C26 GENIUS - C30 GENIUS - Partners - Scm Group

C26 GENIUS - C30 GENIUS
NL 6 - GEBRUIK EN INSTELLINGEN ZAAGBLADENGROEP
6.4 CORRECT GEBRUIK VAN DE CIRKELZAAGBLADEN
(mmax_6-4_0.0)
VOORZICHTIG-VOORZORGSMAATREGEL:
controleer of de machine goed opgesteld is, zodat schadelijke trillingen worden vermeden.
Trek het materiaal niet terug wanneer het zagen al is begonnen; voer het gelijkmatig toe, zonder
rukken.
De toevoersnelheid van het werkstuk tegen het zaagblad, vooral ter hoogte van kwasten, mag niet
te hoog zijn en moet in verhouding staan tot de dikte van het werkstuk.
Laat de werkstukken niet stilstaan tussen de zaaggeleider en het zaagblad.
GEVAAR-LET OP
verwijder altijd de ruwheden die ontstaan tijdens de bewerking, want deze zouden tussen het
zaagblad en de zaagtafel kunnen raken, waardoor de machine kan worden beschadigd en er een
gevaarlijke situatie voor de bediener kan ontstaan.
Schakel de machine uit en wacht tot de zaagschijf tot stilstand gekomen is, alvorens het
afvalmateriaal weg te halen.
- Stoot de punten niet tegen metalen voorwerpen.
- Wanneer de snijranden scherpte verliezen, moet het zaagblad onmiddellijk worden geslepen.
- Verwijder de afzettingen vaak van het metalen lichaam en de punten vaak met speciale in de handel
verkrijgbare middelen. Laat het zaagblad weken, en maak het vervolgens schoon met een borstel. Gebruik
geen metalen borstels.
- Denk er bij het kiezen van de tanding aan dat het voor een goede zaagsnede noodzakelijk is dat er minstens
2-3 tanden tegelijkertijd werken (A afb. 6.4). Wanneer er slechts één tand werkt (B afb. 6.4) verkrijgt men
geen goede zaagsnede.
- Het is bovendien van belang dat het zaagblad wordt opgetild, wanneer dat mogelijk is, totdat de hele
snijrand van de tand uit de dikte van het hout steekt.
Afb. 6.4
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN SCM INDUSTRIA S.P.A - IEDERE REPRODUCTIE OOK GEDEELTELIJK IS VERBODEN Cap. 6 Pag. 5/6