Zorgpad totale heup - Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Zorgpad totale heup - Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Zorgpad totale heup - Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Orthopedie<br />
<strong>Zorgpad</strong> <strong>totale</strong> <strong>heup</strong> (<strong>heup</strong>operatie)<br />
Inleiding<br />
U bent bij de orthopedisch chirurg geweest om uw klachten te bespreken en te<br />
laten onderzoeken. U bent met de orthopedisch chirurg overeengekomen dat het<br />
plaatsen van een kunst<strong>heup</strong>gewricht een goede oplossing is voor het verminderen<br />
van uw klachten. In deze folder wordt beschreven hoe het gehele traject van een<br />
<strong>totale</strong> <strong>heup</strong>operatie, ook wel zorgpad <strong>heup</strong> genoemd verloopt.<br />
Wij adviseren u deze brochure zorgvuldig door te lezen en mee te nemen bij uw<br />
opname.<br />
Inhoudsopgave.<br />
1. Voorbereiding op uw opname en revalidatie<br />
2. Een <strong>totale</strong> <strong>heup</strong>prothese<br />
3. Verpleegafdeling D1<br />
4. Opname en verblijf.<br />
5. Weer thuis<br />
6. Richtlijnen, houding en oefeningen.<br />
Wij wensen u veel succes bij de voorbereiding, de herstelperiode en met uw<br />
revalidatie !<br />
1/22
1. VOORBEREIDING OP UW OPNAME EN REVALIDATIE<br />
Medische voorbereiding<br />
De orthopedisch chirurg beoordeelt tijdens het consult uw ziektegeschiedenis en<br />
uw lichamelijke conditie. Het kan zijn dat aanvullend onderzoek door de internist<br />
of cardioloog noodzakelijk is.<br />
Voor de operatie krijgt u een afspraak bij de anesthesioloog, apothekersassistente<br />
en de verpleegkundige.<br />
De anesthesioloog<br />
De anesthesioloog beschikt over uw medische gegevens, uw medicijnlijst,<br />
laboratoriumgegevens en een eventueel hartfilmpje. Op basis van deze gegevens<br />
bepaalt de anesthesioloog tijdens uw bezoek of u in een goede conditie bent voor<br />
de operatie van de <strong>heup</strong>.<br />
De apothekersassistente.<br />
Als U medicijnen gebruikt gaat u langs bij de apothekersassistente, zij bekijkt<br />
samen met u de medicatie.<br />
De verpleegkundige<br />
In het gesprek met de verpleegkundige komt de verzorging en behandeling tijdens<br />
uw opname in het ziekenhuis aan bod. Verder gaat het gesprek over de situatie bij<br />
u thuis en welke zorg u daar nog nodig heeft bij ontslag. Natuurlijk hebt u ook alle<br />
gelegenheid om vragen te stellen.<br />
Opnameplanning<br />
Planning van de opnamedatum,instructie en voorlichtingsmiddag.<br />
Als de orthopedisch chirurg met u heeft vastgesteld dat u geopereerd zult worden,<br />
gaan uw gegevens naar de afdeling opname. Een medewerker van de afdeling<br />
opname maakt alle afspraken voor u en deze krijgt u op papier toegestuurd, hierop<br />
staat ook de opnamedatum en de data voor instructie- en voorlichtingsbijeenkomst.<br />
De secretaresse van de anesthesioloog zal u ook bellen voor een afspraak.<br />
De oproep<br />
Een medewerker van de afdeling opname neemt de donderdag voor<br />
opnamedatum nog een keer telefonisch contact met u op. U krijgt dan een<br />
bevestiging van uw opnamedatum en op welk tijdstip u wordt verwacht. Verder<br />
krijgt u informatie over wat u mag eten en drinken op de dag van opname.<br />
Informatie en vragen over opname<br />
Als u kort voor opname een infectie hebt doorgemaakt, wilt u dit dan melden bij de<br />
afdeling opname. Een recente opname in een ander (buitenlands) ziekenhuis, of<br />
als u in contact komt met varkens of vleeskalveren moet u ook melden. Dit kunnen<br />
redenen zijn om uw operatie uit te stellen. Ook als u vragen heeft over de<br />
opnamedatum kunt u de afdeling opname bellen.<br />
In de brochure 'Opname en verblijf' vindt u uitgebreide informatie en handige tips<br />
over het verblijf in het SKB.<br />
2/22
Voorlichting en instructiebijeenkomst.<br />
Het is raadzaam om hierbij samen met uw coach aanwezig te zijn. Tijdens deze<br />
bijeenkomsten hoort u wat er van u en uw coach verwacht wordt en welke<br />
voorbereidingen u kunt treffen.<br />
De middag begint met een instructie. De fysiotherapeut geeft u oefeningen en<br />
adviezen en leert u lopen met elleboogkrukken. Aansluitend begint de<br />
voorlichtingsbijeenkomst. U krijgt informatie van de verpleegkundige, orthopedisch<br />
chirurg, anesthesioloog en fysiotherapeut, over de behandeling, verblijf in het<br />
ziekenhuis en de revalidatieperiode. Bovendien kunt u er andere patiënten<br />
ontmoeten die een soortelijke <strong>heup</strong>operatie zullen ondergaan. Er is ruim<br />
gelegenheid om vragen te stellen.<br />
Neemt u vooral deze informatiemap en uw elleboogkrukken mee. De instructie<br />
duurt een half uur, de voorlichting anderhalf uur. U bent in totaal van 14.30 tot<br />
16.45 uur in het ziekenhuis.<br />
De coach<br />
U zult merken dat u steun heeft aan eventuele groepsgenoten, maar het<br />
allermeeste heeft u aan iemand uit uw eigen omgeving. Wij noemen deze persoon<br />
uw coach, die u ondersteunt bij uw oefeningen en activiteiten. Uw echtgenoot,<br />
partner, of iemand uit uw naaste omgeving kan de rol van coach op zich nemen.<br />
Zoals u hiervoor al las, zal de coach u begeleiden en stimuleren tijdens uw<br />
voorbereiding op de operatie en uw verblijf in het ziekenhuis. Ook als u weer thuis<br />
bent zult u op verschillende momenten een beroep moeten doen op uw coach.<br />
Indien u een coach heeft, wordt deze op de volgende dagen en tijden verwacht:<br />
Dag 2 na operatie vanaf 14.00 uur<br />
Dag 3 na operatie vanaf 14.00 uur<br />
Ontslagdag vanaf 10.00 uur<br />
Na de operatie neemt de verpleegkundige telefonisch contact op met de coach en<br />
zal afspreken wanneer hij of zij het beste op bezoek kan komen.<br />
Indien er geen mogelijkheid is voor een coach, kan er hulp voor thuis ingezet<br />
worden. De nazorgmogelijkheden worden besproken in het gesprek voorafgaand<br />
aan de opname, met de verpleegkundige. Indien er nazorg nodig is, wordt dit<br />
tijdens opname na de operatie met u besproken en ingezet.<br />
Voorbereiding thuis<br />
Een goede voorbereiding is belangrijk om uw operatie en herstelperiode zo goed<br />
mogelijk te laten verlopen. U kunt daar vóór de operatie ook al aan werken. U kunt<br />
maatregelen treffen in uw huis, de oefeningen doornemen en vast kijken welke<br />
bewegingen u na de operatie niet meer moet maken. Het kan zijn dat dit gevolgen<br />
heeft voor de inrichting van uw huis en manier van bewegen. In hoofdstuk 7 staan<br />
hiervoor adviezen en oefeningen. In uw huis kunt u vóór uw operatie al voorzorgen<br />
nemen die uw thuiskomst na de operatie gemakkelijker en veiliger maken.<br />
Waarom zijn deze maatregelen nodig?<br />
De wond in het gewrichtskapsel heeft ongeveer twaalf weken nodig om goed te<br />
genezen en zijn oude sterkte weer terug te krijgen. Om te voorkomen dat het<br />
kapsel teveel oprekt en de <strong>heup</strong> zelfs uit de kom zou kunnen schieten moet u in de<br />
herstelperiode voorzichtig zijn met bepaalde bewegingen en houdingen.<br />
3/22
Maatregelen vóór uw opname<br />
• Voorkom dat uw lies en het operatiegebied - uw bovenbeen - wondjes of irritaties<br />
vertonen voordat u geopereerd wordt.<br />
• Denkt u dat u een infectie doormaakt vóór opname, wilt u dit dan melden aan de<br />
afdeling opname.<br />
Bij een infectie kunt u bijvoorbeeld denken aan een blaasontsteking of<br />
keelontsteking. De orthopedisch chirurg zal uiteindelijk beslissen of de operatie<br />
bij u door kan gaan.<br />
• Als u pijnstillers gebruikt, kunt u deze tot aan de operatiedag blijven gebruiken.<br />
Als u antistolling gebruikt in de vorm van tabletten of poeders, meldt u dit dan aan<br />
de anasthesioloog. Meestal dient u ruime tijd voor de operatie te stoppen met het<br />
innemen van bloedverdunnende middelen. De anaesthesioloog spreekt dit met u<br />
af. Wilt u zelf de trombosedienst hierover informeren.<br />
• Na de operatie zult u enige tijd met elleboogkrukken moeten lopen. U moet de<br />
elleboogkrukken meenemen bij uw opname. Als u lid bent van een<br />
thuiszorgorganisatie, kunt u de krukken lenen.<br />
• Loopt u al met een rollator dan brengt u uw eigen rollator mee.<br />
Aanpassingen in uw woning<br />
Uw thuisrevalidatie wordt gemakkelijker als u uw huis van te voren aanpast, u kunt<br />
zelf het beste inschatten wat op uw situatie van toepassing is.<br />
Looppaden<br />
• Verwijder losse kleden om struikelen te voorkomen.<br />
• Leg eventueel een antislipmat onder het kleed.<br />
• Zorg dat de overgang tussen verschillende soorten vloerbedekking zo gelijkmatig<br />
en veilig mogelijk is, zodat u niet struikelt.<br />
Trappen<br />
• Trapleuningen moeten goed verankerd zijn aan één of beide zijden van de trap.<br />
• Trapbekleding moet veilig en vlak liggen.<br />
Meubels<br />
• Meubels moeten uw looppad niet versperren en er moet voldoende ruimte zijn<br />
om met elleboogkrukken te lopen.<br />
• De stoel waar u in zit, moet aan de volgende eisen voldoen:<br />
- u zit met uw <strong>heup</strong>en en knieën in een rechte hoek (90˚)<br />
- een vlakke en stevige zitting, waarin u niet teveel kunt wegzakken<br />
- een hoge rugleuning en twee armleuningen voor voldoende steun<br />
• Een te laag bed kunt u op klossen zetten (te lenen bij de thuiszorg) of op<br />
omgekeerde bierkratjes.<br />
Toilet en douche<br />
Uw toiletpot moet de juiste hoogte hebben zodat uw <strong>heup</strong> niet te ver buigt. U kunt<br />
een toiletverhoger of een toiletstoel kopen of huren bij de thuiszorgwinkel.<br />
Huishoudelijke activiteiten<br />
Het is handig om de spullen die u vaak gebruikt, bijvoorbeeld in de keuken, tussen<br />
<strong>heup</strong>- en schouderhoogte neer te zetten. Hiermee voorkomt u onnodig bukken of<br />
reiken.<br />
4/22
Aanschaf van hulpmiddelen<br />
Er is een aantal hulpmiddelen waar u na ontslag uit het ziekenhuis gebruik van<br />
kunt maken. De meeste hulpmiddelen zijn te koop of te leen te krijgen bij de<br />
thuiszorgwinkel, zoals:<br />
• Helping Hand, hiermee kunt u kleine voorwerpen oprapen zonder te hoeven<br />
bukken.<br />
• Lange schoenlepel, zodat u de schoenen zelf kunt aantrekken; als de<br />
schoenlepel aan de bovenzijde voorzien is van een haak dan kunt u deze ook<br />
gebruiken om bijvoorbeeld uw onderbroek op te trekken.<br />
• Klossen om eventueel een laag bed te verhogen.<br />
• Toiletstoel, als u geen toilet op de slaapverdieping heeft.<br />
• Toiletverhoger, waarmee u een te laag toilet tijdelijk op een goede hoogte kunt<br />
brengen.<br />
• Beugels, voor aan de muur in het toilet en in de doucheruimte.<br />
• Douchestoel of douchekruk<br />
• Twee beugels aan weerskanten van het toilet geven u extra steun bij het opstaan<br />
van het toilet. Bij een doe-het-zelfwinkel kunt u deze kopen.<br />
• Douchen verdient de voorkeur boven het gebruik van een bad, omdat baden<br />
teveel buigen in de <strong>heup</strong> vereist.<br />
• Een antislipmat in de douchebak voorkomt uitglijden en geeft stabiliteit.<br />
• U kunt een beugel aan de muur bevestigen als er een hoge instap is naar de<br />
douche. U vindt dan steun bij het instappen.<br />
5/22
2. EEN TOTALE HEUPPROTHESE<br />
Een gezond <strong>heup</strong>gewricht<br />
Het <strong>heup</strong>gewricht is een kogelgewricht dat bestaat uit de<br />
<strong>heup</strong>kop en de <strong>heup</strong>kom. De kop en de kom passen precies in<br />
elkaar (tekening) en kunnen naar alle kanten draaien.<br />
De gewrichtsvlakken van de kom en de kop zijn bekleed met een<br />
laag kraakbeen. Dit heeft een schok-dempende functie. Tussen<br />
de gewrichtsvlakken zit een soort smeervloeistof, hierdoor kan<br />
het gewricht soepel bewegen. De kop en de kom worden bij<br />
elkaar gehouden door een gewrichtskapsel en gewrichtsbanden.<br />
Gewrichtsslijtage<br />
Bij gewrichtsslijtage, artrose, wordt het kraakbeen-oppervlak van<br />
het gewricht aangetast. De kraakbeen-laag kan uiteindelijk zo<br />
beschadigd zijn dat de gewrichtsvlakken niet soepel langs elkaar<br />
kunnen glijden. U zult merken dat het bewegen van uw <strong>heup</strong> moeilijker gaat en dat<br />
u pijnklachten krijgt.<br />
Als u pijn heeft voelt u dat meestal in de liesstreek, vooral als u vanuit een stoel<br />
opstaat. Dit noemen we startpijn. Pijnklachten zijn de belangrijkste reden om te<br />
kiezen voor een <strong>heup</strong>operatie. Als u in beweging blijft, zult u merken dat de<br />
klachten verminderen. Bij toenemende slijtage krijgt u meer klachten en kunt u er<br />
tijdens uw nachtrust last van hebben.<br />
Een nieuw <strong>heup</strong>gewricht<br />
Er zijn twee operatiemogelijkheden voor het plaatsen van een nieuwe <strong>heup</strong>. De<br />
eerste mogelijkheid heet een hybride <strong>totale</strong> <strong>heup</strong> en de tweede mogelijkheid heet<br />
een ingroei <strong>totale</strong> <strong>heup</strong>.<br />
Bij de hybride <strong>totale</strong> <strong>heup</strong> wordt de steel met<br />
zogenaamd botcement bevestigd. De ingroei<br />
<strong>totale</strong> <strong>heup</strong> wordt zonder botcement bevestigd.<br />
De naam zegt het al: de <strong>heup</strong> moet vanzelf<br />
ingroeien. De keuze voor één van deze operaties<br />
wordt samen met u bepaald. Uw orthopedisch<br />
chirurg zal u uitleggen wat de effecten voor u zijn.<br />
Uw leeftijd en de mogelijke belasting van het<br />
<strong>heup</strong>gewricht spelen hierbij een rol. Onze ervaring<br />
is dat de meeste <strong>heup</strong>operaties succesvol<br />
verlopen. Patiënten merken dat de pijn<br />
grotendeels is verdwenen. Enkele maanden na de<br />
operatie bewegen patiënten zich beter dan ervoor.<br />
U kunt zich voorstellen dat lopen, fietsen, autorijden, zwemmen en dergelijke<br />
gemakkelijker gaan. Een kunst<strong>heup</strong> kan zware schokken en overmatige belasting<br />
niet goed opvangen. Bewegingen zoals springen en langdurige bergwandelingen<br />
worden daarom afgeraden. In overleg met uw arts en fysiotherapeut kunt u<br />
bespreken welke sporten geschikt voor u zijn.<br />
6/22
Anesthesie tijdens de operatie<br />
De meeste patiënten ondergaan deze operatie met een ruggenprikverdoving.<br />
Het heeft veel voordelen ten opzichte van een algehele narcose. Een ruggenprik is<br />
een plaatselijke verdoving waarbij een zeer dun slangetje ingebracht wordt in uw<br />
rug om de verdoving en pijnstilling te geven. U kunt tijdens de verdoving uw benen<br />
niet bewegen. Een aantal uren na de operatie, begint het gevoel in uw benen weer<br />
terug te komen. De meeste patiënten ervaren het plaatsen van de ruggenprik niet<br />
als pijnlijk.<br />
Of u tijdens de operatie wakker bent of slaapt bespreekt u met uw anesthesioloog.<br />
In de folder 'Uw operatie en anesthesie' leest u meer over anesthesie en de<br />
ruggenprik.<br />
Risico’s en mogelijke complicaties<br />
Net als bij andere operaties zijn ook aan deze operatie risico’s verbonden en<br />
bestaat er een kans op complicaties. Deze komen zelden voor en uw orthopedisch<br />
chirurg en alle anderen die betrokken zijn bij uw verzorging, zullen er alles aan<br />
doen om deze complicaties te voorkomen. Mogelijke risico’s en complicaties zijn:<br />
Heupluxatie<br />
Bij een <strong>heup</strong>luxatie is de <strong>heup</strong>kop uit de <strong>heup</strong>kom geschoten. Een <strong>heup</strong>luxatie kan<br />
direct na de operatie optreden, maar ook nog na weken, maanden, of zelfs vele<br />
jaren na de operatie. U verkleint de kans op een <strong>heup</strong>luxatie als u zorgvuldig de<br />
richlijnen en oefeningen opvolgt die u zijn voorgeschreven.<br />
Infectie<br />
Een zeer klein percentage van alle patiënten die een nieuw gewricht krijgen loopt<br />
een infectie op. In deze situatie is een intensieve behandeling met medicijnen<br />
nodig.<br />
Loslaten<br />
Een kunst<strong>heup</strong> kan, na tien tot ongeveer vijftien jaar, los gaan zitten. Dit gaat bijna<br />
altijd gepaard met pijn. Meestal moet de prothese dan vervangen worden door een<br />
nieuwe <strong>heup</strong>prothese.<br />
Beenlengte<br />
Na de operatie bestaat er een kleine kans op een beenlengteverschil.<br />
Anesthesie<br />
Bij de anesthesie kunnen complicaties voorkomen. Hebt u in het verleden<br />
complicaties ervaren met verdoving, breng dan uw anesthesioloog op de hoogte.<br />
Trombose<br />
Iedere operatiepatiënt heeft een verhoogde kans op trombose. Dit betekent dat er<br />
in de bloedbaan een stolsel wordt gevormd. Om trombose te voorkomen krijgt u tot<br />
4 weken na de operaties eenmaal per dag een injectie. Dit is geen 100% garantie<br />
dat trombose niet voorkomt.<br />
7/22
3. VERPLEEGAFDELING D1<br />
Afdeling D1<br />
U wordt opgenomen op verpleegafdeling D1. Deze afdeling heeft 48 bedden,<br />
verdeeld over drie gangen. U verblijft tijdens uw opname op deze afdeling. Uw<br />
hoofdbehandelaar is de orthopedisch chirurg. Als het nodig is worden andere<br />
specialisten als medebehandelaar gevraagd.<br />
Wie ontmoet u op afdeling D1<br />
Op D1 werkt een team van verpleegkundigen. Zij zijn verantwoordelijk voor de zorg<br />
tijdens uw verblijf in het ziekenhuis. De verpleegkundige fungeert als een schakel<br />
tussen u, de orthopedisch chirurg en andere disciplines, zoals de fysiotherapeut.<br />
We streven ernaar dat u zoveel mogelijk door dezelfde verpleegkundigen wordt<br />
verzorgd.<br />
Naast verpleegkundigen, verpleegkundigen in opleiding, stagiaires, orthopeden en<br />
fysiotherapeuten ontmoet u nog andere medewerkers.<br />
De zorgassistentes zorgen voor uw maaltijden en drinken. Bovendien houden zij<br />
uw kamer schoon.<br />
De afdelingssecretaresse verzorgt een groot deel van de administratie rondom uw<br />
opname.<br />
Bereikbaarheid verpleegkundige D1<br />
Als u een vraag, opmerking of klacht heeft kunt u altijd een verpleegkundige<br />
aanspreken.<br />
Het telefoonnummer van afdeling D1 is 0543 54 45 11.<br />
De huiskamer<br />
U en uw eventuele groepsgenoten kunnen gebruik maken van een<br />
patiëntenslaapkamer en een huiskamer. Vanaf de dag na de operatie verblijft u het<br />
grootste deel van de tijd in de huiskamer. Deze ruimte is ingericht met vier speciale<br />
stoelen. Zij bieden u een goed zit- en ligcomfort en zijn gemakkelijk verstelbaar.<br />
Als het mogelijk is, traint u in groepsverband zodat u snel weer op de been bent.<br />
Op de momenten dat u geen bezigheden heeft kunt u de oefeningen die u<br />
gekregen heeft herhalen. Het beste kunt u dit samen met uw coach te doen.<br />
Bezoek<br />
Bezoek van familie en vrienden betekent vaak een aangename onderbreking van<br />
uw dag. Toch kan bezoek erg vermoeiend zijn voor u en uw medepatiënten. Op de<br />
patiëntenkamers mogen daarom niet meer dan twee personen per patiënt<br />
aanwezig zijn.<br />
8/22
4. OPNAME EN VERBLIJF<br />
Opname<br />
Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis maakt u deel uit van een druk programma.<br />
Hieronder leest u wat u kunt verwachten.<br />
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis<br />
Aangezien u een actief revalidatieprogramma gaat volgen, is het raadzaam<br />
comfortabele kleding te dragen, die goed wasbaar is. Uw bovenbeen is na de<br />
operatie wat dikker dan normaal. En omdat de wond kan nalekken, zit er een<br />
verband op. Wat u verder nodig heeft, verschilt van persoon tot persoon. Dit lijstje<br />
is een aanvulling op de lijst die u in de brochure ‘Opname en verblijf’ vindt.<br />
1. goed ingelopen stevige schoenen<br />
2. gemakkelijk zittende en wasbare kleding<br />
3. elleboogkrukken of uw eigen rollator<br />
4. deze voorlichtingsbrochure<br />
Waar meldt u zich voor opname<br />
Op de afgesproken dag en tijdstip moet u zich melden bij afdeling D1, op de eerste<br />
verdieping. U heeft van te voren bericht gekregen over het tijdstip, waarop u<br />
verwacht wordt.<br />
Bij aankomst op verpleegafdeling D1 wacht een verpleegkundige u op en maakt u<br />
wegwijs op de afdeling. Deze verpleegkundige helpt u ook met de voorbereiding op<br />
de operatie.<br />
De voorbereiding op de operatie<br />
Uw bloeddruk en uw lichaamstemperatuur worden gemeten en uw polsslag geteld.<br />
U krijgt operatiekleding aan en medicijnen tegen pijn zodat die alvast kunnen<br />
inwerken. Verder krijgt u een medicijn waar u slaperig van wordt.<br />
Tijdens de operatie mag u geen contactlenzen of sieraden dragen. Uw bril kunt u<br />
ophouden en een gebitsprothese kan blijven zitten, net zoals een hoorapparaat.<br />
Eventuele piercings moet u verwijderen. U hebt van tevoren gehoord of u deze<br />
ochtend thuis nog iets mag eten en drinken. In de loop van de dag ontmoet u<br />
eventueel de andere patiënten die aan hun <strong>heup</strong> zijn geopereerd, uw<br />
groepsgenoten.<br />
De meeste patiënten die deze operatie ondergaan krijgen een verdoving via een<br />
ruggenprik.<br />
De verpleegkundige brengt een blaaskatheter in uw blaas in, die de volgende dag<br />
wordt de verwijderd.<br />
Het inbrengen van de blaaskatheter is meestal niet pijnlijk, maar kan een<br />
onaangenaam gevoel geven. Bij mannen wordt de blaaskatheter ingebracht op de<br />
operatiekamer als de verdoving is ingewerkt.<br />
Tenslotte vraagt de verpleegkundige u om zelf een pijl te zetten richting de <strong>heup</strong><br />
waaraan u wordt geopereerd.<br />
Patiëntveiligheid<br />
Ter verhoging van de patiëntveiligheid vragen onze medewerkers regelmatig naar<br />
uw naam en geboortedatum. Daarnaast wordt rondom de operatie meerdere malen<br />
een checklist afgewerkt, waarbij men nagaat of alle gegevens juist zijn en of alle<br />
handelingen zijn uitgevoerd. Ook bij de overdracht van de operatieafdeling naar de<br />
verpleegafdeling vindt deze controle plaats.<br />
9/22
De operatie<br />
De verpleegkundige krijgt bericht wanneer u op de operatiekamer verwacht wordt.<br />
U wordt op uw bed naar de voorbereidingskamer gereden. Deze kamer bevindt<br />
zich in het operatiekamercomplex. Nadat u een infuus heeft gekregen zal de<br />
anesthesioloog de verdoving toedienen.<br />
Vervolgens wordt u op de operatietafel gelegd. Tijdens de operatie wordt het<br />
aangetaste gewricht vervangen door een kunstgewricht. De operatie duurt<br />
ongeveer anderhalf uur.<br />
Na de operatie<br />
Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Daar verblijft u één à twee<br />
uur, afhankelijk van hoe u zich voelt. Daarna halen verpleegkundigen u op en<br />
brengen u naar afdeling D1. U hebt dan nog een infuus, een blaaskatheter en twee<br />
drains. Via het infuus krijgt u vocht en een antibioticum. De blaaskatheter zorgt<br />
voor de afvoer van urine.<br />
De drains zijn slangetjes die aan een opvangpot bevestigd zijn. Via de drains wordt<br />
het wondvocht afgevoerd. Een verpleegkundige komt regelmatig vragen hoe u zich<br />
voelt, en controleert uw bloeddruk, polsslag, lichaamstemperatuur, de<br />
operatiewond en de hoeveelheid vocht die door de drains wordt afgevoerd. De<br />
verpleegkundige vraagt u of u pijn heeft en in welke mate dat is. Hiervoor wordt<br />
een scorekaartje gebruikt, de zogenaamde pijnmeter. Deze controles zullen de<br />
dagen na de operatie regelmatig uitgevoerd worden, maar steeds minder vaak. De<br />
verpleegkundige zal met u controleren of het gevoel in uw benen terug komt. Als u<br />
weer op afdeling D1 bent krijgt u de mogelijkheid om naar uw coach of<br />
contactpersoon te bellen. Afhankelijk van hoe u zich voelt mag u weer normaal<br />
eten.<br />
In de loop van de operatiedag ontmoet u eventueel uw groepsgenoten. ‘s Avonds<br />
zal een verpleegkundige het programma van de volgende dag met u bespreken. In<br />
de programma’s van de volgende dagen zullen veel activiteiten in groepsverband<br />
uitgevoerd worden. Als het nodig is zullen de activiteiten individueel plaatsvinden.<br />
Het is de bedoeling dat u in de loop van de dagen zoveel mogelijk zelf gaat doen.<br />
U kunt zich dan redden als u naar huis gaat.<br />
Medicijnen<br />
Vanaf de operatiedag tot vier weken na de operatie krijgt u een aantal medicijnen<br />
voorgeschreven. Ze zijn vooral om pijn, infectie, verkalking en trombose te<br />
voorkomen.<br />
• Om trombose te voorkomen krijgt u tot vier weken na uw operatie medicijnen.<br />
Tijdens uw verblijf krijgt u informatie en instructie over het injecteren van dit<br />
medicijn. Het is de bedoeling dat u dit zelf leert.<br />
• Kalkaanslag rondom uw nieuwe <strong>heup</strong> is niet wenselijk. U krijgt daarom<br />
gedurende uw opname twee keer per dag twee capsules, die dat moeten<br />
voorkomen.<br />
• De kans op een ontsteking moet zo klein mogelijk zijn. U krijgt daarom<br />
gedurende 24 uur na de operatie een antibioticum toegediend.<br />
• Afhankelijk van hoe u zich voelt kunt u pijnstillers krijgen en een medicijn om<br />
misselijkheid te voorkomen.<br />
10/22
De dagen na de operatie<br />
De dagen na de operatie zullen de volgende dagindeling hebben:<br />
07.00 tot 08.00 uur ontbijt, medicijnen, temperatuur, pols<br />
08.00 tot 10.30 uur persoonlijke verzorging<br />
uit bed en in de stoel<br />
09.30 tot 10.30 uur koffie- en thee<br />
10.30 tot 11.30 uur oefeningen met fysiotherapeut<br />
12.00 tot 12.30 uur lunch, medicijnen<br />
12.30 tot 14.00 uur rust, half uur plat liggen op bed<br />
14.00 tot 14.30 uur controles en medicijnen<br />
14.00 tot 17.00 uur aanwezigheid coach<br />
14.00 tot 15.00 uur oefeningen met fysiotherapeut,<br />
15.00 tot 15.15 uur koffie- en thee<br />
15.30 tot 16.30 uur bezoekuur<br />
17.00 tot 18.00 uur instructie injecteren (spuiten) van de medicijnen, behalve de<br />
derde dag na de operatie, dan vindt het ontslaggesprek<br />
plaats en instructie wondverzorging voor de coach.<br />
17.00 tot 17.30 uur warme maaltijd, medicijnen<br />
17.30 tot 18.30 uur rust, half uur plat liggen<br />
18.45 tot 19.45 uur bezoekuur<br />
20.30 tot 21.00 uur koffie- en thee, doornemen van de volgende dag<br />
21.00 tot 22.30 uur persoonlijke verzorging, controles en medicijnen<br />
22.30 tot 07.00 uur nachtrust, de verpleegkundige komt 's nachts enkele keren<br />
langs en voert zo nodig enkele controles uit<br />
Dag 1 na de operatie<br />
We noemen de dag na de operatie dag 1. De eerste dag na de operatie zal in het<br />
teken staan van een rustige revalidatie. Deze dag wordt uw bloed geprikt, uw<br />
blaaskatheter verwijderd en in overleg met de orthopedisch chirurg wordt één van<br />
uw drains verwijderd. Uw wond is afgedekt met een speciaal verband, dat enkele<br />
dagen blijft zitten. Het hangt van de uitslag van uw bloedonderzoek af, of uw infuus<br />
wordt verwijderd. Na een controleröntgenfoto begint uw revalidatie. Een<br />
fysiotherapeut begeleidt u hierbij. U gaat vanuit uw bed naar een comfortabele<br />
stoel en zet hierbij uw eerste stappen. U draagt gemakkelijke kleding.<br />
Dag 2 na de operatie<br />
De tweede dag begint een actieve revalidatie. U verblijft het grootste gedeelte van<br />
de dag in de huiskamer. Met de fysiotherapeut doet u loopoefeningen. Uw coach is<br />
er vanaf 14.00.<br />
Tijdens de visite van de orthopedisch chirurg, wordt in overleg met u, de<br />
verpleegkundige en de fysiotherapeut de ontslagdatum bepaalt.<br />
Dag 3 na de operatie<br />
De derde dag begint u al aan de voorbereiding op uw ontslag. Deze dag zal<br />
opnieuw bloed geprikt worden en de laatste drain verwijderd worden. Deze dag zult<br />
u zoveel mogelijk zelf doen. Uw coach is er vanaf 14.00 om u te ondersteunen bij<br />
het lopen met elleboogkrukken, toiletbezoek en traplopen.<br />
Deze middag is er ook een gesprek over hoe u de zorg heeft ervaren. U krijgt een<br />
instructie van de wondverzorging, samen met uw coach. De richtlijnen en<br />
adviezen voor thuis worden met u doorgenomen evenals de papieren die u mee<br />
naar huis krijgt.<br />
11/22
Dag van ontslag<br />
De verpleegkundige verwijderd het verband. U kunt de wond met behulp van een<br />
spiegel bekijken, als u dit wenst. De verpleegkundige bedekt de wond weer met<br />
een schoon verband.<br />
U ontvangt 's ochtends de laatste instructies en oefeningen van de fysiotherapie in<br />
het bijzijn van uw eventuele coach. U kunt nog een kop koffie of thee drinken,<br />
waarna u in de loop van de ochtend naar huis gaat. Van de verpleegkundige krijgt<br />
u de afspraakkaart met de datum om de hechtingen veertien dagen na de operatie<br />
te laten verwijderen door uw huisarts en een vervolgafspraak bij de orthopedisch<br />
chirurg. Deze vervolgafspraak zal ongeveer zes weken na uw ontslag uit het<br />
ziekenhuis zijn. Tijdens deze afspraak wordt er nog een controlefoto van uw <strong>heup</strong><br />
gemaakt.<br />
Daarnaast krijgt u een machtiging voor uw eigen fysiotherapeut mee. U krijgt een<br />
overdrachtformulier mee voor de fysiotherapeut die u thuis begeleidt. Deze<br />
afspraak met de fysiotherapeut moet u zelf maken.<br />
De medicijnen waar u thuis mee doorgaat en eventueel wondverband, worden door<br />
de apothekersassistent van de <strong>Beatrix</strong>apotheek bij u op de afdeling gebracht<br />
voordat u met ontslag gaat.<br />
Wanneer kunt naar huis<br />
Als u naar huis gaat is het belangrijk dat u zelfstandig:<br />
• in en uit bed kunt komen<br />
• in en uit een stoel kunt komen<br />
• in uw toilet- en douchebehoeften kunt voorzien<br />
• kunt lopen met behulp van een loophulpmiddel<br />
• de trap op- en af kunt lopen met behulp van een loophulpmiddel (als u een trap in<br />
huis moet gebruiken).<br />
12/22
5. WEER THUIS<br />
Huisarts<br />
De assistente van de huisarts verwijdert de hechtingen. U moet hiervoor een<br />
afspraak maken, zodat twee weken na de operatie de hechtingen verwijderd<br />
kunnen worden. Verder ontvangt uw huisarts van de orthopedisch chirurg een<br />
ontslagbrief. Daarin staat een verslag van uw behandeling in het ziekenhuis, uw<br />
toestand bij ontslag en de eventuele noodzakelijke nazorg.<br />
Problemen, pijn, koorts<br />
Hieronder vindt u een aantal signalen die kunnen duiden op een mogelijke<br />
complicatie van uw nieuwe <strong>heup</strong>.<br />
• 38,5˚C koorts of hoger<br />
• abnormale roodheid, warmte of vochtafscheiding van de wond<br />
• meer pijn in uw <strong>heup</strong> die niet wordt verlicht door pijnstillers<br />
• meer pijn of zwelling van uw kuit<br />
Binnen 24 uur na ontslag kunt u contact opnemen met de SEH van het SKB.<br />
Nadien kunt u contact opnemen met uw huisarts als u meent dat er een probleem<br />
is of als u last heeft van een van de volgende symptomen:<br />
Controle bij de orthopedisch chirurg<br />
Zes weken na de operatie komt u op controle bij de orthopedisch chirurg. De<br />
verpleegkundige geeft u een afspraak mee voor zowel de controlefoto als voor uw<br />
afspraak met de orthopedisch chirurg.<br />
Verwijzing fysiotherapie<br />
U hebt van de verpleegkundige een verwijsbrief ontvangen voor fysiotherapie. U<br />
kunt zelf contact opnemen met een fysiotherapiepraktijk bij u in de buurt voor een<br />
afspraak. Bij de eerste afspraak geeft u de verwijsbrief en overdrachtsformulier van<br />
de ziekenhuistherapeut af aan uw eigen fysiotherapeut.<br />
Seksualiteit<br />
Zodra u er behoefte aan heeft kunt u weer seksueel actief zijn. Laat uw partner een<br />
actieve rol spelen. Waarschijnlijk zijn bepaalde houdingen comfortabeler dan<br />
andere. Uw fysiotherapeut, orthopedisch chirurg of verpleegkundige kunnen<br />
eventuele vragen beantwoorden.<br />
Fietsen en autorijden<br />
Als u een <strong>totale</strong> <strong>heup</strong> heeft gekregen, mag u zes weken na de operatie beginnen<br />
met fietsen. Begin hier niet eerder mee voordat u veilig kunt op- en afstappen. Zorg<br />
ervoor dat het zadel goed hoog staat zodat u de <strong>heup</strong> niet te ver hoeft te buigen.<br />
Bovendien moet u goed zonder hulpmiddel kunnen lopen.<br />
Als de hechtingen verwijderd zijn en de wond goed gesloten is, gaat u bij de<br />
fysiotherapie op de hometrainer oefenen.<br />
U mag tot aan de eerste controle (6 weken) geen auto rijden; daarna in overleg<br />
met uw orthopedisch chirurg.<br />
Werkhervatting<br />
Als u nog werkt, begeleidt de bedrijfsarts de terugkeer naar uw werk. Die moet dus<br />
op de hoogte zijn van uw behandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak<br />
soepeler verlopen als u uw bedrijfsarts al vóór de operatie informeert.<br />
13/22
Meer informatie<br />
Het volgende adres is van een belangenorganisatie. Hier kunt u aanvullende<br />
informatie opvragen:<br />
NPCF Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie<br />
Postbus 1539<br />
3500 BM Utrecht<br />
T 030 297 03 03<br />
npcf@npcf.nl<br />
www.npcf.nl<br />
14/22
6. RICHTLIJNEN, HOUDING EN OEFENINGEN<br />
Een vlot en goed herstel staat natuurlijk voorop. Als u zich aan de richtlijnen houdt<br />
en de oefeningen regelmatig uitvoert zult u merken dat u snel vooruit gaat. De<br />
richtlijnen zullen de kans op complicaties verkleinen. Uw conditie, spierkracht en<br />
uithoudingsvermogen zullen ook verbeteren als u de oefeningen doet.<br />
Revalidatie<br />
Bij ontslag loopt u met twee elleboogkrukken of met een looprek. Als u vóór de<br />
operatie een rollator gebruikte, kunt u deze blijven gebruiken.<br />
Als u thuis bent gaat u door met fysiotherapie. Uw fysiotherapeut zal aangeven<br />
wanneer en hoe u het gebruik van de krukken, looprek of rollater kan afbouwen.<br />
Het belasten van de <strong>heup</strong> gaat op geleide van de pijnklachten.<br />
Richtlijnen<br />
Om het herstel zo spoedig mogelijk te laten verlopen moet u zich zeker 3 maanden<br />
aan een aantal leefregels houden. Deze zijn:<br />
1. U mag de geopereerde <strong>heup</strong> niet verder buigen dan 90º. Dat is niet verder dan<br />
een haakse hoek tussen uw bovenlichaam en uw bovenbenen. Dit geldt zowel<br />
liggend, zittend als staand.<br />
2. U mag het geopereerde been niet naar binnen- of naar buiten draaien.<br />
3. U mag het geopereerde been niet over het andere been kruisen; dit geldt zowel<br />
liggend, zittend als staand.<br />
4. Een combinatie van bovengenoemde houdingen<br />
is verboden omdat het een groot risico geeft op luxatie (hoofdstuk vier).<br />
Deze vier regels lijken eenvoudig, maar hebben grote gevolgen voor het dagelijkse<br />
leven. Denkt u maar aan gaan zitten en opstaan. En ook: hoe komt u in de auto;<br />
hoe bukt u; hoe ligt u in bed; hoe heeft u de kasten ingericht en nog veel meer. U<br />
zult merken dat na de operatie alle betrokken hulpverleners u hier steeds op<br />
attenderen.<br />
Weer gaan bewegen<br />
De vaardigheden die hieronder staan vermeld zijn belangrijk bij het voorkomen van<br />
problemen, zoals luxatie van uw nieuwe <strong>heup</strong>gewricht. De fysiotherapeut leert u<br />
deze vaardigheden aan.<br />
In en uit bed gaan, lighoudingen<br />
U leert hoe u op een veilige manier in en uit bed kunt komen. Als u aan de kant van<br />
het geopereerde been op de rand van het bed zit, kunt u gemakkelijk het bed in en<br />
uit gaan. Als dit bij u thuis niet mogelijk is oefent de fysiotherapeut met u andere<br />
manieren. Zorg dat uw bed op de goede hoogte staat, laat het bed eventueel op<br />
klossen zetten. (zie hoofdstuk 3).<br />
• Rugligging is de beste lighouding. Leg uw benen nooit over elkaar, leg ze liever<br />
iets uit elkaar, eventueel met een kussen tussen de benen.<br />
• De eerste zes weken na de operatie mag u niet op de geopereerde zijde liggen.<br />
• Als u thuis op uw niet-geopereerde zijde wilt liggen, leg dan een kussen tussen<br />
uw benen. Het is beter om ook niet op deze zijde te liggen, vanwege gevaar van<br />
luxatie.<br />
• Op de foto’s wordt het rechterbeen, gemarkeerd met een kruis, beschouwd als<br />
het geopereerde been.<br />
15/22
Zitten en opstaan<br />
Zitten<br />
• Gebruik een stevige stoel met armleuningen .<br />
• Ga niet op een te lage stoel of een te zachte bank zitten.<br />
• Gebruik een stoel waarvan de leuning licht achterover staat.<br />
• Leg eventueel een kussen op de zitting.<br />
• Als u achter in de stoel zit, moeten uw bovenbenen goed<br />
ondersteund worden<br />
door de zitting.<br />
• Uw voeten staan ontspannen, plat op de vloer.<br />
• Voorkom dat u de geopereerde <strong>heup</strong> te ver buigt!<br />
• Reik niet te ver naar voren of naar beneden.<br />
• U kunt met uw fysiotherapeut de juiste zithoogte bespreken.<br />
Op foto 2 staat de voet naar buiten. U ziet dat het bovenbeen, de <strong>heup</strong>, naar<br />
binnen gedraaid staat. Dit moet u altijd voorkomen.<br />
Zorg ervoor dat alles wat u nodig denkt te hebben, onder handbereik hebt. Dat wil<br />
zeggen dat u niet naar voren of opzij hoeft te reiken of te bukken. Tip: plaats aan<br />
beide zijden een tafeltje naast uw stoel (3).<br />
2 3<br />
Opstaan<br />
Op foto 4 ziet u een patiënt op de verkeerde manier opstaan. Zij komt te veel met<br />
haar bovenlichaam naar voren en buigt te veel in de rechter <strong>heup</strong>.<br />
Op foto 5 staat de patiënt op een goede manier op. Zij zet eerst het geopereerde<br />
been naar voren en gaat dan staan. Zij zorgt er voor dat haar bovenlichaam niet te<br />
ver naar voren komt en dat zij steun neemt met beide handen.<br />
Gaan zitten gebeurt op dezelfde manier. Eerst zet u het geopereerde been naar<br />
voren, vervolgens pakt u beide leuningen goed vast en gaat u zitten.<br />
4 5<br />
16/22
Lopen met elleboogkrukken<br />
De eerste dag na de operatie komt u ’s morgens uit bed en u gaat op een stoel<br />
zitten. U gebruikt hierbij elleboogkrukken. Bij ontslag loopt u met twee<br />
elleboogkrukken.<br />
1. Zet beide krukken een klein stukje naar voren (6).<br />
2. Het geopereerde been zet u tussen de beide krukken in (7).<br />
3. Het niet geopereerde been zet u een normale pas vooruit, voorbij het<br />
geopereerde been (8).<br />
6 7 8<br />
Bukken en hurken en tillen<br />
U mag niet bukken en niet hurken! Als u toch iets van de grond wilt oprapen zet<br />
dan het geopereerde been naar achteren, steun op het goede been en steun met<br />
de arm op een stevige tafel of stevige stoel. U mag tillen zolang u hierbij maar niet<br />
hoeft te bukken.<br />
Foto 9: De patiënt bukt verkeerd. Zij houdt de benen<br />
bij elkaar waardoor zij te sterk buigt in de<br />
geopereerde <strong>heup</strong>.<br />
Foto 10: De patiënt bukt op de juiste manier.<br />
Het geopereerde been is eerst naar achteren gezet.<br />
De patiënt neemt steun op een stoel of op een kruk<br />
en reikt vervolgens naar de vloer. Hierbij blijft<br />
de rechter <strong>heup</strong> zoveel mogelijk gestrekt.<br />
Hierdoor moet het goede been wel in staat zijn<br />
uw hele gewicht te dragen 10<br />
17/22<br />
9
Traplopen<br />
Zowel bij trap op lopen als bij trap af lopen moet u gebruik maken van een stevige<br />
trapleuning. In beide situaties houdt u de twee krukken in dezelfde hand.<br />
Trap op lopen<br />
1. U zet eerst het niet geopereerde been een tree hoger (11).<br />
2. Zet vervolgens het geopereerde been en de elleboogkruk bij (12).<br />
11 12<br />
Trap af lopen<br />
1. Zet eerst de elleboogkruk een tree lager (13). Kijk goed waar u de kruk neerzet.<br />
2. Zet het geopereerde been een tree lager naast de kruk (14) .<br />
3. Zet daarna het niet geopereerde been ernaast (15).<br />
13 14 15<br />
18/22
In- en uitstappen en zitten in de auto (zie foto’s 16 tot en met 19)<br />
1. Zorg ervoor dat de leuning van de stoel iets achterover is gezet.<br />
2. De stoel staat zover mogelijk naar achteren.<br />
3. Leg een kussentje op de zitting zodat u niet te laag komt te zitten; leg daarop<br />
een plastic zak zodat u gemakkelijk kunt draaien.<br />
4. Als u de auto instapt, gaat u met de rug naar de auto staan (16); u zet het<br />
geopereerde been naar voren (17) en gaat rustig op de stoel zitten (18); buig<br />
de geopereerde <strong>heup</strong> niet te ver (19).<br />
5. Het eerst het linker been in de auto en vervolgens het rechter been.<br />
6. Stap nooit vanaf een stoep in de auto en vanuit de auto op een stoep.<br />
16 17 18 19<br />
Oefeningen<br />
De hier beschreven oefeningen zijn bedoeld als geheugensteun bij het onthouden<br />
van de oefeningen die de fysiotherapeut zal doornemen. Het is niet de bedoeling<br />
dat u op eigen initiatief met nieuwe oefeningen begint. Over het algemeen geldt:<br />
oefen twee keer per dag, bij het oefenen mag u enige rek voelen en er mag gerust<br />
enige vermoeidheid optreden. Forceer echter nooit!<br />
Oefeningen liggend op uw rug<br />
Deze oefeningen zijn belangrijk voor het oprekken van uw spieren, het versterken<br />
van de spieren en het verbeteren van uw conditie.<br />
1<br />
• beweeg de tenen en de voeten op en neer<br />
• houd de benen stil<br />
• regelmatig, minimaal elk uur<br />
2<br />
• beweeg uw knie rustig in de richting van de borst 'been optrekken'<br />
• schuif hierbij uw hak over de onderlaag van het bed<br />
• buig de <strong>heup</strong> niet verder dan 90°, geen haakse hoek<br />
• 5 tot 10 keer herhalen<br />
3<br />
• leg uw been gestrekt neer<br />
• druk uw bovenbeen en uw knieholte naar beneden zodat u de bovenbeenspieren<br />
aanspant<br />
• het niet geopereerde been mag gebogen op het bed staan<br />
• 5 tot 10 keer herhalen<br />
19/22
4<br />
• ga zoveel mogelijk gestrekt liggen<br />
• knijp de billen samen<br />
• 5 tot 10 keer herhalen<br />
5<br />
• spreid uw geopereerde been naar buiten<br />
• uw tenen blijven omhoog wijzen<br />
• schuif hierbij met de hak over het bed<br />
• 5 keer herhalen<br />
6<br />
• lig twee keer per dag plat op uw rug<br />
• gebruik alleen een kussentje onder uw hoofd, niet onder uw schouders<br />
• het niet geopereerde been mag u optrekken<br />
• blijf een half uur liggen<br />
Oefeningen die u zittend kunt doen<br />
1<br />
• ga goed achter in de stoel zitten<br />
• strek de knie en maak het been zo recht mogelijk<br />
• 5 tot 10 keer herhalen<br />
2<br />
• hef uw been een klein stukje op<br />
• houd de knie gebogen<br />
• laat de voet ongeveer 1 cm. van de grond komen<br />
• in het begin mag u op uw tenen afzetten<br />
• buig de <strong>heup</strong> niet verder dan 90° (geen haakse hoek)<br />
• blijf goed achter in de stoel zitten<br />
• 5 tot 10 keer herhalen<br />
Oefeningen in stand<br />
Bij deze oefeningen staat u en neemt steun aan een aanrecht of iets dat niet zo<br />
maar kan omvallen (zie foto 22, 23, 24)<br />
Herhaal deze oefeningen 5 tot 10 keer.<br />
22 23 24<br />
20/22
1<br />
• beweeg het geopereerde been zijwaarts<br />
• let er goed op dat u het bekken niet optrekt<br />
• houd het been gestrekt<br />
2<br />
• beweeg het geopereerde (boven)been achterwaarts<br />
• blijf hierbij goed rechtop staan<br />
• houd de knie gestrekt<br />
3<br />
• til de knie van het geopereerde been op<br />
• buig de <strong>heup</strong> niet verder dan 90° (geen haakse hoek<br />
• houd uw knie gebogen<br />
• uw rug blijft zo recht mogelijk, niet achterover leunen<br />
• beweeg alleen het been<br />
Vragen<br />
Hebt u nog na het lezen van deze brochure nog vragen dan kunt deze aan de<br />
verpleegkundige of fysiotherapeut stellen. Ook kunt u telefonisch contact opnemen<br />
met het <strong>Streekziekenhuis</strong> <strong>Koningin</strong> <strong>Beatrix</strong>.<br />
• Receptie 0543 54 44 44<br />
• Secretariaat anesthesie 0543 54 42 00<br />
• Polikliniek Orthopedie 0543 54 45 60<br />
• Afdeling D1: 0543 54 45 11<br />
Geheimhouding en recht op privacy<br />
Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen,<br />
hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijk toestemming geeft,<br />
mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling<br />
betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat<br />
voor uw behandeling nodig is.<br />
Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para) medische, verpleegkundige en<br />
verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat<br />
kunnen zien.<br />
Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte ruimte gevoerd<br />
te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen. Meer informatie<br />
staat in de brochure ‘De rechten en plichten van de patiënt’, verkrijgbaar op de<br />
afdeling.<br />
21/22
Adresgegevens SKB<br />
<strong>Streekziekenhuis</strong> <strong>Koningin</strong> <strong>Beatrix</strong><br />
Bezoekadres:<br />
<strong>Beatrix</strong>park 1<br />
7101 BN Winterswijk<br />
Postadres:<br />
Postbus 9005<br />
7100 GG Winterswijk<br />
T 0543 54 44 44<br />
F 0543 52 23 95<br />
E-mail info@skbwinterswijk.nl<br />
Website www.skbwinterswijk.nl<br />
_______________________________<br />
foldernummer: ort 139 versie: juli 2012<br />
22/22