Beoordeling brandwerende puiconstructies Bijlagen bij instructie
Beoordeling brandwerende puiconstructies Bijlagen bij instructie
Beoordeling brandwerende puiconstructies Bijlagen bij instructie
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Definitief | <strong>Beoordeling</strong> <strong>brandwerende</strong> <strong>puiconstructies</strong> | 22 april 2011<br />
6.3 Draadglas<br />
Draadglas is er in verschillende soorten, namelijk:<br />
a) spiegeldraadglas; het aan beide zijden gepolijst draadglas.<br />
b) gewoon draadglas; waarvan één zijde enigszins gehamerd is;<br />
c) figuurdraadglas; het figuurglas (gegoten glas) met een draadinleg;<br />
Met de invoering van CE blijkt dat producenten enkel nog het gepolijste draadglas<br />
op brandwerendheid beproeven. Er kan dus gesteld worden dat alleen<br />
spiegeldraadglas nog geschikt is om toe te passen als brandwerend glas.<br />
Bij een standaard brand breekt spiegeldraadglas na ongeveer 40 seconden. Het<br />
draadnet houdt de scherven <strong>bij</strong> elkaar. De brandafscheiding die dan ontstaat is<br />
transparant maar er wordt tegelijkertijd wel rook doorgelaten. Bij spiegeldraadglas<br />
moet bovendien rekening worden gehouden met het verweken van het glas. Dit<br />
gebeurt <strong>bij</strong> een standaardbrand na ongeveer 10 minuten.<br />
Door de hoge warmtestraling valt het spiegeldraadglas in principe in de E-klasse.<br />
Afhankelijk van het toegepaste oppervlak en de toegepaste constructie en<br />
detaillering is een WBDBO mogelijk van 20, 30 of 60 minuten. Wanneer de afmetingen<br />
klein zijn, kan spiegeldraadglas wel in de EW-klasse vallen waar<strong>bij</strong> de<br />
doorgelaten straling < 15 kW/m² is.<br />
6.3.1 Oud testrapport<br />
Tot 1 september 2006 is voor de bepaling van brandwerendheid van draadglas een<br />
testrapport van TNO en het Centrum voor Brandveiligheid (CVB) uit 1993 de<br />
leidraad geweest. Dit rapport (93-CVB-R0164) was gebaseerd op testen met zowel<br />
Engels als Japans spiegeldraadglas, de twee voornaamste soorten spiegeldraadglas<br />
die op dat moment verkrijgbaar waren.<br />
De testen waren gebaseerd op de beproevingsmethode volgens de toen geldende<br />
NEN 6069:1991. Uit deze testen bleek dat er een relatie bestaat tussen de<br />
oppervlakte van het toegepaste spiegeldraadglas en de brandwerendheid. Het TNO<br />
rapport bevatte een matrix waarin de toegestane toepassing van een zelfstandig<br />
raam was aangegeven.<br />
6.3.2 Richtlijn brandweer<br />
Op basis van dit testrapport heeft de Nederlandse brandweer destijds een schema<br />
opgenomen in hun praktijkrichtlijnen voor de beoordeling van het maximaal toe te<br />
passen oppervlak spiegeldraadglas. In dit schema was het maximaal aantal m² per<br />
wand van 2,5 x 2,5 meter genormeerd:<br />
- voor 20 minuten brandwerendheid* 3 m² spiegeldraadglas<br />
- voor 30 minuten brandwerendheid* 1,7 m 2 spiegeldraadglas<br />
- voor 60 minuten brandwerendheid* 0,9 m² spiegeldraadglas<br />
*Brandwerendheid betrokken op het criterium vlamdichtheid (E) én straling (W).<br />
Deze richtlijn werd helaas in de praktijk vaak onjuist toegepast waar<strong>bij</strong> de wand wel<br />
werd opgedeeld in segmenten van 2,5 x 2,5 meter maar de afstand tussen het<br />
maximale oppervlak draadglas van het ene segment tot het andere segment minder<br />
dan 2,5 meter bedroeg.<br />
Daarnaast blijkt uit huidige stralingsberekeningen dat de afstand van 2,5 meter<br />
tussen drie ruiten in de wand zelfs te weinig is en dat de straling van <strong>bij</strong>voorbeeld<br />
een tweede ruit in het andere wandsegment op 2,5 meter afstand nog steeds<br />
<strong>bij</strong>draagt aan de gemeten straling van het eerste wandsegment. M.a.w. het<br />
Pagina 28 van 97