C26 GENIUS - C30 GENIUS - Partners - Scm Group

C26 GENIUS - C30 GENIUS
NL 1 - ALGEMENE EN VEILIGHEIDSINFORMATIE
C.6 Draairichting en keuze van de draaisnelheid
C.6.1 Draairichting
Het is zeer belangrijk dat het gereedschap op de machine gemonteerd wordt in de juiste draairichting en dat
de toevoerrichting, wanneer mogelijk, tegengesteld is aan de draairichting van de as.
C.6.2 Keuze van de draairichting
De bediener moet zich ervan vergewissen dat de juiste draaisnelheid gekozen is, en dat deze geschikt is
voor het gereedschap dat op de machine wordt gebruikt.
C.7 Werking van de machine, keuze en afstelling van de beschermingen
Vanwege het grote aantal verschillende werkzaamheden dat mogelijk is op de verticale houtfrezen door
gebruik te maken van verschillende types assen, gereedschapshouders en gereedschappen, is er niet maar
een enkel type bescherming mogelijk dat van nut is voor al deze bewerkingen.
Elk werk moet apart worden bekeken en voor een bepaalde bewerking moet de meest geschikte
bescherming worden gekozen. De minimum opening op de tafel dient te worden bepaald naar gelang het
type gereedschap, het uitsteken van de plaatjes en de hoogte waarop het gereedschap geplaatst is.
Dit kan worden bereikt door gebruik te maken van de bijgeleverde reductieringen, zodat de opening op de
tafel zo klein mogelijk is, om de kans te verkleinen dat het werkstuk tijdens zijn passage over de opening zal
schommelen en vast blijft zitten in de gereedschappen.
De bescherming moet het gereedschap zoveel mogelijk helemaal afdekken, al naar gelang het type
bewerking.
De ruimte tussen de twee halve geleiders moet zo klein zijn als strikt noodzakelijk is om het gereedschap te
laten draaien zonder interferenties.
Als er een wegneembare meenemer wordt gebruikt, moet de afdekking van de gereedschappen worden
gewaarborgd en mogen er geen verstrikkingen kunnen ontstaan.
Als er geen toevoerinrichting wordt gebruikt, moeten de drukplaten zo worden geplaatst dat ze een tunnel
vormen, waarin het werkstuk kan worden gevoerd. Deze drukplaten moeten worden gebruikt bij het werken
met de freesgeleider.
De ruimte tussen de twee halve geleiders en het gereedschap moet tot het minimum worden beperkt.
Hiervoor kunt u een continuïteitstafeltje gebruiken.
C.8 Frezen aan de kap-geleider; bewerking over de hele lengte van het werkstuk
Om te voorkomen dat het gereedschap kan worden aangeraakt bij het werken met de geleider, moeten,
samen met de geleider, ofwel een wegneembare meenemer met de nodige beschermingen, ofwel
drukplaten op de geleider en de tafel worden gebruikt, die voorzien zijn van speciale contactelementen
overeenkomstig de afmetingen van het werkstuk.
Het volgende werkstuk kan worden gebruikt om het vorige werkstuk te duwen, het laatste werkstuk kan
worden geduwd met behulp van een houtduwer.
Voor de bewerking van panelen met een gering dikte mag uitsluitend de verticale drukschoen worden
gebruikt, op voorwaarde dat de dikte ervan geschikt is.
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN SCM INDUSTRIA S.P.A - IEDERE REPRODUCTIE OOK GEDEELTELIJK IS VERBODEN Cap. 1 Pag. 25/27