Vliegtuiggeluid en welvaart Stimulatie voor Simulatie ... - Rooilijn
Vliegtuiggeluid en welvaart Stimulatie voor Simulatie ... - Rooilijn
Vliegtuiggeluid en welvaart Stimulatie voor Simulatie ... - Rooilijn
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
P. 77<br />
Stelling<br />
Willem-Jan<br />
van Grondelle<br />
InBeeld<br />
Revitalisering<br />
van Delfzijl<br />
Achtergrond<br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het<br />
stedelijk economisch<br />
landschap<br />
Interview<br />
“Op de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt<br />
vall<strong>en</strong><br />
nog heel wat mythes te<br />
doorbrek<strong>en</strong>”<br />
Planningsstrategieën<br />
in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’<br />
Nieuwkomers op het<br />
platteland<br />
<strong>Vliegtuiggeluid</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>welvaart</strong><br />
<strong>Stimulatie</strong><br />
<strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
Creatieve<br />
middeklassers als<br />
brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
Tijdschrift <strong>voor</strong> wet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> beleid in de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing<br />
<strong>Rooilijn</strong><br />
Overzichtsfoto van Delfzijl Noord vanaf e<strong>en</strong> in aanbouw zijnde tor<strong>en</strong>
<strong>Rooilijn</strong><br />
Colofon<br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Uitgever<br />
<strong>Rooilijn</strong> is e<strong>en</strong> uitgave van de<br />
Faculteit der Maatschappij <strong>en</strong><br />
Gedragswet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, Afdeling<br />
Geografie, Planologie <strong>en</strong> Internationale<br />
Ontwikkelingsstudies van de<br />
Universiteit van Amsterdam.<br />
Bureauredactie <strong>en</strong> administratie<br />
<strong>Rooilijn</strong><br />
Nieuwe Prins<strong>en</strong>gracht 130<br />
1018 VZ Amsterdam<br />
Telefoon: 020 525 4365<br />
Telefax: 020 525 4051<br />
Email: info@rooilijn.nl<br />
Internet: www.rooilijn.nl<br />
Kopij<br />
De redactie stelt spontane toez<strong>en</strong>ding<br />
van <strong>voor</strong>stell<strong>en</strong> <strong>voor</strong> artikel<strong>en</strong> op prijs.<br />
Auteursrichtlijn<strong>en</strong> treft u aan op<br />
www.rooilijn.nl of kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
opgevraagd bij de bureauredactie.<br />
Advert<strong>en</strong>ties<br />
Tariev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevraagd<br />
bij de bureauredactie.<br />
Prijz<strong>en</strong> jaarabonnem<strong>en</strong>t 2008<br />
37,50 euro <strong>voor</strong> particulier<strong>en</strong><br />
61,00 euro <strong>voor</strong> instelling<strong>en</strong><br />
24,50 euro <strong>voor</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Prijs los nummer<br />
7,00 euro exclusief verz<strong>en</strong>dkost<strong>en</strong><br />
Colofon<br />
Abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> jaarlijks<br />
stilzwijg<strong>en</strong>d verl<strong>en</strong>gd, t<strong>en</strong>zij uiterlijk<br />
vóór 1 november schriftelijk is<br />
opgezegd.<br />
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Oplage: 1600<br />
ISSN 13802860<br />
Redactie<br />
Annemarie Maarse (hoofdredacteur),<br />
Bart Sleutjes (eind- <strong>en</strong> beeldredacteur)<br />
Marjolein Blaauboer (InBeeld), Maart<strong>en</strong><br />
Rottschäfer (p<strong>en</strong>ningmeester), Niels Al,<br />
Manuel Aalbers, Jelle Adamse, Raffael<br />
Argiolu, Wilma Bakker, Els Beukers,<br />
Sebastian Dembski, Albertine van<br />
Diep<strong>en</strong>, M<strong>en</strong>del Giez<strong>en</strong>, Joram Grünfeld,<br />
Nadav Haran, Carla Huisman, Robert<br />
Kloosterman, Femke Klopp<strong>en</strong>burg,<br />
Anne M. Koeman, Melika Levelt, Sabine<br />
Meier, R<strong>en</strong>ee Nycolaas, Karin Pfeffer,<br />
Eva Stegmeijer, Thijs Terpstra, Ineke<br />
Teijmant, Frans Thiss<strong>en</strong>, Thijs Turel,<br />
Laura Uitt<strong>en</strong>bogaard, Els Veldhuiz<strong>en</strong>,<br />
Samantha Volgers, Clem<strong>en</strong>tine Voor<strong>en</strong>,<br />
Hilde van Wijk , Michel van Wijk<br />
Recht<strong>en</strong><br />
© Auteurs <strong>en</strong> Universiteit van<br />
Amsterdam, Afdeling Geografie,<br />
Planologie <strong>en</strong> Internationale<br />
Ontwikkelingsstudies.<br />
Deze uitgave heeft ge<strong>en</strong> commercieel<br />
P. 78<br />
oogmerk. Getracht is alle<br />
rechthebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te achterhal<strong>en</strong>.<br />
Dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die m<strong>en</strong><strong>en</strong> alsnog aanspraak<br />
te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> op geld<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
verzocht contact op te nem<strong>en</strong> met de<br />
redactie.<br />
Artikel<strong>en</strong> uit <strong>Rooilijn</strong> mog<strong>en</strong> niet<br />
word<strong>en</strong> verveelvoudigd, opgeslag<strong>en</strong><br />
of op<strong>en</strong>baar gemaakt zonder<br />
<strong>voor</strong>afgaande schriftelijke toestemming<br />
van de redactie.<br />
Ontwerp <strong>en</strong> productie<br />
LandofPl<strong>en</strong>ty (Antoin Buissink)<br />
Fotografie<br />
Alle fotografie door Marcel Heemskerk<br />
met uitzondering van de foto’s bij<br />
‘Nieuwkomers op het platteland’:<br />
J<strong>en</strong>ny Heystek, Provincie Zeeland,<br />
bij ‘<strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong>’: Peter<br />
de Bois, bij ‘De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’’:<br />
Marina Meeuwisse <strong>en</strong> bij ‘Creatieve<br />
midd<strong>en</strong>klassers als brugg<strong>en</strong>bouwers’:<br />
Gw<strong>en</strong> van Eijk.<br />
De figur<strong>en</strong> op pagina 100 <strong>en</strong> 103:<br />
UvA -Kaart<strong>en</strong>makers.<br />
Drukwerk<br />
Dékavé, Alkmaar
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Redactioneel<br />
Redactioneel<br />
Groei versus krimp<br />
P. 79<br />
Het aantrekk<strong>en</strong> van werkgeleg<strong>en</strong>heid is al sinds jaar <strong>en</strong> dag één van de<br />
belangrijkste achtergrond<strong>en</strong> <strong>voor</strong> ruimtelijk beleid. In de tweede helft van<br />
de twintigste eeuw streefde de nationale overheid naar het schepp<strong>en</strong> van<br />
werkgeleg<strong>en</strong>heid in achtergestelde regio’s. Door de deïndustrialisatie <strong>en</strong> de<br />
opkomst van de zakelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing veranderde echter de grip van de<br />
overheid op de vestigingsplaatskeuze van bedrijv<strong>en</strong>. Bedrijv<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zich<br />
niet stur<strong>en</strong>, maar zoek<strong>en</strong> zelf naar locaties waar het gew<strong>en</strong>ste arbeidspot<strong>en</strong>tieel<br />
woont. In dit nummer wordt in verschill<strong>en</strong>de artikel<strong>en</strong> vanuit<br />
verschill<strong>en</strong>de invalshoek<strong>en</strong> aandacht besteed aan dit thema. Zo gaat<br />
Robert Kloosterman in het achtergrondartikel in op het strev<strong>en</strong> van veel<br />
Nederlandse sted<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> thuisbasis te zijn <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> cognitieve culturele<br />
economie. Ook Gw<strong>en</strong> van Eijck beaamt in haar bijdrage dat het <strong>voor</strong> de<br />
economische groei van e<strong>en</strong> stad belangrijk is om creatieve bedrijvigheid<br />
aan te trekk<strong>en</strong>.<br />
Sommige sted<strong>en</strong> zijn succesvol in het aantrekk<strong>en</strong> van de creatieve<br />
klasse <strong>en</strong> daarmee ook de zo gew<strong>en</strong>ste bedrijvigheid. Andere sted<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
regio’s hebb<strong>en</strong> het moeilijker. Sinds e<strong>en</strong> aantal jaar wordt Nederland<br />
geconfronteerd met krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> regio’s, <strong>en</strong> pas sinds kort (na<br />
het verschijn<strong>en</strong> van de publicatie van Wim Derks over bevolkingsdaling)<br />
lijkt op nationaal niveau de discussie over hoe om te gaan met krimp<strong>en</strong>de<br />
regio’s echt gevoerd te word<strong>en</strong>. In Delfzijl speelt de problematiek van<br />
bevolkingsdaling <strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>de werkgeleg<strong>en</strong>heid al sinds het midd<strong>en</strong> van<br />
de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig. Martijn Ubink maakt in zijn bijdrage e<strong>en</strong> vergelijking<br />
tuss<strong>en</strong> de Groningse stad <strong>en</strong> de krimp<strong>en</strong>de West-Duitse stad Selb. E<strong>en</strong><br />
regionale b<strong>en</strong>adering in plaats van intergeme<strong>en</strong>telijke concurr<strong>en</strong>tie is e<strong>en</strong><br />
mogelijkheid om beleid <strong>voor</strong> krimp<strong>en</strong>de regio’s beter vorm te gev<strong>en</strong>, aldus<br />
de auteur. In het beeldkatern word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van grootschalige herstructurering<br />
in Delfzijl in beeld gebracht. Ook de bijdrage over Zeeland<br />
gaat in op de concurr<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> regio’s om arbeidskracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> inwoners.<br />
Zo probeert de Provincie Zeeland actief nieuwe inwoners aan te trekk<strong>en</strong><br />
door het creër<strong>en</strong> van bijzondere woonplekk<strong>en</strong>.<br />
Over beide onderwerp<strong>en</strong>, het actief aantrekk<strong>en</strong> van de creatieve klasse<br />
<strong>en</strong> het schepp<strong>en</strong> van werkgeleg<strong>en</strong>heid versus het omgaan met krimp in<br />
perifere regio’s, is het laatste woord nog niet gesprok<strong>en</strong>. Dit nummer<br />
hoopt met deze, <strong>en</strong> de andere artikel<strong>en</strong>, bij te drag<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> prikkel<strong>en</strong>d<br />
debat over het Nederlandse ruimtelijke beleid.<br />
Annemarie Maarse<br />
Hoofdredacteur <strong>Rooilijn</strong> (annemarie@rooilijn.nl)
<strong>Rooilijn</strong><br />
Inhoud<br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Inhoud<br />
81 Stelling<br />
“Juridische kunstgrep<strong>en</strong> leid<strong>en</strong><br />
niet tot snellere besluitvorming<br />
over infrastructuur”<br />
Willem-Jan van Grondelle<br />
82 Achtergrond<br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk<br />
economisch landschap<br />
Stedelijke economieën hebb<strong>en</strong><br />
competitieve kracht als zij gevestigd<br />
zijn in sted<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gelokaliseerd<br />
weefsel van formele <strong>en</strong> informele<br />
instituties <strong>en</strong> met e<strong>en</strong> clustering van<br />
aan elkaar gerelateerde activiteit<strong>en</strong><br />
Robert Kloosterman<br />
90 Planningsstrategieën in<br />
krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
Economische <strong>en</strong> demografische<br />
krimp in Selb <strong>en</strong> Delfzijl vraagt om e<strong>en</strong><br />
speciale aanpak<br />
Martijn Ubink<br />
98 Nieuwkomers op het<br />
platteland<br />
Aantrekk<strong>en</strong> van nieuwkomers op het<br />
platteland levert e<strong>en</strong> dilemma <strong>voor</strong><br />
beleidsmakers op<br />
Dick van der Wouw <strong>en</strong> Inge van der Tak<br />
106 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
<strong>Simulatie</strong>modell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tie als<br />
hulpmiddel in de planningspraktijk<br />
Marco te Brömmelstroet <strong>en</strong><br />
Egbert Stolk<br />
110 InBeeld<br />
Revitalisering<br />
van Delfzijl<br />
Marije Koudstaal<br />
124 De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’<br />
Ingrep<strong>en</strong> in de fysieke ruimte moet<strong>en</strong><br />
meer rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>selijke<br />
activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> de beleving van stad in<br />
ons hoofd<br />
Marina Meeuwisse<br />
P. 80<br />
130 <strong>Vliegtuiggeluid</strong> <strong>en</strong> <strong>welvaart</strong><br />
in Istanbul, Budapest <strong>en</strong> Zürich<br />
Met grotere materiële <strong>welvaart</strong> blijk<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> meer waarde te hecht<strong>en</strong> aan<br />
rust <strong>en</strong> ruimte. Ervaring<strong>en</strong> uit drie<br />
sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> de mogelijke gevolg<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
Schiphol<br />
Restlan Aykaç<br />
136 Creatieve middeklassers als<br />
brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
De creatieve klasse heeft wel vaker<br />
sociale relaties met lager opgeleid<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> levert zo e<strong>en</strong> bijdrage aan het sociale<br />
kapitaal<br />
Gw<strong>en</strong> van Eijk<br />
142 Interview<br />
“Op de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt<br />
vall<strong>en</strong> nog heel wat mythes te<br />
doorbrek<strong>en</strong>”<br />
Interview met Jeanet van Antwerp<strong>en</strong><br />
Michel van Wijk <strong>en</strong> Maart<strong>en</strong> Raupp<br />
147 Rec<strong>en</strong>sie<br />
Planning <strong>en</strong> huisvesting in<br />
Ontwikkelingsland<strong>en</strong><br />
Planning and Housing in the Rapidly<br />
Urbanizing World<br />
Isa Baud<br />
149 Signalem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
> Won<strong>en</strong> in Oost-Europa. Van<br />
Sofia tot Tallinn<br />
> Re-public<br />
150 Column<br />
Gebied<strong>en</strong>, Crisis <strong>en</strong> Orde<br />
O. Naphta
<strong>Rooilijn</strong><br />
Stelling<br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
“Juridische kunstgrep<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> niet tot<br />
snellere besluitvorming over infrastructuur”<br />
Al jar<strong>en</strong> bestaat er grote irritatie bij politiek <strong>en</strong> bedrijfs-<br />
Stelling<br />
lev<strong>en</strong> over de trage besluitvorming over infrastructuur.<br />
To<strong>en</strong> de Raad van State wegverbreding<strong>en</strong> <strong>en</strong> bouwproject<strong>en</strong><br />
afkeurde omdat de verantwoordelijke bestuurders<br />
niet goed hadd<strong>en</strong> getoetst aan de Europese richtlijn <strong>voor</strong><br />
luchtkwaliteit, was de maat vol. Luid klonk de roep om<br />
juridische maatregel<strong>en</strong>: beperk de inspraak; ontneem<br />
milieuorganisaties het recht om in beroep te gaan;<br />
ontkoppel ruimtelijke besluit<strong>en</strong> <strong>en</strong> luchtkwaliteit; stop<br />
alle b<strong>en</strong>odigde vergunning<strong>en</strong> in één besluit; <strong>en</strong> nog meer.<br />
Minister Eurlings stelde zelfs e<strong>en</strong> speciale commissie (de<br />
Commissie-Elverding) in om hierover te adviser<strong>en</strong>.<br />
De oplossing zit volg<strong>en</strong>s hem echter helemaal niet in<br />
juridische kunstgrep<strong>en</strong>. Besluitvorming over grote<br />
infrastructuurproject<strong>en</strong> is gewoon ingewikkeld <strong>en</strong> kost<br />
dus de nodige tijd. Grote project<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> inbreuk op veel<br />
belang<strong>en</strong>. Vooral in ons dichtbevolkte land met e<strong>en</strong> grote<br />
druk op de schaarse ruimte <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zware milieubelasting<br />
levert dat steeds vaker forse conflict<strong>en</strong> op. Dat vraagt<br />
om zorgvuldige procedures. Maar de kern zit dieper.<br />
Doorgaan op de traditionele manier botst op de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong><br />
van milieu, natuur, veiligheid <strong>en</strong> gezondheid. Dat vraagt<br />
om innovatie <strong>en</strong> totaal andere oplossing<strong>en</strong> dan <strong>voor</strong>he<strong>en</strong>.<br />
Dat maakt de besluitvorming ook niet e<strong>en</strong>voudiger.<br />
Soms duurt de besluitvorming inderdaad langer dan<br />
nodig. Uit onderzoek blijkt dat de hoofdoorzaak van de<br />
lange duur van besluitvorming bij de overheid zelf ligt.<br />
De <strong>voor</strong>bereiding van e<strong>en</strong> project wordt vaak veel te<br />
beperkt <strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdig aangepakt, waardoor m<strong>en</strong> later<br />
teg<strong>en</strong> grote problem<strong>en</strong> aanloopt. Dat heeft alles te mak<strong>en</strong><br />
met de gebrekkige interne werkwijze van de overheid.<br />
Die leidt tot langdurige interne onderhandeling<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> de rijksoverheid <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> rijk, provincies <strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (bij<strong>voor</strong>beeld bij de Betuwelijn <strong>en</strong> de HSL).<br />
P. 81<br />
Willem-Jan van Grondelle<br />
Vertraging is ook regelmatig het gevolg van fout<strong>en</strong> (zoals<br />
bij de A4 Midd<strong>en</strong>-Delfland) of van e<strong>en</strong> slechte <strong>voor</strong>bereiding<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld onvoldo<strong>en</strong>de onderzoek naar de effect<strong>en</strong> op<br />
de luchtkwaliteit, zoals bij de A4 Leiderdorp).<br />
Uit die onderzoek<strong>en</strong> blijkt ook dat de oorzaak van de lange<br />
duur zeld<strong>en</strong> bij de inspraak ligt. Sterker nog, inspraak leidt<br />
vaak tot e<strong>en</strong> beter besluit. Ook beroepsprocedures zijn<br />
zeld<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke bron van vertraging, omdat ze in<br />
het algeme<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> opschort<strong>en</strong>de werking hebb<strong>en</strong>. En dat<br />
slecht onderbouwde besluit<strong>en</strong> wel sneuvel<strong>en</strong> bij de rechter,<br />
is alle<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> complim<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> ons rechtssysteem.<br />
In deze situatie help<strong>en</strong> juridische kunstgrep<strong>en</strong> absoluut<br />
niet. Ingewikkelde besluit<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> niet e<strong>en</strong>voudiger<br />
word<strong>en</strong> gemaakt door nieuwe wett<strong>en</strong>. Slecht georganiseerde<br />
overhed<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook niet bij wet word<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong><br />
slimmer te werk<strong>en</strong>. En inspraak <strong>en</strong> beroep van burgers<br />
<strong>en</strong> milieuorganisaties verder inperk<strong>en</strong> kan al helemaal niet<br />
in het licht van het Europese Verdrag van Aarhus.<br />
De oplossing zit in e<strong>en</strong> slimmere organisatie bij de overheid<br />
<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al in e<strong>en</strong> ruimere, op innovatie gerichte opzet van de<br />
<strong>voor</strong>bereidingsfase. Lat<strong>en</strong> we zo de mobiliteitsvraagstukk<strong>en</strong><br />
aanpakk<strong>en</strong>! Steek veel <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> aandacht in e<strong>en</strong><br />
juiste <strong>en</strong> breed gedrag<strong>en</strong> probleemstelling, in e<strong>en</strong> ruime<br />
keuze van gesprekspartners <strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> goede<br />
afweging van nut <strong>en</strong> noodzaak, <strong>en</strong> in creativiteit om nieuwe<br />
oplossing<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> <strong>voor</strong> complexe problem<strong>en</strong>. Dit lijkt<br />
in teg<strong>en</strong>spraak met versnelling, maar dat is het niet. Veel<br />
<strong>en</strong>ergie stek<strong>en</strong> in de <strong>voor</strong>bereidingsfase leidt uiteindelijk<br />
tot e<strong>en</strong> sneller <strong>en</strong> beter resultaat. Hier valt nog e<strong>en</strong> wereld<br />
te winn<strong>en</strong>.<br />
Willem-Jan van Grondelle is s<strong>en</strong>ior beleidsmedewerker bij<br />
Stichting Natuur <strong>en</strong> Milieu.
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk economisch landschap<br />
P. 82<br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk<br />
economisch landschap<br />
“a place to be”
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Achtergrond<br />
In het eerste deel van Het Bureau van J.J. Voskuil<br />
(1996) gaat de ietwat m<strong>en</strong>sschuwe hoofdpersoon e<strong>en</strong><br />
stukje wandel<strong>en</strong>. Om alle<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> zijn, weg van<br />
het dorre bestaan op het onderzoeksinstituut, wandelt<br />
Maart<strong>en</strong> Koning langs het IJ naar de Oosterdokskade.<br />
Wie nu, zo’n vijftig jaar later, dezelfde route afloopt,<br />
ziet het mooie Muziekgebouw aan ‘t IJ van 3xNiels<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>, wat verder weg, de elegante Jan Schaeferbrug<br />
die de verbinding met het Java-eiland vormt. Op<br />
de Oosterdokskade aangeland, komt de eig<strong>en</strong>tijdse<br />
wandelaar langs e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme bouwput waar over <strong>en</strong>ige<br />
tijd de nieuwbouw van het conservatorium moet<br />
verrijz<strong>en</strong> met daarachter de monum<strong>en</strong>tale, door Jo<br />
Co<strong>en</strong><strong>en</strong> ontworp<strong>en</strong> nieuwe op<strong>en</strong>bare bibliotheek.<br />
Waar e<strong>en</strong>s post gesorteerd werd, trein<strong>en</strong> gerangeerd <strong>en</strong><br />
schep<strong>en</strong> uitgelad<strong>en</strong>, vind<strong>en</strong> we nu e<strong>en</strong> mix van won<strong>en</strong>,<br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk economisch landschap<br />
Robert Kloosterman<br />
Veel westerse <strong>en</strong> ook Nederlandse sted<strong>en</strong> zijn in de ban van de zog<strong>en</strong>aamde<br />
creatieve economie. Creativiteit staat hier <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> dappere nieuwe postindustriële<br />
wereld die de wereldwijde concurr<strong>en</strong>tie op afstand kan houd<strong>en</strong>. Dat lijkt allemaal<br />
heel nieuw, maar ironisch g<strong>en</strong>oeg lijk<strong>en</strong> sted<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoog gehalte aan creatieve<br />
economie in bepaalde opzicht<strong>en</strong> juist weer op hun pre-industriële <strong>voor</strong>gangers. Hoe<br />
ziet die onderligg<strong>en</strong>de continuïteit er uit <strong>en</strong> wat zijn nu de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van die nieuwe<br />
stedelijke economie?<br />
P. 83<br />
werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultuur (Kloosterman & Stegmeijer, 2007).<br />
Van e<strong>en</strong> desolate plaats is dit deel van de stad daarmee<br />
e<strong>en</strong> place to be geword<strong>en</strong>.<br />
Amsterdam staat allerminst alle<strong>en</strong> in het transformer<strong>en</strong><br />
van stedelijke gebied<strong>en</strong>, die <strong>voor</strong>he<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
industriële of grootschalige logistieke functie hadd<strong>en</strong>,<br />
in multifunctionele gebied<strong>en</strong> waar won<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> uitgaan word<strong>en</strong> gecombineerd <strong>en</strong> waar opvall<strong>en</strong>de<br />
architectonische creaties als blikvanger di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
(Lavanga, 2004). Deze transformaties kunn<strong>en</strong> als<br />
emblematisch word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de stedelijke r<strong>en</strong>aissance<br />
die zich, eerst aarzel<strong>en</strong>d <strong>en</strong> naderhand nadrukkelijk,<br />
vanaf 1985 heeft gemanifesteerd in veel del<strong>en</strong><br />
van de westerse wereld (Le Galès, 2002). Het proces<br />
van de industrialisatie leek eerst alle<strong>en</strong> maar gap<strong>en</strong>de
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
leemtes op te lever<strong>en</strong>, zowel in fysieke als sociaaleconomische<br />
zin, met verpaupering <strong>en</strong> werkloosheid tot<br />
gevolg. Maar veel stedelijke economieën blek<strong>en</strong> toch<br />
veerkrachtig <strong>en</strong> e<strong>en</strong> breed palet van deels nieuwe activiteit<strong>en</strong><br />
heeft <strong>voor</strong> economische groei alsmede expansie<br />
van de werkgeleg<strong>en</strong>heid gezorgd. De blijde boodschap<br />
over de groeikans<strong>en</strong> van “creatieve” sted<strong>en</strong> die Richard<br />
Florida (2002) als e<strong>en</strong> soort popster teg<strong>en</strong>woordig<br />
de wereld instuurt, surft mee op de golv<strong>en</strong> van het<br />
herwonn<strong>en</strong> optimisme.<br />
Terugkijk<strong>en</strong>d lijkt de industriestad <strong>voor</strong> veel sted<strong>en</strong><br />
meer e<strong>en</strong> intermezzo van zo’n tweehonderd jaar te<br />
zijn geweest (Le Goff, 1997). Na het verdwijn<strong>en</strong> van<br />
grootschalige industriële activiteit<strong>en</strong>, gericht op het<br />
<strong>voor</strong>tbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van gestandaardiseerde massaproduct<strong>en</strong>,<br />
wordt het economisch profiel van dynamische sted<strong>en</strong><br />
in Europa (weer) gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> combinatie<br />
van coördinatieactiviteit<strong>en</strong>, zowel publiek als privaat,<br />
e<strong>en</strong> breed conglomeraat van zakelijke <strong>en</strong> persoonlijke<br />
di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>, <strong>en</strong> productie van goeder<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> hoge symbolische waarde. De sted<strong>en</strong> die pas op zijn<br />
gekom<strong>en</strong> t<strong>en</strong> tijde van de industriële revolutie, zoals<br />
bij<strong>voor</strong>beeld Wigan, Manchester, Roubaix, Charleroi,<br />
Dortmund <strong>en</strong> in Nederland ook Rotterdam, kunn<strong>en</strong><br />
maar zeer beperkt terugvall<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> hechte historische<br />
basis van bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
het heel moeilijk met deze transformatie.<br />
In nog e<strong>en</strong> ander opzicht lijkt zich e<strong>en</strong> terugkeer naar<br />
e<strong>en</strong> vroegere fase af te tek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Met het wegvall<strong>en</strong><br />
van de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> <strong>voor</strong> economisch verkeer binn<strong>en</strong><br />
de Europese Unie zijn nationale gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> minder<br />
belangrijk geword<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn we nu weer deels terug bij<br />
“long-standing features of the map of urban Europe<br />
that the ninete<strong>en</strong>th c<strong>en</strong>tury, dominated by industrialization<br />
and the nation state, had overlaid” (Hoh<strong>en</strong>berg<br />
& Holl<strong>en</strong> Lees, 1995, p. 365). Tot die hardnekkige<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het Europese stedelijke landschap<br />
behor<strong>en</strong> in ieder geval de internationale hiërarchieën<br />
van sted<strong>en</strong> met alweer eeuw<strong>en</strong> Lond<strong>en</strong> aan de top, <strong>en</strong><br />
ook de gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de netwerk<strong>en</strong> van sted<strong>en</strong>:<br />
van de Hanzested<strong>en</strong> in het Oost- <strong>en</strong> Noordzeegebied<br />
in de late middeleeuw<strong>en</strong> tot de huidige Euronext die de<br />
beurz<strong>en</strong> van Lissabon, Parijs, Brussel <strong>en</strong> Amsterdam in<br />
e<strong>en</strong> platform integreert.<br />
Nu de stofwolk<strong>en</strong> van de sloop van fabriek<strong>en</strong> zijn<br />
opgetrokk<strong>en</strong>, lijkt er zo bezi<strong>en</strong> sprake te zijn van e<strong>en</strong><br />
tamelijk onverwachte dieperligg<strong>en</strong>de continuïteit in<br />
de economische ontwikkeling van Europese sted<strong>en</strong><br />
(Le Galès, 2002). Alle<strong>en</strong> al dit gegev<strong>en</strong> zou ons moet<strong>en</strong><br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk economisch landschap<br />
P. 84<br />
hoed<strong>en</strong> <strong>voor</strong> zogehet<strong>en</strong> epochalist readings waarbij<br />
met e<strong>en</strong>voudige schematische tweedeling<strong>en</strong> wordt<br />
gewerkt, zoals industrieel versus postindustrieel of<br />
fordistisch teg<strong>en</strong>over post-fordistisch. Waarbij het<br />
bestaan van meer duurzame elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> stelselmatig<br />
wordt g<strong>en</strong>egeerd. Stedelijke economieën kunn<strong>en</strong><br />
beter als gelaagde object<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekarakteriseerd<br />
met elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de historische<br />
tijdvakk<strong>en</strong>.<br />
Teg<strong>en</strong> de achtergrond van die diepere continuïteit<br />
van het stedelijke landschap wordt hieronder meer<br />
specifiek ingegaan op twee ‘nieuwe’ lag<strong>en</strong> van geavanceerde<br />
stedelijke economieën. De eerste laag betreft<br />
die van de huidige groeisector<strong>en</strong>. Welke sector<strong>en</strong> zijn<br />
het <strong>en</strong> vanwaar de stedelijke oriëntatie? De tweede<br />
laag betreft de ruimtelijke schaal van de stedelijkheid.<br />
Stedelijkheid houdt allang niet meer op bij stadspoort<br />
of het bord ‘einde bebouwde kom.’ Ontstaat er nu<br />
e<strong>en</strong> min of meer homog<strong>en</strong>e ruimte in e<strong>en</strong> groot<br />
stedelijk veld of vormt zich e<strong>en</strong> meer gediffer<strong>en</strong>tieerd<br />
patroon? Tot slot bezie ik deze ontwikkeling<strong>en</strong> in het<br />
licht van vier <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> waaraan elke stad op de<br />
lange termijn moet voldo<strong>en</strong> om ‘houdbaar’ te blijv<strong>en</strong>:<br />
competitiviteit, sociale cohesie, duurzaamheid <strong>en</strong>, in<br />
het verl<strong>en</strong>gde daarvan, bestuurbaarheid.<br />
Economisch profiel<br />
De ruimtelijke ar<strong>en</strong>a van zowel productie als<br />
consumptie heeft zich in laatste drie dec<strong>en</strong>nia van de<br />
twintigste eeuw drastisch uitgebreid. Die uitbreiding<br />
vond t<strong>en</strong> eerste plaats door e<strong>en</strong> combinatie van<br />
technologische ontwikkeling<strong>en</strong> op het gebied van<br />
transport <strong>en</strong> communicatie, zoals de invoering van<br />
de gestandaardiseerde container begin jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig,<br />
de komst van het world-wide-web <strong>en</strong> de meer<br />
rec<strong>en</strong>te introductie van GPS-tracking, t<strong>en</strong> tweede<br />
door process<strong>en</strong> van liberalisering <strong>en</strong> deregulering<br />
van bij<strong>voor</strong>beeld de handelsblokk<strong>en</strong> Europese<br />
Unie <strong>en</strong> de North American Free Trade Agreem<strong>en</strong>t<br />
(NAFTA) <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slot door de val van het communisme<br />
in het <strong>voor</strong>malige Oostblok <strong>en</strong> de op<strong>en</strong>stelling<br />
van eerst Zuid-Korea <strong>en</strong> Taiwan, <strong>en</strong> later China <strong>en</strong><br />
India. Aanvankelijk betrof de concurr<strong>en</strong>tie <strong>voor</strong>al<br />
de laagwaardige massaproductie. Maar inmiddels<br />
zijn ook bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkers in geavanceerde<br />
stedelijke economieën in de hogere segm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> meer<br />
<strong>en</strong> meer blootgesteld aan overzeese concurr<strong>en</strong>tie.<br />
In The World Is Flat beschrijft Thomas Friedman,<br />
columnist bij The New York Times, indring<strong>en</strong>d<br />
hoe radiolog<strong>en</strong> in India röntg<strong>en</strong>foto’s analyser<strong>en</strong><br />
die ze net per mail uit de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk economisch landschap<br />
verkreg<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s stur<strong>en</strong> zij hun analyses <strong>voor</strong><br />
het begin van de werkdag in de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> terug<br />
(Friedman, 2005).<br />
De verbeterde transportmogelijkhed<strong>en</strong> in combinatie<br />
met de p<strong>en</strong>etratie van digitale technologie lijk<strong>en</strong> fysieke<br />
afstand inderdaad irrelevant te mak<strong>en</strong>. Maar de schijn<br />
bedriegt op zijn minst deels: Ja, de internationale<br />
arbeidsverdeling is dynamisch <strong>en</strong> veel wat <strong>voor</strong>he<strong>en</strong><br />
beschermde activiteit<strong>en</strong> lek<strong>en</strong> zijn nu wel blootgesteld<br />
aan de koude wind van de internationale concurr<strong>en</strong>tie.<br />
Het gaat al lang niet meer om scheepsbouw, staal,<br />
audioapparatuur of speelgoed uit de lagelon<strong>en</strong>land<strong>en</strong>.<br />
Ook in de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>sector zi<strong>en</strong> we de overzeese<br />
concurr<strong>en</strong>tie opkom<strong>en</strong> met bij<strong>voor</strong>beeld de groei van<br />
callc<strong>en</strong>ters <strong>en</strong> softwareontwikkeling in India. In die zin<br />
is de wereld evid<strong>en</strong>t platter geword<strong>en</strong>. Maar plat mag<br />
niet verward word<strong>en</strong> met homoge<strong>en</strong>.<br />
Juist dat platter word<strong>en</strong> leidt tot process<strong>en</strong> van economische<br />
differ<strong>en</strong>tiatie. Om de concurr<strong>en</strong>tiestrijd te<br />
kunn<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkers in<br />
geavanceerde stedelijke economieën kunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong><br />
over kwaliteit<strong>en</strong> die niet gemakkelijk op korte<br />
termijn te kopiër<strong>en</strong> zijn door concurr<strong>en</strong>t<strong>en</strong> elders in<br />
de lageloonland<strong>en</strong>. Die kwaliteit<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />
betrekking op e<strong>en</strong> duurzaam vermog<strong>en</strong> om unieke<br />
product<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De uniciteit van<br />
e<strong>en</strong> product geeft e<strong>en</strong> (tijdelijke) bescherming teg<strong>en</strong><br />
prijsconcurr<strong>en</strong>tie. Lange tijd werd <strong>voor</strong>al gedacht dat<br />
die uniciteit uitsluit<strong>en</strong>d in het technologische was<br />
geleg<strong>en</strong> (Kloosterman, 2004) <strong>en</strong> de software-innovatie<br />
in Silicon Valley was dan het ideaal dat moest word<strong>en</strong><br />
na gestreefd. Pas later is m<strong>en</strong> in gaan zi<strong>en</strong> dat uniciteit<br />
van e<strong>en</strong> product geleg<strong>en</strong> kan zijn in de complexiteit,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> nieuw financieel instrum<strong>en</strong>t of e<strong>en</strong><br />
nieuw managem<strong>en</strong>t concept, of in het conceptuele<br />
zoals de productie <strong>en</strong> het marketingconcept van de<br />
nieuwe cd van Radiohead laat zi<strong>en</strong>. In veel gevall<strong>en</strong> is de<br />
uniciteit van e<strong>en</strong> concreet product e<strong>en</strong> combinatie van<br />
technologie, complexiteit <strong>en</strong> conceptuele aspect<strong>en</strong> zoals<br />
in het geval van e<strong>en</strong> Apple iPhone, e<strong>en</strong> kostuum van<br />
Ermegildo Zegna of het nieuwe gebouw van de staatsomroep<br />
in Beijing ontworp<strong>en</strong> door Rem Koolhaas.<br />
Innovatieve bedrijvigheid omvat dan ook veel meer dan<br />
clusters van informatie- <strong>en</strong> biotechnologie, clusters van<br />
hightech productie, vaak in combinatie met onderwijs-<br />
<strong>en</strong> onderzoekinstelling<strong>en</strong>. Ook de zakelijke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<br />
(Sass<strong>en</strong>, 1991/2001) <strong>en</strong> dan in het bijzonder de<br />
financiële di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> (Engel<strong>en</strong>, 2007; Storper, 2000) <strong>en</strong><br />
zeker ook de culturele industrieën (Scott, 2006) vorm<strong>en</strong><br />
in pot<strong>en</strong>tie innovatieve bedrijvigheid.<br />
P. 85<br />
De capaciteit om deze productinnovaties op e<strong>en</strong> meer<br />
perman<strong>en</strong>te basis te kunn<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> berust niet<br />
alle<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel bedrijf, laat staan bij e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
creatieve werker, maar is geleg<strong>en</strong> in het lokale productiesysteem<br />
als geheel. Dit systeem omvat via allerlei<br />
netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> productierelaties met elkaar verbond<strong>en</strong><br />
bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> tegelijk e<strong>en</strong> web van formele <strong>en</strong> informele<br />
instituties die vraag <strong>en</strong> aanbod met elkaar in contact<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, zoals beurz<strong>en</strong> of competities, die sectorspecifieke<br />
vaardighed<strong>en</strong> reproducer<strong>en</strong> (onderwijsinstelling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>voor</strong> on-the-job training) <strong>en</strong> die<br />
e<strong>en</strong> spill-over van k<strong>en</strong>nis mogelijk mak<strong>en</strong> van bij<strong>voor</strong>beeld<br />
formele vakorganisaties tot cafés die als informeel<br />
ontmoetingspunt functioner<strong>en</strong>. Hier stuit<strong>en</strong> we op e<strong>en</strong><br />
tamelijk onverwachte historische continuïteit aangezi<strong>en</strong><br />
deze geclusterde productiesystem<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al op het<br />
gebied van k<strong>en</strong>nisoverdracht via face-to-face contact<strong>en</strong><br />
sterke overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> met de pre-industriële<br />
gild<strong>en</strong> waar ingewikkelde k<strong>en</strong>nis via de relatie meestergezel-leerling<br />
werd overgedrag<strong>en</strong> (Epstein e.a., nog te<br />
verschijn<strong>en</strong>). Het is dit ‘dikke’ <strong>en</strong> sterk gelokaliseerde<br />
weefsel van formele <strong>en</strong> informele instituties dat niet<br />
zomaar op korte termijn gekopieerd kan word<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
aldus in e<strong>en</strong> platte wereld e<strong>en</strong> zekere bescherming teg<strong>en</strong><br />
concurr<strong>en</strong>tie biedt (Amin e.a., 1992). De competitieve<br />
kracht van bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> werkers op de wat langere termijn<br />
is derhalve geleg<strong>en</strong> in de externaliteit<strong>en</strong> die door<br />
agglomeratie <strong>en</strong> clustering van gerelateerde activiteit<strong>en</strong><br />
mogelijk word<strong>en</strong> gemaakt. Process<strong>en</strong> van globalisering<br />
g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong> zo e<strong>en</strong> ruimtelijk-economische differ<strong>en</strong>tiatie<br />
met sted<strong>en</strong> als thuisbasis <strong>voor</strong> de cognitive-cultural<br />
economy (Scott, 2007). Maar wat betek<strong>en</strong>t dit <strong>voor</strong> de<br />
sted<strong>en</strong> zelf?<br />
Ruimtelijke articulatie<br />
De gedachte dat afstand irrelevant is geword<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>t<br />
meerdere schaalniveaus. Om Friedman (2005) te<br />
parafraser<strong>en</strong>, niet alle<strong>en</strong> de wereld is plat, maar de<br />
sted<strong>en</strong> zijn dat in de og<strong>en</strong> van sommige waarnemers<br />
ook. Daar valt op het eerste gezicht veel <strong>voor</strong> te zegg<strong>en</strong>.<br />
Dat we e<strong>en</strong> stad uitrijd<strong>en</strong> is vaak alle<strong>en</strong> maar te zi<strong>en</strong> aan<br />
het bord met e<strong>en</strong> streep er door he<strong>en</strong>. Aan de gebouwde<br />
omgeving zelf is het niet of nauwelijks te zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
stedelijkheid rafelt bijna onmerkbaar het platteland<br />
in. Agglomeratie<strong>voor</strong>del<strong>en</strong> als toegang tot de transportstructuur<br />
<strong>en</strong> de digitale infrastructuur alsmede<br />
de fysieke bereikbaarheid <strong>voor</strong> wat betreft e<strong>en</strong> grote<br />
pool van hooggekwalificeerde werkers zijn uitgedijd<br />
over urban fields die de stadsgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> ver overschrijd<strong>en</strong><br />
(Phelps e.a., 2003). Om dicht bij huis te blijv<strong>en</strong>, het<br />
is van Woerd<strong>en</strong> in principe maar e<strong>en</strong> half uur naar<br />
Schiphol <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> straal van pakweg vijftig
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
kilometer bevindt zich e<strong>en</strong> bevolking van zo’n zes<br />
miljo<strong>en</strong> person<strong>en</strong> die deels zeer hoog opgeleid is. E<strong>en</strong><br />
bijna wonderbaarlijke verm<strong>en</strong>igvuldiging van begripp<strong>en</strong><br />
heeft plaatsgevond<strong>en</strong> om de nieuwe stedelijkheid te<br />
duid<strong>en</strong>: stadsregio’s, polic<strong>en</strong>trische stedelijke configuraties,<br />
global city regions, fractal cities, post-metropoli,<br />
<strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t. Hoe past nu de vorming van die cognitieve<br />
culturele economieën binn<strong>en</strong> het beeld van grote,<br />
almaar uitdij<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> stedelijke veld<strong>en</strong>?<br />
Deze vraag kan alle<strong>en</strong> goed beantwoord word<strong>en</strong><br />
in het licht van de relaties die sted<strong>en</strong> met andere<br />
sted<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>. In The Making of Urban Europe<br />
1000-1994 onderscheid<strong>en</strong> Hoh<strong>en</strong>berg <strong>en</strong> Holl<strong>en</strong> Lees<br />
(1995) twee typ<strong>en</strong> van stedelijke netwerk<strong>en</strong>. Het eerste<br />
type is dat van de c<strong>en</strong>trale plaats<strong>en</strong> hiërarchie van<br />
Christaller waarbij de hoogstgeplaatste stad het gehele<br />
gebied bestrijkt, het breedste palet aan <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
bezit <strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s de grootse bevolkingsomvang heeft.<br />
De sted<strong>en</strong> daaronder zijn als het ware ‘nested’ volg<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> regelmatig patroon waarbij elke trede lager e<strong>en</strong><br />
kleiner verzorgingsgebied, minder <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> kleinere bevolking betek<strong>en</strong>t. De relaties tuss<strong>en</strong><br />
sted<strong>en</strong> zijn hier van e<strong>en</strong> hiërarchische aard: <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing van e<strong>en</strong> hogere orde di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> naar de<br />
dichtstbijzijnde grotere stad te gaan, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
van Voorschot<strong>en</strong> naar Leid<strong>en</strong> naar Amsterdam. Het<br />
tweede type van stedelijke netwerk<strong>en</strong> is juist niet<br />
territoriaal maar betreft lange-afstand relaties tuss<strong>en</strong><br />
sted<strong>en</strong> van min of meer gelijke rang, zoals tuss<strong>en</strong> de<br />
hav<strong>en</strong>sted<strong>en</strong> Rotterdam <strong>en</strong> Hong Kong of die tuss<strong>en</strong><br />
Sevilla, Brem<strong>en</strong>, Hamburg <strong>en</strong> Toulouse waar verschill<strong>en</strong>de<br />
onderdel<strong>en</strong> van Airbus vliegtuig<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
gemaakt. Het gaat dan meer om sted<strong>en</strong> die zich richt<strong>en</strong><br />
op specifieke niches <strong>en</strong> op grond daarvan hun netwerk<strong>en</strong><br />
van leveranciers <strong>en</strong> klant<strong>en</strong> organiser<strong>en</strong>.<br />
De int<strong>en</strong>sivering van de concurr<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de verschuiving<br />
naar e<strong>en</strong> cognitieve culturele economie heeft<br />
de positie van sted<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze twee typ<strong>en</strong> van<br />
netwerk<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de wijze beïnvloed. Binn<strong>en</strong><br />
de c<strong>en</strong>trale plaats<strong>en</strong> hiërarchie lijkt e<strong>en</strong> verschuiving<br />
van het zwaartepunt naar bov<strong>en</strong> toe plaats te vind<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk economisch landschap<br />
P. 86<br />
in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate nu ook in gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de<br />
vorm. De verhuizing van advocat<strong>en</strong>kantor<strong>en</strong> van<br />
Rotterdam naar Amsterdam is e<strong>en</strong> expon<strong>en</strong>t, maar<br />
ev<strong>en</strong>zeer de verplaatsing van hoogwaardige financiële<br />
di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van Amsterdam naar Lond<strong>en</strong>. Juist sted<strong>en</strong><br />
hoog in de nationale <strong>en</strong> internationale plaats<strong>en</strong><br />
hiërarchie beschikk<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> divers sam<strong>en</strong>gesteld<br />
economisch profiel, e<strong>en</strong> historische basis van culturele<br />
industrieën, produc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoogwaardige<br />
persoonlijke di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van luxeconsumptie tot medische<br />
verzorging, e<strong>en</strong> diverse bevolking <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kosmopolitische<br />
houding (Currid, 2007). Het zijn dan ook<br />
c<strong>en</strong>trale sted<strong>en</strong> als New York, Los Angeles, Lond<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
toch ook Amsterdam die rec<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> gunstige economische<br />
ontwikkeling hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> (Hoh<strong>en</strong>berg e.a,<br />
1995; Sass<strong>en</strong>, 1991/2001; Scott, 2007). Voor e<strong>en</strong> deel<br />
zi<strong>en</strong> we de gevolg<strong>en</strong> van deze ontwikkeling neerslaan<br />
aan de rand<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trale sted<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld de<br />
London Docklands of de Zuidas, <strong>en</strong> deels ook daarbuit<strong>en</strong>.<br />
Maar de meest hoogwaardige del<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> op<br />
de c<strong>en</strong>trale stad aangewez<strong>en</strong>. Het stedelijk veld is alles<br />
behalve homoge<strong>en</strong>, de c<strong>en</strong>trale stad tek<strong>en</strong>t zich als e<strong>en</strong><br />
piek in het landschap af <strong>en</strong> ook binn<strong>en</strong> deze sted<strong>en</strong><br />
is er sprake van e<strong>en</strong> duidelijke ruimtelijke differ<strong>en</strong>tiatie<br />
met sterk geconc<strong>en</strong>treerde clusters van bepaalde<br />
activiteit<strong>en</strong> (Hall & Pain, 2006; Lambregts e.a., 2006).<br />
In Amsterdam is niet alle<strong>en</strong> de Zuidas maar ook het<br />
Oosterdokseiland als cultureel c<strong>en</strong>trum daar e<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>beeld van.<br />
Het proces van globalisering heeft onmisk<strong>en</strong>baar<br />
tev<strong>en</strong>s effect op het tweede type van stedelijke netwerk<strong>en</strong>.<br />
Dat industriested<strong>en</strong> het moeilijk hebb<strong>en</strong> is<br />
al gemeld, maar dit kan word<strong>en</strong> doorgetrokk<strong>en</strong> naar<br />
monofunctionele sted<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong>. Sted<strong>en</strong> die als<br />
<strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van succesvolle postindustriële ontwikkeling<br />
geld<strong>en</strong> <strong>en</strong> over e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdige structuur beschikk<strong>en</strong>,<br />
zoals de Italiaanse sted<strong>en</strong> in Emilia-Romagna <strong>en</strong><br />
V<strong>en</strong>eto, blijk<strong>en</strong> nu kwetsbaar te zijn <strong>voor</strong> verandering<strong>en</strong><br />
in de vraag naar specifieke marktsegm<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Als mede onder druk van de int<strong>en</strong>sivering van de<br />
concurr<strong>en</strong>tie, <strong>voor</strong>al activiteit<strong>en</strong> belangrijk word<strong>en</strong> die
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
al behoorlijke historische wortels hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarnaast<br />
sterk afhankelijk zijn van agglomeratie<strong>voor</strong>del<strong>en</strong> die<br />
in principe <strong>voor</strong> alle activiteit<strong>en</strong> geld<strong>en</strong>, dan zal de<br />
verschuiving naar e<strong>en</strong> cognitieve culturele economie<br />
e<strong>en</strong> verschuiving langs de nationale <strong>en</strong> de internationale<br />
stedelijke hiërarchie naar bov<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>: van<br />
Rotterdam naar Amsterdam <strong>en</strong> van Amsterdam naar<br />
Lond<strong>en</strong>, Parijs of New York. De sted<strong>en</strong> aan de top van de<br />
internationale hiërarchie, de echte global cities, profiter<strong>en</strong><br />
van de verschuiving van het zwaartepunt. De vraag<br />
is dan of de sted<strong>en</strong> daaronder hun economisch profiel<br />
zi<strong>en</strong> vernauw<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee vervall<strong>en</strong> tot kwetsbare<br />
nichespelers die <strong>voor</strong>al complem<strong>en</strong>taire relaties met op<br />
afstand geleg<strong>en</strong> sted<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>. Met het einde van<br />
ABN AMRO is dit ook <strong>voor</strong> Amsterdam e<strong>en</strong> prang<strong>en</strong>de<br />
vraag geword<strong>en</strong>. Wat het antwoord op deze vraag<br />
ook zal zijn, het stedelijk landschap zal mede door het<br />
proces van globalisering op verschill<strong>en</strong>de schaalniveaus<br />
economisch gediffer<strong>en</strong>tieerd zijn. Alles is misschi<strong>en</strong> wel<br />
overal maar slechts zeld<strong>en</strong> in dezelfde mate.<br />
De houdbaarheid van de stad<br />
Met het verdwijn<strong>en</strong> van industriële wereld <strong>en</strong> de komst<br />
van e<strong>en</strong> dappere nieuwe cognitieve culturele wereld<br />
lijk<strong>en</strong> diepere lag<strong>en</strong> van stedelijkheid weer aan de<br />
oppervlakte te kom<strong>en</strong>. De c<strong>en</strong>trale rol van symbolische<br />
<strong>en</strong> immateriële (k<strong>en</strong>nis)productie, de gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>de<br />
netwerk<strong>en</strong>, de gelokaliseerde productiesystem<strong>en</strong><br />
met hun gildeachtige structur<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nisoverdracht<br />
<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de functiem<strong>en</strong>ging op lagere schaalniveaus,<br />
tot <strong>en</strong> met het nieuwe thuiswerk<strong>en</strong>, zi<strong>en</strong> we ook<br />
al in pre-industriële sted<strong>en</strong>. Het is ev<strong>en</strong>wel ge<strong>en</strong> kwestie<br />
van e<strong>en</strong> herhaling van de geschied<strong>en</strong>is, het heeft te<br />
mak<strong>en</strong> met diepere structur<strong>en</strong> van stedelijkheid die<br />
lang e<strong>en</strong> eerder verborg<strong>en</strong> bestaan hebb<strong>en</strong> geleid. Ook<br />
al gaat het om eeuw<strong>en</strong>oude compon<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van stedelijkheid,<br />
daarmee is de verschuiving naar e<strong>en</strong> cognitieve<br />
culturele stedelijke economie nog niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
vanzelfsprek<strong>en</strong>de zaak <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>min in sociaal <strong>en</strong> milieu<br />
opzicht e<strong>en</strong> onbekommerde zeg<strong>en</strong>ing.<br />
Om e<strong>en</strong> stad houdbaar te lat<strong>en</strong> zijn, di<strong>en</strong>t deze competitief<br />
te zijn <strong>en</strong> in staat om groei van de economie<br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk economisch landschap<br />
P. 87<br />
<strong>en</strong> de werkgeleg<strong>en</strong>heid te g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> stad di<strong>en</strong>t<br />
e<strong>en</strong> zekere sociale sam<strong>en</strong>hang te verton<strong>en</strong>. Dat is<br />
niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fatso<strong>en</strong>lijk doel op zichzelf maar heeft<br />
ook te mak<strong>en</strong> met het feit dat grote sociale teg<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> bron van onrust kunn<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo de<br />
publieke ruimte kunn<strong>en</strong> uitholl<strong>en</strong> met nefaste gevolg<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> het sociale, culturele <strong>en</strong> uiteindelijk ook het<br />
economische lev<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> stad. E<strong>en</strong> derde <strong>voor</strong>waarde<br />
betreft de duurzaamheid vanuit het milieuoogpunt.<br />
Links of rechtsom zal de uitstoot van broeikasgass<strong>en</strong><br />
door huishoud<strong>en</strong>s, bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> de transportsector<br />
omlaag moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebracht <strong>en</strong> zal recycling van<br />
grondstoff<strong>en</strong> int<strong>en</strong>siever moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
vierde <strong>voor</strong>waarde gaat tot op zekere hoogte <strong>voor</strong>af<br />
aan de vorige drie: e<strong>en</strong> stad di<strong>en</strong>t bestuurbaar te<br />
zijn. Ik geef hieronder slechts <strong>en</strong>ige van de mogelijke<br />
consequ<strong>en</strong>ties weer.<br />
De opkomst van e<strong>en</strong> cognitieve culturele economie<br />
heeft drie belangrijke gevolg<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> eerste is de basis<br />
van de competitiviteit <strong>voor</strong>al geleg<strong>en</strong> in netwerk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> externaliteit<strong>en</strong> met tot op zekere hoogte e<strong>en</strong> meer<br />
corporatistische karakter dat mede zorg draagt <strong>voor</strong><br />
de k<strong>en</strong>nisoverdracht. E<strong>en</strong> radicaal neoliberaal beleid<br />
dat het creër<strong>en</strong> van markt<strong>en</strong> uit de economische leerboek<strong>en</strong><br />
tot doel heeft, zoals Brussel nu lijkt te will<strong>en</strong><br />
voer<strong>en</strong>, zou hier wel e<strong>en</strong>s haaks op kunn<strong>en</strong> staan. T<strong>en</strong><br />
tweede zijn grote sted<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> diverse economie in<br />
het <strong>voor</strong>deel. New York <strong>en</strong> Lond<strong>en</strong> winn<strong>en</strong> het van<br />
Amsterdam, terwijl laatstg<strong>en</strong>oemde stad het weer<br />
wint van Rotterdam. Wellicht gaat zich e<strong>en</strong> polarisatie<br />
<strong>voor</strong>do<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sted<strong>en</strong> hoog in de hiërarchie die e<strong>en</strong><br />
breed palet aan concurrer<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> hun<br />
gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> sted<strong>en</strong> die zich als nichespeler op<br />
<strong>en</strong>kele of zelfs slechts één set van activiteit<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />
richt<strong>en</strong>. Zeker als veel stedelijke economieën e<strong>en</strong>zijdiger<br />
word<strong>en</strong>, neemt hun kwetsbaarheid toe <strong>en</strong> kan<br />
feitelijk alle<strong>en</strong> de nationale overheid <strong>voor</strong> stabiliteit<br />
zorg drag<strong>en</strong>. Vooralsnog is in Nederland de publieke<br />
sector sterk aanwezig zodat deze als buffer kan<br />
functioner<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> derde, k<strong>en</strong>nisint<strong>en</strong>sieve activiteit<strong>en</strong><br />
veronderstell<strong>en</strong> doorgaans e<strong>en</strong> historische worteling.<br />
Als deze aanwezig is, kan e<strong>en</strong> overheid bijdrag<strong>en</strong> aan
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk economisch landschap<br />
het institutionele weefsel <strong>en</strong> zelfs innovatie als<br />
lokaal mobiliser<strong>en</strong>d concept inzett<strong>en</strong>. Maar als deze<br />
worteling ontbreekt, wat dan?<br />
E<strong>en</strong> stad is pas houdbaar als er ook iets is van e<strong>en</strong><br />
erk<strong>en</strong>d <strong>en</strong> herk<strong>en</strong>d gedeeld sociaal lot. De lange tijd<br />
dominante teg<strong>en</strong>stelling arbeid versus kapitaal lijkt<br />
met het krimp<strong>en</strong> <strong>en</strong> upgrad<strong>en</strong> van de industrie te<br />
zijn verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het hele begrip arbeider(sklasse)<br />
lijkt zelfs op weg naar de mestvaalt van de<br />
geschied<strong>en</strong>is. Dat neemt niet weg dat ook de<br />
cognitieve culturele economie scherpe sociale <strong>en</strong><br />
ook ruimtelijke scheidslijn<strong>en</strong> zal k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Voor<br />
e<strong>en</strong> deel moet<strong>en</strong> deze zich nog uitkristalliser<strong>en</strong>.<br />
Juist in de global cities waar rijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> arm<strong>en</strong> zijn<br />
aan te treff<strong>en</strong>, lijk<strong>en</strong> de inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong> toe te<br />
nem<strong>en</strong> (Sass<strong>en</strong>, 1991/2001). Daarnaast zull<strong>en</strong> ook<br />
tuss<strong>en</strong> succesvolle <strong>en</strong> minder succesvolle sted<strong>en</strong><br />
de inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong>. De mate waarin<br />
m<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong> accepteert is weliswaar<br />
tijd- <strong>en</strong> plaatsgebond<strong>en</strong> maar het is wel duidelijk<br />
dat e<strong>en</strong> vergroting sociale spanning<strong>en</strong> kan<br />
oproep<strong>en</strong> met mogelijk politieke gevolg<strong>en</strong>. Nieuwe<br />
coalities zull<strong>en</strong> nodig zijn om de door globalisering<br />
bedreigde del<strong>en</strong> van de midd<strong>en</strong>klasse <strong>en</strong> de<br />
stedelijke onderklasse politiek te bind<strong>en</strong> <strong>en</strong> aldus<br />
e<strong>en</strong> sociale sam<strong>en</strong>hang te creër<strong>en</strong>. Het huidige sociaaleconomische<br />
debat in Nederland, waar het soms<br />
lijkt alsof dé ondernemers de nieuwe verworp<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
der aarde zijn, is <strong>voor</strong>alsnog van e<strong>en</strong> ondraaglijke<br />
lichtheid <strong>en</strong> lijkt nog niet echt geïnformeerd te zijn<br />
over de rec<strong>en</strong>te verandering<strong>en</strong>.<br />
Nog e<strong>en</strong> andere <strong>voor</strong>waarde is inmiddels <strong>voor</strong> de<br />
houdbaarheid bijna letterlijk als e<strong>en</strong> donkere wolk<br />
bov<strong>en</strong> de stad versch<strong>en</strong><strong>en</strong>. Het valt moeilijk in te<br />
zi<strong>en</strong> hoe doelstelling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verlaging van de<br />
uitstoot van broeikasgass<strong>en</strong> gecombineerd kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> verdere vergroting van de fysieke<br />
mobiliteit tuss<strong>en</strong> sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> binn<strong>en</strong> sted<strong>en</strong>. Tot nog<br />
toe lijk<strong>en</strong> de technologische oplossing<strong>en</strong> bescheid<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> nog ver weg in de toekomst. E<strong>en</strong> terugdringing<br />
van de mobiliteit lijkt daarom waarschijnlijker. Dit<br />
P. 88<br />
zou e<strong>en</strong> ruimtelijke herschikking te weeg kunn<strong>en</strong><br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> waarbij opnieuw de grotere sted<strong>en</strong> door hun<br />
sterke economieën <strong>en</strong> hun uitgebreide transportinfrastructuur<br />
aan het langste eind trekk<strong>en</strong>.<br />
Over hoe e<strong>en</strong> scherper milieubeleid gaat uitpakk<strong>en</strong>,<br />
is nog grote onzekerheid. Wel is duidelijk dat het met<br />
elkaar verzo<strong>en</strong><strong>en</strong> van de doelstelling<strong>en</strong> van competitiviteit,<br />
sociale cohesie <strong>en</strong> duurzaamheid, e<strong>en</strong> uiterst<br />
moeilijke balanceeract, e<strong>en</strong> effectieve overheid veronderstelt<br />
op verschill<strong>en</strong>de schaalniveaus. De vraag is<br />
dan ook of het proces, ingezet in de jar<strong>en</strong> tachtig van<br />
de vorige eeuw, waarbij de staat zich terugtrekt van<br />
het sociaaleconomische speelveld zich zal <strong>voor</strong>tzett<strong>en</strong><br />
(Judt, 2007). Met name t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van de milieuproblematiek<br />
<strong>en</strong> de oplop<strong>en</strong>de inkom<strong>en</strong>sverschill<strong>en</strong>,<br />
in het bijzonder de opkomst van superrijk<strong>en</strong>, heeft<br />
e<strong>en</strong> neoliberale politiek niet echt e<strong>en</strong> antwoord. Met<br />
andere woord<strong>en</strong>: de houdbaarheid van de stad is<br />
daarom nauw verbond<strong>en</strong> met de houdbaarheid van<br />
de overheid op lokaal, nationaal <strong>en</strong> supranationaal<br />
niveau. De conclusie dat e<strong>en</strong> overheid effectief moet<br />
ingrijp<strong>en</strong> om belang<strong>en</strong> van bedrijv<strong>en</strong>, burgers <strong>en</strong> de<br />
omgeving in wijdere zin te verzo<strong>en</strong><strong>en</strong> is, net als de<br />
diepere lag<strong>en</strong> van stedelijkheid, allesbehalve nieuw,<br />
maar eeuw<strong>en</strong>lang door sted<strong>en</strong> met vall<strong>en</strong> <strong>en</strong> opstaan<br />
telk<strong>en</strong>s opnieuw eig<strong>en</strong> gemaakt.<br />
Robert Kloosterman (r.c.kloosterman@uva.nl) is als hoogleraar verbond<strong>en</strong><br />
aan de afdeling Geografie, Planologie <strong>en</strong> Internationale Ontwikkelingsstudies<br />
<strong>en</strong> is wet<strong>en</strong>schappelijk directeur van het Amsterdam Institute of Metropolitan<br />
and International Developm<strong>en</strong>t Studies (AMIDSt).<br />
Literatuur<br />
Amin A. & N. Thrift (1992) ‘Neo-Marshallian nodes in global networks’,<br />
International Journal of Urban and Regional Research, jg. 16, nr. 4, p. 571-587<br />
Currid, E. (2007) The Warhol Economy; How Fashion, Art, and Music Drive<br />
New York City, Princeton University Press, Princeton/Oxford<br />
Engel<strong>en</strong>, E. (2007) ‘Amsterdamned’? The uncertain future of a financial<br />
c<strong>en</strong>tre’, Environm<strong>en</strong>t and Planning A, jg. 39, nr. 6, p. 1306-1324<br />
Epstein, S.R. & M. Prak (nog te verschijn<strong>en</strong>) ‘Introduction’, S. R. Epstein &<br />
M. Prak (red.) Guilds, Innovation, and the European Economy, 1400-1800,<br />
Cambridge University Press, Cambridge
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
De taaie lag<strong>en</strong> van het stedelijk economisch landschap<br />
Florida, R. (2002) The Rise of the Creative Class; and How It’s Transforming<br />
Work, Leisure, Community and Everyday Life, Basic Books, New York<br />
Friedman, T. (2005) The World is Flat. A Brief History of the Tw<strong>en</strong>ty-first C<strong>en</strong>tury,<br />
Farrar, Straus and Giroux, New York<br />
Hall, P. & K. Pain (red.) (2006) The Polyc<strong>en</strong>tric Metropolis. Learning from Mega-<br />
City Regions in Europe, Earthscan, London<br />
Hoh<strong>en</strong>berg, P. & L. Holl<strong>en</strong> Lees (1995) The Making of Urban Europe 1000-1994,<br />
Harvard University Press, Cambridge, MA<br />
Judt, T. (2007) ‘The wrecking ball of innovation’, The New York Review of Books,<br />
December 6, p. 22-27<br />
Kloosterman, R.C. (2004) ‘Rec<strong>en</strong>t employm<strong>en</strong>t tr<strong>en</strong>ds in the cultural industries<br />
in Amsterdam, Rotterdam, The Hague and Utrecht; a first exploration’,<br />
Tijdschrift <strong>voor</strong> Economische <strong>en</strong> Sociale Geografie, jg. 95, nr. 2, p. 243-262<br />
Kloosterman, R.C. & E.S. Stegmeijer (2007) ‘Het Oosterdokseiland in<br />
Amsterdam: de transformatie van postverdeelc<strong>en</strong>trum tot c<strong>en</strong>trum <strong>voor</strong><br />
postmoderne cultuur’, N. Vallet, K. Marchand, P. Stouthuys<strong>en</strong> &<br />
K. Vand<strong>en</strong>berghe (red.), Stadsinnovatie: hergebruik is herwaarder<strong>en</strong>...op zoek<br />
naar succesvolle managem<strong>en</strong>tpraktijk<strong>en</strong>, Politeia, Antwerp<strong>en</strong>, p. 131-146<br />
Lambregts, B., R. Kloosterman, M. van der Werff, R. Röling & L. Kapo<strong>en</strong> (2006)<br />
‘Randstad Holland: Multiple Faces of a Polyc<strong>en</strong>tric Role Model’, P. Hall & K. Pain<br />
(red.) The Polyc<strong>en</strong>tric Metropolis. Learning from Mega-City Regions in Europe,<br />
Earthscan, London<br />
Pass<strong>en</strong>ger Terminal Amsterdam<br />
P. 89<br />
Lavanga, M. (2004) ‘Creative Industries, Cultural Quarters and Urban<br />
Developm<strong>en</strong>t: the case studies of Rotterdam and Milan’, G. Mingardo & M.<br />
van Hoek (red.) Urban Managem<strong>en</strong>t in Europe Vol. II: Towards a sustainable<br />
developm<strong>en</strong>t, Erasmus University, Rotterdam<br />
Le Galès, P. (2002) European Cities; Social Conflicts and Governance, Oxford<br />
University Press, Oxford<br />
Le Goff, J. (1997) Pour l’amour des villes; Entreti<strong>en</strong>s avec Jean Lebrun, Textuel,<br />
Parijs<br />
Phelps, N. & T. Ozawa (2003) ‘Contrasts in agglomeration: proto-industrial,<br />
industrial and post-industrial forms compared’, Progress in Human Geography,<br />
nr. 27, p. 583-604<br />
Sass<strong>en</strong>, S. (1991/2001) The Global City; New York, London, Tokyo, Princeton<br />
University Press, Princeton/London<br />
Scott, A.J. (2006) ‘Creative cities: conceptual issues and policy questions’,<br />
Journal of Urban Affairs, jg. 28, nr. 1, p. 1-17<br />
Scott, A.J. (2007) ‘Capitalism and urbanization is a new key? The cognitivecultural<br />
dim<strong>en</strong>sion’, Social Forces, jg. 85, nr. 4, p. 1465-1482<br />
Storper, M. (2000) ‘Globalization, localization, and trade’, G. Clark, & M.<br />
Feldman, M. Gertler (red.), The Oxford Handbook of Economic Geography,<br />
Oxford University Press, Oxford, p. 146-165<br />
Voskuil, J.J. (1996) Het Bureau 1; M<strong>en</strong>eer Beerta, Uitgeverij G.A. van Oorschot,<br />
Amsterdam
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Planningsstrategieën in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
P. 90<br />
Planningsstrategieën<br />
in<br />
krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
Martijn Ubink<br />
Leegstaande winkels in Selb
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Planningsstrategieën in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
P. 91<br />
E<strong>en</strong> aantal regio’s in de Nederlandse periferie hebb<strong>en</strong> of krijg<strong>en</strong> in de nabije toe-<br />
komst te mak<strong>en</strong> met economische <strong>en</strong> demografische krimp. Planningsstrategieën<br />
om het krimpproces te begeleid<strong>en</strong> zijn noodzakelijk maar kom<strong>en</strong> niet vanzelf van<br />
de grond in e<strong>en</strong> planningspraktijk die nog steeds volledig wordt gedomineerd door<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> in term<strong>en</strong> van groei <strong>en</strong> <strong>voor</strong>uitgang.<br />
De e<strong>en</strong><strong>en</strong>twintigste eeuw is de eeuw waarin<br />
de Nederlandse bevolkingsomvang zal<br />
gaan afnem<strong>en</strong>. Andere land<strong>en</strong>, waaronder<br />
Duitsland, hebb<strong>en</strong> al langer te mak<strong>en</strong> met<br />
krimpprocess<strong>en</strong> in bepaalde regio’s. Daar<br />
waar de drijv<strong>en</strong>de kracht van de regionale<br />
economie is verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>, vertrekk<strong>en</strong> veel<br />
bewoners op zoek naar werk <strong>en</strong> inkom<strong>en</strong><br />
elders. Dit proces van economische <strong>en</strong><br />
demografische krimp resulteert veelal in<br />
leegstand van woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> winkels, e<strong>en</strong><br />
smallere basis <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
sterkere segregatie van specifieke del<strong>en</strong><br />
van de bevolking. Met name regio’s die<br />
word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>zijdige<br />
economische basis zijn kwetsbaar. Ook<br />
in Nederland zi<strong>en</strong> we regio’s die met<br />
achteruitgang te kamp<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>, waaronder<br />
Zeeland, het zuid<strong>en</strong> van Limburg<br />
<strong>en</strong> Noordoost-Groning<strong>en</strong>. In de context<br />
van <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>de aandacht <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>uitgang<br />
<strong>en</strong> groei veroorzaakt deze t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<br />
verwarring onder stedelijke beleidsmakers,<br />
onderzoekers <strong>en</strong> de media. Door middel<br />
van e<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>de casestudie van twee<br />
krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong>, Delfzijl in Nederland<br />
<strong>en</strong> Selb in <strong>voor</strong>malig West-Duitsland,<br />
is gekek<strong>en</strong> naar planningsstrategieën<br />
<strong>en</strong> percepties in de praktijk. Voormalig<br />
Oost-Duitsland is in het onderzoek buit<strong>en</strong><br />
beschouwing gelat<strong>en</strong> door de specifieke<br />
situatie volg<strong>en</strong>d uit de postsocialistische<br />
transformatie. Na het schets<strong>en</strong> van de<br />
context <strong>en</strong> het beleid word<strong>en</strong> bestaande<br />
initiatiev<strong>en</strong> in beide sted<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het licht<br />
gehoud<strong>en</strong> zodat beleidsmakers in andere<br />
krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong> hieruit lering kunn<strong>en</strong><br />
trekk<strong>en</strong>.<br />
Krimp in Delfzijl <strong>en</strong> Selb<br />
De industriële ontwikkeling in Nederland<br />
kwam in vergelijking met andere West-<br />
Europese land<strong>en</strong> laat op gang <strong>en</strong> beperkte<br />
zich hoofdzakelijk tot de perifere del<strong>en</strong><br />
van het land. Cijfers lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat <strong>voor</strong>al<br />
kleinere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in deze perifere<br />
regio’s kwetsbaar zijn <strong>voor</strong> structurele<br />
krimpverschijnsel<strong>en</strong> (Van Dam e.a., 2006).<br />
Delfzijl in Noordoost-Groning<strong>en</strong> is één<br />
van de sted<strong>en</strong> in de Nederlandse periferie<br />
die al langere tijd de symptom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
economisch <strong>en</strong> demografisch krimpproces<br />
vertoont. De groei van Delfzijl als industrialisatiekern<br />
nam in de jar<strong>en</strong> vijftig <strong>en</strong> zestig<br />
van de vorige eeuw sterk toe na de vondst<br />
van zout <strong>en</strong> gas in de omgeving, waardoor<br />
<strong>voor</strong>al de (petro)chemische industrie aangetrokk<strong>en</strong><br />
werd. Echter, door de stijg<strong>en</strong>de<br />
arbeidsproductiviteit, de rationalisatie<br />
van het bedrijfsproces <strong>en</strong> de stijg<strong>en</strong>de<br />
olieprijz<strong>en</strong> wordt de geme<strong>en</strong>te al dec<strong>en</strong>nia<br />
geconfronteerd met e<strong>en</strong> verlies aan<br />
werkgeleg<strong>en</strong>heid (tabel 1). Naast het gebrek<br />
aan werk <strong>en</strong> opleiding voldoet ook de<br />
sociale woning<strong>voor</strong>raad, die in rap tempo<br />
gerealiseerd werd in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig met<br />
het oog op de verwachte toestroom van<br />
arbeiders, niet meer aan de hed<strong>en</strong>daagse
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Planningsstrategieën in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
P. 92<br />
vraag. Beide tr<strong>en</strong>ds vorm<strong>en</strong> de achtergrond<br />
van de aanzi<strong>en</strong>lijke uitstroom. Daarnaast<br />
wordt de geme<strong>en</strong>te geconfronteerd met e<strong>en</strong><br />
afnem<strong>en</strong>d natuurlijk bevolkingsverloop: er<br />
kom<strong>en</strong> meer m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> te overlijd<strong>en</strong> dan er<br />
gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hierdoor verliest Delfzijl<br />
al dec<strong>en</strong>nia lang aanzi<strong>en</strong>lijke aantall<strong>en</strong><br />
inwoners.<br />
Terwijl de Nederlandse industrialisatie<br />
achterbleef, werd Duitsland e<strong>en</strong> belangrijke<br />
industriële natie in Europa. Door<br />
de deïndustrialisatie in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig<br />
kwam<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele West-Duitse regio’s in de<br />
problem<strong>en</strong>, waaronder Oberfrank<strong>en</strong> in<br />
het noordoost<strong>en</strong> van Beier<strong>en</strong>. Selb is e<strong>en</strong><br />
krimp<strong>en</strong>de stad in deze regio. De vondst<br />
van kwarts <strong>en</strong> klei in de grond trok de<br />
keramische industrie aan, wat aanvankelijk<br />
e<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijke groei van de geme<strong>en</strong>te<br />
tot gevolg had. Echter, sinds de crisis in de<br />
keramische industrie eind jar<strong>en</strong> tachtig<br />
wordt de regio gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong><br />
structureel economisch <strong>en</strong> demografisch<br />
krimpproces (tabel 1). Het verlies aan<br />
ban<strong>en</strong> heeft bewoners do<strong>en</strong> besluit<strong>en</strong> om<br />
de stad te verlat<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> overstijgt<br />
het sterftecijfer al jar<strong>en</strong> het geboortecijfer,<br />
waardoor de bevolkingsafname extra<br />
wordt versterkt. Hierdoor heeft Selb in de<br />
afgelop<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> jaar bijna zesti<strong>en</strong> proc<strong>en</strong>t<br />
van haar inwoners verlor<strong>en</strong>.<br />
Geloof in <strong>voor</strong>uitgang<br />
Krimp is ge<strong>en</strong> nieuw verschijnsel. Na de<br />
Tweede Wereldoorlog zijn krimp<strong>en</strong>de<br />
regio’s in Nederland, Duitsland <strong>en</strong> veel<br />
andere land<strong>en</strong> in Europa opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in<br />
ruimtelijk <strong>en</strong> regionaal beleid. Dit beleid<br />
was echter <strong>voor</strong>namelijk gericht op het<br />
stimuler<strong>en</strong> van economische groei in deze<br />
regio’s. In Nederland is dit soort beleid<br />
terug te vind<strong>en</strong> in de Eerste <strong>en</strong> Tweede<br />
Tabel 1 Basisindicator<strong>en</strong> Delfzijl <strong>en</strong> Selb<br />
Delfzijl Selb<br />
Inwoners 2005 28.446 16.999<br />
Inwoners 1990-2005 -3.973 (-14 %) -2.741 (-16 %)<br />
Werkgeleg<strong>en</strong>heid 2000-2005 -1.000 ban<strong>en</strong> (-6 %) -928 ban<strong>en</strong> (-14 %)<br />
Vergrijzing (perc<strong>en</strong>tage 50+) 38,3 % 44,4 %<br />
Werkloosheid 2006 11,5 % 12 %<br />
Leegstand 21 % (1999) 10 % (2004)<br />
bron: C<strong>en</strong>traal Bureau <strong>voor</strong> de Statistiek <strong>en</strong> Bayerisches Landesamt für Statistik<br />
und Dat<strong>en</strong>verarbeitung<br />
Nota Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing. Lange tijd<br />
stond<strong>en</strong> e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>tering van de neergaande<br />
(economische) tr<strong>en</strong>d <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterk geloof<br />
in <strong>voor</strong>uitgang c<strong>en</strong>traal. Op nationaal <strong>en</strong><br />
lokaal niveau werd e<strong>en</strong> afname van het<br />
aantal inwoners <strong>en</strong> huishoud<strong>en</strong>s of e<strong>en</strong><br />
daling in het aantal beschikbare ban<strong>en</strong><br />
dan ook <strong>voor</strong>namelijk gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
tijdelijke crisis; e<strong>en</strong> crisis die door stedelijke<br />
beleidsmakers vastberad<strong>en</strong> kan <strong>en</strong> moet<br />
word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan. Zodo<strong>en</strong>de bleef m<strong>en</strong><br />
in Delfzijl doorgaan met het aanlegg<strong>en</strong><br />
van meer industrieterrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> woning<strong>en</strong>,<br />
terwijl economische <strong>en</strong> demografische<br />
cijfers al geruime tijd e<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>de tr<strong>en</strong>d<br />
liet<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Ook in Selb hield de geme<strong>en</strong>teraad,<br />
ondanks de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de krimp<br />
van de stad, lange tijd vast aan bestaande<br />
planningsroutines gericht op groei. Meer<br />
land werd bestemd <strong>voor</strong> nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> verhoogde subsidies werd<strong>en</strong><br />
ingezet om nieuwe bedrijvigheid naar de<br />
regio te trekk<strong>en</strong>. Het geloof in traditionele<br />
aanbodplanning om het economische tij<br />
in beide regio’s te ker<strong>en</strong> was groot. Deze<br />
perceptie komt overe<strong>en</strong> met de ideeën van<br />
Van d<strong>en</strong> Berg e.a. (1982), die krimp<strong>en</strong>de<br />
sted<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> gedachte die<br />
e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>scyclus <strong>voor</strong> sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> regio’s<br />
veronderstelt. Dit zog<strong>en</strong>aamde stages-ofurban-developm<strong>en</strong>t-model<br />
suggereert dat<br />
verstedelijking e<strong>en</strong> cyclisch proces is <strong>en</strong> dat<br />
stedelijke <strong>en</strong> regionale krimp uiteindelijk<br />
weer plaats zull<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hernieuwde<br />
groei. E<strong>en</strong> proces van urbanisatie, suburbanisatie<br />
<strong>en</strong> des-urbanisatie wordt volg<strong>en</strong>s<br />
het model gevolgd door e<strong>en</strong> proces van
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Planningsstrategieën in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
P. 93<br />
re-urbanisatie. Echter, dit model is hoofdzakelijk<br />
gebaseerd op e<strong>en</strong> periode waarin<br />
massaproductie, standaardisatie <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid<br />
in grootschalige industriële<br />
complex<strong>en</strong> dominant war<strong>en</strong>. De economie<br />
heeft zich echter ingrijp<strong>en</strong>d gewijzigd <strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong>woordig moet<strong>en</strong> krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
op zoek naar andere werkgeleg<strong>en</strong>heid<br />
in nieuwe industrieën <strong>en</strong> de di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>economie.<br />
Juist deze sector<strong>en</strong>, waarin<br />
de ban<strong>en</strong>groei zich <strong>voor</strong>doet, hebb<strong>en</strong> de<br />
neiging om krimp<strong>en</strong>de regio’s links te lat<strong>en</strong><br />
ligg<strong>en</strong> (Häußermann & Siebel, 1987). Zij<br />
verkiez<strong>en</strong> regio’s waar de kwaliteit van<br />
werknemers ev<strong>en</strong>als de fysieke omgeving<br />
beter aansluit<strong>en</strong> bij hun w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong>.<br />
In de bestaande industrieën heeft de<br />
<strong>voor</strong>tgaande automatisering, ondanks<br />
aanhoud<strong>en</strong>de investering<strong>en</strong>, tot gevolg dat<br />
het aantal ban<strong>en</strong> terugloopt. Naast de economische<br />
compon<strong>en</strong>t is er ook sprake van<br />
autonome demografische ontwikkeling<strong>en</strong>;<br />
het sterftecijfer ligt in krimp<strong>en</strong>de regio’s<br />
bov<strong>en</strong> het geboortecijfer wat het verlies<br />
door migratie versterkt. Bov<strong>en</strong>staande<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> zijn niet of nauwelijks te<br />
beïnvloed<strong>en</strong> door lokaal beleid. Zeker als<br />
het krimpproces zich op regionale schaal<br />
<strong>voor</strong>doet, is e<strong>en</strong> hernieuwde groei op korte<br />
<strong>en</strong> middellange termijn dan ook ge<strong>en</strong><br />
realistische verwachting.<br />
Nieuwe initiatiev<strong>en</strong><br />
Ruimtelijke planning zou zich in deze<br />
gevall<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op het begeleid<strong>en</strong><br />
van krimp in plaats van verder<br />
in te zett<strong>en</strong> op economisch groei. Deze<br />
gedachte heeft in beide casestudies na<br />
vele jar<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> omslag in d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> geleid.<br />
Zowel Delfzijl als Selb volgt e<strong>en</strong> nieuwe<br />
strategie gebaseerd op verdere krimp van<br />
de geme<strong>en</strong>te. In Duitsland is het besef<br />
langzaam doorgedrong<strong>en</strong> dat krimp niet<br />
alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> Oost-Duits f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> is, maar<br />
sterk sam<strong>en</strong>hangt met e<strong>en</strong> nieuwe fase<br />
van postindustrialisatie. Het bestaande<br />
herstructureringsprogramma Stadtumbau<br />
Ost <strong>voor</strong> krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong> in Oost-<br />
Duitsland is dan ook uitgebreid met e<strong>en</strong><br />
variant <strong>voor</strong> West-Duitsland (Stadtumbau<br />
West), waarin lokale strategieën gericht<br />
op de omgang met krimp financieel<br />
word<strong>en</strong> ondersteund (BBR, 2003). Selb<br />
is één van de sted<strong>en</strong> die is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in<br />
dit programma. Door het opstell<strong>en</strong> van<br />
integrale stedelijke ontwikkelingsvisies<br />
<strong>en</strong> subsidies <strong>voor</strong> sloop <strong>en</strong> r<strong>en</strong>ovatie van<br />
leegstaande woning<strong>en</strong> wordt getracht het<br />
krimpproces vorm te gev<strong>en</strong>. Het opstell<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> geïntegreerde ontwikkelingsvisie<br />
was <strong>voor</strong> Selb e<strong>en</strong> belangrijke <strong>voor</strong>waarde<br />
<strong>voor</strong> het verkrijg<strong>en</strong> van deze subsidie.<br />
Middels dit ontwikkelingsconcept geeft de<br />
stad prioriteit aan de aanpak van leegstaande<br />
woning<strong>en</strong>. De huidige condities<br />
zijn geëvalueerd ev<strong>en</strong>als de toekomstige<br />
perspectiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> del<strong>en</strong> van de woning<strong>voor</strong>raad.<br />
Naast e<strong>en</strong> fysieke evaluatie is het<br />
plan aangevuld met economische, sociale<br />
<strong>en</strong> demografische tr<strong>en</strong>ds. De strategie is<br />
gericht op e<strong>en</strong> flexibele aanpak, waarbij<br />
ingespeeld kan word<strong>en</strong> op toekomstige<br />
verandering<strong>en</strong> (Große Kreisstadt Selb,<br />
2004). Deze flexibiliteit wordt bereikt door<br />
te werk<strong>en</strong> met kleinschalige impulsproject<strong>en</strong>.<br />
Terwijl globale doelstelling<strong>en</strong> zijn<br />
vastgelegd in het ontwikkelingsconcept,<br />
wordt aan de exacte invulling vormgegev<strong>en</strong><br />
door deze kleinschalige project<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
initiatiev<strong>en</strong>. De maatregel<strong>en</strong> in de toekomst<br />
zijn dan ook nog onzeker <strong>en</strong> afhankelijk<br />
van nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> besluit<strong>en</strong><br />
van de geme<strong>en</strong>teraad.<br />
In Nederland wordt de opgave op nationaal<br />
niveau nog niet erk<strong>en</strong>d, hoewel het
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Planningsstrategieën in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
P. 94<br />
Ruimtelijk Planbureau vorig jaar het thema<br />
in kaart heeft gebracht (Van Dam e.a.,<br />
2006) <strong>en</strong> er onlangs door de coalitiefracties<br />
is gepleit <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> plan dat de afnem<strong>en</strong>de<br />
leefbaarheid in krimpgebied<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> moet<br />
gaan. Op lokaal niveau laat Delfzijl wel<br />
e<strong>en</strong> omslag in d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>. Delfzijl werkt<br />
sinds <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ruimtelijkfunctionele<br />
visie om de onvermijdelijke<br />
krimp te begeleid<strong>en</strong>. Hierin is e<strong>en</strong> visie op<br />
wijk- <strong>en</strong> stedelijk niveau geformuleerd <strong>en</strong><br />
nadrukkelijk gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> afname<br />
van de woning<strong>voor</strong>raad <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ingrijp<strong>en</strong>de<br />
kwaliteitsimpuls in bestaande woonwijk<strong>en</strong><br />
(Commissie Woonproblematiek Delfzijl,<br />
2001). Daar waar Selb inzet op flexibiliteit<br />
in de toekomstige aanpak door met<br />
kleinschalige impulsproject<strong>en</strong> te werk<strong>en</strong>,<br />
is de strategie in Delfzijl juist gericht op het<br />
waarborg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> consist<strong>en</strong>te beleidslijn<br />
gebaseerd op de opgestelde ruimtelijkfunctionele<br />
visie. Door het instell<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> zelfstandige projectorganisatie die<br />
gebond<strong>en</strong> is aan de opgestelde visie wordt<br />
getracht om bepaalde zekerhed<strong>en</strong> aan<br />
invester<strong>en</strong>de ontwikkelaars te bied<strong>en</strong>.<br />
Private partij<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> immers alle<strong>en</strong><br />
bereid zijn te invester<strong>en</strong> in project<strong>en</strong> in<br />
Delfzijl wanneer zij vertrouw<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
in de toekomst van Delfzijl als geheel.<br />
De ontwikkelingsmaatschappij neemt<br />
zodo<strong>en</strong>de de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong><br />
de uitvoering van de geïntegreerde aanpak<br />
van de woonproblematiek op zich. Binn<strong>en</strong><br />
de vastgelegde kaders in de ruimtelijkfunctionele<br />
visie kan deze organisatie,<br />
ongehinderd door politieke interv<strong>en</strong>ties<br />
gericht op de korte termijn, zelfstandig<br />
handel<strong>en</strong>. De effectiviteit van de strategieën<br />
in beide sted<strong>en</strong> zal in de toekomst moet<strong>en</strong><br />
blijk<strong>en</strong>. Wel br<strong>en</strong>gt de analyse e<strong>en</strong> aantal<br />
belangrijke overd<strong>en</strong>king<strong>en</strong> <strong>voor</strong> krimp<strong>en</strong>de<br />
sted<strong>en</strong> naar vor<strong>en</strong>.<br />
Leegstaande winkels in Delfzijl<br />
Leegstaande woning<strong>en</strong> in Selb<br />
Leegstaande woning<strong>en</strong> in Delfzijl
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Planningsstrategieën in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
P. 95<br />
Doorbrek<strong>en</strong> van<br />
perceptiebarrières<br />
In eerste instantie zijn hoge perceptiebarrières<br />
waarneembaar onder ruimtelijke<br />
beleidsmakers. Wanneer groei stagneert,<br />
kan het dec<strong>en</strong>nia dur<strong>en</strong> <strong>voor</strong>dat het structurele<br />
karakter van het krimpproces door<br />
lokaal betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> wordt waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> geaccepteerd. De veronderstelling dat<br />
de juiste interv<strong>en</strong>tie het krimpproces kan<br />
omdraai<strong>en</strong> heeft in beide sted<strong>en</strong> geresulteerd<br />
in e<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nium van grot<strong>en</strong>deels<br />
verspilde investering<strong>en</strong> <strong>en</strong> aandacht.<br />
Nieuwe beleidsmakers word<strong>en</strong> hierdoor<br />
geconfronteerd met krimp op e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t<br />
dat het proces al in e<strong>en</strong> vergevorderd stadium<br />
verkeert; grootschalige leegstand, e<strong>en</strong><br />
negatief imago, e<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong>d <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau,<br />
e<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie van kwetsbare<br />
groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de druk op de<br />
financiële middel<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te zijn<br />
het resultaat. Om e<strong>en</strong> meer pro-actieve<br />
aanpak te realiser<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong> de g<strong>en</strong>oemde<br />
perceptiebarrières in e<strong>en</strong> eerder stadium<br />
doorbrok<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Door in te<br />
grijp<strong>en</strong> als de mogelijkhed<strong>en</strong> nog divers<br />
zijn kan het krimpproces daadwerkelijk op<br />
de meest efficiënte wijze word<strong>en</strong> begeleid<br />
<strong>en</strong> vormgegev<strong>en</strong>. Dit klinkt logisch maar<br />
beide sted<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat het doorbrek<strong>en</strong><br />
van deze perceptiebarrières niet vanzelf<br />
gaat. Ook is het meest geschikte tijdstip van<br />
ingrijp<strong>en</strong> discutabel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> tijdelijk dal<strong>en</strong>de<br />
tr<strong>en</strong>d kan elke stad overkom<strong>en</strong>. Ess<strong>en</strong>tieel<br />
is dan ook e<strong>en</strong> grondige analyse van de<br />
onderligg<strong>en</strong>de economische <strong>en</strong> demografische<br />
factor<strong>en</strong> die de <strong>voor</strong>tdur<strong>en</strong>de krimp<br />
bevestig<strong>en</strong>. Dit bleek in beide sted<strong>en</strong> uiteindelijk<br />
van doorslaggev<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is. In<br />
Delfzijl werd e<strong>en</strong> commissie geïnstalleerd<br />
om de onderligg<strong>en</strong>de oorzak<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong>,<br />
wat aanzi<strong>en</strong>lijk heeft bijgedrag<strong>en</strong><br />
aan de probleemherk<strong>en</strong>ning. Ook in Selb<br />
speelde e<strong>en</strong> heldere probleemanalyse van<br />
de economische <strong>en</strong> demografische situatie<br />
e<strong>en</strong> belangrijke rol in het accepter<strong>en</strong> van<br />
het structurele karakter van het krimpproces.<br />
Betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aan dat <strong>voor</strong>he<strong>en</strong><br />
het inzicht in het structurele karakter<br />
ontbrak, waardoor het teruggrijp<strong>en</strong> naar<br />
bek<strong>en</strong>de routines gericht op verdere groei<br />
e<strong>en</strong> gepaste reactie leek.<br />
Gefragm<strong>en</strong>teerd eig<strong>en</strong>dom<br />
Beide sted<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> in hun analyse e<strong>en</strong><br />
focus zi<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> aantal prioriteitsvlakk<strong>en</strong>.<br />
Zowel Selb als Delfzijl erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> in hun<br />
probleemanalyse, naast de focus op de<br />
leegstand in de sociale woning<strong>voor</strong>raad,<br />
ook de noodzaak om de woning<strong>voor</strong>raad<br />
in particulier eig<strong>en</strong>dom aan te pakk<strong>en</strong>.<br />
Delfzijl was <strong>voor</strong>nem<strong>en</strong>s om 300 particuliere<br />
woning<strong>en</strong> te slop<strong>en</strong> aangezi<strong>en</strong> zij<br />
onvoldo<strong>en</strong>de kwaliteitsniveau zoud<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> om te voldo<strong>en</strong> aan de toekomstige<br />
vraag. De ontwikkelingsvisie in Selb geeft<br />
aan dat de aanpak van het c<strong>en</strong>trum van de<br />
stad, waar <strong>voor</strong>al woning<strong>en</strong> in particulier<br />
eig<strong>en</strong>dom leeg staan, één van de belangrijkste<br />
prioriteit<strong>en</strong> is. Deze ambities blijk<strong>en</strong> in<br />
de praktijk echter moeilijk waar te mak<strong>en</strong>.<br />
Hoewel het in Delfzijl is gelukt om grote<br />
aantall<strong>en</strong> huurwoning<strong>en</strong> te slop<strong>en</strong>, bleek de<br />
gew<strong>en</strong>ste sloop van woning<strong>en</strong> in particulier<br />
bezit niet mogelijk. Ook de praktijk in Selb<br />
laat zi<strong>en</strong> dat concrete ingrep<strong>en</strong>, ondanks de<br />
noodzaak om leegstand in het c<strong>en</strong>trum van<br />
de stad aan te pakk<strong>en</strong>, <strong>voor</strong>namelijk in de<br />
randgebied<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Hier word<strong>en</strong><br />
de wijk<strong>en</strong> gedomineerd door het bezit van<br />
woningcorporaties die in staat zijn om in<br />
te grijp<strong>en</strong>. In gebied<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gefragm<strong>en</strong>teerde<br />
eig<strong>en</strong>domsstructuur hebb<strong>en</strong> lokale<br />
overhed<strong>en</strong> veel minder mogelijkhed<strong>en</strong> om<br />
leegstand aan te pakk<strong>en</strong> omdat het aanzi<strong>en</strong>lijke<br />
coördinatie <strong>en</strong> coalitievorming
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Planningsstrategieën in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
P. 96<br />
van diverse eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> vergt. Aangezi<strong>en</strong> de<br />
kost<strong>en</strong> van het opkop<strong>en</strong> van deze woning<strong>en</strong><br />
ruimschoots de beschikbare middel<strong>en</strong> van<br />
de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> overstijg<strong>en</strong>, blijft e<strong>en</strong> aanpak<br />
van de particuliere woning<strong>voor</strong>raad<br />
ondanks de aangegev<strong>en</strong> prioriteit<strong>en</strong> tot nu<br />
toe achterwege.<br />
Het ontbrek<strong>en</strong>de schaalniveau<br />
De inspanning<strong>en</strong> in beide sted<strong>en</strong> vind<strong>en</strong><br />
plaats op lokaal niveau, terwijl het belang<br />
van e<strong>en</strong> strategie op regionaal schaalniveau<br />
lijkt te word<strong>en</strong> verget<strong>en</strong>. Daar waar planolog<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ruimtelijke beleidsmakers gew<strong>en</strong>d<br />
zijn om de winst<strong>en</strong> in groei<strong>en</strong>de regio’s te<br />
distribuer<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> in krimp<strong>en</strong>de regio’s<br />
juist de verliez<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verdeeld, wat<br />
resulteert in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de conflict<strong>en</strong>. Zowel<br />
in Noordoost-Groning<strong>en</strong> als Oberfrank<strong>en</strong><br />
vindt er e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de competitie om<br />
inwoners, huurders, bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> werknemers<br />
plaats. Om kopers te vind<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de<br />
nieuwbouw in Delfzijl moet<strong>en</strong> bewoners<br />
van buit<strong>en</strong>af word<strong>en</strong> aangetrokk<strong>en</strong>, terwijl<br />
concurrer<strong>en</strong>de project<strong>en</strong> in de regio ook<br />
inwoners prober<strong>en</strong> aan te trekk<strong>en</strong>. Ook in<br />
Oberfrank<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> versterkte regionale<br />
competitie zichtbaar. Zo heeft de geme<strong>en</strong>te<br />
haar grondprijs <strong>voor</strong> geïnteresseerde<br />
bedrijv<strong>en</strong> verlaagd naar e<strong>en</strong> symbolisch<br />
bedrag in de hoop nieuwe bedrijvigheid<br />
aan te trekk<strong>en</strong>. Andere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de<br />
regio bied<strong>en</strong> zelfs aanzi<strong>en</strong>lijke bedrag<strong>en</strong>,<br />
oplop<strong>en</strong>d tot 5.000 euro, <strong>voor</strong> gezinn<strong>en</strong> die<br />
zich binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> will<strong>en</strong><br />
vestig<strong>en</strong>. Deze to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de concurr<strong>en</strong>tie<br />
tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> regio waar het<br />
aantal huishoud<strong>en</strong>s zal stabiliser<strong>en</strong> of<br />
afnem<strong>en</strong>, leidt ertoe dat de ontvangst<br />
van de <strong>en</strong>e geme<strong>en</strong>te alle<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />
gecomp<strong>en</strong>seerd door het verlies van e<strong>en</strong><br />
andere (e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde zero-sum game).<br />
Hoewel op dit mom<strong>en</strong>t onduidelijk is hoe<br />
deze to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de concurr<strong>en</strong>tie zich zal<br />
ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> onder welke condities<br />
het mogelijk kan word<strong>en</strong> gestuurd,<br />
zull<strong>en</strong> er zeker winnaars <strong>en</strong> verliezers<br />
ontstaan, waardoor de regionale<br />
ongelijkheid zal to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. Daarnaast<br />
zijn verplaatsing van het probleem <strong>en</strong><br />
overinvestering<strong>en</strong> veelal het gevolg.<br />
Regionale oplossing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tot nu<br />
toe echter verhinderd door het klassieke<br />
dilemma van collectief handel<strong>en</strong>: als<br />
één geme<strong>en</strong>te woning<strong>en</strong> sloopt, kunn<strong>en</strong><br />
alle andere hiervan profiter<strong>en</strong>. Dit pleit<br />
<strong>voor</strong> interv<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> afstemming op<br />
regionaal schaalniveau, niet alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
wat betreft de woningmarkt, maar ook<br />
op het gebied van publieke di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing<br />
<strong>en</strong> technische infrastructuur.<br />
Ondanks de hoopvolle initiatiev<strong>en</strong> in<br />
beide sted<strong>en</strong>, zull<strong>en</strong> deze lokale krimpstrategieën<br />
alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kans van slag<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> ze word<strong>en</strong> ingebed in e<strong>en</strong><br />
regionale strategie.<br />
Martijn Ubink (martijn@bureaumiddelkoop.nl) is werkzaam<br />
als onderzoeker bij Bureau Middelkoop in Haarlem.<br />
Literatuur<br />
BBR – Bundesamt für Bauwes<strong>en</strong> und Raumordnung (2003)<br />
Stadtumbau West, Programm & Pilotstädte, Berlin, BBR<br />
Berg, L. van d<strong>en</strong>, R. Drewett, L.H. Klaas<strong>en</strong>, A. Rossi & C.H.T.<br />
Vijverberg (1982) Urban Europe: A Study of Growth and<br />
Decline, Pergamon, Oxford<br />
Commissie Woonproblematiek Delfzijl (2001) Verder<br />
bouw<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> beter Delfzijl<br />
Dam, F. van, C. de Groot, & F. Verwest (2006) Krimp <strong>en</strong><br />
Ruimte, Bevolkingsafname, ruimtelijke gevolg<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid,<br />
NAi Uitgevers, Rotterdam<br />
Große Kreisstadt Selb (2004) Integriertes<br />
Stadt<strong>en</strong>twicklungskonzept, Ergebnisse und<br />
Kurzfassung<strong>en</strong><br />
Häußermann, H. & W. Siebel (1987) Neue Urbanität,<br />
Suhrkamp, Frankfurt
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Planningsstrategieën in krimp<strong>en</strong>de sted<strong>en</strong><br />
P. 97<br />
Leegstaande woning<strong>en</strong> in Delfzijl<br />
Woning<strong>en</strong> te koop in Delfzijl
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Nieuwkomers op het platteland<br />
P. 98<br />
Nieuwkomers op<br />
het platteland<br />
Dick van der Wouw <strong>en</strong> Inge van der Tak<br />
Goese Meer (alle foto’s door J<strong>en</strong>ny Heystek, Provincie Zeeland)
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Nieuwkomers op het platteland<br />
P. 99<br />
Bevolkingsgroei is e<strong>en</strong> belangrijke motor van <strong>welvaart</strong>sontwikkeling. Voor die<br />
bevolkingsgroei zijn regio’s, <strong>voor</strong>al op het platteland, steeds meer afhankelijk van<br />
migratie. Regio’s zull<strong>en</strong> elkaar steeds sterker gaan beconcurrer<strong>en</strong> om inwoners<br />
<strong>en</strong> arbeidskracht<strong>en</strong> aan te trekk<strong>en</strong>. Het is dan ook belangrijk om zicht te krijg<strong>en</strong><br />
op de verklar<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het aantrekk<strong>en</strong> van nieuwkomers. Wat maakt e<strong>en</strong><br />
woonomgeving aantrekkelijk <strong>en</strong> <strong>voor</strong> wie? Voor beleidsmakers is het belangrijk om<br />
onder og<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> wat dit betek<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> de planontwikkeling op het platteland.<br />
Bevolkingsgroei wordt vaak gezi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
belangrijke motor van <strong>welvaart</strong>sontwikkeling.<br />
Wanneer deze dreigt te stagner<strong>en</strong><br />
ontstaat e<strong>en</strong> probleem (Derks, 2006). Grote<br />
sted<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> in de nader<strong>en</strong>de bevolkingsdaling<br />
bedreiging<strong>en</strong> <strong>voor</strong> hun concurr<strong>en</strong>tiepositie<br />
t<strong>en</strong> opzichte van sted<strong>en</strong> in het<br />
buit<strong>en</strong>land. E<strong>en</strong> urg<strong>en</strong>t probleem is er <strong>voor</strong><br />
het platteland. In <strong>en</strong>kele plattelandsregio’s,<br />
zoals in Zuid-Limburg <strong>en</strong> Zeeuws-<br />
Vlaander<strong>en</strong>, heeft de bevolkingsdaling al<br />
e<strong>en</strong> structureel karakter. Daar komt bij<br />
dat met e<strong>en</strong> daling van de bevolking in<br />
dergelijke regio’s ook het draagvlak <strong>voor</strong> de<br />
bestaande <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> onder druk komt<br />
te staan.<br />
In grote del<strong>en</strong> van Nederland is de<br />
natuurlijke aanwas niet meer voldo<strong>en</strong>de<br />
om de bevolking te lat<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>, zelfs<br />
niet meer om haar op peil te houd<strong>en</strong> (Van<br />
Dam e.a., 2006). De groei moet daarom<br />
gerealiseerd word<strong>en</strong> met behulp van e<strong>en</strong><br />
positief migratiesaldo. Aangezi<strong>en</strong> de<br />
buit<strong>en</strong>landse migratie de laatste jar<strong>en</strong><br />
sterk is teruggelop<strong>en</strong> <strong>en</strong> het binn<strong>en</strong>hal<strong>en</strong><br />
van grote groep<strong>en</strong> buit<strong>en</strong>landers politiek<br />
gevoelig ligt, betek<strong>en</strong>t dit dat geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
regio’s <strong>en</strong> provincies elkaar steeds sterker<br />
zull<strong>en</strong> gaan beconcurrer<strong>en</strong> om inwoners <strong>en</strong><br />
arbeidskracht<strong>en</strong>.<br />
Uit analyses van de regionale economische<br />
ontwikkeling van de laatste dertig jaar<br />
blijkt dat niet het won<strong>en</strong> het werk<strong>en</strong> volgt,<br />
maar eerder omgekeerd. Daarmee wordt<br />
het belang van de aantrekkelijkheid van<br />
het won<strong>en</strong> <strong>voor</strong> nieuwkomers <strong>voor</strong> de <strong>voor</strong>spoed<br />
van e<strong>en</strong> streek nog e<strong>en</strong>s b<strong>en</strong>adrukt<br />
(Verkade e.a., 2006). Het bevorder<strong>en</strong><br />
van migratie wordt dan ook e<strong>en</strong> steeds<br />
interessanter <strong>en</strong> belangrijker beleidsinstrum<strong>en</strong>t<br />
in het strev<strong>en</strong> naar groei van de<br />
<strong>welvaart</strong>. Maar slechts e<strong>en</strong> klein gedeelte<br />
van het verhuisgedrag binn<strong>en</strong> Nederland is<br />
interregionaal <strong>en</strong> dat is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> meestal<br />
gerelateerd aan onderwijs of arbeid (Feijt<strong>en</strong><br />
& Visser, 2005). E<strong>en</strong> grote verhuisafstand<br />
overbrugg<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> vanwege het mooie<br />
won<strong>en</strong> komt relatief weinig <strong>voor</strong>. E<strong>en</strong> regio
<strong>Rooilijn</strong><br />
moet daarom wel iets bijzonders te bied<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> wil zij daadwerkelijk m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> vanwege<br />
de woonomgeving trekk<strong>en</strong>. Klinkers<br />
(2006) uit de angst dat deze ontwikkeling<br />
zal leid<strong>en</strong> tot oneig<strong>en</strong>lijke concurr<strong>en</strong>tie<br />
<strong>en</strong> kapitaalvernietiging als daarbij grote<br />
somm<strong>en</strong> geld uit publieke middel<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> ingezet. Zeker omdat het volg<strong>en</strong>s<br />
hem maar de vraag is of grootscheepse<br />
investering<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> extra woonwijk of e<strong>en</strong><br />
tropisch zwemparadijs met golfslagbad<br />
überhaupt zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> extra inwoners. Het<br />
is dan ook van groot belang om te wet<strong>en</strong><br />
wat nu precies e<strong>en</strong> woonomgeving aantrekkelijk<br />
maakt.<br />
Zeeland woonland<br />
Zeeland is e<strong>en</strong> provincie die nadrukkelijk<br />
de concurr<strong>en</strong>tieslag om inwoners aan wil<br />
gaan. Het bevorder<strong>en</strong> van de woonmigratie<br />
is e<strong>en</strong> van de c<strong>en</strong>trale doelstelling<strong>en</strong> in het<br />
omgevingsplan van de Provincie. Het strev<strong>en</strong><br />
naar e<strong>en</strong> jaarlijkse to<strong>en</strong>ame van 1900<br />
person<strong>en</strong> is zelfs uitgesprok<strong>en</strong> (Provincie<br />
Zeeland, 2006). Bij e<strong>en</strong> bevolkingsprognose<br />
die steeds meer e<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>de lijn aangeeft, is<br />
het volg<strong>en</strong>s het Zeeuws bestuur belangrijk<br />
de aantrekkelijkheid van Zeeland <strong>voor</strong><br />
nieuwkomers te versterk<strong>en</strong>. In haar sociaal,<br />
economisch <strong>en</strong> ruimtelijk beleid richt het<br />
in april 2007 nieuw aangetred<strong>en</strong> Zeeuwse<br />
provinciale bestuur zich nadrukkelijk<br />
op het accommoder<strong>en</strong> van de woonconsum<strong>en</strong>t<br />
(Provincie Zeeland, 2007).<br />
De sociaal-culturele dynamiek, oftewel<br />
de lev<strong>en</strong>digheid in de provincie, di<strong>en</strong>t te<br />
word<strong>en</strong> versterkt door onder andere het<br />
creër<strong>en</strong> van aantrekkelijke woonmilieus<br />
<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bevolking die divers is in leeftijd,<br />
culturele achtergrond, mate van gezondheid<br />
<strong>en</strong> mobiliteit. Het beleid is er op<br />
gericht Zeeland zo aantrekkelijk mogelijk<br />
te mak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> nieuwkomers. Vergrijzing<br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Nieuwkomers op het platteland<br />
P. 100<br />
wordt daarbij niet als e<strong>en</strong> bedreiging maar<br />
als e<strong>en</strong> kans gezi<strong>en</strong>.<br />
Voor de beleidsmakers in Zeeland, maar<br />
ook <strong>voor</strong> beleidsmakers in andere plattelandsprovincies<br />
die in will<strong>en</strong> zett<strong>en</strong><br />
op versterking van migratie naar hun<br />
provincie, is het belangrijk om meer zicht te<br />
krijg<strong>en</strong> op ‘wat daadwerkelijk werkt’ in het<br />
aantrekk<strong>en</strong> van nieuwkomers. Daar<strong>voor</strong><br />
is niet alle<strong>en</strong> inzicht nodig in wat e<strong>en</strong><br />
woonplek aantrekkelijk maakt, maar ook<br />
<strong>voor</strong> wie e<strong>en</strong> bepaalde woonplek aantrekkelijk<br />
blijkt te zijn. M<strong>en</strong> moet zicht zi<strong>en</strong> te<br />
krijg<strong>en</strong> op de realisering van woonw<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong> de achtergrond van k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />
bewoners in sam<strong>en</strong>hang met k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van woonomgeving<strong>en</strong>. Het onderzoek<br />
dat hieraan t<strong>en</strong> grondslag ligt richt zich<br />
dan ook op de vraag welke betek<strong>en</strong>is de<br />
woonomgeving heeft in de woonbeleving<br />
Figuur 1 Gerichtheid op de woonomgeving in bijzondere woonmilieus in de provincie Zeeland
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Nieuwkomers op het platteland<br />
P. 101<br />
van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Om de invloed van zowel<br />
individuele als contextuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> te<br />
achterhal<strong>en</strong> is gebruik gemaakt van e<strong>en</strong><br />
multilevel analyse. Daarmee kan gericht<br />
gezocht word<strong>en</strong> naar relaties op verschill<strong>en</strong>de<br />
niveaus. (Van der Wouw & Van der<br />
Tak, 2007).<br />
Bijzondere woonplekk<strong>en</strong><br />
C<strong>en</strong>traal in de analyse staat de relatie<br />
tuss<strong>en</strong> objectieve omgevingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van door de Provincie Zeeland als bijzonder<br />
bestempelde woonplekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
beleving <strong>en</strong> waardering door de bewoners<br />
van deze woonplekk<strong>en</strong>. Dit is gebeurd aan<br />
de hand van e<strong>en</strong> secundaire analyse van de<br />
gegev<strong>en</strong>s uit e<strong>en</strong> onderzoek onder inwoners<br />
van bijzondere woonmilieus (Van Gastel,<br />
2005). In dit onderzoek zijn alle inwoners<br />
van bestaande bijzondere woonplekk<strong>en</strong><br />
in Zeeland gevraagd naar hun motiev<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> verhuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun waardering van de<br />
omgeving. Woonplekk<strong>en</strong> zijn bijzonder als<br />
zij aan e<strong>en</strong> of meer van de volg<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
voldo<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> bijzonder woningaanbod,<br />
e<strong>en</strong> bijzondere ligging of uitzicht, e<strong>en</strong><br />
bijzondere sted<strong>en</strong>bouwkundige structuur,<br />
of speciale <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. De woonmilieus<br />
variër<strong>en</strong> qua omvang van <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong><br />
tot bijna duiz<strong>en</strong>d inwoners. Ze ligg<strong>en</strong><br />
verspreid over de hele provincie <strong>en</strong> zijn<br />
gesitueerd in zowel stedelijke als landelijke<br />
context (figuur 1). Van de bewoners van<br />
bijzondere woonmilieus is ongeveer de<br />
helft hoger opgeleid. E<strong>en</strong>derde heeft altijd<br />
in Zeeland gewoond, terwijl van ruim<br />
veertig proc<strong>en</strong>t de vorige woning buit<strong>en</strong><br />
Zeeland lag. De gemiddelde leeftijd ligt met<br />
62 jaar hoog. De helft van de respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
is pas na zijn/haar 55ste lev<strong>en</strong>sjaar naar de<br />
huidige woning verhuisd. Tweederde van<br />
de huishoud<strong>en</strong>s bestaat uit e<strong>en</strong> (echt)paar<br />
zonder thuiswon<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>. Het<br />
overgrote mer<strong>en</strong>deel van de woning<strong>en</strong> in<br />
de bijzondere woonmilieus is koopwoning.<br />
Ruim vier van de ti<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> marktwaarde van 400.000 euro <strong>en</strong><br />
hoger. E<strong>en</strong> zelfde aandeel van de woning<strong>en</strong><br />
is e<strong>en</strong> vrijstaande woning.<br />
M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zijn in hun verhuisgedrag <strong>en</strong><br />
woonbeleving meer of minder gericht op<br />
hun omgeving. Van e<strong>en</strong> sterke gerichtheid<br />
op de woonomgeving is sprake als m<strong>en</strong><br />
de kwaliteit van de woonplaats als e<strong>en</strong><br />
dominante verhuisred<strong>en</strong> noemt, of dat m<strong>en</strong><br />
speciaal vanwege recreatieve <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
naar Zeeland is gekom<strong>en</strong>. Maar ook de<br />
mate van tevred<strong>en</strong>heid met de woonomgeving<br />
<strong>en</strong> het beslist niet will<strong>en</strong> verhuiz<strong>en</strong><br />
in de nabije toekomst zijn indicator<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
e<strong>en</strong> sterke gerichtheid op de woonomgeving.<br />
De twintig bijzondere woonplekk<strong>en</strong><br />
in Zeeland blijk<strong>en</strong> nogal uite<strong>en</strong> te lop<strong>en</strong><br />
in de mate waarin de bewoners gericht<br />
zijn op hun woonomgeving. Vooral in<br />
Nieuw-Haamstede, Domburg Badhotel <strong>en</strong><br />
Greveling<strong>en</strong>hout won<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die sterk<br />
gericht zijn op de woonomgeving (figuur 1).<br />
Aantrekkelijke woonmilieus<br />
Verschill<strong>en</strong> in gerichtheid op de woonomgeving<br />
kunn<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met<br />
individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woning<br />
waarin iemand is gaan won<strong>en</strong>, maar ook<br />
met de individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de<br />
bewoner zelf zoals leeftijd, werksituatie,<br />
huishoud<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling, inkom<strong>en</strong>,<br />
opleiding <strong>en</strong> herkomst. De veronderstelling<br />
in dit onderzoek is echter dat naast<br />
individuele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> ook k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van<br />
de woonomgeving van invloed zijn op de<br />
omgevingsgerichtheid van bewoners. Uit<br />
analyse blijkt dat t<strong>en</strong>minste e<strong>en</strong> vijfde deel<br />
van de verklaring <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong> in de<br />
mate waarop m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gericht zijn op hun
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Nieuwkomers op het platteland<br />
P. 102<br />
omgeving gezocht moet word<strong>en</strong> in de specifieke<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de woonomgeving.<br />
De <strong>en</strong>e ‘bijzondere’ woonplek blijkt dan<br />
ook veel attractiever te zijn dan de andere<br />
in die zin dat er op de <strong>en</strong>e plek e<strong>en</strong> veel<br />
groter aandeel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> woont met speciale<br />
gerichtheid op die woonomgeving. Waar<br />
kom<strong>en</strong> die verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid<br />
vandaan? Voor de beantwoording van die<br />
vraag is gekek<strong>en</strong> naar drie aspect<strong>en</strong> van<br />
de woonomgeving. T<strong>en</strong> eerste zijn dat de<br />
ruimtelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> woonplek:<br />
wat maakt de woonplek bijzonder <strong>en</strong> hoe<br />
ligt deze t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> regionale of<br />
bov<strong>en</strong>regionale c<strong>en</strong>trumstad? T<strong>en</strong> tweede<br />
is de economische structuur in <strong>en</strong> rond<br />
de woonplek in de analyse meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Daaronder valt het winkelaanbod, de aanwezigheid<br />
van basis<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
verzorgingsniveau van de kern. T<strong>en</strong>slotte is<br />
gekek<strong>en</strong> naar sociaal-culturele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van de woonplek, zoals het perc<strong>en</strong>tage<br />
p<strong>en</strong>sio<strong>en</strong>ontvangers, huishoud<strong>en</strong>s met<br />
kinder<strong>en</strong>, e<strong>en</strong>persoonshuishoud<strong>en</strong>s, de<br />
verhuismobiliteit, sociale statusscore <strong>en</strong><br />
gemiddelde woningwaarde.<br />
De goede mix<br />
Uit de grote hoeveelheid van mogelijk<br />
verklar<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> spring<strong>en</strong> er in het<br />
onderzoek e<strong>en</strong> aantal uit die duidelijke<br />
aanwijzing<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de aantrekkelijkheid<br />
van de bijzondere woonmilieus.<br />
Verder komt naar vor<strong>en</strong> dat de verklaring<br />
<strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid<br />
tuss<strong>en</strong> bijzondere woonmilieus <strong>voor</strong>al ligt<br />
in de mix van specifieke bewonersk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> woningk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
woonomgevingk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> anderzijds.<br />
Zo zijn m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in vrijstaande woning<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
echtpar<strong>en</strong> zonder kinder<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong><br />
meer gericht op hun woonomgeving<br />
dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander woningtype of<br />
behor<strong>en</strong>d tot e<strong>en</strong> ander type huishoud<strong>en</strong>.<br />
Ook blijkt dat bewoners die niet al hun hele<br />
lev<strong>en</strong> in Zeeland won<strong>en</strong> sterker gericht zijn<br />
op de woonomgeving naarmate de woonomgeving<br />
e<strong>en</strong> meer ruraal karakter heeft.<br />
Het laat zi<strong>en</strong> hoezeer de rust <strong>en</strong> ruimte die<br />
e<strong>en</strong> woonplek biedt m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ‘van buit<strong>en</strong>’<br />
weet te trekk<strong>en</strong>. Daarbij is ge<strong>en</strong> verschil<br />
tuss<strong>en</strong> terugkeerders, die in Zeeland zijn<br />
gebor<strong>en</strong> maar e<strong>en</strong> tijd buit<strong>en</strong> Zeeland<br />
hebb<strong>en</strong> gewoond <strong>en</strong> ‘zoekers’, zij die als<br />
volwass<strong>en</strong>e <strong>voor</strong> het eerst naar Zeeland<br />
zijn gekom<strong>en</strong>. Beide soort<strong>en</strong> nieuwkomers,<br />
terugkeerders <strong>en</strong> zoekers, zijn over het<br />
algeme<strong>en</strong> erg gericht op de woonomgeving<br />
<strong>en</strong> vindt m<strong>en</strong> veel vaker op woonplekk<strong>en</strong><br />
met slechts e<strong>en</strong> lokaal of ge<strong>en</strong> verzorg<strong>en</strong>d<br />
c<strong>en</strong>trum dan op e<strong>en</strong> plek met e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>lokaal<br />
of zelfs regionaal c<strong>en</strong>trum (figuur<br />
2). Wellicht is het zo dat, zoals Van der Ziel<br />
(2003) opmerkt, veel nieuwkomers op het<br />
platteland op basis van e<strong>en</strong> kritiek op stedelijkheid<br />
op zoek zijn naar e<strong>en</strong> plek waar de<br />
tijd vertraagt, <strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>swijze die<br />
e<strong>en</strong> nieuwe verbinding van het sociale met<br />
het ecologische mogelijk maakt.<br />
Ook m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die op of na hun 55ste zijn<br />
verhuisd naar de huidige woonplaats zijn<br />
meer op de woonomgeving gericht dan<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die op jongere leeftijd verhuisd<strong>en</strong>.<br />
Dat is begrijpelijk aangezi<strong>en</strong> de gerichtheid<br />
op de arbeidsmarkt bij e<strong>en</strong> verhuizing op<br />
deze leeftijd e<strong>en</strong> minder belangrijke rol gaat<br />
spel<strong>en</strong>. Maar zij blijk<strong>en</strong> wel vaker in regionaal<br />
of bov<strong>en</strong>lokaal verzorg<strong>en</strong>de kern<strong>en</strong> te<br />
gaan won<strong>en</strong>. Dat is opmerkelijk aangezi<strong>en</strong><br />
dit juist de woonplekk<strong>en</strong> zijn waar over<br />
het algeme<strong>en</strong> minder m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> won<strong>en</strong> die<br />
op de woonomgeving zijn gericht. Het<br />
zou kunn<strong>en</strong> zijn dat deze groep eerder e<strong>en</strong><br />
compromis maakt tuss<strong>en</strong> de aanwezigheid
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Nieuwkomers op het platteland<br />
P. 103<br />
Nieuw-Haamstede<br />
Figuur 2 Gerichtheid op de woonomgeving naar het<br />
verzorgingsniveau van de woonkern<br />
van e<strong>en</strong> beter <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>niveau <strong>en</strong> de<br />
aantrekkelijkheid van de woonomgeving.<br />
De rust mag met andere woord<strong>en</strong> zeker niet<br />
leid<strong>en</strong> tot isolem<strong>en</strong>t in de zin van e<strong>en</strong> al te<br />
ruime afstand tot de grote stad.<br />
Uit de analyses komt ook naar vor<strong>en</strong><br />
dat het <strong>voor</strong> de aantrekkelijkheid van de<br />
woonmilieus in Zeeland uitmaakt hoe lang<br />
de reistijd is naar Rotterdam. De m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
die binn<strong>en</strong> Zeeland verhuisd zijn blijk<strong>en</strong><br />
daar nog meer gevoelig <strong>voor</strong> te zijn dan de<br />
nieuwkomers, zoekers <strong>en</strong> terugkeerders.<br />
Het lijkt er daarmee op dat e<strong>en</strong> goede<br />
bereikbaarheid van grootstedelijke <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> de bewoners van bijzondere<br />
woonplekk<strong>en</strong> de aantrekkelijkheid van<br />
het woonmilieu vergroot. De relatieve<br />
onaantrekkelijkheid van de bijzondere<br />
woonplekk<strong>en</strong> in Zeeuws-Vlaander<strong>en</strong> kan<br />
er op duid<strong>en</strong> dat zij onvoldo<strong>en</strong>de wet<strong>en</strong> te<br />
profiter<strong>en</strong> van de nabijheid van de Vlaamse<br />
sted<strong>en</strong>. De hier g<strong>en</strong>oemde mix van
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Nieuwkomers op het platteland<br />
P. 104<br />
specifieke bewonersk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>/woningk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> woonomgevingk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
verklar<strong>en</strong> 81 proc<strong>en</strong>t van de verschill<strong>en</strong> in<br />
attractiviteit tuss<strong>en</strong> de woonmilieus.<br />
Dilemma<br />
De boodschap <strong>voor</strong> de beleidsmakers <strong>en</strong><br />
ontwikkelaars lijkt daarmee helder. Wil<br />
Brouwershav<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong> nieuwkomers trekk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bijzondere<br />
woonomgeving, dan di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> zich<br />
te richt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> groep m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hier<br />
gevoelig <strong>voor</strong> is. Om deze groep te trekk<strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong>t m<strong>en</strong> aantrekkelijke woonplekk<strong>en</strong><br />
niet te ver van e<strong>en</strong> grote stad als Rotterdam<br />
te creër<strong>en</strong>, waar in de directe omgeving<br />
<strong>voor</strong>al rust <strong>en</strong> ruimte heerst <strong>en</strong> weinig
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Nieuwkomers op het platteland<br />
P. 105<br />
c<strong>en</strong>trum<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn. Om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
aan te sprek<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t er e<strong>en</strong> aanbod aan<br />
vrijstaande woning<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
campagne om meer inwoners te trekk<strong>en</strong><br />
kan het best gericht zijn op (echt)par<strong>en</strong><br />
van 55 jaar of ouder zonder kinder<strong>en</strong>, die<br />
niet al hun hele lev<strong>en</strong> in de regio won<strong>en</strong>.<br />
Wat uit het onderzoek ook duidelijk<br />
naar vor<strong>en</strong> komt is dat het optuig<strong>en</strong> van<br />
de directe woonomgeving met allerlei<br />
(verzorg<strong>en</strong>de) <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> de aantrekkingskracht<br />
<strong>voor</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die verhuiz<strong>en</strong><br />
naar de Provincie Zeeland puur vanwege<br />
het mooie won<strong>en</strong> niet vergroot. Dit levert<br />
e<strong>en</strong> dilemma op <strong>voor</strong> beleidsmakers.<br />
In de discussies over de ontwikkeling<br />
van het platteland dreigt e<strong>en</strong> kloof.<br />
Aan e<strong>en</strong> kant zijn er de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de<br />
autochtone dorpsbewoners die omwille<br />
van de leefbaarheid <strong>voor</strong>al vrag<strong>en</strong> om<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> (starters)woning<strong>en</strong> in<br />
of bij bestaande kern<strong>en</strong>. Aan de andere<br />
kant zijn er de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van de (pot<strong>en</strong>tiële)<br />
nieuwkomers. Zij hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />
behoefte aan rust <strong>en</strong> ruimte <strong>en</strong> zijn<br />
bereid om <strong>voor</strong> de nodige <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> stuk te rijd<strong>en</strong> (Simon e.a., 2007). De<br />
vraag is of de ruimtelijke investering<strong>en</strong><br />
in het landelijk gebied zich moet<strong>en</strong><br />
richt<strong>en</strong> op het accommoder<strong>en</strong> van de<br />
zitt<strong>en</strong>de, vergrijz<strong>en</strong>de bevolking door<br />
het versterk<strong>en</strong> van de bestaande kleine<br />
kern<strong>en</strong> met hun (kwijn<strong>en</strong>de) <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
Of di<strong>en</strong><strong>en</strong> deze ingezet te word<strong>en</strong><br />
op bevolkingsgroei door middel van het<br />
creër<strong>en</strong> van bijzondere woonmilieus<br />
die nieuwkomers aantrekk<strong>en</strong>. Daarmee<br />
wordt de regionale economie e<strong>en</strong> bijzondere<br />
impuls gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> word<strong>en</strong> ban<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> jonge m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gecreëerd. Echter,<br />
zonder het draagvlak <strong>voor</strong> de kleinschalige,<br />
lokale <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te vergrot<strong>en</strong>.<br />
Dick van der Wouw (dvdwouw@scoopzld.nl) <strong>en</strong> Inge van<br />
der Tak (ivdtak@scoopzld.nl) zijn respectievelijk adviseur<br />
onderzoek <strong>en</strong> beleid <strong>en</strong> onderzoeker bij het Zeeuws instituut<br />
<strong>voor</strong> sociale <strong>en</strong> culturele ontwikkeling SCOOP in Middelburg.<br />
Literatuur<br />
Dam, F. van, C. de Groot & F. Verwest (2006) Krimp <strong>en</strong> Ruimte.<br />
Bevolkingsafname, ruimtelijke gevolg<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleid, NAi<br />
Uitgevers/Ruimtelijk Planbureau, Rotterdam/D<strong>en</strong> Haag<br />
Derks, W. (2006) ‘Van groei naar afname’, <strong>Rooilijn</strong>, jg. 39,<br />
nr. 2, p. 57-63<br />
Feijt<strong>en</strong>, P. & P. Visser (2005) ‘Binn<strong>en</strong>landse migratie:<br />
verhuismotiev<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhuisafstand’, Bevolkingstr<strong>en</strong>ds,<br />
nr. 2, p. 75-81<br />
Gastel, J.J. van (2005) De bijzondere kant van Zeeland. De<br />
aantrekkingskracht van bijzondere woonplekk<strong>en</strong> in Zeeland<br />
op m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong> de provincie, Middelburg<br />
Klinkers, L.E.M. (2006) Effect<strong>en</strong> van bevolkingsdaling op<br />
dossiers van het ministerie van BZK, Inleiding <strong>voor</strong> de<br />
k<strong>en</strong>niskamer bevolkingsdaling van BZK, 29 november 2006<br />
Provincie Zeeland (2006) Omgevingsplan 2006-2012,<br />
Middelburg<br />
Provincie Zeeland (2007) Nieuwe verbinding<strong>en</strong>,<br />
Coalitieakkoord van CDA, SGP, CU <strong>en</strong> GL in Zeeland,<br />
Middelburg<br />
Simon, C., L. Vermeij & A. Ste<strong>en</strong>bekkers (2007) Het beste<br />
van twee wereld<strong>en</strong>; plattelanders over hun lev<strong>en</strong> op het<br />
platteland, SCP, D<strong>en</strong> Haag<br />
Verkade, E.; W. Vermeul<strong>en</strong> & J. Brouwer (2006) Regionale<br />
ontwikkeling<strong>en</strong>, bevolking <strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid, D<strong>en</strong> Haag<br />
Wouw, B.A.J. van der & I. van der Tak (2007) Het bijzondere<br />
platteland trekt, Paper <strong>voor</strong> de dag van de sociologie,<br />
D<strong>en</strong> Haag<br />
Ziel, T. van (2003) Verzet <strong>en</strong> verlang<strong>en</strong>; de constructie van<br />
nieuwe ruraliteit<strong>en</strong> rond de mkz-crisis <strong>en</strong> de trek naar het<br />
platteland, Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
P. 106<br />
Marco te Brömmelstroet <strong>en</strong> Egbert Stolk<br />
<strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong><br />
<strong>Simulatie</strong><br />
Roll<strong>en</strong>spel tijd<strong>en</strong>s het INTI seminar onder leiding van Igor Mayer (foto: Peter de Bois)
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
P. 107<br />
De sociaaleconomische <strong>en</strong> ecologische problematiek in new towns, zoals Almere,<br />
laat zi<strong>en</strong> dat stedelijke process<strong>en</strong> in meerdere opzicht<strong>en</strong> complexer zijn dan<br />
aanvankelijk werd gedacht. Verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> modell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de pot<strong>en</strong>tie om<br />
ingrep<strong>en</strong> in new towns beter te begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> te onderbouw<strong>en</strong>. Echter, om modell<strong>en</strong><br />
succesvol in de praktijk te kunn<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong> zal e<strong>en</strong> iteratieve dialoog tuss<strong>en</strong><br />
planners <strong>en</strong> modelmakers moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>.<br />
‘New towns’ zijn nederzetting<strong>en</strong> die zijn<br />
gesticht door e<strong>en</strong> expliciete actie, volg<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>opgezet plan <strong>en</strong> met het doel<br />
om als zelf<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong><strong>en</strong>de lokale geme<strong>en</strong>schap<br />
te blijv<strong>en</strong> bestaan (INTI, 2007).<br />
Met name <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van na de Tweede<br />
Wereldoorlog, zoals Almere, ler<strong>en</strong> dat de<br />
stedelijke process<strong>en</strong> in deze sted<strong>en</strong> veel<br />
complexer zijn dan in eerste instantie<br />
werd gedacht. De rigide doorvoering<br />
van het <strong>voor</strong>opgezette plan leidt vaak tot<br />
ongew<strong>en</strong>ste ontwikkeling<strong>en</strong> die zich op<br />
grote schaal manifester<strong>en</strong>. In veel gevall<strong>en</strong><br />
wordt beslot<strong>en</strong> het oorspronkelijke plan<br />
integraal aan te pass<strong>en</strong>. Meestal werk<strong>en</strong><br />
planners <strong>en</strong> sted<strong>en</strong>bouwkundig<strong>en</strong> in<br />
bestaand stedelijk gebied, waardoor al<br />
vanzelf rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong><br />
met complexe process<strong>en</strong>. Omdat veel<br />
new towns vanuit de gedachte van e<strong>en</strong><br />
tabula rasa gepland <strong>en</strong> gebouwd werd<strong>en</strong><br />
is dit hier minder vanzelfsprek<strong>en</strong>d.<br />
Om de gevolg<strong>en</strong> van ingrep<strong>en</strong> in het<br />
stedelijke gebied in te kunn<strong>en</strong> schatt<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong> te <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong><br />
is het w<strong>en</strong>selijk e<strong>en</strong> goed inzicht in deze<br />
complexe process<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>.<br />
Voor het inzichtelijk mak<strong>en</strong> van deze<br />
complexiteit kan gebruik word<strong>en</strong> gemaakt<br />
van uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong>, variër<strong>en</strong>d<br />
van abstracte schema’s tot dynamische<br />
computermodell<strong>en</strong>. Hoewel al deze<br />
modell<strong>en</strong> hetzelfde doel nastrev<strong>en</strong>,<br />
namelijk het gev<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> adequate<br />
repres<strong>en</strong>tatie van de werkelijkheid, verschill<strong>en</strong><br />
ze sterk in de mate waarin ze aansluit<strong>en</strong><br />
bij de vrag<strong>en</strong> vanuit de planningspraktijk.<br />
Het is van belang modell<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> die<br />
het beste de complexiteit van stedelijke<br />
process<strong>en</strong> beschrijv<strong>en</strong>, maar die tegelijkertijd<br />
bruikbaar zijn in de dagelijkse praktijk.<br />
Dit artikel gaat nader in op <strong>en</strong>kele veelbelov<strong>en</strong>de<br />
modell<strong>en</strong> <strong>en</strong> is het resultaat van e<strong>en</strong><br />
seminar van het International New Town<br />
Institute (INTI) over simulatiemodell<strong>en</strong> dat<br />
in oktober 2007 in Almere werd gehoud<strong>en</strong>.<br />
New towns <strong>en</strong> het<br />
planningsideaal<br />
In Nederland zijn new towns gesticht<br />
<strong>voor</strong>tvloei<strong>en</strong>d uit het groeikern<strong>en</strong>beleid<br />
uit de periode 1960-1985 (Berg e.a., 2007).<br />
Het woningbestand in deze sted<strong>en</strong> sluit<br />
<strong>voor</strong> vel<strong>en</strong> goed aan op de vraag naar<br />
woonruimte in e<strong>en</strong> suburbane omgeving.<br />
Echter, de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> groeikern<strong>en</strong>, waaronder<br />
Almere, lat<strong>en</strong> grote uitdaging<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong> op sociaal-economisch <strong>en</strong> ecologisch<br />
gebied. Hierbij valt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> snel<br />
verouder<strong>en</strong>de infrastructuur, verouderde<br />
sted<strong>en</strong>bouwkundige concept<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> hoge<br />
mate van autoafhankelijkheid, sociale<br />
segregatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> te e<strong>en</strong>zijdig woningaanbod<br />
in combinatie met gelijktijdige<br />
veroudering van wijk<strong>en</strong>. Vaak war<strong>en</strong> de<br />
nieuwe nederzetting<strong>en</strong> proeftuin<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
architect<strong>en</strong> <strong>en</strong> sted<strong>en</strong>bouwkundig<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
P. 108<br />
de heers<strong>en</strong>de planningsparadigma’s bijna<br />
dogmatisch doorgevoerd vanuit het ideaal<br />
van de maakbare sam<strong>en</strong>leving. Veel van<br />
deze ideeën blijk<strong>en</strong> echter niet zo tijdloos als<br />
verwacht.<br />
De huidige problematiek lijkt sam<strong>en</strong> te<br />
hang<strong>en</strong> met de ruimtelijke opzet van deze<br />
sted<strong>en</strong>, die gek<strong>en</strong>merkt wordt door e<strong>en</strong><br />
strikte scheiding van vervoerstrom<strong>en</strong>,<br />
bebouwing <strong>en</strong> <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>clusters.<br />
Het sted<strong>en</strong>bouwkundig ontwerp kan niet<br />
word<strong>en</strong> afgedaan als e<strong>en</strong> abstract schematisch<br />
plan, maar er moet inzicht word<strong>en</strong><br />
verkreg<strong>en</strong> in de dynamiek achter maatschappelijke<br />
process<strong>en</strong>, waarbij er met verschill<strong>en</strong>de<br />
toekomstsc<strong>en</strong>ario’s rek<strong>en</strong>ing zal<br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s zal de rol<br />
van de planner, in e<strong>en</strong> wereld van actor<strong>en</strong><br />
met overlapp<strong>en</strong>de <strong>en</strong> conflicter<strong>en</strong>de doel<strong>en</strong>,<br />
middel<strong>en</strong> <strong>en</strong> plann<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
hergedefinïeerd (Hopkins & Zapatha, 2007).<br />
Daarbij komt dat new towns nog steeds<br />
plekk<strong>en</strong> zijn waar volop geëxperim<strong>en</strong>teerd<br />
kan word<strong>en</strong> met nieuwe sted<strong>en</strong>bouwkundige<br />
<strong>en</strong> planologische concept<strong>en</strong>. De mogelijkheid<br />
te kunn<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>, zoals in<br />
het Homeruskwartier in Almere, heeft e<strong>en</strong><br />
belangrijke functie <strong>voor</strong> planning, mits het<br />
experim<strong>en</strong>t goed wordt onderbouwd.<br />
<strong>Simulatie</strong>modell<strong>en</strong> als<br />
planningsinstrum<strong>en</strong>t<br />
Met behulp van modell<strong>en</strong> probeert m<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
systeem na te boots<strong>en</strong> door het te versimpel<strong>en</strong><br />
tot de ess<strong>en</strong>tiële variabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> verband<strong>en</strong>.<br />
Eén van de doel<strong>en</strong> is de onderligg<strong>en</strong>de<br />
process<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> om zo uitsprak<strong>en</strong><br />
te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over toekomstige<br />
ontwikkeling<strong>en</strong>. De laatste dec<strong>en</strong>nia is de<br />
ontwikkeling van modell<strong>en</strong> ter ondersteuning<br />
van planningsprocess<strong>en</strong> in opmars.<br />
Algeme<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> geaccepteerd zijn<br />
verkeersmodell<strong>en</strong> of economische modell<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> de ontwikkeling van de woningmarkt.<br />
Rec<strong>en</strong>t zijn er meer geïntegreerde modell<strong>en</strong><br />
in opkomst. Hierbij word<strong>en</strong> diverse modell<strong>en</strong><br />
aan elkaar gekoppeld. Deze modell<strong>en</strong><br />
spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> steeds belangrijkere rol in<br />
integrale besluitvormingsprocess<strong>en</strong>.<br />
De groei<strong>en</strong>de betek<strong>en</strong>is van modell<strong>en</strong> wordt<br />
veroorzaakt door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van rek<strong>en</strong>capaciteit<br />
<strong>en</strong> de steeds grotere rol van computers<br />
in stedelijke planning. Daarnaast sluit<br />
het gebruik van modell<strong>en</strong> aan bij e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e<br />
ontwikkeling in de wet<strong>en</strong>schap, waarbij<br />
(computer)simulaties in veel academische<br />
domein<strong>en</strong> tot nieuwe inzicht<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />
Hierbij gaat het nadrukkelijk niet alle<strong>en</strong> om<br />
technische vakgebied<strong>en</strong>, maar juist ook om<br />
sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>. <strong>Simulatie</strong>s blijk<strong>en</strong><br />
bij uitstek geschikt om inzicht in complexe<br />
sociale process<strong>en</strong> te vergrot<strong>en</strong>. Er is steeds<br />
meer behoefte om mogelijke uitkomst<strong>en</strong> van<br />
planning wet<strong>en</strong>schappelijk te onderbouw<strong>en</strong><br />
(Davoudi, 2005). De nieuwe g<strong>en</strong>eratie van<br />
simulatiemodell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dit inzicht bied<strong>en</strong><br />
door belangrijke variabel<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun onderlinge<br />
afhankelijkhed<strong>en</strong> zichtbaar te mak<strong>en</strong>.<br />
Toch wordt er over het algeme<strong>en</strong> weinig<br />
gebruik gemaakt van wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
ontwikkelde modell<strong>en</strong> in de dagelijkse planningspraktijk<br />
(Vonk, 2006). Dit komt onder<br />
andere door e<strong>en</strong> gebrek aan k<strong>en</strong>nis van de<br />
bestaande modell<strong>en</strong> bij planners, maar ook<br />
door e<strong>en</strong> gebrekkige afstemming tuss<strong>en</strong><br />
de karakteristiek<strong>en</strong> van de modell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> doel<strong>en</strong> van de planners zelf. Vaak<br />
sluit<strong>en</strong> modell<strong>en</strong> niet aan bij de belevingswereld<br />
van de gebruikers, zijn ze te traag om<br />
ingezet te kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> planningsproces<br />
met e<strong>en</strong> hoge dynamiek of zijn ze te<br />
ingewikkeld om iets van te ler<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> stap<br />
in de richting van succesvolle toepassing<strong>en</strong>
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
P. 109<br />
Figuur 1: E<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t-based model <strong>voor</strong> segregatie in wijk<strong>en</strong> (bron: R. König, pres<strong>en</strong>tatie INTI seminar 2007)<br />
van modell<strong>en</strong> vraagt om aandacht <strong>voor</strong><br />
dit soort aspect<strong>en</strong>. Ook moet er aandacht<br />
zijn <strong>voor</strong> de specifieke context waarin e<strong>en</strong><br />
model kan word<strong>en</strong> toegepast: welke actor<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> ermee werk<strong>en</strong>, op welke manier<br />
will<strong>en</strong> zij het inzett<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoe sluit het<br />
model aan bij hun k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>?<br />
Dit kan per planningsvraagstuk verschill<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vraagt dus om e<strong>en</strong> zeer klantgerichte<br />
b<strong>en</strong>adering bij de ontwikkeling van<br />
modell<strong>en</strong>.<br />
In dit kader word<strong>en</strong> hieronder e<strong>en</strong> drietal<br />
relevante groep<strong>en</strong> modell<strong>en</strong> geïntroduceerd.<br />
Het is de bedoeling om e<strong>en</strong> overzicht<br />
te bied<strong>en</strong> van wat er aan de aanbodzijde<br />
beschikbaar is, dit als e<strong>en</strong> eerste stap naar<br />
e<strong>en</strong> betere afstemming tuss<strong>en</strong> de wereld<strong>en</strong><br />
van ontwerp, planning <strong>en</strong> modell<strong>en</strong>. We<br />
mak<strong>en</strong> hierbij onderscheid in de zog<strong>en</strong>aamde<br />
‘ag<strong>en</strong>t-based modell<strong>en</strong>’, de ‘space<br />
syntax b<strong>en</strong>adering’ <strong>en</strong> ‘serious gaming<br />
toepassing<strong>en</strong>’. Deze modell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>schappelijk dat ze in e<strong>en</strong> relatief ver<br />
gevorderd stadium van ontwikkeling verker<strong>en</strong><br />
maar slechts weinig word<strong>en</strong> toegepast.<br />
Ag<strong>en</strong>t-based modell<strong>en</strong><br />
Met de eerste familie, zog<strong>en</strong>oemde<br />
‘ag<strong>en</strong>t-based modell<strong>en</strong>’, kunn<strong>en</strong> de acties <strong>en</strong><br />
interacties van relatief autonome ag<strong>en</strong>ts in<br />
(lees verder op pagina 120)
<strong>Rooilijn</strong><br />
InBeeld<br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Revitalisering<br />
van Delfzijl<br />
Foto’s: Marije Koudstaal<br />
Delfzijl heeft als e<strong>en</strong> van de eerste sted<strong>en</strong> in Nederland te mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
afnem<strong>en</strong>de bevolking. Sinds het begin van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig krimpt de stad:<br />
van bijna 32.000 inwoners in 1990 tot minder dan 28.000 in 2007. De gevolg<strong>en</strong><br />
zijn leegstand in de woning<strong>voor</strong>raad, het winkelbestand <strong>en</strong> van kantoor- <strong>en</strong><br />
bedrijfspand<strong>en</strong>. Eind jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig leidde de leegstand tot <strong>en</strong> grootscheepse<br />
herstructureringsopgave <strong>voor</strong> Delfzijl Noord. Het plan omvat de sloop van<br />
1.650 woning<strong>en</strong>, waar<strong>voor</strong> er 1.200 in de plaats terug word<strong>en</strong> gebouwd. De<br />
werkzaamhed<strong>en</strong> in Delfzijl Noord zijn in e<strong>en</strong> ver gevorderd stadium. Ruim<br />
opgezette nieuwbouwwijk<strong>en</strong> zijn in de plaats gekom<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> groot aantal<br />
gesloopte woning<strong>en</strong>. Verscheid<strong>en</strong>e huiz<strong>en</strong>rij<strong>en</strong> staan inmiddels leeg <strong>en</strong> op de<br />
nominatie <strong>voor</strong> sloop. Ook het winkelc<strong>en</strong>trum van Delfzijl Noord zal word<strong>en</strong><br />
gesloopt <strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> door nieuwbouw.<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
P. 110
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
Bov<strong>en</strong>: Het Kluss<strong>en</strong>team zorgt <strong>voor</strong> tijdelijke beheer <strong>en</strong> de inbraakprev<strong>en</strong>tie van slooppand<strong>en</strong>, Onder: Woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> winkels staan nag<strong>en</strong>oeg allemaal leeg<br />
P. 111
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
Bov<strong>en</strong>: Leegstaande woning in de laatnaoorlogse wijk Tuikwerd, Onder: Leegstaande <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in het c<strong>en</strong>trum van Delfzijl<br />
P. 112
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
Leegstand in de koopsector. De appartem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn geleg<strong>en</strong> aan de rand van het c<strong>en</strong>trum van Delfzijl<br />
P. 113
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
Drie maal nieuwbouw in Delfzijl Noord<br />
P. 114
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
P. 115
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
Woningverdunning: de rijwoning<strong>en</strong> zijn <strong>voor</strong> de helft vervang<strong>en</strong> door garages waardoor geschakelde tweekappers zijn ontstaan.<br />
P. 116
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
Nieuwbouw in Delfzijl Noord<br />
P. 117
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
Nieuwbouw in Delfzijl Noord<br />
P. 118
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
P. 119<br />
Marije Koudstaal (www.marye.eu) is planoloog <strong>en</strong> studeerde onlangs af<br />
op het onderwerp Op<strong>en</strong>bare ruimte in Paramaribo.
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
P. 120<br />
vervolg van pagina 109<br />
e<strong>en</strong> netwerk word<strong>en</strong> gesimuleerd <strong>en</strong> kan<br />
het effect van de set aan individuele regels<br />
<strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur<strong>en</strong> op het patroon van e<strong>en</strong><br />
groep word<strong>en</strong> bestudeerd (Batty, 2005).<br />
E<strong>en</strong> ag<strong>en</strong>t in e<strong>en</strong> model kan e<strong>en</strong> individu,<br />
instelling, bedrijf, of e<strong>en</strong> andere stakeholder<br />
zijn. Figuur 1 laat e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld zi<strong>en</strong><br />
van het effect van individuele tolerantiewaard<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> opzichte van ‘vreemd<strong>en</strong>’ op<br />
segregatie in e<strong>en</strong> hypothetische stad. Door<br />
verandering van bepaalde variabel<strong>en</strong> kan<br />
word<strong>en</strong> opgemaakt bij welke waard<strong>en</strong> er<br />
e<strong>en</strong> omslag van integratie naar segregatie<br />
plaatsvindt.<br />
Veel traditionele modell<strong>en</strong> bestaan<br />
uit homog<strong>en</strong>e niet aanpasbare ag<strong>en</strong>ts,<br />
waarbij er wordt uitgegaan van gemiddeld<br />
gedrag dat repres<strong>en</strong>tatief is <strong>voor</strong><br />
de groep of de sam<strong>en</strong>leving als geheel.<br />
Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> simulatiemodel<br />
wordt vervolg<strong>en</strong>s gezocht naar e<strong>en</strong> optimale<br />
oplossing. Deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
traditionele modell<strong>en</strong> minder geschikt<br />
<strong>voor</strong> planningsvraagstukk<strong>en</strong> waarbij<br />
juist de heterog<strong>en</strong>iteit van ag<strong>en</strong>ts <strong>en</strong> de<br />
aanpasbaarheid van het model cruciaal<br />
zijn. Met ag<strong>en</strong>t-based modell<strong>en</strong> kan aan<br />
simulatiemodell<strong>en</strong> meer flexibiliteit<br />
word<strong>en</strong> toegevoegd. Aangezi<strong>en</strong> er niet<br />
wordt gewerkt met grofkorrelige statische<br />
aannames maar met e<strong>en</strong> grote verzameling<br />
van deelaannames per ag<strong>en</strong>t ontstaat<br />
er e<strong>en</strong> dynamisch schaalbaar systeem,<br />
dat zich kan aanpass<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de<br />
context. De ag<strong>en</strong>ts zijn heteroge<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> adaptief, wat inhoudt dat ze zich<br />
individueel kunn<strong>en</strong> aanpass<strong>en</strong> aan hun<br />
omgeving. Het gebruik van ag<strong>en</strong>ts voegt<br />
dus e<strong>en</strong> belangrijke procescompon<strong>en</strong>t toe<br />
t<strong>en</strong> opzichte van de traditioneel statische<br />
simulatiemodell<strong>en</strong> (Miller & Page, 2007).<br />
Met behulp van ag<strong>en</strong>t-based modell<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> zelforganiser<strong>en</strong>de complexe<br />
system<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesimuleerd (Portugali,<br />
2000). In de planningspraktijk leidt de<br />
toepassing van deze modell<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> schijnbare<br />
paradox. Enerzijds bestaat <strong>voor</strong>al bij<br />
planners de overtuiging dat in het stedelijke<br />
systeem kan word<strong>en</strong> ingegrep<strong>en</strong> zodat het<br />
efficiënt functioneert, terwijl anderzijds<br />
door systeemmodelleurs wordt gesteld dat<br />
e<strong>en</strong> stad e<strong>en</strong> complex systeem is dat zichzelf<br />
organiseert met de planner als onderdeel<br />
van dat systeem. Deze teg<strong>en</strong>stelling kan<br />
deels verklar<strong>en</strong> waarom door planners<br />
argwan<strong>en</strong>d naar deze nieuwe g<strong>en</strong>eratie<br />
modell<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong>. Toch kan het juist<br />
ook interessante leerpunt<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
ag<strong>en</strong>t-based model kan de planner help<strong>en</strong><br />
in de omgang met de ‘georganiseerde<br />
complexiteit’ van new towns. De nieuwe<br />
inzicht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>de fas<strong>en</strong><br />
van het plan- <strong>en</strong> besluitvormingsproces<br />
ondersteuning bied<strong>en</strong>.<br />
De space syntax b<strong>en</strong>adering<br />
Modell<strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> de sted<strong>en</strong>bouwkunde<br />
in opkomst zijn <strong>en</strong> die de pot<strong>en</strong>tie hebb<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> belangrijke input te bied<strong>en</strong> <strong>voor</strong> simulatiemodell<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>gevat onder de<br />
noemer ‘space syntax’. Dit type model biedt<br />
tools waarmee de stedelijke morfologie kan<br />
word<strong>en</strong> geanalyseerd (Van Nes, 2005). Op<br />
basis van e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde ‘axiale kaart’,<br />
e<strong>en</strong> topologische kaart met de minimale set<br />
aan zichtlijn<strong>en</strong>, kan de mate van ruimtelijke<br />
integratie van del<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> stad word<strong>en</strong><br />
bepaald. Hierbij wordt er e<strong>en</strong> verband gelegd<br />
tuss<strong>en</strong> strat<strong>en</strong>patron<strong>en</strong>, vestigingspatron<strong>en</strong>,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld van winkels <strong>en</strong> verkeersstrom<strong>en</strong><br />
(figuur 2). Met behulp van space syntax<br />
kunn<strong>en</strong> bestaande situaties word<strong>en</strong> geanalyseerd<br />
<strong>en</strong> a priori globaal de gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>stel in beeld word<strong>en</strong> gebracht. Tev<strong>en</strong>s
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
P. 121<br />
analyse observe predict<br />
Figuur 2: Space syntax b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> inzicht in de ervaring <strong>en</strong> het gebruik van de op<strong>en</strong>bare ruimte (bron: K. Karimi, pres<strong>en</strong>tatie INTI seminar 2007)<br />
is het bruikbaar om <strong>voor</strong> compleet nieuwe<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> globale uitsprak<strong>en</strong> te<br />
do<strong>en</strong> over toekomstige verkeersstrom<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de ontwikkeling<strong>en</strong>.<br />
Door terugker<strong>en</strong>de patron<strong>en</strong> te vertal<strong>en</strong> in<br />
e<strong>en</strong> patron<strong>en</strong>taal in combinatie met zog<strong>en</strong>aamde<br />
shape grammars kunn<strong>en</strong> sted<strong>en</strong>bouwkundig<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> planners e<strong>en</strong> beter idee<br />
krijg<strong>en</strong> van de gevolg<strong>en</strong> van interv<strong>en</strong>ties in<br />
de stedelijke opzet. De hier<strong>voor</strong> ontwikkelde<br />
modell<strong>en</strong> zijn echter vaak nog gebaseerd<br />
op handwerk omdat de b<strong>en</strong>odigde<br />
computermodell<strong>en</strong> nog niet ver g<strong>en</strong>oeg<br />
ontwikkeld zijn. Wel is deze ‘verbeeld<strong>en</strong>de’<br />
manier van d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> erg verhelder<strong>en</strong>d, niet<br />
alle<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de ontwerper zelf maar ook<br />
<strong>voor</strong> de communiceerbaarheid van de<br />
gemaakte keuz<strong>en</strong>. Space syntax is e<strong>en</strong> veelbelov<strong>en</strong>de<br />
b<strong>en</strong>adering met de pot<strong>en</strong>tie om<br />
bestaande simulatiemodell<strong>en</strong> op cruciale<br />
aspect<strong>en</strong> aan te vull<strong>en</strong>.<br />
Serious gaming toepassing<strong>en</strong><br />
Serious gaming (Guy e.a., 2005) is het<br />
gebruik mak<strong>en</strong> van speltechniek<strong>en</strong> om<br />
bij<strong>voor</strong>beeld stakeholders in het planningproces<br />
dichter bij elkaar te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Serious games hebb<strong>en</strong> om de participatie<br />
te bevorder<strong>en</strong> wel de int<strong>en</strong>tie om te vermak<strong>en</strong><br />
maar stell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>af bepaald<br />
leereffect als doel. Het kunn<strong>en</strong> gewone
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
P. 122<br />
spell<strong>en</strong> <strong>en</strong> computerspell<strong>en</strong> zijn, bij<strong>voor</strong>beeld<br />
de hierbov<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong> modell<strong>en</strong>.<br />
In e<strong>en</strong> serious game kunn<strong>en</strong> actor<strong>en</strong> zelf<br />
actief deelnem<strong>en</strong> aan de simulatie. Ze<br />
spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> spel waarin ze moet<strong>en</strong> onderhandel<strong>en</strong>,<br />
beslissing<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong><br />
of e<strong>en</strong> opdracht moet<strong>en</strong> vervull<strong>en</strong>. Door<br />
de ervaring ontwikkelt de deelnemer e<strong>en</strong><br />
gevoel <strong>voor</strong> zijn eig<strong>en</strong> doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> de gezam<strong>en</strong>lijke context. Dit<br />
kan zorg<strong>en</strong> <strong>voor</strong> onderling begrip maar<br />
ook <strong>voor</strong> onverwachte inhoudelijke less<strong>en</strong>,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld dat sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> kan leid<strong>en</strong><br />
to win-win situaties of juist tot het inzicht<br />
dat de juiste int<strong>en</strong>ties bij de stakeholders<br />
toch negatieve effect<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
Op de op<strong>en</strong>ingspagina van dit artikel is<br />
e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld te zi<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> klassieke<br />
spelvorm. Het geme<strong>en</strong>schappelijke<br />
doel is hier het verminder<strong>en</strong> van het<br />
niveau van CO 2 -uitstoot, dat wordt<br />
gesymboliseerd door de hoogte van de<br />
hoepel. Tegelijkertijd mag ge<strong>en</strong> van de<br />
deelnemers het contact met de hoepel<br />
verliez<strong>en</strong>. Ondanks de e<strong>en</strong>sgezindheid<br />
om het doel te bereik<strong>en</strong> schiet de hoepel<br />
omhoog: de twee gestelde eis<strong>en</strong> conflicter<strong>en</strong><br />
met elkaar waardoor het doel niet<br />
bereikt kan word<strong>en</strong>. Het leereffect is dat<br />
het groepsdoel, het lat<strong>en</strong> zakk<strong>en</strong> van de<br />
hoepel, conflicteert met de individuele<br />
belang<strong>en</strong>, namelijk contact houd<strong>en</strong> met<br />
de hoepel. Deze paradox komt <strong>voor</strong> in veel<br />
onderhandelingssituaties.<br />
Serious gaming is interessant <strong>voor</strong> planning<br />
omdat het belangrijke actor<strong>en</strong> bij<br />
elkaar kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk kan<br />
lat<strong>en</strong> ler<strong>en</strong>. Het kan tev<strong>en</strong>s als instrum<strong>en</strong>t<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>voor</strong> het toepass<strong>en</strong> van geavanceerde<br />
techniek<strong>en</strong>. Dit is <strong>voor</strong>al belangrijk<br />
in vroege fases van planvorming waarin<br />
naar geme<strong>en</strong>schappelijke doel<strong>en</strong> moet<br />
word<strong>en</strong> gezocht.<br />
Stand van zak<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
uitdaging<strong>en</strong><br />
In dit artikel is e<strong>en</strong> schetsmatig overzicht<br />
gegev<strong>en</strong> van de vraagstukk<strong>en</strong> van new<br />
towns <strong>en</strong> interessante modell<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
toepassing in de planningspraktijk. Deze<br />
modell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ondersteuning bied<strong>en</strong><br />
aan planners <strong>en</strong> sted<strong>en</strong>bouwkundig<strong>en</strong> die<br />
<strong>voor</strong> de uitdaging staan om new towns<br />
te ontwerp<strong>en</strong> of ingrep<strong>en</strong> in bestaande<br />
new towns te pleg<strong>en</strong>. Daarbij bestaat er<br />
vaak e<strong>en</strong> discrepantie tuss<strong>en</strong> bestaande<br />
modell<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vaardighed<strong>en</strong> in de praktijk anderzijds.<br />
Dit komt deels doordat de twee partij<strong>en</strong>,<br />
modelmakers <strong>en</strong> gebruikers, elkaar niet<br />
volledig begrijp<strong>en</strong>. Om dit probleem te<br />
overkom<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong> gedacht aan drie<br />
oplossingsrichting<strong>en</strong>.<br />
Er zal getracht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om e<strong>en</strong><br />
beter gestructureerde iteratieve dialoog<br />
te lat<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> planners <strong>en</strong><br />
modelmakers. Dit is <strong>voor</strong>al van belang<br />
om modell<strong>en</strong>makers te lat<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> in<br />
welke context de modell<strong>en</strong> gebruikt<br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Hierbij valt te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
aan planningsdynamiek, vaardighed<strong>en</strong><br />
van pot<strong>en</strong>tiële gebruikers <strong>en</strong> relevante<br />
planningsvraagstukk<strong>en</strong> om te ondersteun<strong>en</strong>.<br />
Met dit inzicht kan e<strong>en</strong> modelmaker<br />
bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong> betere afweging mak<strong>en</strong><br />
met betrekking tot de complexiteit van<br />
het model.<br />
Verder is het raadzaam e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijke<br />
database op te zett<strong>en</strong> van bestaande<br />
relevante modell<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun karakteristiek<strong>en</strong><br />
om het gebruik van modell<strong>en</strong> in<br />
de praktijk te bevorder<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> dergelijk
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Stimulatie</strong> <strong>voor</strong> <strong>Simulatie</strong><br />
P. 123<br />
overzicht zorgt er<strong>voor</strong> dat modelmakers<br />
elkaar kunn<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong> <strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk<br />
tot betere instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast kan e<strong>en</strong> dergelijk overzicht<br />
di<strong>en</strong><strong>en</strong> als bron <strong>voor</strong> planners <strong>en</strong> sted<strong>en</strong>bouwkundig<strong>en</strong><br />
die k<strong>en</strong>nis will<strong>en</strong> nem<strong>en</strong><br />
van mogelijk interessante modell<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> laatste oplossingsrichting heeft te<br />
mak<strong>en</strong> met de relatie tuss<strong>en</strong> sted<strong>en</strong>bouwkundige<br />
ontwerp<strong>en</strong> <strong>en</strong> simulatiemodell<strong>en</strong>.<br />
Ontwerp<strong>en</strong> zijn vaak gebaseerd op creatieve<br />
ingeving<strong>en</strong> <strong>en</strong> analogieën/metafor<strong>en</strong> die<br />
moeilijk zijn te modeller<strong>en</strong>. Het is van<br />
belang om gebruik te mak<strong>en</strong> van de sterke<br />
kant<strong>en</strong> van de simulatiemodell<strong>en</strong> én de<br />
sterke kant<strong>en</strong> van de ontwerper, die op basis<br />
van e<strong>en</strong> Fingerspitz<strong>en</strong>gefühl met oplossing<strong>en</strong><br />
kan kom<strong>en</strong> die in simulatiemodell<strong>en</strong><br />
ond<strong>en</strong>kbaar, maar wel w<strong>en</strong>selijk zijn.<br />
Kortom, het is van wez<strong>en</strong>lijk belang dat<br />
er brugg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geslag<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> twee<br />
uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de disciplines. Hierbij moet<br />
gezocht word<strong>en</strong> naar de sterke punt<strong>en</strong><br />
van beide disciplines om elkaar aan te<br />
vull<strong>en</strong>. Gebruikers <strong>en</strong> modelmakers zull<strong>en</strong><br />
sam<strong>en</strong> gestimuleerd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om<br />
de bestaande wet<strong>en</strong>schappelijke inzicht<strong>en</strong><br />
uit simulatiemodell<strong>en</strong> om te zett<strong>en</strong> in<br />
relevante planningsk<strong>en</strong>nis.<br />
Marco te Brömmelstroet (marco@transport-planning.eu)<br />
<strong>en</strong> Egbert Stolk (e.h.stolk@tudelft.nl) zijn als promov<strong>en</strong>di<br />
werkzaam bij respectievelijk onderzoeksinstituut AMIDSt aan<br />
de Universiteit van Amsterdam <strong>en</strong> bij de afdeling Urbanism<br />
aan de Technische Universiteit Delft.<br />
Literatuur<br />
Batty, M. (2005) Cities and Complexity: Understanding Cities<br />
with Cellular Automata, Ag<strong>en</strong>t-Based Models, and Fractals,<br />
MIT Press, Boston<br />
Berg, J., S. Franke & A. Rijndorp (red.) (2007) Adolesc<strong>en</strong>t<br />
Almere. Hoe e<strong>en</strong> stad wordt gemaakt, NAi, Rotterdam<br />
Davoudi, S. (2006) ‘Evid<strong>en</strong>ce-Based Planning: Rhetoric and<br />
Reality’, disP, nr. 165, p. 14-24<br />
Guy, B., N.J. Bidwell & P. Musumeci (2005) Gameplan: Serious<br />
Gaming for Place Making, ACM confer<strong>en</strong>ce, Sydney<br />
Hopkins, L.D. & M.A. Zapatha (red.) (2007) Engaging the<br />
Future: Forecasts, Sc<strong>en</strong>arios, Plans, and Projects, Lincoln<br />
Institute of Land Policy, Cambridge, MA<br />
INTI (2007) www.newtowninstitute.org, 01-10-2007<br />
Miller, J.H. & S.E. Page (2007) Complex Adaptive Systems: An<br />
Introduction to Computational Models of Social Life, Princeton<br />
University Press, Princeton<br />
Nes, A. van (2005) ‘Space syntax: met<strong>en</strong> aan de ruimte’,<br />
<strong>Rooilijn</strong>, jg. 39, nr. 2, p. 69-75<br />
Portugali, J. (2000) Self-organization and the city, Springer,<br />
Berlin<br />
Vonk, G. (2006) Improving Planning Support: the Use of<br />
Planning Support Systems for Spatial Planning, KNAG, Utrecht
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’<br />
P. 124<br />
Marina Meeuwisse<br />
De stad anders<br />
‘lez<strong>en</strong>’<br />
Stadskamer in P<strong>en</strong>drecht, Rotterdam Zuid (alle foto’s Marina Meeuwisse) Stadskamer in het Oude Noord<strong>en</strong>, Rotterdam<br />
Zachte stad in Bloemhof, Rotterdam Zuid<br />
Zachte stad We<strong>en</strong>a, Rotterdam C<strong>en</strong>trum
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’<br />
P. 125<br />
“Met bouw<strong>en</strong> <strong>voor</strong> buurt<strong>en</strong> ontstaan ge<strong>en</strong><br />
prachtwijk<strong>en</strong>”, schrijv<strong>en</strong> Wim Ost<strong>en</strong>dorf <strong>en</strong> zijn<br />
collega’s in NRC-Handelsblad op 9 oktober 2007.<br />
De ervaring leert dat stadsvernieuwing <strong>en</strong> het<br />
grotested<strong>en</strong>beleid niet tot gew<strong>en</strong>ste sociale<br />
verandering<strong>en</strong> heeft geleid. Dat komt omdat er<br />
weinig fundam<strong>en</strong>teel onderzoek is gedaan naar<br />
de wisselwerking tuss<strong>en</strong> fysieke herstructure-<br />
ring <strong>en</strong> de sociale situatie. Het is tijd om de stad<br />
anders te lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> andere taal te gebruik<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> taal die mogelijkhed<strong>en</strong> biedt om de sociaal-<br />
culturele betek<strong>en</strong>is die stedeling<strong>en</strong> aan de ste-<br />
delijke ruimt<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> beter te begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
te verklar<strong>en</strong>.<br />
De op<strong>en</strong>bare ruimte moet plaats bied<strong>en</strong><br />
aan de complexe gang van het maatschappelijk<br />
lev<strong>en</strong>. Die is vaak ondoorgrondelijk<br />
<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al ook on<strong>voor</strong>spelbaar. Die<br />
ondoorgrondelijke on<strong>voor</strong>spelbaarheid is<br />
wellicht de c<strong>en</strong>trale kwestie <strong>voor</strong> de sociale<br />
ag<strong>en</strong>da die gehanteerd wordt bij fysieke<br />
herstructurering. Dat heeft onder andere<br />
te mak<strong>en</strong> met het verschil in tijdshorizon<br />
tuss<strong>en</strong> fysieke vraagstukk<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociale<br />
onderwerp<strong>en</strong>. Fysieke interv<strong>en</strong>ties word<strong>en</strong><br />
lang van te vor<strong>en</strong> gepland <strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
lev<strong>en</strong>sduur van minimaal 50 jaar, terwijl<br />
sociale interv<strong>en</strong>ties meer ingrijp<strong>en</strong> op<br />
het hier <strong>en</strong> nu van het dagelijks bestaan.<br />
De betek<strong>en</strong>is van de tijdshorizon van<br />
de fysieke planning wordt duidelijk in<br />
e<strong>en</strong> publicatie van Reijndorp e.a. (1998)<br />
naar buit<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong>, die in het begin jar<strong>en</strong><br />
neg<strong>en</strong>tig van de vorige eeuw zijn gebouwd:<br />
“De kritiek op de opzet <strong>en</strong> vormgeving van<br />
nieuwe buit<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong> is <strong>voor</strong>al gericht op de<br />
monofunctionaliteit, de sociale homog<strong>en</strong>iteit,<br />
het gebrek aan publiek domein, het<br />
gemis aan id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> de architectonische<br />
e<strong>en</strong>vormigheid. (...) het ruimtelijk beleid<br />
k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> hoog moralistisch gehalte, maar<br />
of het werkt is e<strong>en</strong> tweede” (Reijndorp e.a.,<br />
1998, p. 260-261). Volg<strong>en</strong>s h<strong>en</strong> is stedelijkheid<br />
in de eerste plaats e<strong>en</strong> sociaal-cultureel<br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong>. Stedelijkheid is e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale<br />
constructie, e<strong>en</strong> idee van de stad <strong>en</strong> het<br />
stedelijk lev<strong>en</strong>. Als het zo is dat m<strong>en</strong>tale<br />
constructies stedeling<strong>en</strong> motiveert om zich<br />
in specifieke del<strong>en</strong> van de stad te beweg<strong>en</strong><br />
of er zich te huisvest<strong>en</strong>, dan is het nodig om<br />
de stad anders te lez<strong>en</strong>.<br />
In e<strong>en</strong> analyse naar het publieke domein<br />
schrijv<strong>en</strong> Hajer & Reijndorp (2001, p. 15)<br />
“E<strong>en</strong> nieuwe conceptuele taal waarmee we<br />
kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> bedreiging<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> articuler<strong>en</strong>,<br />
problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> oplossing<strong>en</strong> op e<strong>en</strong><br />
andere manier kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, kan help<strong>en</strong> in<br />
e<strong>en</strong> nieuwe b<strong>en</strong>adering van het publieke<br />
domein”. Ook deze uitspraak onderschrijft<br />
dat ons huidige onderzoeksars<strong>en</strong>aal zijn<br />
beperking<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t. Het is hoog tijd <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
taal die mogelijkhed<strong>en</strong> biedt om de sociaalculturele<br />
betek<strong>en</strong>is die stedeling<strong>en</strong> aan<br />
de stedelijke ruimt<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> beter te<br />
begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verklar<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> belangrijke<br />
bijdrage in het formuler<strong>en</strong> van die nieuwe<br />
taal is te vind<strong>en</strong> in de ecologische psychologie.<br />
Volg<strong>en</strong>s deze b<strong>en</strong>adering is er sprake<br />
van interdep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>tie tuss<strong>en</strong> omgeving <strong>en</strong><br />
gedrag. De omgeving beïnvloedt het gedrag<br />
<strong>en</strong> omgekeerd beïnvloedt het gedrag weer<br />
de omgeving. Onderzoek vanuit deze discipline<br />
geeft inzicht in de effect<strong>en</strong> van fysieke<br />
ingrep<strong>en</strong> op de sociale kwaliteit in buurt<strong>en</strong>.<br />
Deze andere manier van lez<strong>en</strong> van de stad<br />
stimuleert sam<strong>en</strong>werking tuss<strong>en</strong> disciplines<br />
die ‘verstand van sted<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>’.<br />
Om de stad gezam<strong>en</strong>lijk te kunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong><br />
moet de ‘harde stad’, de gebouwde stad<br />
van architect<strong>en</strong> <strong>en</strong> stedebouwkundig<strong>en</strong>,
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’<br />
P. 126<br />
word<strong>en</strong> verbond<strong>en</strong> aan de ‘zachte stad’, de<br />
stad van sociaal geograf<strong>en</strong> <strong>en</strong> sociolog<strong>en</strong>.<br />
Die verbinding kan word<strong>en</strong> gemaakt door<br />
middel van de ‘intrinsieke stad’, de stad die<br />
zich in de hoofd<strong>en</strong> van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> g<strong>en</strong>esteld<br />
heeft. De harde stad, de fysieke ruimte, de<br />
gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ord<strong>en</strong>ing van strat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
plein<strong>en</strong>, wordt gelez<strong>en</strong> als ‘stadskamers’,<br />
die begr<strong>en</strong>sd wordt door onze waarneming.<br />
Vanuit dat perspectief wordt gekek<strong>en</strong> naar<br />
de zachte stad, het sociale theater in de stad.<br />
Deze stad wordt gelez<strong>en</strong> als ‘podium’, met<br />
stedeling<strong>en</strong> als figurant<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> theater<br />
met elk e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> rol. De intrinsieke stad<br />
verteg<strong>en</strong>woordigt de sam<strong>en</strong>hang tuss<strong>en</strong><br />
omgeving <strong>en</strong> gedrag.<br />
Id<strong>en</strong>titeit <strong>en</strong> de harde stad<br />
De stad kan verwarr<strong>en</strong>d zijn. Bouwwerk<strong>en</strong><br />
zijn niet altijd in staat duidelijk te mak<strong>en</strong><br />
welke gevoel<strong>en</strong>s zij bij stedeling<strong>en</strong> opwekk<strong>en</strong>.<br />
Wie door e<strong>en</strong> stad wandelt, treft<br />
verhal<strong>en</strong> aan die verstopt zijn in details,<br />
vormtaal <strong>en</strong> ritme van de gebouwde stad.<br />
Zonder het bewust te wet<strong>en</strong>, activer<strong>en</strong> deze<br />
verhal<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s over de eig<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit<br />
<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong>. Het is alsof de stedebouwer<br />
de stedeling wil lat<strong>en</strong> instemm<strong>en</strong> met<br />
de toegepaste taal van het concept dat in<br />
het ontwerp wordt uitgedrukt. Er zijn<br />
huiz<strong>en</strong> met <strong>voor</strong>name <strong>voor</strong>deur<strong>en</strong>, die<br />
verhal<strong>en</strong> over de status van haar bewoners.<br />
Glimm<strong>en</strong>d gepoetste koper<strong>en</strong> naamplat<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> deftige stoep onderstrep<strong>en</strong> dit haast<br />
ongemerkt. Er zijn strat<strong>en</strong> waarvan het<br />
decor vertelt wat er in <strong>voor</strong>gaande eeuw<strong>en</strong><br />
is <strong>voor</strong>gevall<strong>en</strong>. E<strong>en</strong>voudige woning<strong>en</strong>, met<br />
kleine ram<strong>en</strong>, sam<strong>en</strong>gepakt in e<strong>en</strong> straat<br />
die vertell<strong>en</strong> over hav<strong>en</strong>arbeiders uit het<br />
industriële tijdperk. Of ruime lan<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
singels met statige villa’s, waar de notabel<strong>en</strong><br />
van de stad hebb<strong>en</strong> vertoefd. En er zijn<br />
buurt<strong>en</strong> waar m<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verrassing<strong>en</strong> kan<br />
kom<strong>en</strong> te staan, waar de sfeer van vergane<br />
glorie door achterstallig onderhoud wordt<br />
geproefd. Kortom, de id<strong>en</strong>titeit van de<br />
harde stad is e<strong>en</strong> aane<strong>en</strong>schakeling van<br />
geïllustreerde betek<strong>en</strong>iss<strong>en</strong>.<br />
Zachte stad<br />
De Wijs-Mulk<strong>en</strong>s (1999) wijst er in haar<br />
studie naar de betek<strong>en</strong>is van de variatie<br />
in woongebied<strong>en</strong> in Nederland <strong>voor</strong> de<br />
bewoners op, dat bewoners hun woning<br />
<strong>en</strong> de buurt selecter<strong>en</strong> op basis van de<br />
symbolische betek<strong>en</strong>is die de buurt <strong>en</strong> de<br />
woning <strong>voor</strong> h<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Die symbolische<br />
betek<strong>en</strong>is is gebaseerd op culturele<br />
<strong>voor</strong>onderstelling<strong>en</strong>. Het uiterlijk van<br />
gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de infrastructuur, de<br />
huiz<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de strat<strong>en</strong>, ‘vertell<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> verhaal’. Alsof de stad e<strong>en</strong> decor is,<br />
zoals in het theater <strong>en</strong> in films. Deze<br />
symbolische betek<strong>en</strong>is is gebaseerd op<br />
ervaring, k<strong>en</strong>nis over hoe m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zichzelf<br />
pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nis over buurt<strong>en</strong>, over<br />
welke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> m<strong>en</strong> waarschijnlijk in<br />
bepaalde buurt<strong>en</strong> kan teg<strong>en</strong>kom<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> welke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> er beslist niet zull<strong>en</strong><br />
won<strong>en</strong>. Zo wordt de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
woning gerelateerd aan de id<strong>en</strong>titeit die<br />
m<strong>en</strong> zichzelf toek<strong>en</strong>t <strong>en</strong> het imago dat<br />
e<strong>en</strong> buurt heeft. Leefstijlpatron<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong><br />
zo ruimtelijk uitgesorteerd te zijn, omdat<br />
stedeling<strong>en</strong> het decor selecter<strong>en</strong> dat bij<br />
h<strong>en</strong> past. Inwoners uit wijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
negatief imago, zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> heel ander verhaal<br />
van de stad vertell<strong>en</strong> dan inwoners<br />
uit wijk<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> sterk positief imago<br />
hebb<strong>en</strong>. Multiculturalisme <strong>en</strong> sociale<br />
problematiek kunn<strong>en</strong> er<strong>voor</strong> zorg<strong>en</strong><br />
dat e<strong>en</strong> dergelijke buurt nog meer onder<br />
druk komt te staan. Van de bewoner, die<br />
de mogelijkhed<strong>en</strong> heeft gehad te kunn<strong>en</strong><br />
kiez<strong>en</strong>, mag m<strong>en</strong> dus veronderstell<strong>en</strong> dat<br />
hij past in het decor van de buurt.
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’<br />
P. 127<br />
Als het zo is dat de symboliek van e<strong>en</strong> stad<br />
bepaald gedrag activeert, dan impliceert dit<br />
dat fragiele wijk<strong>en</strong>, of buurt<strong>en</strong> die als ‘nogo-areas’<br />
word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> <strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> negatief imago, e<strong>en</strong> negatieve<br />
invloed op het gedrag van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
zull<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Met andere woord<strong>en</strong>: de<br />
taal van de ‘fysieke herstructurering’ kan<br />
wel degelijk invloed hebb<strong>en</strong> op het gedrag<br />
van bewoners in e<strong>en</strong> buurt. Het is echter<br />
onbek<strong>en</strong>d welke factor<strong>en</strong> dat zijn. Op<br />
grond van welke verschijningsvorm<strong>en</strong> de<br />
betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing aan bepaalde buurt<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d is onvoldo<strong>en</strong>de bek<strong>en</strong>d.<br />
Elke straat, elke buurt k<strong>en</strong>t haar eig<strong>en</strong><br />
betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing, dat heeft Italo Calvino<br />
(1981) al e<strong>en</strong>s in 55 verhal<strong>en</strong> over V<strong>en</strong>etië<br />
beschrev<strong>en</strong>. Bij elk verhaal ziet ook de<br />
ontwerper elke keer e<strong>en</strong> andere stad. Dit<br />
idee biedt de mogelijkheid om e<strong>en</strong> relatie<br />
te onderzoek<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de harde stad <strong>en</strong> de<br />
zachte stad. De zachte stad wordt ingevuld<br />
door de stedeling<strong>en</strong>, zij zijn de figurant<strong>en</strong><br />
op e<strong>en</strong> podium. Zij bepal<strong>en</strong> mede de betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing<br />
van e<strong>en</strong> buurt. In dit theater<br />
krijg<strong>en</strong> mobiliteitspatron<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is op<br />
basis van de ‘onbewuste m<strong>en</strong>tale logica’<br />
die wordt geactiveerd. Gekek<strong>en</strong> wordt<br />
naar de sam<strong>en</strong>stelling van het ‘kapitaal’<br />
van stedeling<strong>en</strong>. Dit kapitaal bestaat uit<br />
economisch kapitaal (geld <strong>en</strong> onroer<strong>en</strong>de<br />
goeder<strong>en</strong>), cultureel kapitaal (k<strong>en</strong>nis, vaardighed<strong>en</strong>,<br />
opleiding) <strong>en</strong> sociaal kapitaal<br />
(relaties <strong>en</strong> netwerk<strong>en</strong>). Deze b<strong>en</strong>adering<br />
geeft mogelijkhed<strong>en</strong> om onderzoek te<br />
do<strong>en</strong> naar waarneming<strong>en</strong>, interpretaties<br />
van stedeling<strong>en</strong> in de fysieke ruimte, in<br />
relatie tot hun bestaande k<strong>en</strong>nis. Zo kan<br />
m<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong> welke mobiliteitspatron<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke figurant<strong>en</strong><br />
daarin participer<strong>en</strong>. Verklaring<strong>en</strong> aan de<br />
hand van inzicht<strong>en</strong> uit onderzoek naar de<br />
‘stad in ons hoofd’, legg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> relatie tuss<strong>en</strong><br />
de individuele id<strong>en</strong>titeit van de stedeling<br />
<strong>en</strong> die van de stedelijke ruimte. Zo is in het<br />
Oude Noord<strong>en</strong> in Rotterdam e<strong>en</strong> straat<br />
met arbeiderswoning<strong>en</strong> uit de jar<strong>en</strong> twintig<br />
ger<strong>en</strong>oveerd. Drie <strong>voor</strong>malige arbeiderswoning<strong>en</strong><br />
zijn sam<strong>en</strong>gevoegd tot e<strong>en</strong><br />
her<strong>en</strong>huis van vier etages, met achtertuin.<br />
Het is nu e<strong>en</strong> straat waar <strong>voor</strong>namelijk<br />
HBO-ers <strong>en</strong> academici won<strong>en</strong>. De straat is<br />
gro<strong>en</strong> want bijna alle bewoners hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
geveltuin aangelegd. E<strong>en</strong> oorspronkelijke<br />
bewoner, gebor<strong>en</strong> <strong>en</strong> getog<strong>en</strong> in de straat,<br />
is er na r<strong>en</strong>ovatie weer kom<strong>en</strong> won<strong>en</strong>.<br />
Zij voelt er zich echter niet meer thuis,<br />
omdat de straat e<strong>en</strong> andere symboliek<br />
verteg<strong>en</strong>woordigt.<br />
Intrinsieke stad<br />
Waar Calvino de nadruk legt op de<br />
stedeling als figurant in het decor, gaat<br />
Alain De Botton (2006) verder. Hij stelt<br />
dat de architectuur er is om ons te help<strong>en</strong><br />
herinner<strong>en</strong> wie we zijn <strong>en</strong> wat we belangrijk<br />
vind<strong>en</strong>. Zo is het We<strong>en</strong>a in Rotterdam<br />
e<strong>en</strong> presse-papier die de herinnering aan<br />
het bombardem<strong>en</strong>t uit 1940 op zijn plaats<br />
moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>. Ontworp<strong>en</strong> object<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
architectuur gev<strong>en</strong> ons e<strong>en</strong> indruk van de<br />
psychologische <strong>en</strong> morele opvatting<strong>en</strong> die<br />
in e<strong>en</strong> stad belangrijk word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. Zo<br />
is de inrichting van de stedelijke ruimte te<br />
vergelijk<strong>en</strong> met de manier waarop wij onze<br />
woning inricht<strong>en</strong>: het behang, de bank, e<strong>en</strong><br />
schilderij, het zijn de object<strong>en</strong> die herinner<strong>en</strong><br />
aan onze id<strong>en</strong>titeit. Architectuur kan<br />
opvatting<strong>en</strong> vastlegg<strong>en</strong>, uitvergrot<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
verduurzam<strong>en</strong>, waardoor e<strong>en</strong> reeks emotionele<br />
patron<strong>en</strong> min of meer perman<strong>en</strong>t<br />
toegankelijk wordt. De stedelijke ruimte<br />
kan zo word<strong>en</strong> opgevat alsof de gebouw<strong>en</strong><br />
daarin personages zijn die e<strong>en</strong> psychologische<br />
<strong>en</strong> morele boodschap vertell<strong>en</strong>.
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’<br />
P. 128<br />
Belevingscartografie<br />
Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> stadswandeling passer<strong>en</strong> we<br />
verschill<strong>en</strong>de gebouw<strong>en</strong>. Sam<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong><br />
zij e<strong>en</strong> ‘stadskamer’, e<strong>en</strong> stedelijke ruimte<br />
die begr<strong>en</strong>sd wordt door waarneming.<br />
De gevels zijn wand<strong>en</strong> <strong>en</strong> het behang van<br />
e<strong>en</strong> stadskamer <strong>en</strong> de bestrating is de<br />
vloerbedekking. E<strong>en</strong> stadswandeling is<br />
in feite e<strong>en</strong> aane<strong>en</strong>schakeling van telk<strong>en</strong>s<br />
andere visuele informatie, die betek<strong>en</strong>is<br />
krijgt door subjectieve interpretaties.<br />
Deze subjectieve interpretaties ligg<strong>en</strong><br />
opgeslag<strong>en</strong> in het impliciete geheug<strong>en</strong><br />
(Schacter, 1996). Het is k<strong>en</strong>nis die getypeerd<br />
kan word<strong>en</strong> als ‘k<strong>en</strong>nis waarvan<br />
we niet wet<strong>en</strong> dat we het wet<strong>en</strong>’. De in dit<br />
geheug<strong>en</strong> opgeslag<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis, waarvan<br />
m<strong>en</strong> zich feitelijk niet bewust is, is e<strong>en</strong> gids<br />
bij alledaagse handeling<strong>en</strong>. Dit geheug<strong>en</strong><br />
wordt geactiveerd door middel van ‘visuele<br />
instructies’. Vanuit dit perspectief is e<strong>en</strong><br />
stadswandeling e<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de serie<br />
‘visuele instructies’, waardoor specifieke<br />
onbewuste geheug<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
geactiveerd. Die onbewuste herinnering<strong>en</strong><br />
vorm<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing die<br />
aan de gebouwde omgeving wordt toegek<strong>en</strong>d.<br />
Dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> wordt de ‘intrinsieke<br />
stad’ g<strong>en</strong>oemd, de stad die zich in het hoofd<br />
heeft g<strong>en</strong>esteld.<br />
In welke mate deze betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong><br />
belangrijk sturingsmechanisme is <strong>voor</strong><br />
gedrag in de stedelijke ruimte, is te onderzoek<strong>en</strong><br />
door stadskamers te fotografer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
stedeling<strong>en</strong> te vrag<strong>en</strong> naar betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing.<br />
Het onderzoeksmateriaal kan word<strong>en</strong><br />
geselecteerd op basis van het gedachtegoed<br />
van Bourdieu (1984). Hij veronderstelt dat<br />
smaak, als subjectieve betek<strong>en</strong>isverl<strong>en</strong>ing,<br />
gekoppeld is aan sociale klasse. Er wordt<br />
aang<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de symboliek van de<br />
gebouwde omgeving e<strong>en</strong> weergave is van de<br />
culturele veronderstelling<strong>en</strong> van bepaalde<br />
groep<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving. Zo kunn<strong>en</strong><br />
ook uitsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan over de<br />
oorzak<strong>en</strong> van de ruimtelijke verdeling van<br />
leefstijl<strong>en</strong>.<br />
E<strong>en</strong> stadskamer is ook publiek domein,<br />
e<strong>en</strong> podium, met de gebruiker als figurant.<br />
Ook figurant<strong>en</strong> activer<strong>en</strong> onbewuste<br />
geheug<strong>en</strong>elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zij bepal<strong>en</strong> het theater<br />
in de stad, zij zijn het kijkspel van sociale<br />
activiteit in e<strong>en</strong> buurt; de ‘zachte stad’. Van<br />
jongs af aan leert m<strong>en</strong> zich te verplaats<strong>en</strong> in<br />
zo’n decor: van de <strong>en</strong>e plek naar de andere<br />
plek, elk met hun eig<strong>en</strong> regels <strong>en</strong> wett<strong>en</strong>.<br />
Eerst binn<strong>en</strong> de familie, dan op school: “Je<br />
b<strong>en</strong>t hier niet thuis, weet je”. Later in de<br />
fabriek of op kantoor: “Je zit hier niet op<br />
school, begrijp je”. En soms in de bioscoop<br />
of de tram: “Ik b<strong>en</strong> hier niet op mijn werk”<br />
(Deleuze, in Levin e.a., 2002). Zo wordt<br />
spel<strong>en</strong>derwijs <strong>en</strong> zonder veel woord<strong>en</strong>,<br />
geleerd wat burgers behor<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
hoe m<strong>en</strong> zich op e<strong>en</strong> dergelijke plek di<strong>en</strong>t<br />
te gedrag<strong>en</strong> of zou kunn<strong>en</strong> gedrag<strong>en</strong>.<br />
Het onderzoek van Reijndorp e.a. (1998)<br />
illustreert dit. Zij schrijv<strong>en</strong> dat het eig<strong>en</strong><br />
gezicht van e<strong>en</strong> buurt e<strong>en</strong> weerspiegeling<br />
is van het collectieve weefsel dat bewoners<br />
sam<strong>en</strong>stell<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> interactie van<br />
subjectieve interpretaties <strong>en</strong> handeling<strong>en</strong>.<br />
Door al wandel<strong>en</strong>d woning<strong>en</strong>, tuin<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> automerk<strong>en</strong> te bekijk<strong>en</strong> verschaff<strong>en</strong><br />
bewoners zich e<strong>en</strong> beeld van de sociale<br />
omgeving. Dan is e<strong>en</strong> wandeling e<strong>en</strong><br />
collectief ritueel, waarbij de lev<strong>en</strong>sstijl van<br />
ander<strong>en</strong> wordt bekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>.<br />
De grammatica vertaald<br />
Wat gebeurt er nu als e<strong>en</strong> plek of e<strong>en</strong><br />
gebouw ontworp<strong>en</strong> wordt? Eerst zal de<br />
opdrachtgever bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> wat het idee bij<br />
het gebouw is. Met e<strong>en</strong> dergelijk ‘idee’
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 De stad anders ‘lez<strong>en</strong>’<br />
P. 129<br />
gaat hij sam<strong>en</strong>werk<strong>en</strong> met de architect.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s wordt e<strong>en</strong> ‘virtuele wereld’<br />
ontworp<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>stelling van de wereld<br />
op basis van dat idee. Het ontwerp<strong>en</strong> van<br />
e<strong>en</strong> fysieke ruimte kan word<strong>en</strong> opgevat<br />
als het van te vor<strong>en</strong> construer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
decor waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> later figurer<strong>en</strong>. Het<br />
ontwerpproces van e<strong>en</strong> dergelijke fysieke<br />
ruimte heeft met drie elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong><br />
(Lynch & Hack, 1984): De ontwerper<br />
gaat uit van d<strong>en</strong>kbeeldige patron<strong>en</strong> van<br />
activiteit. E<strong>en</strong> patroon van activiteit is de<br />
m<strong>en</strong>selijke ervaring in e<strong>en</strong> ruimte: kijk<strong>en</strong>,<br />
luister<strong>en</strong>, ruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> voel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is<br />
daarvan. Met andere woord<strong>en</strong>: zintuiglijke<br />
informatie in relatie tot het appèl op ons<br />
geheug<strong>en</strong>. De ontwerper houdt rek<strong>en</strong>ing<br />
met patron<strong>en</strong> van circulatie, m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />
passer<strong>en</strong>, fietsers, autoverkeer. En dan is er<br />
de vormgeving, de ord<strong>en</strong>ing of het uiterlijk<br />
die d<strong>en</strong>kbeeldige patron<strong>en</strong> van activiteit<br />
<strong>en</strong> circulatie ondersteunt of stimuleert.<br />
In deze ‘fysieke’ beschrijving is de taal die<br />
wordt <strong>voor</strong>gesteld e<strong>en</strong>voudig te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
De intrinsieke stad kan word<strong>en</strong> teruggevond<strong>en</strong><br />
in de ‘veronderstelde patron<strong>en</strong><br />
van m<strong>en</strong>selijke activiteit’. De zachte stad is<br />
te vind<strong>en</strong> in ‘patron<strong>en</strong> van circulatie’ <strong>en</strong> in<br />
de vormgeving, de ord<strong>en</strong>ing of het uiterlijk<br />
dat veronderstelde patron<strong>en</strong> ondersteunt of<br />
stimuleert.<br />
Bov<strong>en</strong>staand betoog op<strong>en</strong>t de mogelijkheid<br />
<strong>voor</strong> onderzoek naar de interactie tuss<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>selijk gedrag <strong>en</strong> de inrichting van de<br />
stedelijke ruimte. Het biedt de mogelijkheid<br />
om de sociale <strong>en</strong> culturele betek<strong>en</strong>is<br />
die stedeling<strong>en</strong> aan de stedelijke ruimt<strong>en</strong><br />
toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> beter te begrijp<strong>en</strong>, te verklar<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> te hanter<strong>en</strong>. Beginn<strong>en</strong>d vanuit de ‘harde<br />
stad’, de fysieke ruimte van gebouw<strong>en</strong>,<br />
strat<strong>en</strong> <strong>en</strong> plein<strong>en</strong>, wordt gekek<strong>en</strong> naar de<br />
‘zachte stad’, het theater in de stad <strong>en</strong> de<br />
‘intrinsieke’ ruimte, de stad in ons hoofd of<br />
de betek<strong>en</strong>is die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan de<br />
stedelijke ruimte. E<strong>en</strong> dergelijk onderzoek<br />
kan de besluitvorming sterk beïnvloed<strong>en</strong>.<br />
Zo is het mogelijk om nog <strong>voor</strong>dat er<br />
plann<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong> <strong>voor</strong> fysieke<br />
herstructurering, al e<strong>en</strong> idee te hebb<strong>en</strong> van<br />
de mogelijke effect<strong>en</strong> op de sociale ag<strong>en</strong>da<br />
van e<strong>en</strong> wijk.<br />
Marina Meeuwisse (m.meeuwisse@hro.nl) werkt als s<strong>en</strong>ior<br />
onderzoeker bij de K<strong>en</strong>niskring Opgroei<strong>en</strong> in de Stad van<br />
de Hogeschool Rotterdam <strong>en</strong> is experim<strong>en</strong>teel psycholoog,<br />
mediapedagoog, cultureel werker <strong>en</strong> fotograaf.<br />
Literatuur<br />
Bourdieu, P. (1984) Distinction: A Social Critique of the<br />
Judgem<strong>en</strong>t of Taste, Harvard University Press, Cambridge, MA<br />
Calvino, I. (1981) De onzichtbare sted<strong>en</strong>, Uitgeverij Bert<br />
Bakker, Amsterdam<br />
Botton, A. de (2006) De architectuur van het geluk, Uitgeverij<br />
Atlas, Amsterdam, Antwerp<strong>en</strong><br />
Wijs-Mulk<strong>en</strong>s, E. de (1999) Won<strong>en</strong> op stand, lifestyles <strong>en</strong><br />
landschapp<strong>en</strong> van de culturele <strong>en</strong> economische elite, Het<br />
Spinhuis, Amsterdam<br />
Hajer, M. & A. Reijndorp (2001) In search of new public domain.<br />
Analysis and Strategy, NAi Publishers, Rotterdam<br />
Levin, T.Y., U. Frohne & P. Weibel (2002) CTRL [SPACE]:<br />
Rhetorics of Surveillance from B<strong>en</strong>tham to Big Brother,<br />
The MI T Press, Cambridge, MA<br />
Lynch, K., & G. Hack, (1984) Theory of Landscape and<br />
Architecture: Site design, University of P<strong>en</strong>nsylvania Press,<br />
Ost<strong>en</strong>dorf, W., S. Musterd & W. van G<strong>en</strong>t (2007) ‘Prachtwijk<strong>en</strong>,<br />
maar <strong>voor</strong> wie?’, NRC-Handelsblad, 9 oktober<br />
Reijndorp, A., V. Kompier, S. Metaal, I. Nio & B. Truij<strong>en</strong>s (1998)<br />
Buit<strong>en</strong>wijk, stedelijkheid op afstand, NAi Uitgevers, Rotterdam<br />
Schacter, D. (1997) De kunst van het geheug<strong>en</strong>. De herinnering,<br />
de hers<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> de geest, Uitgeverij Anthos, Amsterdam
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Vliegtuiggeluid</strong> <strong>en</strong> <strong>welvaart</strong> in Istanbul, Budapest <strong>en</strong> Zürich P. 130<br />
Restlan Aykaç<br />
<strong>Vliegtuiggeluid</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>welvaart</strong> in<br />
Istanbul, Budapest<br />
<strong>en</strong> Zürich
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Vliegtuiggeluid</strong> <strong>en</strong> <strong>welvaart</strong> in Istanbul, Budapest <strong>en</strong> Zürich P. 131<br />
De waarde die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> toek<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan rust<br />
<strong>en</strong> ruimte hangt sam<strong>en</strong> met de materiële<br />
<strong>welvaart</strong>. De hindertolerantie neemt af met<br />
e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de <strong>welvaart</strong>. Dit kan word<strong>en</strong><br />
geïllustreerd aan de hand van de ervaring<strong>en</strong><br />
met geluidshinder rondom de luchthav<strong>en</strong>s van<br />
Istanbul, Budapest <strong>en</strong> Zürich. De vraag is wat<br />
de ervaring<strong>en</strong> met deze luchthav<strong>en</strong>s betek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> de discussie rond Schiphol <strong>en</strong> <strong>voor</strong>al of<br />
Schiphol wel wegkomt met ‘groei mogelijk, mits<br />
binn<strong>en</strong> bestaande geluidsnorm<strong>en</strong>’ zoals in het<br />
coalitieakkoord is vastgelegd.<br />
De geluidshinder die m<strong>en</strong> ervaart hangt<br />
af van individuele <strong>en</strong> groepsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />
Op individueel niveau spel<strong>en</strong> persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>,<br />
type huishoud<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
woonsituatie e<strong>en</strong> rol bij geluidshinder<br />
(Gordijn e.a., 2006). Zo blijkt leeftijd<br />
e<strong>en</strong> van de belangrijkste variabel<strong>en</strong> te<br />
zijn. Hinder van geluid neemt toe met<br />
iemands leeftijd. Gezinn<strong>en</strong> met kinder<strong>en</strong><br />
ondervind<strong>en</strong> vaker overlast. Er bestaat<br />
e<strong>en</strong> significante invloed van de mate van<br />
isolatie van de woning <strong>en</strong> het bezit van<br />
e<strong>en</strong> tuin op de ondervond<strong>en</strong> hinder.<br />
Ook op nationaal niveau kan sprake zijn<br />
van verschill<strong>en</strong> in geluidshinder. Zo stelt<br />
het CPB (2000) dat naarmate de materiële<br />
<strong>welvaart</strong> stijgt, de waardering <strong>voor</strong><br />
zak<strong>en</strong> als ruimte <strong>en</strong> stilte to<strong>en</strong>eemt. Ook<br />
Navrud (2002) komt tot deze conclusie.<br />
Hoe wordt in e<strong>en</strong> drietal land<strong>en</strong> met<br />
verschill<strong>en</strong>de <strong>welvaart</strong>sniveaus omgegaan<br />
met geluidshinder door luchtvaart?<br />
Deze vraagstelling wordt uitgewerkt aan<br />
de hand van de cases Istanbul, Budapest<br />
<strong>en</strong> Zürich. Wat levert deze buit<strong>en</strong>landse<br />
excursie op <strong>voor</strong> de discussie rond<br />
Schiphol?<br />
Istanbul<br />
Istanbul Atatürk International Airport is<br />
de grootste luchthav<strong>en</strong> van Turkije <strong>en</strong> is<br />
in overheidshand<strong>en</strong>. Het aantal vlucht<strong>en</strong><br />
is de laatste jar<strong>en</strong> fors gesteg<strong>en</strong>, mede als<br />
gevolg van de groei van de <strong>welvaart</strong> <strong>en</strong> de<br />
to<strong>en</strong>ame van het aantal toerist<strong>en</strong>. Telde<br />
de luchthav<strong>en</strong> in 2002 nog ruim 160.000<br />
vlucht<strong>en</strong>, drie jaar later is het aantal gesteg<strong>en</strong><br />
tot bijna 220.000, e<strong>en</strong> groei van ruim<br />
e<strong>en</strong> derde. Deze ontwikkeling stemt de<br />
luchthav<strong>en</strong> optimistisch over de toekomst.<br />
De Turkse overheid ziet de luchthav<strong>en</strong> als<br />
e<strong>en</strong> middel om de economie van het land<br />
te stimuler<strong>en</strong>. De groei van de luchthav<strong>en</strong><br />
wordt dan ook bevorderd <strong>en</strong> gefaciliteerd.<br />
In 2004 is de luchthav<strong>en</strong> uitgebreid<br />
<strong>en</strong> gemoderniseerd om de verwachte<br />
groei op te vang<strong>en</strong>. Verder investeert de<br />
overheid zelf in de ontwikkeling van de<br />
luchtvaartsector.<br />
De to<strong>en</strong>ame van het luchtverkeer <strong>en</strong><br />
de bebouwing do<strong>en</strong> vermoed<strong>en</strong> dat de<br />
luchthav<strong>en</strong> meer overlast is gaan veroorzak<strong>en</strong>.<br />
Maar er is niets bek<strong>en</strong>d over<br />
geluidsklacht<strong>en</strong>, monitoring of behandeling<br />
van klacht<strong>en</strong>. De literatuur vermeldt<br />
alle<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> die betrekking hebb<strong>en</strong><br />
op de capaciteit van de luchthav<strong>en</strong>. In<br />
de wet<strong>en</strong>schappelijke literatuur wordt<br />
mondjesmaat ingegaan op de noodzaak<br />
van e<strong>en</strong> omgevingsbewuste managem<strong>en</strong>tb<strong>en</strong>adering<br />
van luchthav<strong>en</strong>s (Korul,<br />
2003). Er zijn ge<strong>en</strong> aanwijzing<strong>en</strong> dat de<br />
luchthav<strong>en</strong>autoriteit<strong>en</strong> geluidsoverlast op<br />
de ag<strong>en</strong>da hebb<strong>en</strong> gezet. Vliegprocedures<br />
om de geluidsoverlast te beperk<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
nauwelijks gehanteerd. De <strong>en</strong>ige maatregel<br />
om geluidsoverlast te beperk<strong>en</strong> bestaat uit<br />
het zo snel mogelijk opstijg<strong>en</strong> <strong>en</strong> land<strong>en</strong><br />
van vliegtuig<strong>en</strong>. In teg<strong>en</strong>stelling tot wat de<br />
luchthav<strong>en</strong> beweert, namelijk e<strong>en</strong> milieuvri<strong>en</strong>delijk<br />
beleid te voer<strong>en</strong>, is er op het<br />
gebied van geluidsoverlast niets geregeld.<br />
Op nationaal niveau bestaan richtlijn<strong>en</strong><br />
over de toegestane geluidsbelasting van<br />
bestemming<strong>en</strong>. Het komt er op neer dat
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Vliegtuiggeluid</strong> <strong>en</strong> <strong>welvaart</strong> in Istanbul, Budapest <strong>en</strong> Zürich P. 132<br />
dicht bij de luchthav<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> op<strong>en</strong>bare<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> toegestaan zijn zoals schol<strong>en</strong><br />
of ziek<strong>en</strong>huiz<strong>en</strong>. Onduidelijk is echter<br />
of <strong>en</strong> in hoeverre aan deze richtlijn<strong>en</strong><br />
gevolg wordt gegev<strong>en</strong>. Uit de ruimtelijke<br />
situering blijkt dat bebouwing praktisch<br />
teg<strong>en</strong> de luchthav<strong>en</strong> aan ligt. De waarde<br />
van de richtlijn<strong>en</strong> is daarom twijfelachtig.<br />
De luchthav<strong>en</strong> ligt in Istanbul’s deelgeme<strong>en</strong>te<br />
Bakirköy. Deze lijkt zich er wél<br />
van bewust dat er e<strong>en</strong> geluidsprobleem<br />
is. Bakirköy zou twee project<strong>en</strong> start<strong>en</strong><br />
om het probleem te verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
geluidsmeting<strong>en</strong> te do<strong>en</strong>, maar door e<strong>en</strong><br />
economische crisis <strong>en</strong> door vervroegde<br />
verkiezing<strong>en</strong> zijn deze op de lange baan<br />
geschov<strong>en</strong>. De deelgeme<strong>en</strong>te heeft in 2002<br />
wel e<strong>en</strong> opdracht gegev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het vervaardig<strong>en</strong><br />
van geluidskaart<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het lokale<br />
ruimtelijke plan. Op deze geluidskaart<br />
onderscheidt de deelgeme<strong>en</strong>te e<strong>en</strong> zone<br />
die geschikt is <strong>voor</strong> woning<strong>en</strong>, kantor<strong>en</strong>,<br />
hotels, <strong>en</strong> industrie, mits de gebouw<strong>en</strong> erg<br />
goed geïsoleerd zijn. Daarnaast is er e<strong>en</strong><br />
zone die geschikt is <strong>voor</strong> op<strong>en</strong>luchtrecreatie<br />
<strong>en</strong> lichte industrie, wederom met goede<br />
isolatie. Alhoewel de kaart al weer <strong>en</strong>kele<br />
jar<strong>en</strong> beschikbaar is, laat de uitvoering op<br />
zich wacht<strong>en</strong>. De urg<strong>en</strong>tie <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> snelle<br />
uitvoering lijkt afwezig.<br />
Budapest<br />
Budapest Feryhegy Airport heeft e<strong>en</strong><br />
vergelijkbare capaciteit als de luchthav<strong>en</strong><br />
van Istanbul. Het is met twee ban<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
twee terminals de grootste luchthav<strong>en</strong> van<br />
het land. Per jaar kan het 350.400 vliegbeweging<strong>en</strong><br />
verwerk<strong>en</strong>. Mom<strong>en</strong>teel wordt<br />
de luchthav<strong>en</strong> geëxploiteerd door British<br />
Airport Authority (BAA), het bedrijf dat<br />
ook Engelse luchthav<strong>en</strong>s exploiteert. BAA<br />
is <strong>voor</strong> 75 proc<strong>en</strong>t eig<strong>en</strong>aar <strong>en</strong> heeft in 2006<br />
<strong>voor</strong> 1,94 miljard euro het recht gekocht<br />
om de luchthav<strong>en</strong> 75 jaar lang te exploiter<strong>en</strong>.<br />
De Britse luchthav<strong>en</strong>ondernemer is<br />
inmiddels zelf opgekocht door het Spaanse<br />
Ferrovial <strong>en</strong> heeft Feryhegy doorverkocht<br />
aan het Duitse Hochtief. Hochtief exploiteert<br />
ook de luchthav<strong>en</strong>s van Ath<strong>en</strong>e <strong>en</strong><br />
Düsseldorf.<br />
De snelle economische groei van Hongarije,<br />
met e<strong>en</strong> verdubbeling van de koopkracht<br />
tot 16.000 euro in het laatste dec<strong>en</strong>nium,<br />
heeft zich vertaald in e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van het<br />
aantal vlucht<strong>en</strong> van <strong>en</strong> naar Budapest. In<br />
2004 is e<strong>en</strong> groei bereikt van 28,6 proc<strong>en</strong>t<br />
<strong>voor</strong> passagiers <strong>en</strong> 20,3 proc<strong>en</strong>t <strong>voor</strong> vracht<br />
t<strong>en</strong> opzichte van het <strong>voor</strong>gaande jaar. In<br />
2005 was de groei respectievelijk 25 <strong>en</strong><br />
13 proc<strong>en</strong>t. Opmerkelijk is de groei van<br />
passagiers die gebruik mak<strong>en</strong> van low cost<br />
carriers. Volg<strong>en</strong>s de luchthav<strong>en</strong> is de groei<br />
in 2005 t<strong>en</strong> opzichte van 2004 bijna 170<br />
proc<strong>en</strong>t.<br />
Niet alle<strong>en</strong> de overheid, maar ook de<br />
luchthav<strong>en</strong> is ambitieus. Ferihegy moet<br />
groei<strong>en</strong> <strong>en</strong> de grootste luchthav<strong>en</strong> van<br />
de C<strong>en</strong>traal-Europese regio word<strong>en</strong>. De<br />
directie van de luchthav<strong>en</strong> verwacht binn<strong>en</strong><br />
vijf of zes jaar de gr<strong>en</strong>s van twaalf miljo<strong>en</strong><br />
passagiers te bereik<strong>en</strong>. De Hongaarse overheid<br />
heeft grootse plann<strong>en</strong> met de luchthav<strong>en</strong>:<br />
Ferihegy zou e<strong>en</strong> hub moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> C<strong>en</strong>traal Europa. Aan groei wordt<br />
dan ook groot belang gehecht. Volg<strong>en</strong>s de<br />
minister van Economische Zak<strong>en</strong> zou één<br />
miljo<strong>en</strong> passagiers extra ongeveer drieduiz<strong>en</strong>d<br />
nieuwe ban<strong>en</strong> creër<strong>en</strong>. De groei zou<br />
zich zodanig moet<strong>en</strong> <strong>voor</strong>tzett<strong>en</strong> dat in<br />
2020-2025 e<strong>en</strong> aantal van 25 miljo<strong>en</strong> passagiers<br />
wordt bereikt. De overheid vergeet<br />
de milieueffect<strong>en</strong> niet. Zij verordonneert<br />
in de Hungarian Transport Policy 2003-
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Vliegtuiggeluid</strong> <strong>en</strong> <strong>welvaart</strong> in Istanbul, Budapest <strong>en</strong> Zürich P. 133<br />
2015 (Ministry of Economic Affairs and<br />
Transport, 2004) e<strong>en</strong> geavanceerd geluidsmonitoringssysteem<br />
<strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> om<br />
woongebied<strong>en</strong> te bescherm<strong>en</strong>, zo blijkt uit<br />
e<strong>en</strong> studie in opdracht van de EU (2005).<br />
De omvang van de geluidsoverlast is niet<br />
duidelijk. De luchthav<strong>en</strong> zelf zegt weinig<br />
klacht<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>. In de tweede helft<br />
van 2005 zoud<strong>en</strong> slechts 191 klacht<strong>en</strong> zijn<br />
ingedi<strong>en</strong>d. Klacht<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echter ook<br />
bij de geme<strong>en</strong>te word<strong>en</strong> gemeld <strong>en</strong> daar<br />
heeft de luchthav<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> zicht op. Ook<br />
heeft de luchthav<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de geme<strong>en</strong>te<br />
e<strong>en</strong> geluidscontour die de afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de mal<strong>en</strong> is vernieuwd. Maar<br />
de luchthav<strong>en</strong> beweert er ge<strong>en</strong> te hebb<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>teel juist druk bezig te zijn om<br />
er e<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>. Door de onduidelijkheid<br />
rondom contour<strong>en</strong> is het niet bek<strong>en</strong>d<br />
hoeveel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hinder ondervind<strong>en</strong> van<br />
geluid. Waarschijnlijk strekt de overlast<br />
zich op dit mom<strong>en</strong>t ruimtelijk uit over e<strong>en</strong><br />
groter gebied omdat het vluchtpatroon<br />
is gewijzigd. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zal het aantal<br />
bewoners dat hinder ondervindt zijn<br />
toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> omdat het aantal vlucht<strong>en</strong> is<br />
gesteg<strong>en</strong>. Uit de eerder aangehaalde studie<br />
van de EU (EU, 2005) blijkt dat er jaarlijks<br />
ongeveer 200 klacht<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> bij<br />
het ‘gre<strong>en</strong> number’ van de luchthav<strong>en</strong><br />
waar burgers naartoe kunn<strong>en</strong> bell<strong>en</strong> als ze<br />
vrag<strong>en</strong> <strong>en</strong> klacht<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> over het geluid.<br />
De aandacht <strong>voor</strong> de geluidsproblematiek<br />
lijkt in Budapest e<strong>en</strong> hogere plaats op de<br />
ag<strong>en</strong>da te hebb<strong>en</strong> dan in Istanbul. Zowel<br />
de luchthav<strong>en</strong> als de overheid erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> dat<br />
vliegtuiggeluid e<strong>en</strong> groot probleem is. Tot<br />
<strong>voor</strong> kort probeerde de luchthav<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de<br />
wijze de pijn van geluidsoverlast<br />
te verzacht<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn<br />
snelle taxiban<strong>en</strong>, geluidswall<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
aparte ruimte <strong>voor</strong> de vliegtuig<strong>en</strong> om proef<br />
te draai<strong>en</strong> <strong>en</strong> geluidsheffing <strong>voor</strong> vliegtuig<strong>en</strong><br />
die e<strong>en</strong> bepaalde norm overschrijd<strong>en</strong>.<br />
Die heffing wordt ingezet om de leefkwaliteit<br />
van de bur<strong>en</strong> van de luchthav<strong>en</strong> te<br />
verbeter<strong>en</strong> <strong>en</strong> om het geluid te verminder<strong>en</strong>.<br />
Maatschappelijke organisaties <strong>en</strong><br />
bewoners blijk<strong>en</strong> zich overig<strong>en</strong>s wel steeds<br />
meer te lat<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> over geluidsoverlast.<br />
De luchthav<strong>en</strong> neemt het initiatief om de<br />
geluidsproblematiek integraal te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong>.<br />
Naast concrete stapp<strong>en</strong> als de richting<br />
waarin wordt aangevlog<strong>en</strong> of opgesteg<strong>en</strong>,<br />
wil het managem<strong>en</strong>t tev<strong>en</strong>s de m<strong>en</strong>ing<br />
hor<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de partij<strong>en</strong>, zoals<br />
de omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> van de luchthav<strong>en</strong>, de<br />
luchtvaartmaatschappij<strong>en</strong> <strong>en</strong> de overheid.<br />
De luchthav<strong>en</strong> probeert hiermee e<strong>en</strong><br />
draagvlak te creër<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de te treff<strong>en</strong><br />
maatregel<strong>en</strong>.<br />
De nationale overheid had al in 1997 per<br />
decreet regels opgesteld om de geluidsproblematiek<br />
bij luchthav<strong>en</strong>s te beheers<strong>en</strong><br />
(EU, 2005). De rec<strong>en</strong>tere nota Hungarian<br />
Transport Policy 2003-2015 (Ministry of<br />
Economic Affairs and Transport, 2004)<br />
onderstreept opnieuw het belang van het<br />
thema geluidsoverlast. Net als in Istanbul<br />
bestaan ook in Budapest richtlijn<strong>en</strong> over<br />
de toegestane geluidsbelasting. Ook hier<br />
is echter onduidelijk in welke mate deze<br />
richtlijn<strong>en</strong> harde gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> zijn.<br />
Zürich<br />
De luchthav<strong>en</strong> van Zürich is qua capaciteit<br />
vergelijkbaar met de andere twee<br />
luchthav<strong>en</strong>s. Zürich Airport beschikt<br />
over drie ban<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> vallei ligg<strong>en</strong>,<br />
aan drie zijd<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> door heuvels.<br />
Alle<strong>en</strong> de noordzijde is overweg<strong>en</strong>d vlak.<br />
Door deze geografische ligging vond<strong>en</strong> de<br />
vlucht<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> plaats vanuit het
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Vliegtuiggeluid</strong> <strong>en</strong> <strong>welvaart</strong> in Istanbul, Budapest <strong>en</strong> Zürich P. 134<br />
noord<strong>en</strong> over Duits grondgebied. Echter,<br />
door de opzegging van het verdrag door<br />
Duitsland dat het vlieg<strong>en</strong> over het Duitse<br />
luchtruim regelt, moet<strong>en</strong> vliegtuig<strong>en</strong><br />
sinds 2000 gedur<strong>en</strong>de bepaalde periodes<br />
de zuidelijke aanvliegroute (Südanflug)<br />
gebruik<strong>en</strong>. Deze route leidt de vliegtuig<strong>en</strong><br />
over dichtbebouwde gebied<strong>en</strong> met als<br />
gevolg extra geluidsoverlast. De kantonale<br />
overheid <strong>en</strong> de luchthav<strong>en</strong> prober<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
manier te vind<strong>en</strong> om de vliegtuig<strong>en</strong> over<br />
minder dichtbevolkte gebied<strong>en</strong> te leid<strong>en</strong>,<br />
maar tot op hed<strong>en</strong> zonder resultaat.<br />
Het luchtverkeer op Zürich Airport liet<br />
lange tijd e<strong>en</strong> sterke groei zi<strong>en</strong>, maar in<br />
2001 ging het mis. Door de terroristische<br />
acties in september 2001 <strong>en</strong> door het<br />
faillissem<strong>en</strong>t van Swissair in oktober 2001<br />
treedt e<strong>en</strong> periode van neergang in. Swiss<br />
is de opvolger van Swissair <strong>en</strong> is in volledig<br />
eig<strong>en</strong>dom van Lufthansa. Pas op 1 april<br />
2002 kond<strong>en</strong> de vlucht<strong>en</strong> weer word<strong>en</strong><br />
hervat. De neergang van de home carrier<br />
heeft vier jaar lang grote consequ<strong>en</strong>ties<br />
gehad <strong>voor</strong> de luchthav<strong>en</strong>. Pas in 2005<br />
heeft Zürich weer e<strong>en</strong> gemiddelde groei<br />
van vier proc<strong>en</strong>t. Van de dertig miljo<strong>en</strong><br />
passagiers, waar in 2000 nog van werd<br />
uitgegaan, is nu ge<strong>en</strong> sprake; de teller blijft<br />
stek<strong>en</strong> op achtti<strong>en</strong> miljo<strong>en</strong>.<br />
De luchthav<strong>en</strong> k<strong>en</strong>t grote geluidsoverlastproblem<strong>en</strong>.<br />
Deze zijn in belangrijke mate<br />
te wijt<strong>en</strong> aan de Südanflug. Verschill<strong>en</strong>de<br />
groep<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zich in georganiseerd verband<br />
in met het geluidsprobleem: burgers<br />
<strong>en</strong> ver<strong>en</strong>iging<strong>en</strong> waar zelfs geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de<br />
omgeving lid van zijn. Meer dan 300.000<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door<br />
geluidshinder. In haar milieurapportage<br />
geeft de luchthav<strong>en</strong> aan dat het in 2005<br />
ruim 5.000 geluidsgerelateerde klacht<strong>en</strong><br />
heeft ontvang<strong>en</strong> <strong>en</strong> het jaar daar<strong>voor</strong><br />
6.000. Gedupeerd<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> bij het Kanton<br />
van Zürich e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>stel ingedi<strong>en</strong>d <strong>voor</strong><br />
e<strong>en</strong> ‘realistisch burgerluchtvaartbeleid’<br />
(Plafonierungsinitiative), waarin ze e<strong>en</strong><br />
beperking eis<strong>en</strong> van maximaal 250.000<br />
vliegbeweging<strong>en</strong> per jaar. Daarnaast eis<strong>en</strong><br />
ze e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>ging van de nachtsluiting tot<br />
minst<strong>en</strong>s neg<strong>en</strong> uur ’s ocht<strong>en</strong>ds. De luchthav<strong>en</strong><br />
is hier fel op teg<strong>en</strong>. Het <strong>voor</strong>stel zou in<br />
teg<strong>en</strong>spraak zijn met de w<strong>en</strong>s de luchthav<strong>en</strong><br />
verder te ontwikkel<strong>en</strong> conform de vraag.<br />
De luchthav<strong>en</strong> stelt verder dat andere<br />
internationale luchthav<strong>en</strong>s niet word<strong>en</strong><br />
geconfronteerd met e<strong>en</strong> dergelijke eis.<br />
Toch lijkt de luchthav<strong>en</strong> de geluidsproblematiek<br />
wel serieus te nem<strong>en</strong>. De<br />
luchthav<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> systeem dat zowel de<br />
vliegpad<strong>en</strong> als het geluid perman<strong>en</strong>t kan<br />
monitor<strong>en</strong>. In 2006 werd overgestapt op<br />
e<strong>en</strong> ander systeem van vliegpadmonitoring<br />
<strong>en</strong> geluidsmeting. De luchthav<strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong><br />
uitgebreid pakket maatregel<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
om het geluid te beperk<strong>en</strong>. Het land<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
opstijg<strong>en</strong> zijn minutieus <strong>voor</strong>geschrev<strong>en</strong>,<br />
zowel de manier waarop het vliegtuig<br />
gebruik moet mak<strong>en</strong> van de baan als de<br />
hoeveelheid toegestane stuwkracht. Ook<br />
zijn proefdraai<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gebruik van de<br />
hulpmotor aan beperking<strong>en</strong> onderhevig.<br />
Verder zijn de ban<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> in de nachtelijke<br />
ur<strong>en</strong> van half e<strong>en</strong> tot <strong>en</strong> met half<br />
zes <strong>en</strong> vanaf half elf ’s avonds zijn beperking<strong>en</strong><br />
opgelegd aan het aantal vlucht<strong>en</strong>.<br />
De ban<strong>en</strong> zijn bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> op<br />
e<strong>en</strong> aantal Duitse feestdag<strong>en</strong> vanwege<br />
beperking<strong>en</strong> die Duitsland aan het gebruik<br />
van zijn luchtruim stelt.<br />
Sinds 2001 loopt e<strong>en</strong> programma met<br />
als doel de woning<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> aangewez<strong>en</strong><br />
geluidsisolatiezone ligg<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
2010 te isoler<strong>en</strong>. Dit in het kader van<br />
gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> die in 2001 zijn vastgesteld.<br />
Tot nu toe zijn ongeveer 1.200 woning<strong>en</strong>
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 <strong>Vliegtuiggeluid</strong> <strong>en</strong> <strong>welvaart</strong> in Istanbul, Budapest <strong>en</strong> Zürich P. 135<br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> van geluidswer<strong>en</strong>de ingrep<strong>en</strong>. De<br />
uitgav<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de isolatie word<strong>en</strong> betaald<br />
uit e<strong>en</strong> fonds dat wordt bekostigd uit de<br />
geluidsheffing<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het ‘de vervuiler<br />
betaalt-principe’.<br />
De luchthav<strong>en</strong> doet verder opvall<strong>en</strong>d<br />
veel aan communicatie. Zo verschijnt<br />
jaarlijks e<strong>en</strong> milieurapportage, waarin<br />
geluid e<strong>en</strong> promin<strong>en</strong>te plaats inneemt.<br />
Ook geeft de luchthav<strong>en</strong> nieuwsbriev<strong>en</strong><br />
uit met informatie over de bescherming<br />
van milieuwaard<strong>en</strong>, waaronder geluid.<br />
Daarnaast geeft de luchthav<strong>en</strong> inzage in de<br />
opbouw van het geluidsfonds, om te lat<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> transparantie onderschrijft<br />
<strong>en</strong> er daadwerkelijk naar handelt. Speciale<br />
ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, zoals rondleiding<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
exposities, moet<strong>en</strong> onder de plaatselijke<br />
bevolking goodwill kwek<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de luchthav<strong>en</strong>.<br />
Die ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn tegelijkertijd<br />
e<strong>en</strong> vorm van promotie, want ze positioner<strong>en</strong><br />
de luchthav<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> geïntegreerde<br />
transporthub <strong>en</strong> commercieel c<strong>en</strong>trum.<br />
Tot slot kunn<strong>en</strong> omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> ook op het<br />
internet informatie vind<strong>en</strong> over geluidsgerelateerde<br />
zak<strong>en</strong>.<br />
Verwachting <strong>voor</strong> Schiphol<br />
De case study’s lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> variatie zi<strong>en</strong> in<br />
de ervar<strong>en</strong> hinder, de reacties daarop <strong>en</strong><br />
de maatregel<strong>en</strong> die word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om<br />
de hinder teg<strong>en</strong> te gaan. Ze illustrer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
bevestig<strong>en</strong> de stelling dat bij to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />
<strong>welvaart</strong> hogere eis<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gesteld<br />
aan de kwaliteit van de leefomgeving.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> neemt bij e<strong>en</strong> groei<strong>en</strong>de <strong>welvaart</strong><br />
ook het vliegverkeer toe. Hierdoor<br />
wordt de geluidsproblematiek steeds<br />
urg<strong>en</strong>ter.<br />
Voor de toekomst van Schiphol betek<strong>en</strong>t<br />
dit dan ook dat in sc<strong>en</strong>ario’s met e<strong>en</strong><br />
hogere <strong>welvaart</strong>sgroei de omgeving<br />
waarschijnlijk hogere eis<strong>en</strong> zal stell<strong>en</strong><br />
aan de kwaliteit van de leefomgeving.<br />
Nu Schiphol volg<strong>en</strong>s het coalitieakkoord<br />
van het kabinet Balk<strong>en</strong><strong>en</strong>de IV verder<br />
mag groei<strong>en</strong>, kan word<strong>en</strong> verwacht dat de<br />
druk op de luchthav<strong>en</strong> to<strong>en</strong>eemt om de<br />
geluidsoverlast te beperk<strong>en</strong>. Het oprekk<strong>en</strong><br />
van geluidsnorm<strong>en</strong> of het versoepel<strong>en</strong> van<br />
milieunorm<strong>en</strong> die de omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong> direct<br />
treft, zal dan ook op meer teg<strong>en</strong>stand<br />
stuit<strong>en</strong>.<br />
Restlan Aykaç (aykac@rpb.nl) is als onderzoeker verbond<strong>en</strong><br />
aan het Ruimtelijk Planbureau.<br />
Literatuur<br />
CPB (2000) Naar e<strong>en</strong> efficiënter milieubeleid: e<strong>en</strong><br />
maatschappelijk-economische analyse van vier hardnekkige<br />
milieuproblem<strong>en</strong>, D<strong>en</strong> Haag, CPB<br />
EU (2005) Study on the functioning of the internal market. Part<br />
2: land-use planning and managem<strong>en</strong>t in the EU, Europese<br />
Unie, Brussel<br />
Gordijn, H., W. Hornis & R. Aykaç (2006) Geluid rondom<br />
luchthav<strong>en</strong>s. Ruimtelijk Planbureau, D<strong>en</strong> Haag<br />
Korul, V. (2003) ‘Havaalani Çevre Yönetim Sistemi’, Sosyal<br />
Bilimler Dergisi, jg. 3, nr. 1, p. 99-120<br />
Ministry of Economic Affairs and Transport (2004) Hungarian<br />
Transport Policy 2003-2015, Budapest<br />
Navrud, S. (2002) The State-Of-The-Art on Economic<br />
Valuation of Noise. Final Report to European Commission DG<br />
Environm<strong>en</strong>t
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Creatieve middeklassers als brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
P. 136<br />
Creatieve<br />
middeklassers als<br />
brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
In navolging van Richard Florida’s ideeën over de creatieve klasse, prober<strong>en</strong><br />
stedelijke beleidsmakers diverse buurt<strong>en</strong> te creër<strong>en</strong> <strong>voor</strong> midd<strong>en</strong>klassers.<br />
Vaak wordt verwacht dat creatieve midd<strong>en</strong>klassers hun <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong><br />
diversiteit vertal<strong>en</strong> in sociale relaties met bewoners van andere sociale<br />
groep<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan het sociaal kapitaal van kansarmere buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>.<br />
Onderzoek in twee verschill<strong>en</strong>de buurt<strong>en</strong> in Rotterdam laat zi<strong>en</strong> dat<br />
midd<strong>en</strong>klassers in Cool, e<strong>en</strong> diverse buurt qua bevolkingssam<strong>en</strong>stelling,<br />
inderdaad meer relaties hebb<strong>en</strong> met lager opgeleid<strong>en</strong> dan midd<strong>en</strong>klassers in<br />
het homog<strong>en</strong>ere Blijdorp.<br />
Het creër<strong>en</strong> van bruis<strong>en</strong>de <strong>en</strong> diverse<br />
buurt<strong>en</strong> is één van de strategieën van<br />
beleidsmakers om midd<strong>en</strong>klassers naar<br />
de stad te trekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie van<br />
kansarme groep<strong>en</strong> te verminder<strong>en</strong>. In<br />
Rotterdam, bij<strong>voor</strong>beeld, wordt in Cool<br />
al ruim ti<strong>en</strong> jaar lang geïnvesteerd in<br />
woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> cultuur, <strong>en</strong> in Middelland<br />
deelt m<strong>en</strong> sinds kort ‘speld<strong>en</strong>prikk<strong>en</strong>’<br />
uit om de buurt e<strong>en</strong> eindje op weg te<br />
help<strong>en</strong> (COS, 2007). Het creër<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
diverse buurt is meer dan het m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> woning<strong>en</strong> alle<strong>en</strong>: het gaat er<br />
om buurt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stedelijke uitstraling te<br />
gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>digheid <strong>en</strong> diversiteit op<br />
alle front<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong>.<br />
Gw<strong>en</strong> van Eijk<br />
Ideeën over de stedelijke midd<strong>en</strong>klasse<br />
word<strong>en</strong> vaak gekoppeld aan Richard<br />
Florida’s concept van de creatieve klasse die<br />
zich aangetrokk<strong>en</strong> zou voel<strong>en</strong> tot diverse<br />
buurt<strong>en</strong>. Gekoppeld aan het debat over<br />
segregatie <strong>en</strong> sociale integratie hebb<strong>en</strong><br />
beleidsmakers ook de hoop dat ruimtelijke<br />
m<strong>en</strong>ging van verschill<strong>en</strong>de sociale groep<strong>en</strong><br />
zal leid<strong>en</strong> tot sociale m<strong>en</strong>ging. Diverse<br />
buurt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dus niet alle<strong>en</strong> gecreëerd<br />
met oog op de economische waarde die<br />
diversiteit heeft <strong>voor</strong> de buurt <strong>en</strong> de stad<br />
als geheel maar ook vanuit de idee dat<br />
m<strong>en</strong>ging leidt tot contact<strong>en</strong> over <strong>en</strong> weer.<br />
Specifiek wordt daarbij gesprok<strong>en</strong> over<br />
sociaal kapitaal <strong>voor</strong> kansarme groep<strong>en</strong>.
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Creatieve middeklassers als brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
P. 137<br />
De aanwezigheid van midd<strong>en</strong>klassers zou<br />
kansarm<strong>en</strong> toegang verschaff<strong>en</strong> tot hulpbronn<strong>en</strong><br />
die h<strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong> bied<strong>en</strong> tot<br />
sociale mobiliteit (VROM-raad, 2006).<br />
In hoeverre hebb<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klassers<br />
die in e<strong>en</strong> diverse buurt won<strong>en</strong> echter<br />
overbrugg<strong>en</strong>de relaties met andere sociale<br />
groep<strong>en</strong>? Deze vraag wordt onderzocht<br />
door te kijk<strong>en</strong> naar de sociale relaties van<br />
midd<strong>en</strong>klassers in twee verschill<strong>en</strong>de<br />
buurt<strong>en</strong> in Rotterdam: de inkom<strong>en</strong>s- <strong>en</strong><br />
etnisch diverse buurt Cool <strong>en</strong> de overweg<strong>en</strong>d<br />
autochtone <strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klasse-buurt<br />
Blijdorp. Eerst zal het concept van de<br />
creatieve klasse <strong>en</strong> haar mogelijke bijdrage<br />
aan het sociaal kapitaal van kansarme groep<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> toegelicht, om daarna te kijk<strong>en</strong><br />
naar de sociale netwerk<strong>en</strong> van de twee<br />
groep<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klassers. In de conclusie<br />
volg<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele opmerking<strong>en</strong> over het belang<br />
van het won<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> diverse buurt <strong>voor</strong><br />
overbrugg<strong>en</strong>de relaties.<br />
De creatieve klasse<br />
Het concept van de creatieve klasse is<br />
uitgewerkt door de Amerikaanse econoom<br />
Richard Florida in The Rise of the Creative<br />
Class (2002). In de huidige k<strong>en</strong>niseconomie<br />
is m<strong>en</strong>selijke creativiteit de drijfveer.<br />
Plaats speelt in deze economie nog altijd<br />
e<strong>en</strong> belangrijke rol: zowel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> als<br />
economische bedrijvigheid conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong><br />
zich op bepaalde plekk<strong>en</strong>. In teg<strong>en</strong>stelling<br />
tot gevestigde theorieën over de stedelijke<br />
economie, stelt Florida dat bedrijv<strong>en</strong> zich<br />
vestig<strong>en</strong> waar getal<strong>en</strong>teerde <strong>en</strong> creatieve<br />
k<strong>en</strong>niswerkers won<strong>en</strong>. Uit het oogpunt van<br />
economische groei is het <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> stad dus<br />
waardevol om de creatieve klasse aan zich<br />
te bind<strong>en</strong>. De creatieve klasse bestaat uit<br />
e<strong>en</strong> super-creative core die zich bezig houdt<br />
met het creër<strong>en</strong> van meaningful new forms<br />
(product design, softwareontwikkeling,<br />
bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> van strategieën of theorema’s),<br />
<strong>en</strong> creative professionals die zich bezig<br />
houd<strong>en</strong> met creatieve probleemoplossing,<br />
<strong>voor</strong>namelijk in de k<strong>en</strong>nis- <strong>en</strong> financiële<br />
sector (Florida, 2002, p. 68-69). Iedere<strong>en</strong><br />
behoort in pot<strong>en</strong>tie tot de creatieve klasse,<br />
stelt Florida, maar omdat het werk<strong>en</strong> in de<br />
k<strong>en</strong>nissector meestal e<strong>en</strong> hogere opleiding<br />
vereist behor<strong>en</strong> de meeste creatieveling<strong>en</strong><br />
tot de midd<strong>en</strong>klasse.<br />
Hoe kunn<strong>en</strong> beleidsmakers hun sted<strong>en</strong><br />
aantrekkelijk mak<strong>en</strong> <strong>voor</strong> deze groep? De<br />
creatieve klasse laat zich in zijn woonkeuze<br />
niet langer leid<strong>en</strong> door werkgeleg<strong>en</strong>heid<br />
maar door e<strong>en</strong> combinatie van economische<br />
overweging<strong>en</strong> <strong>en</strong> leefstijl. Creatieve<br />
midd<strong>en</strong>klassers zoek<strong>en</strong> “abundant<br />
high-quality am<strong>en</strong>ities and experi<strong>en</strong>ces,<br />
an op<strong>en</strong>ness to diversity of all kinds, and<br />
above all else the opportunity to validate<br />
their id<strong>en</strong>tities as creative people. (…) They<br />
prefer places that are diverse, tolerant and<br />
op<strong>en</strong> to new ideas” (Florida, 2002, p. 218,<br />
223). Culturele <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, bruis<strong>en</strong>de<br />
activiteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> buurtbevolking die<br />
divers is qua etnische achtergrond, leeftijd,<br />
seksuele oriëntatie <strong>en</strong> leefstijl, zijn elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
die e<strong>en</strong> buurt aantrekkelijk mak<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
creatieve k<strong>en</strong>niswerkers.<br />
Kritiek op Florida<br />
Florida’s ideeën hebb<strong>en</strong> veel invloed op<br />
beleidsvorming in zowel Amerikaanse<br />
als Europese sted<strong>en</strong>. Maar zijn boek is<br />
niet alle<strong>en</strong> met gejuich ontvang<strong>en</strong>. Critici<br />
werp<strong>en</strong> bij<strong>voor</strong>beeld teg<strong>en</strong> dat de meeste<br />
midd<strong>en</strong>klassers nog altijd het liefst buit<strong>en</strong><br />
de stad won<strong>en</strong>. Verder zou Florida te weinig<br />
aandacht hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de sam<strong>en</strong>hang<br />
tuss<strong>en</strong> creativiteit <strong>en</strong> ongelijkheid. De<br />
leefstijl van creatieve midd<strong>en</strong>klassers
<strong>Rooilijn</strong><br />
vereist namelijk de aanwezigheid van e<strong>en</strong><br />
‘di<strong>en</strong>st<strong>en</strong>klasse’ bestaande uit ‘niet-creatiev<strong>en</strong>’,<br />
zoals medewerkers in de persoonlijke<br />
verzorging (kappers, schoonheidsspecialist<strong>en</strong>),<br />
kindermeisjes, winkel- <strong>en</strong><br />
horecamedewerkers <strong>en</strong> schoonmakers<br />
(Peck, 2005).<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>, in hoeverre slaat de creatieve<br />
klasse e<strong>en</strong> brug naar andere sociale<br />
groep<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>leving? Peck (2005)<br />
betwijfelt of haar keuze om in e<strong>en</strong> diverse<br />
buurt te gaan won<strong>en</strong> veel meer is dan<br />
e<strong>en</strong> uiting van haar leefstijl. Onderzoek<br />
naar de rol van midd<strong>en</strong>klassers in<br />
geg<strong>en</strong>trificeerde buurt<strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong> dat hun<br />
<strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> diversiteit zich <strong>en</strong>kel uit<br />
in het waarnem<strong>en</strong> van ‘de ander’ zonder<br />
zich ermee te (will<strong>en</strong>) m<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De buurt<br />
fungeert dan ook niet als e<strong>en</strong> plek waar<br />
ze hun dagelijks lev<strong>en</strong> vormgev<strong>en</strong> maar<br />
meer als e<strong>en</strong> ‘kleurrijke achtergrond’<br />
<strong>voor</strong> hun leefstijl (May, 1996, p. 197). Hoe<br />
kan de aanwezigheid van de creatieve<br />
midd<strong>en</strong>klasse in e<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>de buurt dan<br />
bijdrag<strong>en</strong> aan het sociaal kapitaal van hun<br />
kansarmere buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>?<br />
Overbrugg<strong>en</strong>d sociaal kapitaal<br />
Simpel gezegd, verwijst sociaal kapitaal naar<br />
de ondersteuning <strong>en</strong> hulp die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong><br />
vanuit hun sociaal netwerk (Portes,<br />
1998). Volg<strong>en</strong>s Florida kan creativiteit niet<br />
sam<strong>en</strong>gaan met sociaal kapitaal, omdat<br />
creatieve plaats<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt<br />
door losse netwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> zwakke relaties.<br />
Creatieve midd<strong>en</strong>klassers gaan hechte<br />
relaties <strong>en</strong> cohesieve geme<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> juist<br />
uit de weg. Zwakke relaties zijn minder<br />
gericht op het vorm<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> collectief<br />
<strong>en</strong> zijn in de k<strong>en</strong>niseconomie bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
veel effectiever, omdat ze uitwisseling van<br />
informatie <strong>en</strong> creativiteit stimuler<strong>en</strong>.<br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Creatieve middeklassers als brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
P. 138<br />
Tabel 1 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> onderzoeksbuurt<strong>en</strong> (in %)<br />
Cool Blijdorp<br />
Niet-westerse allochton<strong>en</strong> 43 11<br />
Huishoud<strong>en</strong>s met hoog inkom<strong>en</strong> (bov<strong>en</strong> 35.900 euro) 13 16<br />
Huishoud<strong>en</strong>s met inkom<strong>en</strong> b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> armoedegr<strong>en</strong>s 23 12<br />
Bron: COS Rotterdam, 2000, 2001, 2005, 2007<br />
Florida hanteert echter e<strong>en</strong> te <strong>en</strong>ge<br />
betek<strong>en</strong>is van het begrip: sociaal kapitaal<br />
kan niet word<strong>en</strong> gelijkgesteld aan sociale<br />
cohesie. Wanneer sociaal kapitaal wordt<br />
opgevat als hulpbronn<strong>en</strong> die zijn ingebed in<br />
persoonlijke relaties, zijn juist ook zwakke<br />
relaties waardevol. De term ‘zwakke<br />
relaties’ verwijst hier overig<strong>en</strong>s niet naar<br />
oppervlakkigheid maar naar relaties met<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> andere achtergrond,<br />
k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> vaardighed<strong>en</strong>. Juist die verschill<strong>en</strong>de<br />
achtergrond<strong>en</strong> zijn waardevol, omdat<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zo ‘via via’ hor<strong>en</strong> over informatie<br />
of mogelijkhed<strong>en</strong> waarover ze anders misschi<strong>en</strong><br />
niets hadd<strong>en</strong> gewet<strong>en</strong> (Granovetter,<br />
1973). Voor sociale mobiliteit – het<br />
versterk<strong>en</strong> van de sociale positie – is dat<br />
soort informatie van groot belang: het kan<br />
je aan e<strong>en</strong> (betere) baan help<strong>en</strong>, betrekk<strong>en</strong><br />
bij politieke activiteit<strong>en</strong> of ondersteuning<br />
bied<strong>en</strong> bij het kiez<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> opleiding.<br />
Kortom, als de creatieve klasse e<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>keur heeft <strong>voor</strong> zwakke relaties <strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
contact<strong>en</strong> met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die anders zijn dan<br />
zijzelf, zou hun aanwezigheid in e<strong>en</strong> buurt<br />
kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan sociaal kapitaal van<br />
hun kansarmere buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>. Maar gaan<br />
creatieve midd<strong>en</strong>klassers inderdaad die<br />
overbrugg<strong>en</strong>de relaties aan <strong>en</strong> in hoeverre<br />
do<strong>en</strong> zij dat vaker dan midd<strong>en</strong>klassers die<br />
in e<strong>en</strong> niet-diverse buurt won<strong>en</strong>?<br />
Data <strong>en</strong> onderzoeksmethode<br />
In 2001 zijn 204 m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in Cool-Zuid<br />
mondeling geïnterviewd over hun sociale<br />
relaties <strong>en</strong> de steun die ze van ander<strong>en</strong><br />
ontvang<strong>en</strong> (Blokland, 2004). In 2007 zijn<br />
dezelfde interviews afg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij honderd<br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in het zuidelijk deel van Blijdorp<br />
(<strong>voor</strong> het gemak word<strong>en</strong> de buurt<strong>en</strong> verder<br />
‘Cool’ <strong>en</strong> ‘Blijdorp’ g<strong>en</strong>oemd). Beide<br />
steekproev<strong>en</strong> zijn gestratificeerd, wat wil<br />
zegg<strong>en</strong> dat alle strat<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Creatieve middeklassers als brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
P. 139<br />
Tabel 2 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> geïnterviewd<strong>en</strong> (in %)<br />
Cool Blijdorp<br />
Super-creative core 20 23<br />
Opleiding MBO of hoger 82 91<br />
Niet-westerse allochton<strong>en</strong> ** 18 5<br />
Alle<strong>en</strong>staand * 51 35<br />
Aantal geïnterviewd<strong>en</strong> (N) 103 79<br />
* p < .05 Significanti<strong>en</strong>iveau, ** p < .01 Significanti<strong>en</strong>iveau<br />
de steekproef, waarbinn<strong>en</strong> aselect m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
zijn geïnterviewd. De politieke gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> 2001 <strong>en</strong> 2007 in Rotterdam <strong>en</strong><br />
Nederland hebb<strong>en</strong> mogelijk de verhouding<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de sociale groep<strong>en</strong> op<br />
scherp gezet. Volg<strong>en</strong>s Tilly (1998) zijn de<br />
verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> sociale groep<strong>en</strong> in de<br />
sam<strong>en</strong>leving echter in de eerste plaats e<strong>en</strong><br />
gevolg van de (economische) organisatie<br />
van e<strong>en</strong> maatschappij, welke slechts zeer<br />
traag verandert. De verwachting is daarom<br />
dat politieke <strong>voor</strong>vall<strong>en</strong> op relatief korte<br />
termijn ge<strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de relaties<br />
die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met ander<strong>en</strong> onderhoud<strong>en</strong>.<br />
Cool is e<strong>en</strong> buurt in het c<strong>en</strong>trum van<br />
Rotterdam met e<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gde woning<strong>voor</strong>raad<br />
<strong>en</strong> bevolking, <strong>voor</strong> zowel etniciteit<br />
als inkom<strong>en</strong>sniveau. De geme<strong>en</strong>te heeft<br />
flink geïnvesteerd in met name de Witte de<br />
Withstraat, die nu e<strong>en</strong> hippe straat is met<br />
tr<strong>en</strong>dy eetgeleg<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>, kunstgalerieën <strong>en</strong><br />
musea. Het zuidelijk deel van Blijdorp is<br />
e<strong>en</strong> buurt met e<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d autochtone,<br />
relatief hoog opgeleide <strong>en</strong> goedverdi<strong>en</strong><strong>en</strong>de<br />
bevolking. Hoewel de buurt dicht bij het<br />
c<strong>en</strong>trum van Rotterdam ligt, heeft het<br />
ge<strong>en</strong> stedelijk imago zoals Cool dat heeft:<br />
er wordt <strong>voor</strong>al gewoond, er zijn vrijwel<br />
ge<strong>en</strong> culturele <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> winkels.<br />
In tabel 1 staan <strong>en</strong>kele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de<br />
onderzoeksbuurt<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> rij.<br />
De sociale netwerk<strong>en</strong> van geïnterviewd<strong>en</strong><br />
zijn in kaart gebracht via de zog<strong>en</strong>aamde<br />
naamg<strong>en</strong>erator<strong>en</strong> (Völker, 1999).<br />
Bij<strong>voor</strong>beeld: heeft iemand u geholp<strong>en</strong><br />
bij het vind<strong>en</strong> van uw baan? Zo ja, wie<br />
is deze persoon? Zo is gevraagd naar<br />
verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van steun (vind<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> woning, vrag<strong>en</strong> van advies, prat<strong>en</strong><br />
over persoonlijk ding<strong>en</strong>, betrekk<strong>en</strong> bij<br />
politieke activiteit<strong>en</strong>). Ook is gevraagd of<br />
geïnterviewd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> buur hebb<strong>en</strong> die ze<br />
bijzonder vertrouw<strong>en</strong>. Andere m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
die belangrijk zijn <strong>voor</strong> geïnterviewd<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> nog niet eerder war<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd zijn<br />
ook g<strong>en</strong>oteerd. Vervolg<strong>en</strong>s is gevraagd<br />
naar de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />
steun hebb<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>: soort relatie<br />
(familie, vri<strong>en</strong>d, collega, buur, anders),<br />
etniciteit (allochtoon of autochtoon),<br />
opleidingsniveau (wel/ge<strong>en</strong> opleiding na<br />
de middelbare school) <strong>en</strong> woonplaats (in<br />
of buit<strong>en</strong> buurt/stad/Nederland). Er is niet<br />
specifiek gevraagd naar relaties in de buurt,<br />
maar naar hulprelaties ongeacht waar deze<br />
won<strong>en</strong>. Dit maakt het mogelijk het relatieve<br />
belang van buurtrelaties te bekijk<strong>en</strong>. Verder<br />
is gevraagd welke m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>, naar de m<strong>en</strong>ing<br />
van geïnterviewd<strong>en</strong> zelf, dezelfde etniciteit<br />
hebb<strong>en</strong> als geïnterviewd<strong>en</strong> <strong>en</strong> of m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> tot<br />
dezelfde klasse behor<strong>en</strong> als geïnterviewd<strong>en</strong>.<br />
Door te met<strong>en</strong> hoeveel relaties e<strong>en</strong> zelfde<br />
opleidingsniveau, etniciteit <strong>en</strong> klassepositie<br />
hebb<strong>en</strong> als geïnterviewde, kan e<strong>en</strong><br />
maat word<strong>en</strong> gemaakt <strong>voor</strong> gem<strong>en</strong>gdheid<br />
van iemands sociale netwerk. De gem<strong>en</strong>gdheid<br />
van e<strong>en</strong> netwerk is e<strong>en</strong> indicatie <strong>voor</strong><br />
de mate waarin m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> overbrugg<strong>en</strong>de<br />
relaties hebb<strong>en</strong> met andere sociale groep<strong>en</strong>.<br />
Voor de analyses in dit artikel zijn<br />
geïnterviewd<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klasse<br />
beroep (geschoolde <strong>en</strong> hooggeschoolde<br />
professionals) geselecteerd (103 in Cool,<br />
79 in Blijdorp). De geïnterviewde midd<strong>en</strong>klassers<br />
in Cool zijn iets vaker van<br />
niet-westerse afkomst, iets hoger opgeleid,<br />
gemiddeld jonger <strong>en</strong> vaker alle<strong>en</strong>staand<br />
dan geïnterviewd<strong>en</strong> in Blijdorp (tabel 2).<br />
Dat suggereert dat Cool andere midd<strong>en</strong>-
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Creatieve middeklassers als brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
P. 140<br />
Tabel 3 Sociale netwerk<strong>en</strong><br />
Totale netwerk<strong>en</strong> Buurtnetwerk<strong>en</strong><br />
Cool Blijdorp Cool Blijdorp<br />
Grootte: minimum – maximum 2 – 28 0 – 21 0 – 8 0 – 11<br />
Gemiddeld aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> 9,81 8,94 1,98 2,46<br />
Perc<strong>en</strong>tage relaties in de buurt t.o.v. totaal netwerk * - - 21 27<br />
Perc<strong>en</strong>tage andere etniciteit (allochtoon/autochtoon) 16 12 18 14<br />
Perc<strong>en</strong>tage lager opleidingsniveau * 21 14 25 13<br />
- Alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> 29 27 - -<br />
- (Echt)par<strong>en</strong> ** 29 15 - -<br />
Perc<strong>en</strong>tage andere etniciteit (zelf geclassificeerd) 33 28 37 37<br />
Perc<strong>en</strong>tage andere klasse (zelf geclassificeerd) 21 18 27 22<br />
* p < .05 Significanti<strong>en</strong>iveau, ** p < .01 Significanti<strong>en</strong>iveau<br />
klassers aantrekt dan Blijdorp. Cool-midd<strong>en</strong>klassers<br />
behor<strong>en</strong> echter niet vaker dan<br />
Blijdorpers tot de ‘super-creative core’.<br />
Wellicht trekt Cool (nog) ge<strong>en</strong> creatieve<br />
klasse aan die zich sterk onderscheidt<br />
van midd<strong>en</strong>klassers in andere buurt<strong>en</strong> in<br />
Rotterdam.<br />
Sociale netwerk<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong><br />
Tabel 3 laat de totale sociale netwerk<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong> van relaties zowel binn<strong>en</strong> als buit<strong>en</strong> de<br />
buurt. Cool- <strong>en</strong> Blijdorp-midd<strong>en</strong>klassers<br />
hebb<strong>en</strong> ongeveer ev<strong>en</strong>veel relaties. Voor<br />
etniciteit <strong>en</strong> klasse-positie zijn de totale<br />
sociale netwerk<strong>en</strong> ook ev<strong>en</strong> gem<strong>en</strong>gd.<br />
Gekek<strong>en</strong> naar het opleidingsniveau van de<br />
sociale netwerk<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klassers<br />
uit Cool vaker gem<strong>en</strong>gde relaties dan<br />
midd<strong>en</strong>klassers uit Blijdorp. De tabel<br />
laat de netwerk<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> van alle<strong>en</strong> hoger<br />
opgeleid<strong>en</strong> (MBO <strong>en</strong> hoger); gem<strong>en</strong>gdheid<br />
verwijst hier dus naar de mate waarin<br />
zij relaties hebb<strong>en</strong> met lager opgeleid<strong>en</strong><br />
(ge<strong>en</strong> opleiding na de middelbare school).<br />
Met andere woord<strong>en</strong>, hoger opgeleide<br />
Cool-midd<strong>en</strong>klassers hebb<strong>en</strong> meer relaties<br />
met lager opgeleid<strong>en</strong> (21 proc<strong>en</strong>t) dan<br />
Blijdorp-midd<strong>en</strong>klassers (14 proc<strong>en</strong>t).<br />
Als wordt uitgesplitst naar huishoud<strong>en</strong>sam<strong>en</strong>stelling<br />
blijkt dat <strong>voor</strong>al getrouwd<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d<strong>en</strong> meer overbrugg<strong>en</strong>de<br />
relaties hebb<strong>en</strong> wanneer ze in Cool won<strong>en</strong>.<br />
Mogelijk heeft dat te mak<strong>en</strong> met leefstijl of<br />
vrijetijdsbesteding; nader onderzoek zou<br />
dat kunn<strong>en</strong> verhelder<strong>en</strong>.<br />
De twee rechterkolomm<strong>en</strong> van tabel 3<br />
ton<strong>en</strong> de buurtnetwerk<strong>en</strong> van beide groep<strong>en</strong><br />
midd<strong>en</strong>klassers. Het aantal relaties in<br />
de buurt kan iets vertek<strong>en</strong>d zijn omdat specifiek<br />
gevraagd is naar relaties met bur<strong>en</strong>,<br />
maar <strong>voor</strong> de vergelijking is dat niet van<br />
belang. Cool-midd<strong>en</strong>klassers blijk<strong>en</strong> relatief<br />
minder relaties in de buurt te hebb<strong>en</strong><br />
dan Blijdorpers: respectievelijk 21 <strong>en</strong> 27<br />
proc<strong>en</strong>t van het totale netwerk. Dat kan<br />
word<strong>en</strong> verklaard door het feit dat in Cool<br />
meer alle<strong>en</strong>staande midd<strong>en</strong>klassers won<strong>en</strong><br />
die mogelijk minder op hun buurt zijn<br />
georiënteerd dan (echt)par<strong>en</strong>. Verder blijkt<br />
dat, gekek<strong>en</strong> naar opleidingsniveau, ook de<br />
buurtnetwerk<strong>en</strong> van Cool-midd<strong>en</strong>klassers<br />
meer gem<strong>en</strong>gd zijn dan de buurtnetwerk<strong>en</strong><br />
van Blijdorpers (25 teg<strong>en</strong>over 13 proc<strong>en</strong>t<br />
lager opleidingsniveau; de tabel laat weer<br />
alle<strong>en</strong> de netwerk<strong>en</strong> van hoger opgeleid<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong>). Dit geldt <strong>voor</strong> zowel alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong><br />
als (echt)par<strong>en</strong>. Gemet<strong>en</strong> naar etniciteit<br />
<strong>en</strong> klasse-positie, is er ge<strong>en</strong> verschil in<br />
gem<strong>en</strong>gdheid van de buurtnetwerk<strong>en</strong> van<br />
beide groep<strong>en</strong>.<br />
Fysieke nabijheid ge<strong>en</strong><br />
noodzaak<br />
Hoewel Florida’s ‘creatieve klasse’ misschi<strong>en</strong><br />
(nog) ontbreekt in Cool, blijkt uit<br />
het onderzoek dat midd<strong>en</strong>klassers in Cool<br />
vaker overbrugg<strong>en</strong>de relaties aangaan met<br />
lager opgeleide m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dan midd<strong>en</strong>klassers<br />
in Blijdorp, zowel binn<strong>en</strong> als buit<strong>en</strong><br />
de buurt. Beide groep<strong>en</strong> midd<strong>en</strong>klassers<br />
hebb<strong>en</strong> wel ev<strong>en</strong>veel relaties met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 Creatieve middeklassers als brugg<strong>en</strong>bouwers?<br />
P. 141<br />
met e<strong>en</strong> andere etnische achtergrond. Wat<br />
betek<strong>en</strong>t dit <strong>voor</strong> het belang van e<strong>en</strong> diverse<br />
buurt <strong>voor</strong> het sociaal kapitaal van kansarmere<br />
buurtg<strong>en</strong>ot<strong>en</strong>? Dat midd<strong>en</strong>klassers in<br />
Cool meer overbrugg<strong>en</strong>de relaties aangaan<br />
wijst er op dat lager opgeleid<strong>en</strong> in pot<strong>en</strong>tie<br />
meer toegang hebb<strong>en</strong> tot informatie, vaardighed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> hulp van hoger opgeleid<strong>en</strong>.<br />
Omdat in dit onderzoek is gevraagd naar<br />
de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van wie midd<strong>en</strong>klassers zelf<br />
steun hebb<strong>en</strong> ontvang<strong>en</strong>, is echter niet met<br />
zekerheid te zegg<strong>en</strong> dat ook lager opgeleid<strong>en</strong><br />
van deze relaties profiter<strong>en</strong>. Daar<strong>voor</strong><br />
moet ook word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> naar de inhoud<br />
van de onderlinge relaties: word<strong>en</strong> lager<br />
opgeleid<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al gevraagd als oppas <strong>voor</strong><br />
de kinder<strong>en</strong> van midd<strong>en</strong>klassers of is er<br />
sprake van wederkerige hulprelaties?<br />
T<strong>en</strong> slotte plaats<strong>en</strong> de bevinding<strong>en</strong> van<br />
dit onderzoek vraagtek<strong>en</strong>s bij de rol van<br />
e<strong>en</strong> diverse buurt bij de totstandkoming<br />
van overbrugg<strong>en</strong>de relaties. Cool-midd<strong>en</strong>klassers<br />
hebb<strong>en</strong> immers ook relaties<br />
met lager opgeleid<strong>en</strong> die buit<strong>en</strong> hun<br />
buurt won<strong>en</strong>. Dat suggereert dat zij die<br />
relaties onderhoud<strong>en</strong> ongeacht of ze in e<strong>en</strong><br />
diverse buurt won<strong>en</strong> of niet, <strong>en</strong> dat fysieke<br />
nabijheid daar<strong>voor</strong> niet strikt noodzakelijk<br />
is. Het is de moeite waard te onderzoek<strong>en</strong><br />
welke specifieke context<strong>en</strong>, zowel binn<strong>en</strong><br />
als buit<strong>en</strong> de buurt, <strong>voor</strong> overbrugg<strong>en</strong>de<br />
relaties van belang zijn. Gezi<strong>en</strong> vanuit de<br />
w<strong>en</strong>s overbrugg<strong>en</strong>de relaties te stimuler<strong>en</strong>,<br />
zou beleid zich <strong>voor</strong>al moet<strong>en</strong> richt<strong>en</strong> op<br />
die context<strong>en</strong> <strong>en</strong> minder moet<strong>en</strong> uitgaan<br />
van positieve effect<strong>en</strong> van fysieke nabijheid<br />
op zich.<br />
Gw<strong>en</strong> van Eijk (g.vaneijk@tudelft.nl) is als promov<strong>en</strong>da<br />
verbond<strong>en</strong> aan Onderzoeksinstituut OTB/TU Delft. De<br />
interviews in Cool zijn onderdeel van eerder onderzoek van<br />
Talja Blokland, gefinancierd door de KNAW.<br />
Literatuur<br />
Blokland, T. (2004) ‘Bur<strong>en</strong> als brugg<strong>en</strong>? De betek<strong>en</strong>is van<br />
bur<strong>en</strong>relaties <strong>voor</strong> sociaal kapitaal in e<strong>en</strong> Rotterdamse<br />
gem<strong>en</strong>gde wijk’, Sociale wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>, jg. 47, nr. 2, p. 31-48<br />
COS (2007) Monitor g<strong>en</strong>trification in pilotgebied<strong>en</strong>, Rotterdam<br />
Florida, R. (2002) The rise of the creative class and how it’s<br />
transforming work, leisure and everyday life, Basic Books,<br />
New York<br />
Granovetter, M. (1973) ‘The Str<strong>en</strong>gth of Weak Ties’, American<br />
Journal of Sociology, jg. 78, nr. 6, p. 1360-1380<br />
May, J. (1996) ‘Globalisation and the politics of place: place and<br />
id<strong>en</strong>tity in an inner London neighbourhood’, Transactions of the<br />
Institute of British Geographers, jg. 21, nr. 1, p. 194-215<br />
Peck, J. (2005) ‘Struggling with the creative class’, International<br />
Journal of Urban and Regional Research, jg. 29, nr. 4, p. 740-770<br />
Portes, A. (1998) ‘Social Capital: Its Origins and Applications in<br />
Modern Sociology’, Annual Review of Sociology, jg. 24, p. 1-24<br />
Tilly, C. (1998) Durable Inequality, University of California<br />
Press, Berkeley<br />
Völker, B. (1999) ‘15 miljo<strong>en</strong> bur<strong>en</strong>. De rol van bur<strong>en</strong> in<br />
persoonlijke netwerk<strong>en</strong> in Nederland’, B. Völker & R. Verhoeff<br />
(red.), Bur<strong>en</strong> <strong>en</strong> buurt<strong>en</strong>, SISWO, Amsterdam, p. 43-68<br />
VROM-raad (2006) Stad <strong>en</strong> stijging. Sociale stijging als leidraad<br />
<strong>voor</strong> stedelijke vernieuwing, D<strong>en</strong> Haag
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
“Op de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt vall<strong>en</strong> nog heel wat mythes te doorbrek<strong>en</strong>” P. 142<br />
Jeanet van Antwerp<strong>en</strong><br />
“Op de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt<br />
vall<strong>en</strong> nog heel wat mythes te doorbrek<strong>en</strong>”<br />
Michel van Wijk <strong>en</strong> Maart<strong>en</strong> Raupp<br />
Jeanet van Antwerp<strong>en</strong> is partner bij Inbo in Woud<strong>en</strong>berg. Zij is al sinds eind jar<strong>en</strong><br />
tachtig als economisch geograaf betrokk<strong>en</strong> bij de (her)ontwikkeling van bedrijv<strong>en</strong>-<br />
terrein<strong>en</strong>. Eerst <strong>voor</strong>namelijk als onderzoeker <strong>en</strong> adviseur, nu <strong>voor</strong>al als proces-<br />
manager. Het is e<strong>en</strong> interessant werkveld: “Er ligg<strong>en</strong> grote kans<strong>en</strong> <strong>en</strong> er is e<strong>en</strong> aantal<br />
mythes die nodig e<strong>en</strong>s doorbrok<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.” E<strong>en</strong> gesprek met Van Antwerp<strong>en</strong><br />
over succes- <strong>en</strong> faalfactor<strong>en</strong> in de herstructurering van de Minervahav<strong>en</strong> <strong>en</strong> Goudse<br />
Poort, de verwachting van nieuwe beleidsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> de toekomstige g<strong>en</strong>eratie<br />
bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong> zoals de High Tech Campus Eindhov<strong>en</strong>.<br />
Overhed<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> in het kader van duurzamer<br />
ruimtegebruik beleid <strong>voor</strong> het herstructurer<strong>en</strong> van<br />
bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>. Vindt u dat de beleidsdoelstelling<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gehaald <strong>en</strong> dat de overhed<strong>en</strong> slag<strong>en</strong> in de<br />
herstructureringsopgave?<br />
“Als eerste zou ik graag de herstructureringsopgave<br />
will<strong>en</strong> schets<strong>en</strong>. Herstructurering is e<strong>en</strong> containerbegrip<br />
waaronder e<strong>en</strong> veelheid aan problem<strong>en</strong> schuil gaat. Mijns<br />
inzi<strong>en</strong>s is sprake van e<strong>en</strong> herstructureringsopgave als<br />
de bedrijv<strong>en</strong>, waar<strong>voor</strong> het terrein ooit bedoeld was er<br />
niet meer graag gevestigd zijn. Red<strong>en</strong><strong>en</strong> hier<strong>voor</strong> zijn<br />
vaak e<strong>en</strong> slechte bereikbaarheid op <strong>en</strong> naar het terrein<br />
toe, verouderde bedrijfspand<strong>en</strong>, parkeerproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
verloedering van de op<strong>en</strong>bare ruimte. Het terrein komt<br />
in e<strong>en</strong> negatieve spiraal terecht, waarbij bedrijv<strong>en</strong> niet<br />
of nauwelijks meer in hun gebouw of kavel invester<strong>en</strong>.<br />
Met andere woord<strong>en</strong> er zijn pushfactor<strong>en</strong> die te mak<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> met het pand <strong>en</strong> het terrein, die ertoe leid<strong>en</strong> dat<br />
bedrijv<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> andere locatie verhuiz<strong>en</strong>. Blijkbaar<br />
zijn er <strong>voor</strong> bedrijv<strong>en</strong> die vertrekk<strong>en</strong> te weinig keepfactor<strong>en</strong><br />
die mak<strong>en</strong> dat ze toch op hun oude locatie gevestigd<br />
will<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>. Je kunt hierbij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan de nabijheid<br />
van leveranciers of afnemers, maar ook aan zachtere<br />
factor<strong>en</strong>, zoals de sociale <strong>en</strong> economische binding van<br />
het bedrijf aan e<strong>en</strong> plaats, omdat ze er al dec<strong>en</strong>nialang<br />
is gevestigd. Vaak zijn er ook pullfactor<strong>en</strong> in het spel;<br />
in plaats van te invester<strong>en</strong> in het huidige pand, is het<br />
financieel veel aantrekkelijker om e<strong>en</strong> nieuw pand op<br />
e<strong>en</strong> nieuw bedrijv<strong>en</strong>terrein neer te zett<strong>en</strong>.”<br />
“Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in het herstructureringsproces<br />
vaak tot aan het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> masterplan, waarover
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008 “Op de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt vall<strong>en</strong> nog heel wat mythes te doorbrek<strong>en</strong>”<br />
P. 143
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
regie moet word<strong>en</strong> gevoerd. Er is vaak onvoldo<strong>en</strong>de<br />
capaciteit <strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis om dit soort project<strong>en</strong> te overzi<strong>en</strong>.<br />
Het gaat dan niet alle<strong>en</strong> om de k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> kunde,<br />
het is ook e<strong>en</strong> ingewikkeld proces met veel partij<strong>en</strong>:<br />
eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong>, beleggers, bewoners <strong>en</strong> politiek. Deze<br />
problematiek is vergelijkbaar met de herstructurering<br />
van wijk<strong>en</strong>, maar dan nog e<strong>en</strong> graadje ingewikkelder<br />
omdat het bezit meer versnipperd is. Civieltechnische<br />
aanpassing<strong>en</strong>, zoals het creër<strong>en</strong> van parkeervakk<strong>en</strong>,<br />
het doortrekk<strong>en</strong> van weg<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke, slag<strong>en</strong><br />
vaak wel. Met de TIPP-geld<strong>en</strong> is <strong>voor</strong>al met dit type<br />
aanpassing<strong>en</strong> ervaring opgedaan. Subsidies zijn<br />
met name gaan zitt<strong>en</strong> in de e<strong>en</strong>zijdige investering<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> groot onderhoud of revitalisering <strong>en</strong> niet in de<br />
gezam<strong>en</strong>lijke sam<strong>en</strong>werkingsvorm<strong>en</strong>, herprofilering<br />
of transformatie.”<br />
“Herprofilering gaat e<strong>en</strong> stap verder. In de Goudse<br />
Poort is daarbij e<strong>en</strong> flinke slag gemaakt, maar ook de<br />
Minervahav<strong>en</strong>, de oude houthav<strong>en</strong>s van Amsterdam<br />
waar de houtindustrie is weggetrokk<strong>en</strong>, is e<strong>en</strong> succesvol<br />
<strong>voor</strong>beeld. Het is e<strong>en</strong> gebied aan het water waar<br />
e<strong>en</strong> ander type bedrijv<strong>en</strong> te huisvest<strong>en</strong> is. De loods<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> niet veel waard. Teg<strong>en</strong> het bestemmingsplan in<br />
had zich al e<strong>en</strong> aantal ontwerpers op het terrein gevestigd.<br />
We hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> herstructureringsplan gemaakt,<br />
waarbij de kade opnieuw is ontslot<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> rooilijn<br />
is uitgewerkt. De gebouw<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> e<strong>en</strong> front aan het<br />
water hebb<strong>en</strong>. Gekoz<strong>en</strong> is <strong>voor</strong> kleinschalige bedrijv<strong>en</strong>,<br />
op de lange termijn zoud<strong>en</strong> die zelfs omgezet kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> naar woning<strong>en</strong>. Won<strong>en</strong> is nu niet toegestaan<br />
door onder meer de aanwezige hindercirkel van<br />
Cargill’s voedingsindustrie.”<br />
“De Amsterdamse Di<strong>en</strong>st Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing wilde<br />
de locatie aanvankelijk behoud<strong>en</strong> <strong>voor</strong> bedrijvigheid.<br />
Het bestemmingsplan stond maar zeer beperkt<br />
kantoorruimte toe. Maar als je puur naar de locatiekwaliteit<strong>en</strong><br />
kijkt dan is de locatie ideaal <strong>voor</strong> nieuwe<br />
creatieve onderneming<strong>en</strong>. Voor het toelat<strong>en</strong> van meer<br />
kantoorfuncties heeft de Hav<strong>en</strong> Amsterdam zich<br />
beroep<strong>en</strong> op het B&W-besluit dat e<strong>en</strong> verhouding van<br />
zev<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t kantor<strong>en</strong> <strong>en</strong> dertig proc<strong>en</strong>t bedrijv<strong>en</strong><br />
“Op de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt vall<strong>en</strong> nog heel wat mythes te doorbrek<strong>en</strong>”<br />
P. 144<br />
op bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong> in Amsterdam toestaat. Door dit<br />
besluit is de eerder opgestarte pilot over de toelating van<br />
e<strong>en</strong> groter aandeel kantoorruimte per bedrijf overbodig<br />
geword<strong>en</strong>. Onder de nieuwe naam Stadhav<strong>en</strong> Minerva<br />
richt de hav<strong>en</strong> zich nu op mode, kunst, media, architectuur<br />
<strong>en</strong> sted<strong>en</strong>bouw. De herstructurering is snel gegaan.<br />
E<strong>en</strong> groot deel van de Dantzigerkade is sterk van functie<br />
<strong>en</strong> aanzicht veranderd. Er heeft zich bij<strong>voor</strong>beeld e<strong>en</strong><br />
bedrijf in sportkleding gevestigd. De stoere uitstraling<br />
van de hav<strong>en</strong> versterkt het imago van het bedrijf.<br />
Tegelijkertijd versterkt de uitstraling van het pand het<br />
nieuwe profiel.”<br />
“Bij de Stadhav<strong>en</strong> heeft de geme<strong>en</strong>te de juiste rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong><br />
geschap<strong>en</strong> <strong>en</strong> is aangeslot<strong>en</strong> bij de marktvraag.<br />
E<strong>en</strong> bijkom<strong>en</strong>de factor was het aflop<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal<br />
erfpachtcontract<strong>en</strong> <strong>en</strong> het feit dat het Hav<strong>en</strong>bedrijf bij de<br />
functiewijzing<strong>en</strong> in het gebied (meer kantoorruimte) de<br />
erfpachtcanon kon verhog<strong>en</strong>. In de praktijk zie je echter<br />
vaak dat markt <strong>en</strong> overheid in de timing van het herstructureringsproces<br />
niet op elkaar aansluit<strong>en</strong>. Daar komt bij<br />
dat geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als Amsterdam veel verschill<strong>en</strong>de locaties<br />
hebb<strong>en</strong> die ook om herontwikkeling vrag<strong>en</strong>, zoals de<br />
IJ-oevers. Het is dan e<strong>en</strong> politieke keuze welk herstructureringsproject<br />
<strong>voor</strong> gaat. De prioritering <strong>en</strong> fasering<br />
vanuit de markt kan echter anders ligg<strong>en</strong>.”<br />
Nederlandse geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> concurrer<strong>en</strong> met elkaar om<br />
werkgeleg<strong>en</strong>heid aan te trekk<strong>en</strong> door bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong><br />
uit te gev<strong>en</strong>. Wat heeft dit <strong>voor</strong> effect<strong>en</strong>?<br />
“Eén van de grootste problem<strong>en</strong> is dat grondprijz<strong>en</strong> van<br />
bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong> te laag zijn. De vierkante meterprijs<br />
van het tapijt is bij wijze van sprek<strong>en</strong> hoger dan de prijs<br />
betaald <strong>voor</strong> de grond daaronder. Er wordt gerek<strong>en</strong>d<br />
vanuit het ideële model waar het behoud <strong>en</strong> het aantrekk<strong>en</strong><br />
van werkgeleg<strong>en</strong>heid <strong>voor</strong>op staat. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zijn<br />
g<strong>en</strong>eigd regelmatig nieuwe terrein<strong>en</strong> uit te gev<strong>en</strong> om<br />
bedrijv<strong>en</strong> aan te trekk<strong>en</strong>. Dat verpest de werking van de<br />
grondmarkt. Met uitzondering van de Noordvleugel <strong>en</strong><br />
de Haagse regio is de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt dan ook<br />
ge<strong>en</strong> schaarse markt. In Heer<strong>en</strong>ve<strong>en</strong> is grond aan Hewlett<br />
Packard bijna teg<strong>en</strong> agrarische waarde weggegev<strong>en</strong>. Puur<br />
omwille van het werkgeleg<strong>en</strong>heidsargum<strong>en</strong>t. Na e<strong>en</strong>
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
paar jaar is Hewlett Packard weer vertrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> ligt<br />
het terrein braak. De grondprijs is <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> duurzame<br />
vestiging dus ge<strong>en</strong> doorslaggev<strong>en</strong>de factor.<br />
“Het rijk <strong>en</strong> de provincie prober<strong>en</strong> deze spiraal te<br />
doorbrek<strong>en</strong> door op regionaal niveau grote bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong><br />
aan te legg<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de ontwikkeling van lokale<br />
terrein<strong>en</strong> bij de verschill<strong>en</strong>de kern<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>.<br />
Dat is in de praktijk nog uitermate lastig; het concurr<strong>en</strong>tied<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
zit er bij veel geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> sterk in. De<br />
meeste geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> zelf het liefst e<strong>en</strong> compleet<br />
palet aan bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>. Het merkwaardige is dat<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zich opstell<strong>en</strong> als bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>ontwikkelaar,<br />
terwijl zij dit bij woningbouw niet do<strong>en</strong>.<br />
Het levert niet alle<strong>en</strong> werkgeleg<strong>en</strong>heid op maar ook<br />
inkomst<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het grondbedrijf. De kavels word<strong>en</strong><br />
verkocht <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s is de interesse <strong>en</strong> de aandacht<br />
van veel geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het terrein weer weg. Het<br />
ontbrek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> partij die zich duurzaam aan het<br />
terrein verbindt, met als doel het terrein marktconform<br />
te houd<strong>en</strong>, leidt tot e<strong>en</strong> relatief snelle veroudering van<br />
bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>. Dat leidt op de lange termijn tot de<br />
bek<strong>en</strong>de herstructureringsproblem<strong>en</strong>.”<br />
Is er, naast behoefte aan minder bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>,<br />
ook behoefte aan segm<strong>en</strong>tering van het aanbod in<br />
kwaliteitsmilieus?<br />
“Gem<strong>en</strong>gde terrein<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoogwaardige werklocaties<br />
zijn <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van labels die juist helemaal niet<br />
werk<strong>en</strong>. Segm<strong>en</strong>tering ziet er op papier goed uit,<br />
maar in de praktijk ziet e<strong>en</strong> bedrijf het verschil tuss<strong>en</strong><br />
hoogwaardige <strong>en</strong> laagwaardige bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong><br />
nauwelijks.”<br />
“In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t artikel met Erik van ‘t Klooster probeerde<br />
ik meer grip te krijg<strong>en</strong> op de discussie over kwaliteit.<br />
De productiestructuur in Nederland verandert. Er<br />
zijn steeds minder industriële activiteit<strong>en</strong>, die trekk<strong>en</strong><br />
weg, zoals in de Minervahav<strong>en</strong> gebeurd is. Er kom<strong>en</strong><br />
bedrijv<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogere toegevoegde waarde <strong>voor</strong> in<br />
de plaats. Deze bedrijv<strong>en</strong> will<strong>en</strong> de beste werknemers<br />
aantrekk<strong>en</strong>. Dat stelt andere eis<strong>en</strong> aan de bedrijfsomgeving<br />
<strong>en</strong> het pand. Philips is daar met de High Tech<br />
“Op de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt vall<strong>en</strong> nog heel wat mythes te doorbrek<strong>en</strong>”<br />
P. 145<br />
Campus Eindhov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>uitstrev<strong>en</strong>d <strong>voor</strong>beeld van.<br />
Met deze campus wil Philips de beste werknemers van<br />
all over the world aantrekk<strong>en</strong>. Dat betek<strong>en</strong>t dat de werkplek<br />
<strong>en</strong> de locatie aan de hoogste eis<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>.<br />
Er is dan ook veel aandacht besteed aan de beleving van<br />
de werkplek <strong>en</strong> de omgeving; ‘je moet er graag will<strong>en</strong><br />
zijn’. Ook moet<strong>en</strong> de <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> uitstek<strong>en</strong>d zijn; er<br />
is e<strong>en</strong> crèche, er moet goed geget<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>,<br />
boodschapp<strong>en</strong> gedaan <strong>en</strong> desgew<strong>en</strong>st gejogd. Philips<br />
is niet te vergelijk<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gemiddeld bedrijf, maar<br />
deze invulling geeft wel duidelijk e<strong>en</strong> t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s aan. Meer<br />
conceptgericht d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dus, met meer maatwerk per<br />
locatie. Ik vind dat geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hier veel meer e<strong>en</strong> regisser<strong>en</strong>de<br />
rol kunn<strong>en</strong> pakk<strong>en</strong>. Zorg dat je werklocaties<br />
heldere, aansprek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> elkaar aanvull<strong>en</strong>de concept<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> de markt hiertoe veel meer<br />
moet<strong>en</strong> uitdag<strong>en</strong>.”<br />
“E<strong>en</strong> tweede belangrijke tr<strong>en</strong>d is de kritische consum<strong>en</strong>t.<br />
M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> kop<strong>en</strong> steeds vaker auth<strong>en</strong>tieke <strong>en</strong><br />
handgemaakte product<strong>en</strong> <strong>en</strong> will<strong>en</strong> wet<strong>en</strong> waar het<br />
vandaan komt. Bedrijv<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zich daardoor meer<br />
ton<strong>en</strong>, ze krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bezoekersfunctie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> repres<strong>en</strong>tatiefunctie.<br />
Brouwerij<strong>en</strong> zoals Warsteiner hebb<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> filmzaal <strong>en</strong> e<strong>en</strong> museum. Volkswag<strong>en</strong> heeft zelfs<br />
e<strong>en</strong> complete autostad gemaakt. Bier <strong>en</strong> auto’s hebb<strong>en</strong><br />
natuurlijk e<strong>en</strong> grote belevingswaarde, maar ook <strong>voor</strong><br />
aardewerk uit Makkum of Yakult-flesjes uit Almere<br />
wordt deze vorm van klant<strong>en</strong>binding belangrijk.<br />
Bedrijv<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> op beide tr<strong>en</strong>ds in <strong>en</strong> dit betek<strong>en</strong>t dat<br />
in de toekomst de bestemmingsplann<strong>en</strong> ook bezoek,<br />
leisure <strong>en</strong> horeca moet<strong>en</strong> toestaan. Dit is vergelijkbaar<br />
met de werklandschapp<strong>en</strong> van de VROM-raad, maar<br />
dan sterker gered<strong>en</strong>eerd vanuit e<strong>en</strong> concept op basis van<br />
maatwerk.”<br />
“Vreemd g<strong>en</strong>oeg is er al jar<strong>en</strong>lang conceptontwikkeling<br />
<strong>voor</strong> woongebied<strong>en</strong>, zoals op basis van leefstijl<strong>en</strong>. Bij<br />
werkgebied<strong>en</strong> is dit nog veel te weinig het geval. De<br />
kwaliteit zou leid<strong>en</strong>d moet zijn, niet de kwantiteit. Deze<br />
d<strong>en</strong>krichting is nieuw <strong>voor</strong> werkgebied<strong>en</strong>, het gaat nog<br />
teveel om kavels uitgev<strong>en</strong>, werkgeleg<strong>en</strong>heid schepp<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> geld verdi<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>voor</strong> het grondbedrijf. Daar hor<strong>en</strong> in
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>de markt, afhankelijk van het concept,<br />
andere functies bij. Onderzocht gaat bij<strong>voor</strong>beeld<br />
word<strong>en</strong> hoe groot het aantal bedrijv<strong>en</strong> is dat echt<br />
hinder veroorzaakt <strong>en</strong> wat er aan vraag overblijft<br />
waarbij functiem<strong>en</strong>ging wel mogelijk is. Nu wordt<br />
nog de algem<strong>en</strong>e behoefte opgeteld <strong>en</strong> nieuwe locaties<br />
uitgelegd. Ik pleit daarmee <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> terugkeer van<br />
bedrijvigheid naar de stad. Er is e<strong>en</strong> grote behoefte aan<br />
niet aangeharkte werklocaties. Ik vraag me bij<strong>voor</strong>beeld<br />
af wat uiteindelijk de toekomstwaarde van<br />
e<strong>en</strong> kantor<strong>en</strong>locatie als Beuk<strong>en</strong>horst in Hoofddorp<br />
is. Werknemers hebb<strong>en</strong> behoefte aan binding <strong>en</strong><br />
beleving. Juist gekke plekk<strong>en</strong> bij oude stationsgebied<strong>en</strong><br />
of in hav<strong>en</strong>s bied<strong>en</strong> aantrekkelijke mogelijkhed<strong>en</strong><br />
om bijzondere werklocaties te ontwikkel<strong>en</strong> die deze<br />
beleving in zich hebb<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k ook aan het Kraanspoor<br />
aan de Noordelijke IJ-oever in Amsterdam.”<br />
Is het huidige instrum<strong>en</strong>tarium afdo<strong>en</strong>de? Wat<br />
vindt u van de plann<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het invoer<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
herstructureringsbijdrage?<br />
“E<strong>en</strong> herstructureringsbijdrage werkt als e<strong>en</strong> soort<br />
statiegeld. Het probleem is echter dat de <strong>voor</strong>malige<br />
eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> rommel <strong>en</strong> de overheid achterstallig<br />
onderhoud hebb<strong>en</strong> achtergelat<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s vraag<br />
je partij<strong>en</strong> mee te betal<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het opruim<strong>en</strong> van<br />
andermans rommel. Dan leg je verkeerde verband<strong>en</strong>;<br />
de vervuiler betaalt niet. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> houd je op de<br />
nieuwe locaties minder geld over om in de kwaliteit<br />
te invester<strong>en</strong> <strong>en</strong> ontstaat minder schuifruimte. Dat<br />
verhaal is moeilijk uit te legg<strong>en</strong>, het is ge<strong>en</strong> positieve<br />
impuls <strong>voor</strong> de commerciële patij<strong>en</strong>.”<br />
Wat verwacht u van de instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in de nieuwe Wet<br />
ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> de Grondexploitatiewet?<br />
“Hoofdzaak is dat alle partij<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> do<strong>en</strong> waar<br />
ze goed in zijn. Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> aan de <strong>voor</strong>kant<br />
de rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> in het bestemmingsplann<strong>en</strong><br />
vastlegg<strong>en</strong>, de regierol invull<strong>en</strong>. Dan is het slim om al<br />
in e<strong>en</strong> vroeg stadium met private partij<strong>en</strong> aan tafel te<br />
zitt<strong>en</strong>, zoals met de nieuwe grondexploitaties mogelijk<br />
wordt. De planologische kaders kunn<strong>en</strong> dan goed<br />
geregeld word<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s moet de ontwikkelaar<br />
zijn gang kunn<strong>en</strong> gaan. E<strong>en</strong> ontwikkelaar is goed in<br />
“Op de bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>markt vall<strong>en</strong> nog heel wat mythes te doorbrek<strong>en</strong>”<br />
P. 146<br />
marktconcept<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de marketing, maar<br />
moet daartoe wel door de geme<strong>en</strong>te word<strong>en</strong> uitgedaagd.<br />
Geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> het proces los te lat<strong>en</strong><br />
op basis van e<strong>en</strong> ijzersterke regie <strong>en</strong> het schepp<strong>en</strong> van<br />
heldere, niet dichtgetimmerde, kaders. Ik b<strong>en</strong> positief<br />
over de nieuwe wetgeving. Het geeft geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> de<br />
mogelijkheid <strong>voor</strong>af financiële afsprak<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>;<br />
hun positie wordt in dat opzicht sterker.”<br />
Wat betek<strong>en</strong>t de verschuiving van de regie van lokaal<br />
naar provinciaal niveau?Kan de provincie die nieuwe<br />
rol waarmak<strong>en</strong>?<br />
“Dit wordt e<strong>en</strong> grote uitdaging <strong>voor</strong> de provincies. De<br />
provincie Overijssel wil <strong>voor</strong>taan ge<strong>en</strong> masterplann<strong>en</strong><br />
meer, maar plann<strong>en</strong> van uitvoering. Geïnv<strong>en</strong>tariseerd<br />
is wat in de pijplijn zit aan nieuwe terrein<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de<br />
provincie schrok van de uitkomst. De vraag is vervolg<strong>en</strong>s:<br />
hoe te stur<strong>en</strong>? Als je het ondernemers vraagt, dan<br />
will<strong>en</strong> ze zich niet zomaar vestig<strong>en</strong> op regionale terrein<strong>en</strong>.<br />
Later blijkt de noodzaak in de eig<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te<br />
gevestigd te blijv<strong>en</strong> wel mee te vall<strong>en</strong>. Dat zijn mythes<br />
die nodig doorbrok<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Enerzijds zijn<br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beperkt in hun blikveld, d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> meestal<br />
niet regionaal, anderzijds zijn ministeries te abstract<br />
met beleid bezig. Gesteld wordt dat er ruimtewinst te<br />
boek<strong>en</strong> valt met herstructurering. Norm<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
vastgesteld over hoeveel hectare minder uitgegev<strong>en</strong><br />
kan word<strong>en</strong>. Maar dat is de kwantitatieve discussie, ik<br />
wil hem kwalitatief voer<strong>en</strong>. Het is daarbij zoek<strong>en</strong> naar<br />
de juiste provinciale rol <strong>en</strong> het vraagstuk hoe invloed<br />
uit te oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Als je zak<strong>en</strong> goed wilt regel<strong>en</strong>, dan moet<br />
dit op regionaal niveau gebeur<strong>en</strong>. Alle provincies<br />
prober<strong>en</strong> nu actief om te gaan met herstructurering.<br />
De provincie kan daar e<strong>en</strong> stur<strong>en</strong>de <strong>en</strong> <strong>voor</strong>waard<strong>en</strong>schepp<strong>en</strong>de<br />
rol in spel<strong>en</strong>. Al met al zijn op het gebied<br />
van bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong> nog heel wat mythes te<br />
doorbrek<strong>en</strong>, ik wil daar zelf ook de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> rol in spel<strong>en</strong>.”
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Rec<strong>en</strong>sie<br />
Rec<strong>en</strong>sie<br />
Isa Baud<br />
Planning <strong>en</strong> huisvesting<br />
in Ontwikkelingsland<strong>en</strong><br />
J<strong>en</strong>kins, Paul, Harry Smith, & Ya Ping<br />
Wang (2006) Planning and Housing<br />
in the Rapidly Urbanizing World,<br />
Routledge, London, 384 p.,<br />
ISBN 9780415357975, £ 26.99<br />
Het nieuwe boek van J<strong>en</strong>kins, Smith <strong>en</strong><br />
Ping Wang bespreekt de ontwikkeling<strong>en</strong><br />
in stedelijke planning <strong>en</strong> huisvesting in<br />
land<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> snelle verstedelijking<br />
doormak<strong>en</strong>, de zog<strong>en</strong>aamde land<strong>en</strong><br />
in ontwikkeling. Zij hebb<strong>en</strong> dit project<br />
ondernom<strong>en</strong> omdat er sinds het boek van<br />
Devas <strong>en</strong> Rakodi (1993) ge<strong>en</strong> tekstboek<br />
meer is geschrev<strong>en</strong> vanuit dit perspectief.<br />
De auteurs stell<strong>en</strong> terecht dat e<strong>en</strong><br />
perspectief vanuit het ‘economische<br />
Zuid<strong>en</strong>’ nodig is om e<strong>en</strong> nieuwe g<strong>en</strong>eratie<br />
stedelijke planners op te leid<strong>en</strong> die over<br />
de hele wereld kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. Immers,<br />
globalisering leidt ertoe dat er steeds<br />
grotere regionale verschill<strong>en</strong> ontstaan,<br />
die het resultaat zijn van de wisselwerking<br />
tuss<strong>en</strong> process<strong>en</strong> op wereldschaal<br />
<strong>en</strong> regionale sociaaleconomische<br />
process<strong>en</strong> (De Zwaan, 2008). De auteurs<br />
gebruik<strong>en</strong> dan ook e<strong>en</strong> politiek-economische<br />
b<strong>en</strong>adering waarin de structurele<br />
factor<strong>en</strong> niet als dermate overheers<strong>en</strong>d<br />
gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat er ge<strong>en</strong> ruimte is<br />
<strong>voor</strong> lokale variatie in ontwikkelingsprocess<strong>en</strong>.<br />
Dit sluit aan bij het huidige<br />
‘postontwikkelingsd<strong>en</strong>k<strong>en</strong>’, dat af wil<br />
van mondiale oplossing<strong>en</strong> die op iedere<br />
gew<strong>en</strong>ste plek kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt.<br />
De focus van het boek is op land<strong>en</strong> met<br />
e<strong>en</strong> snelle verstedelijking, in contrast<br />
met die land<strong>en</strong> waar de stedelijke groei<br />
stabiliseert of e<strong>en</strong> stedelijke herstructurering<br />
plaatsvindt. De auteurs gaan<br />
ervan uit dat stedelijke planning <strong>en</strong><br />
huisvesting rek<strong>en</strong>ing moet<strong>en</strong> houd<strong>en</strong><br />
met zowel regionale politiek-economische<br />
als met sociaalculturele factor<strong>en</strong><br />
om aan te sluit<strong>en</strong> bij de nod<strong>en</strong> <strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
van de stedelijke bevolking. Daarom<br />
hebb<strong>en</strong> zij het boek opgebouwd rond e<strong>en</strong><br />
historisch overzicht van de discussies<br />
over planning <strong>en</strong> huisvesting, aangevuld<br />
met hoofdstukk<strong>en</strong> over de regionale<br />
verschill<strong>en</strong> in aanpak <strong>en</strong> ontwikkeling.<br />
Deze gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goed historisch<br />
overzicht van de verandering<strong>en</strong> in het<br />
vak van stedelijke planning toegepast<br />
op huisvesting. Terecht behandel<strong>en</strong> de<br />
auteurs daarbij Zuid-Amerika, waar al<br />
vijf<strong>en</strong>zev<strong>en</strong>tig proc<strong>en</strong>t van de bevolking<br />
in sted<strong>en</strong> woont, maar opmerkelijk is<br />
dat zij veel meer nadruk legg<strong>en</strong> op Sub-<br />
Sahara Afrika, waar de verstedelijking<br />
slechts veertig proc<strong>en</strong>t is. Zuid-Azië<br />
heeft e<strong>en</strong> vergelijkbaar perc<strong>en</strong>tage,<br />
maar wordt in het boek g<strong>en</strong>egeerd<br />
terwijl de absolute aantall<strong>en</strong> van de ste-<br />
P. 147<br />
delijke bevolking vele mal<strong>en</strong> groter zijn. In<br />
India alle<strong>en</strong> vindt m<strong>en</strong> vijf<strong>en</strong>dertig sted<strong>en</strong><br />
met meer dan één miljo<strong>en</strong> inwoners<br />
<strong>en</strong> de verwachting is dat de stedelijke<br />
armoede daar de grootste to<strong>en</strong>ame zal<br />
lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> in de kom<strong>en</strong>de dec<strong>en</strong>nia. Ook<br />
de rol van de lokale overheid t<strong>en</strong> opzichte<br />
van de regionale <strong>en</strong> nationale overheid<br />
is dramatisch vergroot in de laatste<br />
dec<strong>en</strong>nia. Verstedelijking zal hierdoor<br />
waarschijnlijk nog sneller gaan, waardoor<br />
e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van regionale economische<br />
verschill<strong>en</strong> in India zal plaatsvind<strong>en</strong>, die<br />
de politieke e<strong>en</strong>heid van het land negatief<br />
kan beïnvloed<strong>en</strong>.<br />
Wel interessant is dat de verstedelijking<br />
in China besprok<strong>en</strong> wordt. Echter, de<br />
kritische kijk op de rol van de lokale<br />
overheid die m<strong>en</strong> zou verwacht<strong>en</strong> van<br />
auteurs met e<strong>en</strong> politiek-economische<br />
achtergrond, is niet te vind<strong>en</strong> in dit boek.<br />
Het hoofdstuk over China zou hebb<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> profiter<strong>en</strong> van het rec<strong>en</strong>te boek<br />
van Friedmann over China’s Urban<br />
Transformation (2005), waarin <strong>voor</strong>al<br />
de invloed van de administratieve <strong>en</strong><br />
politieke structuur op stedelijke ontwikkeling<br />
laat zi<strong>en</strong> welk dominante rol lokale<br />
overhed<strong>en</strong> als ‘ondernem<strong>en</strong>de overheid’<br />
spel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de moeite die de nationale<br />
overheid heeft om lokale process<strong>en</strong> in<br />
de hand te houd<strong>en</strong>. Het beschrijft ook de<br />
informalisering van de stedelijke huisvestingssituatie<br />
van migrant<strong>en</strong> van het<br />
platteland, wat e<strong>en</strong> andere aanpak van<br />
stedelijke planning noodzakelijk maakt.<br />
De historische b<strong>en</strong>adering van de wijze<br />
waarop huisvesting zich ontwikkeld<br />
heeft, is vernieuw<strong>en</strong>d in het boek. De<br />
pre-kapitalistische huiz<strong>en</strong>bouw wordt<br />
in zijn fysische, sociaaleconomische <strong>en</strong>
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Rec<strong>en</strong>sie<br />
culturele context besprok<strong>en</strong>. Door deze<br />
b<strong>en</strong>adering lat<strong>en</strong> de auteurs zi<strong>en</strong> hoe<br />
omvangrijk <strong>en</strong> strategisch huiz<strong>en</strong>bouw<br />
door huishoud<strong>en</strong>s <strong>en</strong> lokale geme<strong>en</strong>schapsgroep<strong>en</strong><br />
is in vergelijking met de<br />
meer formele bedrijfsmatige huiz<strong>en</strong>bouw<br />
die vaak als uitgangspunt wordt<br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>voor</strong> discussies over stedelijke<br />
planning <strong>en</strong> huisvesting. Dit is des te<br />
relevanter in e<strong>en</strong> context van het ‘economische<br />
Zuid<strong>en</strong>’, omdat het overgrote deel<br />
van de huisvesting in sted<strong>en</strong> daar door<br />
individuele huishoud<strong>en</strong>s wordt gebouwd,<br />
met of zonder hulp van e<strong>en</strong> timmerman/<br />
aannemer – het zog<strong>en</strong>aamde zelfhulpprincipe.<br />
Grote huisvestingsproject<strong>en</strong><br />
met de Wereldbank <strong>en</strong> nationale overhed<strong>en</strong><br />
verschaff<strong>en</strong> vaak niet meer dan<br />
één proc<strong>en</strong>t van de nodige huisvesting<br />
<strong>voor</strong> de vele lage inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> in<br />
het Zuid<strong>en</strong>.<br />
De auteurs besprek<strong>en</strong> de verander<strong>en</strong>de<br />
b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van huisvesting<br />
waar met name de specifieke<br />
overheersingrol van sted<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de<br />
koloniale periode <strong>en</strong> de invloed van de<br />
planningspraktijk<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />
koloniale mog<strong>en</strong>dhed<strong>en</strong> in de regio’s<br />
die zij overheerst<strong>en</strong> aan bod kom<strong>en</strong>.<br />
Zij lat<strong>en</strong> daarbij <strong>voor</strong>al de belangrijke<br />
gevolg<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> van het neger<strong>en</strong> van de<br />
groei van informele huisvesting, beleid<br />
dat deze informaliteit bevorderde,<br />
segregatie tuss<strong>en</strong> bevolkingsgroep<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> te hoog gespann<strong>en</strong> verwachting<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van lokale overhed<strong>en</strong> in<br />
het verschaff<strong>en</strong> van huisvesting. De<br />
hoofdstukk<strong>en</strong> 4 <strong>en</strong> 5 zijn strategisch in<br />
het boek geplaatst <strong>en</strong> lez<strong>en</strong>swaardig,<br />
omdat ze e<strong>en</strong> goed overzicht van de<br />
planning- <strong>en</strong> huisvestingsdiscussie <strong>en</strong><br />
haar politieke achtergrond<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />
De discussie over de meer rec<strong>en</strong>te<br />
b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> van planning <strong>en</strong><br />
huisvesting sinds de jar<strong>en</strong> zestig van de<br />
vorige eeuw geeft e<strong>en</strong> goed overzicht<br />
van de verander<strong>en</strong>de paradigma’s; van<br />
‘blueprint planning’ naar structuurplann<strong>en</strong><br />
op sectoraal niveau <strong>en</strong> naar de<br />
huidige ‘participatieve’ b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong><br />
die in het economische Zuid<strong>en</strong> veel<br />
verder ontwikkeld zijn dan in Europa<br />
(Hordijk, 1999). Klassieke stedelijke<br />
planningsb<strong>en</strong>adering<strong>en</strong> bestaan nog in<br />
veel land<strong>en</strong> in het Zuid<strong>en</strong> <strong>en</strong> staan vaak<br />
haaks op de werkelijkheid van de stad.<br />
Desondanks word<strong>en</strong> zij gebruikt als<br />
uitgangspunt <strong>voor</strong> zonering in de stad<br />
<strong>en</strong> regionale ontwikkelingsplann<strong>en</strong>. De<br />
auteurs besprek<strong>en</strong> de opkomst van de<br />
neoliberale b<strong>en</strong>adering van stedelijke<br />
ontwikkeling in de jar<strong>en</strong> tachtig van de<br />
vorige eeuw, waarin dec<strong>en</strong>tralisatie<br />
<strong>en</strong> privatisering e<strong>en</strong> grote rol spel<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> de verandering<strong>en</strong> in de richting van<br />
stedelijk managem<strong>en</strong>t naar guided land<br />
managem<strong>en</strong>t, zoals zij dat noem<strong>en</strong>.<br />
Hierbij is de rol van de overheid<br />
teruggebracht tot ‘ondersteuning’ (via<br />
infrastructuur) <strong>en</strong> moet de particuliere<br />
sector huiz<strong>en</strong>bouw <strong>voor</strong> zijn rek<strong>en</strong>ing<br />
nem<strong>en</strong>. Dergelijke projectmatige bouw<br />
is ook onderschrev<strong>en</strong> door de internationale<br />
organisaties die huisvestingsproject<strong>en</strong><br />
in veel ontwikkelingsland<strong>en</strong><br />
financier<strong>en</strong>. De auteurs besprek<strong>en</strong> de<br />
meest rec<strong>en</strong>te ‘participatieve’ b<strong>en</strong>adering<strong>en</strong><br />
in Deel II in grote lijn<strong>en</strong>, maar<br />
deze kom<strong>en</strong> pas goed uit de verf in het<br />
hoofdstuk over Zuid-Amerika.<br />
Het hoofdstuk over de meeste rec<strong>en</strong>te<br />
ontwikkeling<strong>en</strong> is <strong>voor</strong>al gericht op het<br />
internationaal geformuleerde beleid<br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van verstedelijking, waarin<br />
P. 148<br />
UNCHS, Wereldbank <strong>en</strong> UNDP e<strong>en</strong><br />
c<strong>en</strong>trale rol spel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de Mill<strong>en</strong>nium<br />
Ontwikkelingsdoel<strong>en</strong> uitgangspunt<br />
vorm<strong>en</strong> <strong>voor</strong> beleid. Het biedt e<strong>en</strong> goed<br />
overzicht van de discussies rondom<br />
stedelijke milieukwesties, die steeds<br />
meer van belang word<strong>en</strong> zowel wat<br />
betreft de ‘bruine’ vervuilingsag<strong>en</strong>da als<br />
de ‘gro<strong>en</strong>e’ ecologische ag<strong>en</strong>da, als ook<br />
de discussies over de verstedelijking<br />
van armoede <strong>en</strong> de kwaliteit van het<br />
stedelijk bestuur. Wel is duidelijk dat de<br />
auteurs veel rec<strong>en</strong>te studies gedaan door<br />
onderzoekers uit het Zuid<strong>en</strong> zelf, nog niet<br />
hebb<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in hun discussie<br />
(zoals de vele artikel<strong>en</strong> in Environm<strong>en</strong>t &<br />
Urbanization <strong>en</strong> Habitat International die<br />
over deze vraagstukk<strong>en</strong> gaan).<br />
Het boek is <strong>voor</strong>al bedoeld als inleiding<br />
in planning <strong>en</strong> huisvesting in e<strong>en</strong><br />
mondiale context <strong>voor</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
daar<strong>voor</strong> is het zeer geschikt. Door zijn<br />
historische <strong>en</strong> politiek-economische<br />
b<strong>en</strong>adering is het beter in staat om<br />
de beweegred<strong>en</strong><strong>en</strong> aan te gev<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
beleidskeuzes <strong>en</strong> verandering<strong>en</strong> in het<br />
beleid te verklar<strong>en</strong> dan meer sectorspecifieke<br />
planningsboek<strong>en</strong>, zoals het<br />
eerder g<strong>en</strong>oemde boek van Devas <strong>en</strong><br />
Rakodi. Het is dan ook aan te bevel<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die zich op internationale<br />
ontwikkelingsstudies richt<strong>en</strong>, maar<br />
meer nog <strong>voor</strong> stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die weinig of<br />
ge<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis hebb<strong>en</strong> van situaties buit<strong>en</strong><br />
Europa <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong>. De<br />
auteurs mak<strong>en</strong> volstrekt duidelijk hoe<br />
anders de regionaal specifieke situaties<br />
zijn teg<strong>en</strong> de achtergrond van verschill<strong>en</strong>de<br />
sociaaleconomische <strong>en</strong> culturele<br />
stelsels <strong>en</strong> dat dergelijke lokale k<strong>en</strong>nis<br />
nodig is om effectief te kunn<strong>en</strong> plann<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> huisvesting, waarin armoede
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Signalem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
Signalem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
wordt gereduceerd. Deze b<strong>en</strong>adering<br />
is dan ook de sterke kant van het boek;<br />
aangevuld met artikel<strong>en</strong> over Zuid-Azië,<br />
zoals die van Harris (2003) <strong>en</strong> het boek<br />
van Baud <strong>en</strong> de Wit (2008), is het e<strong>en</strong><br />
aanwinst <strong>voor</strong> het tertiaire onderwijs.<br />
Isa Baud (i.s.a.baud@uva.nl) is hoogleraar<br />
Internationale Ontwikkelingsstudies bij de<br />
afdeling Geografie, planning <strong>en</strong> internationale<br />
ontwikkelingsstudies aan de Universiteit van<br />
Amsterdam.<br />
Literatuur<br />
Baud, I.S.A. & J. de Wit (2008) New Forms of Urban<br />
Governance in India, Sage, Delhi<br />
Devas, N. & C. Rakodi (1993) Managing Fastgrowing<br />
cities, Longman, London<br />
De Zwaan, A. (2008) ‘Hier heerst de m<strong>en</strong>taliteit<br />
van de <strong>voor</strong>stad: veilig, comfortabel, maar ook<br />
onbeduid<strong>en</strong>d’, NRC Handelsblad, 5 januari, p. 13<br />
Friedmann, J. (2005) China’s Urban Transition,<br />
University of Minnesota Press, Minneapolis<br />
Harris, N. (2003) ‘Globalisation and Managem<strong>en</strong>t<br />
of Cities’, Economic and Political Weekly, jg. 38, nr.<br />
25, p. 2535-2543<br />
Hordijk, M. (1999) ‘A dream of gre<strong>en</strong> and water:<br />
community based formulation of a Local Ag<strong>en</strong>da<br />
21 in peri-urban Lima’, Environm<strong>en</strong>t and<br />
Urbanization, jg. 11, nr. 2, p. 11-30<br />
Won<strong>en</strong> in Oost-Europa.<br />
Willem Kwekkeboom (2007) Won<strong>en</strong> in<br />
Oost-Europa. Van Sofia tot Tallinn,<br />
010 Publishers, Rotterdam, 320 p.,<br />
ISBN 9789064506383, C 29,50<br />
Tot 1989 war<strong>en</strong> Estland, Letland,<br />
Litouw<strong>en</strong>, Pol<strong>en</strong>, Tsjechië, Slowakije,<br />
Hongarije, Roem<strong>en</strong>ië, Bulgarije <strong>en</strong><br />
Slov<strong>en</strong>ië communistische dictatur<strong>en</strong>.<br />
Particuliere aannemers <strong>en</strong> ontwikkelaars<br />
bestond<strong>en</strong> niet, het woord ‘hypotheek’<br />
moest nog word<strong>en</strong> uitgevond<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kadaster functioneerde nauwelijks.<br />
Teg<strong>en</strong>woordig zijn de ti<strong>en</strong> land<strong>en</strong><br />
kampio<strong>en</strong><strong>en</strong> van de vrijemarkteconomie.<br />
De grote <strong>voor</strong>raad staatswoning<strong>en</strong><br />
is massaal geprivatiseerd.<br />
Won<strong>en</strong> in Oost-Europa beschrijft de<br />
huisvestingssituatie die het gevolg is<br />
van de nieuwe politiek. De schrijver <strong>en</strong><br />
de fotograaf nem<strong>en</strong> de lezer mee op<br />
reportage in de ti<strong>en</strong> nieuwe lidstat<strong>en</strong> van<br />
de Europese Unie. In de reisverhal<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de interviews kom<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> aan de<br />
orde als: hoe is het als (bijna) iedere<strong>en</strong><br />
eig<strong>en</strong>aar-bewoner is? Wie zijn de<br />
nieuwe ondernemers in het won<strong>en</strong>?<br />
Is de woningcorporatie in opkomst? Is<br />
stedelijke vernieuwing net zo actueel als<br />
in het west<strong>en</strong>? Is er echt zoveel armoede<br />
op het platteland? Hoe kom<strong>en</strong> starters<br />
aan e<strong>en</strong> woning?<br />
Het boek begint met e<strong>en</strong> overzicht van de<br />
geschied<strong>en</strong>is van de huisvesting in Oost-<br />
Europa van 1945 tot nu <strong>en</strong> sluit af met de<br />
belangrijkste k<strong>en</strong>getall<strong>en</strong> per land.<br />
Re-public<br />
ZUS, Elma van Boxtel & Kristian<br />
Koreman (2007) Re-Public. Naar e<strong>en</strong><br />
nieuwe ruimte-politiek,<br />
NAI Uitgeverij, Rotterdam, Nederlands/<br />
Engels editie, 160 p.,<br />
ISBN 9789056626259, C 24,50<br />
Met het boek Re-public br<strong>en</strong>gt het<br />
Rotterdamse ontwerpbureau ZUS e<strong>en</strong><br />
krachtig statem<strong>en</strong>t over de toekomst<br />
P. 149<br />
van de hed<strong>en</strong>daagse stedelijke ruimte<br />
<strong>en</strong> de rol die elke ontwerper werkzaam<br />
in de stad, vandaag di<strong>en</strong>t op te nem<strong>en</strong>.<br />
C<strong>en</strong>traal in het werk van ZUS staat e<strong>en</strong><br />
onderzoek<strong>en</strong>de houding die expliciet<br />
gr<strong>en</strong>soverschrijd<strong>en</strong>d is. Hun project<strong>en</strong><br />
variër<strong>en</strong> van microniveau tot macroniveau:<br />
van kledij <strong>en</strong> design, via architectuur<br />
<strong>en</strong> stadsontwerp tot grootschalige<br />
landschappelijke interv<strong>en</strong>ties. ‘Schaal<br />
is het medium’, aldus ZUS, ‘het aftast<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> herdefiniër<strong>en</strong> van de gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> de<br />
uitdaging.’ Die gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> zowel<br />
die van het vakgebied zelf als de fysieke<br />
<strong>en</strong> politieke gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> van het stedelijke<br />
landschap. Thema’s als multiculturaliteit,<br />
integratie, orde <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baarheid<br />
spel<strong>en</strong> hierbij e<strong>en</strong> grote rol.<br />
Hun fascinatie <strong>voor</strong> de op<strong>en</strong>bare<br />
ruimte heeft het duo met succes in e<strong>en</strong><br />
aantal project<strong>en</strong> ingezet. De opdracht<br />
<strong>voor</strong> de inrichting van e<strong>en</strong> landgoed<br />
in Groot Bijgaard<strong>en</strong> bij Brussel <strong>en</strong> het<br />
ontwerp <strong>voor</strong> het c<strong>en</strong>trale park <strong>voor</strong> de<br />
wereldexpo in Shanghai, e<strong>en</strong> project<br />
mom<strong>en</strong>teel in uitvoering, getuig<strong>en</strong><br />
daarvan. Met haar ‘ongevraagde<br />
adviez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de stad’ onderneemt<br />
ZUS bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> poging<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> aantal<br />
politieke thema’s opnieuw aan de orde<br />
te stell<strong>en</strong>, de kracht<strong>en</strong> die werkzaam<br />
zijn in het stedelijke veld zichtbaar <strong>en</strong><br />
bespreekbaar te mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> de rol van<br />
de ontwerper in dit spanningsveld te<br />
herijk<strong>en</strong>.
<strong>Rooilijn</strong><br />
Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Column O. Naphta<br />
Na e<strong>en</strong> poosje, wet<strong>en</strong> jullie, word ik in mijn baan altijd<br />
onrustig <strong>en</strong> mag dan weer e<strong>en</strong>s graag solliciter<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong><br />
nieuwe uitdaging, om e<strong>en</strong> verslet<strong>en</strong> neologisme te gebruik<strong>en</strong>.<br />
Niemand weet wat e<strong>en</strong> uitdaging is. Naarstig speurwerk<br />
in de zaterdagkrant<strong>en</strong> leverde e<strong>en</strong> pracht van e<strong>en</strong><br />
uitdaging op. In Rotterdam vrag<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> “Afdelingshoofd<br />
Gebied<strong>en</strong>, Crisis, Orde”. Je moet contact opnem<strong>en</strong> met de<br />
dubbel getitelde mr. drs. Littooij. Die naam trof mij omdat<br />
mijn juf van de eerste klasse der lagere school zo heette.<br />
Juffrouw Littooij was str<strong>en</strong>g <strong>en</strong> rechtvaardig, uitgedost<br />
met e<strong>en</strong> grijze knot, e<strong>en</strong> snerp<strong>en</strong>de stem <strong>en</strong> e<strong>en</strong> latje<br />
waarmee ze wel e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> mep verkocht. To<strong>en</strong> ik e<strong>en</strong>s het<br />
inktpotje in mijn bank had omgekeerd op mijn knoeilap die<br />
mijn moeder had gemaakt van afgeschrev<strong>en</strong> onder- <strong>en</strong><br />
bov<strong>en</strong>goed <strong>en</strong> daarin, vanwege onvoldo<strong>en</strong>de capillaire<br />
werking van de lap ook het jurkje van het meisje in de bank<br />
<strong>voor</strong> mij had betrokk<strong>en</strong>, kreeg ik e<strong>en</strong> gevoelige tik op mijn<br />
vingers. Dat vond ik volstrekt normaal. Ik heb het mijn<br />
lev<strong>en</strong> lang dan ook nooit begrep<strong>en</strong> op al die zeur<strong>en</strong>de types<br />
die wett<strong>en</strong> <strong>en</strong> regels overtred<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s bij straff<strong>en</strong><br />
moord <strong>en</strong> brand schreeuw<strong>en</strong>. Kraker, verkeersovertreder,<br />
plagiaatpleger, politiepester, inbreker, oplichter <strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstige<br />
types die me hand<strong>en</strong>vol belastinggeld kost<strong>en</strong>,<br />
het zijn allemaal treurige <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> van de<br />
mooiste observaties van mijn lievelingsfilosoof Nietzsche:<br />
“Der Verbrecher ist häufig seiner Tat nicht gewachs<strong>en</strong>: er<br />
verkleinert und verleumdet sie.” Lees mete<strong>en</strong> het hele boek<br />
waarin dat staat: J<strong>en</strong>seits von Gut und Böse, zur G<strong>en</strong>ealogie<br />
der Moral (1885) <strong>en</strong> je hebt minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> paar verlichte<br />
wek<strong>en</strong>. Het ergste zijn natuurlijk de overtreders die er<br />
politieke <strong>en</strong> maatschappijhervorm<strong>en</strong>de smoez<strong>en</strong> bijhal<strong>en</strong><br />
om zich andermans have <strong>en</strong> goed toe te eig<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dubbel<br />
straff<strong>en</strong>, zou ik zegg<strong>en</strong>.<br />
Na de gebruikelijke aanprijzing<strong>en</strong>: “modernste hav<strong>en</strong> ter<br />
wereld”, er werk<strong>en</strong> “m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die durv<strong>en</strong>”, “professionele<br />
concernstaf” met “daadkracht, flexibiliteit <strong>en</strong> gedrev<strong>en</strong>-<br />
Column: Gebied<strong>en</strong>, Crisis <strong>en</strong> Orde<br />
Gebied<strong>en</strong>, Crisis <strong>en</strong> Orde<br />
P. 150<br />
heid” <strong>en</strong>zo<strong>voor</strong>t, volgt: “De afdeling Gebied<strong>en</strong>, Crisis <strong>en</strong> Orde<br />
regisseert <strong>en</strong> coördineert het integraal veiligheidsbeleid<br />
<strong>voor</strong> de geme<strong>en</strong>te Rotterdam <strong>en</strong> houdt zich <strong>voor</strong>al bezig met<br />
het taakveld ‘gebied<strong>en</strong>, crisis <strong>en</strong> orde’ <strong>en</strong> het teg<strong>en</strong>gaan van<br />
radicalisering.” Mag e<strong>en</strong> eerstejaars zo’n zin opschrijv<strong>en</strong>?<br />
Gaaf <strong>voor</strong>beeld van tautologie. Wat doet zo’n afdelingschef?<br />
Uitvoering gev<strong>en</strong> aan wijkveiligheidsprogramma’s (sam<strong>en</strong><br />
met de politie, justitie, de veiligheidsregio(?)), aanstur<strong>en</strong>,<br />
overlegg<strong>en</strong>, proactief optred<strong>en</strong> als Feij<strong>en</strong>oord teg<strong>en</strong> Ajax<br />
speelt, optred<strong>en</strong> als troubleshooter bij op<strong>en</strong>bare ordeverstoring<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>, jullie rad<strong>en</strong> het nooit: ‘crisismanager bij crises <strong>en</strong><br />
calamiteit<strong>en</strong>’. Crisismanager van crises.<br />
Wat moet je daar<strong>voor</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> of zijn? Inspirer<strong>en</strong>d,<br />
vernieuw<strong>en</strong>d, gericht op de ontwikkeling van je medewerkers,<br />
academisch werk- <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kniveau, aantoonbare<br />
ervaring met veiligheidsbeleid (e<strong>en</strong> pre), bestuurss<strong>en</strong>sitief,<br />
omgevingsbewust, gevoelig <strong>voor</strong> het politieke kracht<strong>en</strong>veld,<br />
goede communicator. Net als jullie die dit nu leest, b<strong>en</strong> ik<br />
natuurlijk al ur<strong>en</strong> do<strong>en</strong>de mijzelf als het ware e<strong>en</strong> assessm<strong>en</strong>t<br />
op te legg<strong>en</strong>, af te nem<strong>en</strong>, of hoe zeg je dat. Ondergaan<br />
d<strong>en</strong>k ik. Maar jezelf ondergaan is al net zo’n tautologie als<br />
waarmee deze personeelsadvert<strong>en</strong>tie is volgeschrev<strong>en</strong>.<br />
Zo’n assessm<strong>en</strong>t kan tot de procedure behor<strong>en</strong>.<br />
Zou juffrouw Littooij <strong>voor</strong> de functie in aanmerking zijn<br />
gekom<strong>en</strong>? In e<strong>en</strong> stoute droom zie ik haar e<strong>en</strong> assessm<strong>en</strong>t<br />
ondergaan. Orde houd<strong>en</strong> ging haar moeiteloos af <strong>en</strong> de<br />
eerste de beste schijn van e<strong>en</strong> crisis mepte ze er mete<strong>en</strong><br />
uit. Doeltreff<strong>en</strong>der kun je <strong>voor</strong> zo’n functie al niet communicer<strong>en</strong>.<br />
In mijn herinnering had ze minst<strong>en</strong>s honderd jaar<br />
ervaring. Haar grootste pre was dat ze vermoedelijk wars<br />
was van vernieuwing <strong>en</strong> vage smoesjes over inspiratie. Bij<br />
het schoolbestuur kon ze e<strong>en</strong> potje brek<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze was zo<br />
omgevingsbewust als de pest <strong>en</strong> achteraf hoop ik vurig dat<br />
ze e<strong>en</strong> hekel had aan bestuurlijke s<strong>en</strong>sitiviteit. Wat e<strong>en</strong> pre’s,<br />
toeval bestaat niet.
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
Advert<strong>en</strong>tie<br />
P. 151
<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 2 / 2008<br />
InBeeld: Revitalisering van Delfzijl<br />
Overzichtsfoto van Delfzijl Noord vanaf e<strong>en</strong> in aanbouw zijnde tor<strong>en</strong><br />
P. 152