You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Econoom<br />
Hans Rat (63) studeerde internationale economie in Tilburg<br />
en werkte lange tijd bij KNV, waar hij in 1980 verantwoordelijk<br />
was voor de introductie van de strippenkaart. In 1990 trad<br />
hij toe tot de directie van VSN. Daar hield hij zich onder meer<br />
bezig met marketing en internationale zaken. In 1998 werd<br />
hij secretaris-generaal van de UITP. Hij zit nu in zijn derde<br />
zittingsperiode in die functie. Rat woont in Schoonhoven en in<br />
Brussel, waar hij ook tijdens zijn studie al stagiair was bij de<br />
toenmalige EEG. Rat is getrouwd en heeft vijf kinderen.<br />
ontwikkelen. Die hele laag is verdwenen. Alle aandacht<br />
was gericht op uitvoering.”<br />
Angst voor regels uit Brussel “Door de marktwerking<br />
heeft er een machtsoverdracht plaatsgevonden van<br />
bedrijven naar overheden. Op zich niet zo erg. Vervoerbedrijven<br />
waren te technisch georiënteerd en te weinig<br />
transparant. Nu zijn we te ver de andere kant doorgeslagen.<br />
Overheden proberen alles te regelen in contracten,<br />
die vaak te kort lopen en te klein zijn. Maar goed<br />
openbaar vervoer draait niet om bonus-malusregelingen<br />
en harde punctualiteitseisen, het gaat om vertrouwen<br />
tussen opdrachtgever en vervoerder. Die relatie moet<br />
veel hechter. Nederland gaat daar te krampachtig mee<br />
om, uit angst voor de regels uit Brussel. Maar ik denk dat<br />
Nederlandse overheden best wat meer de marge mogen<br />
opzoeken van wat mag. Breek ’s een contract open als<br />
zaken niet lopen zoals ze waren bedacht, gun vervoerders<br />
meer ruimte voor eigen ideeën. In een land als Frankrijk<br />
gaan ze soepeler met de regels om. De relatie opdrachtgever-vervoerder<br />
is daar veel beter, met positieve effecten<br />
op het openbaar vervoer.”<br />
Machtsvacuüm na decentralisatie “Vóór de<br />
decentralisering bepaalde het ministerie van Verkeer en<br />
Waterstaat wat er gebeurde in het Nederlandse stads- en<br />
streekvervoer. Daar zat een competent team met goede<br />
contacten met lokale en regionale vervoerders. Het Rijk<br />
is teruggetreden en daarmee is een machtsvacuüm<br />
ontstaan, want elke decentrale overheid is vooral bezig<br />
zijn eigen concessies zo goed mogelijk te regelen. Er zijn<br />
wel kennisinstituten opgericht die goede dingen doen,<br />
maar ze hebben geld noch macht. De bedrijven zijn<br />
verdeeld, zeker nu Mobis is opgeheven. Dat gebeurt wel<br />
op een heel slecht moment, want juist nu moet de sector<br />
eendrachtig samenwerken om te knokken voor extra<br />
investeringen in het openbaar vervoer.”<br />
Randstad is lappendeken “Het grote vraagstuk in<br />
Nederland is, wie ontwerpt de verbetering? Het Nederlandse<br />
openbaar vervoer is goed, maar niet goed genoeg<br />
om de automobilist te verleiden en het congestieprobleem<br />
op te lossen. We moeten beginnen met een andere<br />
aansturing. De Randstad is nu een lappendeken van<br />
vervoerconcessies en ov-autoriteiten. Daar moet een veel<br />
10<br />
05 02 <strong>2009</strong> ov magazine<br />
‘Goed openbaar vervoer draait niet om bonus-malusregelingen en<br />
punctualiteitseisen, het gaat om vertrouwen tussen opdrachtgever en<br />
vervoerder’<br />
sterkere structuur komen, met één autoriteit die enkele<br />
grote concessies kan wegzetten, liefst voor langere tijd.”<br />
“Veel streekvervoer in Nederland zou in Frankrijk<br />
suburbaan vervoer heten. Op het echte platteland, zoals<br />
Groningen en Drenthe, heeft het openbaar vervoer net als<br />
elders in Europa de strijd verloren van de auto. Daar heb<br />
je nieuwe concepten nodig. Maar in stedelijke gebieden<br />
is veel te winnen. Daar heeft Nederland te weinig ambitie.<br />
Steden als Wenen, Madrid en München hebben harde<br />
doelen om het aandeel van het openbaar vervoer te laten<br />
groeien. Dat zie ik in Nederlandse steden minder.”<br />
Grensoverschrijdend ov “Een lastig onderwerp,<br />
en niet alleen in Nederland. In het openbaar vervoer is<br />
een nationale grens per definitie ook een grens tussen<br />
twee verschillende systemen. Van aanbestedingen<br />
en administratie, als het om bussen gaat, of technisch,<br />
bij railverkeer. Bedrijven hebben te weinig financiële<br />
mogelijkheden om daar eens fors in te investeren. Wij<br />
proberen wel partijen bij elkaar te brengen, vooral als het<br />
gaat om afstemming van technische eisen, maar ik moet<br />
eerlijk zeggen dat het ook voor ons een niche is. Ik zie<br />
maar weinig geslaagde voorbeelden. Het Italiaanse deel<br />
van Zwitserland misschien, daar is het openbaar vervoer<br />
helemaal gericht op Italië, maar het is een uitzondering.”<br />
Optimistisch over <strong>OV</strong>-chipkaart “Toen we in 1980<br />
de strippenkaart invoerden, hadden we het idee dat<br />
dat voor maximaal tien jaar was. Maar de kaart werkte<br />
goed, was goedkoop in het gebruik en heeft het dertig<br />
jaar volgehouden, veel langer dan de bedoeling was.<br />
Daardoor hebben we in Nederland geen enkele ervaring<br />
opgebouwd met andere vervoerbewijzen, zoals magneet-<br />
en chipkaarten. Dat moet nu allemaal in één keer. En<br />
dan ook nog landelijk en in combinatie met een gesloten<br />
toegangsregime in metro en tram. Dan kun je verwachten<br />
dat er het een en ander misgaat. Zeker als er ook minder<br />
draagvlak is voor invoering, zoals we destijds wel bij<br />
de strippenkaart hadden. Toen wilde iedereen af van de<br />
wirwar aan stedelijke en regionale kaartjes. Maar ik ben<br />
optimistisch over de chipkaart. Het is ‘proven technology’<br />
die elders in de wereld prima werkt, vaak met veel meer<br />
functies. In Japan en Hongkong kun je er boodschappen<br />
mee doen. Daar zijn de gebruikers erg tevreden over. Het<br />
is een kwestie van gewenning, die ook in Nederland zal<br />
optreden. Natuurlijk, zo’n kaart kan worden vervalst, dat<br />
gebeurde met de strippenkaart tenslotte ook. En er zijn<br />
kinderziektes. Maar ik vind wel dat de problemen worden<br />
opgeblazen. Dat hoort er blijkbaar bij. Toen de strippenkaart<br />
werd ingevoerd werd er geschreven dat je een<br />
universitaire opleiding nodig had om ‘m te gebruiken. Viel<br />
uiteindelijk toch wel mee...”<br />
Buitenlandse spelers in Nederland “We hadden<br />
met VSN de ambitie om een belangrijke Europese speler<br />
te worden. We hadden mooie concepten waar het buitenland<br />
belangstelling voor had. De Interliner, het regionale<br />
vervoermodel van Syntus. Maar VSN gold als te machtig.<br />
We moesten worden opgedeeld om nieuwkomers in<br />
Nederland een kans te geven. Ik was toen niet overtuigd<br />
van de noodzaak daarvan en nu nog steeds niet. Die<br />
nieuwkomers komen toch wel. Nu is Connexxion verkocht<br />
en hebben we drie grote buitenlandse bedrijven in Nederland.<br />
Alledrie prima, innovatieve bedrijven, met een goede<br />
reputatie, dus daar is op zich niets mis mee, maar ik vind<br />
het wel jammer dat er nu geen grote Nederlandse speler<br />
is overgebleven. Niet dat daar het Nederlandse openbaar<br />
vervoer direct beter van wordt – dat kan alleen als de<br />
samenwerking tussen opdrachtgever en bedrijf verbetert<br />
– maar waarom moeten we al onze bedrijven verkopen<br />
als we het zelf ook kunnen? Daarom vind ik het leuk dat<br />
er nu een bedrijf als Qbuzz opkomt. Wat dat betreft werkt<br />
de marktwerking.”