de Synode van Trier (1423) wordt de klacht<br />

gehoord, dat vele clerici ongeacht de teg<strong>en</strong> het concubinaat der geestelijk<strong>en</strong><br />

gedreigde straff<strong>en</strong>, zich met het schandelijk kwaad van <strong>deze</strong> overtreding blev<strong>en</strong><br />

bevlekk<strong>en</strong>. Geklaagd wordt over ongepaste kleding, dobbelspel, vloek<strong>en</strong>,<br />

godslastering<strong>en</strong>, misbruik van de biechtstoel, <strong>en</strong>z. Buit<strong>en</strong>echtelijke kinder<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> door de geestelijk<strong>en</strong> in hun huiz<strong>en</strong> uit kerkelijke middel<strong>en</strong> verzorgd. Ne,<br />

wijst er<strong>op</strong>, dat <strong>deze</strong> toestand<strong>en</strong> reeds in de 15e eeuw bestond<strong>en</strong> <strong>en</strong> tek<strong>en</strong>t het<br />

afschrikwekk<strong>en</strong>d beeld, dat keurvorst Johan v. Hag<strong>en</strong> (1542) van de in Trier<br />

heers<strong>en</strong>de toestand<strong>en</strong> ontwerpt. Dag <strong>en</strong> nacht zitt<strong>en</strong> in de herberg<strong>en</strong> bij de wijn,<br />

't bedrijv<strong>en</strong> van allerlei lichtzinnighed<strong>en</strong>, houw<strong>en</strong>, stek<strong>en</strong>, rov<strong>en</strong>, slaan, verdachte<br />

bijwoning, de geestelijk<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> het voorbeeld voor de ondeugd!<br />

In 1548 klaagt de d<strong>om</strong>prediker A. Pelargus <strong>op</strong> de Synode over ' t verval der<br />

studiën van de clerici. Zij hadd<strong>en</strong> minder lust daarin naarmate ze meer door de<br />

jacht, het dobbelspel, de buik <strong>en</strong> V<strong>en</strong>us in beslag g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> werd<strong>en</strong>. "Ze predik<strong>en</strong><br />

over Christus ' vast<strong>en</strong> in de woestijn <strong>en</strong> lev<strong>en</strong> zelf naar de wijze van Epicurus. Ze<br />

legg<strong>en</strong> ander<strong>en</strong> vast<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>en</strong> houd<strong>en</strong> 'bacchinaliën' (dronkemansfeest<strong>en</strong>). Er is <strong>op</strong><br />

<strong>deze</strong> synode sprake van haat <strong>en</strong> verachting der clerus bij het volk. Dit beeld van<br />

de geestelijkheid te Trier is 't zelfde droeve beeld, dat zich bijna overal in 't<br />

midd<strong>en</strong> der 16e-eeuw in het Duitse rijk vertoonde.<br />

Er kwam<strong>en</strong> ook herhaaldelijk conflict<strong>en</strong> voor tuss<strong>en</strong> burgerij <strong>en</strong> geestelijkheid. <strong>De</strong><br />

raad der stad leidde de stad <strong>en</strong>ergieker <strong>en</strong> vaster dan ooit. <strong>De</strong> gild<strong>en</strong> twistt<strong>en</strong><br />

s<strong>om</strong>s met nonn<strong>en</strong> <strong>en</strong> abdiss<strong>en</strong> over de recht<strong>en</strong> van het wev<strong>en</strong>, nam<strong>en</strong> s<strong>om</strong>s wol,<br />

gar<strong>en</strong>s, kamm<strong>en</strong>, weefwerktuig<strong>en</strong> in beslag b.v. <strong>om</strong>dat m<strong>en</strong> in de kloosters<br />

buit<strong>en</strong>landse wevers liet arbeid<strong>en</strong>. Met bitterheid werd geklaagd over de<br />

concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> broodroof, door de kloosters teweeg gebracht.<br />

Klacht<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> in bij d<strong>en</strong> keurvorst, dat de raad der stad in 't bos van het St.<br />

Matthiasklooster meer dan 50 bo<strong>om</strong>stamm<strong>en</strong> had lat<strong>en</strong> kapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> wegvoer<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong>ze zaak kwam in 1558 voor de keurvorstelijke raad. Vertog<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zou t<strong>en</strong>slotte e<strong>en</strong>s sam<strong>en</strong>k<strong>om</strong><strong>en</strong> als keurvorst met <strong>zij</strong>n<br />

raadslied<strong>en</strong> <strong>en</strong>er<strong>zij</strong>ds <strong>en</strong> stadsraad ander<strong>zij</strong>ds, <strong>om</strong> de weder<strong>zij</strong>dse griev<strong>en</strong> e<strong>en</strong>s te<br />

besprek<strong>en</strong>. <strong>De</strong> verhouding<strong>en</strong> war<strong>en</strong> dus reeds tamelijk gespann<strong>en</strong>. <strong>De</strong> kwestie<br />

van de religie zou blijk<strong>en</strong> de vonk te word<strong>en</strong>, waardoor alles tot e<strong>en</strong> uitbarsting<br />

kwam.<br />

1 Julius ,Ary: Die Reformation in Trier, 1559 und ihre Unterdrilckung. 1906/7 geeft concrete <strong>op</strong>gav<strong>en</strong><br />

van bissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong>, synod<strong>en</strong> etc. Zie ter plaatse. Het werk bevindt zich o.a. in de Koninklijke Bibliotheek<br />

te ' s-Grav<strong>en</strong>hage. Hij heeft de acta <strong>en</strong> archiev<strong>en</strong> ook van Ro<strong>om</strong>se kant geraadpleegd <strong>en</strong> geeft tal van<br />

auth<strong>en</strong>tieke uitsprak<strong>en</strong> gedaan door aartsbissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong> <strong>en</strong> synod<strong>en</strong>.<br />

6


In de Middeleeuw<strong>en</strong> war<strong>en</strong> wrijving<strong>en</strong> als bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemd meermal<strong>en</strong><br />

voorgek<strong>om</strong><strong>en</strong>. M<strong>en</strong> hoort van financiële klacht<strong>en</strong>, klacht<strong>en</strong> over de rechtspleging,<br />

inbreuk <strong>op</strong> recht<strong>en</strong>, conflict<strong>en</strong> in verband met de bevestiging van sted<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

bevolking van Trier schijnt echter vóór 1559 weinig beroerd geword<strong>en</strong> te <strong>zij</strong>n door<br />

de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> <strong>om</strong> Luther, Zwingli <strong>en</strong> Calvijn. Wel moet<strong>en</strong> ze reeds<br />

meermal<strong>en</strong> in Trier van de grote kerkrefórmator<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun arbeid gehoord<br />

hebb<strong>en</strong>, <strong>op</strong> marktschep<strong>en</strong>, door reiz<strong>en</strong>de ko<strong>op</strong>lui, ook doordat handelslied<strong>en</strong> uit<br />

Trier elders kwam<strong>en</strong>, 't Evangelie hoord<strong>en</strong> predik<strong>en</strong> <strong>en</strong> ' t liefkreg<strong>en</strong>. Het naburige<br />

Zweibruck<strong>en</strong> was sedert 1539 Hervormd geword<strong>en</strong>. Trierse burgers kwam<strong>en</strong> te<br />

Veld<strong>en</strong>z <strong>en</strong> Dusemund, woond<strong>en</strong> er de Evangelieprediking bij. Zo ook te Trarbach<br />

aan de Moezel. Dit was 1557 Hervormd geword<strong>en</strong>. Langzamerhand ontstond er zo<br />

te Trier e<strong>en</strong> kring van vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van de Reformatie, die begeerd<strong>en</strong>, dat ook te Trier<br />

' t Evangelie vrij mocht verkondigd word<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat er ook het Heilig Avondmaal<br />

mocht bedi<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> naar de instelling van Christus. Tot <strong>deze</strong> kring behoord<strong>en</strong><br />

weldra de geachtste <strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijkste mann<strong>en</strong> der stad. Zo b.v. de schep<strong>en</strong><strong>en</strong> Lic.<br />

Peter Sirck <strong>en</strong> Otto Seel. Vooral is te noem<strong>en</strong> de in hoog aanzi<strong>en</strong> staande eerste<br />

burgemeester Johan Steusz, sedert 1553 aan ' t hoofd van de stad. Ook <strong>zij</strong>n broer:<br />

gildemeester der wevers <strong>en</strong> raadslid, Peter Steusz.<br />

Nog ge<strong>en</strong> 14 jaar oud, dus als e<strong>en</strong> knaap, was Caspar <strong>Olevianus</strong> door <strong>zij</strong>n ouders<br />

naar Parijs gestuurd, waar hij "recht<strong>en</strong>" zou gaan studer<strong>en</strong>. Eerst voltooide hij <strong>zij</strong>n<br />

humanistische studiën in Frankrijks hoofdstad <strong>en</strong> bezocht daarna de beroemde<br />

rechtsfaculteit<strong>en</strong> van Orleans <strong>en</strong> Bourges. In al <strong>deze</strong> sted<strong>en</strong> had de reformatie<br />

reeds haar stille maar volijverige aanhangers. Caspar beluisterde er<br />

Gereformeerde prek<strong>en</strong>, las Gereformeerde boek<strong>en</strong>, leerde heel goed de Franse<br />

taal <strong>en</strong> werd voor ' t Gereformeerd gevoel<strong>en</strong> gewonn<strong>en</strong>. Zijn gang is <strong>en</strong>igszins met<br />

die van Calvijn te vergelijk<strong>en</strong>. Zo sloot Caspar zich als medelid van e<strong>en</strong> geheime<br />

geme<strong>en</strong>te Gods aan, hoewel hieraan in Frankrijk de grootste gevar<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong>.<br />

In Bourges kwam Caspars geloofslev<strong>en</strong> tot de volle doorbraak. Doordat hij in<br />

groot lev<strong>en</strong>sgevaar kwam te verker<strong>en</strong>, werd hij tot volledige beslissing <strong>en</strong><br />

overgave gebracht voor de zaak van Gods ijk <strong>en</strong> kerk.<br />

Te Bourges studeerde in die tijd één der zoons van d<strong>en</strong> paltsgraaf Frederik van<br />

Simmern. <strong>Olevianus</strong> had met hem e<strong>en</strong> hechte vri<strong>en</strong>dschap geslot<strong>en</strong>. Op zeker<strong>en</strong><br />

dag ging<strong>en</strong> ze langs de rivier Auron wandel<strong>en</strong> <strong>en</strong> troff<strong>en</strong> daar <strong>en</strong>kele Duitse<br />

adellijke stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan. Ze war<strong>en</strong> aangeschot<strong>en</strong>, maar wild<strong>en</strong> <strong>op</strong> de rivier var<strong>en</strong>.<br />

Ook de prins van Simmern wilde in de boot. <strong>Olevianus</strong> ontried het t<strong>en</strong> zeerste,<br />

maar ze ded<strong>en</strong> het toch. Judex, e<strong>en</strong> lakei, ging ook mee. To<strong>en</strong> de boot <strong>op</strong> het<br />

midd<strong>en</strong> van de rivier was, ging<strong>en</strong> de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overmoedig sch<strong>om</strong>mel<strong>en</strong>, zodat<br />

de boot <strong>om</strong>sloeg. All<strong>en</strong> verdronk<strong>en</strong>. Ook Judex met de prins. <strong>Olevianus</strong> wierp zich<br />

in 't water <strong>om</strong> <strong>zij</strong>n geliefde prins te redd<strong>en</strong>. Door de slijkerige bodem kwam hijzelf<br />

in 't uiterste gevaar, zodat hij tuss<strong>en</strong> lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> dood zweefde. In dit m<strong>om</strong><strong>en</strong>t<br />

beloofde hij God, als <strong>De</strong>ze hem ' t lev<strong>en</strong> wilde sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, dat hij zich geheel in de<br />

di<strong>en</strong>st van het Evangelie wilde gev<strong>en</strong> in <strong>zij</strong>n vaderland. Te rechter tijd snelde e<strong>en</strong><br />

lakei uit het gevolg van de prins toe tot <strong>zij</strong>n redding. <strong>De</strong>ze me<strong>en</strong>de d<strong>en</strong> prins te<br />

redd<strong>en</strong>, maar trok bij vergissing Caspar <strong>Olevianus</strong> <strong>op</strong> uit het water. Sedert dit<br />

voorval legde Caspar zich nog meer toe <strong>op</strong> de studie van de Heilige Schrift <strong>en</strong> van<br />

de boek<strong>en</strong> der reformatie, bijzonder de werk<strong>en</strong> van Calvijn.<br />

Hij pr<strong>om</strong>oveerde 6 Juni 1557 nog wel tot doctor in de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwam wel als<br />

jurist naar Trier terug, maar de rechtspraxis bekoorde hem niet meer. To<strong>en</strong> hij<br />

ook de begeerte van de reformatorisch gezinde burgers van Trier vernam, hoorde<br />

hij steeds duidelijker Gods roepstem <strong>om</strong> zich te bekwam<strong>en</strong> voor de di<strong>en</strong>st in het<br />

Evangelie. Om <strong>zij</strong>n gedane gelofte nu ook <strong>op</strong> waardige wijze te vervull<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich<br />

voor het heilig werk in Gods wijngaard f<strong>link</strong> <strong>en</strong> al<strong>zij</strong>dig voor te bereid<strong>en</strong>, begaf hij<br />

zich naar G<strong>en</strong>ève. Hij wilde hier vooral ' t Hebreeuws bestuder<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich praktisch<br />

bekwam<strong>en</strong>. Hij sprak 't Frans thans veel beter dan ' t Duits. Eén <strong>en</strong> ander deed de<br />

7


keus <strong>op</strong> G<strong>en</strong>ève vall<strong>en</strong>. Als e<strong>en</strong> bezield leerling zette hij zich aan de voet<strong>en</strong> van<br />

de grote Zwitserse reformator Calvijn.<br />

Toch bleef het voor hem als Duitser ook e<strong>en</strong> beger<strong>en</strong>swaardige zaak <strong>om</strong> naar<br />

Zurich te gaan <strong>en</strong> zich in gereformeerde kerk<strong>en</strong>, waar Duits gesprok<strong>en</strong> werd<br />

verder te bekwam<strong>en</strong> voor <strong>zij</strong>n kanselwerk. Hij oef<strong>en</strong>de zich dus ook te Zurich in ' t<br />

Duits prek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> maakte er nader k<strong>en</strong>nis met Bullinger <strong>en</strong> Martyr.<br />

Via Lausanne, waar hij vri<strong>en</strong>dschap met Beza sloot, keerde hij straks weer terug<br />

naar G<strong>en</strong>ève. To<strong>en</strong> hij e<strong>en</strong>s Farel ontmoette, drong <strong>deze</strong> er bij hem <strong>op</strong> aan <strong>zij</strong>n<br />

studietijd te bekort<strong>en</strong>, naar Trier terug te ker<strong>en</strong> <strong>en</strong> daar <strong>op</strong><strong>en</strong>lijk teg<strong>en</strong> het<br />

pausd<strong>om</strong> <strong>op</strong> te tred<strong>en</strong>. Spoedig deed zich e<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>ste geleg<strong>en</strong>heid voor. Er<br />

werd in die dag<strong>en</strong> te G<strong>en</strong>ève onderhandeld met Pierre de Cologne van Metz over<br />

de bezetting van e<strong>en</strong> predikantsplaats <strong>en</strong> ook Trier kwam ter sprake. Zo bood dan<br />

<strong>Olevianus</strong> zich aan <strong>om</strong> het Evangelie te gaan prek<strong>en</strong> in <strong>zij</strong>n vaderstad. Eerst<br />

vierde hij nog het H. Avondmaal te G<strong>en</strong>ève <strong>en</strong> nam met weemoed afscheid van de<br />

trouwe leraars van dit deel van Zwitserland. Er war<strong>en</strong> hier vri<strong>en</strong>dschapsband<strong>en</strong><br />

gelegd, die zoud<strong>en</strong> standhoud<strong>en</strong>. Met dankbare liefde <strong>en</strong> diepe verering was<br />

<strong>Olevianus</strong> vervuld speciaal t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van Calvijn <strong>en</strong> Beza. Vlak vóór <strong>zij</strong>n vertrek<br />

nam hij schriftelijk afscheid van Martyr te Zurich, voor wie hij in diepbewog<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n hart bloot legde. Zo kwam de jonge vurige prediker in Juni 1559<br />

terug te Trier, nu <strong>om</strong> er Gods boodschap te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

3. <strong>Olevianus</strong>' werk te Trier<br />

Te Trier werd <strong>Olevianus</strong> broederlijk ontvang<strong>en</strong>. Zeker met medewet<strong>en</strong> <strong>en</strong> steun<br />

van de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde reformatorische groep w<strong>en</strong>dde hij zich in e<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

d.d. 26 Juni 1559 tot d<strong>en</strong> raad der stad <strong>en</strong> verzocht hem <strong>om</strong> e<strong>en</strong> plaats als leraar.<br />

Calvijn had reeds eerder, naar aanleiding van mededeling<strong>en</strong> door <strong>Olevianus</strong> hem<br />

gedaan, aan de reformatorische schep<strong>en</strong><strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> h<strong>en</strong> met beslistheid<br />

<strong>op</strong>gewekt tot ijver <strong>en</strong> zelfverlooch<strong>en</strong><strong>en</strong>de toewijding voor de zaak des Heer<strong>en</strong>. Hij<br />

had niet nagelat<strong>en</strong> hun te wijz<strong>en</strong> <strong>op</strong> hun vooraanstaande positie onder de burgerij<br />

<strong>en</strong> hun roeping <strong>om</strong> de zaak des Heer<strong>en</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ook had hij h<strong>en</strong> bemoedigd <strong>en</strong><br />

des Heer<strong>en</strong> hulp <strong>en</strong> bescherming toegebed<strong>en</strong>. Hij had h<strong>en</strong> gewaarschuwd teg<strong>en</strong><br />

allerlei gevar<strong>en</strong>, <strong>op</strong>gewekt <strong>om</strong> paraat te <strong>zij</strong>n <strong>en</strong> zich te hoed<strong>en</strong> voor de list<strong>en</strong> der<br />

Ro<strong>om</strong>se geestelijkheid. Calvijn voorspelde hun ook, dat moeite, verdriet <strong>en</strong> allerlei<br />

teg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> hun niet zoud<strong>en</strong> gespaard blijv<strong>en</strong>. Maar hij wekte h<strong>en</strong> <strong>op</strong> getrouw te<br />

<strong>zij</strong>n, het oog <strong>op</strong> Christus gericht te houd<strong>en</strong>, door Wi<strong>en</strong> alle moeilijkhed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

overwonn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> die ons onoverwinnelijke kracht verle<strong>en</strong>t. Onder Hem is<br />

de overwinning voor ons, kunn<strong>en</strong> we volhard<strong>en</strong> <strong>en</strong> moedig voorwaarts gaan. 2 Hij<br />

eindigt met e<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong>w<strong>en</strong>s.<br />

<strong>Olevianus</strong> werd <strong>op</strong> <strong>zij</strong>n verzoek tot "Burse " aangesteld, waar-schijnlijk door<br />

begunstiging van burgemeester Steusz <strong>en</strong> <strong>zij</strong>n gelijkgezinde raadsled<strong>en</strong>. Zijn<br />

betrekking bood hem geleg<strong>en</strong>heid g<strong>en</strong>oeg <strong>om</strong> de zaak des Heer<strong>en</strong> te di<strong>en</strong><strong>en</strong> onder<br />

de hem toegewez<strong>en</strong> jeugd. Hij moest onderwijs gev<strong>en</strong> in de "Dialektiek" (onder<br />

Dialektiek verstond m<strong>en</strong> in die dag<strong>en</strong> zoveel als logica <strong>en</strong> methodiek) van<br />

Melanchthon. Melanchthons boek werd in die tijd aan tal van universiteit<strong>en</strong><br />

gebruikt <strong>en</strong> bood <strong>Olevianus</strong> geheel ongezocht de gew<strong>en</strong>ste geleg<strong>en</strong>heid <strong>om</strong> de<br />

jeugd ook tot de eeuwige waarheid te voer<strong>en</strong>. Immers dit werk van Melanchthon<br />

is met tal van Schriftplaats<strong>en</strong> doorspekt, ademde e<strong>en</strong> Evangelische geest <strong>en</strong> bood<br />

dus voor de jonge leraar e<strong>en</strong> probaat middel tot Evangelisering. Zo br<strong>en</strong>gt b.v. de<br />

5e vraag van de Dialectiek e<strong>en</strong> Psalm naar vor<strong>en</strong>. <strong>De</strong> 6e vraag noemt het<br />

voorschrift van Paulus <strong>om</strong> e<strong>en</strong> didactisch man tot bissch<strong>op</strong> te kiez<strong>en</strong> <strong>en</strong> spreekt<br />

2 <strong>De</strong> beide briev<strong>en</strong> aan Otto Seel <strong>en</strong> Peter Sirck <strong>zij</strong>n van 29 Augustus 1558. In Calv. Epistolae 267, 268<br />

G<strong>en</strong>eefse uitgave van 1576 te vind<strong>en</strong>. Duitse vertaling bij K. Sudhoff: C. <strong>Olevianus</strong> und Z. Ursinus,<br />

1857, Blz. 18-20.<br />

8


van de plicht van d<strong>en</strong> Di<strong>en</strong>aar des Woords <strong>om</strong> 't Woord recht te snijd<strong>en</strong>, noemt<br />

ook 't onderscheid van Wet <strong>en</strong> Evangelie. Andere plaats<strong>en</strong> handel<strong>en</strong> over Gods<br />

wez<strong>en</strong>, over d<strong>en</strong> hemel, over het heid<strong>en</strong>d<strong>om</strong>, over geloof, ho<strong>op</strong>, liefde, over de<br />

vreze Gods, over de gerechtigheid. En ga zo maar voort. <strong>Olevianus</strong> vervulde <strong>zij</strong>n<br />

taak, maar liet de hem gebod<strong>en</strong> geleg<strong>en</strong>heid niet onb<strong>en</strong>ut, <strong>om</strong> Gods Woord erbij<br />

te verklar<strong>en</strong>. Hij wilde zich echter niet beperk<strong>en</strong> tot het onderwijs aan de studer<strong>en</strong>de<br />

jeugd in de "Bursa", maar verlangde <strong>zij</strong>n boodschap aan alle burgers van<br />

Trier te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Reeds één maand na <strong>zij</strong>n aanstelling sloeg hij vlak voor 't<br />

Laur<strong>en</strong>tiusfeest e<strong>en</strong> <strong>op</strong>roep aan, (aan de z.g. Steip of het rode huis, waar de<br />

raadsled<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s kwam<strong>en</strong>,) waarin hij <strong>zij</strong>n medeburgers uitnodigde <strong>om</strong> te<br />

k<strong>om</strong><strong>en</strong> luister<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> preek, die hij tuss<strong>en</strong> 8 <strong>en</strong> 10 uur <strong>op</strong> Laur<strong>en</strong>tiusdag zou<br />

houd<strong>en</strong> in de Bursa. Dit was wel e<strong>en</strong> vermetel stukje in <strong>deze</strong> bissch<strong>op</strong>sstad!<br />

<strong>Olevianus</strong> sterkte zich in <strong>zij</strong>n God <strong>en</strong> in de overtuiging, dat er in Trier reeds e<strong>en</strong><br />

"volk des Heer<strong>en</strong> " was, dat voor hem bad !<br />

Op de morg<strong>en</strong> van Laur<strong>en</strong>tiusdag stro<strong>om</strong>de e<strong>en</strong> grote m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>-m<strong>en</strong>igte naar de<br />

Bursa. M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van allerlei rang <strong>en</strong> stand, mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, ook<br />

geestelijk<strong>en</strong>. Ook de R.K. stadsschrijver Peter Dronkmann was onder Caspar ' s<br />

gehoor. <strong>De</strong> vurige prediker getuigde daarbij ook teg<strong>en</strong> de gebrek<strong>en</strong> van de<br />

Ro<strong>om</strong>se Kerk, getuigde met Gods Woord teg<strong>en</strong> de mis, de heilig<strong>en</strong>verering, de<br />

processies e.a.<br />

Dronkmann, die e<strong>en</strong> dagboek heeft aangelegd van <strong>deze</strong> dag<strong>en</strong>, dat nog bestaat, 3<br />

vertelt dat hij met weinig stichting naar huis terugkeerde. Hij vond <strong>Olevianus</strong>'<br />

<strong>op</strong>tred<strong>en</strong> verschrikkelijk <strong>en</strong> zag hier ' t begin van <strong>op</strong>roer. <strong>De</strong> preek verwekte groot<br />

<strong>op</strong>zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook verzet bij de Ro<strong>om</strong>s<strong>en</strong>. Clerici, bissch<strong>op</strong>pelijke raadslied<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

andere ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> keurvorst wez<strong>en</strong> er <strong>op</strong>, dat toch de aartsbissch<strong>op</strong><br />

alle<strong>en</strong> het recht had <strong>om</strong> predikant<strong>en</strong> in de stad aan te stell<strong>en</strong>. <strong>De</strong> volg<strong>en</strong>de dag<br />

kwam de stadsmagistraat bije<strong>en</strong>. <strong>De</strong> R.K. burgemeester Ohr<strong>en</strong> stelde de eis, dat<br />

m<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> zou citer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het prek<strong>en</strong> verbied<strong>en</strong>. <strong>De</strong> meerderheid was van<br />

oordeel, dat <strong>Olevianus</strong> de Bursa, het schoollokaal, niet voor godsdi<strong>en</strong>stoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

mocht gebruik<strong>en</strong>. <strong>De</strong> rector van de universiteit stelde de eis, dat <strong>Olevianus</strong> alle<strong>en</strong><br />

in 't Latijn mocht docer<strong>en</strong>. Maar e<strong>en</strong> uitdrukkelijk preekverbod werd nog niet<br />

gegev<strong>en</strong>.<br />

To<strong>en</strong> e<strong>en</strong> tweede preek van <strong>Olevianus</strong> de gemoeder<strong>en</strong> weer in beroering bracht,<br />

steld<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong>' vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> in de raad voor <strong>om</strong> de zaak van het prek<strong>en</strong> voor de<br />

gild<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Dit werd toegestaan. <strong>De</strong>ze gild<strong>en</strong> war<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d<br />

reformatorisch-gezind. Wevers, kleermakers <strong>en</strong> smed<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ' t talrijkst <strong>en</strong><br />

invloedrijkst. Zij stond<strong>en</strong> bijna all<strong>en</strong> aan de <strong>zij</strong>de van <strong>Olevianus</strong>. Slagers <strong>en</strong><br />

kramers <strong>en</strong> schippers war<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> voortduur van <strong>Olevianus</strong> ' werk. M<strong>en</strong> besloot<br />

t<strong>en</strong>slotte alle Duitse prek<strong>en</strong> in de Bursa te verbied<strong>en</strong>. <strong>Olevianus</strong> mocht alle<strong>en</strong> vrij<br />

in 't Latijn docer<strong>en</strong>. Wilde hij prek<strong>en</strong> dan moest hij het <strong>op</strong> e<strong>en</strong> andere plaats<br />

do<strong>en</strong>. Zo werd nu met behulp van de reformatorische raadsled<strong>en</strong>, de kerk van het<br />

St. Jakobushospitaal in de Vleesstraat, die eig<strong>en</strong>d<strong>om</strong> van de stad was, aan<br />

<strong>Olevianus</strong> afgestaan. 20 Augustus trok <strong>Olevianus</strong> met e<strong>en</strong> schare Evangelische<br />

burgers naar <strong>deze</strong> kerk.<br />

Ondertuss<strong>en</strong> had ook de keurvorst, die te Augsburg toefde <strong>op</strong> de Rijksdag, van de<br />

prediking te Trier gehoord <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele raadslied<strong>en</strong> uit Augsburg naar Trier<br />

gezond<strong>en</strong>. <strong>De</strong> keurvorstelijke raad riep <strong>Olevianus</strong> voor zich ter verantwoording.<br />

<strong>Olevianus</strong> getuigde dat de ere Gods hem tot prek<strong>en</strong> drong, dat <strong>zij</strong>n lev<strong>en</strong> kort<br />

was, dat <strong>zij</strong>n vaderstad niets zo nodig had als het Woord Gods. <strong>De</strong> raad der stad<br />

had hem aangesteld <strong>om</strong> de jeugd te onderwijz<strong>en</strong>. Maar ' t werk was te gering <strong>en</strong><br />

zo had hij <strong>zij</strong>n tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aangew<strong>en</strong>d <strong>om</strong> de burgers te onderwijz<strong>en</strong> in de<br />

Christelijke godsdi<strong>en</strong>st. ' t Preek-verbod van de raad sloeg alle<strong>en</strong> <strong>op</strong> de Bursa. Op<br />

3 Tagebuch Dronkmanns, zwei Bande, respect. 616 <strong>en</strong> 590 Seit<strong>en</strong>. In de stadsbibliotheek van Trier. O.a.<br />

door Julius Ney geraadpleegd bij bov<strong>en</strong>-g<strong>en</strong>oemde studie over de reformatie te Trier.<br />

9


die zelfde dag (21 Augustus 1559) overhandigde de Evangelische burgerij met de<br />

burgemeester Steusz aan de spits, aan de stadsmagistraat e<strong>en</strong> geschrift, waarin<br />

m<strong>en</strong> <strong>op</strong> grond van de Augsburgse godsdi<strong>en</strong>stvrede het recht <strong>op</strong>vorderde, <strong>om</strong> zich<br />

aan te sluit<strong>en</strong> bij de Augsburgse Confessie. Ze vroeg<strong>en</strong> <strong>om</strong> godsdi<strong>en</strong>stvrijheid;<br />

stond m<strong>en</strong> die niet toe, dan beriep m<strong>en</strong> zich <strong>op</strong> d<strong>en</strong> keizer. <strong>De</strong> keurvorstelijke<br />

rad<strong>en</strong> zeid<strong>en</strong> echter: Trier staat niet onmiddellijk onder de keizer. <strong>Olevianus</strong> c.s.<br />

hadd<strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong> recht <strong>om</strong> zich <strong>op</strong> de Augsburgse Confessie te beroep<strong>en</strong>. <strong>De</strong> R. K.<br />

burgerij dacht er aanvankelijk anders over. Ze stond zeer <strong>op</strong> haar stadsvrijhed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> privilegiën. <strong>Olevianus</strong> <strong>en</strong> de <strong>zij</strong>n<strong>en</strong> war<strong>en</strong> het e<strong>en</strong>s met de Augustana<br />

(Variata), die ook in 1540 door Calvijn ondertek<strong>en</strong>d was, ev<strong>en</strong>zo door Lasky,<br />

Melanchthon e.a. <strong>De</strong>ze gewijzigde editie (variata) van de Augsburgse Confessie<br />

was in latere jar<strong>en</strong> officieel erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gebruikt door tal van Lutherse vorst<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

bissch<strong>op</strong>pelijke rad<strong>en</strong> gav<strong>en</strong> echter niet toe. Ze riep<strong>en</strong> drie reformatorische<br />

schep<strong>en</strong><strong>en</strong> voor zich, <strong>en</strong> schorst<strong>en</strong> h<strong>en</strong> (Seel, Sircks <strong>en</strong> Pisport), maar <strong>deze</strong><br />

voegd<strong>en</strong> zich niet. Ze verbod<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> het prek<strong>en</strong> ook, deeld<strong>en</strong> aan de gild<strong>en</strong><br />

mee, dat <strong>zij</strong> ge<strong>en</strong> recht hadd<strong>en</strong> zich te beroep<strong>en</strong> <strong>op</strong> het "Rijksafscheid " , maar bij<br />

de oude godsdi<strong>en</strong>st moest<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. <strong>De</strong> keurvorst zond e<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> aan de<br />

stadsraad, waarin <strong>Olevianus</strong> als Calvinist, als <strong>op</strong>roermaker, die gevang<strong>en</strong> gezet<br />

moest word<strong>en</strong>, werd aangedi<strong>en</strong>d. <strong>De</strong> keurvorstelijke rad<strong>en</strong> probeerd<strong>en</strong> <strong>op</strong> alle<br />

manier de Evangelieprediking te onderdrukk<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>spreking met<br />

<strong>Olevianus</strong> volgde. <strong>De</strong> eis werd hem weer gesteld <strong>om</strong> <strong>op</strong> te houd<strong>en</strong> met prek<strong>en</strong><br />

zowel in 't Duits als in 't Latijn. <strong>Olevianus</strong> vroeg bed<strong>en</strong>ktijd <strong>en</strong> begaf zich 's<br />

middags naar de kerk <strong>om</strong> te prek<strong>en</strong>. Hij sprak vóór de preek het volk toe, deelde<br />

het mede dat hem ' t prek<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong> was door de keurvorstelijke raad, maar dat<br />

de gild<strong>en</strong> hem gebed<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> de eeuwige waarheid van Gods Woord te<br />

verkondig<strong>en</strong>. Wat wild<strong>en</strong> <strong>zij</strong>? Moest hij <strong>op</strong>houd<strong>en</strong>? Of wild<strong>en</strong> ze bij de Waarheid<br />

volhard<strong>en</strong>? In dit geval zou ook hij lijf <strong>en</strong> bloed in de waagschaal zett<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gode<br />

meer gehoorzaam <strong>zij</strong>n dan de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />

Wie het laatste begeerd<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> "Am<strong>en</strong>" zegg<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> riep de ganse schare<br />

luide: Am<strong>en</strong>! Aan de keurvorstelijke raad werd officieel mededeling gedaan van<br />

wat hier gebeurd was. Het R. K. deel van de bevolking wilde eerst nog beide<br />

confessies vrij lat<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> niet gevang<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>. Zo besloot de raad nog<br />

14 September. Alle bestur<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de gevang<strong>en</strong>zetting gestemd, slechts<br />

drie hadd<strong>en</strong> niet geantwoord. Dit werd d<strong>en</strong> keurvorst bericht.<br />

Het aantal <strong>en</strong> de ijver der "Confessionist<strong>en</strong>" – zó werd<strong>en</strong> de reformatorischgezind<strong>en</strong><br />

voortaan in de stad g<strong>en</strong>oemd – groeide van dag tot dag. <strong>De</strong> Geme<strong>en</strong>te<br />

telde reeds 600 led<strong>en</strong>, vrouw<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>stbod<strong>en</strong> <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> niet meegerek<strong>en</strong>d. <strong>De</strong><br />

St. Jakobskerk was te klein voor de kerkdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong>. Steusz berichtte dit aan de<br />

keurvorst <strong>en</strong> vroeg <strong>om</strong> e<strong>en</strong> grotere ruimte <strong>en</strong> <strong>om</strong> meer predikant<strong>en</strong>, maar hij<br />

kreeg ge<strong>en</strong> antwoord. Om nu voor zielszorg <strong>en</strong> onderwijs <strong>Olevianus</strong> te ontlast<strong>en</strong>,<br />

zocht m<strong>en</strong> hulp <strong>en</strong> w<strong>en</strong>dde zich tot de naburige paltsgraaf Wolfgang von<br />

Zweibruck<strong>en</strong>, die de reformatie in <strong>zij</strong>n gebied had doorgevoerd. M<strong>en</strong> vroeg hem<br />

voor kort<strong>en</strong> tijd één predikant ter le<strong>en</strong>. Werd dit verzoek ingewilligd, dan had m<strong>en</strong><br />

ook e<strong>en</strong> ander voordeel verkreg<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> predikant uit e<strong>en</strong> in het rijk erk<strong>en</strong>de kerk<br />

zou te Trier aangesteld <strong>zij</strong>n! <strong>Olevianus</strong> had immers nooit van <strong>en</strong>ige bestaande<br />

kerk <strong>op</strong>dracht gekreg<strong>en</strong> tot prek<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> "Confessionist<strong>en</strong>" richtt<strong>en</strong> zich dus door bemiddeling van burgemeester Steusz<br />

tot de Zweibrucker regering <strong>en</strong> noemd<strong>en</strong> zelfs twee nam<strong>en</strong> van predikant<strong>en</strong>, die<br />

<strong>zij</strong> begeerd<strong>en</strong> n.l. W<strong>en</strong>tz<strong>en</strong> Gottfried van Veld<strong>en</strong>z <strong>en</strong> Khunemann Flinsbach. Na<br />

<strong>en</strong>ige onderhandeling<strong>en</strong> werd t<strong>en</strong>slotte Flinsbach met de moeilijke missie belast.<br />

Hij zou voor 1 of 2 maand<strong>en</strong> aan de Geme<strong>en</strong>te van Trier word<strong>en</strong> uitgele<strong>en</strong>d, <strong>om</strong><br />

te Trier volg<strong>en</strong>s de kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing met bescheid<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> wijsheid te arbeid<strong>en</strong>.<br />

Hij zou niet alle ding<strong>en</strong> ine<strong>en</strong>s mog<strong>en</strong> <strong>om</strong>verstot<strong>en</strong>, maar met geduld <strong>om</strong>gaan<br />

met de beschro<strong>om</strong>de gewet<strong>en</strong>s.<br />

Op 21 September werd dit goede bericht naar Trier verzond<strong>en</strong> aan burgemeester<br />

Steusz <strong>en</strong> <strong>zij</strong>n geestverwant<strong>en</strong>. Twee dag<strong>en</strong> later kwam Flinsbach <strong>en</strong> werd met<br />

10


<strong>op</strong><strong>en</strong> arm<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>. <strong>De</strong> jonge Caspar <strong>Olevianus</strong> had het heel zwaar gehad. Hij<br />

was nog maar 23 jaar oud! <strong>De</strong> <strong>op</strong>positie van de bissch<strong>op</strong> c.s. werd steeds<br />

lev<strong>en</strong>diger <strong>en</strong> duidelijker merkbaar. Wel ondervond de jonge reformator trouwe<br />

steun <strong>en</strong> aanhankelijkheid van de pas gestichte geme<strong>en</strong>te, maar <strong>zij</strong>n taak bleef<br />

toch buit<strong>en</strong>gewoon zwaar. In kort<strong>en</strong> tijd had hij het vertrouw<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te<br />

gewonn<strong>en</strong>, maar nu kwam<strong>en</strong> de onweersbui<strong>en</strong> al <strong>op</strong>zett<strong>en</strong>!<br />

<strong>De</strong> keurvorst was ook naar Trier gek<strong>om</strong><strong>en</strong>. Op 17 September probeerde de<br />

Ro<strong>om</strong>se pastoor Fae van B<strong>op</strong>pard <strong>op</strong> last van hem, heimelijk <strong>en</strong> listig <strong>op</strong> de<br />

kansel der Gereformeerd<strong>en</strong> te k<strong>om</strong><strong>en</strong>. Hij had <strong>zij</strong>n priesterkleed onder e<strong>en</strong> lange<br />

mantel verborg<strong>en</strong> <strong>en</strong> was zó binn<strong>en</strong> gek<strong>om</strong><strong>en</strong>. Nauwelijks had de geme<strong>en</strong>te<br />

echter in de gat<strong>en</strong> wat er aan de hand was, of ze keerde zich <strong>op</strong> heftige wijze<br />

teg<strong>en</strong> d<strong>en</strong> Ro<strong>om</strong>s<strong>en</strong> indringer. <strong>Olevianus</strong> me<strong>en</strong>de, dat m<strong>en</strong> hem maar e<strong>en</strong>s moest<br />

lat<strong>en</strong> geword<strong>en</strong>, dan kon hij hem beantwoord<strong>en</strong>. Maar de teg<strong>en</strong>stand werd<br />

heftiger. Fae was t<strong>en</strong>slotte blij, dat hij onder geleide van <strong>Olevianus</strong> weer<br />

heelhuids buit<strong>en</strong> <strong>deze</strong> roerige vergadering was. Dit was e<strong>en</strong> verstoring der rust<br />

door de keurvorst c.s. bewerkt. Maar <strong>zij</strong> zag<strong>en</strong> dit anders: Hier was de door de<br />

keur vorst gezond<strong>en</strong> prediker door de "Confessionist<strong>en</strong>" verhinderd <strong>om</strong> te prek<strong>en</strong>.<br />

Dat was rebellie ! Dat was majesteitssch<strong>en</strong>nis<br />

Ook bij Flinsbach was de kerk steeds tjokvol. <strong>De</strong> arbeid der predikant<strong>en</strong> werd<br />

hoog gewaardeerd, zowel aan de huiz<strong>en</strong> als <strong>op</strong> de kansel.<br />

<strong>De</strong> keurvorst had troep<strong>en</strong> geworv<strong>en</strong> in Hirschau (Beier<strong>en</strong>) <strong>en</strong> in de streek van<br />

Mainz <strong>en</strong> Keul<strong>en</strong> <strong>en</strong> was met 170 ruiters Trier binn<strong>en</strong>gered<strong>en</strong>. Maar met het<br />

gevaar sche<strong>en</strong> de moed der Evangelisch<strong>en</strong> te groei<strong>en</strong>. Flinsbach had zich<br />

aanstonds na <strong>zij</strong>n aank<strong>om</strong>st in e<strong>en</strong> eerbiedig schrijv<strong>en</strong> tot de keurvorst gew<strong>en</strong>d.<br />

Hij hield zich verplicht <strong>om</strong> hem als landsheer van <strong>zij</strong>n aank<strong>om</strong>st in k<strong>en</strong>nis te<br />

stell<strong>en</strong>. Hij deelde mede, dat hij door de Evangelisch<strong>en</strong> te Trier was gevraagd <strong>en</strong><br />

door <strong>zij</strong>n vorst hierhe<strong>en</strong> was gezond<strong>en</strong>, dat hij ge<strong>en</strong> revolutie wilde, maar alle<strong>en</strong><br />

Gods Woord wilde predik<strong>en</strong> <strong>en</strong> de schap<strong>en</strong> wilde weid<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>k<strong>om</strong>stig de<br />

oecum<strong>en</strong>ische belijd<strong>en</strong>isgeschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Augsburgse Confessie. Als antwoord<br />

hier<strong>op</strong> werd hij de volg<strong>en</strong>de dag na de preek, waarin hij nog teg<strong>en</strong> <strong>op</strong>roer<br />

gewaarschuwd had, in de St. Gangolfskerk ter verantwoording geroep<strong>en</strong>. Hem<br />

werd de eis gesteld <strong>op</strong> te houd<strong>en</strong> met prek<strong>en</strong> <strong>en</strong> vóór zonsondergang de stad te<br />

verlat<strong>en</strong>. Flinsbach zei echter, dat hij Gode meer gehoorzam<strong>en</strong> zou dan de<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Hij sehreef nog e<strong>en</strong>s aan de keurvorst <strong>om</strong> toestemming voor <strong>zij</strong>n<br />

prediking te verkrijg<strong>en</strong>, maar tevergeefs.<br />

Onverdrot<strong>en</strong> ging<strong>en</strong> de Confessionist<strong>en</strong> verder. M<strong>en</strong> spande de ketting<strong>en</strong> over de<br />

strat<strong>en</strong> <strong>om</strong> de ruiters van de keurvorst te hinder<strong>en</strong> in hun beweging<strong>en</strong>. Maar ook<br />

vele Ro<strong>om</strong>se burgers zag<strong>en</strong> de maatregel<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> keurvorst met groot<br />

wantrouw<strong>en</strong> aan. <strong>De</strong> vrijheid der stad <strong>en</strong> der burgers werd het meest door de<br />

keurvorst zelf belaagd, zei m<strong>en</strong> over 't algeme<strong>en</strong>. <strong>De</strong> keurvorst bemerkte wel, dat<br />

de bevolking over 't geheel hem niet zeer g<strong>en</strong>eg<strong>en</strong> was. Hij had in <strong>zij</strong>n raad reeds<br />

overleg gepleegd, <strong>en</strong> de vraag gesteld, hoe m<strong>en</strong> de "Confessionist<strong>en</strong>" moest<br />

behandel<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> was ' t onder elkaar e<strong>en</strong>s geword<strong>en</strong>: ze moest<strong>en</strong> aangeklaagd<br />

word<strong>en</strong> van rebellie <strong>en</strong> m<strong>en</strong> moest teg<strong>en</strong>over h<strong>en</strong> "die peinliche Klage " toepass<strong>en</strong><br />

d.w.z. m<strong>en</strong> moest ze crimineel aanklag<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moest het niet <strong>op</strong> de "godsdi<strong>en</strong>st"<br />

zett<strong>en</strong>. Dat zou te zeer de animositeit der Lutherse vorst<strong>en</strong> <strong>op</strong>wekk<strong>en</strong>. Zo besloot<br />

de keurvorst <strong>om</strong> Trier weer te verlat<strong>en</strong>, doch niet <strong>om</strong> de zak<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> voor wat<br />

ze war<strong>en</strong> Trier. moest gedwong<strong>en</strong> word<strong>en</strong> zelf de "Confessionist<strong>en</strong>" aan te pakk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> als vijand<strong>en</strong> der stad te beschouw<strong>en</strong>!<br />

<strong>De</strong> keurvorst begaf zich naar Pfalzel, ongeveer drie kwartier gaans van Trier. Daar<br />

sloeg hij <strong>zij</strong>n resid<strong>en</strong>tie <strong>op</strong>. Van daaruit begon hij de bewoners van Trier te plag<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> te kwell<strong>en</strong>. Trier werd als e<strong>en</strong> rebelse stad behandeld <strong>en</strong> straks c<strong>om</strong>pleet<br />

ingeslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> belegerd.<br />

11


4. <strong>De</strong> onderdrukking van de reformatie te Trier<br />

<strong>De</strong> keurvorst verzamelde nu steeds meer troep<strong>en</strong> <strong>om</strong> zich he<strong>en</strong>. Het landvolk uit<br />

<strong>zij</strong>n gebied werd onder de wap<strong>en</strong><strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>. Ook de adel, bestuursambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> le<strong>en</strong>mann<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> naar Pfalzel k<strong>om</strong><strong>en</strong>. <strong>De</strong> maatregel<strong>en</strong> van de keurvorst<br />

werd<strong>en</strong> al doorzichtiger. Op<strong>en</strong>lijk verkondigde hij g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> bescherming voor de<br />

"katholiek<strong>en</strong>" <strong>en</strong> all<strong>en</strong>, die weer van de Augsburgse Confessie wild<strong>en</strong> afvall<strong>en</strong>.<br />

Trier werd steeds nauwer ingeslot<strong>en</strong>. Akkers <strong>en</strong> tuin<strong>en</strong> van de burgers werd<strong>en</strong><br />

verwoest. M<strong>en</strong> wilde zelfs de watertoevoer afsnijd<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze maatregel<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

t<strong>en</strong>gevolge, dat de <strong>op</strong>positiegeest van vele "katholiek<strong>en</strong> " , die alle<strong>en</strong> <strong>om</strong> politieke<br />

overweging<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> d<strong>en</strong> keurvorst gekant war<strong>en</strong> geweest, begon te wijk<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

keurvorst schreef aan de "katholiek<strong>en</strong>" in de stads-raad, dat <strong>en</strong>kele aanvoerders<br />

van de Confessionist<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> aangeklaagd van <strong>op</strong>roer <strong>en</strong> majesteitssch<strong>en</strong>nis.<br />

Het "katholieke" deel van de raad werd nu door de keurvorst <strong>op</strong>gevorderd <strong>om</strong> die<br />

aanvoerders met de beide predikant<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong>. <strong>De</strong> aartsbissch<strong>op</strong><br />

deed hierbij e<strong>en</strong> beroep <strong>op</strong> <strong>zij</strong>n gezag als keurvorst, als landsvorst <strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

gehoorzaamheid, die ze hem gezwor<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong>. In geval van nood mocht m<strong>en</strong> de<br />

gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> wel in 't bissch<strong>op</strong>pelijk paleis te Trier <strong>op</strong>sluit<strong>en</strong>!<br />

Niets minder werd hier geëist dan dat e<strong>en</strong> deel der burgerij van Trier e<strong>en</strong> ander<br />

deel zou gevang<strong>en</strong> nem<strong>en</strong>, zonder voorafgaand proces, onderzoek of vonnis.<br />

Binn<strong>en</strong> drie dag<strong>en</strong> moest de keurvorst antwoord hebb<strong>en</strong>!<br />

Eerst antwoordde de raad nog, dat m<strong>en</strong> niet kon erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, dat de keurvorst in<br />

<strong>deze</strong> kon gebied<strong>en</strong>. <strong>De</strong> geweldpleging nam to<strong>en</strong> toe. Burgers werd<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong>, geslag<strong>en</strong>, verwond. Plundering <strong>en</strong> beroving volgd<strong>en</strong>. <strong>De</strong> proviandering<br />

van de stad kwam in gevaar. Marktschep<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> vast gehoud<strong>en</strong>. Protest<strong>en</strong><br />

baatt<strong>en</strong> niet. Vrees, overlast, ervar<strong>en</strong> nadeel begonn<strong>en</strong> de stemming te<br />

beïnvloed<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> deel van de "katholiek<strong>en</strong>" kwam <strong>op</strong> de hand van de keurvorst <strong>en</strong><br />

sprak er 5 Oktober reeds in ernst over <strong>om</strong> ' t bevel van d<strong>en</strong> keurvorst <strong>op</strong> te<br />

volg<strong>en</strong>. Ze hadd<strong>en</strong> echter ge<strong>en</strong> kans. Want de Confessionist<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ook<br />

waakzaam <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> zich gewap<strong>en</strong>d. To<strong>en</strong> ze verraad vreesd<strong>en</strong> (7 Oktober)<br />

blev<strong>en</strong> ze zelfs d<strong>en</strong> gehel<strong>en</strong> nacht onder de wap<strong>en</strong>s.<br />

E<strong>en</strong> ander deel der "katholiek<strong>en</strong>" wilde het nog met mildere maatregel<strong>en</strong><br />

prober<strong>en</strong>. Ze wild<strong>en</strong> ' t prek<strong>en</strong> inperk<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Confessionist<strong>en</strong> werd 6 Oktober e<strong>en</strong><br />

verklaring ter tek<strong>en</strong>ing aangebod<strong>en</strong>, waarin ze moest<strong>en</strong> belov<strong>en</strong> voorl<strong>op</strong>ig het<br />

prek<strong>en</strong> na te lat<strong>en</strong> tot ze verlof kreg<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> bissch<strong>op</strong>. M<strong>en</strong> erk<strong>en</strong>de van de<br />

kant van de stadsraad, dat de prek<strong>en</strong> tot hed<strong>en</strong> met het volste recht war<strong>en</strong><br />

gehoud<strong>en</strong>. Ook moest<strong>en</strong> de Confessionist<strong>en</strong> belov<strong>en</strong> in Trier te zull<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>,<br />

totdat ze zich teg<strong>en</strong>over hun landsheer verantwoord hadd<strong>en</strong>. <strong>De</strong> burgemeester<br />

Steusz, de Evangelische schep<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong>raadsled<strong>en</strong> ondertek<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Maar to<strong>en</strong><br />

kwam <strong>op</strong> 8 Oktober uit Pfalzel weer e<strong>en</strong> nieuwe boodschap. <strong>De</strong> Evangelisch<strong>en</strong><br />

moest<strong>en</strong> 20.000 Thaler boete betal<strong>en</strong>, daarna. aanstonds Triers gebied verlat<strong>en</strong>,<br />

als ze weigerd<strong>en</strong> zou de keurvorst teg<strong>en</strong> h<strong>en</strong> het "Malefizrecht", d.i. het recht<br />

teg<strong>en</strong> misdadigers, door <strong>zij</strong>n wereldlijke di<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

Evangelisch<strong>en</strong> weigerd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zeid<strong>en</strong>, dit war<strong>en</strong> twee straff<strong>en</strong> tegelijk, beide zonder<br />

recht, in strijd met de religievrede van 1555.<br />

<strong>De</strong> aartsbissch<strong>op</strong> nam thans nog meer geweldmaatregel<strong>en</strong>. Hij liet ook de<br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>ste lag<strong>en</strong> van de burgerij wet<strong>en</strong>, dat <strong>zij</strong> dapper kond<strong>en</strong> et<strong>en</strong> <strong>en</strong> drink<strong>en</strong>,<br />

dat de "Lutheran<strong>en</strong>" alles moest<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>, <strong>om</strong>dat <strong>zij</strong> het vaderland hadd<strong>en</strong> will<strong>en</strong><br />

verrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo maakte hij ruwe schippers <strong>en</strong> kuipers di<strong>en</strong>stbaar aan <strong>zij</strong>n zaak. Ze<br />

zat<strong>en</strong> in de herberg<strong>en</strong>, verwekt<strong>en</strong> onrust <strong>en</strong> strooid<strong>en</strong> fabelachtige gerucht<strong>en</strong><br />

rond. Zelfs de loyale burgers werd<strong>en</strong> beangst voor de w<strong>en</strong>ding, die in de zak<strong>en</strong><br />

was <strong>op</strong>getred<strong>en</strong>. <strong>De</strong> onrust werd weer e<strong>en</strong> voorw<strong>en</strong>dsel <strong>om</strong> de Confessionist<strong>en</strong><br />

aan te klag<strong>en</strong> van rebellie. Zij war<strong>en</strong> de schuld van alles. <strong>De</strong> officiële aanklacht,<br />

12


die voor de keurvorst later werd ingedi<strong>en</strong>d, laat de intriges goed merk<strong>en</strong>!<br />

<strong>De</strong> Evangelisch<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> intuss<strong>en</strong> ook afgezant<strong>en</strong> gezond<strong>en</strong> naar het<br />

"Kamergericht " <strong>en</strong> naar bevri<strong>en</strong>de vorst<strong>en</strong>. Ze onthield<strong>en</strong> zich van de prediking tot<br />

<strong>deze</strong> weer terug war<strong>en</strong>. Ook Flinsbacli klaagde <strong>zij</strong>n nood naar Zweibruck<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

vroeg <strong>om</strong> de voorbede van de geme<strong>en</strong>te, ook <strong>om</strong> de verzorging van <strong>zij</strong>n vrouw <strong>en</strong><br />

kinder<strong>en</strong>, wanneer hij in <strong>deze</strong> troebel<strong>en</strong> ' t lev<strong>en</strong> zou verliez<strong>en</strong>. Eindelijk kreeg de<br />

keurvorst 11 Oktober ook zoveel vat <strong>op</strong> de "katholiek<strong>en</strong>", dat ze beslot<strong>en</strong> tot de<br />

gevang<strong>en</strong>neming van de leiders der Evangelisch<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Evangelische<br />

burgemeester kreeg huisarrest, de predikant<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere leidslied<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />

het raadhuis geroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> hier verder gevang<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Onder protest<br />

onderwierp m<strong>en</strong> zich. Buit<strong>en</strong> werd tumult gemaakt <strong>en</strong> eiste m<strong>en</strong> de inkerkering<br />

van de hoofd<strong>en</strong>. Om bloedvergiet<strong>en</strong> te voork<strong>om</strong><strong>en</strong>, liet<strong>en</strong> de Evangelisch<strong>en</strong> zich<br />

zonder recht <strong>en</strong> vonnis de boei<strong>en</strong> aando<strong>en</strong>. Wel ging<strong>en</strong> ze aanstonds in appel <strong>en</strong><br />

riep<strong>en</strong> de bescherming in van 't "Kamergericht" <strong>en</strong> d<strong>en</strong> keizer, tot handhaving van<br />

de recht<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrijhed<strong>en</strong> van Trier, <strong>en</strong> tot bescherming van hun eig<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, hun<br />

eer <strong>en</strong> hun goed.<br />

<strong>De</strong> "katholiek<strong>en</strong>" dacht<strong>en</strong> dat de keurvorst nu 't beleg wel zou <strong>op</strong>brek<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

deputatie van "katholiek<strong>en</strong>" <strong>en</strong> Evangelisch<strong>en</strong> begaf zich de volg<strong>en</strong>de dag naar<br />

Pfalzel, <strong>om</strong> mededeling te do<strong>en</strong> van de stand van zak<strong>en</strong> in Trier. M<strong>en</strong> wilde<br />

gaarne e<strong>en</strong> vreedzame <strong>en</strong> rechtvaardige <strong>op</strong>lossing tot stand br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

Evangelisch<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> beloofd zich aan e<strong>en</strong> rechtmatig onderzoek te zull<strong>en</strong><br />

onderwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun zak<strong>en</strong> in recht<strong>en</strong> te zull<strong>en</strong> verdedig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> d<strong>en</strong> keurvorst.<br />

<strong>De</strong> keurvorst antwoordde door 't Evangelische deel van de disputatie mete<strong>en</strong><br />

gevang<strong>en</strong> te zett<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> keurvorst toonde spoedig, dat hij ' t Evangelische deel van de stadsraad voor<br />

wettig afgezet beschouwde. Hij eiste, <strong>om</strong>dat ze de 20.000 Thaler weigerd<strong>en</strong> te<br />

betal<strong>en</strong>, veel str<strong>en</strong>ger hecht<strong>en</strong>is <strong>en</strong> <strong>op</strong>sluiting. Ook beweerde hij, dat hij gehoord<br />

had, dat de Evangelisch<strong>en</strong> de "katholiek<strong>en</strong> " allerlei ongemak bezorgd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ried<br />

daar<strong>om</strong> aan de poort<strong>en</strong> voor hem te <strong>op</strong><strong>en</strong><strong>en</strong>. Hij zou dan wel met <strong>zij</strong>n krijgsvolk<br />

de rust in de stad herstell<strong>en</strong>! Zware dreigem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beslot<strong>en</strong> dit schrijv<strong>en</strong> voor 't<br />

geval m<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n aanwijzing<strong>en</strong> niet <strong>op</strong>volgde, in 't andere geval zou m<strong>en</strong> de zeer<br />

g<strong>en</strong>adige <strong>en</strong> zeer vaderlijke wil van d<strong>en</strong> keurvorst <strong>op</strong>merk<strong>en</strong>! Steusz<br />

waarschuwde de "katholieke" led<strong>en</strong> van de raad. "<strong>De</strong> Evangelisch<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> 't niet<br />

goedkeur<strong>en</strong> als ze d<strong>en</strong> keurvorst met <strong>zij</strong>n krijgsvolk binn<strong>en</strong> liet<strong>en</strong>. Hier moest de<br />

ganse burgerij besliss<strong>en</strong>. Ook de raadsled<strong>en</strong>, die nu gevang<strong>en</strong> zat<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

keurvorst toonde zich toch meer <strong>en</strong> meer e<strong>en</strong> vijand van de stad <strong>en</strong> haar burgerij.<br />

<strong>De</strong> stad werd c<strong>om</strong>pleet belegerd! <strong>De</strong> geweld<strong>en</strong>arij<strong>en</strong>, die gepleegd war<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong><br />

nog e<strong>en</strong>s <strong>op</strong>ges<strong>om</strong>d. Kon e<strong>en</strong> gezwor<strong>en</strong> vijand erger <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>? <strong>De</strong> raad moest<br />

naar eed <strong>en</strong> plicht de keurvorst antwoord<strong>en</strong>, dat hij eerst <strong>zij</strong>n krijgsvolk moest<br />

afdank<strong>en</strong> <strong>en</strong> de stad weer herstell<strong>en</strong> in haar vrijhed<strong>en</strong>. Daarna zou hij binn<strong>en</strong><br />

mog<strong>en</strong> k<strong>om</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> in recht<strong>en</strong> met de Evangelisch<strong>en</strong> handel<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze laatst<strong>en</strong><br />

beloofd<strong>en</strong> zich voor hem ter beschikking te stell<strong>en</strong>.<br />

Liet de raad de keurvorst met <strong>zij</strong>n krijgsvolk zonder meer toe, dan handelde hij in<br />

strijd met eed <strong>en</strong> plicht <strong>en</strong> zou Trier de vrijhed<strong>en</strong> verliez<strong>en</strong>, waarvoor 't<br />

voorgeslacht gedur<strong>en</strong>de meer dan vier eeuw<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over de aartsbissch<strong>op</strong>p<strong>en</strong><br />

van Trier lijf, bloed, eer <strong>en</strong> goed <strong>op</strong> ' t spel gezet had. " <strong>De</strong>ze raad van Steusz<br />

werd echter niet <strong>op</strong>gevolgd.<br />

<strong>De</strong> katholiek<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> niet de moed <strong>om</strong> zo krachtig teg<strong>en</strong> d<strong>en</strong> keurvorst <strong>op</strong> te<br />

tred<strong>en</strong>. Daar<strong>om</strong> liet<strong>en</strong> <strong>zij</strong> het nu meer <strong>en</strong> meer de Confessionist<strong>en</strong> ontgeld<strong>en</strong>. Ze<br />

werd<strong>en</strong> str<strong>en</strong>ger behandeld. 't Et<strong>en</strong> mocht h<strong>en</strong> niet langer <strong>op</strong> het raadhuis word<strong>en</strong><br />

gebracht door 't Evangelische gezin van L<strong>en</strong>ninger. Ook Flinsbach mocht niet<br />

langer bij de L<strong>en</strong>ningers toev<strong>en</strong>, hij werd als gevang<strong>en</strong>e overgebracht naar de<br />

herberg "zum Stern".<br />

<strong>De</strong> insluiting van Trier bleef gehandhaafd. Nog meer krijgsvolk werd<br />

13


aangeworv<strong>en</strong>. Onderhandeld werd spoedig over de intocht van d<strong>en</strong> keurvorst <strong>en</strong><br />

<strong>zij</strong>n troep<strong>en</strong>. <strong>De</strong> raad capituleerde <strong>op</strong> tal van punt<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> kon de vrijhed<strong>en</strong> van Trier niet meer vasthoud<strong>en</strong>. Zo bepaalde de keurvorst<br />

dat hij ook van <strong>zij</strong>n mann<strong>en</strong> zou voeg<strong>en</strong> bij de bewakers van de mur<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

poort<strong>en</strong>. Steusz waarschuwde herhaaldelijk, wees er ook <strong>op</strong>, dat van de kant van<br />

de Confessionist<strong>en</strong> immers g<strong>en</strong>erlei geweld dreigde. Maar het baatte niet meer.<br />

<strong>De</strong> raad moest t<strong>en</strong>slotte naar het pijp<strong>en</strong> van de keurvorst dans<strong>en</strong> <strong>en</strong> tevor<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> stuk belov<strong>en</strong>, dat hij d<strong>en</strong> keurvorst <strong>op</strong> de onderdanigste wijze zou ontvang<strong>en</strong>,<br />

zoals het paste teg<strong>en</strong>over e<strong>en</strong> landsheer. Mondeling beloofde de keurvorst, dat<br />

<strong>zij</strong>n krijgsvolk niemand overlast zou bezorg<strong>en</strong>, maar to<strong>en</strong> de Evangelisch<strong>en</strong> liet<strong>en</strong><br />

vrag<strong>en</strong> of dit ook h<strong>en</strong> gold, kreg<strong>en</strong> ze ge<strong>en</strong> antwoord. <strong>De</strong> inkwartiering van de<br />

krijgslui kwam ook ter sprake. <strong>De</strong> keurvorst liet wet<strong>en</strong>, dat ze in de Simeons-<br />

Vlees- <strong>en</strong> Dietrichstraat moest<strong>en</strong> ingekwartierd word<strong>en</strong>. Ohr<strong>en</strong>, de Ro<strong>om</strong>se<br />

burgemeester, weigerde eerst. <strong>De</strong> keurvorst had toch beloofd, dat <strong>zij</strong>n soldat<strong>en</strong><br />

niemand overlast zoud<strong>en</strong> aando<strong>en</strong>! Maar to<strong>en</strong> slechts de led<strong>en</strong> van de raad <strong>en</strong> de<br />

schep<strong>en</strong><strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> verschoond blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> beloofd werd, dat de soldat<strong>en</strong> voedsel<br />

van het hof van d<strong>en</strong> keurvorst zoud<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>, bond m<strong>en</strong> weer in. <strong>De</strong> gild<strong>en</strong><br />

aanvaard<strong>en</strong> de inkwartiering <strong>op</strong> voorwaarde dat de last alle<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

Confessionist<strong>en</strong> zou word<strong>en</strong> gelegd. Zij hadd<strong>en</strong> toch al <strong>deze</strong> moeite veroorzaakt<br />

<strong>en</strong> war<strong>en</strong> in <strong>deze</strong> dag<strong>en</strong> ook vrij van "wachthoud<strong>en</strong> " . In <strong>deze</strong> dag<strong>en</strong> begon e<strong>en</strong><br />

deel der Ro<strong>om</strong>se burgerij ook aan de Confessionist<strong>en</strong> te arbeid<strong>en</strong> <strong>om</strong> ze tot de<br />

Ro<strong>om</strong>se kerk terug te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Enkele weifelaars capituleerd<strong>en</strong>.<br />

Niet-Trierse burgers, die Evangelisch blek<strong>en</strong> te <strong>zij</strong>n, werd<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> de stad<br />

verbann<strong>en</strong>. Op 26 Oktober deed de keurvorst <strong>zij</strong>n plechtige intocht, begeleid door<br />

200 ruiters, 600 man voetvolk <strong>en</strong> 50 geestelijke <strong>en</strong> wereldlijke Heer<strong>en</strong>. Zo trok hij<br />

naar <strong>zij</strong>n paleis. <strong>De</strong> eerste nacht werd<strong>en</strong> nog <strong>en</strong>kele katholieke burgers belast met<br />

inkwartiering, maar daarna rustte de ganse last <strong>op</strong> de Confessionist<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

moeder van <strong>Olevianus</strong>, die in de Vleesstraat woonde, kreeg 10 man voetvolk<br />

ingekwartierd !<br />

<strong>De</strong> keurvorst had d<strong>en</strong> paltsgraaf van Zweibruck<strong>en</strong> geantwoord <strong>op</strong> e<strong>en</strong> klacht t<strong>en</strong><br />

aanzi<strong>en</strong> van Flinsbach. "Alle<strong>en</strong> hij was te Trier landsvorst. Wolfgang had niet ' t<br />

recht <strong>om</strong> e<strong>en</strong> predikant naar Trier te z<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. ' t Evangelie werd te Trier al 1400<br />

jaar <strong>en</strong> niet 40 jaar zuiver verkondigd! Flinsbach zou de R.K. Kerk gesmaad<br />

hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> Trier als e<strong>en</strong> vrije rijksstad hebb<strong>en</strong> voorgesteld. Hij was dus ook e<strong>en</strong><br />

rebel <strong>en</strong> <strong>op</strong>roerkraaier! "<br />

<strong>De</strong> keurvorst zat intuss<strong>en</strong> wel wat met het geval Flinsbach. Eén van <strong>zij</strong>n<br />

raadslied<strong>en</strong> wees hem er<strong>op</strong>, dat m<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> predikant<strong>en</strong> moest vasthoud<strong>en</strong> in<br />

Trier, maar zo spoedig mogelijk moest uit-bann<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> Flinsbach dan ook<br />

beloofde Trier te will<strong>en</strong> verlat<strong>en</strong> <strong>en</strong> zich niet te zull<strong>en</strong> wrek<strong>en</strong> voor de moeite hem<br />

aangedaan, liet m<strong>en</strong> hem gaan. Hij kwam 2 November te Zweibruck<strong>en</strong> aan. 4 <strong>De</strong><br />

war<strong>en</strong> van de in beslag g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> schep<strong>en</strong>, voor zover van katholiek<strong>en</strong>, werd<strong>en</strong> nu<br />

weer vrijgegev<strong>en</strong>. <strong>De</strong> hecht<strong>en</strong>is van de gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> werd nog verzwaard. Eerst<br />

heeft m<strong>en</strong> nog geprobeerd <strong>om</strong> te bewijz<strong>en</strong>, dat <strong>Olevianus</strong> e<strong>en</strong> Calvinist was, <strong>om</strong><br />

hem <strong>en</strong> de <strong>zij</strong>n<strong>en</strong> deswege buit<strong>en</strong> elke godsdi<strong>en</strong>stvrede te kunn<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong>.<br />

Flinsbach had bij <strong>zij</strong>n ondervraging echter <strong>zij</strong>n collega zoveel hij kon beschermd.<br />

M<strong>en</strong> zocht to<strong>en</strong> in Caspars boek<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zag er maar van af! M<strong>en</strong> bleef bij <strong>zij</strong>n<br />

4 Flinsbach was gebor<strong>en</strong> te Bergzabern in de Palts, studeerde te Straatsburg <strong>en</strong> Witt<strong>en</strong>berg. Was<br />

bevri<strong>en</strong>d met Melanchthon. Was in di<strong>en</strong>st van Wolfgang van Zweibruck<strong>en</strong> met zeg<strong>en</strong> werkzaam.<br />

Doordat hij Melanchthoniaans gezind was kon hij in vrede sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met <strong>Olevianus</strong>.<br />

Later werd hij het offer van het Ro<strong>om</strong>se fanatisme. Terugker<strong>en</strong>d van e<strong>en</strong> visitatie in het graafschap<br />

Sponheim, overnachtte hij in e<strong>en</strong> Triers dorp. <strong>De</strong> wag<strong>en</strong> brak n.l. <strong>en</strong> hij moest 's nachts onderdak<br />

zoek<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> Ro<strong>om</strong>s geestelijke. <strong>De</strong>ze herk<strong>en</strong>de hem <strong>en</strong> vergiftigde hem. Flinsbach kon nauwelijks<br />

Zweibruck<strong>en</strong> bereik<strong>en</strong>, waar hij d<strong>en</strong>zelfd<strong>en</strong> dag van <strong>zij</strong>n aank<strong>om</strong>st nog stierf. 11 September 1576. Zie<br />

voor <strong>zij</strong>n grafschrift Sudhoff, a.w. blz. 37, noot.<br />

14


voornem<strong>en</strong>: de Confessionist<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> schuldig bevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aan rebellie.<br />

Maar ondervraging van de gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> leverde niets <strong>op</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte werd de aanklacht breed <strong>op</strong>gezet. M<strong>en</strong> noemde <strong>op</strong>stand, rebellie,<br />

vredebreuk. Het stuk van de keurvorst telde niet minder dan 100 artikel<strong>en</strong>. In 1-5<br />

werd ' t bestaan van het bisd<strong>om</strong> Trier bewez<strong>en</strong>, in 6-9 de aartsbissch<strong>op</strong> zou steeds<br />

als hoge overheid erk<strong>en</strong>d <strong>zij</strong>n <strong>en</strong> steeds het recht gehad hebb<strong>en</strong> <strong>om</strong> de<br />

predikant<strong>en</strong> in de stad aan te stell<strong>en</strong>, in art. 10-99 werd<strong>en</strong> de z.g overtreding<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong>ges<strong>om</strong>d <strong>en</strong> in art. 100 werd met nadruk verzekerd, dat al <strong>deze</strong> ding<strong>en</strong> notoir,<br />

waar <strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong>baar war<strong>en</strong>, de beklaagd<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> verkeerd gehandeld, straff<strong>en</strong><br />

verdi<strong>en</strong>d, moest<strong>en</strong> crimineel onderzocht word<strong>en</strong>, de kost<strong>en</strong> drag<strong>en</strong> <strong>en</strong> aan lijf;<br />

lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed gestraft word<strong>en</strong>. <strong>De</strong> aangeklaagd<strong>en</strong> war<strong>en</strong> o.a. burgemeester<br />

Steusz, de 3 evangelische schep<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal led<strong>en</strong> van de raad. Ook<br />

<strong>Olevianus</strong>, P. Montag, de gerechtsdi<strong>en</strong>aar van de raad, <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele ander<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> aanklacht kwam hier<strong>op</strong> neer: de aangeklaagd<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> de Augsburgse<br />

Confessie aang<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> moest<strong>en</strong> dààr<strong>om</strong> mete<strong>en</strong> Trier verlat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, maar<br />

ze war<strong>en</strong> geblev<strong>en</strong> <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schismatiek leraar, C. <strong>Olevianus</strong>, aangesteld,<br />

hem lat<strong>en</strong> predik<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het verbod van de rector der universiteit <strong>en</strong> van de<br />

raad, eerst in de Bursa, later in de St. Jakobskerk. Ook to<strong>en</strong> de aartsbissch<strong>op</strong> dit<br />

verbood had m<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> gestijfd in <strong>zij</strong>n verzet. M<strong>en</strong> had conspiraties <strong>en</strong><br />

verbint<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> gemaakt <strong>om</strong> goed <strong>en</strong> bloed voor de Confessie in te zett<strong>en</strong>.<br />

Hiermee had m<strong>en</strong> landvredebreuk begaan <strong>en</strong> de Evangelische schep<strong>en</strong><strong>en</strong> war<strong>en</strong>,<br />

weg<strong>en</strong>s hun eed aan de keurvorst, schuldig geword<strong>en</strong> aan majesteitssch<strong>en</strong>nis.<br />

M<strong>en</strong> had de keurvorst grof beledigd door bij <strong>zij</strong>n eerste intocht <strong>zij</strong>n prediker Fae<br />

van de kansel te wer<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> had <strong>Olevianus</strong> met wap<strong>en</strong><strong>en</strong> gesteund. M<strong>en</strong> had e<strong>en</strong><br />

vreemde prediker in de stad gehaald. M<strong>en</strong> had lasterlijke geschrift<strong>en</strong> aangeslag<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de katholieke bevolking gedwong<strong>en</strong> zich te bewap<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Johan Steusz had de burgers geleerd, dat Trier e<strong>en</strong> vrije rijksstad was, <strong>en</strong> ze tot<br />

rebellie aangezet, had ook de keurvorst bij de rijks-stand<strong>en</strong> aangeklaagd <strong>en</strong> zich<br />

tot het Kamergericht gew<strong>en</strong>d. Door dit alles war<strong>en</strong> de dagelijks to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />

kost<strong>en</strong> veroorzaakt, hiervoor had de keurvorst ge<strong>en</strong> oorzaak gegev<strong>en</strong>, daar hij<br />

niemand wederrechtelijk bezwaard had.<br />

Ook de katholieke raad liet na de gerichtsdag (15 November) nog e<strong>en</strong> "Klaglibell"<br />

<strong>op</strong>stell<strong>en</strong>, stelde e<strong>en</strong> eis tot schadevergoeding <strong>en</strong> verbanning van de z.g.<br />

schuldig<strong>en</strong>. <strong>De</strong> keurvorst probeerde eerst nog vóór het rechtsgeding de<br />

Confessionist<strong>en</strong> te beweg<strong>en</strong> tot het betal<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> boete <strong>en</strong> de belofte <strong>om</strong> Trier<br />

te verlat<strong>en</strong>. Hij zei zelfs, dat er over ' t bedrag der boete viel te prat<strong>en</strong>. Maar de<br />

Evangelisch<strong>en</strong> weigerd<strong>en</strong> schuld te erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. 't Was voor h<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kwestie<br />

van vrijheid van godsdi<strong>en</strong>st geweest, zeid<strong>en</strong> ze <strong>en</strong> <strong>zij</strong> wild<strong>en</strong> alle<strong>en</strong><br />

noodgedwong<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> d<strong>en</strong> keurvorst proceder<strong>en</strong>, tot redding van lijf; eer <strong>en</strong><br />

goed. Zo ging de "peinliche Klage " dus door <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de Evangelisch<strong>en</strong> 15<br />

November officieel voor ' t gericht geleid <strong>op</strong> het raadhuis. Ze protesteerd<strong>en</strong> teg<strong>en</strong><br />

het Klaglibell van de keurvorst, verzocht<strong>en</strong> afschrift der akt<strong>en</strong> <strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

advocaat toegewez<strong>en</strong> in Dr Gremp van Straatsburg. <strong>De</strong> zaak zou 24 November<br />

weer di<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Vóór het zover kwam hadd<strong>en</strong> echter de Protestantse vorst<strong>en</strong> vergaderd <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

groot gezantschap naar d<strong>en</strong> keurvorst gezond<strong>en</strong>. Dit maakte indruk. Tal van<br />

briefwisseling<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderhandeling<strong>en</strong> war<strong>en</strong> hieraan voorafgegaan. Herhaaldelijk<br />

war<strong>en</strong> vorst<strong>en</strong> als Wolfgang von Zweibruck<strong>en</strong> <strong>en</strong> Frederik III van de Palts reeds<br />

t<strong>en</strong> gunste van de gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong>getred<strong>en</strong>. Eerst echter zonder resultaat. <strong>De</strong><br />

keurvorst bleef erbij : <strong>zij</strong> hadd<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> hem gerebelleerd. Maar Frederik III hield<br />

aan. Hij organiseerde t<strong>en</strong>slotte <strong>op</strong> 19 November te Worms e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>k<strong>om</strong>st van<br />

afgezant<strong>en</strong> van Protestantse vorst<strong>en</strong>, n.l. van paltsgraaf Georg von Birk<strong>en</strong>feld,<br />

paltsgraaf Wolfgang von Zweibruck<strong>en</strong>, Hertog Christoffel van Wurtemberg,<br />

Landgraaf Philip van Hess<strong>en</strong>, Markgraaf Karel von Bad<strong>en</strong>-Durlach. Graaf Val<strong>en</strong>tin<br />

van Erbach, e<strong>en</strong> raadsheer van Frederik III presideerde, de akt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

15


estudeerd, de zak<strong>en</strong> van alle kant<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> doorgepraat. M<strong>en</strong> vormde e<strong>en</strong><br />

gezantschap van 33 led<strong>en</strong>, waarvan er 26 te Trier aankwam<strong>en</strong> <strong>op</strong> 27 November,<br />

d<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dag nog 7.<br />

Nu begonn<strong>en</strong> de ingewikkelde <strong>en</strong> zware verhandeling<strong>en</strong>. Er was ge<strong>en</strong> sprake van,<br />

dat de aartsbissch<strong>op</strong> de gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> kon vrijlat<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun e<strong>en</strong> kerk kon afstaan,<br />

dat kon niet vanwege de pauselijke heiligheid <strong>en</strong> de keizerlijke majesteit. Het ging<br />

niet over de religie!!! 't ging over rebellie! Het Klaglibell wees dit toch duidelijk<br />

aan! Maar de keurvorst-aartsbissch<strong>op</strong> wilde g<strong>en</strong>adig <strong>zij</strong>n. Hij zou de gevang<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

ontslaan als ze de kost<strong>en</strong> betaald<strong>en</strong> <strong>en</strong> emigrer<strong>en</strong> wild<strong>en</strong>. Van de kant van de<br />

protestantse vorst<strong>en</strong> werd <strong>op</strong>gemerkt, dat het klaaglibel juist duidelijk aanwees,<br />

dat het wèl <strong>om</strong> de religie ging. <strong>De</strong> keurvorst had ook aangebod<strong>en</strong> alles te lat<strong>en</strong><br />

zitt<strong>en</strong>, mits m<strong>en</strong> maar de Augsburgse Confessie afzwoer. <strong>De</strong> af g ezant<strong>en</strong> sprak<strong>en</strong><br />

ook met de gevang<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ze wild<strong>en</strong> wel emigrer<strong>en</strong>, maar ge<strong>en</strong> kost<strong>en</strong> betal<strong>en</strong>,<br />

want ze war<strong>en</strong> niet schuldig ! <strong>De</strong> aartsbissch<strong>op</strong> bleef staan <strong>op</strong> z'n eis, dat m<strong>en</strong><br />

althans <strong>en</strong>ige onkost<strong>en</strong> zou betal<strong>en</strong>, anders zou hij de schijn <strong>op</strong> zich lad<strong>en</strong>, dat <strong>zij</strong><br />

<strong>om</strong> de religie werd<strong>en</strong> verbann<strong>en</strong>!!! Zo kwam m<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte overe<strong>en</strong>, dat e<strong>en</strong><br />

z.g.n. Urfehde 5 zou word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gesteld <strong>en</strong> over de grootte van 't<br />

vergoedingsbedrag nog kon gesprok<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Eén van de raadsHeer<strong>en</strong> van de<br />

keurvorst-aartshertog Johan van de Ley<strong>en</strong>, n.l. Büchel, wees <strong>deze</strong> dag<strong>en</strong> in de<br />

keurvorstelijke raad er<strong>op</strong>, dat de gemaakte onkost<strong>en</strong> wei hoog war<strong>en</strong>, maar niet<br />

tè hoog gezi<strong>en</strong> het bereikte resultaat, n.1. de erk<strong>en</strong>ning van de <strong>op</strong>perhoogheid<br />

van d<strong>en</strong> aartsbissch<strong>op</strong> in de stad Trier <strong>en</strong> de ongedaanmaking van de voorg<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong><br />

vernieuwing der religie !<br />

<strong>De</strong> onkost<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> <strong>op</strong> f 3000.- gesteld. In de Urfehde werd<strong>en</strong> nog <strong>en</strong>kele voor<br />

de verbann<strong>en</strong><strong>en</strong> gunstiger bepaling<strong>en</strong> <strong>op</strong>g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte is <strong>deze</strong> door all<strong>en</strong><br />

getek<strong>en</strong>d. Alle<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> weigerde. Voor hem werd to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nog mildere<br />

Urfehde <strong>op</strong>gesteld. Hij behoefde ook g<strong>en</strong>erlei onkost<strong>en</strong> te betal<strong>en</strong>. <strong>Olevianus</strong><br />

sprak nog bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> bij het voorlez<strong>en</strong> van de Urfehde driemaal e<strong>en</strong> protest uit,<br />

waarbij hij verzekerde niets gepredikt te hebb<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> Gods Woord <strong>en</strong> de<br />

Augsburgse Confessie <strong>en</strong> niets gedaan te hebb<strong>en</strong>, dat strafwaardig was.<br />

Hiermee was de zaak voor de leiders der Confessionist<strong>en</strong> t<strong>en</strong> einde. Ze vertrokk<strong>en</strong><br />

spoedig naar Veld<strong>en</strong>z (Zweibruck<strong>en</strong>). 6 <strong>Olevianus</strong> ging met graaf van Erbach mee<br />

naar Heidelberg. Hij had zich in <strong>deze</strong> strijd e<strong>en</strong> man getoond met e<strong>en</strong> scherp <strong>en</strong><br />

vast karakter. Onbuigzaam als het <strong>om</strong> de waarheid ging. E<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> kerkreformator.<br />

Hij zou <strong>zij</strong>n gav<strong>en</strong> verder in de Rijnpalts <strong>en</strong> later in het gebied van de<br />

Lahn nog schitter<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> ontplooi<strong>en</strong>. <strong>De</strong> strijd <strong>en</strong> de teleurstelling<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />

hem alle<strong>en</strong> gestaald, maar niet overwonn<strong>en</strong>!<br />

Tragisch is het lot der overgeblev<strong>en</strong> Confessionist<strong>en</strong> te Trier geweest. <strong>De</strong><br />

aartsbissch<strong>op</strong> had alle<strong>en</strong> will<strong>en</strong> belov<strong>en</strong>, hij zou de rest niet zwaarder straff<strong>en</strong> dan<br />

de leiders. Maar met allerlei middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> list<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bewerkt <strong>om</strong> ze<br />

maar afvallig te mak<strong>en</strong> van hun geloof. Merkwaardig is wat Julius Ney meedeelt<br />

uit de beraadslaging<strong>en</strong> van de keurvorstelijke raad. Winn<strong>en</strong>burg b.v. zei: m<strong>en</strong><br />

moeht de zaak met de Confessionist<strong>en</strong> tracter<strong>en</strong> zoals m<strong>en</strong> wilde, de ander<strong>en</strong><br />

zoud<strong>en</strong> het toch zó uitlegg<strong>en</strong>, dat het alles terwille van de religie gebeurde. En<br />

e<strong>en</strong> ander raadsman van de aartsbissch<strong>op</strong>, Lat<strong>om</strong>us, ried aan <strong>om</strong> over de<br />

Evangelische bevolking te schrijv<strong>en</strong> aan d<strong>en</strong> keizer, aan Brabant <strong>en</strong> Lotharing<strong>en</strong>.<br />

"Als m<strong>en</strong> <strong>deze</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> niet zou wegstur<strong>en</strong> uit Trier, zou de gehele stad <strong>en</strong> het<br />

sticht Luthers word<strong>en</strong>!"<br />

Na ' t vertrek der gezant<strong>en</strong> van de Protestantse vorst<strong>en</strong> wek<strong>en</strong> tal van burgers uit,<br />

<strong>om</strong>dat ze herhaaldelijk werd<strong>en</strong> bedreigd <strong>en</strong> <strong>om</strong>dat de aanhangers van de<br />

5 Urfehde is e<strong>en</strong> oud-germaans woord. 't Duidt eig<strong>en</strong>lijk aan de eed die e<strong>en</strong> verbann<strong>en</strong>e aflegt, waarbij<br />

hij belooft ge<strong>en</strong> wraak te zull<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> voortaan buit<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n vaderland te zull<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>.<br />

6 Julius Ney verhaalt hoe het met ieder verder gegaan is. Enkel<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n later teruggekeerd tot de Ro<strong>om</strong>se<br />

Kerk <strong>en</strong> weer in Trier gaan won<strong>en</strong>. Zie a.w. deel II, pag. 53 v.v.<br />

16


Augsburgse Confessie gebod<strong>en</strong> werd óf terug te ker<strong>en</strong> tot de Ro<strong>om</strong>se Kerk (Sf<br />

binn<strong>en</strong> 14 dag<strong>en</strong> de stad te verlat<strong>en</strong>.<br />

Zo vertrokk<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de wisseling van het jaar <strong>De</strong>cember 1559/Januari 1560 46<br />

burgers uit alle gild<strong>en</strong>, onder wie L<strong>en</strong>ninger <strong>en</strong> familie-led<strong>en</strong> van Steusz. Ander<strong>en</strong><br />

bog<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> weer Ro<strong>om</strong>s. Zo 47 burgers <strong>op</strong> 4 Januari 1560. Later volgd<strong>en</strong><br />

nog meer burgers dit voorbeeld. Maar 9 Januari d.a.v. werd<strong>en</strong> weer 62 person<strong>en</strong><br />

ver-bann<strong>en</strong> uit 9 verschill<strong>en</strong>de gild<strong>en</strong>. Eind januari wek<strong>en</strong> weer 30 burgers uit,<br />

onder wie Dr. Frederik <strong>Olevianus</strong>, e<strong>en</strong> broer van Caspar.<br />

<strong>De</strong> meeste balling<strong>en</strong> vestigd<strong>en</strong> zich langs de Moezel <strong>en</strong> in de <strong>om</strong>geving. Ander<strong>en</strong><br />

trokk<strong>en</strong> verder<strong>op</strong> naar Lutherse land<strong>en</strong>. <strong>De</strong> uitbanning betek<strong>en</strong>de voor de stad<br />

Trier e<strong>en</strong> gevoelig verlies. Het war<strong>en</strong> niet de minst<strong>en</strong>, die hun geloof getrouw<br />

blev<strong>en</strong>. Nijvere, bekwame, karaktervaste burgers ging<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong> voor de grijze<br />

bissch<strong>op</strong>sstad.<br />

Hier heerste nu de reactie. <strong>De</strong> stad werd "gezuiverd" van alle niet-Ro<strong>om</strong>se<br />

elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, maar ondervond ook e<strong>en</strong> ernstige terugslag. <strong>De</strong> Jezuiet<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> te<br />

hulp geroep<strong>en</strong>. Zij voedd<strong>en</strong> Trier <strong>op</strong> tot e<strong>en</strong> str<strong>en</strong>g katholieke stad. 1584 werd<strong>en</strong><br />

de laatste Protestant<strong>en</strong> verdrev<strong>en</strong>. Twee eeuw<strong>en</strong> lang woond<strong>en</strong> er to<strong>en</strong> alle<strong>en</strong><br />

Ro<strong>om</strong>s<strong>en</strong>! Na de Franse revolutie kwam er eerst e<strong>en</strong> radicale wijziging. Trier<br />

kwam aan Pruis<strong>en</strong>. Er ontstond to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bloei<strong>en</strong>de Protestantse Kerk, die in de<br />

oude Basilika vergaderde.<br />

Als Gereformeerd<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> wij met droefheid in ons hart van de uitk<strong>om</strong>st van het<br />

reformatorisch werk van <strong>Olevianus</strong> te Trier. <strong>De</strong> geschied<strong>en</strong>is maakt hier <strong>op</strong> ons<br />

sterk de indruk, als er volledige godsdi<strong>en</strong>stvrijheid te Trier geweest was, zou de<br />

stad grot<strong>en</strong>deels voor de reformatie gewonn<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n. Er <strong>zij</strong>n uiting<strong>en</strong> van Ro<strong>om</strong>s<strong>en</strong><br />

uit die dag<strong>en</strong>, die ook in <strong>deze</strong> richting wijz<strong>en</strong>. <strong>De</strong> invloed van <strong>Olevianus</strong> was korte<br />

tijd heel groot.<br />

Wij <strong>zij</strong>n ook g<strong>en</strong>eigd <strong>om</strong> <strong>op</strong> het punt van de tolerantie in godsdi<strong>en</strong>stig <strong>op</strong>zicht<br />

onze tijd over 't algeme<strong>en</strong> ver bov<strong>en</strong> de 16e <strong>en</strong> 17e eeuw te stell<strong>en</strong>. Er is bij<br />

R<strong>om</strong>e wel iets t<strong>en</strong> goede veranderd. Vel<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> ook daar b.v. de inquisitie niet<br />

terug verlang<strong>en</strong>. Maar wil R<strong>om</strong>e de godsdi<strong>en</strong>stvrijheid? In Spanje, in Columbia <strong>en</strong><br />

in land<strong>en</strong> waar het de overmacht heeft? Wij kunn<strong>en</strong> ons thans niet meer<br />

voorstell<strong>en</strong>, dat iemand niet ofoud<strong>en</strong> mag "Ro<strong>om</strong>s " te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo hij dit doet<br />

gestraft wordt of het land moet verlat<strong>en</strong>. Toch gold dit in Trier als "recht " .<br />

M<strong>en</strong> kan dit alle<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins verstaan teg<strong>en</strong> de achtergrond van de Ro<strong>om</strong>s-<br />

Katholieke leer <strong>en</strong> 't Middeleeuwse recht.<br />

<strong>De</strong> aartsbissch<strong>op</strong> van Trier had in zeker<strong>en</strong> zin het "recht" aan <strong>zij</strong>n <strong>zij</strong>de. Hij mocht<br />

alle<strong>en</strong> predikant<strong>en</strong> in Trier aanstell<strong>en</strong>! Maar was dit e<strong>en</strong> goed recht?<br />

En het <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van <strong>Olevianus</strong>? Hij begon als leraar <strong>en</strong> ging daarna prek<strong>en</strong>! Op<br />

wi<strong>en</strong>s gezag? Hij kon zich alle<strong>en</strong> beroep<strong>en</strong> <strong>op</strong> de profet<strong>en</strong>, die ook rechtstreeks<br />

door God geroep<strong>en</strong> war<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> geïnstitueerde Gereformeerde Kerk was er te Trier<br />

nog niet. Hij was niet wettig beroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevestigd.<br />

Na de Reformatie is tamelijk algeme<strong>en</strong> toegepast het recht van het z.g. Cujus<br />

regio eius religio ! Zowel door Protestant<strong>en</strong> als Ro<strong>om</strong>s-Katholiek<strong>en</strong>. D.w.z. dat de<br />

vorst besliste welke religie <strong>zij</strong>n volk zou uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Maar zowel Protestant<strong>en</strong> als<br />

Ro<strong>om</strong>s<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zich vergist, als ze vorst<strong>en</strong> prez<strong>en</strong>, die naar hun zin de<br />

godsdi<strong>en</strong>st regeld<strong>en</strong>. Als Gereformeerd<strong>en</strong> juich<strong>en</strong> wij het werk van Frederik III<br />

van de Palts toe. Ook de restauratie in 1583 doet ons g<strong>en</strong>oeg<strong>en</strong>. Maar de<br />

Luthers<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> wel het <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van Lodewijk VI in 1576, bij de dood van<br />

Frederik III, prijz<strong>en</strong>. En de Ro<strong>om</strong>s<strong>en</strong> juich<strong>en</strong> aartsbissch<strong>op</strong> Jan van der Ley<strong>en</strong> toe<br />

<strong>om</strong> de "slimme" manier, waardoor hij Trier behoud<strong>en</strong> heeft voor de Ro<strong>om</strong>se stoel<br />

<strong>en</strong> later juicht<strong>en</strong> <strong>zij</strong> het <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van Ro<strong>om</strong>se vorst<strong>en</strong> toe, die s<strong>om</strong>s met<br />

gewelddadige middel<strong>en</strong> de Contra-reformatie doorzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Protestantisme in<br />

hun land uitroeid<strong>en</strong>. Het is wel e<strong>en</strong>s goed <strong>om</strong> de geschied<strong>en</strong>is zelf uit <strong>deze</strong> dag<strong>en</strong><br />

te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> te overd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>. Zij roept heel wat vrag<strong>en</strong> <strong>op</strong>.<br />

17


Dit neemt niet weg, dat wij met dank aan God, de held<strong>en</strong>moed <strong>en</strong> zelf<strong>op</strong>offering<br />

van zovele Gereformeerd<strong>en</strong> uit de 16e eeuw gadeslaan <strong>en</strong> ook h<strong>en</strong> dankbaar<br />

ged<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, die de "beroving hunner goeder<strong>en</strong>" gelat<strong>en</strong> aanvaard hebb<strong>en</strong>, <strong>om</strong> hun<br />

geloof te behoud<strong>en</strong>. Zij <strong>zij</strong>n ons nog steeds tot licht<strong>en</strong>de voorbeeld<strong>en</strong>. Hun<br />

volharding, trouw, zelfverlooch<strong>en</strong><strong>en</strong>de liefde <strong>en</strong> ijver zi<strong>en</strong> wij als schitter<strong>en</strong>de<br />

deugd<strong>en</strong> van hun kinderlijk, standvastig geloof. 7<br />

5. Naar Heidelberg<br />

Ook Wolfgang von Zweibriick<strong>en</strong> had <strong>Olevianus</strong> gaarne aan <strong>zij</strong>n kerk will<strong>en</strong><br />

verbind<strong>en</strong>, maar de moedige, ijverige <strong>en</strong> vurige Caspar was reeds te zeer<br />

gebond<strong>en</strong> aan keurvorst Frederik III van de Palts. Vroeger was Caspar bevri<strong>en</strong>d<br />

geweest met <strong>zij</strong>n zoon Herman Lodewijk, die bij Bourges was verdronk<strong>en</strong>. Thans<br />

had hij <strong>zij</strong>n be-vrijding uit de kerker te Trier in hoofdzaak aan Frederik III te<br />

dank<strong>en</strong>. 8<br />

<strong>De</strong> keurvorst was met volle overtuiging de reformatie toegedaan reeds vóór hij<br />

keurvorst werd. Otto Heinrich was 12 Februari 1559 gestorv<strong>en</strong>. <strong>De</strong>ze was eerst<br />

Luthers geweest <strong>en</strong> gaf dan ook e<strong>en</strong> Lutherse Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing aan de Palts (de<br />

Neuburgse). <strong>De</strong> Luthers<strong>en</strong> maakt<strong>en</strong> echter nà 1530, to<strong>en</strong> de Augsburgse<br />

Confessie werd <strong>op</strong>gesteld <strong>en</strong> overhandigd <strong>op</strong> de rijksdag, e<strong>en</strong> ontwikkeling door.<br />

Melanchthon was eerst nogal anti-Gereformeerd geweest, gekeerd teg<strong>en</strong> de<br />

Zwinglian<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun avondmaalsbeschouwing. Maar hij veranderde van inzicht<br />

door ' t lez<strong>en</strong> van de Gereformeerde verdedigingsgeschrift<strong>en</strong>. Hij nam to<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

bemiddel<strong>en</strong>d standpunt in, dat o.a. uitkwam in de wijziging, die hij aanbracht in<br />

art. 10 van de Augsburgse Confessie. <strong>De</strong>ze gewijzigde editie (1540) noemt m<strong>en</strong>:<br />

Augustana variata. 9 Ook vele Luthers<strong>en</strong> zw<strong>en</strong>kt<strong>en</strong> met Melanchthon. Zo werd ook<br />

keurvorst Otto Heinrich veel meer bemiddel<strong>en</strong>d. Zijn tweede kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing<br />

draagt hiervan 't stempel.<br />

In de Neuburgse Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing had o.a. gestaan, t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de viering<br />

van het Avondmaal: "Dat de ongelovig<strong>en</strong> het lichaam van Christus door de mond<br />

in hun lichaam ontvang<strong>en</strong> " . In de Paltsische kerk<strong>en</strong>-ord<strong>en</strong>ing van 1556 liet Otto<br />

Heinrich ev<strong>en</strong>wel <strong>op</strong>nem<strong>en</strong>, dat Christus betuigt, Hij wil waarachtig <strong>en</strong> wez<strong>en</strong>lijk<br />

bij ons <strong>en</strong> in ons <strong>zij</strong>n, <strong>en</strong> wil in de bekeerd<strong>en</strong> won<strong>en</strong>, hun Zijn goeder<strong>en</strong> meedel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> in h<strong>en</strong> krachtig <strong>zij</strong>n.<br />

Otto Heinrich was steeds welwill<strong>en</strong>der teg<strong>en</strong>over de Gereformeerd<strong>en</strong> k<strong>om</strong><strong>en</strong> te<br />

7 Zie voor het vraagstuk van tolerantie in de godsdi<strong>en</strong>st o.a. Unité Chréti<strong>en</strong>ne et tolérance religieuse.<br />

Dialogues, pasteur J Cadier, Mgr Chevrot, Abbé Couturier, pasteur J. <strong>De</strong>lpech, Réné Fédou, Jean<br />

Guitton, André Latreille, Gabriel Marcel, Mgr Metzger, R.P.M. Pribilla, pasteur Thurian Parijs, 1950.<br />

Hierin staat ook e<strong>en</strong> <strong>op</strong>stel over de Barthol<strong>om</strong>éusnacht, over de Protestantse kwestie in Spanje, de<br />

godsdi<strong>en</strong>stige onverdraagzaamheid onder 1' Anci<strong>en</strong> Régime. Het edict van Nantes <strong>en</strong> de herroeping<br />

ervan word<strong>en</strong> bezi<strong>en</strong> <strong>en</strong>z.<br />

8 Frederik III was de zoon van paltsgraaf Johannes, <strong>en</strong> werd 14 Februari 1515 <strong>op</strong> de Hunsrick in het<br />

stadje Simmern gebor<strong>en</strong>. Eerst toefde hij aan de hov<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> kardinaal van Lotharing<strong>en</strong> te Metz, van<br />

d<strong>en</strong> bissch<strong>op</strong> van Luik <strong>en</strong> van keizer Karel V. Leerde de wereld k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in vrede <strong>en</strong> in oorlog, werd <strong>op</strong><br />

later<strong>en</strong> leeftijd voor de reformatie gewonn<strong>en</strong>. Werd in 1557 paltsgraaf van Simmern <strong>en</strong> volgde in 1559<br />

Otto Heinrich <strong>op</strong> in de Rijnpalts, to<strong>en</strong> met <strong>deze</strong> e<strong>en</strong> tak van het stamhuis uitstierf.<br />

9 In de Augsburgse Confessie, art. 10, stond aanvankelijk te lez<strong>en</strong>: "Zij ler<strong>en</strong> van het Avondmaal des<br />

Heer<strong>en</strong>, dat het lichaam <strong>en</strong> het bloed van Christus, in der waarheid aanwezig <strong>zij</strong>n <strong>en</strong> uitgedeeld word<strong>en</strong><br />

aan die deelnem<strong>en</strong> aan het Avondmaal des Heer<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>zij</strong> verwerp<strong>en</strong> die anders ler<strong>en</strong>". (Augustana<br />

invariata 1530.)<br />

<strong>De</strong> tekst van 1540 (Augustana variata) luidde <strong>op</strong> dit punt echter: "Dat met brood <strong>en</strong> wijn in der<br />

waarheid uitgereikt word<strong>en</strong> het lichaam <strong>en</strong> bloed van Christus voor die deelnem<strong>en</strong> aan het Avondmaal<br />

des Heer<strong>en</strong>". Tekst van Invariata (1530) <strong>en</strong> Variata (1540) te vind<strong>en</strong> bij Dr. M.A. Goosz<strong>en</strong> <strong>De</strong><br />

Heidelbergsche Catechismus <strong>en</strong> het boekje van de breking des broods, in het jaar 1563-64 bestred<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verdedigd 1892. Blz. 181 noot.<br />

18


staan. Hij stelde b.v. tal van leraars aan, die de Zwitserse <strong>op</strong>vatting van het H.<br />

Avondmaal war<strong>en</strong> toegedaan <strong>en</strong> hun <strong>op</strong>vatting vond<strong>en</strong> uitgedrukt in de<br />

Cons<strong>en</strong>sus Tigurinus (Overe<strong>en</strong>-stemming van Zurich), waarin Calvijn <strong>en</strong> Bullinger,<br />

G<strong>en</strong>ève <strong>en</strong> Zirich elkaar hadd<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> (1549). 10<br />

Johannes Laskt' (wi<strong>en</strong>s naam ook wel: à Lasco wordt geschrev<strong>en</strong>), de man van de<br />

Gereformeerde Nederlandse vluchteling<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in Oostfriesland <strong>en</strong> Lond<strong>en</strong>,<br />

g<strong>en</strong>oot het bijzonder vertrouw<strong>en</strong> van Otto Heinrich. Mann<strong>en</strong> als Diller;<br />

hofprediker, Erastus, geheim-schrijver <strong>en</strong> lijfarts, Probus <strong>en</strong> Ehem, kanseliers,<br />

sympathiseerd<strong>en</strong> duidelijk met de Zwitserse reformator<strong>en</strong> <strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> ook onder<br />

Frederik III nog e<strong>en</strong> grote rol spel<strong>en</strong>. In de Palts was m<strong>en</strong> dus reeds bezig van de<br />

Philippist<strong>en</strong> (Melanchthonian<strong>en</strong>) over te gaan naar de Gereformeerde vleugel van<br />

de Reformatie. Petrus Boquinus, e<strong>en</strong> Hug<strong>en</strong>oot, werd in 1557 professor in de<br />

theologie te Heidelberg. Peter van Keul<strong>en</strong>, (Pierre de Cologne) afk<strong>om</strong>stig uit G<strong>en</strong>t,<br />

kreeg te Heidelberg e<strong>en</strong> predikantsplaats, to<strong>en</strong> hij uit Metz moest vlucht<strong>en</strong>. Frans<br />

Hotman <strong>en</strong> Jakob Stur<strong>en</strong>, beslist Gereformeerde mann<strong>en</strong>, kwam<strong>en</strong> in Maart 1559<br />

te Heidelberg. Hotman schreef aan Bullinger in <strong>deze</strong> tijd, dus to<strong>en</strong> Frederik III pas<br />

keurvorst geword<strong>en</strong> was, over de schone perspectiev<strong>en</strong> voor de Gereformeerd<strong>en</strong><br />

in de Palts. Calvijn, Beza <strong>en</strong> Farel war<strong>en</strong> van de meest blijde verwachting<strong>en</strong><br />

vervuld. Zij zoud<strong>en</strong> niet teleurgesteld word<strong>en</strong>.<br />

Toch roerd<strong>en</strong> ook de felle Lutheran<strong>en</strong> zich. Zij hadd<strong>en</strong> het klaar wet<strong>en</strong> te spel<strong>en</strong><br />

onder Otto Heinrich, dat Tilemann Heszhusius in de Palts werd aangesteld tot<br />

G<strong>en</strong>eraal Superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t. Dit was e<strong>en</strong> zeer belangrijke functie. Hij had het<br />

<strong>op</strong>pertoezicht over de kerk<strong>en</strong> in de Palts <strong>en</strong> kon heel wat in de leer, de liturgie <strong>en</strong><br />

de kerkelijke tucht teweeg br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Hij was ook niet van plan <strong>zij</strong>n invloed niet te<br />

do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. Hij wilde het Gereformeerde gevoel<strong>en</strong> wer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Melanchthonianisme uitschakel<strong>en</strong>. 11 Spoedig brak e<strong>en</strong> conflict uit met de<br />

Gereformeerde predikant Klebitz, over de <strong>op</strong>vatting van het H. Avondmaal <strong>en</strong> de<br />

Augsburgse Confessie. Het einde was, dat de keurvorst Heszhusius <strong>en</strong> Klebitz<br />

beide ontsloeg. <strong>De</strong> keurvorst vroeg Melanchthon <strong>om</strong> advies, die e<strong>en</strong><br />

bemiddel<strong>en</strong>de formule voor-sloeg. <strong>De</strong> hardnekkige Lutheran<strong>en</strong>, die zich niet<br />

wild<strong>en</strong> voeg<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> nu door Frederik <strong>op</strong><strong>zij</strong> gezet <strong>en</strong> in 1560 liet de keurvorst<br />

e<strong>en</strong> dispuut houd<strong>en</strong> over 't avondmaal, waarbij van Lutherse kant M~rlin <strong>en</strong><br />

Stászel <strong>op</strong>trad<strong>en</strong>, van de kant van de Palts : Boquinus, Erastus <strong>en</strong> Einhorn. <strong>De</strong><br />

keurvorst werd door dit alles nog meer in Gereformeerde richting gedrong<strong>en</strong>. Hij<br />

stelde weldra Emanuel Tremellius e<strong>en</strong> Gereformeerd Italiaan, e<strong>en</strong> bekeerde Jood,<br />

aan als professor naast Boquinus. Caspar <strong>Olevianus</strong> was reeds door hem begin<br />

1560 aangesteld. Het volg<strong>en</strong>d jaar volgde Zacharias Ursinus, die als leerling van<br />

Martyr uit Zürich naar Heidelberg kwam.<br />

Caspar <strong>Olevianus</strong> begon aanstonds <strong>zij</strong>n werk aan het beroemd geword<strong>en</strong><br />

Collegium Sapi<strong>en</strong>tiae, e<strong>en</strong> soort Hospitium, waarin e<strong>en</strong> 60-70-tal theologische<br />

stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> onderdak vond<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder leiding hun studies volbracht<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

gaf <strong>Olevianus</strong> dogmatische colleges. Beide werkzaamhed<strong>en</strong> droeg hij aan Ursinus<br />

over, bij di<strong>en</strong>s k<strong>om</strong>st te Heidelberg, eerst 't werk aan ' t Wijsheidscollege <strong>en</strong> later<br />

óók de dogmatiek. Hijzelf werd to<strong>en</strong> superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t. Maar dit<br />

superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tschap zou spoedig plaats mak<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erale kerk<strong>en</strong>raad te<br />

Heidelberg. (zie verder<strong>op</strong>.)<br />

<strong>De</strong> keurvorst had reeds bemerkt, dat <strong>Olevianus</strong> bijzondere tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor de<br />

praktijk had, voor de leiding, verzorging <strong>en</strong> regering van de Kerk. Ook de<br />

keurvorstelijke raadslied<strong>en</strong> drong<strong>en</strong> er<strong>op</strong> aan <strong>Olevianus</strong> met <strong>zij</strong>n tal<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

10<br />

In Bezinning, eerste jaargang, blz. 107 v.v. gaf ik e<strong>en</strong> volledige vertaling van <strong>deze</strong> overe<strong>en</strong>stemming<br />

van Zürich.<br />

11<br />

Wie meer over de actie van Heszhusius wil lez<strong>en</strong>, verwijz<strong>en</strong> wij naar de brochure: Zacharias Ursinus<br />

<strong>en</strong> de Heidelbergse Catechismus, blz. 15 v.v. Daar is ook het advies van Melanchthon aan de keurvorst<br />

te vind<strong>en</strong>.<br />

19<br />

' t


voor hem beste plaats te stell<strong>en</strong>. Hij was e<strong>en</strong> man met e<strong>en</strong> uitnem<strong>en</strong>d<br />

organisatorisch tal<strong>en</strong>t. Voortaan vind<strong>en</strong> wij hem aan de spits van de kerk<strong>en</strong> van<br />

de Palts. Hij oef<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> verstrekk<strong>en</strong>de invloed als nauwelijks één ander dit deed.<br />

Ook steekt hij ver uit bov<strong>en</strong> alle predikant<strong>en</strong> van Heidelberg door <strong>zij</strong>n<br />

kanselgav<strong>en</strong>. In de eerste tijd preekte hij in de Peterskerk.<br />

In de beraadslaging<strong>en</strong> over de kerkelijke tucht neemt <strong>Olevianus</strong> aanstonds deel.<br />

Geregeld staat hij in correspond<strong>en</strong>tie hierover met Calvijn, hoort van de te<br />

G<strong>en</strong>ève geld<strong>en</strong>de praxis <strong>en</strong> ontvangt adviez<strong>en</strong>. Zo adviseerde Calvijn: de vorst<br />

moest twee raadslied<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>, de universiteit twee <strong>en</strong> de stadsgeme<strong>en</strong>te<br />

vier. <strong>De</strong>z<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> in geme<strong>en</strong>schap met de predikant<strong>en</strong> het moeilijke werk van<br />

de tucht over de zed<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Calvijn wees ook <strong>op</strong> de noodzaak <strong>om</strong> aan te<br />

dring<strong>en</strong> <strong>op</strong> invoering van de kerkelijke tucht. Dit was wel e<strong>en</strong> moeilijke, lastige,<br />

zelfs hatelijke kwestie, maar onder Christus ' leiding behoefde m<strong>en</strong> de moed niet<br />

te verliez<strong>en</strong> <strong>en</strong> zou m<strong>en</strong> overwinn<strong>en</strong>! Calvijn wees er<strong>op</strong>, dat de jurist<strong>en</strong> haast<br />

overal teg<strong>en</strong> de kerkelijke tucht war<strong>en</strong>, <strong>om</strong>dat <strong>zij</strong> niet inzag<strong>en</strong>, dat <strong>zij</strong> hun positie<br />

kond<strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>, wanneer de autoriteit van de Kerk ging sprek<strong>en</strong>. "Ga maar<br />

volhard<strong>en</strong>d verder, wat zoveel te gemakkelijker zal gaan, daar je niet slechts<br />

trouwe, maar ook vurige <strong>en</strong> dappere helpers erbij hebt gekreg<strong>en</strong> " .<br />

<strong>De</strong> Heidelbergse faculteit trad in <strong>deze</strong> dag<strong>en</strong> ook in het krijt voor de door de<br />

Lutheran<strong>en</strong> vervolgde Calvinistische theoloog Hieronymus Zanchius, die te<br />

Straatsburg leerde <strong>en</strong> de praedestinatie verdedigde, maar fel beschuldigd werd<br />

door de Lutheraan Marbach. Van tal van universiteit<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> adviez<strong>en</strong><br />

gevraagd. <strong>De</strong> Gereformeerd<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong> meestal naar Maart<strong>en</strong> Luthers: <strong>De</strong> servo<br />

arbitrio (Over de knechtelijke wil), teg<strong>en</strong> Erasmus geschrev<strong>en</strong>, waarin de grote<br />

Witt<strong>en</strong>berger niet minder krasse uitsprak<strong>en</strong> gedaan heeft dan Calvijn c.s. In elk<br />

geval bleek uit dit incid<strong>en</strong>t <strong>op</strong>nieuw, dat Heidelberg steeds meer in 't strijdperk<br />

trad voor de Gereformeerde zi<strong>en</strong>swijze. Dit werd niet alle<strong>en</strong> in 't Gereformeerde<br />

kamp <strong>op</strong>gemerkt, maar de str<strong>en</strong>ge Luthers<strong>en</strong> zag<strong>en</strong> het ook met lede og<strong>en</strong> aan.<br />

Zanchius zou later (in 1568) Ursinus <strong>op</strong>volg<strong>en</strong> als - professor in de dogmatiek.<br />

6. <strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus<br />

Er is veel over het ontstaan van de Heidelbergse Catechismus geschrev<strong>en</strong>,<br />

waarbij e<strong>en</strong> bepaalde t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s voorzat. M<strong>en</strong> wilde dan dit leerboek annexer<strong>en</strong><br />

voor <strong>zij</strong>n <strong>op</strong>vatting inzake het ontstaan van onderscheid<strong>en</strong> richting<strong>en</strong> in het<br />

Protestantisme. 't Is verwonderlijk hoe m<strong>en</strong> zich dan s<strong>om</strong>s oogklepp<strong>en</strong> aandeed<br />

<strong>en</strong> de meest sprek<strong>en</strong>de feit<strong>en</strong> niet wilde zi<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> zie de beschouwing<strong>en</strong> in <strong>deze</strong><br />

bij prof. Hofstede de Groot, Ebrard, Heppe, M. A. Goosz<strong>en</strong>.<br />

Ook is er nog steeds ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>stemmigheid over het aandeel, dat de beide<br />

mann<strong>en</strong>, wier nam<strong>en</strong> steeds g<strong>en</strong>oemd word<strong>en</strong> bij de <strong>op</strong>stelling van dit leerboek,<br />

elk gehad hebb<strong>en</strong>. Teg<strong>en</strong>woordig neigt m<strong>en</strong> wel meer algeme<strong>en</strong> ertoe <strong>om</strong> Ursinus<br />

het leeuw<strong>en</strong>aandeel toe te schrijv<strong>en</strong>. Met stelligheid weet m<strong>en</strong> althans van Item,<br />

dat hij twee vóórontwerp<strong>en</strong> schreef <strong>en</strong> dat hem met vol vertrouw<strong>en</strong> door<br />

keurvorst <strong>en</strong> faculteit de verdediging van de Heidelbergse Catechismus later werd<br />

<strong>op</strong>gedrag<strong>en</strong>, van welke taak hij zich uitnem<strong>en</strong>d gekwet<strong>en</strong> heeft. 12<br />

<strong>Olevianus</strong> heeft volg<strong>en</strong>s vel<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> zeer belangrijk aandeel gehad in de<br />

vaststelling van de eindredactie, in de rangschikking <strong>en</strong> ord<strong>en</strong>ing der stof, in het<br />

acc<strong>en</strong>tuer<strong>en</strong> van het persoonlijk karakter der vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>, in de meer<br />

p<strong>op</strong>ulaire zegswijze van dit leerboek (nl. vergelek<strong>en</strong> met de z.g. Major <strong>en</strong> Minor<br />

van Ursinus), in 't meeslep<strong>en</strong>de Duits van de eerste uitgave, in ' t sterker<br />

christologisch karakter van s<strong>om</strong>mige vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong>, in de formulering<br />

van Zondag 5 <strong>en</strong> 6, <strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> antwoord 80 over het onderscheid tuss<strong>en</strong> het H.<br />

12 M<strong>en</strong> zie de brochure over Ursinus van mijn hand, in <strong>deze</strong> zelfde serie, Blz. 24 v. 30 v. Zie ook Dr. H.<br />

Kakes, <strong>De</strong> do<strong>op</strong> in de Nederlandse belijd<strong>en</strong>isschrift<strong>en</strong> (diss. 1953), blz. 10 v.v. Het ontstaan van de<br />

Heidelbergse Catechismus.<br />

20


Avondmaal <strong>en</strong> de Paapse Mis.<br />

Het is o.a. K. Sudhoff, die al <strong>deze</strong> factor<strong>en</strong> noemt. M<strong>en</strong> vergete echter niet, dat hij<br />

schreef teg<strong>en</strong> Heppe, die Ursinus sterk naar vor<strong>en</strong> had geschov<strong>en</strong>, <strong>om</strong>dat hij<br />

leerling van Melanchthon was, die ook juist daar<strong>om</strong> <strong>Olevianus</strong> ' aandeel heeft<br />

verduisterd. Hij schreef zeer t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tieus, <strong>om</strong> de Heidelbergse Catechismus te<br />

kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordiger van e<strong>en</strong> door hem gefingeerd oud-<br />

Protestants Melanchthonianisme. Sudhoff heeft hier<strong>op</strong> e<strong>en</strong> scherpe <strong>en</strong> veelszins<br />

zeer juiste kritiek geoef<strong>en</strong>d. Hij liep nu echter gevaar – <strong>en</strong> heeft <strong>deze</strong> klip m.i.<br />

niet voldo<strong>en</strong>de gemed<strong>en</strong> – <strong>om</strong> <strong>Olevianus</strong>, de leerling van Calvijn, sterk naar vor<strong>en</strong><br />

te schuiv<strong>en</strong>. Hij zocht <strong>op</strong>, wat <strong>Olevianus</strong> kan gedaan hebb<strong>en</strong>. Het is echter nog<br />

steeds niet mogelijk <strong>om</strong> <strong>Olevianus</strong> ' aandeel concreet vast te stell<strong>en</strong>. Eén van de<br />

voornaamste oorzak<strong>en</strong> ligt hier in dc onderscheid<strong>en</strong> oorlog<strong>en</strong>, die Heidelberg <strong>en</strong><br />

<strong>om</strong>geving geteisterd hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> die e<strong>en</strong> onherstelbare schade hebb<strong>en</strong> aangericht<br />

in acta <strong>en</strong> archiev<strong>en</strong> van de universiteit <strong>en</strong> tal van bibliothek<strong>en</strong>. Wat schuilt nog<br />

hier <strong>en</strong> daar weg? Hoe gaarne zoud<strong>en</strong> wij de acta van de Synode van Heidelberg,<br />

Januari 1563, in ons bezit hebb<strong>en</strong>, <strong>om</strong> meer bizonderhed<strong>en</strong> te hor<strong>en</strong> over het<br />

ontstaan van de eindredactie van de Heidelbergse Catechismus ! Of auth<strong>en</strong>tieke<br />

gegev<strong>en</strong>s uit de correspond<strong>en</strong>tie van Ursinus <strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> of ander<strong>en</strong> in <strong>deze</strong>! Als<br />

Tilly in de 30-jarige oorlog Heidelberg verovert, sch<strong>en</strong>kt hij o.a. de kostbare<br />

bibliotheek aan de paus, <strong>en</strong> beveelt de predikant<strong>en</strong> de stad te verlat<strong>en</strong>. Zijn er<br />

nog onuitgegev<strong>en</strong> auth<strong>en</strong>tieke stukk<strong>en</strong> inzake de Heidelbergse Catechismus in de<br />

Vaticaanse bibliotheek?<br />

Als m<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> ' prachtige p<strong>op</strong>ulaire Duits aanvoert, moet m<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />

aan wat <strong>deze</strong> zelf e<strong>en</strong>s aan Calvijn over Ursinus schreef, to<strong>en</strong> <strong>deze</strong> de<br />

Catechismus van G<strong>en</strong>ève in mooi Duits vertaald had: "me facultate linguae<br />

superat " (Hij overtreft mij in taalaanleg of taalvermog<strong>en</strong>). Goosz<strong>en</strong> (zie a.w. blz.<br />

241, noot) zegt dat Ursinus alle Duits schrijv<strong>en</strong>de Heidelbergers in <strong>deze</strong> overtrof<br />

<strong>en</strong> ook in dit <strong>op</strong>zicht facile princeps (gemakkelijk de eerste) was. M<strong>en</strong> moet dus<br />

voorzichtig <strong>zij</strong>n met conclusies, die niet <strong>op</strong> concrete gegev<strong>en</strong>s rust<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> feit is echter, dat de Heidelbergse Catechismus eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> vertoont die<br />

nog niet in Ursinus' Major of Minor <strong>zij</strong>n te vind<strong>en</strong>. Maar dit wil niet zegg<strong>en</strong>, dat<br />

alle verbetering <strong>en</strong> verdieping alle<strong>en</strong> aan <strong>Olevianus</strong> te dank<strong>en</strong> is. Bij de<br />

eindredactie hebb<strong>en</strong> vel<strong>en</strong> hun invloed do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> zal Ursinus zelf ook niet<br />

stilgezet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Er is winst gedaan met alle <strong>op</strong>bouw<strong>en</strong>de kritiek.<br />

Sam<strong>en</strong>spreking<strong>en</strong> over de concept<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> voorafgegaan <strong>zij</strong>n aan de aanbieding<br />

van het ontwerp aan de Synode <strong>en</strong> <strong>deze</strong> laatste heeft zich er ook nog 5 dag<strong>en</strong><br />

lang mee bezig gehoud<strong>en</strong>.<br />

Bek<strong>en</strong>d is, dat de ontwerpers <strong>en</strong> redacteur<strong>en</strong> hun winst gedaan hebb<strong>en</strong> met de<br />

voorontwerp<strong>en</strong> van Ursinus, <strong>en</strong> de catechetische boekjes, die te Zurich, G<strong>en</strong>ève,<br />

Eind<strong>en</strong>, Lond<strong>en</strong>, Straatsburg versch<strong>en</strong><strong>en</strong> war<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus is daardoor e<strong>en</strong> all round Gereformeerd leerboek<br />

geword<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> ecum<strong>en</strong>ische inslag. Hij vertoont tal van mooie trekk<strong>en</strong>. Hij<br />

spreekt tot het hart, tot verstand <strong>en</strong> wil; heeft e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aardige kracht <strong>en</strong><br />

zalving; spreekt d<strong>en</strong> lezer zeer persoonlijk aan; geeft heldere, scherpe <strong>en</strong> toch<br />

p<strong>op</strong>ulaire definities; bezigt e<strong>en</strong> waardige, krachtige <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige stijl; vertoont<br />

e<strong>en</strong> wijs, pedagogisch inzicht; <strong>en</strong> was oorspronkelijk in e<strong>en</strong> meeslep<strong>en</strong>d p<strong>op</strong>ulair<br />

Duits geschrev<strong>en</strong>. Het troostkarakter, de vertrouw<strong>en</strong>svolle <strong>en</strong> blijde belijd<strong>en</strong>istoon<br />

<strong>zij</strong>n ons ook bek<strong>en</strong>d.<br />

M<strong>en</strong> heeft wel e<strong>en</strong>s gezegd, dat nerg<strong>en</strong>s in <strong>en</strong>ige catechismus, zulk e<strong>en</strong> prachtige,<br />

korte sam<strong>en</strong>vatting van ons christelijk geloof te vind<strong>en</strong> is als in de eerste vraag<br />

van dit leerboek. <strong>De</strong> inhoud van e<strong>en</strong>s christ<strong>en</strong>s troost in lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> in sterv<strong>en</strong> is<br />

hier inderdaad onovertroff<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat.<br />

In de eerste uitgave war<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> nog niet g<strong>en</strong>ummerd, <strong>en</strong> de bewijsplaats<strong>en</strong><br />

uit de H. Schrift alle<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> door de vermelding van de bedoelde<br />

21


hoofdstukk<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Zondagsafdeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> "lectiones" war<strong>en</strong> ook nog niet<br />

aangebracht. <strong>De</strong> 80ste vraag <strong>en</strong> antwoord ontbrak<strong>en</strong> nog. In verband met de<br />

scherpe besluit<strong>en</strong> van het Concitie van Tr<strong>en</strong>te, dat de Paapse Mis had<br />

gehandhaafd <strong>en</strong> de lering<strong>en</strong> van Luther, Calvijn <strong>en</strong> Zwingli c.s. in de ban gedaan<br />

had (herhaaldelijk was het "anathemasit " gehoord), besloot de keurvorst e<strong>en</strong><br />

vraag <strong>en</strong> antwoord te lat<strong>en</strong> <strong>op</strong>nem<strong>en</strong> over het onderscheid tuss<strong>en</strong> het Avondmaal<br />

des Heer<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Paapse Mis. Het antwoord in de 2e editie was nog kort, maar in<br />

de 3e uitgave k<strong>om</strong>t reeds de teg<strong>en</strong>woordige redactie voor. <strong>De</strong> 3e editie is ook de<br />

standaardeditie geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> later <strong>op</strong>g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> in de Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing van de<br />

Palts. 13 <strong>De</strong> 3 edities versch<strong>en</strong><strong>en</strong> alle nog in 1563. <strong>De</strong> uitgave van Mosbach (15<br />

November 1563) <strong>om</strong>vat de to<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>de Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> ook de volledige<br />

tekst van de Heidelbergse Catechismus ingedeeld in 52 Zondagsafdeling<strong>en</strong>, 129<br />

vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> <strong>en</strong> 10 lectiones, d.i. 10 stukk<strong>en</strong>, die iedere zondag vóór de<br />

preek moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong>. <strong>De</strong> 10e lectio is de "huistafel " , Gods gebod<strong>en</strong><br />

voor ouders, kinder<strong>en</strong>, Heer<strong>en</strong>, knecht<strong>en</strong> <strong>en</strong>z. geput uit de Briev<strong>en</strong>. Het slot<br />

vormt de korte sam<strong>en</strong>vatting van de Catechismus b<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>s de tekst<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing bepaalde in verband met de Catechismus: Ook in sted<strong>en</strong>,<br />

waar 2 prek<strong>en</strong> des namiddags gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zal de navolg<strong>en</strong>de Summa van<br />

de Catechismus, b<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>s de thes<strong>en</strong> bij de aanvang van de middagpreek aan het<br />

volk duidelijk word<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong>. Op plaats<strong>en</strong> waar ' s middags niet twee maar<br />

slechts één preek gehoud<strong>en</strong> wordt (n.l. de Catechismuspreek) zal bij de aanvang<br />

niet alle<strong>en</strong> de tekst, de 10 gebod<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>vermeld, maar de. navolg<strong>en</strong>de Summa<br />

(korte hoofds<strong>om</strong>) van de Catechismus plus de tekst<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong>. (Zie<br />

o.a. Goosz<strong>en</strong>, <strong>De</strong> Heidelbergsche Catechismus, textus receptus, Inleiding III, blz.<br />

125 v.v.). In latere uitgav<strong>en</strong>, zo b.v. in de voortreffelijke uitgave te Neustadt an<br />

der Hardt, 1592, bij Matth. Harnisch gedrukt, <strong>zij</strong>n ook nog <strong>op</strong>g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong>,<br />

die aan de jeugd voorgehoud<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>, als de jonge m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> voor het eerst tot<br />

de Heilige Dis wild<strong>en</strong> k<strong>om</strong><strong>en</strong>. Dit war<strong>en</strong> de vrag<strong>en</strong> 60, 191, 65, 66, 67, 68, 69,<br />

71, 75, 76, 77, 78, 79, 81 <strong>en</strong> 82 van de Heidelbergse Catechismus.<br />

<strong>De</strong> vr<strong>om</strong>e keurvorst achtte zich niet slechts gerechtigd <strong>om</strong> als landsvorst zo'n<br />

leerboek voor de Kerk uit te gev<strong>en</strong>, maar me<strong>en</strong>de ook tot dit werk door God<br />

geroep<strong>en</strong> te <strong>zij</strong>n. Hij wilde <strong>zij</strong>n onderdan<strong>en</strong> de vreze Gods inpr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> moet<br />

hierbij de <strong>op</strong>vatting over e<strong>en</strong> christelijke overheid <strong>en</strong> haar taak, die to<strong>en</strong> onder de<br />

Gereformeerd<strong>en</strong> leefde, in het oog vatt<strong>en</strong>. Wel liet de keurvorst tevor<strong>en</strong> alles<br />

nazi<strong>en</strong> <strong>en</strong> approber<strong>en</strong> door de kerk. Maar nu gold dan ook, dat all<strong>en</strong> zich naar de<br />

nieuwe catechismus <strong>en</strong> kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing moest<strong>en</strong> voeg<strong>en</strong>. Hij wil niet slechts het<br />

werk van <strong>zij</strong>n voorganger Otto Heinrich voortzett<strong>en</strong>, maar streeft naar e<strong>en</strong> hoger<br />

doel. <strong>De</strong> vroegere Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing had toch niet de geho<strong>op</strong>te vrucht afgeworp<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> on<strong>en</strong>ighed<strong>en</strong> met Heszhusius, de leergeschill<strong>en</strong> ook onder de Duitse<br />

reformatorische kerk<strong>en</strong>, hadd<strong>en</strong> d<strong>en</strong> keurvorst, mede onder invloed van <strong>zij</strong>n<br />

beslist Gereformeerde theolog<strong>en</strong> <strong>en</strong> raadslied<strong>en</strong>, tot de overtuiging gebracht, dat<br />

de zwev<strong>en</strong>de uitdrukking<strong>en</strong> van Melanchthon, die tot nog toe Philippist<strong>en</strong>, str<strong>en</strong>g<br />

Luthers<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gereformeerd<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>houd<strong>en</strong>, niet langer<br />

houdbaar war<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Luthers<strong>en</strong> sprak<strong>en</strong> zich in de laatste tijd zeer beslist uit, de<br />

Gereformeerd<strong>en</strong> mocht<strong>en</strong> niet achter blijv<strong>en</strong>! <strong>De</strong> Confessionele plaats, die de<br />

Catechismus inneemt, moest dus wel e<strong>en</strong> zeer besliste <strong>zij</strong>n. <strong>De</strong> Heidelbergse<br />

Catechismus drijft ge<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> <strong>op</strong> de spits. Wil dit beslist niet. Maar hij neemt<br />

13 <strong>De</strong> kortere editie (tweede) nem<strong>en</strong> wij hier over, <strong>op</strong> dit punt. vraag <strong>en</strong> antwoord 80 luidd<strong>en</strong> daar aldus:<br />

"Was ist fair ein unterschied zwisch<strong>en</strong> dem Ab<strong>en</strong>dmahl des Herrn und der Bapstlich<strong>en</strong> Mess? antwoord<br />

Das Ab<strong>en</strong>dmahl bezeuget uns dass wir volk<strong>om</strong>ne vergebung aller unser scand<strong>en</strong> hab<strong>en</strong>, durch das<br />

einige <strong>op</strong>ffer Jesu Christi, so er selbst ein mal am creutz volbracht hat. Die Mess aber lehret dass die<br />

leb<strong>en</strong>dig<strong>en</strong> und die todt<strong>en</strong> nit durch das leid<strong>en</strong> Christi vergebung der stind<strong>en</strong> hab<strong>en</strong>, es sei dan, dass<br />

Christus noch teglich ftir sie von d<strong>en</strong> Messpriestern ge<strong>op</strong>ffert werde. Und ist also die Mess im grund<br />

ein abgöttische verleugnung dess einig<strong>en</strong> <strong>op</strong>ffers und leid<strong>en</strong> Jesu Christi".<br />

22


toch wel zeer beslist positie. Teg<strong>en</strong>over R<strong>om</strong>e b.v. in de leer van de vrije g<strong>en</strong>ade,<br />

de rechtvaardiging door het geloof alle<strong>en</strong>, teg<strong>en</strong> de werkheiligheid, teg<strong>en</strong> alle<br />

woekerplant<strong>en</strong> van het R<strong>om</strong>anisme. Scherp stelt de Heidelbergse Catechismus<br />

zich teg<strong>en</strong>over het Trid<strong>en</strong>tinum (leer van het Tr<strong>en</strong>tse concilie, 1545-1563). In dit<br />

<strong>op</strong>zicht achtte m<strong>en</strong> de oude catechismi <strong>en</strong> belijd<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> der Protestant<strong>en</strong> niet<br />

meer voldo<strong>en</strong>de.<br />

<strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus bewijst e<strong>en</strong> di<strong>en</strong>st aan alle Evangelische kerk<strong>en</strong> als<br />

hij in vraag <strong>en</strong> antwoord 60, 61, 62, 80, 94 scherpe, duidelijke taal spreekt,<br />

ev<strong>en</strong>zo in Zondag XI, waar de Jezus-naam wordt verklaard.<br />

Maar ook teg<strong>en</strong>over de str<strong>en</strong>ge Lutheran<strong>en</strong> neemt de Heidelbergse Catechismus<br />

e<strong>en</strong> duidelijke positie in. <strong>De</strong> vrag<strong>en</strong> 47, 48, 49 <strong>en</strong> 50 sprek<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> dubbelzinnige<br />

taal. Terecht zag<strong>en</strong> de Luthers<strong>en</strong> in de <strong>op</strong>vatting van de Heidelbergse<br />

Catechismus, over de natur<strong>en</strong> van Christus, de hemelvaart <strong>en</strong> het zitt<strong>en</strong> ter<br />

rechterhand Gods, e<strong>en</strong> scherpe weerspreking van 't Lutherse gevoel<strong>en</strong> in <strong>deze</strong>.<br />

Hun ubiquiteitsleer was met <strong>deze</strong> catechismus niet te verzo<strong>en</strong><strong>en</strong>. Maar ook in de<br />

sacram<strong>en</strong>tsleer bleek 't onderscheid met de Luthers<strong>en</strong> zeer duidelijk.<br />

Woord èn sacram<strong>en</strong>t wijz<strong>en</strong> ons beide he<strong>en</strong> naar Christus ' offer, richt<strong>en</strong> ons<br />

vertrouw<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> <strong>op</strong> Christus, als de <strong>en</strong>ige Grond <strong>en</strong> het <strong>en</strong>ige Fundam<strong>en</strong>t onzer<br />

zaligheid ! <strong>De</strong> Gekruiste is het middelpunt van het G<strong>en</strong>adeverbond ! <strong>De</strong> zichtbare<br />

waartek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zegel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> scherp onderscheid<strong>en</strong> van de<br />

hemelse goeder<strong>en</strong>, die niet in de tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong> zichzelf zich bevind<strong>en</strong>, maar erdoor<br />

word<strong>en</strong> afgebeeld <strong>en</strong> verzekerd. Uiterlijk gebruik der tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zegel<strong>en</strong> wordt<br />

van het innerlijk g<strong>en</strong>ot der hemelse goeder<strong>en</strong> goed onderscheid<strong>en</strong>, al <strong>zij</strong>n ze in<br />

één handeling <strong>op</strong>geslot<strong>en</strong>. <strong>De</strong> aardse di<strong>en</strong>aar geeft de uiterlijke tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

zegel<strong>en</strong>, de Heere geeft de hemelse goeder<strong>en</strong>. Do<strong>op</strong> <strong>en</strong> Avondmaal wijz<strong>en</strong> beide<br />

he<strong>en</strong> naar de gekruisigde Christus. Zij herinner<strong>en</strong> de gelovig<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> verzeker<strong>en</strong><br />

h<strong>en</strong> van – hun aandeel aan Christus ' offer, alle<strong>en</strong> <strong>op</strong> verschill<strong>en</strong>de wijze. Het<br />

Avondmaal voert d<strong>en</strong> gelovige allereerst tot d<strong>en</strong> Gekruiste Christus, daarna eerst<br />

tot d<strong>en</strong> verheerlijkt<strong>en</strong> Christus. Het verzekert hem van <strong>zij</strong>n geme<strong>en</strong>schap aan het<br />

gekruiste lichaam <strong>en</strong>. vergot<strong>en</strong> bloed, niet zonder meer <strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudig aan het<br />

lichaam <strong>en</strong> bloed van Christus. Dit zeid<strong>en</strong> wél de Luthers<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze verstond<strong>en</strong><br />

daaronder dan het verheerlijkte lichaam <strong>en</strong> bloed. <strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus<br />

spreekt met nadruk van het ware lichaam <strong>en</strong> bloed (vr. 79) <strong>en</strong> bedoelt daarmee<br />

het lichaam, dat gekruisigd werd <strong>en</strong> nu ter rechterhand Gods is . . . niet <strong>op</strong> de<br />

aarde. <strong>De</strong> geme<strong>en</strong>schap met dit lichaam ontvang<strong>en</strong> de gelovig<strong>en</strong> in het H.<br />

Avondmaal <strong>en</strong> wordt bewerkt door d<strong>en</strong> Heilig<strong>en</strong> Geest, die èn in Christus Bov<strong>en</strong><br />

èn in Zijn lidmat<strong>en</strong>, de gelovig<strong>en</strong> <strong>op</strong> aarde woont.<br />

<strong>De</strong> gelovig<strong>en</strong> word<strong>en</strong> steeds dieper in <strong>deze</strong> geestelijke geme<strong>en</strong>schap met hun<br />

verheerlijkt Hoofd ingeplant, als de rank<strong>en</strong> in de Wijnstok. Ze word<strong>en</strong> in de<br />

geme<strong>en</strong>schap met Christus vruchtdrag<strong>en</strong>de rank<strong>en</strong>, die Christus' lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> kracht<br />

<strong>op</strong><strong>en</strong>bar<strong>en</strong>. Ditzelfde doet de H. Geest ook door de prediking van het Evangelie.<br />

<strong>De</strong> Gereformeerd<strong>en</strong> steld<strong>en</strong> dus het ware lichaam van Christus teg<strong>en</strong>over het<br />

door de Luther-s<strong>en</strong> aang<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> verheerlijkte lichaam in het brood, dat overal<br />

teg<strong>en</strong>woordig zou <strong>zij</strong>n, waar het H. Avondmaal gevierd wordt. Hiermee wordt<br />

echter dan ook het et<strong>en</strong> met d<strong>en</strong> lichamelijke mond <strong>en</strong> ' t g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> van de hemelse<br />

goeder<strong>en</strong> door de ongelovig<strong>en</strong>, door de Gereformeerd<strong>en</strong> verworp<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgeslot<strong>en</strong><br />

geacht. <strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus zegt het duidelijk: alle<strong>en</strong> het geloof maakt<br />

ons Christus <strong>en</strong> al Zijn weldad<strong>en</strong> deelachtig (vr. 65). <strong>De</strong> H. Geest werkt dit geloof<br />

door de verkondiging van het heilig Evangelie <strong>en</strong> sterkt het door het gebruik der<br />

sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. <strong>De</strong> aan de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> g<strong>en</strong>adegoeder<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

dus alle<strong>en</strong> aan de gelovig<strong>en</strong> uitgedeeld.<br />

E<strong>en</strong> grondtrek van de Heidelbergse Catechismus is dan ook, dat <strong>zij</strong>n vrag<strong>en</strong> alle<strong>en</strong><br />

aan de gelovig<strong>en</strong> gesteld word<strong>en</strong>. Zie bijvoorbeeld ook vraag <strong>en</strong> antwoord 73. Zie<br />

ook vraag 75 … mij <strong>en</strong> all<strong>en</strong> gelovig<strong>en</strong>. Vraag 76 … in het antwoord: Het is niet<br />

alle<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gelovig hart het ganse lijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong> van Christus aannem<strong>en</strong> …<br />

maar daarb<strong>en</strong>ev<strong>en</strong>s door d<strong>en</strong> Heilig<strong>en</strong> Geest ... . <strong>De</strong> ongelovige ontvangt aan het<br />

23


Avondmaal alle<strong>en</strong> brood <strong>en</strong> wijn tot <strong>zij</strong>n gericht. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> wie er<strong>op</strong> let, welke<br />

g<strong>en</strong>adegoeder<strong>en</strong> door de gelovig<strong>en</strong> in de Sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, ziet<br />

aanstonds, dat <strong>deze</strong> niet door e<strong>en</strong> ongelovige kunn<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> Luthers<strong>en</strong> hield<strong>en</strong> zich druk bezig met de vraag, wat de ongelovig<strong>en</strong><br />

ontvang<strong>en</strong> aan het H. Avondmaal. Maar dit hing sam<strong>en</strong> met hun stelling, dat ' t<br />

lichaam <strong>en</strong> bloed van Christus in het brood <strong>en</strong> in de wijn aanwezig <strong>zij</strong>n, zodat<br />

iedere c<strong>om</strong>municant ze kan ontvang<strong>en</strong>. <strong>De</strong> gehele theologie van de Palts verwerpt<br />

met beslistheid <strong>deze</strong> z.g. "manducatio indignorum " . Ook Ursinus in <strong>zij</strong>n ontwerp<strong>en</strong><br />

van de Catechismus <strong>en</strong> in <strong>zij</strong>n verdedigingsgeschrift<strong>en</strong> van dit leerboek teg<strong>en</strong> de<br />

Lutherse aanvall<strong>en</strong>. Als hij in <strong>zij</strong>n Artickeln de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> Luthers<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Gereformeerd<strong>en</strong> <strong>op</strong>noemt, zegt hij:<br />

"Zum dritt<strong>en</strong>, dasz der eine Teil will, all die zum Ab<strong>en</strong>dmahl geh<strong>en</strong> und das Brod<br />

und d<strong>en</strong> Wein nies<strong>en</strong>, sie Bei<strong>en</strong> Glubige oder Unglubige, die ess<strong>en</strong> und trink<strong>en</strong><br />

auch leiblich und mündlich das Fleis und Blut Christi, die Glaubig<strong>en</strong> zu Leb<strong>en</strong> und<br />

Seligkeit, die Unglaubig<strong>en</strong> zu Gericht und Tod. <strong>De</strong>r ander Teil aber, dasz die<br />

Ungaubig<strong>en</strong> wohl dieuszerlich<strong>en</strong> Zeich<strong>en</strong> zu ihrem Gerichte miszbrauch<strong>en</strong>, aber<br />

d<strong>en</strong> Leib und das Blut Christi allein die Glaubig<strong>en</strong> zum ewig<strong>en</strong> Leb<strong>en</strong> durch<br />

wahr<strong>en</strong> Glaub<strong>en</strong> und ob gemelteter Wirkung des heilig<strong>en</strong> Geistes Christum ess<strong>en</strong><br />

und trink<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>".<br />

<strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus stemt hier dus overe<strong>en</strong> met de theologie der<br />

Zwitsers. Ook met Beza, die e<strong>en</strong>s zei: "het lichaam van Christus ... is zó ver van<br />

het brood <strong>en</strong> het aardse avondmaal als de hemel van de aarde verwijderd is " . M<strong>en</strong><br />

heeft wel e<strong>en</strong>s <strong>op</strong> de Witt<strong>en</strong>-berger Concordia (1536) gewez<strong>en</strong>, waarbij Luther <strong>en</strong><br />

Butzer tot over-e<strong>en</strong>stemming <strong>zij</strong>n gek<strong>om</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> waarin Butzer toch ook de<br />

manducatio indignorum belijdt, maar m<strong>en</strong> vergete niet, dat de Zwitsers <strong>deze</strong><br />

overe<strong>en</strong>stemming niet algeme<strong>en</strong> toejuicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hier dubbelzinnig werd<br />

gesprok<strong>en</strong>. Indigni: <strong>zij</strong>n dat de ongelovig<strong>en</strong> of de onwaardige (gelovig<strong>en</strong>), (de<br />

gelovig<strong>en</strong>, die in e<strong>en</strong> onwaardige toestand verker<strong>en</strong> bij de avondmaalviering) ?<br />

<strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus is e<strong>en</strong> door <strong>en</strong> door Gereformeerd belijd<strong>en</strong>isgeschrift.<br />

Ook teg<strong>en</strong>over Melanchthons synergisme. Er is ge<strong>en</strong> sprake van,<br />

dat m<strong>en</strong> in de Heidelbergse Catechismus erg<strong>en</strong>s iets vindt van e<strong>en</strong> facultas<br />

applicandi se ad gratiam bij d<strong>en</strong> onwedergebor<strong>en</strong>, natuurlijk<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s.<br />

Melanchthon schreef <strong>deze</strong> geschiktheid of dit ver-mog<strong>en</strong> (facultas) "<strong>om</strong> zich <strong>op</strong> de<br />

g<strong>en</strong>ade toe te legg<strong>en</strong>" toe aan d<strong>en</strong> natuurlijk<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> legde dus in hem e<strong>en</strong><br />

beslissingsm<strong>om</strong><strong>en</strong>t, waar<strong>om</strong> hij zalig wordt of niet. Zie hierteg<strong>en</strong>over wat de<br />

Heidelbergse Catechismus belijdt. Vraag 5 <strong>en</strong> 8. Ik b<strong>en</strong> van nature g<strong>en</strong>eigd God<br />

<strong>en</strong> mijn naaste te hat<strong>en</strong>. Ik b<strong>en</strong> geheel onbekwaam tot <strong>en</strong>ig goed <strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigd tot<br />

alle kwaad, t<strong>en</strong><strong>zij</strong> ik door d<strong>en</strong> Geest Gods wedergebor<strong>en</strong> word.<br />

Ook de z.g. perseverantia sanctorum, de volharding der heilig<strong>en</strong>, die later door de<br />

Nederlandse Gereformeerde Kerk<strong>en</strong> zo duidelijk <strong>en</strong> schoon, zo troostvol <strong>en</strong><br />

ernstig, werd beled<strong>en</strong> in hoofdstuk V van de Dordtse Leerregels, wordt reeds in<br />

de Heidelbergse Catechismus klaar beled<strong>en</strong>. Zie bijvoorbeeld antwoord 1. Alles<br />

moet d<strong>en</strong> gelovige tot <strong>zij</strong>n zaligheid di<strong>en</strong><strong>en</strong>; antwoord 21, wij gelov<strong>en</strong>, dat God<br />

ons in Christus eeuwige zaligheid geschonk<strong>en</strong> heeft; antwoord 26, al het kwaad,<br />

dat God mij in dit jammerdal toeschikt, zal Hij mij t<strong>en</strong> beste ker<strong>en</strong>; antwoord 31,<br />

Christus regeert ons door Zijn Woord <strong>en</strong> Geest <strong>en</strong> beschut <strong>en</strong> behoudt ons bij de<br />

verworv<strong>en</strong> verlossing; zo ook vraag <strong>en</strong> antwoord 51 ; antwoord 53 ... dat de<br />

Heilige Geest … eeuwig bij mij blijft; vraag 54, van de algem<strong>en</strong>e Christelijke Kerk<br />

… dat ik daarvan e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>d lidmaat b<strong>en</strong> <strong>en</strong> eeuwig zal blijv<strong>en</strong>. Ursinus leert in<br />

<strong>zij</strong>n verklaring <strong>op</strong> <strong>deze</strong> vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> antwoord<strong>en</strong> duidelijk de onverliesbaarheid der<br />

g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> der wedergeboorte.<br />

<strong>De</strong> praedestinatieleer ligt aan al <strong>deze</strong> antwoord<strong>en</strong> duidelijk t<strong>en</strong> grondslag. <strong>De</strong><br />

24


uitverkiezing wordt wel niet uitdrukkelijk in e<strong>en</strong> vraag <strong>en</strong> antwoord behandeld. Dit<br />

geschiedt echter ook niet in de G<strong>en</strong>eefse Catechismus door Calvijn <strong>op</strong>gesteld.<br />

Maar m<strong>en</strong> grijpt er toch wel glad naast, als m<strong>en</strong> hieruit distilleert: de<br />

Heidelbergse Catechismus mijdt de leer van de praedestinatie of is er teg<strong>en</strong><br />

gekant. M<strong>en</strong> leze daartoe slechts de Exblicationes Catecheticae van Ursinus.<br />

<strong>Olevianus</strong> is ook zeer klaar in dit punt in <strong>zij</strong>n geschrift<strong>en</strong>. Zie alle<strong>en</strong> reeds de<br />

titels! <strong>De</strong> bodem, waar<strong>op</strong> de Heidelbergse Catechismus is gegroeid, is ook in dit<br />

<strong>op</strong>zicht echt Gereformeerd. Petrus Martyr was de vri<strong>en</strong>d van <strong>Olevianus</strong> <strong>en</strong><br />

Ursinus.<br />

Calvijn <strong>en</strong> Beza correspondeerd<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s met de eerstg<strong>en</strong>oemde. Zanchius werd<br />

straks in Heidelberg als professor b<strong>en</strong>oemd, de man, die <strong>om</strong> de praedestinatie in<br />

Straatsburg voor de Luthers<strong>en</strong> moest wijk<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Heidelberger theolog<strong>en</strong> nam<strong>en</strong><br />

het voor Zanchius <strong>op</strong> teg<strong>en</strong> Marbach. T<strong>en</strong> onrechte heeft m<strong>en</strong> wel e<strong>en</strong>s<br />

geprobeerd Ursinus, als leerling van Melanchthon, teg<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong>, leerling van<br />

Calvijn, uit te spel<strong>en</strong>. Hoe onderscheid<strong>en</strong> in karakter <strong>en</strong> aanleg, <strong>zij</strong> war<strong>en</strong> het<br />

goed e<strong>en</strong>s in alle hoofdzak<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> leze Ursinus ' brief aan de Breslauer Jakob<br />

Monau maar e<strong>en</strong>s. Hij is in het Duits <strong>op</strong>g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> in het aanhangsel van K.<br />

Stulboll's meermal<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemde boek over <strong>Olevianus</strong> <strong>en</strong> Ursinus, blz. 614 - 633.<br />

In <strong>deze</strong> verhandeling verwijst Ursinus Jacob Monau naar de geschrift<strong>en</strong> van Beza<br />

<strong>en</strong> Martyr over de praedestinatie; <strong>deze</strong> had hij kunn<strong>en</strong> raadpleg<strong>en</strong>. Thans geeft<br />

hij zelf e<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zetting, die helder <strong>en</strong> beslist is. M<strong>en</strong> zie <strong>zij</strong>n verklaring<strong>en</strong> ook bij<br />

de vrag<strong>en</strong> 17, 21, 27, 53 <strong>en</strong> vooral 54 van de Heidelbergse Catechismus!<br />

Aan Jakob Monau schreef hij o.a. "Er is ge<strong>en</strong> locus van de heilige leer, waarover<br />

meer geschrev<strong>en</strong> is in de profetische <strong>en</strong> apostolische boek<strong>en</strong> dan juist <strong>deze</strong> over<br />

de voorzi<strong>en</strong>igheid, over de verkiezing, over de vrije wil: zodat ik mij erover<br />

verwonder, dat geleerde <strong>en</strong> Christelijke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in dit stuk verleg<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong>".<br />

Lees de bijbel maar door van G<strong>en</strong>esis tot Op<strong>en</strong>baring! To<strong>en</strong> Ursinus het deed,<br />

moest hij deels lach<strong>en</strong>, deels toorn<strong>en</strong>d verw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> de vuilspuiterij<strong>en</strong> van tal van<br />

uite<strong>en</strong>zetting<strong>en</strong> <strong>en</strong> de walm<strong>en</strong> van sofism<strong>en</strong>, die tevergeefs over het glanz<strong>en</strong>d,<br />

schitter<strong>en</strong>d licht (van Gods Woord n.l.) word<strong>en</strong> uitgestort. 14<br />

Zeer juist gezegd! Nog hed<strong>en</strong> t<strong>en</strong> dage merkt m<strong>en</strong> hetzelfde <strong>op</strong>. Goosz<strong>en</strong> neemt<br />

het de Heidelbergers haast kwalijk, dat ze in de leer van de praedestinatie als<br />

Calvijn d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>, maar toont <strong>en</strong> erk<strong>en</strong>t dat hij het gehele vraagstuk nog nooit diep<br />

onderzocht heeft bij het licht van Gods Woord. Zijn er zo niet vel<strong>en</strong>? Ze<br />

misprijz<strong>en</strong> de praedestinatieleer, ze will<strong>en</strong> er liever niet van hor<strong>en</strong> <strong>op</strong> z'n zachtst<br />

gesprok<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ze do<strong>en</strong> nooit e<strong>en</strong>s hun best <strong>om</strong> bij het licht van Gods Woord dit<br />

diepe vraagstuk te onderzoek<strong>en</strong>.<br />

Ursinus was in <strong>deze</strong> geheel e<strong>en</strong>s geestes met <strong>Olevianus</strong>. Ge<strong>en</strong> spoor van<br />

Melanchthonianisme is hier bij hem te vind<strong>en</strong>. Als er van Melanchthons invloed <strong>op</strong><br />

de Heidelbergse Catechismus gesprok<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> dan is <strong>deze</strong> nog 't meest te<br />

merk<strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> in de drie-deling: ell<strong>en</strong>de – verlossing – dankbaarheid; <strong>en</strong> in<br />

antwoord 21 over het geloof.<br />

En <strong>Olevianus</strong>? Hij schreef o.a. de Verklaring van de artikel<strong>en</strong> van het Christelijk<br />

geloof, waarin kort <strong>en</strong> helder wordt gehandeld van "het eeuwige g<strong>en</strong>adeverbond<br />

tuss<strong>en</strong> God <strong>en</strong> de uitverkor<strong>en</strong><strong>en</strong>". Bij hem staat het stuk der uitverkiezing<br />

helemaal niet <strong>op</strong> de achtergrond. Wie <strong>zij</strong>n werk<strong>en</strong> las, weet dit wel. <strong>De</strong> bodem,<br />

waaruit de Heidelbergse Catechismus is gegroeid is Gereformeerd, door <strong>en</strong> door,<br />

ook in het stuk van de praedestinatie, dat nogal e<strong>en</strong>s als e<strong>en</strong> kernmerk<strong>en</strong>d<br />

Gereformeerd leerstuk wordt g<strong>en</strong>oemd. Wie met ernst Ursinus' catechetische<br />

werk<strong>en</strong> bestudeert, ziet dit spoedig <strong>en</strong> ook bij het lez<strong>en</strong> van <strong>Olevianus</strong>'<br />

p<strong>en</strong>n<strong>en</strong>vrucht<strong>en</strong> blijft dit ge<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong> vraag.<br />

14 Zie Ursinus Opera theologica, ed. Reuter 1612, III, aanhangel: Miscellanea Catechetica, kol. 28-37 . .<br />

. perlegi dilig<strong>en</strong>tissime Biblia á G<strong>en</strong>esi usque ad finem Apocalypseos. Hoc ubi fecissem, partim<br />

ridebam, partim exsecrabar ista okftfaaa disputationum, et fumos s<strong>op</strong>hismatum, quae frustra offunduntur<br />

huic fulgori. (kol. 29).<br />

25


E<strong>en</strong> Gereformeerde eig<strong>en</strong>schap van de Heidelbergse Catechismus is ook de wijze<br />

van behandeling der Wet Gods. In haar functie als regel der dankbaarheid voor<br />

d<strong>en</strong> verlost<strong>en</strong> zondaar k<strong>om</strong>t de Wet tot volle toepassing. (Zondag<strong>en</strong> 32-44.) Dit is<br />

e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schap van alle Gereformeerde leerboek<strong>en</strong>. Tot de k<strong>en</strong>nis van onze<br />

ell<strong>en</strong>de wordt de Wet sam<strong>en</strong>gevat in e<strong>en</strong> hoofds<strong>om</strong> naar Matth. 22:37-40. <strong>De</strong><br />

stral<strong>en</strong> van de zon word<strong>en</strong> a.h.w. door e<strong>en</strong> brandglas sam<strong>en</strong>gebundeld <strong>en</strong><br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong> des te meer kracht <strong>om</strong> het diep bederf <strong>en</strong> de grootte van onze ell<strong>en</strong>de<br />

voor ons zielsoog duidelijk te mak<strong>en</strong>; <strong>om</strong> ons te verloss<strong>en</strong> van alle pog<strong>en</strong> <strong>om</strong><br />

buit<strong>en</strong> Christus <strong>om</strong> zelf de weg der verlossing te zoek<strong>en</strong>.<br />

7. Liturgie <strong>en</strong> Kerkorde<br />

M<strong>en</strong> zag in de Palts goed in, dat <strong>op</strong> de Catechismus nu ook e<strong>en</strong> liturgie <strong>en</strong><br />

kerkorde moest volg<strong>en</strong>, die bij het nieuwe leerboek aansloot. Ook wat in <strong>deze</strong><br />

gedaan is, behoort tot de reformatorische arbeid van Frederik III. Hoe dikwijls is<br />

over <strong>deze</strong> ding<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> gehandeld! Eindelijk kwam m<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong><br />

afsluiting. Het concept voor de nieuwe Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing was door Caspar <strong>Olevianus</strong><br />

ontworp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> werd vastgesteld door e<strong>en</strong> Synode in Augustus 1563 gehoud<strong>en</strong>. In<br />

de voorrede van de Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing, die 15 November 1563 vanuit Mosbach<br />

werd gepubliceerd, zegt de vr<strong>om</strong>e keurvorst, dat hij haar in druk heeft lat<strong>en</strong><br />

verschijn<strong>en</strong>, <strong>om</strong> rek<strong>en</strong>schap te gev<strong>en</strong> van de motiev<strong>en</strong>, die hem bewog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

<strong>om</strong> niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> nieuw leerboek in te voer<strong>en</strong> maar <strong>om</strong> ook gelijkvormigheid te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> in de ceremoniën, de bedi<strong>en</strong>ing der sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere<br />

godsdi<strong>en</strong>stige handeling<strong>en</strong>. Hij deelt ook nu weer mede, dat dit werk is tot stand<br />

gek<strong>om</strong><strong>en</strong> met volle medewerking van <strong>zij</strong>n voornaamste theolog<strong>en</strong>,<br />

superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, kerk<strong>en</strong>di<strong>en</strong>aars, geleerd<strong>en</strong>, raadslied<strong>en</strong> <strong>en</strong>z. <strong>De</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> vermaand <strong>om</strong> <strong>deze</strong> orde van di<strong>en</strong>st nu aan te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> te volg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de verwachting wordt uitgesprok<strong>en</strong>, dat e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander zal strekk<strong>en</strong> tot verbreiding<br />

van Gods Woord <strong>en</strong> tot de christelijke <strong>op</strong>bouw van <strong>zij</strong>n onderdan<strong>en</strong>.<br />

Aan het hoofd van alles staat e<strong>en</strong> vermaningsformule, waarmee de predikant<strong>en</strong><br />

hun prediking zull<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>: E<strong>en</strong> belijd<strong>en</strong>is van schuld, e<strong>en</strong> ootmoedige bede<br />

<strong>om</strong> schuldvergeving, <strong>om</strong> niet Gods toorn <strong>op</strong> te wekk<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> bede <strong>om</strong> aangezi<strong>en</strong> te<br />

word<strong>en</strong> in Christus <strong>en</strong> Zijn verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>om</strong> d<strong>en</strong> Heilig<strong>en</strong> Geest, tot verlichting<br />

van ' t verstand van prediker <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te. Dan volgt het Onze Vader <strong>en</strong><br />

vervolg<strong>en</strong>s weer e<strong>en</strong> kerkelijk gebed. Daar<strong>op</strong> wordt de preek gehoud<strong>en</strong>. Over de<br />

leer <strong>en</strong> prediking merkt de Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing <strong>op</strong>, dat <strong>zij</strong> verord<strong>en</strong>d is <strong>om</strong> de<br />

uitverkor<strong>en</strong><strong>en</strong> tot k<strong>en</strong>nis van het heil in Christus te leid<strong>en</strong>. Zij moet alle<strong>en</strong> uit de<br />

canonische boek<strong>en</strong> van Oude- <strong>en</strong> Nieuw Testam<strong>en</strong>t g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> gericht<br />

word<strong>en</strong> <strong>op</strong> de teg<strong>en</strong>woordige fout<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebrek<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te. 2 Tim. 3:16.<br />

<strong>De</strong> predikant<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> aan hun zond<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong>, hun predik<strong>en</strong>, hoe<br />

ze van hun zond<strong>en</strong> <strong>en</strong> ell<strong>en</strong>de verlost word<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe ze Gode voor zulk e<strong>en</strong><br />

verlossing dankbaar zull<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n. Ze zull<strong>en</strong> <strong>deze</strong> drie stukk<strong>en</strong> ijverig predik<strong>en</strong> uit<br />

Gods Woord <strong>en</strong> aldus het gebod<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eesmiddel voor de verwonde gewet<strong>en</strong>s<br />

recht gebruik<strong>en</strong>. Ze zull<strong>en</strong> ook hun predikatiën inricht<strong>en</strong> naar het arme geringe<br />

verstand van het gem<strong>en</strong>e volk <strong>en</strong> de artikel<strong>en</strong> van de Catechismus aan het volk<br />

<strong>op</strong> begrijpelijke wijze inpr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Ze mog<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bijbelboek verklar<strong>en</strong> zonder raad<br />

<strong>en</strong> voorwet<strong>en</strong> van de superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die er<strong>op</strong> zull<strong>en</strong> toezi<strong>en</strong>, dat de boek<strong>en</strong><br />

van het Nieuw Testam<strong>en</strong>t, die voor het volk het nuttigst <strong>zij</strong>n, voorgedrag<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

verklaard word<strong>en</strong>.<br />

Hier<strong>op</strong> volgt dan het do<strong>op</strong>sformulier, met de aanwijzing voor de bedi<strong>en</strong>ing van dit<br />

sacram<strong>en</strong>t. Met nadruk wordt vastgesteld , dat Christus de uitdeling van d<strong>en</strong> do<strong>op</strong><br />

heeft <strong>op</strong>gedrag<strong>en</strong> aan wie ook het Woord bedi<strong>en</strong><strong>en</strong>. Niemand mag hier scheid<strong>en</strong>,<br />

wat Christus heeft sam<strong>en</strong>gevoegd. Niemand mag d<strong>op</strong><strong>en</strong>, wi<strong>en</strong> ' t prek<strong>en</strong> verbod<strong>en</strong><br />

is. <strong>De</strong> Do<strong>op</strong> zal bedi<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> voornamelijk <strong>op</strong> Zon- <strong>en</strong> feestdag<strong>en</strong>, maar in elk<br />

26


geval voor de verzamelde Geme<strong>en</strong>te, die Gods naam voor 't kind moet<br />

aanroep<strong>en</strong>. Ook zal de vader van het kind d<strong>en</strong> kerk<strong>en</strong>di<strong>en</strong>aar <strong>om</strong> d<strong>en</strong> do<strong>op</strong> van<br />

<strong>zij</strong>n kind vrag<strong>en</strong>, zich tot de do<strong>op</strong> zelf voeg<strong>en</strong>, God dank<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>zij</strong>n plicht<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong>over de Kerk vervull<strong>en</strong>.<br />

In nauwe aansluiting hieraan, wordt gesprok<strong>en</strong> over de roeping der Geme<strong>en</strong>te <strong>om</strong><br />

de kinder<strong>en</strong> te onderwijz<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de kinder<strong>en</strong> der Israëliet<strong>en</strong> onderwez<strong>en</strong><br />

moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangaande Gods verbond <strong>en</strong> 't bondstek<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Do<strong>op</strong> roept tot<br />

boete <strong>en</strong> geloof, <strong>op</strong>dat de led<strong>en</strong> straks tot het Avondmaal kunn<strong>en</strong> toegelat<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> daartoe voor de ganse Geme<strong>en</strong>te belijd<strong>en</strong>is van hun geloof do<strong>en</strong>. Ook<br />

de ganse Geme<strong>en</strong>te moet uit de Heidelbergse Catechismus onderwez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Daartoe is 't boek in 52 Zondagsafdeling<strong>en</strong> verdeeld. Iedere Zondagmiddag moet<br />

één afdeling behandeld word<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> moet vóór de preek telk<strong>en</strong>s één van<br />

de ti<strong>en</strong> lectiones gelez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. -<br />

Hierna volg<strong>en</strong> de formulier<strong>en</strong> voor de bedi<strong>en</strong>ing van het heilig Avondmaal, zowel<br />

voor de voorbereiding als voor de viering zelf. Het Avondmaal moest in de sted<strong>en</strong><br />

iedere maand gevierd word<strong>en</strong>, in de dorp<strong>en</strong> iedere twee maand<strong>en</strong>. In beide o.a.<br />

altijd <strong>op</strong> Kerstfeest, Pas<strong>en</strong> <strong>en</strong> Pinkster<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nog frequ<strong>en</strong>ter viering wordt<br />

aanbevol<strong>en</strong>. Dit is geheel naar Calvijns <strong>op</strong>vatting, die in Straatsburg reeds het<br />

goede voorbeeld gaf <strong>en</strong> in G<strong>en</strong>ève slechts node was gewek<strong>en</strong> voor het verzet van<br />

het volk. 15<br />

Bij de aankondiging <strong>op</strong> de voorafgaande Zondag moest telk<strong>en</strong>s de ganse<br />

Geme<strong>en</strong>te word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gewekt <strong>om</strong> aan de viering deel te nem<strong>en</strong>. <strong>De</strong> voorbereiding<br />

werd des zaterdags gehoud<strong>en</strong>, vlak voor de viering van het Avondmaal dus. 't<br />

Moest e<strong>en</strong> preek <strong>zij</strong>n over het rechte begrip <strong>en</strong> 't juiste gebruik van het Heilig<br />

Avondmaal. Er bestond ge<strong>en</strong> Confirmatie, zoals teg<strong>en</strong>woordig in de Duitse<br />

Lutherse kerk<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> <strong>op</strong>name onder de C<strong>om</strong>municant<strong>en</strong> kon vóór iedere Avondmaalsviering plaats<br />

vind<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing bepaalde dat de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare belijd<strong>en</strong>is ra de prediking<br />

moest geschied<strong>en</strong>. <strong>De</strong> jonge led<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> belijd<strong>en</strong>is van hun zond<strong>en</strong> do<strong>en</strong>, de<br />

artikel<strong>en</strong> van de Apostolische Geloofsbelijd<strong>en</strong>is <strong>op</strong>zegg<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als de Wet des<br />

Heer<strong>en</strong> <strong>en</strong> het Onze Vader <strong>en</strong> werd<strong>en</strong> daarna ondervraagd over het H.<br />

Avondmaal, uit de Heidelbergse Catechismus. Ook wie uit verleg<strong>en</strong>heid niet goed<br />

durfd<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> onderwez<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarna toegelat<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Aan het slot van de "voorbereiding " der Geme<strong>en</strong>te, stelde de Di<strong>en</strong>aar des Woords<br />

drie vrag<strong>en</strong> aan all<strong>en</strong>: Of <strong>zij</strong> hun zond<strong>en</strong> recht beled<strong>en</strong>, of <strong>zij</strong> zich toevertrouwd<strong>en</strong><br />

aan d<strong>en</strong> Heiland, <strong>en</strong> of <strong>zij</strong> bereid war<strong>en</strong> met hun ganse lev<strong>en</strong> de Heere<br />

dankbaarheid te bewijz<strong>en</strong>? <strong>De</strong> Di<strong>en</strong>aar des Woords moest ook e<strong>en</strong> vermaning aan<br />

de geme<strong>en</strong>te voorlez<strong>en</strong> bij de viering van het Avondmaal.<br />

<strong>De</strong> rubriek van het Avondmaal sluit met e<strong>en</strong> disciplinaire verord<strong>en</strong>ing. Hierbij<br />

wordt met grote nadruk de noodzakelijkheid van de kerkelijke tucht beklemtoond.<br />

<strong>De</strong> pauselijke ban wordt verworp<strong>en</strong>, maar de christelijke ban met grote<br />

instemming aanvaard. Hij moet getrouw volg<strong>en</strong>s Matthéüs 18 word<strong>en</strong> beoef<strong>en</strong>d.<br />

<strong>De</strong> ban is van de Geme<strong>en</strong>te, niet van één bepaald Di<strong>en</strong>aar. Zelfs het geringste lid<br />

moet hier meewerk<strong>en</strong>. In iedere geme<strong>en</strong>te moet e<strong>en</strong> bepaald aantal ouderling<strong>en</strong><br />

gekoz<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, die d<strong>en</strong> predikant bijstaan in het uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong> van de kerkelijke<br />

tucht. <strong>De</strong>ze ouderling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong>maal, andermaal <strong>en</strong> voor de derde maal<br />

verman<strong>en</strong> <strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte, bij onboetvaardigheid, uitsluit<strong>en</strong> uit de Christelijke geme<strong>en</strong>schap,<br />

totdat betering des lev<strong>en</strong>s wordt beloofd <strong>en</strong> betoond. E<strong>en</strong> verdere<br />

verord<strong>en</strong>ing zou nog volg<strong>en</strong>, die vaststell<strong>en</strong> zou, hoe in <strong>deze</strong> geprocedeerd moest<br />

word<strong>en</strong>. <strong>De</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, edel<strong>en</strong> <strong>en</strong>z. hadd<strong>en</strong> nogal bezwar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de invoering<br />

van de kerkelijke tucht. Erastus c.s. vond<strong>en</strong> b.v. dat vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> raadslied<strong>en</strong> niet<br />

onder <strong>deze</strong> tucht moest<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>. (Zie het verder<strong>op</strong> volg<strong>en</strong>de hoofdstukje over de<br />

15 In Straatsburg, dat eerst Gereformeerd, later Luthers werd, werd in 1534 reeds iedere Zondag<br />

Avondmaal gevierd in één van de vier grootste parochiën. In de andere parochiën minst<strong>en</strong>s één maal<br />

per maand. Zo was ook in Basel de gewoonte iedere Zondag het Avondmaal te vier<strong>en</strong>.<br />

27


strijd <strong>om</strong> de kerkelijke tucht.)<br />

Hier<strong>op</strong> volgt in de Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> regeling voor de armverzorgers.<br />

Dan k<strong>om</strong><strong>en</strong> de Gebed<strong>en</strong>. Voor de <strong>op</strong><strong>en</strong>bare eredi<strong>en</strong>st, in de week <strong>en</strong> des Zondags,<br />

morg<strong>en</strong>- <strong>en</strong> avondgebed<strong>en</strong>; <strong>op</strong>gave van de feestdag<strong>en</strong>; e<strong>en</strong> formulier voor<br />

huwelijksbevestiging; e<strong>en</strong> verord<strong>en</strong>ing voor het bezoek<strong>en</strong> van ziek<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> met de bijbehor<strong>en</strong>de formuliergebed<strong>en</strong>.<br />

Aan het slot k<strong>om</strong>t nog de rubriek: van de begraf<strong>en</strong>is.<br />

Geëist wordt het nalat<strong>en</strong> van alle pauselijke <strong>en</strong> bijgelovige ceremoniën. Het is<br />

intuss<strong>en</strong> gew<strong>en</strong>st, dat de afgestorv<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong> eerbare <strong>en</strong> betamelijke wijze<br />

begrav<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Om dit <strong>op</strong> e<strong>en</strong> voor de geme<strong>en</strong>te nuttige manier te regel<strong>en</strong>,<br />

werd bepaald, dat m<strong>en</strong> eerst de klokk<strong>en</strong> moest luid<strong>en</strong> <strong>en</strong> hierbij arm <strong>en</strong> rijk<br />

volk<strong>om</strong><strong>en</strong> gelijk moest behandel<strong>en</strong>. Aan de rouw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> begeleid<strong>en</strong>de broeders<br />

<strong>en</strong> zusters moest 1 Thess. 4 of Joh. 11 word<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong>. Hier<strong>op</strong> moest e<strong>en</strong><br />

korte preek volg<strong>en</strong>, die zich moest onthoud<strong>en</strong> van alle lof der gestorv<strong>en</strong><strong>en</strong>, <strong>op</strong>dat<br />

de lijkpredikaties niet misbruikt werd<strong>en</strong>. Het Onze Vader <strong>en</strong> de Apostolische<br />

Geloofsbelijd<strong>en</strong>is slot<strong>en</strong> de begraf<strong>en</strong>isplechtigheid.<br />

Ev<strong>en</strong>goed als de Heidelbergse Catechismus is ook <strong>deze</strong> Gereformeerde liturgie <strong>en</strong><br />

kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing niet origineel afk<strong>om</strong>stig alle<strong>en</strong> uit de Palts, maar uit tal van<br />

buit<strong>en</strong>landse Gereformeerde Kerk<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Ordonnances ecclésiastiques van Calvijn<br />

<strong>en</strong> de G<strong>en</strong>eefse kerk, de liturgie van de Nederlandse vluchteling<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te<br />

Emd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Lond<strong>en</strong>, onder Johannes à Lasco, hebb<strong>en</strong> hun di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> aan <strong>Olevianus</strong><br />

bewez<strong>en</strong>. Ook de liturgie van de Zürichse Gereformeerd<strong>en</strong>. 16 Het gebed vóór de<br />

prediking, de algem<strong>en</strong>e zondebelijd<strong>en</strong>is, is bijna e<strong>en</strong> letterlijke vertaling van het<br />

beroemde gebed van Calvijn, dat in de mond van Beza, <strong>op</strong> het Coloquium te<br />

Poissy (bij Parijs), zulk e<strong>en</strong> onverdeelde bewondering verwekte. Andere<br />

kerkgebed<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n <strong>op</strong> het nauwst met de G<strong>en</strong>eefse verwant. Ook de algem<strong>en</strong>e<br />

voorbede na de predikatie is weer e<strong>en</strong> bijna letterlijke vertaling van het<br />

overe<strong>en</strong>k<strong>om</strong>stige formuliergebed van Calvijn. Hetzelfde valt ons <strong>op</strong> bij de<br />

morg<strong>en</strong>- <strong>en</strong> avondgebed<strong>en</strong>. Ook de liturgie voor de di<strong>en</strong>st bij sterv<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gevang<strong>en</strong><strong>en</strong> toont, dat ze bewerkt is naar het voorbeeld van G<strong>en</strong>ève. Ev<strong>en</strong>zo nog<br />

het huwelijksformulier.<br />

<strong>De</strong> formulier<strong>en</strong> voor Do<strong>op</strong> <strong>en</strong> Avondmaal <strong>zij</strong>n daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> veel meer ontle<strong>en</strong>d aan<br />

de liturgie van Johannes à Lasco.<br />

Goosz<strong>en</strong> heeft bijzonder de aandacht gevestigd <strong>op</strong> "het boekje van de breking des<br />

broods " , dat in <strong>deze</strong>n tijd te Heidelberg versche<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarover heel wat te do<strong>en</strong> is<br />

geweest. Goosz<strong>en</strong> wijdt veel aandacht aan de afschaffing van tal van Ro<strong>om</strong>se<br />

gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> de invoering van het brek<strong>en</strong> van het avondmaalsbrood. Hij toont<br />

aan, dat de betek<strong>en</strong>is van dit broodbrek<strong>en</strong> juist de Lutherse <strong>op</strong>vatting van het<br />

Avondmaal in gedrang bracht. Vandaar de scherpe <strong>op</strong>positie van <strong>deze</strong> kant.<br />

Verder wijdt Goosz<strong>en</strong> zeer bijzondere aandacht aan de invloed van Zwingli <strong>en</strong><br />

Bullinger <strong>op</strong> de gang van zak<strong>en</strong> in de Palts. Hij bespreekt de liturgieën te Bazel, te<br />

Bern, te Neufchatel (Willem Farel) <strong>en</strong> te Zürich. Hij s<strong>om</strong>t de Nederlanders <strong>op</strong>, die<br />

te Heidelberg gestudeerd hebb<strong>en</strong> of in de Palts e<strong>en</strong> functie hebb<strong>en</strong> bekleed.<br />

Hierbij wijdt hij veel aandacht aan Anastasius Veluanus, die e<strong>en</strong> tijdlang<br />

superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t te Bacharach aan de Rijn was. Ook <strong>op</strong> het Zwingliaanse elem<strong>en</strong>t<br />

bij de Lond<strong>en</strong>se Nederlandse vluchteling<strong>en</strong> wordt gewez<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> de grote invloed,<br />

die mann<strong>en</strong> als à Lasco, Micron <strong>en</strong> Ut<strong>en</strong>hove hebb<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>d <strong>op</strong> de ontwikkeling<br />

van de Gereformeerde liturgie.<br />

16 Sudhoff verzuimt de laatst<strong>en</strong> te noem<strong>en</strong>. Goosz<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> geeft e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong>redige plaats in <strong>zij</strong>n<br />

beschouwing<strong>en</strong> aan Zwingli, Bullinger <strong>en</strong> de Zürichse vleugel der Reformatie (zie <strong>zij</strong>n boek over de<br />

Heidelberger Catechismus <strong>en</strong> 't boekje van de breking des broods).<br />

28


Van andere <strong>zij</strong>de (Heppe e.a.) heeft m<strong>en</strong> ook in de kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing van de Palts<br />

weer allerlei Melanchthoniaanse elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tracht<strong>en</strong> <strong>op</strong> te spor<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> heeft<br />

hierbij vooral gewez<strong>en</strong> <strong>op</strong> het bepaalde inzake de "Krank<strong>en</strong>c<strong>om</strong>munie". Maar m<strong>en</strong><br />

verloor uit het oog, dat ook Calvijn, Martyr <strong>en</strong> Beza de Krank<strong>en</strong>c<strong>om</strong>munie k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>,<br />

dat ze ook voork<strong>om</strong>t in de liturgie van de Gereformeerde Frankforter<br />

vluchteling<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>te, <strong>en</strong> dat ze ook e<strong>en</strong> plaats kreeg in de Poolse, Hongaarse<br />

<strong>en</strong> Engelse kerk<strong>en</strong>. Ze werd te Bazel o.a. door Oecolampadius ingevoerd. Maar<br />

m<strong>en</strong> verlieze niet uit het oog, dat <strong>deze</strong> Krank<strong>en</strong>c<strong>om</strong>munie in de liturgie van de<br />

Palts niet als noodzakelijk wordt voorgesteld. Ze wordt alle<strong>en</strong> toegelat<strong>en</strong> onder<br />

bepaalde beperking<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> wil duidelijk de paapse bijgelovighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> de z.g.<br />

c<strong>om</strong>munie voor de sterv<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ook hier voork<strong>om</strong><strong>en</strong>. Als m<strong>en</strong> dan ook<br />

"Krank<strong>en</strong>c<strong>om</strong>munie" houdt moet<strong>en</strong> ook vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, familieled<strong>en</strong> <strong>en</strong> bur<strong>en</strong> aan de<br />

viering deelnem<strong>en</strong>.<br />

M<strong>en</strong> heeft ook gewez<strong>en</strong> <strong>op</strong> de grote invloed van de overheid in de Kerk, maar<br />

vergat dat de Christelijke Overheid in die dag<strong>en</strong> ook te Zürich, Bern, t<strong>en</strong> dele ook<br />

te G<strong>en</strong>ève, e<strong>en</strong> soortgelijke positie innam als in de Palts. M<strong>en</strong> zie ook wat Ursinus<br />

aan <strong>zij</strong>n vri<strong>en</strong>d Crato schrijft over uiting<strong>en</strong> van Calvijn t.a.v. de Krank<strong>en</strong>c<strong>om</strong>munie<br />

(26 Januari 1574).<br />

Ook de frequ<strong>en</strong>tie van de avondmaalviering is helemaal niet on-Gereformeerd. Als<br />

Calvijn 4 x 's jaars Avondmaal vierde te G<strong>en</strong>ève was dit "contre coeur". Zelf zegt<br />

hij, dat hij de weerstrevige hardnekkigheid niet kon overwinn<strong>en</strong>.<br />

Calvijn liet zelfs <strong>zij</strong>n m<strong>en</strong>ing vastlegg<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> protocol, <strong>op</strong>dat dit later, na <strong>zij</strong>n<br />

dood, nog zou getuig<strong>en</strong> van <strong>zij</strong>n verzet teg<strong>en</strong> <strong>en</strong> afkeuring van het verkeerde gebruik<br />

te G<strong>en</strong>ève. In <strong>zij</strong>n Institutie (IV. 17.46) noemt hij de gewoonte <strong>om</strong> 1 x ' s<br />

jaars te c<strong>om</strong>municer<strong>en</strong>, zo zeker als het maar kan e<strong>en</strong> uitvinding van d<strong>en</strong> duivel,<br />

<strong>en</strong> verzekert dat Zephirinus in <strong>zij</strong>n tijd er iets goeds mee voor had. Hij wilde<br />

namelijk dat althans 1 x ' s jaars all<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk als één kudde <strong>om</strong> het Heilig<br />

Avondmaal geschaard zoud<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n. M<strong>en</strong> kwam immers slechts zo nu <strong>en</strong> dan in<br />

klein<strong>en</strong> getale. En dan zegt hij : "minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>s per week had de tafel des Heer<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangericht voor de vergadering der Christ<strong>en</strong><strong>en</strong>", de beloft<strong>en</strong><br />

hadd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verklaard, die ons aan die tafel geestelijk voed<strong>en</strong>;<br />

niemand had gedwong<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, maar all<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

aangespoord <strong>en</strong> aangezet, ook had de slapheid der trag<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

berispt. All<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> zo als e<strong>en</strong> grote kudde, als hongerig<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong><br />

sam<strong>en</strong>k<strong>om</strong><strong>en</strong> tot zulke heerlijke g<strong>en</strong>ieting<strong>en</strong>. Enz.<br />

<strong>Olevianus</strong> stelde later in de Herborner Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing de maandelijkse viering<br />

voor Nassau, Solms, Wied, Berleburg vast.<br />

Wel is dit alles voor ons, Gereformeerd<strong>en</strong> van <strong>deze</strong> tijd, e<strong>en</strong> aanklacht. Nog<br />

steeds vier<strong>en</strong> wij in Nederland het Heilig Avondmaal 4 of 6 maal ' ' s jaars. Nog<br />

steeds volhard<strong>en</strong> wij dus in de G<strong>en</strong>eefse "hardnekkigheid", die Calvijn zoveel<br />

verdriet deed. En nog steeds hor<strong>en</strong> wij van Lutherse <strong>en</strong> Anglicaanse kerk<strong>en</strong>, dat<br />

dààr iedere Zondag geleg<strong>en</strong>heid is tot "avondmaalvier<strong>en</strong> " .<br />

Zit hier dan toch iets van "Sacram<strong>en</strong>tarisme " , minachting van de sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, in?<br />

Dit kan ook het geval <strong>zij</strong>n, al huldigt m<strong>en</strong> "zware" <strong>op</strong>vatting<strong>en</strong>!<br />

<strong>De</strong> viering van het Avondmaal geschiedde in de Palts <strong>op</strong> echt Gereformeerde<br />

wijze. <strong>De</strong> oblat<strong>en</strong>, de ouwels, werd<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door gewoon brood. Het brek<strong>en</strong><br />

des broods werd ingevoerd. Over dit punt is veel geschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> in<br />

boek<strong>en</strong>, briev<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> de synod<strong>en</strong>.<br />

S<strong>om</strong>s brak m<strong>en</strong> all<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stukje af van één brood. S<strong>om</strong>s sneed m<strong>en</strong> het brood<br />

ook tevor<strong>en</strong> in rep<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> leze erover bij Goosz<strong>en</strong>, die over <strong>deze</strong> zaak veel<br />

wet<strong>en</strong>swaardigs vertelt.<br />

Ook de altar<strong>en</strong>, de priesterkleder<strong>en</strong>, de licht<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bell<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> afgeschaft.<br />

M<strong>en</strong> was tevred<strong>en</strong> met het aanzitt<strong>en</strong> aan één tafel.<br />

Echt Gereformeerd is ook het oud-christelijke "Sursum corda" in de<br />

29


avondmaalsdi<strong>en</strong>st. In ons teg<strong>en</strong>woordige Nederlandse formulier vindt ge aan het<br />

einde, na het lange gebed, dat eindigt met het credo: "Opdat wij dan met het<br />

waarachtige hemelse brood Christus gespijzigd mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, zo laat ons met<br />

onze hart<strong>en</strong> niet aan de uiterlijke tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van brood <strong>en</strong> wijn blijv<strong>en</strong> hang<strong>en</strong>, maar<br />

onze hart<strong>en</strong> <strong>op</strong>waarts in d<strong>en</strong> hemel verheff<strong>en</strong>, waar Jezus Christus is, onze<br />

Voorspraak, ter rechterhand van Zijn hemelse Vader <strong>en</strong>z,"<br />

Christus ' geme<strong>en</strong>schap is niet te zoek<strong>en</strong> in ' t uiterlijke brood, alsof Hij dáárin<br />

wegschool, maar in de hemel. Wij moet<strong>en</strong> sursum corda! de hart<strong>en</strong> naar Bov<strong>en</strong>!<br />

<strong>De</strong> geme<strong>en</strong>schap met Christus, het hemelse Brood, ontvang<strong>en</strong> wij door de<br />

werking des Heilig<strong>en</strong> Geestes, door e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>d geloof!<br />

Dit "Sursum corda " vind<strong>en</strong> wij bij Calvijn, bij à Lasco, bij <strong>Olevianus</strong> <strong>en</strong> ook, zoals<br />

wij juist laz<strong>en</strong>, in onze Nederlandse liturgie.<br />

Zo werd de nieuwe Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing van 15 November 1563 e<strong>en</strong> waardige<br />

aanvulling van de nieuwe Catechismus. M<strong>en</strong> liet de oude koers van Otto Heinrich<br />

var<strong>en</strong> <strong>en</strong> stuurde nu in beslist Gereformeerde richting, overtuigd dat <strong>deze</strong> naar<br />

Gods Woord was. <strong>De</strong> vóórarbeid van <strong>Olevianus</strong> had <strong>op</strong> de Synode de meest<br />

besliste bijval gevond<strong>en</strong>. Slechts <strong>en</strong>kel<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> woord gesprok<strong>en</strong> over<br />

e<strong>en</strong> meer bemiddel<strong>en</strong>d standpunt, maar ze vond<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> bijval. Alle<strong>en</strong> bekortte de<br />

Synode de formulier<strong>en</strong> voor Do<strong>op</strong> <strong>en</strong> Avondmaal iets.<br />

<strong>De</strong> afsluiting van dit grootse reformatorische werk is in zekere zin te vind<strong>en</strong> in de<br />

Kerk<strong>en</strong>raadsord<strong>en</strong>ing van 1564. <strong>De</strong>ze is <strong>op</strong>gesteld door d<strong>en</strong> kanselier Ehem, e<strong>en</strong><br />

trouwe mede-arbeider van de keurvorst <strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong>. Met d<strong>en</strong> laatste g<strong>en</strong>oot hij<br />

de bijzondere gunst van Frederik III.<br />

<strong>De</strong>ze Kerk<strong>en</strong>raadsord<strong>en</strong>ing regelt het werk van de "Kerk<strong>en</strong>raad van Heidelberg " ,<br />

die e<strong>en</strong> soort "<strong>op</strong>perkerk<strong>en</strong>raad " was. Ze gaat uit van de gedachte, dat de<br />

Christelijke Overheid ook voor het eeuwig heil <strong>en</strong> 't kerkelijk wel<strong>zij</strong>n van haar<br />

onderdan<strong>en</strong> te zorg<strong>en</strong> heeft.<br />

M<strong>en</strong> vergelijke de oude redactie van art. 36 Nederlandse Geloofsbelijd<strong>en</strong>is, die in<br />

1905 door de Synode van Gereformeerde Kerk<strong>en</strong> in Nederland werd gewijzigd. In<br />

de aanhef van de Kerk<strong>en</strong>raadsord<strong>en</strong>ing staat <strong>deze</strong> grondstelling dan ook duidelijk<br />

aangegev<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Christelijke Overheid moet haar onderdan<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> bewar<strong>en</strong><br />

bij e<strong>en</strong> goed, vreedzaam <strong>en</strong> rustig lev<strong>en</strong>, bescherm<strong>en</strong>; maar ze ook met<br />

getrouwe, Godvrez<strong>en</strong>de <strong>en</strong> deugdelijke zielzorgers, kerk<strong>en</strong>- <strong>en</strong> schooldi<strong>en</strong>aars<br />

voorzi<strong>en</strong>. Zij moet beide de uiterlijke tucht <strong>en</strong> politie, maar ook de ware zuivere<br />

godsdi<strong>en</strong>st, zoveel <strong>zij</strong> vermag, plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> handhav<strong>en</strong>. Toch wilde Frederik III de<br />

kerk niet overvleugel<strong>en</strong> door de staat, noch kerk <strong>en</strong> staat verm<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Juist <strong>om</strong> dit<br />

te voork<strong>om</strong><strong>en</strong> stelde hij de Heidelbergse Kerk<strong>en</strong>raad in. Later kond<strong>en</strong> de<br />

bewoners van de Palts Frederik III hiervoor niet g<strong>en</strong>oeg dank<strong>en</strong>. Hij had de<br />

hoogste kerkelijke autoriteit (dat was <strong>deze</strong> Kerk<strong>en</strong>raad) beslist onafhankelijk van<br />

de staat gemaakt. <strong>De</strong>ze Heidelbergse Kerk<strong>en</strong>raad was in later tijd herhaaldelijk<br />

e<strong>en</strong> bolwerk voor de Gereformeerd<strong>en</strong> van de Palts. Teg<strong>en</strong> hem richtte zich b.v. in<br />

de 18e eeuw de Ro<strong>om</strong>se reactie.<br />

Met het aftred<strong>en</strong> van Heszhusius was beslot<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> G<strong>en</strong>eraal superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<br />

meer te b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. <strong>De</strong> hoogste kerkelijke macht kwam nu in hand<strong>en</strong> van <strong>deze</strong><br />

Heidelbergse Kerk<strong>en</strong>raad. Van hem ging uit de bezetting van alle predikants- <strong>en</strong><br />

onderwijzersplaats<strong>en</strong>. Wie de kerk<strong>en</strong>raadsord<strong>en</strong>ing doorleest, krijgt e<strong>en</strong> goed<br />

inzicht in de kerkelijke verhouding<strong>en</strong> in de Palts. In <strong>deze</strong> Heidelbergse Kerk<strong>en</strong>raad<br />

hadd<strong>en</strong> 3 theolog<strong>en</strong> <strong>en</strong> 3 politici zitting, met e<strong>en</strong> toegevoegde secretaris.<br />

Driemaal in de week, zo nodig meer, werd vergaderd. Taak: bezetting van alle<br />

predikantsplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> schoolmeesterplaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontzetting van ondeugdelijke<br />

person<strong>en</strong>. <strong>De</strong> kerk<strong>en</strong>raad had ook <strong>op</strong>pertoezicht inzake discipline <strong>en</strong> tucht. Onder<br />

hem stond<strong>en</strong> in ieder district één superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t. <strong>De</strong> laatste moest e<strong>en</strong> geleerd,<br />

ervar<strong>en</strong>, aanzi<strong>en</strong>lijk <strong>en</strong> tamelijk bejaard man <strong>zij</strong>n. Verder was de kerk<strong>en</strong>raad<br />

belast met de examinatie <strong>en</strong> 't beoordel<strong>en</strong> van de proefpreek. <strong>De</strong> kandidat<strong>en</strong><br />

moest<strong>en</strong> vóór hun indi<strong>en</strong>sttreding de Heidelbergse Catechismus approber<strong>en</strong>. Ze<br />

30


werd<strong>en</strong> meest eerst Diakonus <strong>en</strong> na e<strong>en</strong> tweede examinatie predikant. <strong>De</strong><br />

toek<strong>om</strong>stige predikant<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> door de kerk<strong>en</strong>raad van Heidelberg vermaand<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong>gewekt. Later volgde e<strong>en</strong> "Bevestigingsformulier " . Ook de<br />

overplaatsing van predikant<strong>en</strong> <strong>en</strong> schoolmeesters was aan <strong>deze</strong> kerk<strong>en</strong>raad<br />

toevertrouwd. Hij moest ev<strong>en</strong>tueel straff<strong>en</strong> uitdel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de tucht over de<br />

ambtsdragers handhav<strong>en</strong>. Hij had toezicht over h<strong>en</strong> met de superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

regelde het werk der laatstg<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong>.<br />

Ook moest<strong>en</strong> er voor ieder departem<strong>en</strong>t of district synod<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Elk<br />

jaar in Mei. <strong>De</strong> kerk<strong>en</strong>raad zond er 1 theoloog 1 politicus <strong>en</strong> 1 schrijver he<strong>en</strong>, ook<br />

de betrokk<strong>en</strong> superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t was er aanwezig. <strong>De</strong> predikant<strong>en</strong> <strong>en</strong> schoolmeesters<br />

van <strong>zij</strong>n ressort moest<strong>en</strong> lijst<strong>en</strong> van de bestaande gebrek<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> met<br />

voorstell<strong>en</strong> tot verbetering k<strong>om</strong><strong>en</strong>. Ook de burgemeesters werd<strong>en</strong> gehoord <strong>en</strong><br />

naar hun w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> adviez<strong>en</strong> gevraagd.<br />

Voor uitgebreider kring<strong>en</strong> war<strong>en</strong> twee synod<strong>en</strong> vastgesteld. Hier moest<strong>en</strong><br />

behandeld word<strong>en</strong> : punt<strong>en</strong> van de leer, ceremoniën in kerk <strong>en</strong> school, lev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gedrag van predikant<strong>en</strong> <strong>en</strong> leraars, de aalmoez<strong>en</strong>, de traktem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de toestand<br />

van de kerk- <strong>en</strong> schoolgebouw<strong>en</strong>. Allerlei bepaling<strong>en</strong> voor de c<strong>en</strong>suur werd<strong>en</strong><br />

gemaakt. <strong>De</strong> superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t deed verslag <strong>en</strong> besprak tal van belangrijke punt<strong>en</strong>.<br />

Gevraagd werd ook of er nog beeld<strong>en</strong>, schilderij<strong>en</strong>, crucifix<strong>en</strong> of andere ding<strong>en</strong> in<br />

de kerk<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, die tot afgoderij di<strong>en</strong>d<strong>en</strong>, of er nog paapse, heid<strong>en</strong>se <strong>en</strong><br />

afgodische gebruik<strong>en</strong> of gewoont<strong>en</strong> heerst<strong>en</strong>, hoe het volk zich in de leer<br />

gedroeg, hoe schout <strong>en</strong> schep<strong>en</strong><strong>en</strong> hun taak vervuld<strong>en</strong>, of geregeld aalmoez<strong>en</strong><br />

verzameld werd<strong>en</strong> <strong>en</strong> uitgedeeld, hoe de huiz<strong>en</strong> gebouwd werd<strong>en</strong>, hoe de<br />

traktem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> betaald.<br />

Ook moest<strong>en</strong> de superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zo nodig all<strong>en</strong> naar Heidelberg k<strong>om</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> met<br />

de kerk<strong>en</strong>raad vergader<strong>en</strong> <strong>om</strong> sam<strong>en</strong> te sprek<strong>en</strong> over de nodige punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> over<br />

de gebrek<strong>en</strong> in kerk <strong>en</strong> school. Ook moest visitatie gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

instructie.<br />

<strong>De</strong> verzorging, verbetering <strong>en</strong> vermeerdering van de schol<strong>en</strong> wordt de kerk<strong>en</strong>raad<br />

ernstig aanbevol<strong>en</strong>, <strong>om</strong>dat <strong>deze</strong> taak van het uiterste gewicht is.<br />

<strong>De</strong> "Kerk<strong>en</strong>raad" heeft ook alle<strong>en</strong> in het 'Sapi<strong>en</strong>tia-college' <strong>op</strong> te nem<strong>en</strong>, wie hij<br />

geschikt acht. Twee led<strong>en</strong> van hem oef<strong>en</strong><strong>en</strong> het toezicht in dit Paedagogicum. <strong>De</strong><br />

"Kerk<strong>en</strong>raad" moet zorg<strong>en</strong> dat de arm<strong>en</strong>zorg overal wordt betracht. <strong>De</strong> kerkelijke<br />

tucht moet door <strong>deze</strong> Opperkerk<strong>en</strong>raad geoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>. Hij moet zo nodig<br />

bestraff<strong>en</strong> met het Woord Gods. Bij verzet moet de wereldlijke Overheid<br />

aanvull<strong>en</strong>d <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>. Als alle middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> stadiën van vermaning, (ook de steun<br />

van de wereldlijke arm <strong>en</strong> de 2-malige afhouding van het Heilig Avondmaal), <strong>zij</strong>n<br />

uitgeput, moet de halsstarrige uitgeslot<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> van de kansel word<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>d gemaakt, ook zal telk<strong>en</strong>s voor hem gebed<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hij is nu e<strong>en</strong><br />

afgesned<strong>en</strong> lid, niet meer toegelat<strong>en</strong> tot het H. Avondmaal, <strong>en</strong> tot het peetschap.<br />

<strong>De</strong> regel van 2 Thess. 3 : 14 zal teg<strong>en</strong>over hem betracht word<strong>en</strong>. Bekeert e<strong>en</strong><br />

afvallige zich, dan zal hij in 't <strong>op</strong><strong>en</strong>baar weer <strong>op</strong>g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> word<strong>en</strong> met gebed <strong>en</strong><br />

dankzegging.<br />

<strong>De</strong> keurvorst behield zich voor <strong>deze</strong> ord<strong>en</strong>ing te wijzig<strong>en</strong> te geleg<strong>en</strong>er tijd. <strong>De</strong><br />

verord<strong>en</strong>ing is gedagtek<strong>en</strong>d: 21 Juli 1564.<br />

Eerst werd e<strong>en</strong> grote <strong>op</strong>positie teg<strong>en</strong> de nieuwe orde <strong>op</strong><strong>en</strong>baar. Tal van<br />

pamflett<strong>en</strong> <strong>en</strong> traktat<strong>en</strong> versch<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>om</strong> haar te bespott<strong>en</strong> <strong>en</strong> te lak<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

Lutherse vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> theolog<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong>d<strong>en</strong> de rij. <strong>De</strong> auth<strong>en</strong>tieke stukk<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n o.a.<br />

door Goosz<strong>en</strong> gepubliceerd. Hij deelt tal van facta <strong>en</strong> acta mede <strong>en</strong> vele<br />

wet<strong>en</strong>swaardighed<strong>en</strong> rond<strong>om</strong> Catechismus <strong>en</strong> Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing (Forma et<br />

ceremoniae).<br />

Het was vooral Ursinus, die nam<strong>en</strong>s de theolog<strong>en</strong> van Heidelberg <strong>zij</strong>n prachtige,<br />

heldere verweerschrift<strong>en</strong> schreef. Iets erover is in de brochure Zacharias Ursinus<br />

<strong>en</strong> de Heidelbergse Catechismus van mijn hand medegedeeld. Zie a.w. blz. 30<br />

v.v.<br />

31


8. Bevestiging van de reformatie in de Palts.<br />

Eig<strong>en</strong>lijk behoort het laatstg<strong>en</strong>oemde reeds tot <strong>deze</strong> bevestiging der reformatie.<br />

Maar ook <strong>Olevianus</strong> liet zich niet onbetuigd. Streed Ursinus teg<strong>en</strong>over de vorst<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> geleerd<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>; hij was de apologeet voor het volk. Vooral door de<br />

prek<strong>en</strong>, die hij liet drukk<strong>en</strong>. Het <strong>zij</strong>n niet all<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijke prek<strong>en</strong>. S<strong>om</strong>s war<strong>en</strong> het<br />

meer verhandeling<strong>en</strong>, of prek<strong>en</strong>, waaraan veel uitbreiding was gegev<strong>en</strong>. Ze<br />

werd<strong>en</strong> ook buit<strong>en</strong> de Palts gelez<strong>en</strong>. Flacius, met wie Ursinus zo voortreffelijk de<br />

deg<strong>en</strong> kruiste, schreef teg<strong>en</strong> de prek<strong>en</strong> van <strong>Olevianus</strong>: Widerlegung vier<br />

Predigt<strong>en</strong> eines Sakram<strong>en</strong>tariërs mit Zunam<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong>. (1564)<br />

Flacius doet erg gewichtig maar gaat niet <strong>op</strong> de kwestie in. <strong>De</strong> "prek<strong>en</strong> " van<br />

<strong>Olevianus</strong> echter <strong>zij</strong>n ook nu nog t<strong>en</strong>volle de moeite waard <strong>om</strong> te lez<strong>en</strong>. Ze <strong>zij</strong>n<br />

verkwikk<strong>en</strong>d, leerrijk, <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote aantrekkingskracht uit. <strong>De</strong> 1 ste<br />

handelde over de hoofdoorzaak van alle dwaling in de heilige sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> in<br />

het bijzonder in het Heilig Avondmaal van onz<strong>en</strong> Heere Jezus Christus. <strong>De</strong> 2 e<br />

handelt over het voornem<strong>en</strong> van Gods Zoon <strong>en</strong> over d<strong>en</strong> Satan <strong>en</strong> <strong>zij</strong>n bedrog, bij<br />

de instelling van het H. Avondmaal.<br />

<strong>Olevianus</strong> neemt hier positie teg<strong>en</strong>over de Ro<strong>om</strong>s<strong>en</strong>, de Luthers<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

Ubiquitist<strong>en</strong>. <strong>De</strong> 7e preek bevat b.v. e<strong>en</strong> "kort bericht, hoe zich e<strong>en</strong> Christ<strong>en</strong> <strong>op</strong> ' t<br />

allere<strong>en</strong>voudigst uit alle strijd van het H. Avondmaal kan losmak<strong>en</strong> " . <strong>De</strong>ze is<br />

dikwijls herdrukt.<br />

<strong>De</strong> prek<strong>en</strong> versch<strong>en</strong><strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> in de Palts, maar ook te Wetterau, te Brem<strong>en</strong>,<br />

in de sted<strong>en</strong> aan de Rijn <strong>en</strong> in 't Nassause. In Heidelberg gaf de zo bek<strong>en</strong>d<br />

geword<strong>en</strong> Raab <strong>deze</strong> prek<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s uit.<br />

Uit de correspond<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> de keurvorst van de Palts <strong>en</strong> de Lutherse vorst<strong>en</strong><br />

kwam<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijke theologische verhandeling<strong>en</strong> voort, maar straks ook<br />

de afspraak <strong>om</strong> e<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>stgesprek te houd<strong>en</strong>, dat in het klooster te<br />

Maulbronn werd gehoud<strong>en</strong> (10-15 April 1564). <strong>De</strong> strijd ging hier vooral over de<br />

leer der ubiquiteit van de Luthers<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vanzelf ook over het H. Avondmaal.<br />

Onder de ubiquiteit (het woord is afgeleid van het Latijnse woord ubique, dat<br />

overal betek<strong>en</strong>t) verstaat m<strong>en</strong>, dat Christus Jezus overal waar m<strong>en</strong> het<br />

Avondmaal viert niet alle<strong>en</strong> naar Zijn godheid, g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> Geest aanwezig is,<br />

maar ook lichamelijk. In verband hiermee leerd<strong>en</strong> de Luthers<strong>en</strong> weer de<br />

mededeling van de eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> der <strong>en</strong>e natuur van Christus aan de andere (de<br />

z.g.n. c<strong>om</strong>municatio idi<strong>om</strong>atum). Van de kant der Gereformeerd<strong>en</strong> war<strong>en</strong> de<br />

voornaamste disputators: Ursinus <strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong>.<br />

Dit godsdi<strong>en</strong>stgesprek werd door de Heidelbergse theolog<strong>en</strong> met grote<br />

bekwaamheid gehoud<strong>en</strong>. Het werd later gepubliceerd. <strong>De</strong> verhandeling<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n nog<br />

te vind<strong>en</strong> in Ursinus: Opera II, kol. 81-168. Ook publiceerd<strong>en</strong> de Heidelbergers<br />

het Uittreksel door de Luthers<strong>en</strong> van dit godsdi<strong>en</strong>stgesprek gemaakt, met hun<br />

wederwoord, waarin <strong>zij</strong> tal van vervalsing<strong>en</strong> aanwez<strong>en</strong>. Ursinus : Opera II, kol.<br />

169-378. Ursinus werd wel gelukgew<strong>en</strong>st met <strong>zij</strong>n "overwinning" b.v. door<br />

Bullinger, maar zelf leerde hij uit het gebeurde, dat godsdi<strong>en</strong>stgesprekk<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong>stander haast nooit overtuig<strong>en</strong> <strong>en</strong> weinig baat br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> keurvorst had in 1566 <strong>op</strong> de rijksdag te Augsburg nog e<strong>en</strong> scherpe aanval van<br />

<strong>zij</strong>n Lutherse g<strong>en</strong>abuurde vorst<strong>en</strong> te doorstaan, maar hoe dreig<strong>en</strong>d de situatie ook<br />

was, hij bleef dapper standhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> overwon door Gods kracht. (Zie brochure<br />

Ursinus, blz. 37 v.v.). Na het gebeurde <strong>op</strong> de rijksdag besloot de keurvorst <strong>om</strong><br />

ook scherpere maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de "Oberpfalz", die Amberg<br />

tot hoofdstad had. <strong>De</strong> Palts bestond n.l. uit de Rijnpalts, die aan beide <strong>zij</strong>d<strong>en</strong> van<br />

de Bov<strong>en</strong>rijn lag, (waarin to<strong>en</strong> b.v. de sted<strong>en</strong> Heidelberg, Mannheim, Neustadt,<br />

Kaiserslautern, Kreuznach, Sintmern,Bacharach, Frank<strong>en</strong>thal e.a. lag<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de<br />

Bov<strong>en</strong>palts, die veel Oostelijker geleg<strong>en</strong> was, n.l. aan de gr<strong>en</strong>s van Bohem<strong>en</strong>, in<br />

het N.O. van Beier<strong>en</strong>, in het stro<strong>om</strong>gebied van de Naab, e<strong>en</strong> <strong>zij</strong>rivier van de<br />

32


Donau. E<strong>en</strong> klein deel van <strong>deze</strong> Bov<strong>en</strong>palts of Beierse Palts lag ook nog iets<br />

Westelijker langs de Donau (met de sted<strong>en</strong> Neuburg <strong>en</strong> Dilling<strong>en</strong>) .<br />

Tot nog toe was de Bov<strong>en</strong>palts Luthers geweest. Lodewijk, de oudste zoon van<br />

Frederik III, die niet met <strong>zij</strong>n vr<strong>om</strong>e vader sympathiseerde maar zelf Luthers was,<br />

voerde hier als stadhouder van <strong>zij</strong>n vader het bewind. To<strong>en</strong> duidelijk bleek, dat<br />

Frederik III ook in de Bov<strong>en</strong>-Palts <strong>zij</strong>n reformatorisch werk wilde beginn<strong>en</strong>, werd<br />

het verzet der Luthers<strong>en</strong> <strong>op</strong>gewekt. Zelfs de keizer bemoeide er zich mee <strong>en</strong><br />

maande tot verzet. Paltsgraaf Wolfgang schreef herhaaldelijk aan Lodewijk. Zo<br />

werd het eerste resultaat niets anders dan heftige teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />

predikant<strong>en</strong>, die zich in twee partij<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong> te splits<strong>en</strong>. <strong>De</strong> keurvorst<br />

hervormde het gymnasium, in het klooster te Amberg gevestigd, stelde<br />

Christ<strong>op</strong>hel Schilling, e<strong>en</strong> bekwaam Gereformeerd scholarch aan het hoofd, maar<br />

de Luthers<strong>en</strong> wantrouwd<strong>en</strong> het <strong>en</strong> onthield<strong>en</strong> zich aan medewerking. <strong>Olevianus</strong><br />

trad in 1573 <strong>op</strong> <strong>en</strong> probeerde door prediking <strong>en</strong> onderricht de Ambergers te<br />

beker<strong>en</strong>, maar tevergeefs. Toch was Frederik III niet van plan voor 't verzet der<br />

Luthers<strong>en</strong> te wijk<strong>en</strong>. Hij probeerde het ook door e<strong>en</strong> kerkvisitatie. Maar overal<br />

vond hij e<strong>en</strong> vijandige houding bij de ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>en</strong> de meeste predikant<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

nieuwe c<strong>om</strong>missie kwam naar Amberg, bestaande uit de <strong>op</strong>perhofmeester Graaf<br />

Lodewijk van Wittg<strong>en</strong>stein, de latere beschermheer van <strong>Olevianus</strong>, de hofprediker<br />

Tossanus <strong>en</strong> de raadslied<strong>en</strong> Zuleger <strong>en</strong> Heckel.<br />

Ze hadd<strong>en</strong> als <strong>op</strong>dracht <strong>om</strong> nog krachtiger maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong>. <strong>De</strong> polemiek<br />

<strong>op</strong> de kansels teg<strong>en</strong> de Gereformeerd<strong>en</strong> werd verbod<strong>en</strong>. <strong>De</strong> verdere pr<strong>op</strong>aganda<br />

voor de leer van "het g<strong>en</strong>ot van 't lichaam <strong>en</strong> bloed van Christus ook door de<br />

ongelovig<strong>en</strong>" werd verbod<strong>en</strong>. <strong>De</strong> beeld<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> <strong>op</strong>geruimd word<strong>en</strong>! <strong>De</strong><br />

<strong>op</strong>positie, gesterkt van buit<strong>en</strong> door Lutherse vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> theolog<strong>en</strong> bleef<br />

voortdur<strong>en</strong>, steeg weldra tot blinde, fanatieke hardnekkigheid. M<strong>en</strong> ontving de<br />

gezant<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> keurvorst zelfs <strong>op</strong> onbetamelijke wijze. Waar e<strong>en</strong> kerk b.v. tot<br />

geme<strong>en</strong>schappelijk gebruik gegev<strong>en</strong> werd, kwam de bevolking niet <strong>om</strong> naar d<strong>en</strong><br />

Gereformeerd<strong>en</strong> predikant te luister<strong>en</strong>. Hierbij kwam, dat naar buit<strong>en</strong> de<br />

maatregel<strong>en</strong> van Frederik III als vervolging <strong>en</strong> onderdrukking van de Luthers<strong>en</strong><br />

werd<strong>en</strong> voorgesteld. Maar de waarheid was, dat Frederik III veel <strong>en</strong> veel milder<br />

<strong>op</strong>trad dan Lutherse vorst<strong>en</strong> in soortgelijke <strong>om</strong>standighed<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> me<strong>en</strong>de in die<br />

dag<strong>en</strong>, naar het heers<strong>en</strong>de staats- <strong>en</strong> kerkrecht, dat e<strong>en</strong> vorst volk<strong>om</strong><strong>en</strong> gerechtigd<br />

was <strong>om</strong> e<strong>en</strong> bepaalde godsdi<strong>en</strong>stige overtuiging in <strong>zij</strong>n land<strong>en</strong> door te<br />

voer<strong>en</strong>! Om allerlei valse gerucht<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> te sprek<strong>en</strong> liet de keurvorst door<br />

Tossanus de vermaning aan de raad <strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te van Amberg drukk<strong>en</strong>. Zelfs de<br />

rustige, matige <strong>en</strong> milde Ursinus sprak in 1575 als <strong>zij</strong>n overtuiging uit, dat de<br />

keurvorst in Amberg te zachtzinnig <strong>op</strong>trad.<br />

Frederik III was van plan zelf naar Amberg te gaan <strong>en</strong> er te blijv<strong>en</strong> totdat de<br />

wederspannig<strong>en</strong> tot beter inzicht kwam<strong>en</strong>. <strong>De</strong> dood verijdelde <strong>zij</strong>n voornem<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

Bov<strong>en</strong>palts werd nooit Gereformeerd. Het is alle<strong>en</strong> <strong>op</strong>merkelijk, dat de bewoners<br />

later wel van hun met zoveel hardnekkigheid vastgehoud<strong>en</strong> standpunt, zonder<br />

grote moeite, tot het Ro<strong>om</strong>s-Katholicisme <strong>zij</strong>n teruggekeerd !<br />

<strong>De</strong> keurvorst was met ijver voor de zaak des Heer<strong>en</strong> bezield. Hij bemoeide zich<br />

ook met de landstrek<strong>en</strong> langs de Rijn, binn<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n gebied. Hij was er<strong>op</strong> uit ook<br />

hier het zuurdeeg van de Ro<strong>om</strong>se Kerk uit te zuiver<strong>en</strong>. Zo gelukte het hem de<br />

reformatorische cultus in te voer<strong>en</strong> in geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, die onder het bisd<strong>om</strong> Worms<br />

stond<strong>en</strong> als : Lampertheim, Dirrnstein, Lad<strong>en</strong>burg, Neckarhaus<strong>en</strong>. In Sinsheim <strong>en</strong><br />

' t graafschap Sponheim liet hij beeld<strong>en</strong>, altar<strong>en</strong> <strong>en</strong> do<strong>op</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong> wegruim<strong>en</strong>. In<br />

dorp<strong>en</strong> van de heerlijkheid Germersheim, waar hij sam<strong>en</strong> met de bissch<strong>op</strong> van<br />

Spiers 't gezag had, gelukte het hem in 1571 de reformatie in te voer<strong>en</strong>.<br />

Zo ook in Hemsbach aan de Bergstraat. Hier war<strong>en</strong> twee zeer ondeugdelijke<br />

Ro<strong>om</strong>se predikers geweest in d<strong>en</strong> laatst<strong>en</strong> tijd. <strong>De</strong> e<strong>en</strong> sliep, dronk<strong>en</strong>, <strong>op</strong> de<br />

kansel. <strong>De</strong> ander leefde ergerlijk met vrouw<strong>en</strong>. Had zev<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>,<br />

nietteg<strong>en</strong>staande <strong>zij</strong>n coelibaat! Hier werd to<strong>en</strong> David Parezs, die in <strong>deze</strong> streek<br />

33


het Gereformeerde geloofgepredikt had, als eerste Gereformeerde predikant<br />

aangesteld.<br />

Verder ruimde Frederik III in <strong>zij</strong>n gebied de kloosters <strong>en</strong> monnikachtige<br />

stichting<strong>en</strong> <strong>op</strong>. Van 1562-1576 werd<strong>en</strong> <strong>op</strong> de <strong>link</strong>er Rijnoever wel 50 kloosters<br />

<strong>op</strong>gehev<strong>en</strong>. Als de zedelijke wandel <strong>en</strong>igszins behoorlijk was, kreg<strong>en</strong> de<br />

kloosterbroeders van Frederik III p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>. Heerst<strong>en</strong> er grove zond<strong>en</strong> dan was hij<br />

str<strong>en</strong>g. Hij verplichtte de monnik<strong>en</strong> <strong>en</strong> nonn<strong>en</strong> de Gereformeerde prediking te<br />

beluister<strong>en</strong>. <strong>De</strong> <strong>op</strong>br<strong>en</strong>gst van <strong>deze</strong> <strong>op</strong>gehev<strong>en</strong> kloosters gebruikte de keurvorst<br />

niet, zoals andere vorst<strong>en</strong> gedaan hadd<strong>en</strong>, tot wereldlijke doeleind<strong>en</strong>, maar<br />

stortte ze in e<strong>en</strong> fonds, waaruit kerk<strong>en</strong>, schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gebouwd<br />

<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>. Dit fonds heeft later veel zeg<strong>en</strong> verspreid <strong>en</strong> de kerk<strong>en</strong><br />

onafhankelijker van de staat gemaakt dan elders dikwijls het geval was.<br />

Behalve de rest<strong>en</strong> van Ro<strong>om</strong>s-Katholicisme was er in de Palts ook nog e<strong>en</strong><br />

ernstig-godsdi<strong>en</strong>stig volk, dat verspreid was over verscheid<strong>en</strong>e gouw<strong>en</strong> van de<br />

Palts: de Wederd<strong>op</strong>ers. Ook h<strong>en</strong> probeerde de keurvorst binn<strong>en</strong> de schoot van de<br />

Gereformeerde Kerk te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Hij had ze e<strong>en</strong> toevluchtsoord gebod<strong>en</strong>. Ze<br />

war<strong>en</strong> vro<strong>om</strong> <strong>en</strong> vlijtig <strong>en</strong> verspreidd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong> voor de Palts. <strong>De</strong> keurvorst liet<br />

ze hun private religie-uitoef<strong>en</strong>ing, mits ze zich onthield<strong>en</strong> van hun vroeger zeer<br />

ongunstig bek<strong>en</strong>d geword<strong>en</strong> fanatisme <strong>en</strong> bekeringsijver. Maar de keurvorst wilde<br />

ze ook winn<strong>en</strong> voor de Kerk van de Palts. Reeds in de dag<strong>en</strong> van Otto Heinrich<br />

(1557) had m<strong>en</strong> met de Wederd<strong>op</strong>ers e<strong>en</strong> godsdi<strong>en</strong>stgesprek te Pfeddersheim<br />

georganiseerd. <strong>De</strong> keurvorst wilde dit middel nog e<strong>en</strong>s aanw<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> nodigde<br />

h<strong>en</strong> uit naar Frank<strong>en</strong>thal, waar zulk e<strong>en</strong> jonge <strong>en</strong> krachtige Gereformeerde<br />

vluchteling<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>te was <strong>op</strong>gebloeid. Ze kreg<strong>en</strong> vrij geleide, maar ook herberg<br />

<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sonderhoud voor 14 dag<strong>en</strong> vóór én na de uitnodigingstermijn. E<strong>en</strong> groot<br />

aantal wederd<strong>op</strong>erse leraars kwam <strong>op</strong>dag<strong>en</strong>. Van vijfti<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n ons de nam<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>d. Er war<strong>en</strong> ook Wederd<strong>op</strong>ers bij, die van verder af gek<strong>om</strong><strong>en</strong> war<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

leiding van Gereformeerde <strong>zij</strong>de berustte bij de uit ' t buit<strong>en</strong>land geïmmigreerde<br />

predikant<strong>en</strong>. O.a. Gerhard Versteeg (Veluanus), Petrus Dath<strong>en</strong>us, Peter van<br />

Keul<strong>en</strong>.<br />

Neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> disputeerde m<strong>en</strong>, van 28 Mei tot 19 Juni 1571. <strong>De</strong> onderwerp<strong>en</strong>,<br />

die behandeld werd<strong>en</strong>, war<strong>en</strong>: Het gezag van de Bijbel, van het Oude <strong>en</strong> Nieuwe<br />

Testam<strong>en</strong>t; de Heilige Drieë<strong>en</strong>heid; de m<strong>en</strong>swording van Christus; de erfzonde;<br />

Gods volk in het Oude <strong>en</strong> Nieuwe Testam<strong>en</strong>t; de rechtvaardiging door het geloof<br />

alle<strong>en</strong>; de <strong>op</strong>standing des vleses; het huwelijk; de geme<strong>en</strong>schap van goeder<strong>en</strong>;<br />

de plaats van de overheid; de betek<strong>en</strong>is van de eed. T<strong>en</strong>slotte niet te verget<strong>en</strong> :<br />

<strong>De</strong> Kinderdo<strong>op</strong> <strong>en</strong> het Heilig Avondmaal.<br />

Er heerste e<strong>en</strong> goede geest bij <strong>deze</strong> sam<strong>en</strong>spreking<strong>en</strong>. Maar de resultat<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />

gering. <strong>De</strong> keurvorst werd in <strong>zij</strong>n loffelijk strev<strong>en</strong> gesteund door <strong>Olevianus</strong> <strong>en</strong><br />

Dathe<strong>en</strong>. Maar Erastus spotte er mee. Hij liet zich bitter uit over <strong>deze</strong><br />

bekeringspoging<strong>en</strong>. Dit stond ongetwijfeld in verband met <strong>zij</strong>n <strong>op</strong>vatting van de<br />

kerkelijke tucht <strong>en</strong> <strong>zij</strong>n vrees, dat de wereldlijke macht steeds minder in de Kerk<br />

zou te zegg<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Aan het eind van de sam<strong>en</strong>spreking<strong>en</strong> werd e<strong>en</strong> Protocol<br />

<strong>op</strong>gesteld, dat meer dan 700 blad<strong>zij</strong>d<strong>en</strong> telt. 17<br />

<strong>De</strong> Wederd<strong>op</strong>ers blev<strong>en</strong> ook hierna in de Palts. Ze werd<strong>en</strong> ge-duld, meer niet. Ze<br />

mocht<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> pr<strong>op</strong>aganda drijv<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Palts <strong>en</strong> Hess<strong>en</strong> muntt<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over h<strong>en</strong> uit<br />

in verdraagzaamheid. Ze bod<strong>en</strong> e<strong>en</strong> asiel voor <strong>deze</strong> elders zo wreed vervolgde<br />

Christ<strong>en</strong><strong>en</strong>, die reeds zoveel verduurd hadd<strong>en</strong>.<br />

Als m<strong>en</strong> Frederik III hier stelt teg<strong>en</strong>over Melanchthon, de Ro<strong>om</strong>s<strong>en</strong> van Keul<strong>en</strong>,<br />

Koning H<strong>en</strong>drik VIII van Engeland e.a. dan steekt hij in verdraagzaamheid wel<br />

gunstig bij h<strong>en</strong> af. Vele Wederd<strong>op</strong>ers <strong>zij</strong>n in West-Eur<strong>op</strong>a Gereformeerd<br />

17 Het werd in 1573 te Heidelberg gedrukt. <strong>De</strong> titel luidt: Protokoll, das ist alle<br />

Handlung des Gesprcichs zu Frank<strong>en</strong>thal in der chu f urstlich<strong>en</strong> Pfalz, mit d<strong>en</strong><strong>en</strong> so man Wiedertiiufer<br />

n<strong>en</strong>nt, tuf d<strong>en</strong> 28 Mai angefang<strong>en</strong> und d<strong>en</strong> 19 Juni dieses 1571 Jahres geïndet.<br />

34


geword<strong>en</strong>.<br />

Frederik III leefde ook mede met de buit<strong>en</strong>landse Gereformeerd<strong>en</strong> in Frankrijk <strong>en</strong><br />

in de Nederland<strong>en</strong>. Hij steunde de Hug<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> met gebed, met woord<strong>en</strong>, ook met<br />

dad<strong>en</strong>, geld <strong>en</strong> soldat<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>zo de Nederlanders in hun <strong>op</strong>stand teg<strong>en</strong> de<br />

Spaanse dwinglandij. Eén van <strong>zij</strong>n zon<strong>en</strong>, Philip Christoffel, sneuvelde aan de<br />

<strong>zij</strong>de van H<strong>en</strong>drik <strong>en</strong> Lodewijk van Nassau <strong>op</strong> de Mokerheide. (1574)<br />

Het zou de moeite waard <strong>zij</strong>n e<strong>en</strong>s na te gaan, welke Nederlandse leidslied<strong>en</strong> in<br />

<strong>deze</strong> tijd asiel gevond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in de Palts, daar hoge betrekking<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

bekleed, <strong>en</strong> vandaaruit meegearbeid hebb<strong>en</strong> aan 't verzet teg<strong>en</strong> de Spaanse<br />

tyrannie. Dath<strong>en</strong>us <strong>en</strong> Heidanus (eig<strong>en</strong>lijk heette hij Caspar van der Heyd<strong>en</strong>, hij<br />

was later superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t te Bacherach) <strong>zij</strong>n bek<strong>en</strong>d. <strong>De</strong> eerste presideerde het<br />

Conv<strong>en</strong>t te Wezel (1568), de tweede de Synod<strong>en</strong> te Emd<strong>en</strong> (1571) <strong>en</strong> Dordrecht<br />

(1574) .<br />

Maar ook Franse vluchteling<strong>en</strong> vond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> toevlucht in de Palts. Wij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan<br />

Francois du Jon (Latijnse naam: Franciscus Junius). <strong>De</strong>ze kwam uit Malmedy<br />

vlucht<strong>en</strong> <strong>en</strong> werd predikant te Schonau. <strong>De</strong> Franse vluchteling<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> als asiel<br />

het voormalige klooster Sanct Lambert bij Neustadt. Ook Daniël Toussaint (Latijn:<br />

Tossanus) vond hier rust. Hij werd hofprediker van de keurvorst <strong>en</strong> e<strong>en</strong> grote<br />

kracht voor de reformatie. 18 Leefde 1541-1602. F. W. Cuno gaf in Amsterdam<br />

1898 e<strong>en</strong> werk over hem in het licht in twee del<strong>en</strong>, waarin hij behandelt 1 Lev<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, 11 Geschrift<strong>en</strong> <strong>en</strong> Briev<strong>en</strong>. ' t Bevindt zich o.a. in de Koninklijke<br />

Bibliotheek in D<strong>en</strong> Haag.<br />

Ook Petrus Ramus, e<strong>en</strong> Calvinistisch filosoof, die scherp de scholastiek van<br />

Aristoteles bestreed, kwam in 1569 naar Heidel-berg <strong>en</strong> vond logies bij prof.<br />

Tremellius. Ook ander<strong>en</strong> als Dath<strong>en</strong>us, Junius <strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> war<strong>en</strong> hem goed<br />

gezind. Ramus trad wel in de Franse geme<strong>en</strong>te te Heidelberg <strong>op</strong>. <strong>De</strong> aanhangers<br />

van Aristoteles onder de professor<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> hem teg<strong>en</strong>, to<strong>en</strong> de keurvorst de<br />

gevierde Platonicus in de plaats van d<strong>en</strong> overled<strong>en</strong> Striegel tot professor in de<br />

Ethiek wilde b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong>. Het verzet ging vooral uit van de Artist<strong>en</strong>faculteit d.i. de<br />

litteraire faculteit <strong>en</strong> van mann<strong>en</strong> als Erastus. Met moeite kon Ramus zich als<br />

professor do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>. Hij vertrok in 't voorjaar van 1576.<br />

Ook Hugo Donellus, nauwelijks aan de Parijse Barthol<strong>om</strong>eüsnacht ontvlod<strong>en</strong>,<br />

kwam naar Heidelberg. E<strong>en</strong> man met grote gav<strong>en</strong>. Hij toonde zich ook zeer<br />

dankbaar voor het asiel hem verle<strong>en</strong>d.<br />

Heidelberg werd in <strong>deze</strong> tijd e<strong>en</strong> toevluchtsoord voor verdrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolgde<br />

Protestantse geleerd<strong>en</strong>. Zanchius, uit Straatsburg verjaagd (1563), vond, na e<strong>en</strong><br />

vijfjarige arbeid te Chiav<strong>en</strong>na, in 1568 rust te Heidelberg, waar m<strong>en</strong> hem als<br />

<strong>op</strong>volger van Ursinus tot professor in de dogmatiek b<strong>en</strong>oemde. Hij was e<strong>en</strong><br />

leerling van Martyr <strong>en</strong> ev<strong>en</strong> als <strong>deze</strong> e<strong>en</strong> uit Italië verdrev<strong>en</strong> Protestant.<br />

Al <strong>deze</strong> mann<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> Frederik III gesteund in <strong>zij</strong>n reformatorisch werk,<br />

bekleedd<strong>en</strong> s<strong>om</strong>s hoge functies, werkt<strong>en</strong> gezeg<strong>en</strong>d in <strong>op</strong> het kerkelijk lev<strong>en</strong> van<br />

de Palts <strong>en</strong> hield<strong>en</strong> de connecties lev<strong>en</strong>d met de buit<strong>en</strong>landse Gereformeerde<br />

vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> kerk<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Palts werd meer <strong>en</strong> meer e<strong>en</strong> bolwerk voor het<br />

Gereformeerd Protestantisme. <strong>De</strong> Palts heeft in <strong>deze</strong>n tijd dan ook e<strong>en</strong> zeer grote<br />

<strong>en</strong> zeg<strong>en</strong>rijke rol gespeeld.<br />

9. <strong>De</strong> strijd <strong>om</strong> de kerkelijke tucht.<br />

<strong>De</strong> kerkelijke tucht was wel vastgesteld in de Heidelberger Catechismus <strong>en</strong> de<br />

Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing van 1563, maar de praxis liet nog veel te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over. E<strong>en</strong><br />

vraag, die de gemoeder<strong>en</strong> in onrust bracht <strong>en</strong> de geest<strong>en</strong> verdeeld hield, was:<br />

18 Tossanus was e<strong>en</strong> belangrijk leidsman van de Gereformeerd<strong>en</strong> in de Palts onder keurvorst Johan<br />

Casimir, na de dood van Frederik III <strong>en</strong> <strong>zij</strong>n Lutherse zoon Lodewijk.<br />

35


moet de c<strong>en</strong>suur ook gaan over leer <strong>en</strong> lev<strong>en</strong> van vorst<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoge ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>,<br />

raadslied<strong>en</strong> van het hof e.a.?<br />

Erastus met <strong>zij</strong>n aanhang war<strong>en</strong> hier vierkant teg<strong>en</strong>. <strong>De</strong> strijd was ev<strong>en</strong> <strong>op</strong> de<br />

achtergrond gek<strong>om</strong><strong>en</strong> door de twist<strong>en</strong> over het Avondmaal, door de invoering van<br />

de Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing, door de moeilijkhed<strong>en</strong> met de Lutherse vorst<strong>en</strong>, door allerlei<br />

arbeid ook ter bevestiging van de Reformatie. Maar to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> Engelsman aan de<br />

universiteit onder praesidium van professor Boquinus e<strong>en</strong> reeks stelling<strong>en</strong> over de<br />

kerkelijke tucht verdedigde, die geheel in de lijn lag<strong>en</strong> van de <strong>op</strong>vatting van<br />

<strong>Olevianus</strong> c.s. laaide het vuur van de twist weer spoedig <strong>op</strong>. 19 Erastus was e<strong>en</strong><br />

ambitieus <strong>en</strong> prikkelbaar m<strong>en</strong>s, vol kritiek <strong>op</strong> alles, heerszuchtig, maar e<strong>en</strong> man,<br />

die zelf buit<strong>en</strong> schot wilde blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> bevreesd was voor vermindering van <strong>zij</strong>n<br />

invloed in de regeringszak<strong>en</strong> der Kerk.<br />

Er heerste echter vaak wanorde onder de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, de kerkelijke tucht liet in de<br />

practijk nog veel te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over. <strong>Olevianus</strong> zag hoe de Nederlandse<br />

vluchteling<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, ook de Franse, e<strong>en</strong> veel beter Gereformeerd lev<strong>en</strong><br />

<strong>op</strong><strong>en</strong>baard<strong>en</strong> dan de kerk<strong>en</strong> van de Palts. Ook de keurvorst zag dit goed. Zo<br />

oef<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>deze</strong> vreemdeling<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invloed t<strong>en</strong> gunste van de aspiraties<br />

van <strong>Olevianus</strong> c.s. Erastus spuwt echter in <strong>zij</strong>n briev<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s <strong>zij</strong>n gal uit, als hij<br />

't heeft over die vreemdeling<strong>en</strong>, Zwitsers, Frans<strong>en</strong> <strong>en</strong> "Bel-g<strong>en</strong>" (dat <strong>zij</strong>n de<br />

Nederlanders). Maar de stille invloed van <strong>deze</strong> vreemdeling<strong>en</strong>geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> werkte<br />

door. Hun vro<strong>om</strong> <strong>en</strong> ernstig lev<strong>en</strong>, hun bijbelse tucht, hun moed <strong>en</strong><br />

offervaardigheid, hun christelijke overwinning van de wereld, viel<strong>en</strong> all<strong>en</strong> in het<br />

oog. <strong>De</strong> keurvorst, die het te do<strong>en</strong> was <strong>om</strong> de geestelijk-zedelijke ofeffing van <strong>zij</strong>n<br />

volk, werd er ook door gegrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaf steeds meer gehoor aan de <strong>op</strong>vatting van<br />

<strong>Olevianus</strong>, die e<strong>en</strong> grote invloed <strong>op</strong> hem had. 20<br />

Aan de kant van Erastus stond<strong>en</strong> Neuser, Sylvanus, Willing, Xylander,<br />

Melanchthon, Simonius <strong>en</strong> vele ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> van de keurvorst. Johan Casimir<br />

dacht in dit punt ook wel min of meer Erastiaans. <strong>De</strong> partij<strong>en</strong> k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> wel<br />

elkanders gevoel<strong>en</strong>s. Ze war<strong>en</strong> reeds <strong>op</strong><strong>en</strong>baar geword<strong>en</strong> bij de <strong>op</strong>stelling <strong>en</strong><br />

bespreking van Catechismus <strong>en</strong> Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing. <strong>De</strong> verhouding van Erastus tot<br />

<strong>Olevianus</strong> werd steeds slechter door het getwist over de kerkelijke tucht. Erastus<br />

schreef voortdur<strong>en</strong>d naar Zurich, aan Bullinger <strong>en</strong> Gualter <strong>en</strong> wekte ze <strong>op</strong> <strong>om</strong> t<strong>en</strong><br />

<strong>zij</strong>n<strong>en</strong> gunste tuss<strong>en</strong>beide te k<strong>om</strong><strong>en</strong>. Nu war<strong>en</strong> ze in Zurich – mede door de daar<br />

bestaande verhouding tot de overheid inzake de kerkelijke tucht – tamelijk<br />

g<strong>en</strong>eigd <strong>om</strong> Erastus bij te vall<strong>en</strong>. Wel war<strong>en</strong> hun <strong>op</strong>vatting<strong>en</strong> beter dan die van<br />

Erastus, maar <strong>zij</strong> werkt<strong>en</strong> toch Erastus in de hand <strong>en</strong> schrev<strong>en</strong> hem t<strong>en</strong> gunste<br />

aan Frederik III, terwijl ze vooring<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> war<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong>. Alle<br />

professor<strong>en</strong> <strong>en</strong> predikant<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> reeds in 1569 bij d<strong>en</strong> keurvorst e<strong>en</strong> advies<br />

inzake de kerkelijke tucht moet<strong>en</strong> indi<strong>en</strong><strong>en</strong>. <strong>De</strong> adviez<strong>en</strong> van Ursinus <strong>en</strong> Zanchius<br />

war<strong>en</strong> van veel belang. Ze ging<strong>en</strong> in de richting van <strong>Olevianus</strong>. Ook Beza, die na<br />

Calvijns dood te G<strong>en</strong>eve e<strong>en</strong> man van grote betek<strong>en</strong>is was <strong>en</strong> correspondeerde<br />

met tal van vooraanstaande theolog<strong>en</strong> <strong>en</strong> vorst<strong>en</strong>, stond beslist aan de kant van<br />

<strong>Olevianus</strong>. <strong>De</strong>ze hield hem ook van alles <strong>op</strong> de hoogte. Erastus had de invloed<br />

van Beza goed door! Dit bleek in één van <strong>zij</strong>n briev<strong>en</strong> naar Zurich. Toch stookte<br />

Beza allerminst het vuur <strong>op</strong>. Hij streefde naar e<strong>en</strong> vreedzame <strong>op</strong>lossing.<br />

Erastus had in 1570 <strong>zij</strong>n vaak ondoordachte stelling<strong>en</strong> <strong>op</strong>gesteld <strong>en</strong><br />

gec<strong>om</strong>m<strong>en</strong>tarieerd. <strong>De</strong> keurvorst zond ze ter beoordeling aan Beza. Zijn oordeel<br />

erover was verre van gunstig. Erastus ging verder met <strong>zij</strong>n <strong>op</strong>positioneel drijv<strong>en</strong>,<br />

19 Zie voor e<strong>en</strong> breder relaas van <strong>deze</strong> strijd o.a. Sudhoff a.w. 339 — 370. Ook mijn brochure over<br />

Ursinus, blz. 41 — 45. <strong>De</strong> Engelse pr<strong>om</strong>ov<strong>en</strong>dus heette George Wither.<br />

de keurvorst) regeert".<br />

20 In cijferschrift schreef Ursinus e<strong>en</strong>s aan Crato (9 Novr. 1575) : "Met <strong>Olevianus</strong> <strong>en</strong> Ehem is het zoals<br />

je schrijft. <strong>De</strong> oorzaak is daarin geleg<strong>en</strong>, dat <strong>Olevianus</strong> Zuleger, <strong>deze</strong> Ehem <strong>en</strong> de laatste Josias (= de<br />

keurvorst) regeert"<br />

36


ijgestaan door <strong>zij</strong>n vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Hij schreeuwde maar: hoog <strong>en</strong> laag is teg<strong>en</strong> die<br />

nieuwe kerkelijke tucht! Maar ook <strong>Olevianus</strong> <strong>en</strong> de <strong>zij</strong>n<strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> rustig verder.<br />

In <strong>zij</strong>n prek<strong>en</strong> toonde hij het volk aan, hoe echt schriftuurlijk <strong>zij</strong>n voorstelling<strong>en</strong><br />

war<strong>en</strong> <strong>en</strong> beklaagde zich s<strong>om</strong>s over de teg<strong>en</strong>werking van de raadsher<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>stand. E<strong>en</strong> vreselijke geschied<strong>en</strong>is bracht ine<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> w<strong>en</strong>ding in <strong>deze</strong><br />

zaak. Sylvanus <strong>en</strong> Neuser met nog <strong>en</strong>kele ander<strong>en</strong>, vri<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van Erastus, viel<strong>en</strong><br />

af van 't geloof, looch<strong>en</strong>d<strong>en</strong> de Godheid van Christus <strong>en</strong> de leer van de Driee<strong>en</strong>heid<br />

<strong>en</strong> blek<strong>en</strong> in relatie te staan met de Unitariërs van Zev<strong>en</strong>burg<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />

Turkse sultan.<br />

Frederik III hoorde ervan in 1570 <strong>op</strong> de rijksdag te Spiers <strong>en</strong> besloot tot hun<br />

gevang<strong>en</strong>neming maar tev<strong>en</strong>s tot de instelling van presbyteriën in alle<br />

geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. <strong>De</strong> kerk<strong>en</strong>rad<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> de c<strong>en</strong>suur oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. <strong>De</strong> "kerk<strong>en</strong>raad van<br />

Heidelberg " werd gec<strong>om</strong>pleteerd. Nieuwe led<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oemd. Prof. Sigismund<br />

Melanchthon (neef van dr. Philippus) weigerde de b<strong>en</strong>oeming. Hij stond aan de<br />

kant van Erastus. Ook Johan Casimir toonde <strong>zij</strong>n onwil door <strong>zij</strong>n huwelijk te lat<strong>en</strong><br />

inzeg<strong>en</strong><strong>en</strong> door d<strong>en</strong> predikant Willing, vri<strong>en</strong>d van Erastus, <strong>en</strong> niet door Dath<strong>en</strong>us<br />

of <strong>Olevianus</strong>. <strong>Olevianus</strong> werkte echter maar voort, vooral door <strong>zij</strong>n prediking. <strong>De</strong><br />

teg<strong>en</strong>stand werd al minder! Erastus bleef echter laster<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong>positie voer<strong>en</strong>.<br />

Smaalde <strong>op</strong> de nieuwe maatregel<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprak van tirannie. Maar de gevolg<strong>en</strong> van<br />

't gebeurde met Neuser <strong>en</strong> Sylvanus blev<strong>en</strong> niet uit. Ook Erastus werd<br />

gewaarschuwd <strong>en</strong> nadat hij voortging met <strong>zij</strong>n <strong>op</strong>positioneel drijv<strong>en</strong> t<strong>en</strong>slotte<br />

geëxc<strong>om</strong>municeerd. Hij bleef echter ook to<strong>en</strong> naar Zürich schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong>rui<strong>en</strong>.<br />

<strong>Olevianus</strong> maakte hij zwart.<br />

Helaas heeft Bullinger in <strong>zij</strong>n ouderd<strong>om</strong> zich door Erastus te veel lat<strong>en</strong><br />

beïnvloed<strong>en</strong>. Hij geloofde maar alles, wat <strong>deze</strong> schreef <strong>en</strong> beklaagde zich b.v.<br />

teg<strong>en</strong>over Beza over de heerszuchtige handeling<strong>en</strong> van <strong>Olevianus</strong> te Heidelberg.<br />

Er is e<strong>en</strong> stuk in de Züricher Autograf<strong>en</strong>verzameling, dat e<strong>en</strong> lijst van aanklacht<strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> c.s. bevat <strong>en</strong> e<strong>en</strong> droeve vooring<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong>heid van Bullinger in<br />

<strong>deze</strong> kwestie van de kerkelijke tucht verraadt. Bullinger riep Beza <strong>op</strong> <strong>om</strong> te do<strong>en</strong><br />

wat hij kon <strong>om</strong> <strong>Olevianus</strong> tot andere gedacht<strong>en</strong> te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Beza heeft <strong>Olevianus</strong><br />

in e<strong>en</strong> vertrouwelijk schrijv<strong>en</strong> verteld van de klacht<strong>en</strong> van Bullinger <strong>en</strong> is to<strong>en</strong><br />

door <strong>zij</strong>n vri<strong>en</strong>d <strong>Olevianus</strong> nauwkeuriger ingelicht. Beza 21 heeft getracht naar<br />

beide kant<strong>en</strong> te- bemiddel<strong>en</strong>. Zo wekte hij <strong>Olevianus</strong> <strong>op</strong> tot de grootst mogelijke<br />

mildheid, <strong>en</strong> maande hem aan <strong>om</strong> ook <strong>op</strong> te pass<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> ondergeschikte kwesties<br />

te mak<strong>en</strong> tot oorzak<strong>en</strong> van verdeeldheid <strong>en</strong> de broederlijke liefde niet te<br />

verget<strong>en</strong>. Maar ander<strong>zij</strong>ds zette hij de ding<strong>en</strong> toeh ook recht teg<strong>en</strong>over Bullinger.<br />

Bullinger is in <strong>deze</strong> tijd de eeuwige rust ingegaan (16 April 1576). Er volgde ook<br />

spoedig e<strong>en</strong> grote <strong>om</strong>w<strong>en</strong>teling te Heidelberg.<br />

<strong>De</strong> zo beminde, vr<strong>om</strong>e <strong>en</strong> ijverige Keurvorst Frederik III 22 stierf <strong>en</strong> werd<br />

<strong>op</strong>gevolgd door <strong>zij</strong>n Lutherse zoon Lodewijk VI. Dit betek<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> zware slag<br />

voor de Gereformeerd<strong>en</strong>. Ursinus had <strong>deze</strong> wolk allang zi<strong>en</strong> dreig<strong>en</strong>. Ander<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s. En ze wist<strong>en</strong> wel, dat ze niet veel goeds van Lodewijk te wacht<strong>en</strong><br />

hadd<strong>en</strong>. Hij was de laatste wek<strong>en</strong> niet meer bij <strong>zij</strong>n vader aan het ziek- <strong>en</strong><br />

sterfbed geweest. Hij liep rond met "restauratieplann<strong>en</strong>" voor de Palts. Nu kwam<br />

de beurt aan hem. Voor <strong>zij</strong>ns vaders werk had hij weinig respect. Het moest alles<br />

in Lutherse trant hersteld word<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Gereformeerde leiding zag hij als e<strong>en</strong><br />

21 Na de dood van Erastus werd di<strong>en</strong>s werk <strong>en</strong> correspond<strong>en</strong>tie uitgegev<strong>en</strong> door <strong>zij</strong>n weduwe. Beza<br />

heeft to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grondige weerlegging gegev<strong>en</strong> van 's mans wonderlijke beschouwing<strong>en</strong> over de<br />

kerkelijke tucht: Tractatus pius et moderatus de Vera exc<strong>om</strong>municatione et Christiano presbyterio,<br />

1590. (Vr<strong>om</strong>e <strong>en</strong> gematigde verhandeling over de ware exc<strong>om</strong>municatie <strong>en</strong> de Christelijke kerk<strong>en</strong>raad).<br />

22 Over Frederik III leze m<strong>en</strong> A. Kluckhohn: Friedrich der Fr<strong>om</strong>me, Kurfirst von der Pfalz, der Schützer<br />

der reformirt<strong>en</strong> Kirche, 1559-1576. <strong>De</strong>zelfde: Briefe Friedrich des Fr<strong>om</strong>m<strong>en</strong>, Kurfirst<strong>en</strong> von der Pfalz,<br />

1868 (1e deel), 1872 (2e deel.) Zie ook Sudhoff a.w. 370-392.<br />

37


verderfelijke. <strong>De</strong> kwade vermoed<strong>en</strong>s der Gereformeerde leidslied<strong>en</strong> van de Palts<br />

zoud<strong>en</strong> spoedig maar al te gegrond blijk<strong>en</strong>.<br />

10. <strong>De</strong> Lutherse reactie<br />

Frederik de Vr<strong>om</strong>e droeg <strong>zij</strong>n naam met recht. Op <strong>zij</strong>n sterfbed had hij nog<br />

ernstige sam<strong>en</strong>spreking<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met Johan Casimir, <strong>zij</strong>n geestverwante,<br />

jongere zoon <strong>en</strong> met hem ook gehandeld over de toek<strong>om</strong>st van de Kerk in de<br />

Palts. Zijn blik rustte in die dag<strong>en</strong> vol ho<strong>op</strong> <strong>op</strong> <strong>zij</strong>n kleinzoon Frederik, e<strong>en</strong> zoontje<br />

van Lodewijk, dat <strong>zij</strong>n naam droeg. Vol verwachting zei hij e<strong>en</strong>s: "Lutz will's nicht<br />

thun, Fritz wird ' s thun " . Veerti<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> na Frederiks dood was Lodewijk, die <strong>zij</strong>n<br />

vader <strong>op</strong> de Rijksdag vervang<strong>en</strong> had, al te Heidelberg, <strong>om</strong> orde <strong>op</strong> zak<strong>en</strong> te<br />

stell<strong>en</strong>.<br />

Lodewijk had zeer bepaalde <strong>en</strong> vaste plann<strong>en</strong>. Hij dacht er niet aan <strong>om</strong> het<br />

geloofswerk van <strong>zij</strong>n vr<strong>om</strong>e vader voort te zett<strong>en</strong>. Hij wilde zelfs de<br />

Gereformeerde religie in <strong>zij</strong>n rijk niet duld<strong>en</strong>. Er moest e<strong>en</strong> Lutherse "restauratie"<br />

tot stand k<strong>om</strong><strong>en</strong>. Hij vergat echter, dat het str<strong>en</strong>ge Lutheranisme nooit in de Palts<br />

geheerst had. M<strong>en</strong> was altijd "verdraagzaam" geweest. Eerst Melanchthoniaans<br />

min of meer, later steeds meer Gereformeerd. Maar m<strong>en</strong> huldigde in die dag<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> staats- <strong>en</strong> kerkrecht van "cujus regio ejus religio " d.i. tot wi<strong>en</strong>s gebied m<strong>en</strong><br />

behoort di<strong>en</strong>s godsdi<strong>en</strong>st moet m<strong>en</strong> ook belijd<strong>en</strong> .<br />

Tossanus, Frederiks hofprediker, mocht van Lodewijk <strong>om</strong> te beginn<strong>en</strong> de preek<br />

niet houd<strong>en</strong> bij de uitvaart van <strong>zij</strong>n vader, <strong>om</strong>dat hij e<strong>en</strong> "Zwingliaan" was.<br />

Lodewijk had e<strong>en</strong> Lutherse predikant, Paul Schechsius, e<strong>en</strong> heftige teg<strong>en</strong>stander<br />

der Gereformeerd<strong>en</strong>, mee-gebracht, die de "piëteitsvolle" taak moest verricht<strong>en</strong>!<br />

Johan Casimir, Lodewijks broer; de keurvorstin-weduwe, met Richard, broer van<br />

d<strong>en</strong> overled<strong>en</strong>e, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> schare rouwdrag<strong>en</strong>d<strong>en</strong> uit ' t volk, woond<strong>en</strong> de di<strong>en</strong>st bij,<br />

die Tossanus <strong>op</strong> d<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dag hield. Boquinus herdacht de overled<strong>en</strong><br />

keurvorst voor de universiteit; Roding uit Hess<strong>en</strong>, in het Gymnasium.<br />

Spoedig werd<strong>en</strong> nu de kerk<strong>en</strong>raadsled<strong>en</strong> geschorst <strong>en</strong> de ledige plaats<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />

niet aangevuld. <strong>De</strong> boekhandel kreeg e<strong>en</strong> consigne <strong>om</strong> niet langer Gereformeerde<br />

boek<strong>en</strong> te verk<strong>op</strong><strong>en</strong> of te lat<strong>en</strong> drukk<strong>en</strong>. Op vele plaats<strong>en</strong> probeerd<strong>en</strong> kleinzielige<br />

ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> <strong>op</strong> valse wijze Gereformeerde mann<strong>en</strong>, die trouw blev<strong>en</strong>, aan te<br />

klag<strong>en</strong>, <strong>om</strong> <strong>op</strong> <strong>deze</strong> manier de gunst van d<strong>en</strong> nieuw<strong>en</strong> vorst te winn<strong>en</strong>! <strong>De</strong><br />

bevolking zat in zak <strong>en</strong> as. M<strong>en</strong> werd steeds meer bevreesd, dat er e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />

<strong>om</strong>w<strong>en</strong>teling <strong>op</strong> godsdi<strong>en</strong>stig gebied in de Palts zou plaats grijp<strong>en</strong>. Zo ging m<strong>en</strong><br />

er toe over de Luthers<strong>en</strong> vrijwillig allerlei concessies te do<strong>en</strong>, <strong>om</strong> zo mogelijk de<br />

storm te bezwer<strong>en</strong>. In het voorjaar van 1577 kwam<strong>en</strong> de predikant<strong>en</strong>, de<br />

raadsled<strong>en</strong> der stad Heidelberg, tot Lodewijk VI met het verzoek, <strong>om</strong> hun de<br />

uitoef<strong>en</strong>ing van hun godsdi<strong>en</strong>st niet te verhinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze bod<strong>en</strong> hierbij de Heilige-<br />

Geest-Kerk aan voor de Luthers<strong>en</strong>. Ook alle gild<strong>en</strong> <strong>en</strong> de voornaamste burgers<br />

van de stad kwam<strong>en</strong> <strong>op</strong> voor hun predikant<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun belijd<strong>en</strong>is, <strong>om</strong> de dreig<strong>en</strong>de<br />

maatregel<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> nieuw<strong>en</strong> keurvorst of te w<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Zij ondertek<strong>en</strong>d<strong>en</strong> met<br />

hun nam<strong>en</strong>. Hieruit blijkt wel, dat de zaak dieper zat. <strong>De</strong> Gereformeerde<br />

overtuiging was e<strong>en</strong> gewet<strong>en</strong>szaak voor het volk van de Palts geword<strong>en</strong>. Ook de<br />

universiteit nam het pleidooi <strong>op</strong>. M<strong>en</strong> bood d<strong>en</strong> vorst e<strong>en</strong> adres aan, met goede<br />

argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gestaafd <strong>en</strong> kwam <strong>op</strong> teg<strong>en</strong> alle geweldmaatregel<strong>en</strong>, die g<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong><br />

mocht<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> hief de banier <strong>op</strong> van de Gereformeerde leer, onder Frederik<br />

III ingevoerd. Ook Johan Casimir veroordeelde de t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, die <strong>zij</strong>n broer<br />

<strong>op</strong><strong>en</strong>baarde.<br />

Maar Lodewijk VI liet zich door niemand <strong>en</strong> niets terughoud<strong>en</strong>. Hij trad str<strong>en</strong>g <strong>en</strong><br />

heerszuchtig <strong>op</strong>. Vooral <strong>Olevianus</strong> moest het ontgeld<strong>en</strong>, <strong>om</strong>dat de nieuwe<br />

keurvorst wist welk e<strong>en</strong> invloed hij <strong>op</strong> Frederik III had uitgeoef<strong>en</strong>d <strong>en</strong> wat hij voor<br />

38


de vestiging <strong>en</strong> bevestiging van de Gereformeerde zi<strong>en</strong>swijze had gedaan.<br />

<strong>Olevianus</strong> werd aanstonds van al <strong>zij</strong>n functies ontslag<strong>en</strong>, van kansel <strong>en</strong> katheder<br />

geweerd, ja zelfs veroordeeld tot stadsarrest. Hij mocht ook ge<strong>en</strong> geschrift<strong>en</strong><br />

meer uitgev<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> k<strong>en</strong>de de kracht <strong>en</strong> ijver van <strong>deze</strong>n di<strong>en</strong>stknecht Gods!<br />

<strong>De</strong> kerkgebouw<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ook spoedig aan de Gereformeerd<strong>en</strong> ontn<strong>om</strong><strong>en</strong>. Ze<br />

hield<strong>en</strong> straks alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kamer over voor hun sam<strong>en</strong>k<strong>om</strong>st<strong>en</strong>. Gereformeerde<br />

predikant<strong>en</strong>, schoolmeesters, leraars, hoogleraars werd<strong>en</strong> afgezet <strong>en</strong> verjaagd.<br />

Luthers<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> in hun plaats gezet. <strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus werd<br />

afgeschaft. Ev<strong>en</strong>zo de Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing van 1563. <strong>De</strong> exegetische e.a. werk<strong>en</strong> van<br />

de theologische hooglerar<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> als "ketters" vervloekt <strong>en</strong> gebann<strong>en</strong>.<br />

Ook het keurvorstelijke hof werd van alle Gereformeerd<strong>en</strong> gezuiverd. <strong>De</strong> meeste<br />

raadslied<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lijfarts werd<strong>en</strong> afgezet. <strong>De</strong> rijkskanselier Ehem werd huisarrest<br />

<strong>op</strong>gelegd. <strong>De</strong> Franse vluchteling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> van hun voorrecht<strong>en</strong> beroofd. Meer<br />

dan 600 families verliet<strong>en</strong> al spoedig het land, honderd<strong>en</strong> andere families<br />

verkeerd<strong>en</strong> in de diepste ell<strong>en</strong>de.<br />

Zelfs de broer van Lodewijk, Johan Casimir <strong>en</strong> de keurvorstin-weduwe moest<strong>en</strong><br />

Heidelberg verlat<strong>en</strong>. In 1580 ondertek<strong>en</strong>de de nieuwe keurvorst het Lutherse<br />

Concordiënboek. Hij voltooide daarmee de zegepraal van het Lutheranisme in de<br />

Palts. Wie e<strong>en</strong> <strong>op</strong><strong>en</strong>baar ambt zou bekled<strong>en</strong> moest voortaan dit Concordiënboek<br />

ondertek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Het duurde echter niet lang. Reeds in 1583 kwam er <strong>op</strong>nieuw e<strong>en</strong> plotselinge<br />

w<strong>en</strong>ding in de godsdi<strong>en</strong>stige toestand van de Palts. Lodewijk VI overleed<br />

plotseling!<br />

Johan Casimir trad <strong>op</strong> als reg<strong>en</strong>t <strong>en</strong> voogd over de jonge Frederik. Hij achtte het<br />

testam<strong>en</strong>t van <strong>zij</strong>n oudere broer in religieus <strong>op</strong>zicht ev<strong>en</strong>min als <strong>deze</strong> dat van<br />

Frederik III had gerespecteerd. Hij liet de jonge prins Gereformeerd <strong>op</strong>voed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dwong hem zelfs het Heilig Avondmaal van de Gereformeerde Kerk bij te won<strong>en</strong>.<br />

<strong>De</strong> verdrev<strong>en</strong><strong>en</strong> keerd<strong>en</strong> langzamerhand terug.<br />

<strong>De</strong> Heidelbergse Catechismus <strong>en</strong> Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing werd<strong>en</strong> weer in eer hersteld.<br />

Maar nu volgd<strong>en</strong> ook ev<strong>en</strong> wrede verbanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontzetting<strong>en</strong> uit ambt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

functies als na 1576 geschied war<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Luthers<strong>en</strong> war<strong>en</strong> <strong>deze</strong> keer de<br />

martelar<strong>en</strong>.<br />

Ursinus was tijd<strong>en</strong>s de laatstg<strong>en</strong>oemde onderdrukking door de Luthers<strong>en</strong> als één<br />

der laatst<strong>en</strong> ontslag<strong>en</strong> door Lodewijk VI <strong>en</strong> was professor geword<strong>en</strong> aan het<br />

Casimirianum te Neustadt aan de Hardt. <strong>De</strong>ze stad in de Palts was Casimir<br />

toegewez<strong>en</strong>. Ursinus stierf in hetzelfde jaar als Lodewijk VI; de laatste overleefde<br />

hem maar korte tijd.<br />

Fredrik IV is, groter geword<strong>en</strong>, trouw geblev<strong>en</strong> aan de Gereformeerde religie <strong>en</strong><br />

heeft veel mog<strong>en</strong> do<strong>en</strong> tot bevestiging van het werk van <strong>zij</strong>n grootvader. <strong>De</strong><br />

regering van Lodewijk VI was als e<strong>en</strong> "voorbijgaande wolk " geweest. Dit woord<br />

had de Graaf von Wittg<strong>en</strong>stein gebruikt in e<strong>en</strong> brief aan Zanchius, d.d. 15 Mei<br />

1577, wi<strong>en</strong> hij beloofde, zo nodig, e<strong>en</strong> plaats aan één der universiteit<strong>en</strong> in de<br />

Nederland<strong>en</strong> te verschaff<strong>en</strong>. Het was e<strong>en</strong> uiting van krachtig geloof, dat <strong>deze</strong><br />

graaf in 1577 reeds durfde voorspell<strong>en</strong>: slechts e<strong>en</strong> voorbijgaande wolk. Hij zal dit<br />

gezegd hebb<strong>en</strong> met het oog <strong>op</strong> Julianus Apostata, de afvallige keizer, die in de<br />

dag<strong>en</strong> van de eerste Christ<strong>en</strong>-keizers, voor kort<strong>en</strong> tijd de Christelijke Kerk weer in<br />

druk <strong>en</strong> zorg bracht. Ook de woord<strong>en</strong> van de vr<strong>om</strong>e keurvorst ging<strong>en</strong> in<br />

vervulling: "Lutz will ' s nicht thun, Fritz wird ' s thun " . <strong>De</strong> jonge Frits, de latere<br />

Frederik IV, is inderdaad de voortzetter van 't werk van <strong>zij</strong>n grootvader<br />

geword<strong>en</strong>, zag<strong>en</strong> wij. Gods werk gaat voort, al is Zijn weg ook ge<strong>en</strong> rechte lijn <strong>en</strong><br />

telk<strong>en</strong>s anders dan onze gedacht<strong>en</strong>. Jes. 55 : 8.<br />

11. <strong>Olevianus</strong>' werk te Berleburg <strong>en</strong> Herborn<br />

39


<strong>De</strong> reeds g<strong>en</strong>oemde Graaf von Wittg<strong>en</strong>stein was e<strong>en</strong> beproefde di<strong>en</strong>aar van<br />

Frederik III geweest. We kunn<strong>en</strong> verstaan, dat het <strong>op</strong>t r ed<strong>en</strong> van Lodewijk VI hem<br />

bitter griefde. hij gaf ook duidelijk uiting aan <strong>zij</strong>n overtuiging in e<strong>en</strong> brief aan<br />

keurvorst Lodewijk. O.a. klaagde hij erover dat de keurvorst alles deed zonder<br />

raad te houd<strong>en</strong> met <strong>zij</strong>n raadslied<strong>en</strong>.<br />

Ook beleed hij, dat hij aan <strong>zij</strong>n vr<strong>om</strong>e vader, Frederik III, gezwor<strong>en</strong> had trouw te<br />

zull<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> aan de beled<strong>en</strong> waarheid. Hij waarschuwde teg<strong>en</strong> het afzett<strong>en</strong> van<br />

predikant<strong>en</strong> <strong>en</strong> schoolmeesters – er war<strong>en</strong> er meer dan 1000 in de Palts – wees<br />

de fanatieke keurvorst <strong>op</strong> de betrekkelijkheid van het geloofsverschil tuss<strong>en</strong><br />

Luthers<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gereformeerd<strong>en</strong> inzake het punt van het Heilig Avondmaal <strong>en</strong> riep<br />

de keurvorst <strong>op</strong>, met herinnering aan <strong>zij</strong>n vr<strong>om</strong>e vader, <strong>om</strong> ook eerst de andere<br />

partij e<strong>en</strong>s te hor<strong>en</strong>. Hij pleitte ook voor de invrijheidstelling van de trouwe<br />

<strong>Olevianus</strong>. Het laatste verzoek werd ingewilligd. Maar daarbij bleef het dan ook.<br />

<strong>De</strong> Graaf nam <strong>Olevianus</strong> in di<strong>en</strong>st <strong>en</strong> zond hem aanstonds naar <strong>zij</strong>n stamslot<br />

Berleburg, in de nabijheid van het Rothaargebergte.<br />

<strong>De</strong> graaf zelf volgde hem hierhe<strong>en</strong> spoedig. Er was niets meer te do<strong>en</strong> voor hem<br />

te Heidelberg. In April 1577 werd het hof van Lodewijk VI van alle Gereformeerde<br />

raadslied<strong>en</strong> <strong>en</strong> ambt<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> gezuiverd. <strong>De</strong> Zwabische Lutheran<strong>en</strong> kreg<strong>en</strong> nu bij de<br />

Lutheranisering van het land veel te zegg<strong>en</strong>. Alles werd <strong>om</strong>gebouwd. Ook de<br />

universiteit <strong>en</strong> de schol<strong>en</strong>. <strong>De</strong> paedagogia, het Sapi<strong>en</strong>tia-college, het sticht<br />

Neuhaus<strong>en</strong>, de school te Selz, alles moest Luthers word<strong>en</strong>. Maar de scholier<strong>en</strong><br />

weigerd<strong>en</strong> meestal.<br />

<strong>De</strong> Graaf Lodewijk von Wittg<strong>en</strong>stein was zelf e<strong>en</strong> geleerd man. Bekwaam in tal<br />

van tal<strong>en</strong>: Latijn, Grieks, Frans, Duits e.a. Hij was ook e<strong>en</strong> goed onderlegd<br />

theoloog <strong>en</strong> beminnaar van Gods Woord. Volijverig voor het Koninkrijk Gods. Hij<br />

regeerde slechts over e<strong>en</strong> klein gebied, dat bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> arm was. Hij had <strong>zij</strong>n<br />

godsdi<strong>en</strong>stige <strong>op</strong>voeding vooral in Zwitserland ontvang<strong>en</strong>, <strong>en</strong> was overtuigd<br />

Gereformeerd geword<strong>en</strong>. Hij had als `raadsman van Frederik III getrouw<br />

gearbeid, had overlegd met Hug<strong>en</strong>ot<strong>en</strong> <strong>en</strong> Geuz<strong>en</strong>. Op <strong>zij</strong>n slot had hij in de lo<strong>op</strong><br />

der jar<strong>en</strong> vele vooraanstaand<strong>en</strong> ontmoet <strong>en</strong> bijna met all<strong>en</strong> gecorrespondeerd.<br />

<strong>Olevianus</strong> kon zich nu eerst tot de reformatorische arbeid in het kleine Berleburg<br />

beperk<strong>en</strong>. Hij vond hier e<strong>en</strong> vruchtbaar arbeidsveld. Spoedig breidde het zich uit<br />

<strong>en</strong> kreeg hij connecties met de kerk<strong>en</strong> in de ganse <strong>om</strong>trek, langs de Lahn, in<br />

Nassau, Solms <strong>en</strong> Wied. Hij werd al spoedig zeer gewaardeerd door graaf Johan<br />

van Nassau, de oudste broer van Willem de Zwijger, <strong>en</strong> door hem begeerd voor<br />

<strong>zij</strong>n gebied. In 1577 voerde <strong>Olevianus</strong> de Heidelbergse Catechismus in te<br />

Berleburg, verzamelde e<strong>en</strong> kring leergierige jongemann<strong>en</strong> <strong>om</strong> zich he<strong>en</strong>, voor wie<br />

hij voordracht<strong>en</strong> hield over de geloofsleer <strong>en</strong> over de Heilige Schrift. In 1578<br />

publiceerde hij e<strong>en</strong> c<strong>om</strong>m<strong>en</strong>taar <strong>op</strong> de brief aan de Galat<strong>en</strong>. Dit werd te G<strong>en</strong>ève<br />

gedrukt, met e<strong>en</strong> "voorwoord " van Beza. In 1579 volgde e<strong>en</strong> uitlegging van de<br />

brief aan de R<strong>om</strong>ein<strong>en</strong>. In 1580 ev<strong>en</strong>zo van de briev<strong>en</strong> aan de Philipp<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Colloss<strong>en</strong>z<strong>en</strong>. Telk<strong>en</strong>s war<strong>en</strong> <strong>deze</strong> uitgav<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> voorrede van Beza.<br />

<strong>De</strong>ze <strong>en</strong> ook Zanchius oordeelde zeer gunstig over <strong>Olevianus</strong> ' exegetische studiën.<br />

Ook e<strong>en</strong> vrucht van <strong>zij</strong>n systematische studie versche<strong>en</strong> in de beide<br />

bije<strong>en</strong>behor<strong>en</strong>de <strong>en</strong> als één geheel gepubliceerde boek<strong>en</strong>: Van het wez<strong>en</strong> van<br />

het g<strong>en</strong>adeverbond tuss<strong>en</strong> God <strong>en</strong> de uitverkor<strong>en</strong><strong>en</strong>, <strong>en</strong>: Van de middel<strong>en</strong>,<br />

waardoor ons dit wez<strong>en</strong> wordt meegedeeld.<br />

Onbetwist is dit de meest betek<strong>en</strong><strong>en</strong>de prestatie van onze theoloog. Tev<strong>en</strong>s het<br />

werk, dat de ganse eig<strong>en</strong>aardigheid van <strong>zij</strong>n theologisch standpunt het duidelijkst<br />

ons voor og<strong>en</strong> stelt.<br />

Hij is door dit werk de eig<strong>en</strong>lijke grondlegger van de z.g. Foederaaltheologie 23<br />

23 Foederaaltheologie is Verbondstheologie. (Lat. Foedus = verbond). <strong>De</strong> leer van het g<strong>en</strong>adeverbond is<br />

het rijkst ontwikkeld in de Gereformeerde kerk<strong>en</strong>. In de oude kerk k<strong>en</strong>de m<strong>en</strong> de strijd tuss<strong>en</strong> Judaïsme<br />

<strong>en</strong> Gnosticisme. Ener<strong>zij</strong>ds greep m<strong>en</strong> zich vast aan het O.T. <strong>en</strong> ander<strong>zij</strong>ds aan het N.T. <strong>De</strong> Kerk leerde<br />

40


geword<strong>en</strong>. <strong>De</strong> Latijnse titel van dit werk van <strong>Olevianus</strong> is : <strong>De</strong> substantia foederis<br />

gratuiti inter <strong>De</strong>um et eleclos, itemque de mediis quibus ea ipsa substantia nobis<br />

c<strong>om</strong>municatur. Libri duo e praelectionibus Caparis Oleviani excepti. Uitgegev<strong>en</strong><br />

voor 't eerst bij Eustatius Vignon te G<strong>en</strong>ève. M<strong>en</strong> vindt bij Sudhoff, a.w. e<strong>en</strong><br />

uitvoerig uittreksel van dit boek, in het aanhangsel 573-587.<br />

In plaats van Beza treedt bij dit werk A(ntonius) F(ajus) te G<strong>en</strong>ève als aanbeveler<br />

<strong>op</strong>. <strong>De</strong> voorrede is gedateerd 31 Januari 1585 <strong>en</strong> gericht aan Graaf Georg von<br />

Sayn Wittg<strong>en</strong>stein.<br />

<strong>Olevianus</strong> heeft dus na <strong>zij</strong>n vertrek uit Heidelberg ge<strong>en</strong> langdurige rust kunn<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong>. Niet alle<strong>en</strong> voor de studie gaf hij zich, niet alle<strong>en</strong> voor het onderricht<br />

aan toek<strong>om</strong>stige predikant<strong>en</strong>, ne<strong>en</strong>, ook voor de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gaf hij zich in allerlei<br />

praktische arbeid, waarvoor hij zo uitnem<strong>en</strong>de gav<strong>en</strong> had ontvang<strong>en</strong>. In de ganse<br />

Lahnstreek vroeg m<strong>en</strong> hem <strong>om</strong> raad, <strong>om</strong> advies, <strong>om</strong> hulp, <strong>om</strong> persoonlijk<br />

ingrijp<strong>en</strong>. Zo vind<strong>en</strong> wij <strong>Olevianus</strong> in de jar<strong>en</strong> 1577 e.v. ook telk<strong>en</strong>s <strong>op</strong> reis. Hij<br />

oriënteert de predikant<strong>en</strong> inzake de leer-controvers<strong>en</strong> van d<strong>en</strong> dag, hij bevestigt<br />

ze in de leer van de twee natur<strong>en</strong> in Christus <strong>en</strong> Zijn zitt<strong>en</strong> ter rechterhand Gods,<br />

de leer van het H. Avondmaal, de verwerping van het exorcisme (duiveluitbanning)<br />

<strong>en</strong> de nooddo<strong>op</strong>.<br />

<strong>De</strong> grootste teg<strong>en</strong>stand ondervond <strong>Olevianus</strong> ook hier bij het <strong>op</strong>ruim<strong>en</strong> van oude<br />

bijgelovige kerkelijke gebruik<strong>en</strong>. Afschaffing van priestergewad<strong>en</strong>, licht<strong>en</strong>,<br />

kaars<strong>en</strong> bij het Heilig Avondmaal, koorhemd<strong>en</strong>, hostiën, beeld<strong>en</strong> <strong>en</strong> altar<strong>en</strong>. S<strong>om</strong>s<br />

was niet meer de minste sympathie voor R<strong>om</strong>e <strong>en</strong> het pausd<strong>om</strong> aanwezig, maar<br />

klemde m<strong>en</strong> zich toch vast aan de oude, overgeleverde gewoont<strong>en</strong>. Met geduld,<br />

vlijt, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, <strong>en</strong> volharding, ging <strong>Olevianus</strong> voort.<br />

Sam<strong>en</strong>spreking<strong>en</strong> <strong>en</strong> sam<strong>en</strong>k<strong>om</strong>st<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s weer. Zo kon 24<br />

April 1581 de Heidelbergse Catechismus <strong>en</strong> Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> ingevoerd.<br />

Onb<strong>en</strong>ut ligg<strong>en</strong>de kerkelijke goeder<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> ook hier verkocht, Gereformeerde<br />

theologische werk<strong>en</strong> in massa aangekocht <strong>en</strong> onder de predikant<strong>en</strong> verspreid. Het<br />

meest verspreid werd<strong>en</strong> exemplar<strong>en</strong> van Calvijns Institutie. Maar verder ook:<br />

geschrift<strong>en</strong> van <strong>Olevianus</strong> zelf, boek<strong>en</strong> van Bullinger, Petrus Martyr, Hieronymus<br />

Zanchius <strong>en</strong> Simler. Verspreid werd ook veelvuldig de Neustädter Christliche<br />

Erinnerung v<strong>om</strong> Concordiënbuch, 1582, van Ursinus <strong>om</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te wap<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

teg<strong>en</strong> het Lutheranisme.<br />

<strong>De</strong> Psalm<strong>en</strong> van Lobwasser werd<strong>en</strong> in de kerk<strong>en</strong> rond de Lahn ingevoerd. In 1584<br />

verhuisde <strong>Olevianus</strong> eindelijk zelf naar Herborn. <strong>De</strong>ze plaats ligt in het Noord<strong>en</strong><br />

van het graafschap Nassau, in het Westerwoud, aan de Dill, e<strong>en</strong> <strong>zij</strong>riviertje van de<br />

Lahn, iets t<strong>en</strong> Zuid<strong>en</strong> van het bek<strong>en</strong>de Dill<strong>en</strong>burg. Herborn werd het geestelijk<br />

middelpunt voor het nieuwe Gereformeerde Kerkgebied. Reeds in 1582 had de<br />

graaf van Nassau geprobeerd <strong>Olevianus</strong> weg te hal<strong>en</strong> uit Berleburg, maar de graaf<br />

von Wittg<strong>en</strong>stein weerstond <strong>zij</strong>n begeerte. In 1584 echter liet Jan van Nassau<br />

<strong>Olevianus</strong> met <strong>zij</strong>n staatswag<strong>en</strong> hal<strong>en</strong>. In Nassau moest hij zich nu allereerst met<br />

het schoolwez<strong>en</strong> bemoei<strong>en</strong>. Reeds in Juli 1585 was er e<strong>en</strong> "hogeschool" te<br />

Herborn, met 13 leerkracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> als leider. Maar hij wilde e<strong>en</strong> volledige<br />

hogeschool met e<strong>en</strong> gymnasium als basis. Dit gelukte ook. <strong>Olevianus</strong> ijverde<br />

voorts voor de stichting van e<strong>en</strong> goede drukkerij <strong>en</strong> boekhandel. Hij zag de<br />

pr<strong>op</strong>agandistische waarde van zulk e<strong>en</strong> bedrijf zeer goed in. Na de herfstmesse<br />

van 1588 kwam Christ<strong>op</strong>h Raab of Corvinus naar Herborn <strong>en</strong> heeft er heel wat<br />

Gereformeerde theologische werk<strong>en</strong> in druk uitgegev<strong>en</strong>. <strong>Olevianus</strong> organiseerde<br />

echter de beide verbond<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n één, de bedeling is alle<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. Ook in de dag<strong>en</strong> der<br />

Hervorming stond<strong>en</strong> weer twee richting<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over elkaar. Het Anabaptisme (Wederd<strong>op</strong>ers) met <strong>zij</strong>n<br />

geringschatting van het O.T. Het Socinianisme met <strong>zij</strong>n verheerlijking van de wettische gedachte van<br />

het O.T. dat ook het Evangelie tot e<strong>en</strong> nieuwe Wet maakt. Later hebb<strong>en</strong> Gereformeerde theolog<strong>en</strong> ook<br />

getracht de leer van het G<strong>en</strong>adeverbond, die reeds bij Zwingli, Bullinger <strong>en</strong> Calvijn te vind<strong>en</strong> is, verder<br />

te ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

41


de kerk<strong>en</strong> in de Lahnstreek <strong>en</strong> wist ook te bewerk<strong>en</strong>, dat er e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e Synode<br />

werd gehoud<strong>en</strong>. Hij wilde n.l. de kerk<strong>en</strong> van Nassau, Wittg<strong>en</strong>stein, Solms <strong>en</strong> Wied<br />

gaarne officieel e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke Kerk<strong>en</strong>ord<strong>en</strong>ing gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> zó tot hogere<br />

lev<strong>en</strong>sontwikkeling br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Hij had eig<strong>en</strong>lijk alles hiertoe reeds voorbereid. Zo<br />

kwam<strong>en</strong> die kerk<strong>en</strong> dan sam<strong>en</strong> 13 Juni 1586 te Herborn. 17 afgevaardigd<strong>en</strong> uit<br />

Nassau, 2 uit Wittg<strong>en</strong>stein, 5 uit Solms <strong>en</strong> 2 uit Wied. <strong>Olevianus</strong> was praeses. Er<br />

war<strong>en</strong> 4 programmapunt<strong>en</strong>. Geregeld werd de kerkvisitatie, de kerkelijke ambt<strong>en</strong>,<br />

beroeping van predikant<strong>en</strong>, de arbeid van S<strong>en</strong>ior<strong>en</strong> (ouderling<strong>en</strong>) <strong>en</strong> diak<strong>en</strong><strong>en</strong>, de<br />

taak van Klassikaal conv<strong>en</strong>t (Classis) <strong>en</strong> particuliere Synode, de taak der<br />

Inspectors (superint<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t<strong>en</strong>) <strong>en</strong> der predikant<strong>en</strong>, de 4 vergadering<strong>en</strong>:<br />

presbyterium (kerk<strong>en</strong>raad), Klassikaal conv<strong>en</strong>t (classis), particuliere of provinciale<br />

Synode <strong>en</strong> G<strong>en</strong>erale Synode. Hoe de afgevaardigd<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>?<br />

Boek<strong>en</strong>c<strong>en</strong>suur. Wijze van Do<strong>op</strong>sbedi<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Avondmaalsviering. Het laatste zou<br />

elke maand gevierd word<strong>en</strong>, terwijl <strong>op</strong> wekelijkse viering werd aangedrong<strong>en</strong>. <strong>De</strong><br />

Kerkelijke tucht. M<strong>en</strong> achtte <strong>deze</strong> zeer nodig, maar ze behoorde onafhankelijk van<br />

de staat te <strong>zij</strong>n.<br />

Wie de regeling<strong>en</strong> <strong>en</strong>z. leest bemerkt al spoedig hoe sterke overe<strong>en</strong>k<strong>om</strong>st hier te<br />

zi<strong>en</strong> is met b.v. de getroff<strong>en</strong> regeling<strong>en</strong> <strong>op</strong> de Synode te Middelburg (1581) van<br />

de Nederlandse Gereformeerde Kerk<strong>en</strong>. <strong>Olevianus</strong> heeft ongetwijfeld de acta van<br />

Middelburg tevor<strong>en</strong> gelez<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestudeerd.<br />

12. Karakteristiek van <strong>Olevianus</strong><br />

<strong>Olevianus</strong> is dus wel iemand geweest, die als kerkreformator <strong>zij</strong>n spor<strong>en</strong> verdi<strong>en</strong>d<br />

heeft. Werd hij teleurgesteld in het gebied van Trier, des te rijker vrucht<strong>en</strong> mocht<br />

hij zi<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>zij</strong>n arbeid te Heidelberg <strong>en</strong> in de Palts. En werd de arbeid hier tijdelijk<br />

onderdrukt door de Lutherse reactie, ook dit kwam nog t<strong>en</strong> goede aan de Gereformeerde<br />

zaak. Langs de Lahn werd e<strong>en</strong> nieuw gebied bearbeid, georganiseerd <strong>en</strong><br />

bevestigd <strong>en</strong> in 1583 keerd<strong>en</strong> in Heidelberg de Gereformeerde leidslied<strong>en</strong> terug.<br />

<strong>Olevianus</strong> is één der invloedrijkste mann<strong>en</strong> in <strong>deze</strong> strek<strong>en</strong> geweest.<br />

Mocht Ursinus meer als geleerd theoloog uitb<strong>link</strong><strong>en</strong>, in het praktische kerkelijke<br />

lev<strong>en</strong> was <strong>Olevianus</strong> verre <strong>zij</strong>n meerdere. Bij zware problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> gewone zak<strong>en</strong><br />

van d<strong>en</strong> kerk<strong>en</strong>raad sprak hij steeds met beslistheid. Hij was e<strong>en</strong> man vol geloof<br />

<strong>en</strong> moed, taaie volharding k<strong>en</strong>merkte <strong>zij</strong>n strev<strong>en</strong>, met onvermoeide ijver ging hij<br />

verder ook in teg<strong>en</strong>spoedige dag<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> vrees voor m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kon hem remm<strong>en</strong> of<br />

bind<strong>en</strong>, hij was bekwaam in het oordel<strong>en</strong> in moeilijke zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> toonde zich e<strong>en</strong><br />

goede k<strong>en</strong>ner voor het recht. Hij was ook doctor in de rechtsgeleerdheid!<br />

Hij heeft ook getoond schone gav<strong>en</strong> te bezitt<strong>en</strong> voor de prediking, was e<strong>en</strong><br />

uitnem<strong>en</strong>d verzorger <strong>en</strong> bevorderaar van het onderwijs, <strong>en</strong> is van onberek<strong>en</strong>bare<br />

zeg<strong>en</strong> geweest door <strong>zij</strong>n visitaties <strong>en</strong> <strong>op</strong>zicht, door <strong>zij</strong>n onderzoeking<strong>en</strong> van de<br />

kerkelijke toestand<strong>en</strong>, ook door pedagogische <strong>en</strong> andere inrichting<strong>en</strong> door hem<br />

gesticht of <strong>op</strong> <strong>zij</strong>n instigatie in ' t lev<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>. Grote verdi<strong>en</strong>st<strong>en</strong> heeft hij zich<br />

verworv<strong>en</strong> door <strong>zij</strong>n arbeid in de kerk<strong>en</strong>rad<strong>en</strong>, door <strong>zij</strong>n organisatie <strong>en</strong><br />

schoolregeling van het Heidelberger Paedagogium 1565.<br />

Zijn prediking is beroemd geword<strong>en</strong>, tot ver buit<strong>en</strong> de Palts werd er van getuigd,<br />

<strong>zij</strong>n roem in <strong>deze</strong> leefde ver ná <strong>zij</strong>n dood nog voort in Nederland. Hij was ook zeer<br />

bekwaam <strong>om</strong> het volk te ler<strong>en</strong> vanaf de kansel. Zijn Catechismusprediking was<br />

zeer gewild. Ursinus kon hem in dit <strong>op</strong>zicht niet vervang<strong>en</strong>. <strong>De</strong> ootmoedige man<br />

erk<strong>en</strong>de dit ook rondweg in e<strong>en</strong> brief aan Crato. Slechts korte tijd heeft Ursinus<br />

de catechismusprediking in <strong>Olevianus</strong> ' plaats waarg<strong>en</strong><strong>om</strong><strong>en</strong> te Heidelberg.<br />

<strong>Olevianus</strong> hernam weldra <strong>zij</strong>n oude taak <strong>en</strong> hield die tot <strong>zij</strong>n vertrek uit<br />

Heidelberg (1576). <strong>De</strong> leergeschrift<strong>en</strong>, die <strong>Olevianus</strong> uitgaf wortel<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk in<br />

<strong>deze</strong> catechismusprediking. Daar<strong>om</strong> kan m<strong>en</strong> hem wel als de oudste, trouwste,<br />

e<strong>en</strong>voudigste <strong>en</strong> meest gezalfde uitlegger van de Heidelbergse Catechismus<br />

beschouw<strong>en</strong>. Hij heeft gepreekt <strong>en</strong> prek<strong>en</strong> uitgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> leergeschriftjes<br />

42


gepubliceerd <strong>om</strong> de Heidelbergse Catechismus te verduidelijk<strong>en</strong>, te funder<strong>en</strong> uit<br />

Gods Woord <strong>en</strong> te verdedig<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over <strong>zij</strong>n aanvallers.<br />

<strong>De</strong> 25 ste Oktober 1563 schrijft hij aan <strong>zij</strong>n vaderlijke vri<strong>en</strong>d Bullinger, dat hij e<strong>en</strong><br />

soort grotere catechismus in bewerking heeft waarin hij geheel de hoofdgedachte<br />

van de Heidelberger vasthoudt <strong>en</strong> waarin hij de hoofdwaarhed<strong>en</strong> van de<br />

Christelijke religie duidelijk ontwikkel<strong>en</strong> wil. Dit werkje is korte tijd daarna ook<br />

versch<strong>en</strong><strong>en</strong> onder de titel: Vester Grund, das ist, die Artickel des alt<strong>en</strong>, wahr<strong>en</strong>,<br />

ungezweiffelt<strong>en</strong> christlich<strong>en</strong> Glaub<strong>en</strong>s: d<strong>en</strong> Christ<strong>en</strong> die in dies<strong>en</strong> gefährlich<strong>en</strong>,<br />

trübsellig<strong>en</strong> zeit<strong>en</strong> ein<strong>en</strong> gewiss<strong>en</strong> trost aus Gottes Wort such<strong>en</strong>, zu gutem erklärt<br />

und zugeschrieb<strong>en</strong>. Durch Casparum Olevianum, Di<strong>en</strong>er des Worts Gottes.<br />

Hij heeft dit boekje geschrev<strong>en</strong>, zegt hij in het woord vooraf, <strong>om</strong>dat zoveel<br />

Christ<strong>en</strong><strong>en</strong> de vaste grond niet goed k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> daardoor zo he<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer<br />

geschud word<strong>en</strong>. Ook wil hij gaarne wat hem troost, aan ander<strong>en</strong> meedel<strong>en</strong>,<br />

<strong>op</strong>dat de christ<strong>en</strong><strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk <strong>op</strong> één <strong>en</strong> <strong>deze</strong>lfde grond, <strong>op</strong> Christus, gebouwd<br />

mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

Het is e<strong>en</strong> mooi, diep <strong>en</strong> helder gesteld boekje. Rijk aan vertroosting voor de<br />

gelovig<strong>en</strong>. Het is dan ook dikwijls herdrukt. In het Duits versche<strong>en</strong> het te<br />

Neustadt: 1575, 1582, 1591. Te Herborn: 1590 in 8° <strong>en</strong> 4°. In Nederland<br />

vertaald: 1579, 1632, 1769. 't Werd nog lange tijd daarna overal in<br />

Gereformeerde kring<strong>en</strong> in ere gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebruikt. <strong>De</strong> behandelde stof k<strong>om</strong>t<br />

ongeveer overe<strong>en</strong> met de Zondag<strong>en</strong> 5-24 van de Heidelbergse Catechismus. <strong>De</strong><br />

vaste grond bespreekt dus niet de leer van de Sacram<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de tucht noch de<br />

leer der dankbaarheid (Zondag<strong>en</strong> 32-52 H.C.)<br />

<strong>Olevianus</strong> gaf ook prek<strong>en</strong> voor het volk uit, bijzonder over het Heilig Avondmaal.<br />

Ze <strong>zij</strong>n veel verbreid <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het inzicht in dit sacram<strong>en</strong>t bij de geme<strong>en</strong>te zeer<br />

verdiept. Wat <strong>zij</strong>n collega met zo groot vernuft <strong>en</strong> schitter<strong>en</strong>d resultaat voor de<br />

geleerd<strong>en</strong> gedaan heeft, heeft <strong>Olevianus</strong> meer voor het volk gedaan.<br />

Hij gaf ook p<strong>op</strong>ulaire verhandeling<strong>en</strong> over de bedi<strong>en</strong>ing van Woord <strong>en</strong> Sacram<strong>en</strong>t,<br />

<strong>en</strong> over mogelijke ver<strong>en</strong>iging van Luthers standpunt met dat der Gereformeerd<strong>en</strong><br />

uit.<br />

Als rijpe vrucht van <strong>zij</strong>n catechismusprediking publiceerde hij ook: Erkärung der<br />

Artikel des christlich<strong>en</strong> Glaub<strong>en</strong>s, in het Latijn versch<strong>en</strong><strong>en</strong> onder de titel: Expositio<br />

Symboli apostolici sive actocolorum fidei, in qua summa gratuiti foederis aeterni<br />

inter <strong>De</strong>um et fideles breviter et perspicue tractatur. Frankfort 1576, 1618.<br />

Herborn: 1580, 1593. In 1802 versche<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 2e druk ervan in ' t Nederlands te<br />

Amsterdam. <strong>De</strong> eerste versche<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het eind der 18e eeuw. In het woord<br />

vooraf richt <strong>Olevianus</strong> zich tot de aanstaande predikant<strong>en</strong>.<br />

Punt<strong>en</strong> van overe<strong>en</strong>k<strong>om</strong>st met de Vaste Grond ontbrek<strong>en</strong> vanzelf niet want<br />

ongeveer <strong>deze</strong>lfde stof wordt behandeld. Toch hebb<strong>en</strong> beide werk<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oeg<br />

eig<strong>en</strong>s <strong>om</strong> ze naast elkaar te waarder<strong>en</strong>.<br />

<strong>Olevianus</strong> is ev<strong>en</strong>min als Ursinus oud geword<strong>en</strong>. To<strong>en</strong> de Heidelbergse<br />

Catechismus versche<strong>en</strong> (Januari 1563) was Ursinus 28 jaar <strong>en</strong> <strong>Olevianus</strong> 26.<br />

Ursinus werd nog ge<strong>en</strong> 49 jaar oud. <strong>Olevianus</strong> ruim 50 jaar. Maar beide mann<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> niet vergeefs geleefd. Hun "gedacht<strong>en</strong>is " is nog steeds vel<strong>en</strong> tot zeg<strong>en</strong>ing.<br />

13. <strong>Olevianus</strong>' lev<strong>en</strong>seinde<br />

<strong>De</strong> moeilijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> van het lev<strong>en</strong>, de ingespann<strong>en</strong> arbeid <strong>en</strong> toewijding<br />

aan <strong>zij</strong>n werk, hadd<strong>en</strong> niet nagelat<strong>en</strong> ook de gezondheidstoestand van <strong>Olevianus</strong><br />

te ondermijn<strong>en</strong>.<br />

D<strong>en</strong> 25 ste Februari 1587 moest hij alle arbeid neerlegg<strong>en</strong>. Zijn zwakheid nam van<br />

to<strong>en</strong> af dag aan dag toe. Hij leed aan waterzucht. Hij was zich bewust, dat hij niet<br />

lang meer zou lev<strong>en</strong>. Daar<strong>om</strong> maakte hij 11 Maart 1587 <strong>zij</strong>n testam<strong>en</strong>t.<br />

43


Het is allereerst e<strong>en</strong> schoon geloofsgetuig<strong>en</strong>is, waarin hij God ootmoedig dankt,<br />

dat Hij hem geschap<strong>en</strong>, krachtig geroep<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> het waarachtig geloof<br />

geschonk<strong>en</strong> heeft, dat God hem in Christus lev<strong>en</strong>d gemaakt heeft, hem de<br />

gerechtigheid van Christus heeft geschonk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de heerlijkheid <strong>en</strong> de rijkd<strong>om</strong> van<br />

Zijn g<strong>en</strong>ade, dat Hij hem uitverkor<strong>en</strong> heeft tot het kindschap Gods in Christus uit<br />

g<strong>en</strong>ade <strong>en</strong> hem de Geest van het kindschap heeft geschonk<strong>en</strong>, door wie hij roept<br />

Abba, lieve Vader. Hij bidt <strong>om</strong> Gods g<strong>en</strong>adige bijstand tot het eind, zoals Christus<br />

hem beloofd heeft: "Niemand zal Mijn schap<strong>en</strong> uit Mijn hand rukk<strong>en</strong>. Ik <strong>en</strong> de<br />

Vader <strong>zij</strong>n één".<br />

Verder dankt hij God voor alle weldad<strong>en</strong>, hem van <strong>zij</strong>n geboorte af geschonk<strong>en</strong>.<br />

Hij dankt God, dat Hij hem vrouw <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> geschonk<strong>en</strong> heeft <strong>en</strong> beveelt ze –<br />

ev<strong>en</strong>als <strong>zij</strong>n oude moeder – in de bescherming <strong>en</strong> hoede Gods aan, met e<strong>en</strong><br />

beroep <strong>op</strong> Gods belofte. Verder bidt hij Gods zeg<strong>en</strong> af voor de kerk<strong>en</strong> van de Palts<br />

<strong>en</strong> voor de vorst<strong>en</strong> van Wittg<strong>en</strong>stein, Solms, Braunfels <strong>en</strong> Nassaukatz<strong>en</strong>ell<strong>en</strong>bog<strong>en</strong>.<br />

Ze moet<strong>en</strong> vooral het werk van de schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> de drukkerij<br />

voortzett<strong>en</strong>, ook geregeld de Synod<strong>en</strong> <strong>en</strong> kerkvisitaties houd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de kerkelijke<br />

goeder<strong>en</strong> voorzichtig beher<strong>en</strong>, <strong>op</strong>dat de arme predikant<strong>en</strong> toch niet in nood<br />

k<strong>om</strong><strong>en</strong>. Het is goed <strong>om</strong> van de "parochies " , die te veel hebb<strong>en</strong> de ander<strong>en</strong>, die te<br />

weinig hebb<strong>en</strong>, mede te del<strong>en</strong>! Hij d<strong>en</strong>kt aan de graaf van Nassau <strong>en</strong> <strong>zij</strong>n<br />

kinder<strong>en</strong>. Voorts regelt hij allerlei familiezak<strong>en</strong> voor vrouw <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, voor <strong>zij</strong>n<br />

oude moeder <strong>en</strong> familie.<br />

Hij eindigt <strong>zij</strong>n testam<strong>en</strong>t met weer tot God te sprek<strong>en</strong>:<br />

"'k Wil aldus hiermede aan mijn liev<strong>en</strong> God, Vader, Zoon <strong>en</strong> Heilig<strong>en</strong> Geest, door<br />

d<strong>en</strong> <strong>en</strong>ig<strong>en</strong> <strong>en</strong> eeuwig<strong>en</strong> Hogepriester lichaam <strong>en</strong> ziel bevol<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> Zijn<br />

G<strong>en</strong>adeverbond <strong>en</strong> toezegging, dat Hij mijn God <strong>en</strong> die van mijn zaad in<br />

eeuwigheid <strong>zij</strong>n wil <strong>en</strong> nooit meer uit toorn teg<strong>en</strong> mij wil handel<strong>en</strong>, zoals Hij mij<br />

immers Zijn eed gezwor<strong>en</strong> heeft, Jesaja 54: ,,Dit is Mij als in de dag<strong>en</strong> van<br />

Noach: zoals Ik gezwor<strong>en</strong> heb, dat de water<strong>en</strong> van Noach niet meer over de aarde<br />

zoud<strong>en</strong> k<strong>om</strong><strong>en</strong>, zó heb Ik gezwor<strong>en</strong>, dat Ik niet meer toornig <strong>op</strong> u <strong>zij</strong>n zal noch u<br />

zal dreig<strong>en</strong>. Want berg<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> wijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> heuvel<strong>en</strong> wankel<strong>en</strong>, maar mijn<br />

goedertier<strong>en</strong>heid zal van u niet wijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> mijn vredesverbond zal niet wankel<strong>en</strong>,<br />

zegt Uw Ontfermer, de Heere. Am<strong>en</strong>!"<br />

Ook schreef <strong>Olevianus</strong> nog e<strong>en</strong> roer<strong>en</strong>de afscheidsbrief aan <strong>zij</strong>n zoon Paulus, die<br />

in <strong>deze</strong> dag<strong>en</strong> ziek te Kirchloch, in het gebied van 't bisd<strong>om</strong> Spier, lag.<br />

Op <strong>zij</strong>n ziek- <strong>en</strong> sterfbed heeft <strong>Olevianus</strong> veel liefde <strong>en</strong> vri<strong>en</strong>dschap ondervond<strong>en</strong><br />

van de grafelijke families. Vanaf <strong>zij</strong>n sterfbed bemoedigde <strong>en</strong> vermaande hij h<strong>en</strong><br />

in d<strong>en</strong> Heere. Zijn schoonzoon, Johannes Piscator, die later als professor te<br />

Herborn zo'n uitstek<strong>en</strong>de naam kreeg (hij leefde van 1546-1625), heeft <strong>zij</strong>n<br />

schoonvader in <strong>zij</strong>n laatste dag<strong>en</strong> vertroost <strong>en</strong> gesterkt uit Gods Woord. Zij<br />

voerd<strong>en</strong> s<strong>om</strong>s schone gesprekk<strong>en</strong>. <strong>Olevianus</strong> heeft e<strong>en</strong> heerlijk sterfbed gehad.<br />

15 Maart 1587 zou <strong>zij</strong>n sterfdag word<strong>en</strong>. <strong>De</strong>s voormiddags <strong>om</strong> 6 uur kwam reeds<br />

Piscator aan <strong>zij</strong>n bed <strong>en</strong> hoorde de klacht, dat hij de matheid <strong>en</strong> zwakheid voelde<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Hij was zich bewust: ik ga naar d<strong>en</strong> Heere Jezus Christus. Piscator<br />

moest hem Jesaja 9 : 2-7 voorlez<strong>en</strong> <strong>en</strong> het begin van Jesaja 11. To<strong>en</strong> Psalm 103,<br />

<strong>en</strong> Hebr. 6 : 13 tot het einde. <strong>De</strong> sterv<strong>en</strong>de voelde zich getroost.<br />

Jakobus Alsted, <strong>Olevianus</strong>' collega, kwam ook nog aan <strong>zij</strong>n sterfbed <strong>en</strong> las hem<br />

Jesaja 53 voor. Bernhard Textor, de predikant van Herborn, moest de<br />

godsdi<strong>en</strong>stoef<strong>en</strong>ing - het was Zondag - wat vroeger aanvang<strong>en</strong> <strong>en</strong> beëindig<strong>en</strong>,<br />

w<strong>en</strong>ste <strong>Olevianus</strong>, <strong>op</strong>dat de Geme<strong>en</strong>te voor hem kon bidd<strong>en</strong>. Aan <strong>zij</strong>n w<strong>en</strong>s werd<br />

voldaan.<br />

Nadat hij nog iets geord<strong>en</strong>d had betreff<strong>en</strong>de <strong>zij</strong>n geschrift<strong>en</strong>, riep hij all<strong>en</strong> in huis<br />

tot gebed <strong>op</strong> <strong>en</strong> bad zelf nog vol bezieling. Op <strong>zij</strong>n verzoek werd het lied : "Nun<br />

bitt<strong>en</strong> wir d<strong>en</strong> Heilg<strong>en</strong> Geist " gezong<strong>en</strong>. Zelf zong hij nog mee met zwakke stem.<br />

Sterv<strong>en</strong>d dacht hij ook nog aan de arm<strong>en</strong> van Herborn <strong>en</strong> liet de raad van de stad<br />

zegg<strong>en</strong>, dat <strong>zij</strong> de arm<strong>en</strong> niet zo spaarzamelijk maar rijkelijk moest<strong>en</strong> ged<strong>en</strong>k<strong>en</strong>,<br />

44


<strong>om</strong>dat dit is de wil van onze g<strong>en</strong>adige Heer <strong>en</strong> God.<br />

Hij kan niet nalat<strong>en</strong> ook <strong>zij</strong>n oude moeder nog e<strong>en</strong>s de korte sam<strong>en</strong>vatting van de<br />

christelijke leer onzer zaligheid te betuig<strong>en</strong>. Zij was lange tijd te Trier blijv<strong>en</strong><br />

won<strong>en</strong>, maar 1584 ook verjaagd <strong>en</strong> to<strong>en</strong> bij haar zoon te Herborn k<strong>om</strong><strong>en</strong> won<strong>en</strong>.<br />

Ze overleefde hem nog neg<strong>en</strong> jaar.<br />

T<strong>en</strong>slotte sprak Jakobus Alsted de sterv<strong>en</strong>de aldus toe: "Lieve broeder, gij <strong>zij</strong>t<br />

ongetwijfeld van uw zaligheid zeker, zoals gij dit ander<strong>en</strong> voortdur<strong>en</strong>d geleerd<br />

hebt?" En sterv<strong>en</strong>d antwoordde <strong>Olevianus</strong>: "Certissimus, d.i. zo zeker als 't maar<br />

kan.<br />

Dit war<strong>en</strong> <strong>zij</strong>n laatste woord<strong>en</strong>. Hierna zonk hij in e<strong>en</strong> zachte slaap, waakte nog<br />

één keer <strong>op</strong> na e<strong>en</strong> korte pauze <strong>en</strong> gaf dan rustig de geest onder het gebed der<br />

<strong>om</strong>standers.<br />

Zijn lichaam werd in de kerk te Herborn begrav<strong>en</strong>.<br />

"Zalig <strong>zij</strong>n de dod<strong>en</strong>, die in d<strong>en</strong> Heere sterv<strong>en</strong> " . Met <strong>deze</strong> woord<strong>en</strong> besluit<br />

Johannes Piscator het bericht van <strong>zij</strong>n sterv<strong>en</strong>.<br />

Ook Beza wees in e<strong>en</strong> brief uit G<strong>en</strong>ève gericht aan d<strong>en</strong> graaf van Wittg<strong>en</strong>stein <strong>op</strong><br />

het grote verlies door de Gereformeerde Kerk<strong>en</strong> geled<strong>en</strong> in het verscheid<strong>en</strong> van<br />

Caspar <strong>Olevianus</strong>. God gaf in hem veel. God nam in hem veel weg!<br />

Soli <strong>De</strong>o Gloria !<br />

45

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!