De toekomst van de Amsterdamse kantorenmarkt ... - Rooilijn

De toekomst van de Amsterdamse kantorenmarkt ... - Rooilijn De toekomst van de Amsterdamse kantorenmarkt ... - Rooilijn

15.09.2013 Views

Rooilijn Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 P. 153 Rooilijn Tijdschrift voor wetenschap en beleid in de ruimtelijke ordening Stelling Vincent van Rossem InBeeld Nieuwe monumenten Achtergrond Buitenlandse beleidsmodellen voor binnenlands gebruik Interview “Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld” Techniek: Lovinkgemaal, Harderhaven (Harderwijk), 1957 Stedelijkheid in grote projecten Grondexploitatiewet als vorm van comprehensive development zoning Waar is het residu? De toekomst van de Amsterdamse kantorenmarkt Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia Culturele interventies in de wijk

<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

P. 153<br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Tijdschrift voor wetenschap en beleid in <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

Stelling<br />

Vincent <strong>van</strong> Rossem<br />

InBeeld<br />

Nieuwe monumenten<br />

Achtergrond<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen<br />

voor binnenlands<br />

gebruik<br />

Interview<br />

“Mogelijk wordt<br />

het postzegelbestemmingsplan<br />

in<br />

ere hersteld”<br />

Techniek: Lovinkgemaal, Har<strong>de</strong>rhaven (Har<strong>de</strong>rwijk), 1957<br />

Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote<br />

projecten<br />

Gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment<br />

zoning<br />

Waar is het residu?<br />

<strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong><br />

<strong>kantorenmarkt</strong><br />

Eigendomsbewijzen<br />

voor sloppenwijkbewoners:<br />

lessen uit<br />

Bolivia<br />

Culturele interventies<br />

in <strong>de</strong> wijk


<strong>Rooilijn</strong><br />

Colofon<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Uitgever<br />

<strong>Rooilijn</strong> is een uitgave <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Faculteit <strong>de</strong>r Maatschappij en<br />

Gedragswetenschappen, Af<strong>de</strong>ling<br />

Geografie, Planologie en Internationale<br />

Ontwikkelingsstudies <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam.<br />

Bureauredactie en administratie<br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Nieuwe Prinsengracht 130<br />

1018 VZ Amsterdam<br />

Telefoon: 020 525 4365<br />

Telefax: 020 525 4051<br />

Email: info@rooilijn.nl<br />

Internet: www.rooilijn.nl<br />

Kopij<br />

<strong>De</strong> redactie stelt spontane toezending<br />

<strong>van</strong> voorstellen voor artikelen op prijs.<br />

Auteursrichtlijnen treft u aan op<br />

www.rooilijn.nl of kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

opgevraagd bij <strong>de</strong> bureauredactie.<br />

Advertenties<br />

Tarieven kunnen wor<strong>de</strong>n opgevraagd<br />

bij <strong>de</strong> bureauredactie.<br />

Prijzen jaarabonnement 2008<br />

37,50 euro voor particulieren<br />

61,00 euro voor instellingen<br />

24,50 euro voor stu<strong>de</strong>nten<br />

Prijs los nummer<br />

7,00 euro exclusief verzendkosten<br />

Colofon<br />

Abonnementen wor<strong>de</strong>n jaarlijks<br />

stilzwijgend verlengd, tenzij uiterlijk<br />

vóór 1 november schriftelijk is<br />

opgezegd.<br />

<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Oplage: 1600<br />

ISSN 13802860<br />

Redactie<br />

Annemarie Maarse (hoofdredacteur),<br />

Bart Sleutjes (eind- en beeldredacteur)<br />

Marjolein Blaauboer (InBeeld), Maarten<br />

Rottschäfer (penningmeester), Niels Al,<br />

Manuel Aalbers, Jelle Adamse, Raffael<br />

Argiolu, Wilma Bakker, Els Beukers,<br />

Sebastian <strong>De</strong>mbski, Albertine <strong>van</strong><br />

Diepen, Men<strong>de</strong>l Giezen, Joram Grünfeld,<br />

Nadav Haran, Carla Huisman, Robert<br />

Kloosterman, Femke Kloppenburg,<br />

Melika Levelt, Sabine Meier, Renee<br />

Nycolaas, Karin Pfeffer, Olivia Somsen,<br />

Eva Stegmeijer, Thijs Terpstra, Ineke<br />

Teijmant, Frans Thissen, Thijs Turel,<br />

Els Veldhuizen, Samantha Volgers,<br />

Clementine Vooren, Hil<strong>de</strong> <strong>van</strong> Wijk ,<br />

Michel <strong>van</strong> Wijk<br />

Rechten<br />

© Auteurs en Universiteit <strong>van</strong><br />

Amsterdam, Af<strong>de</strong>ling Geografie,<br />

Planologie en Internationale<br />

Ontwikkelingsstudies.<br />

<strong>De</strong>ze uitgave heeft geen commercieel<br />

P. 154<br />

oogmerk. Getracht is alle<br />

rechthebben<strong>de</strong>n te achterhalen.<br />

Diegenen die menen alsnog aanspraak<br />

te kunnen doen op gel<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

verzocht contact op te nemen met <strong>de</strong><br />

redactie.<br />

Artikelen uit <strong>Rooilijn</strong> mogen niet<br />

wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd, opgeslagen<br />

of openbaar gemaakt zon<strong>de</strong>r<br />

voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke toestemming<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> redactie.<br />

Ontwerp en productie<br />

LandofPlenty (Antoin Buissink)<br />

Fotografie<br />

Alle fotografie door Marcel Heemskerk<br />

tenzij an<strong>de</strong>rs vermeld.<br />

Drukwerk<br />

Dékavé, Alkmaar


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Redactioneel<br />

Redactioneel<br />

Wetten en regels<br />

P. 155<br />

<strong>De</strong> nieuwe Wet op <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning (Wro) staat voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur.<br />

Volgens <strong>de</strong> planning gaat <strong>de</strong> wet op 1 juli 2008 in werking. <strong>De</strong> invoering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wet betekent veel extra werk voor gemeenten, provincies, adviseurs,<br />

ontwikkelen<strong>de</strong> partijen en an<strong>de</strong>ren. Immers, <strong>de</strong> artikel 19-procedure<br />

verdwijnt, en volgens die procedure voeren gemeenten tegenwoordig<br />

<strong>de</strong> meeste ruimtelijke projecten uit. <strong>De</strong> rol <strong>van</strong> <strong>de</strong> provincie veran<strong>de</strong>rt<br />

in sterke mate. In plaats <strong>van</strong> een goedkeuringsinstantie veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong><br />

provincie naar overleginstantie. <strong>De</strong> mogen provincies zelfs, als ze zich<br />

genoodzaakt voelen, zelf bestemmingsplannen maken. Dan is er <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatiewet die als nieuw hoofdstuk aan <strong>de</strong> Wro wordt toegevoegd.<br />

Gemeenten zon<strong>de</strong>r grond krijgen met <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet een<br />

sterkere on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie en het binnen- en bovenplans kostenverhaal<br />

kan beter wor<strong>de</strong>n geregeld. Een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Wro is <strong>de</strong><br />

verplichting alle bestemmingsplannen te digitaliseren en toegankelijk te<br />

maken op het internet. <strong>De</strong> informatieverstrekking aan <strong>de</strong> burger wordt<br />

op die manier sterk verbeterd. En dit is slechts een kleine greep uit <strong>de</strong> op<br />

han<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen.<br />

Planologen en juristen maken overuren. <strong>De</strong> nieuwe wet moet wor<strong>de</strong>n<br />

geïmplementeerd, er moeten structuurvisies en exploitatieplannen<br />

wor<strong>de</strong>n opgesteld, ambtenaren moeten gewoon raken met <strong>de</strong> nieuwe<br />

procedures et cetera. In <strong>de</strong>ze <strong>Rooilijn</strong> beschrijft Willem Korthals Altes <strong>de</strong><br />

gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ningspraktijk. Juriste Simone Pront-Van Bommel voorspelt<br />

drukke tij<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe wet, zeker in <strong>de</strong> eerste<br />

paar jaar als <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rziektes nog moeten wor<strong>de</strong>n overwonnen. <strong>Rooilijn</strong><br />

zal <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe wet <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> tijd met interesse blijven<br />

volgen en er <strong>de</strong> nodige aandacht aan beste<strong>de</strong>n.<br />

Een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rwerp dat in dit nummer aan bod komt zijn <strong>de</strong> nieuwe<br />

monumenten die <strong>de</strong> Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en<br />

Monumenten eind vorig jaar benoem<strong>de</strong>. Waar Vincent <strong>van</strong> Rossem zich<br />

in <strong>de</strong> Stelling kritisch uitlaat over <strong>de</strong> lijst, en dan met name over het gemis<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> naoorlogse woonwijken op <strong>de</strong> lijst, maakte fotograaf Marten <strong>van</strong><br />

Wijk een prachtig overzicht <strong>van</strong> tien monumenten uit <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong>.<br />

<strong>De</strong> beel<strong>de</strong>n illustreren <strong>de</strong> bouwkunst uit <strong>de</strong> vroegnaoorlogse<br />

perio<strong>de</strong>, die door het <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> herstructurering <strong>van</strong> Vogelaars<br />

probleemwijken regelmatig negatief in het nieuws is. Wellicht kan <strong>Rooilijn</strong><br />

met dit nummer het positieve geluid laten horen.<br />

Annemarie Maarse<br />

Hoofdredacteur <strong>Rooilijn</strong> (annemarie@rooilijn.nl)


<strong>Rooilijn</strong><br />

Inhoud<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Inhoud<br />

157 Stelling<br />

“Monumentenstatus<br />

voor gebouwen uit <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong> gaat<br />

ten koste <strong>van</strong> <strong>de</strong> naoorlogse<br />

woonwijk.”<br />

Vincent <strong>van</strong> Rossem<br />

158 Achtergrond<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen<br />

voor binnenlands gebruik<br />

Buitenlandse mo<strong>de</strong>llen in <strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> mensen gaan leven zodat sociale<br />

werkelijkheid gecreëerd kan wor<strong>de</strong>n<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> implementatie naar een<br />

an<strong>de</strong>re context<br />

Martin <strong>de</strong> Jong<br />

166 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote<br />

projecten<br />

<strong>De</strong> maakbaarheid <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid in<br />

grote projecten kan wor<strong>de</strong>n vergroot<br />

door participatie <strong>van</strong> maatschappelijke<br />

groeperingen<br />

Stan Majoor<br />

174 Waar is het residu?<br />

Ondanks grote opbrengstenstijgingen<br />

bij woningbouwprojecten wor<strong>de</strong>n<br />

ambities vaak bijgesteld<br />

Mark Nijenhuis<br />

182 Eigendomsbewijzen voor<br />

sloppenwijkbewoners: lessen<br />

uit Bolivia<br />

Nieuwe eigendomsbewijzen voor<br />

sloppenwijkbewoners in Bolivia lei<strong>de</strong>n<br />

tot investeringen in <strong>de</strong> eigen woning<br />

Ruud Dorenbos en Nicolas Nijhof<br />

186 InBeeld<br />

Nieuwe monumenten<br />

Marten <strong>van</strong> Wijk<br />

198 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als<br />

vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

<strong>De</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet dient als<br />

stok achter <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur, als gemeente<br />

en marktpartijen niet vrijwillig tot<br />

P. 156<br />

overeenstemming komen over <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> kosten en opbrengsten<br />

Willem Korthals Altes<br />

204 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

Beleidsinitiatieven om <strong>de</strong> leegstand in<br />

<strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> te beperken, zullen<br />

pas op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llange termijn hun<br />

uitwerking kunnen hebben<br />

Anne Marthe Koeman<br />

212 Culturele interventies in <strong>de</strong><br />

wijk<br />

Culturele projecten kunnen door hun<br />

positieve bena<strong>de</strong>ring een nieuwe<br />

inhoud geven aan het ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwingsbeleid<br />

Sandra Trienekens<br />

218 Interview<br />

“Mogelijk wordt het<br />

postzegelbestemmingsplan in<br />

ere hersteld”<br />

Interview met Simone Pront-Van<br />

Bommel<br />

Samantha Volgers en Michel <strong>van</strong> Wijk<br />

222 Recensies<br />

> <strong>De</strong> stad voor wie? <strong>De</strong> stad <strong>van</strong> wie?<br />

Urban Politics Now. Re-Imagining<br />

<strong>De</strong>mocracy in the Neoliberal City<br />

Patrice Riemens<br />

> Met 200 beats per minute <strong>de</strong>n<strong>de</strong>rend<br />

door <strong>de</strong> ‘popmo<strong>de</strong>rne’ ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

Mediapolis, populaire cultuur en <strong>de</strong> stad<br />

Rogier <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Groep<br />

225 Signalementen<br />

> Ste<strong>de</strong>lijkheid als ren<strong>de</strong>ment<br />

> <strong>De</strong> mixfactor: integratie en segregatie<br />

in Ne<strong>de</strong>rland<br />

226 Column<br />

Ganzendijken<br />

O. Naphta


<strong>Rooilijn</strong><br />

Stelling<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Stelling<br />

“Monumentenstatus voor gebouwen uit <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong> gaat ten koste <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

naoorlogse woonwijk.”<br />

Eind vorig jaar werd Ne<strong>de</strong>rland verrast door <strong>de</strong> Rijksdienst<br />

voor Archeologie, Cultuurlandschappen en Monumentenzorg<br />

(RACM) met een lijst <strong>van</strong> hon<strong>de</strong>rd bouwwerken uit <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>ropbouwperio<strong>de</strong> die werkelijk <strong>van</strong> essentieel belang zijn<br />

als naoorlogs erfgoed. Het is niet zo heel moeilijk om kanttekeningen<br />

bij die lijst te plaatsen. Alleen al het merkwaardige<br />

begrip ‘top’ geeft te <strong>de</strong>nken: afkomstig uit <strong>de</strong> popwereld, waar<br />

<strong>de</strong> top tien dagelijks wereldnieuws is.<br />

Het alou<strong>de</strong> gesteggel over <strong>de</strong> monumentwaardigheid <strong>van</strong><br />

dit gebouw of dat gebouw vormt echter niet het grootste<br />

probleem. Het is goed dat <strong>de</strong> aandacht wordt gevestigd op <strong>de</strong><br />

vele charmante raadhuisjes en an<strong>de</strong>re juweeltjes uit <strong>de</strong> jaren<br />

vijftig. Daarbij rijst wel <strong>de</strong> vraag wat nu eigenlijk <strong>de</strong> essentie<br />

was <strong>van</strong> het toenmalige bouwen. Ging het niet vooral om <strong>de</strong><br />

woningnood? In die tijd lukte het toch ein<strong>de</strong>lijk om woonwijken<br />

te bouwen die vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n aan het programma <strong>van</strong> eisen dat al<br />

voor <strong>de</strong> oorlog was geformuleerd door <strong>de</strong> meest vooruitstreven<strong>de</strong><br />

architecten? Dat staat in alle standaardwerken over<br />

<strong>de</strong> naoorlogse architectuurgeschie<strong>de</strong>nis. Toch schitteren <strong>de</strong><br />

naoorlogse woonwijken door afwezigheid in <strong>de</strong> top hon<strong>de</strong>rd<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> RACM.<br />

<strong>De</strong> Rotterdamse wijk Pendrecht bijvoorbeeld, die ook in<br />

<strong>de</strong> internationale vakliteratuur altijd als een toonbeeld <strong>van</strong><br />

mo<strong>de</strong>rne ste<strong>de</strong>nbouw wordt beschreven, heeft geen plaatsje<br />

op <strong>de</strong> lijst gekregen. Het argument daarvoor is misschien dat<br />

Pendrecht toch al groten<strong>de</strong>els gesloopt is. Dit geldt echter niet<br />

voor Tuinstad Slotermeer, een wat min<strong>de</strong>r beroemd maar ook<br />

uniek voorbeeld in Amsterdam West. <strong>De</strong>ze vroeg naoorlogse<br />

woonwijk is nog vrijwel gaaf en ontbreekt eveneens in <strong>de</strong><br />

top hon<strong>de</strong>rd. <strong>De</strong> architectuur is hier min<strong>de</strong>r radicaal dan in<br />

Rotterdam, maar belangrijker is dat Cornelis <strong>van</strong> Eesteren in<br />

Amsterdam heel an<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>nbouwkundige principes heeft<br />

toegepast. Niet het repeteren<strong>de</strong> stempel dat zo kenmerkend<br />

is voor Pendrecht, met gemeng<strong>de</strong> hoog- en laagbouw, maar<br />

juist een strikte scheiding tussen eengezinswoningen en<br />

gestapel<strong>de</strong> bouw. Tuinstad Slotermeer betreft tienduizend<br />

woningen in een ste<strong>de</strong>nbouwkundig plan dat tot in <strong>de</strong> finesses<br />

doordacht is, met op <strong>de</strong> koop toe een groot recreatiegebied<br />

P. 157<br />

Vincent <strong>van</strong> Rossem<br />

rond <strong>de</strong> Sloterplas. Het is een kunstwerk op ongeken<strong>de</strong><br />

schaal, ontworpen door <strong>de</strong> toenmalige voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

‘Congrès Internationaux d’Architecture Mo<strong>de</strong>rne’ (CIAM).<br />

Dit ste<strong>de</strong>nbouwkundig erfgoed vormt voor <strong>de</strong> traditionele<br />

monumentenzorg, die toch vooral gespecialiseerd is in<br />

kerken, raadhuizen en landgoe<strong>de</strong>ren, een onoplosbaar probleem.<br />

<strong>De</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia is daar wel enige veran<strong>de</strong>ring<br />

in gekomen, maar <strong>de</strong> naoorlogse woonwijk kan eigenlijk nog<br />

steeds niet goed beschermd wor<strong>de</strong>n.<br />

Helaas heeft <strong>de</strong> RACM niet <strong>de</strong> moed opgebracht om het<br />

probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> naoorlogse woonwijk aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> te stellen.<br />

Zelfs een minimale vorm <strong>van</strong> bescherming, in <strong>de</strong> vorm<br />

<strong>van</strong> een beschermd gezicht, komt niet ter sprake. An<strong>de</strong>re<br />

belangen in <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning wegen blijkbaar zwaar<strong>de</strong>r,<br />

met name <strong>de</strong> wens om te vernieuwen en te verdichten.<br />

<strong>De</strong> naoorlogse woonwijken zijn nu ‘Vogelaar wijken’, waar<br />

<strong>de</strong> woningbouwcorporaties moeten ‘herstructureren’ om<br />

sociale problemen op te lossen. Het vervelen<strong>de</strong> is alleen<br />

dat <strong>de</strong> ervaring in ou<strong>de</strong>re stads<strong>de</strong>len heeft geleerd dat<br />

hardhandige vernieuwing alleen maar nieuwe problemen<br />

schept. <strong>De</strong> ironie wil dat juist <strong>de</strong> nieuwbouw uit <strong>de</strong> jaren<br />

zeventig en tachtig in <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong>-eeuwse wijken snel<br />

verpaupert, terwijl appartementen in <strong>de</strong> oudbouw goed<br />

verkocht wor<strong>de</strong>n. Enige vorm <strong>van</strong> gentrification is altijd<br />

gunstig voor ou<strong>de</strong>re woonwijken. <strong>De</strong> naoorlogse woonwijken<br />

krijgen nu niet <strong>de</strong> kans om op <strong>de</strong> langere termijn hun waar<strong>de</strong><br />

te bewijzen. Met sloop en nieuwbouw zal alleen een schaalloze<br />

brei <strong>van</strong> modieuze architectuur ontstaan. Ooit werd <strong>de</strong><br />

negentien<strong>de</strong>-eeuwse massawoningbouw verguisd, nu is een<br />

<strong>Amsterdamse</strong> wijk als <strong>de</strong> Pijp geweldig hip. Voor <strong>de</strong> Jordaan<br />

geldt hetzelf<strong>de</strong>. <strong>De</strong> woningmarkt leert dat behoud en herstel<br />

economisch veel interessanter is, maar dat inzicht wordt<br />

systematisch genegeerd. <strong>De</strong> stad moet vernieuwd wor<strong>de</strong>n,<br />

net als het on<strong>de</strong>rwijs. Het is een Haagse obsessie gewor<strong>de</strong>n,<br />

ver verwij<strong>de</strong>rd <strong>van</strong> <strong>de</strong> realiteit.<br />

Vincent <strong>van</strong> Rossem (V.<strong>van</strong>Rossem@dab.amsterdam.nl) is<br />

architectuurhistoricus en werkzaam bij Bureau Monumenten en Archeologie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente Amsterdam.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

P. 158<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor<br />

binnenlands gebruik<br />

Vaak laten plannenmakers zich voor het ontwikkelen <strong>van</strong> nieuw beleid inspireren<br />

door buitenlandse voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> regelgeving, ruimtelijke concepten, i<strong>de</strong>ologieën<br />

of zelfs integrale beleidsstelsels. Wanneer daarbij extra wordt gelet op culturele en<br />

juridische inpasbaarheid kunnen we spreken <strong>van</strong> een institutionele transplantatie.<br />

A<strong>de</strong>quate omgang met <strong>de</strong> invoering tij<strong>de</strong>ns een crisismoment, <strong>de</strong> aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> meervoudige inspiratie en bestuurlijke inpasbaarheid vergroot <strong>de</strong> kans op<br />

constructieve inpassing <strong>van</strong> een concept.<br />

Voorbeeld <strong>van</strong> best practice? <strong>De</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> OV-chipkaart in Ne<strong>de</strong>rland


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Achtergrond<br />

Planologen nemen een kijkje over <strong>de</strong> grens om te<br />

leren of stadsuitleg en bescherming <strong>van</strong> het buitengebied<br />

el<strong>de</strong>rs beter is gewaarborgd dan in eigen<br />

land. Architecten en ste<strong>de</strong>nbouwers laten zich bij het<br />

ontwerp <strong>van</strong> hun postmo<strong>de</strong>rne projecten inspireren<br />

door concepten die in an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n zijn ontstaan.<br />

Bestuursjuristen bestu<strong>de</strong>ren buitenlandse equivalenten<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Wet op <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning en<br />

<strong>de</strong> Algemene Wet Bestuursrecht om te bezien welk<br />

bestuurlijk instrumentarium en welke waarborgen<br />

voor <strong>de</strong> burger er wor<strong>de</strong>n ingezet. Transportplanners<br />

nemen <strong>de</strong>el aan Europese projecten om kennis te<br />

nemen welke internationale benchmarks en best<br />

practices het beste geschikt zijn voor het bevor<strong>de</strong>ren<br />

<strong>van</strong> fietsgebruik, hoogwaardige concepten voor<br />

collectief personenvervoer of inpassing <strong>van</strong> parkeergelegenhe<strong>de</strong>n<br />

in het stadsbeeld. In tij<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

voortschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> globalisering, internationalisering<br />

en Europeanisering lijkt het alsof het overnemen<br />

<strong>van</strong> ruimtelijke concepten, afwegingsmo<strong>de</strong>llen en<br />

beleidsinstituties <strong>van</strong>uit toonaangeven<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n een<br />

verschijnsel <strong>van</strong> groeiend belang is gewor<strong>de</strong>n.<br />

In <strong>de</strong> wetenschappelijke literatuur is dit verschijnsel<br />

bekend on<strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong> namen, zoals lesson<br />

drawing (Rose, 2005), policy transfer (Dolowitz<br />

& Marsh, 2000), policy convergence (Knill, 2001),<br />

legal transplantation (Watson, 1993) en institutional<br />

transplantation (<strong>De</strong> Jong e.a., 2002). Personen die<br />

bijdragen aan <strong>de</strong> overname <strong>van</strong> transplantaten<br />

omdat ze <strong>de</strong> contacten verzorgen tussen <strong>de</strong> diverse<br />

fora waar on<strong>de</strong>rwerpen wor<strong>de</strong>n besproken, wor<strong>de</strong>n<br />

transfer agents genoemd (Stone, 2004). <strong>De</strong> terminologie<br />

is weinig gestandaardiseerd en verschillen<strong>de</strong><br />

begrippen verwijzen soms naar verschillen in nadruk<br />

die auteurs willen aanbrengen. In dit artikel zullen<br />

we gebruik maken <strong>van</strong> <strong>de</strong> benaming institutionele<br />

transplantatie, die <strong>de</strong> nadruk legt op culturele en<br />

juridische inpasbaarheid. <strong>De</strong> literatuur rond dit<br />

on<strong>de</strong>rwerp is <strong>de</strong> afgelopen jaren snel gegroeid,<br />

vooral in politicologische tijdschriften. Inmid<strong>de</strong>ls<br />

nemen ook an<strong>de</strong>re vakgebie<strong>de</strong>n, zoals <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

wetenschappen, <strong>de</strong> belangrijkste inzichten over.<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

Martin <strong>de</strong> Jong<br />

P. 159<br />

Transplantatie is <strong>van</strong> alle tij<strong>de</strong>n<br />

Hoewel institutionele transplantatie nu veel meer<br />

aandacht krijgt dan één of twee <strong>de</strong>cennia gele<strong>de</strong>n, is<br />

het allerminst een nieuw verschijnsel. Zolang er in<br />

<strong>de</strong> wereldgeschie<strong>de</strong>nis sprake is geweest <strong>van</strong> ont<strong>de</strong>kkingsreizen,<br />

veroveringsoorlogen, en stichting <strong>van</strong><br />

wereldrijken, heeft transplantatie plaatsgevon<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> huisvestingsstijlen, i<strong>de</strong>eën over ste<strong>de</strong>nbouw, i<strong>de</strong>ologieën,<br />

staatstructuren en rechtsregels, en vormen<br />

<strong>van</strong> mobiliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> domineren<strong>de</strong> cultuur naar<br />

<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rworpen territoria. Het Chinese Keizerrijk<br />

heeft het Confucianisme groot gemaakt ver buiten<br />

het ontstaansgebied, het Romeinse keizerrijk heeft<br />

het Romeinse recht in grote <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> wereld<br />

doen versprei<strong>de</strong>n en het Islamitische recht versprei<strong>de</strong><br />

zich na <strong>de</strong> dood <strong>van</strong> Mohammed binnen een eeuw<br />

<strong>van</strong> Noord-Afrika tot het Verre Oosten. Later<br />

hebben <strong>de</strong> Fransen, <strong>de</strong> Engelsen, <strong>de</strong> Spanjaar<strong>de</strong>n,<br />

en in min<strong>de</strong>re mate <strong>de</strong> Portugezen, talrijke facetten<br />

<strong>van</strong> hun staatsstructuren en levensstijlen goed- en<br />

kwaadschiks verspreid over Noord-Amerika, Afrika,<br />

Azië en Latijns-Amerika (Zweigert & Kotz, 1998).<br />

Indonesië, Zuid-Afrika, Suriname en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

Antillen laten in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> koloniale architectuur<br />

en juridische terminologie nog opmerkelijk veel<br />

restanten <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse invloed zien. In <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw heeft <strong>de</strong> Sovjet-Unie, een <strong>van</strong> oorsprong Duitse<br />

politieke i<strong>de</strong>ologie, staatsvorm en communistische<br />

planning in Oost-Europa en Noord-Azië met har<strong>de</strong><br />

hand doen versprei<strong>de</strong>n, terwijl <strong>de</strong> stabiliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Duitse en Japanse regimes in <strong>de</strong> huidige tijd juist aan<br />

<strong>de</strong> Amerikaanse, fe<strong>de</strong>ralistische invloed wordt geweten<br />

(Jacoby, 2000). Tegenwoordig wordt beweerd dat<br />

<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n internationale<br />

organisaties zoals <strong>de</strong> Wereldhan<strong>de</strong>lsorganisatie, het<br />

Internationale Monetaire Fonds, <strong>de</strong> Wereldbank en<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties domineren en<br />

voertuigen zijn voor <strong>de</strong> overheersing <strong>van</strong> min<strong>de</strong>r<br />

gefortuneer<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>elten <strong>van</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>. <strong>De</strong>ze zou<br />

zich uiten in onvrijwillige overname en in ruil<br />

voor financiële steun <strong>van</strong> politieke en economische<br />

beleidsmo<strong>de</strong>llen die vooral in Westerse lan<strong>de</strong>n thuis<br />

horen (Kroesen e.a., 2007). Kennelijk gaan transplan-


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

taties soms goed, maar zijn ze ook regelmatig gedoemd<br />

om te falen. Waar ligt dit aan?<br />

<strong>De</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia heeft een fundamentele veran<strong>de</strong>ring<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n. Het internationale geopolitieke<br />

speelveld is in velerlei opzicht gehorizontaliseerd.<br />

Binnen Europa kan nauwelijks meer een specifiek<br />

land wor<strong>de</strong>n aangewezen dat altijd en in alle opzichten<br />

een institutionele voorbeeldfunctie vervult. Voor<br />

lan<strong>de</strong>n en regio’s die als min<strong>de</strong>r ontwikkeld wor<strong>de</strong>n<br />

voorgesteld geven op wereldschaal ongelijke economische<br />

verhoudingen steeds min<strong>de</strong>r aanleiding tot<br />

aanvaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Westerse voorbeel<strong>de</strong>n als richtinggevend<br />

(Huntington, 1996). Overname <strong>van</strong> ruimtelijke<br />

concepten, juridische systemen, analytische mo<strong>de</strong>llen<br />

en beleidsinstituties is in <strong>de</strong> huidige tijd groten<strong>de</strong>els<br />

een vrijwillige keuze gewor<strong>de</strong>n waartoe beleidsfalen<br />

weliswaar kan nopen, maar die niet langer door<br />

buitenlandse machten kan wor<strong>de</strong>n opgelegd. Soms<br />

wordt een bepaal<strong>de</strong> probleemaanpak <strong>van</strong> een lei<strong>de</strong>nd,<br />

succesvol land bewon<strong>de</strong>rd en in het ont<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> land<br />

wordt gestre<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> transplantatie er<strong>van</strong>. Het<br />

kan gaan om het geheel of om <strong>de</strong> meest waar<strong>de</strong>volle<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len er<strong>van</strong>. Niet zel<strong>de</strong>n moeten <strong>de</strong> propageren<strong>de</strong><br />

actoren eerst strijd leveren met rivaliseren<strong>de</strong><br />

partijen die juist baat hebben bij het voortbestaan <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> huidige situatie. <strong>De</strong> specifieke implementatie <strong>van</strong><br />

mo<strong>de</strong>llen en instituties bevat meestal veel vrijheidsgra<strong>de</strong>n.<br />

Algemene richtlijnen en beleidsdoelstellingen<br />

kunnen heel verschillend wor<strong>de</strong>n uitgevoerd en steeds<br />

an<strong>de</strong>re uitkomsten hebben.<br />

In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen wordt na<strong>de</strong>r ingegaan op<br />

<strong>de</strong> consequenties <strong>van</strong> <strong>de</strong> toegenomen vrijwilligheid<br />

bij institutionele transplantatie. Daarbij staan <strong>de</strong><br />

praktische gevolgen er<strong>van</strong> centraal. Op welke manier<br />

kunnen beleidsmakers transplantaten <strong>van</strong> vreem<strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>m vruchtbaar overplanten? Het verschijnsel sense<br />

of urgency speelt een essentiële rol bij <strong>de</strong> timing <strong>van</strong><br />

transplantatie zoals het voorbeeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervorming<br />

<strong>van</strong> het wegbeheer in <strong>de</strong> Noordse lan<strong>de</strong>n laat zien.<br />

Daarna wordt beweerd dat internationaal beleidsleren<br />

meestal beter uitpakt wanneer sprake is <strong>van</strong> multilate-<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

P. 160<br />

raal leren waarbij uit een variatie aan inspiratiebronnen<br />

wordt geput. Ter illustratie wor<strong>de</strong>n drie Europese<br />

projecten op het terrein <strong>van</strong> duurzame stadsontwikkeling<br />

omschreven: genaamd Sureuro, Pegasus en Enjoy.<br />

Tot slot zal wor<strong>de</strong>n gewezen op het politiek-bestuurlijke<br />

aspect, <strong>de</strong> juridische en culturele lan<strong>de</strong>nfamilies<br />

en <strong>de</strong> invloed hier<strong>van</strong> op <strong>de</strong> kans <strong>van</strong> slagen bij een<br />

poging tot transplantatie. <strong>De</strong> overname <strong>van</strong> het mo<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> New York Subway naar <strong>de</strong> London Un<strong>de</strong>rground<br />

en <strong>de</strong> Franse planningsaanpak tegen vestiging <strong>van</strong><br />

grootwinkelbedrijven buiten <strong>de</strong> bebouw<strong>de</strong> kom naar<br />

Spanje zijn hier voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong>. In <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong><br />

paragraaf zullen <strong>de</strong> belangrijkste voor- en na<strong>de</strong>len <strong>van</strong><br />

institutionele transplantatie, zoals <strong>de</strong>ze bekend zijn uit<br />

<strong>de</strong> literatuur, aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen.<br />

Crisismomenten<br />

I<strong>de</strong>eën, concepten, mo<strong>de</strong>llen en instituties uit het<br />

buitenland, hoe goed en veelbelovend ze ook zijn,<br />

wor<strong>de</strong>n nooit zon<strong>de</strong>r slag of stoot aanvaard. Daar<br />

komt altijd strijd bij kijken tussen voorstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong><br />

veran<strong>de</strong>ring die in het buitenlandse voorbeeld <strong>de</strong> weg<br />

naar verbetering <strong>van</strong> hun regelgeving of beleidsstelsel<br />

zien en belanghebben<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> status quo die óf<br />

baat hebben bij een minimale veran<strong>de</strong>ring óf an<strong>de</strong>re<br />

voorbeel<strong>de</strong>n als inspiratiebron zien. Vaak zijn het <strong>de</strong><br />

beschikbaarheid <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> voorbeeldmo<strong>de</strong>llen<br />

en <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> actoren die meer meningen<br />

zijn toegedaan dan slechts voor of tegen die patstellingen<br />

kunnen doorbreken of leerervaringen kunnen<br />

laten vertalen naar genuanceer<strong>de</strong>re beslissingen. <strong>De</strong><br />

positie <strong>van</strong> voor- en tegenstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> veran<strong>de</strong>ring<br />

on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen is in<br />

belangrijke mate afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleidseffectiviteit<br />

<strong>van</strong> het huidige systeem. Is <strong>de</strong>ze problematisch, dan<br />

is het overtuigen en verslaan <strong>van</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong><br />

veran<strong>de</strong>ring veel min<strong>de</strong>r moeilijk. Valt dit systeemfalen<br />

nogal mee, dan moet een sense of urgency wor<strong>de</strong>n<br />

gecreëerd zodat een crisisgevoel on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re actoren<br />

of bre<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> samenleving alsnog ontstaat.<br />

Aanleg <strong>van</strong> wegen in Noordse lan<strong>de</strong>n<br />

In <strong>de</strong> jaren 1990 bijvoorbeeld hebben alle Noordse


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

lan<strong>de</strong>n een omwenteling meegemaakt in <strong>de</strong> wijze<br />

waarop wegen wor<strong>de</strong>n aangelegd en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Het<br />

centrale i<strong>de</strong>e is ontleend aan dominante i<strong>de</strong>eën binnen<br />

internationale organisaties, zoals <strong>de</strong> Wereldbank en<br />

PIARC, ontwikkeld in Groot-Brittannië, Australië<br />

en Nieuw-Zeeland. Men ging er<strong>van</strong> uit dat door<br />

aanbesteding en private uitvoering <strong>van</strong> ontwerp,<br />

aanleg en on<strong>de</strong>rhoud <strong>van</strong> wegen, kosten kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n bespaard en <strong>de</strong> kwaliteit en innovatie kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n verhoogd (Groenewegen & <strong>De</strong> Jong, 2008).<br />

Dit i<strong>de</strong>e werd als eerste in Zwe<strong>de</strong>n opgepakt toen<br />

in 1992 een serieuze economische crisis uitbrak.<br />

Het Zweedse equivalent <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwdienst binnen<br />

Rijkswaterstaat moest gaan concurreren met private<br />

bouw- en constructiebedrijven bij het in <strong>de</strong> wacht<br />

slepen <strong>van</strong> opdrachten. <strong>De</strong> bedoeling was om <strong>de</strong><br />

bouwdienst vervolgens ook onafhankelijk te maken<br />

zodat <strong>de</strong>ze op basis <strong>van</strong> gelijkwaardigheid met die<br />

private partijen zou kunnen concurreren. Maar tegen<br />

<strong>de</strong> tijd dat <strong>de</strong>ze twee<strong>de</strong> stap moest wor<strong>de</strong>n gezet, was er<br />

een an<strong>de</strong>r, sociaal-<strong>de</strong>mocratisch gedomineerd kabinet<br />

aangetre<strong>de</strong>n dat een an<strong>de</strong>re directeur benoem<strong>de</strong>. Dat<br />

beteken<strong>de</strong> het voortijdige ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervorming<br />

<strong>van</strong> het wegbeheer.<br />

In Finland en Noorwegen wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ontwikkelingen<br />

in Zwe<strong>de</strong>n met belangstelling gevolgd,<br />

on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re binnen het verband <strong>van</strong> <strong>de</strong> Noordse<br />

Wegfe<strong>de</strong>ratie, waar vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> diverse<br />

lan<strong>de</strong>n regelmatig beleidservaringen uitwissel<strong>de</strong>n.<br />

Topfunctionarissen in Finland had<strong>de</strong>n een vergelijkbare<br />

hervorming al een aantal jaren voorbereid,<br />

toen on<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> een zware financiële crisis het<br />

tij keer<strong>de</strong> en het een i<strong>de</strong>aal tijdstip was om het i<strong>de</strong>e<br />

zowel politiek als ambtelijk in praktijk te brengen. Het<br />

verzet tegen zware ingrepen in <strong>de</strong> Finse structuur <strong>van</strong><br />

Rijkswaterstaat was gebroken en <strong>de</strong> schepping <strong>van</strong> een<br />

markt werd gecombineerd met het op afstand zetten<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwdienst. Interessant genoeg gebeur<strong>de</strong> dat<br />

in vergelijking met Zwe<strong>de</strong>n in omgekeer<strong>de</strong> volgor<strong>de</strong>.<br />

Dit maakte het mogelijk dat bei<strong>de</strong> hor<strong>de</strong>s wer<strong>de</strong>n<br />

genomen. <strong>De</strong> hervorming was in Finland min of meer<br />

voltooid, opnieuw mogelijk gemaakt in een crisis-<br />

P. 161<br />

situatie. In Noorwegen bestond zo’n crisissituatie<br />

daarentegen niet: het land beschikt over zulke olie- en<br />

gasvoorra<strong>de</strong>n dat bezuinigingen op <strong>de</strong> overheidsuitgaven<br />

niet of nauwelijks nodig waren. Dat maakte <strong>de</strong><br />

positie <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheidsbouwdienst aanzienlijk sterker<br />

tegen aanvallen <strong>van</strong>uit het kamp <strong>van</strong> <strong>de</strong> hervormers.<br />

In objectieve zin was er geen noodzaak zware ingrepen<br />

te plegen. Binnen het verband <strong>van</strong> <strong>de</strong> Noordse<br />

Wegfe<strong>de</strong>ratie bleek dui<strong>de</strong>lijk te zijn dat vooral Finland<br />

voor<strong>de</strong>len kon aantonen ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> vroegere<br />

situatie. Noorwegen werd daarom een institutional<br />

laggard genoemd: een achterloper in <strong>de</strong> hervormingen.<br />

Dit gaf <strong>de</strong> centrum-rechtse politieke bewindsvoe<strong>de</strong>rs<br />

voldoen<strong>de</strong> munitie om een sense of urgency te voelen<br />

en uitein<strong>de</strong>lijk toch een hervorming naar Fins mo<strong>de</strong>l<br />

door te voeren, tegen <strong>de</strong> wil <strong>van</strong> grote <strong>de</strong>len <strong>van</strong> het<br />

ambtelijk apparaat in. Een gevoel <strong>van</strong> urgentie is<br />

weliswaar een belangrijk gegeven bij het doorzetten<br />

<strong>van</strong> veran<strong>de</strong>ring maar toch is het bestaan er<strong>van</strong> in<br />

hoge mate subjectief. Belangrijk is dat dit gevoel door<br />

betrokkenen als objectief wordt gezien.<br />

Meervoudige inspiratie<br />

Veel weten in het algemeen meer dan één. Dat geldt<br />

zeker ook op het terrein <strong>van</strong> beleidsleren. Natuurlijk<br />

is het theoretisch mogelijk dat een bepaald land of een<br />

bepaal<strong>de</strong> stad <strong>de</strong> aanpak voor een bepaald beleids- of<br />

ruimtelijk probleem heeft gevon<strong>de</strong>n die het beste <strong>van</strong><br />

alle mogelijkhe<strong>de</strong>n in zich verenigt. Maar het is waarschijnlijker<br />

dat via een breed scala <strong>van</strong> best practices bij<br />

diverse inspiratiebronnen, het beste <strong>van</strong> diverse werel<strong>de</strong>n<br />

bij elkaar kan wor<strong>de</strong>n verzameld. Verschillen<strong>de</strong><br />

varianten <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ologie of mo<strong>de</strong>l kunnen in<br />

verschillen<strong>de</strong> omgevingen wor<strong>de</strong>n uitgeprobeerd en tot<br />

differentiële uitkomsten lei<strong>de</strong>n. Met die variatie kunnen<br />

beleidsmakers, die iets willen weten over ervaringen<br />

el<strong>de</strong>rs, hun voor<strong>de</strong>el mee doen. Echter, <strong>de</strong> term best<br />

practice is problematisch omdat datgene wat goed of<br />

zelfs het beste is, altijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> context afhangt. Het is<br />

zelfs waarschijnlijk dat verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n of ste<strong>de</strong>n<br />

alternatieve oplossingen hebben uitgeprobeerd, waaruit<br />

<strong>de</strong> late overnemer een constructieve synthese kan<br />

bouwen. Dan gaat <strong>de</strong> wet <strong>van</strong> <strong>de</strong> remmen<strong>de</strong> voorsprong


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

gel<strong>de</strong>n. Dit verschijnsel kan opnieuw met een voorbeeld<br />

wor<strong>de</strong>n verdui<strong>de</strong>lijkt uit empirisch materiaal dat in <strong>de</strong><br />

afgelopen jaren is verzameld.<br />

Sureuro, Pegasus en Enjoy<br />

<strong>De</strong> Europese Commissie en sommige nationale<br />

overhe<strong>de</strong>n hebben met belangstelling voor kennisuitwisseling<br />

door Communities of Practice diverse<br />

internationale projecten gefinancierd waarin experts en<br />

vertegenwoordigers <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> Europese lan<strong>de</strong>n<br />

en ste<strong>de</strong>n <strong>de</strong>elnemen. Een eerste voorbeeld hier<strong>van</strong><br />

is Sureuro, waarin Ne<strong>de</strong>rlandse, Franse en Duitse<br />

beleidsmakers en experts op het terrein <strong>van</strong> duurzame<br />

volkshuisvesting en stadsvernieuwing met elkaar <strong>van</strong><br />

gedachten wissel<strong>de</strong>n en instrumenten ter verbetering<br />

<strong>van</strong> hun beleidsaanpak <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n (Van Bueren e.a., 2002).<br />

Een twee<strong>de</strong> is Pegasus waarbij experts en betrokkenen<br />

uit Oslo, Malmö, Birmingham, Rotterdam, Wenen,<br />

Genova en Sevilla regelmatig workshops organiseer<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> participeren<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en waar <strong>de</strong> recente ontwikkelingen<br />

of in uitvoering zijn<strong>de</strong> plannen met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />

ste<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n besproken (<strong>De</strong> Jong & E<strong>de</strong>lenbos,<br />

2007). Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> is er het project Enjoy dat gefinancierd<br />

werd door het Duitse Umwelt Bun<strong>de</strong>samt en waar <strong>de</strong><br />

bestuursstructuur <strong>van</strong> Duitse Verkehrverbän<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> het openbaar vervoer in ste<strong>de</strong>n als<br />

Karlsruhe en Bremen als voorbeeld werd genomen voor<br />

Wroclaw in Polen, Riga in Letland en Tirana in Albanië<br />

(Stead e.a., 2008).<br />

Bij elk <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze projecten bleek dui<strong>de</strong>lijk dat het<br />

niet ten voorbeeld stellen <strong>van</strong> maar één land of stad<br />

enorme voor<strong>de</strong>len had. Daardoor horizontaliseer<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> discussies tussen <strong>de</strong> diverse <strong>de</strong>elnemers, hetgeen<br />

een bevrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> werking had voor <strong>de</strong> aan<strong>van</strong>kelijk als<br />

min<strong>de</strong>r succesvol ingeschatte on<strong>de</strong>r hen en juist <strong>de</strong><br />

grote druk bij <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs wegnam. Ook wees dit <strong>de</strong> weg<br />

naar het opdoen <strong>van</strong> leermomenten voor allen omdat<br />

<strong>de</strong> ervaringen <strong>van</strong> elk <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers <strong>van</strong> waar<strong>de</strong><br />

kon<strong>de</strong>n zijn. Het succes bleek soms af te hangen <strong>van</strong><br />

toevalsfactoren in plaats <strong>van</strong> beter presteren. Uit <strong>de</strong>ze<br />

Europese projecten kwam daarnaast in hoge mate <strong>de</strong><br />

relativiteit of zelfs onbruikbaarheid <strong>van</strong> het omarmen<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

P. 162<br />

<strong>van</strong> universele best practices naar voren (Radaelli,<br />

2004). Verschillen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en ste<strong>de</strong>n hebben immers<br />

verschillen<strong>de</strong> geografische contexten, preferenties,<br />

praktische en financiële mogelijkhe<strong>de</strong>n om hun beleidsaanpak<br />

te verbeteren. Het Pegasus-project bijvoorbeeld<br />

liet zien dat verschillen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n <strong>de</strong> mate en wijze<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>mocratische inspraak in relatie tot efficiënte<br />

bedrijfsvoering an<strong>de</strong>rs inschatten. Objectieve niveaus<br />

<strong>van</strong> geluidhin<strong>de</strong>r wer<strong>de</strong>n door vertegenwoordigers <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> ene stad sneller als onaanvaardbaar ervaren dan door<br />

<strong>de</strong>elnemers <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Bovendien werd vooral in<br />

het Enjoy-project dui<strong>de</strong>lijk dat beleidsmakers uit Polen,<br />

Letland, Tsjechië en Albanië zich weliswaar lieten inspireren<br />

door algemene i<strong>de</strong>eën uit West-Europa maar bij<br />

<strong>de</strong> implementatie er<strong>van</strong> nadrukkelijker <strong>van</strong> hun eigen<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n uit zou<strong>de</strong>n moeten gaan. <strong>De</strong> financiële<br />

mid<strong>de</strong>len zijn er voor het opzetten <strong>van</strong> hoogwaardig<br />

openbaar vervoer veel geringer dan in Ne<strong>de</strong>rland of<br />

Duitsland. Ze wor<strong>de</strong>n gedwongen hun ambitieniveau<br />

bij te stellen, moeten rekening hou<strong>de</strong>n met preferenties<br />

<strong>van</strong> hun eigen bevolking (die het belang <strong>van</strong> collectief<br />

personenvervoer min<strong>de</strong>r hoog waar<strong>de</strong>ert) en vooral<br />

ook bij elkaar op werkbezoek gaan, om in te kunnen<br />

schatten wat realistisch is.<br />

Bestuurlijke inpasbaarheid<br />

Lan<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>re bestuurlijke lichamen verschillen<br />

soms aanzienlijk <strong>van</strong> elkaar qua rechtssysteem,<br />

politiek-bestuurlijke structuur en cultuur, bedrijfscultuur<br />

en historische tradities. Hoewel het op zich<br />

aannemelijk is dat effectief beleid dat in het ene land<br />

is uitgevon<strong>de</strong>n ook in het an<strong>de</strong>re land kan aanslaan,<br />

mag daar nooit automatisch <strong>van</strong> wor<strong>de</strong>n uitgegaan.<br />

Invoering dient altijd afgestemd te wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

omgeving waarin het beleid zal wor<strong>de</strong>n overgenomen.<br />

Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n: het zal moeten wor<strong>de</strong>n gecontextualiseerd<br />

(Radaelli, 2004). Een eerste bena<strong>de</strong>ring<br />

om <strong>de</strong> haalbaarheid <strong>van</strong> transplantatie in te schatten is<br />

te kijken naar <strong>de</strong> relatieve overeenstemming die bestaat<br />

tussen lan<strong>de</strong>n op wereldschaal. Zo wordt in het vergelijkend<br />

recht gewerkt met zogenaam<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nfamilies<br />

(Zweigert & Kotz, 1998). Dit i<strong>de</strong>e is ook toegepast op<br />

vergelijkbaarheid <strong>van</strong> bestuursstelsels en beleidsomge-


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

vingen (Castles, 1993). Hoewel cultureel antropologen<br />

niet <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> terminologie hanteren, werken ook zij met<br />

plots <strong>van</strong> lan<strong>de</strong>n die qua waar<strong>de</strong>oriëntaties opmerkelijke<br />

overeenkomsten vertonen (Hofste<strong>de</strong> & Hofste<strong>de</strong>,<br />

2005). Over het algemeen hebben lan<strong>de</strong>n die behoren<br />

bij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>nfamilie een overeenkomstige stijl bij<br />

het oplossen <strong>van</strong> vraagstukken. Het ligt voor <strong>de</strong> hand<br />

te <strong>de</strong>nken dat lan<strong>de</strong>n die tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> familie behoren<br />

veel eenvoudiger en effectiever i<strong>de</strong>eën, concepten en<br />

beleidsprogramma’s kunnen transplanteren. Echter, dat<br />

is niet het geval. <strong>De</strong> volgen<strong>de</strong> twee voorbeel<strong>de</strong>n zullen<br />

dit verdui<strong>de</strong>lijken (Arribas, 2002; <strong>De</strong> Jong & Haran,<br />

2002).<br />

London Un<strong>de</strong>rground<br />

In <strong>de</strong> jaren 1990 kampte <strong>de</strong> London Un<strong>de</strong>rground met<br />

toenemen<strong>de</strong> financiële tekorten en een groeien<strong>de</strong> onveiligheid.<br />

<strong>De</strong> hele situatie rond het vermaar<strong>de</strong> metrosysteem<br />

werd als een crisis ervaren. <strong>De</strong> bestuur<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

stad had<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> New York Subway on<strong>de</strong>r<br />

leiding <strong>van</strong> Bob Kiley in <strong>de</strong> voorafgaan<strong>de</strong> jaren een<br />

succesvolle transformatie doorgemaakt had. <strong>De</strong>ze was<br />

tot stand gebracht met aanzienlijke investeringen in <strong>de</strong><br />

kwaliteit en <strong>de</strong> veiligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgrondse metro,<br />

gefinancierd met <strong>de</strong> uitgave <strong>van</strong> gemeentelijke obligaties.<br />

<strong>De</strong> burgemeester <strong>van</strong> Lon<strong>de</strong>n, Ken Livingstone,<br />

was geïnspireerd door Kileys optre<strong>de</strong>n en besloot hem<br />

in te huren om <strong>de</strong> manier <strong>van</strong> transformatie ook in<br />

Lon<strong>de</strong>n in praktijk te brengen. Op zich zou men een<br />

hoge kans <strong>van</strong> slagen verwachten gezien het feit dat in<br />

Lon<strong>de</strong>n ten eerste <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> persoon met een ge<strong>de</strong>ci<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

betrokkenheid aan het werk ging en ten twee<strong>de</strong><br />

een politiek-bestuurlijke cultuur aanwezig was die even<br />

Angelsaksisch is als die in New York. Maar in werkelijkheid<br />

bleek het aantal bestuurlijke vrijheidsgra<strong>de</strong>n voor<br />

gemeenten in Groot-Brittannië vele malen kleiner te<br />

zijn dan in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten. Kiley ontbeer<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

noodzakelijke steun <strong>van</strong> <strong>de</strong> nationale overheid, hoe<br />

stevig <strong>de</strong> Lon<strong>de</strong>nse burgemeester Livingstone ook<br />

achter hem stond. Misschien mislukte het juist omdat<br />

Tony Blair en John Prescott, die <strong>de</strong> nationale Britse<br />

regering op dit terrein in die tijd vertegenwoordig<strong>de</strong>n,<br />

Livingstone als grote rivaal zagen. Ineens werd<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

P. 163<br />

<strong>de</strong> betekenis <strong>van</strong> het opereren in een eenheidsstaat<br />

dui<strong>de</strong>lijk: op <strong>de</strong>rgelijke complicaties stuitte Bob Kiley in<br />

<strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten niet.<br />

Carrefours<br />

Eveneens werd <strong>de</strong> Spaanse regering in <strong>de</strong> jaren 1990<br />

geconfronteerd met een onaangenaam verschijnsel:<br />

<strong>de</strong> vestiging <strong>van</strong> grootwinkelbedrijven ver buiten<br />

<strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad. Steeds meer Carrefours en<br />

Géant Casinos vestig<strong>de</strong>n zich in voormalig open<br />

gebie<strong>de</strong>n met het gevolg <strong>van</strong> steeds meer autoverkeer.<br />

Tegelijkertijd werd het draagvlak voor kleinere winkels<br />

binnen <strong>de</strong> stadsgrenzen uitgehold. Beleidsmakers<br />

in Madrid realiseer<strong>de</strong>n zich dat vergelijkbare suburbanisatieprocessen<br />

zich al eer<strong>de</strong>r in Frankrijk<br />

had<strong>de</strong>n voorgedaan. Die waren aldaar met enig<br />

succes via nieuwe nationale wetgeving met hel<strong>de</strong>re<br />

normstelling bestre<strong>de</strong>n, althans dat werd in Frankrijk<br />

en Spanje beweerd en aangenomen. Men besloot<br />

mutatis mutandis een zelf<strong>de</strong> soort wetgeving door<br />

het parlement te loodsen. Frankrijk en Spanje zijn<br />

immers cultureel gesproken Latijnse lan<strong>de</strong>n en hebben<br />

bovendien bei<strong>de</strong>n een Napoleontisch rechtsstelsel.<br />

Maar het uitein<strong>de</strong>lijke resultaat was ronduit teleurstellend.<br />

Men had bij <strong>de</strong> aanvaarding <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe<br />

regelgeving onvoldoen<strong>de</strong> beseft dat in <strong>de</strong> afgelopen tijd<br />

Spanje in hoog tempo was gefe<strong>de</strong>raliseerd waardoor<br />

diverse planningscompetenties niet langer in Madrid<br />

maar in <strong>de</strong> autonoom opereren<strong>de</strong> regio’s lagen. Om <strong>de</strong><br />

transplantatie effectiever te maken had<strong>de</strong>n alle regio’s<br />

op hun beurt het nationale beleid moeten overnemen<br />

op hun schaal, een soort dubbele transplantatie dus,<br />

en dat gebeur<strong>de</strong> niet.<br />

Institutionalisering <strong>van</strong> een<br />

transplantaat<br />

Hoewel uit <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n zeker niet mag<br />

wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat verwantschap tussen lan<strong>de</strong>n<br />

een na<strong>de</strong>el vormt bij institutionele transplantatie, blijkt<br />

het wel vaak voor te komen dat juist <strong>van</strong>wege <strong>de</strong>ze<br />

verwantschap subtiele institutionele verschillen wor<strong>de</strong>n<br />

on<strong>de</strong>rschat, met dramatische gevolgen. Een beleidsoverdracht<br />

tussen ongelijke lan<strong>de</strong>n is vaak ingewik-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Buitenlandse beleidsmo<strong>de</strong>llen voor binnenlands gebruik<br />

kel<strong>de</strong>r, maar dan ligt het juist meer voor <strong>de</strong> hand <strong>de</strong>ze<br />

verschillen <strong>van</strong>af het begin in ogenschouw te nemen<br />

en aanpassingsmaatregelen te treffen, of te letten op<br />

voldoen<strong>de</strong> aanpassing <strong>van</strong> het concept en programma<br />

dat men overneemt.<br />

In <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> paragrafen zijn drie belangrijke<br />

succesfactoren aangegeven voor het vruchtbaar<br />

uitvoeren <strong>van</strong> institutionele transplantaties. Er is<br />

gewezen op het strategisch en tactisch gebruiken <strong>van</strong><br />

crisismomenten om veran<strong>de</strong>ringen door te voeren. Er<br />

is aangegeven, dat het bij beleidsleren vaak een enorm<br />

voor<strong>de</strong>el is om syntheses te maken <strong>van</strong> een variatie<br />

aan gevon<strong>de</strong>n oplossingen in diverse lan<strong>de</strong>n. Van<br />

belang is <strong>de</strong> institutionele verenigbaarheid <strong>van</strong> het<br />

transplantaat met zijn nieuwe omgeving. Het belangrijkste<br />

motief om in al <strong>de</strong>ze drie aspecten ‘juist’ te<br />

han<strong>de</strong>len is om het overdrachtsproces in goe<strong>de</strong> banen<br />

te lei<strong>de</strong>n. Alleen dan is het mogelijk om een beleidsinitiatief,<br />

of dat nu regelgeving is, een programma<br />

of een reeks concepten, goed te laten opnemen in <strong>de</strong><br />

nieuwe institutionele omgeving. Zaken die op papier<br />

zijn gezet, gaan niet uit zichzelf leven. Ze moeten in<br />

<strong>de</strong> hoof<strong>de</strong>n <strong>van</strong> mensen gaan leven zodat conceptuele<br />

en sociale werkelijkheid gecreëerd kunnen wor<strong>de</strong>n en<br />

waar<strong>van</strong> men na afloop <strong>de</strong> gevolgen kan on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n.<br />

Indien dat het geval is, institutionaliseert een transplantaat<br />

en raakt het vergroeid met zijn omgeving.<br />

<strong>De</strong> in dit artikel genoem<strong>de</strong> factoren kunnen daaraan<br />

een cruciale bijdrage leveren. Dat neemt niet weg dat<br />

hiermee nog niets is gezegd over <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> een<br />

beleidsconcept of een serie initiatieven. Dat is een<br />

vraagstuk dat gaat over inhou<strong>de</strong>lijke planvorming en<br />

beleidsanalyses dat minstens even rele<strong>van</strong>t is maar<br />

buiten het bestek <strong>van</strong> dit artikel valt.<br />

Martin <strong>de</strong> Jong (w.m.<strong>de</strong>jong@tu<strong>de</strong>lft.nl) is universitair hoofddocent<br />

beleid, organisatie en management bij <strong>de</strong> Faculteit Techniek, Bestuur en<br />

Management <strong>van</strong> <strong>de</strong> TU-<strong>De</strong>lft.<br />

Literatuur<br />

Arribas, L. (2002) ‘Importing the French retail planning mo<strong>de</strong>l to Spain’, M. <strong>de</strong><br />

Jong, K. Lalenis & V. Mamadouh (red.) The theory and practice of institutional<br />

P. 164<br />

transplantation, Kluwer Aca<strong>de</strong>mic Press, Dordrecht, p. 87-101<br />

Bueren, E. <strong>van</strong>, F. Bougrain & T. Knorr-Siedow (2002) ‘Sustainable<br />

neigbourhood rehabilitation in Europe: From simple toolbox to multilateral<br />

learning’, M. <strong>de</strong> Jong, K. Lalenis & V. Mamadouh (red.) The theory and practice<br />

of institutional transplantation, Kluwer Aca<strong>de</strong>mic Press, Dordrecht, p. 263-280<br />

Castles, F.G. (red.) (1993) Families of nation, Dartmouth, Al<strong>de</strong>rshot<br />

Dolowitz, D. & D. Marsh (2000) ‘Learning from abroad: The role of policy<br />

transfer in contemporary policy-making’, Governance: An International Journal<br />

of Policy and Administration, jg. 13, nr. 1, p. 5-24<br />

Groenewegen, J. & M. <strong>de</strong> Jong (2008) ‘Assessing the potential of new<br />

institutional economics to explain institutional change: the case of road<br />

management liberalization in the Nordic countries’, Journal of Institutional<br />

Economics, jg. 4, nr. 1, p. 51-71<br />

Hofste<strong>de</strong>, G. & G.J. Hofste<strong>de</strong> (2005) Cultures and organizations; Software of the<br />

mind, Mc Graw Hill, New York<br />

Huntington, S. (1996) The clash of civilizations, Harvard University Press,<br />

Cambridge<br />

Jacoby, W. (2000) Imitation and politics; re<strong>de</strong>signing mo<strong>de</strong>rn Germany,<br />

Cornell University Press, Ithaca, NY<br />

Jong, M. <strong>de</strong> & J. E<strong>de</strong>lenbos (2007) ‘An insi<strong>de</strong>r’s perspective of multilateral<br />

learning in a European expert network’, European Planning Studies, jg. 15, nr.<br />

5, p. 687-706<br />

Jong, M. <strong>de</strong> & N. Haran (2002) ‘An American in London; Why a London<br />

Un<strong>de</strong>rground replay of the New York Subway refurbishment was unsuccessful’,<br />

M. <strong>de</strong> Jong, K. Lalenis & V. Mamadouh (red.) The theory and practice of<br />

institutional transplantation, Kluwer Aca<strong>de</strong>mic Press, Dordrecht, p. 215-230<br />

Knill, C. (2001) The Europeanization of national administrations: patterns of<br />

institutional change and persistence, Cambridge University Press, Cambrig<strong>de</strong><br />

Kroesen, O., M. <strong>de</strong> Jong & J. Waaub (2007) ‘Cross-national policy transfer to<br />

<strong>de</strong>veloping countries’, Knowledge, Technology and Policy, jg. 19, nr. 4, p. 137-142<br />

Radaelli, C.M. (2004) ‘The diffusion of regulatory impact assessment – best<br />

practice or lesson-drawing?’, European Journal of Political Research, jg. 43,<br />

nr. 4, p. 723-747<br />

Rose, R. (2005) Learning from comparative public policy, Routledge, London<br />

Stead, D., M. <strong>de</strong> Jong & I. Reinhol<strong>de</strong> (2008) ‘Urban Transport Policy Transfer in<br />

Central and Eastern Europe’, disP, nr.172<br />

Stone, D. (2004) ‘Transfer agents and global networks in the<br />

‘transnationalization’ of policy’, Journal of European Public Policy, jg. 11, nr. 3,<br />

p. 545-566<br />

Watson, A. (1993) Legal transplants: An approach to comparative law,<br />

University of Georgia Press, Athens, GA<br />

Zweigert, K. & H. Kotz (1998) An introduction to comparative law, Clarendon<br />

Press, Oxford


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Advertentie<br />

P. 165<br />

CURSUSAANBOD VAN<br />

Het Eggens Instituut voor Juridisch Postaca<strong>de</strong>misch<br />

On<strong>de</strong>rwijs UvA en Juritas kenniscentrum voor<br />

bestuursrecht<br />

Gemeenten aan <strong>de</strong> slag met <strong>de</strong> nieuwe Wro<br />

verdiepingscursus: slim planologische besluiten nemen<br />

<strong>De</strong> tweedaagse cursus behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> gevolgen <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe Wro inclusief <strong>de</strong> daar<strong>van</strong> <strong>de</strong>el<br />

uitmaken<strong>de</strong> Gron<strong>de</strong>xploitatiewet voor <strong>de</strong> planologische besluitvorming en ook <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong><br />

noodzaak om milieuaspecten bij planologische besluiten te betrekkingen; <strong>de</strong>ze biedt een overzicht<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> formele en inhou<strong>de</strong>lijke juridische risico’s.<br />

<strong>De</strong> cursus is bestemd voor gemeenteambtenaren met ervaring inzake <strong>de</strong> planologische besluitvorming,<br />

<strong>de</strong> daarmee samenhangen<strong>de</strong> vergunningen, alsme<strong>de</strong> grondzaken.<br />

Data: woensdag 18 en 25 juni 2008<br />

Cursusprijs: € 995,-<br />

Locatie: Faculteit <strong>de</strong>r Rechtsgeleerdheid UvA<br />

Aanmelding via <strong>de</strong> website <strong>van</strong> het Eggens Instituut UvA: www.jur.uva.nl/eggens<br />

of via <strong>de</strong> website <strong>van</strong> Juritas: www.Juritas.nl<br />

Luchtkwaliteit<br />

actualiteiten en achtergron<strong>de</strong>n<br />

<strong>De</strong> cursus behan<strong>de</strong>lt on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> eisen voor luchtkwaliteit en het on<strong>de</strong>rzoek daarnaar, en <strong>de</strong><br />

daarbij toe te passen metho<strong>de</strong>n en besluit- en rechtsbeschermingprocedures; met veel aandacht<br />

voor actuele ontwikkelingen in jurispru<strong>de</strong>ntie en wetgeving. <strong>De</strong>ze is bestemd voor juristen<br />

werkzaam op het gebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, grondzaken en het milieurecht.<br />

Datum: dinsdag 24 juni<br />

Tijd: 12.30 - 17.30 uur<br />

Cursusprijs: € 395,-<br />

Locatie: Faculteit <strong>de</strong>r Rechtsgeleerdheid UvA<br />

Aanmelding via <strong>de</strong> website <strong>van</strong> het Eggens Instituut UvA: www.jur.uva.nl/eggens<br />

of via <strong>de</strong> website <strong>van</strong> Juritas: www.Juritas.nl


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 166<br />

Ste<strong>de</strong>lijkheid in<br />

grote projecten<br />

Stan Majoor<br />

Foto boven: Forum Port (bron: Forum Barcelona), Foto on<strong>de</strong>r: Ørestad (bron: Ørestadsselskabet)


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 167<br />

Wie heeft er niet liever een levendig gebied dan een saaie kantoorlocatie? Ambities<br />

voor ste<strong>de</strong>lijkheid in grootschalige ruimtelijke ontwikkelingsprojecten zijn er dan<br />

ook te over. Toch lijkt er een groot gat tussen ‘een goed i<strong>de</strong>e’ en <strong>de</strong> uitvoering. In<br />

drie Europese cases zijn ste<strong>de</strong>lijke ambities in grootschalige projecten on<strong>de</strong>rzocht<br />

in relatie tot <strong>de</strong> manier waarop besluitvorming georganiseerd is. Juist het gebrek<br />

aan procesmatige vernieuwing leidt ertoe dat nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid veelal een<br />

onverbon<strong>de</strong>n innovatie blijft.<br />

Grootschalige ruimtelijke projecten om<br />

nieuwe locaties voor economische groei te<br />

realiseren nemen een prominente plek in<br />

op <strong>de</strong> beleidsagenda <strong>van</strong> ambitieuze metropolitane<br />

regio’s in Europa. In Ne<strong>de</strong>rland<br />

kan bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n gedacht aan<br />

<strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> Kop <strong>van</strong> Zuid in<br />

Rotterdam, <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> Zuidas of <strong>de</strong><br />

plannen voor ‘Nieuwe Sleutelprojecten’<br />

rond <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong>ige stations <strong>van</strong> <strong>de</strong> hogesnelheidstrein.<br />

Enerzijds zijn <strong>de</strong>ze projecten<br />

een gevolg <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> processen<br />

<strong>van</strong> economische internationalisering<br />

en ruimtelijke concurrentie, an<strong>de</strong>rzijds<br />

is het onmogelijk ze te begrijpen zon<strong>de</strong>r<br />

kennis te hebben <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale culturele<br />

en institutionele omgeving en planningcultuur<br />

waarin zij vorm krijgen. <strong>De</strong><br />

recente generatie Europese grootschalige<br />

ruimtelijke ontwikkelingsprojecten wordt<br />

vaak bekritiseerd <strong>van</strong>wege hun gesloten<br />

neo-corporatistische besluitvormingsarena’s.<br />

Tegelijkertijd wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

resultaten vaak gezien als eenzijdig en<br />

exclusief (veel kantoren, dure appartementen)<br />

en vooral weinig ‘ste<strong>de</strong>lijk’ (Moulaert<br />

e.a., 2003; Salet & Gualini, 2007).<br />

<strong>De</strong> afgelopen jaren is er groeien<strong>de</strong> aandacht,<br />

niet alleen in Ne<strong>de</strong>rland maar ook<br />

daarbuiten, om op een radicalere manier<br />

ste<strong>de</strong>lijke aspecten als menging, dichtheid<br />

en diversiteit in <strong>de</strong>ze projecten te vergroten.<br />

Dit i<strong>de</strong>e wordt ‘nieuwe’ ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

genoemd, omdat het – na een perio<strong>de</strong><br />

waarin functiescheiding het belangrijkste<br />

on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ning was – probeert <strong>de</strong> gemeng<strong>de</strong> stad<br />

uit te vin<strong>de</strong>n in een nieuw tijdsbestek. <strong>De</strong><br />

belangrijkste vraag is in hoeverre nieuwe<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid meer is dan alleen een i<strong>de</strong>aal<br />

<strong>van</strong> planners over een door hen nastrevenswaardig<br />

geachte materiële uitkomst.<br />

Dit is namelijk een lot dat kleeft aan vele<br />

goed bedoel<strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke planconcepten<br />

die naïef blijven over <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong><br />

structuren in <strong>de</strong> maatschappij (Fainstein,<br />

2000). In dit artikel wordt <strong>de</strong> ambitie voor<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten dan ook<br />

niet zozeer als een ste<strong>de</strong>nbouwkundige of<br />

architectonische uitdaging geanalyseerd,<br />

maar vooral als een vraag hoe een <strong>de</strong>rgelijk<br />

i<strong>de</strong>e zich verhoudt tot <strong>de</strong> manier waarop<br />

<strong>de</strong>ze projecten ontwikkeld wor<strong>de</strong>n. Dit<br />

is on<strong>de</strong>rzocht in <strong>de</strong> projecten Zuidas in<br />

Amsterdam, Ørestad in Kopenhagen en<br />

Forum in Barcelona (Majoor, 2008a).<br />

Alle drie zijn casussen waar ambitie voor<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid een belangrijk inhou<strong>de</strong>lijk<br />

concept is geweest in <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

plannen (tabel 1).<br />

Sociale normen<br />

Het eerst punt <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rzoek is een analyse<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke i<strong>de</strong>eën die lei<strong>de</strong>nd<br />

waren in <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze projecten.<br />

Nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid was één <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

i<strong>de</strong>eën, maar hoe was dit precies vormge-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 168<br />

Tabel 1 Programmatische aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie casestudies<br />

Project Soort locatie Geplan<strong>de</strong> functiemix Speciale investeringen<br />

Amsterdam: Zuidas<br />

(1995-2030)<br />

Kopenhagen: Ørestad<br />

(1998-2030)<br />

Barcelona: Forum<br />

(1999-2010)<br />

Strook aan bei<strong>de</strong> kanten zui<strong>de</strong>lijke<br />

ringweg en railcorridor. Gelegen tussen<br />

stadscentrum en luchthaven.<br />

Langwerpige strook in en langs voormalig<br />

groengebied. Connectie tussen binnenstad<br />

aan <strong>de</strong> noordzij<strong>de</strong> en vliegveld aan zuidzij<strong>de</strong>.<br />

Strategisch gesitueerd langs nieuwe<br />

transportcorridor naar Zwe<strong>de</strong>n.<br />

Voormalig industrieel gebied, waar<br />

Avinguda Diagonal <strong>de</strong> kust bereikt. Gebied<br />

gedomineerd door drie installaties:<br />

vuilverbranding, waterzuivering en<br />

energiecentrale.<br />

geven, met welke an<strong>de</strong>re concepten was<br />

dit verbon<strong>de</strong>n en in hoeverre vorm<strong>de</strong><br />

dit een aanvulling of een belemmering<br />

voor <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

ambitie? Inhou<strong>de</strong>lijke i<strong>de</strong>eën staan nooit<br />

op zichzelf, ze zijn altijd verbon<strong>de</strong>n aan<br />

(groepen <strong>van</strong>) partijen die <strong>de</strong>ze in on<strong>de</strong>rlinge<br />

interacties vormen en bevechten.<br />

Daarom is het belangrijk te on<strong>de</strong>rzoeken<br />

welke partijen meedoen en welke niet,<br />

welke doelen, mid<strong>de</strong>len en vormen <strong>van</strong><br />

macht <strong>de</strong>ze partijen hebben en hoe <strong>de</strong><br />

besluitvorming is georganiseerd.<br />

<strong>De</strong>ze inhou<strong>de</strong>lijke en procesmatige<br />

analyse is verrijkt met een studie naar<br />

<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> sociale normen in <strong>de</strong>ze<br />

drie projecten. Sociale normen vormen<br />

een normatief referentieka<strong>de</strong>r voor het<br />

han<strong>de</strong>len <strong>van</strong> personen en partijen in<br />

bepaal<strong>de</strong> situaties (Hecher & Opp, 2001).<br />

Ze zijn één <strong>van</strong> <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> begrippen in<br />

<strong>de</strong> sociale wetenschappen om processen<br />

<strong>van</strong> maatschappelijke or<strong>de</strong> en veran<strong>de</strong>ring<br />

te begrijpen (Coleman, 1990).<br />

- 1.091.700 m2 kantoren<br />

- 1.171.700 m2 woningen<br />

- 485.020 m2 voorzieningen:<br />

winkels, musea,<br />

universiteitsgebouwen<br />

- 1.800.000 m 2 kantoren<br />

- 400.000 m 2 woningen<br />

- 400.000 m 2 voorzieningen:<br />

universiteit, concertzaal<br />

- 250.000 m 2 woningen<br />

- 167.000 m 2 kantoren<br />

- 270.000 m 2 an<strong>de</strong>re functies:<br />

conferentie centrum, hotels, Aanleg <strong>van</strong> nieuwe jachthaven, grootschalige<br />

winkels, universiteit openbare ruimten.<br />

Etiquette wordt bijvoorbeeld vaak gezien<br />

als een (samenstel) <strong>van</strong> sociale normen<br />

die gedrag <strong>van</strong> mensen beïnvloe<strong>de</strong>n en<br />

ook voor een <strong>de</strong>el voorspelbaar maken.<br />

Ze wor<strong>de</strong>n gehandhaafd binnen een<br />

groep door tal <strong>van</strong> directe en indirecte<br />

belonings- en stafmechanismen. Hoewel<br />

sociale normen bepaal<strong>de</strong> vormen <strong>van</strong><br />

gedrag duurzaam structureren en<br />

conserveren zijn ze bijna nergens ‘een<br />

gegeven’. Hun betekenis evolueert<br />

in praktijken <strong>van</strong> interactie. Ook in<br />

processen <strong>van</strong> ruimtelijke ontwikkeling<br />

en or<strong>de</strong>ning – normatieve activiteiten<br />

pur sang meestal – zijn tal <strong>van</strong> sociale<br />

normen actief die beïnvloe<strong>de</strong>n welk<br />

gedrag in een bepaal<strong>de</strong> situatie acceptabel<br />

wordt geacht voor een partij, welke<br />

soort ruimtelijke maatregelen wor<strong>de</strong>n<br />

overwogen bij een bepaald probleem<br />

of welke partijen logischerwijs wor<strong>de</strong>n<br />

betrokken bij bepaal<strong>de</strong> processen. In<br />

hoeverre heeft het i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> nieuwe<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid zich in <strong>de</strong>ze drie casussen<br />

ontwikkeld <strong>van</strong> een initieel voorstel tot<br />

Uitbreiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> capaciteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> snelweg en<br />

het spoor, nieuwe metroverbinding met centrum.<br />

Voorstel om alle infrastructuur in een 1,2 kilometer<br />

lange tunnel aan te leggen.<br />

Nieuw metro systeem verbindt gebied met<br />

stadscentrum. Nieuw station langs spoor<br />

naar Zwe<strong>de</strong>n. Compleet nieuwe weg- en<br />

waterstructuur.<br />

On<strong>de</strong>rtunneling ringweg ter hoogte <strong>van</strong> project.<br />

Nieuw metrostation, nieuwe tramverbinding met<br />

binnenstad. Upgrading <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie installaties.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 169<br />

Het prestigieuze Mahler 4 project aan <strong>de</strong> Zuidas (foto Daniela Wullers)<br />

een sociale norm, of, in an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n,<br />

tot een vorm <strong>van</strong> gedrag ‘zoals het hoort’<br />

in <strong>de</strong> optiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> investeren<strong>de</strong> partijen,<br />

met bijbehoren<strong>de</strong> sociale straf- en<br />

beloningsmechanismen; of is er een groot<br />

verschil waarneembaar tussen retoriek en<br />

realiteit?<br />

Particuliere ste<strong>de</strong>lijkheid in<br />

Zuidas<br />

<strong>De</strong> Zuidas in Amsterdam is één <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

grootste en meest complexe he<strong>de</strong>ndaagse<br />

ruimtelijke herstructureringsprojecten<br />

in Ne<strong>de</strong>rland. Het project komt sterk<br />

uit een particuliere koker. Tegen <strong>de</strong><br />

wil <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente Amsterdam in<br />

kozen belangrijke investeer<strong>de</strong>rs begin<br />

jaren negentig voor dit relatief lege en<br />

uitstekend bereikbare gebied, strategisch<br />

gelegen tussen binnenstad en Schiphol. In<br />

het project Zuidas wor<strong>de</strong>n drie inhou<strong>de</strong>lijke<br />

hoofddoelstellingen nagestreefd: <strong>de</strong><br />

ontwikkeling <strong>van</strong> een nieuw zakelijk centrum<br />

voor Amsterdam met nationale en<br />

internationale pretenties, <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> een intensief bebouw<strong>de</strong>, gemeng<strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke zone en <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> een<br />

infrastructuurproject. <strong>De</strong> organisatie <strong>van</strong><br />

het project was in <strong>de</strong> eerste fase heel sterk<br />

gericht op <strong>de</strong> besluitvorming tussen <strong>de</strong><br />

gemeente Amsterdam en enkele belangrijke<br />

particuliere investeer<strong>de</strong>rs (ABN<br />

AMRO, ING). Zij vorm<strong>de</strong>n een intensief<br />

samenwerkingsverband en door een gunstig<br />

economisch tij ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong> Zuidas<br />

zich snel. In een vroege fase ontstond het<br />

plan om <strong>de</strong> centrale infrastructuurbun<strong>de</strong>l<br />

volledig in het gebied te integreren<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een tunnel met daarop<br />

bebouwing, het zogenaam<strong>de</strong> dokmo<strong>de</strong>l.<br />

Door het ‘verdwijnen’ <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze fysieke<br />

barrière met bijbehorend geluid en stof<br />

zou een aaneengesloten ste<strong>de</strong>lijk gebied<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n ontwikkeld, een nieuw<br />

twee<strong>de</strong> stadscentrum voor Amsterdam.<br />

Vanaf 2003 haakte <strong>de</strong> nationale overheid<br />

schoorvoetend aan in het project, in een<br />

poging een publiek-particuliere maatschappij<br />

te vormen om het dokmo<strong>de</strong>l te<br />

bouwen en te ontwikkelen.<br />

Publieke ste<strong>de</strong>lijkheid in<br />

Ørestad<br />

Begin jaren negentig begon Kopenhagen<br />

een actieve rol te spelen in <strong>de</strong> grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

Øresund samenwerking<br />

samen met <strong>de</strong> zuid-Zweedse regio Skåne.<br />

Het Ørestad project, strategisch gele<strong>de</strong>n<br />

bij <strong>de</strong> nieuwe brug over <strong>de</strong> Sont naar<br />

Malmö, was een belangrijke component<br />

hierin. Het project ken<strong>de</strong> twee hoofddoelstellingen:<br />

het zou een belangrijk<br />

economisch zwaartepunt wor<strong>de</strong>n voor<br />

kantoren en an<strong>de</strong>re functies in <strong>de</strong> zich<br />

snel ontwikkelen<strong>de</strong> Øresund regio en<br />

<strong>de</strong> opbrengsten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze ontwikkeling<br />

zou<strong>de</strong>n gebruikt wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong><br />

bekostiging <strong>van</strong> een nieuw openbaar


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 170<br />

Foto’s: Ørestad (bron: Ørestadsselskabet)<br />

vervoerssysteem voor Kopenhagen, <strong>de</strong><br />

metro. In tegenstelling tot Zuidas was<br />

Ørestad vooral een publiek geleid ontwikkelingsproject.<br />

<strong>De</strong> gemeente Kopenhagen<br />

en <strong>de</strong> nationale overheid richtten samen<br />

<strong>de</strong> Ørestad Ontwikkelingsmaatschappij<br />

op. Via goedkope, door <strong>de</strong> staat gegaran<strong>de</strong>er<strong>de</strong><br />

leningen bouw<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze allereerst<br />

het nieuwe metrostelsel. Vanaf 2000<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eerste kavels in het lege Ørestad<br />

gebied uitgegeven en verwacht werd dat<br />

in een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig jaar het gebied<br />

zich zou ontwikkelen tot een belangrijke,<br />

nieuwe ste<strong>de</strong>lijke zone in Kopenhagen.<br />

Maatschappelijke ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

in Forum<br />

Met het Forum project trachtte Barcelona<br />

zijn internationale faam in het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> grootschalige evenementen, zoals <strong>de</strong><br />

Olympische Spelen <strong>van</strong> 1992, te gebruiken<br />

voor ste<strong>de</strong>lijke ontwikkeling. Ten opzichte<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re casussen kent het een veel<br />

kleiner vastgoedprogramma. Ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

is vooral ge<strong>de</strong>finieerd als het creëren <strong>van</strong><br />

nieuwe openbare ruimten in het centrale<br />

gebied en een serie <strong>van</strong> meer conventionele<br />

vastgoedprojecten daar omheen. Forum<br />

werd ontwikkeld rond drie inhou<strong>de</strong>lijke<br />

i<strong>de</strong>eën: als een fysiek regeneratieproject<br />

voor een oud industrieel ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong><br />

Barcelona, als een (inter)nationaal en<br />

lokaal cultureel massa evenement en als<br />

een project <strong>van</strong> belangrijke ecologische<br />

investeringen. Organisatorisch werd er een<br />

sterke scheiding doorgevoerd tussen <strong>de</strong><br />

partijen die verantwoor<strong>de</strong>lijk waren voor<br />

<strong>de</strong> fysieke transformatie en het culturele<br />

evenement. In een vroeg stadium werd <strong>de</strong><br />

ontwikkeling <strong>van</strong> het gebied aan het Wereld<br />

Cultuur Forum evenement gekoppeld. Dit<br />

nieuwe, door <strong>de</strong> gemeente zelf bedachte en<br />

door UNESCO gesteun<strong>de</strong> grootschalige<br />

evenement zou in het voorjaar <strong>van</strong> 2004<br />

geduren<strong>de</strong> vier maan<strong>de</strong>n in het gebied<br />

wor<strong>de</strong>n georganiseerd. Dit vooruitzicht<br />

werd vooral strategisch benut om extra<br />

financiële mid<strong>de</strong>len <strong>van</strong> an<strong>de</strong>re overheidslagen<br />

te mobiliseren om snel in het gebied<br />

te investeren en het gereed te maken om in<br />

2004 miljoenen bezoekers te ont<strong>van</strong>gen.<br />

Teleurstellen<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

Ondanks <strong>de</strong> vele plannen voor nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

toont een bezoek aan <strong>de</strong>ze drie<br />

projecten aan dat ze, na ongeveer tien jaar<br />

in ontwikkeling, nog nauwelijks ste<strong>de</strong>lijk<br />

zijn. <strong>De</strong> Zuidas is economisch succesvol,<br />

maar kent tot nu toe vooral kantoren,<br />

terwijl <strong>de</strong> openbare ruimte versnipperd is<br />

en leeg buiten kantooruren. In Ørestad zijn<br />

er bemoedigen<strong>de</strong> resultaten gehaald in het<br />

noor<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het project waar rond<br />

een nieuwe universiteit en enkele publieksgebouwen<br />

een aardig gemengd ste<strong>de</strong>lijk<br />

gebied is ontstaan met woningen, kantoren<br />

en aantrekkelijke openbare ruimte. Het<br />

door planners zo vurig nagestreef<strong>de</strong> leven-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 171<br />

Forumgebouw (bron: Forum Barcelona)<br />

dige centrumgebied is echter nog totaal niet<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> grond gekomen. In Barcelona geeft<br />

het gebied momenteel een spookachtige<br />

indruk. Na afloop <strong>van</strong> het Forum evenement<br />

overheersen immense lege pleinen,<br />

terwijl rondom het project vooral dure<br />

hotels, een winkelcentrum en woontorens<br />

staan die zich <strong>van</strong> het gebied lijken af<br />

te keren. Uiteraard beloven alle drie <strong>de</strong><br />

projecten beterschap. In Amsterdam<br />

wordt gehoopt op het dokmo<strong>de</strong>l om een<br />

gemengd ste<strong>de</strong>lijk centrumgebied te<br />

ontwikkelen. In Kopenhagen en Barcelona<br />

moeten ook nog vele <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> plannen<br />

wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. Betrokkenen wijzen<br />

er terecht op dat je nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

ook niet kan ‘bouwen’. Het heeft te maken<br />

met voor planners veel ongrijpbaar<strong>de</strong>re<br />

aspecten <strong>van</strong> het gebruik en <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntificatie<br />

<strong>van</strong> economische ruimte. Toch lijkt het<br />

overdui<strong>de</strong>lijk dat in <strong>de</strong>ze drie projecten <strong>de</strong><br />

i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid (nog) niet<br />

zijn uitgegroeid tot een sociale norm die het<br />

gedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> investeren<strong>de</strong> partijen sterk<br />

heeft beïnvloed. In alle drie <strong>de</strong> gevallen zijn<br />

ruimtelijke investeringen gepleegd die ver<br />

af staan <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze oorspronkelijke i<strong>de</strong>eën.<br />

Retoriek of actie?<br />

Hoe kunnen we dit verschil tussen retoriek<br />

en actie verklaren? Als we <strong>de</strong> inhou<strong>de</strong>lijke<br />

i<strong>de</strong>eën achter <strong>de</strong> drie projecten vergelijken


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 172<br />

zien we overeenkomstige ambities voor <strong>de</strong><br />

integratie <strong>van</strong> economische en ste<strong>de</strong>lijke<br />

ontwikkeling met infrastructuur. <strong>De</strong>ze<br />

keuze is een logische: een voorwaar<strong>de</strong><br />

voor ste<strong>de</strong>lijkheid is het organiseren <strong>van</strong><br />

een brandpunt <strong>van</strong> stromen <strong>van</strong> mensen<br />

en activiteiten. In Zuidas en Ørestad was<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid vooral een i<strong>de</strong>e <strong>van</strong> planners<br />

om het vastgoedprogramma te mengen<br />

rondom een knooppunt. In Barcelona<br />

bestond daarnaast een bre<strong>de</strong>re programmatische<br />

en maatschappelijke strategie. Via<br />

het Forum evenement zou<strong>de</strong>n miljoenen<br />

bezoekers en tv-kijkers nationaal en internationaal<br />

bekend raken met <strong>de</strong> transformatie.<br />

Daarnaast was het plan om tal <strong>van</strong><br />

groepen te betrekken bij <strong>de</strong> voorbereiding.<br />

Alle drie <strong>de</strong> projecten ken<strong>de</strong>n echter cruciale<br />

hiaten in hun organisatie die <strong>de</strong> ambitie<br />

voor nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid hin<strong>de</strong>r<strong>de</strong>. In<br />

Amsterdam resulteer<strong>de</strong> een gebrekkige<br />

relatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zuidas met <strong>de</strong> nationale<br />

overheid tot een jarenlange stilstand<br />

over het belangrijke dokmo<strong>de</strong>l dossier.<br />

Ørestad werd gehin<strong>de</strong>rd door een sterk<br />

bij <strong>de</strong> verwachting achterblijven<strong>de</strong> vraag<br />

naar kantoren. In combinatie met grote<br />

budgetoverschrijdingen voor <strong>de</strong> metro<br />

kwam <strong>de</strong> Ørestad ontwikkelingsmaatschappij<br />

in financiële problemen en was<br />

<strong>de</strong>ze genoodzaakt tot aanpassingen aan<br />

<strong>de</strong> oorspronkelijke intenties voor nieuwe<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid. <strong>De</strong> korte termijn opbrengsten<br />

wer<strong>de</strong>n vergroot door veel dure woningen<br />

en, op <strong>de</strong> meest prominente plek, een groot<br />

naar binnen gekeerd winkelcentrum. Via<br />

het Forum evenement waren in Barcelona<br />

kansen om twee <strong>van</strong> <strong>de</strong> opvallen<strong>de</strong><br />

zwakhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> dit soort projecten te<br />

voorkomen: hun gebrekkige relatie met <strong>de</strong><br />

maatschappij waarvoor ze ‘ste<strong>de</strong>lijk’ willen<br />

wor<strong>de</strong>n en een gebrek aan bezoekerspoten-<br />

tieel die ste<strong>de</strong>lijke functies on<strong>de</strong>rsteunen.<br />

Het Forum evenement werd echter negatief<br />

ont<strong>van</strong>gen en uitein<strong>de</strong>lijk vormgegeven in<br />

een zeer gesloten besluitvormingsproces.<br />

In combinatie met een gebrek aan i<strong>de</strong>eën<br />

voor het gebied na afloop <strong>van</strong> het evenement<br />

in 2004, leid<strong>de</strong> dit tot een breed<br />

gedragen gevoel <strong>van</strong> teleurstelling bij <strong>de</strong><br />

stadsbevolking en kritiek dat het project<br />

niets bijdroeg aan <strong>de</strong> problemen waarmee<br />

<strong>de</strong> stad kampte (Majoor, 2008b).<br />

Onverbon<strong>de</strong>n ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek toont daarmee dat <strong>de</strong><br />

ambitie voor nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid in <strong>de</strong>ze<br />

drie projecten tot nu toe een ‘onverbon<strong>de</strong>n<br />

innovatie’ is gebleven. Het concept is zeker<br />

nog niet uitgegroeid tot een sociale norm<br />

die het gedrag <strong>van</strong> partijen duurzaam<br />

structureert met bijbehoren<strong>de</strong> straf- en<br />

beloningsmechanismen. Dit komt<br />

vooral omdat nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid niet is<br />

verbon<strong>de</strong>n aan vernieuwen<strong>de</strong> aanpakken.<br />

Zoals met zoveel planconcepten kunnen<br />

ste<strong>de</strong>lijke aspecten moeilijk top-down<br />

wor<strong>de</strong>n ‘afgedwongen’, al helemaal niet<br />

in projecten waar overhe<strong>de</strong>n smachten<br />

om particuliere investeringen. Het i<strong>de</strong>e<br />

moet zich bewijzen in <strong>de</strong> interactie tussen<br />

partijen en <strong>de</strong> subtiele machtsprocessen<br />

over <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong>ige ruimtelijke ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> een gebied (Gualini & Majoor,<br />

2007). <strong>De</strong> basis hiervoor is natuurlijk<br />

enerzijds een positieve inhou<strong>de</strong>lijke<br />

overweging <strong>van</strong> partijen ten opzichte <strong>van</strong><br />

het planconcept. Als we kijken naar <strong>de</strong> nu<br />

meestal aanwezige partijen zijn zwakke<br />

aanwijzingen te bespeuren dat individuele<br />

particuliere investeer<strong>de</strong>rs en gebruikers<br />

meer geïnteresseerd raken in <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid in <strong>de</strong>rgelijke plekken,<br />

bijvoorbeeld omdat dit leidt tot een<br />

aangenamere werkomgeving, een speciale


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten<br />

P. 173<br />

uitstraling of omdat menging investerings-<br />

en beleggingsrisico’s kan vermin<strong>de</strong>ren.<br />

Wat echter vaak ontbreekt om <strong>de</strong><br />

volgen<strong>de</strong> stap te zetten zijn procesmatige<br />

innovaties waardoor situaties ontstaan<br />

waarin betrokken partijen elkaar<br />

aanspreken op <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke kwaliteiten<br />

in plannen en collectieve actie in die<br />

richting ontstaat. Om dit te stimuleren<br />

is het bijvoorbeeld belangrijk kritisch te<br />

kijken naar <strong>de</strong> toegang tot planprocessen.<br />

Wie mag meedoen, bepaalt voor een<br />

groot <strong>de</strong>el welke inhou<strong>de</strong>lijke i<strong>de</strong>eën op<br />

tafel liggen en beïnvloedt daarmee sterk<br />

welk gedrag acceptabel wordt geacht<br />

binnen een project. In dit opzicht zijn <strong>de</strong><br />

resultaten in <strong>de</strong> drie cases teleurstellend,<br />

vooral omdat <strong>de</strong> participanten in <strong>de</strong>ze<br />

processen beperkt blijven tot <strong>de</strong> direct<br />

investeren<strong>de</strong> partijen. Het gevaar is dan<br />

dat nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid beperkt blijft<br />

tot het ‘opleuken’ <strong>van</strong> kantoorlocaties<br />

met enkele zorgvuldig geselecteer<strong>de</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke functies, maar ver<strong>de</strong>r weinig<br />

om het lijf heeft.<br />

Meer open planprocessen waarin ook<br />

plaats is voor <strong>toekomst</strong>ige gebruikers,<br />

maatschappelijke groepen en culturele<br />

partijen, leveren waarschijnlijk betere<br />

condities op voor een radicalere<br />

invulling <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijkheid. Dit kan<br />

uitein<strong>de</strong>lijk ook lei<strong>de</strong>n tot een grotere<br />

maatschappelijke acceptatie en i<strong>de</strong>ntificatie<br />

met <strong>de</strong>ze projecten. Een <strong>de</strong>rgelijke<br />

aanpak hoeft op <strong>de</strong> lange termijn niet<br />

tegengesteld te zijn aan <strong>de</strong> belangen <strong>van</strong><br />

dominante particuliere investeer<strong>de</strong>rs.<br />

<strong>De</strong> nu zo gewaar<strong>de</strong>er<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

centra in Amsterdam, Kopenhagen en<br />

Barcelona zijn juist door een continue<br />

soms heftige maatschappelijke strijd<br />

gevormd. Ze kenmerken zich <strong>de</strong> laatste<br />

<strong>de</strong>cennia ook door nieuwe economische<br />

vitaliteit, juist ook door hun karakteristieke<br />

gemeng<strong>de</strong> fijnmazige milieus waar plaats<br />

is voor diverse groepen en leefstijlen.<br />

Nieuwe ste<strong>de</strong>lijkheid in grote projecten is<br />

zeker geen doel op zich, maar kan, indien<br />

beter maatschappelijk verbon<strong>de</strong>n, een<br />

interessant planconcept zijn dat inspireert<br />

om <strong>de</strong>ze plekken werkelijk een bre<strong>de</strong>re<br />

maatschappelijke agenda mee te geven.<br />

Stan Majoor (s.j.h.majoor@uva.nl) is verbon<strong>de</strong>n aan<br />

<strong>de</strong> Af<strong>de</strong>ling Geografie, Planologie en Internationale<br />

Ontwikkelingsstudies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam.<br />

Momenteel is hij visiting assistant professor aan The<br />

University of Hong Kong.<br />

Literatuur<br />

Coleman, J.S. (1990) Foundations of Social Theory, Harvard<br />

University Press, Cambridge, MA<br />

Fainstein, S.S. (2000) ‘New directions in planning theory’,<br />

Urban Affairs Review, jg. 35, nr. 4, p. 451-478<br />

Gualini, E. & S.J.H. Majoor (2007) ‘Innovative practices in large<br />

urban <strong>de</strong>velopment projects: conflicting frames in the quest<br />

for ‘new urbanity’’, Planning Theory and Practice, jg. 8, nr. 2,<br />

p. 297-318<br />

Hechter, M. & K. Opp (red.) (2001) Social Norms, Russell Sage<br />

Foundation, New York City<br />

Majoor, S.J.H. (2008a) Disconnected Innovations, New<br />

urbanity in large-scale <strong>de</strong>velopment projects: Zuidas<br />

Amsterdam, Ørestad Copenhagen and Forum Barcelona,<br />

Eburon, <strong>De</strong>lft<br />

Majoor, S.J.H. (2008b) ‘A cultural approach to city building:<br />

lessons from Forum Barcelona’, J. Boomgaard (red.) Highrise<br />

and common ground: art and the Amsterdam Zuidas area,<br />

Valiz, Amsterdam<br />

Moulaert, F., A. Rodríguez & E. Swyngedouw (red.) (2003)<br />

The Globalized City: Economic restructuring and social<br />

polarization in European cities, Oxford University Press,<br />

Oxford<br />

Salet, W. & E. Gualini (red.) (2007) Framing Strategic Urban<br />

Projects. Learning from current experiences in European<br />

urban regions, Routledge, London


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 174<br />

Mark Nijenhuis<br />

Waar is het residu?


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 175<br />

Ruimtelijke ambities wor<strong>de</strong>n gefinancierd uit gron<strong>de</strong>xploitaties. Een ruim<br />

opgezette wijk met een goe<strong>de</strong> openbaar vervoer voorziening, voldoen<strong>de</strong> parken,<br />

parkeerplekken en speelplekken vergen grote investeringen. Het lijkt op het eerste<br />

gezicht dan ook niet vreemd dat <strong>de</strong>ze ambities financieel niet allemaal door <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatie gedragen kunnen wor<strong>de</strong>n. Maar dat is het wel! In ie<strong>de</strong>r geval voor<br />

gron<strong>de</strong>xploitaties <strong>van</strong> woonwijken die in het afgelopen <strong>de</strong>cennium zijn gerealiseerd.<br />

<strong>De</strong> winsten op grote woningbouwprojecten<br />

waren het afgelopen <strong>de</strong>cennium voor sommige<br />

partijen buitengewoon hoog. <strong>De</strong> winsten<br />

ontston<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> sterke toename<br />

<strong>van</strong> woningprijzen en <strong>de</strong> gelijktijdig veel<br />

min<strong>de</strong>r sterke stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwkosten.<br />

<strong>De</strong>ze marktontwikkelingen leid<strong>de</strong>n tot een<br />

grote residuele waar<strong>de</strong> die door een aantal<br />

partijen als winst kon wor<strong>de</strong>n geïncasseerd.<br />

Veel gron<strong>de</strong>xploitanten, waaron<strong>de</strong>r veel<br />

gemeenten, <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n hier ogenschijnlijk niet<br />

in mee. Gron<strong>de</strong>xploitaties laten immers<br />

lang niet altijd rooskleurige cijfers zien en<br />

in een aantal gevallen moest <strong>de</strong> ambitie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> plannen zelfs wor<strong>de</strong>n bijgesteld. Het<br />

‘dossier Vinex’ <strong>van</strong> <strong>de</strong> Volkskrant (2006)<br />

bevat hierover vele voorbeel<strong>de</strong>n.<br />

Het is <strong>de</strong> vraag hoe het mogelijk is dat<br />

gron<strong>de</strong>xploitanten on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze gunstige<br />

marktomstandighe<strong>de</strong>n er niet in slaag<strong>de</strong>n<br />

betere financiële resultaten te behalen.<br />

<strong>De</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

In gron<strong>de</strong>xploitaties wordt grond verworven,<br />

bouwrijp gemaakt en uitein<strong>de</strong>lijk<br />

wor<strong>de</strong>n inkomsten verkregen uit <strong>de</strong><br />

verkoop <strong>van</strong> bouwkavels. <strong>De</strong> looptijd <strong>van</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitaties is lang en omkleed met<br />

veel onzekerhe<strong>de</strong>n. Vanwege <strong>de</strong>ze onzekerhe<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n doorgaans voorzichtige<br />

aannames gedaan ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>toekomst</strong>ige inkomsten. Het is gebruikelijk<br />

dat in gron<strong>de</strong>xploitaties gerekend wordt<br />

met een jaarlijkse toename <strong>van</strong> <strong>de</strong> verkoopwaar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> bouwkavels on<strong>de</strong>r het normale<br />

inflatiepercentage. Vaak wordt rekening<br />

gehou<strong>de</strong>n met een jaarlijkse stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> tussen één en twee procent.<br />

<strong>De</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie wordt uitgevoerd door<br />

<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitant. In het verle<strong>de</strong>n was dit<br />

vrijwel altijd <strong>de</strong> gemeente. Tegenwoordig<br />

wordt een gron<strong>de</strong>xploitatie vaak door private<br />

partijen, al dan niet in samenwerking<br />

met een gemeente, uitgevoerd. Bij <strong>de</strong> start<br />

<strong>van</strong> een project moet <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitant<br />

aantonen dat sprake is <strong>van</strong> een financieel<br />

haalbare gron<strong>de</strong>xploitatie. Hiervoor<br />

dienen zowel <strong>de</strong> verwachte uitgaven als <strong>de</strong><br />

verwachte inkomsten goed on<strong>de</strong>rbouwd in<br />

kaart te wor<strong>de</strong>n gebracht en tevens wordt<br />

aangegeven wanneer <strong>de</strong>ze naar verwachting<br />

plaatsvin<strong>de</strong>n. Zon<strong>de</strong>r aangetoon<strong>de</strong><br />

financiële haalbaarheid wordt een bestemmingsplan<br />

niet goedgekeurd en kan er niet<br />

wor<strong>de</strong>n gebouwd.<br />

Residuele grondwaar<strong>de</strong><br />

<strong>De</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> bouwkavels kan wor<strong>de</strong>n berekend<br />

aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> residuele grondwaar<strong>de</strong>theorie<br />

(Ricardo, 1821). <strong>De</strong>ze theorie<br />

laat zien dat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> bouwkavels<br />

een afgelei<strong>de</strong> is <strong>van</strong> ontwikkelingen op <strong>de</strong><br />

woningmarkt en <strong>de</strong> bouwmarkt. <strong>De</strong> waar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> een bouwkavel is het verschil tussen <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> een woning en <strong>de</strong> bouwkosten<br />

<strong>van</strong> die woning. Wanneer <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong>


<strong>Rooilijn</strong><br />

woningen sterker stijgt dan <strong>de</strong> bouwkosten,<br />

neemt <strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong> toe.<br />

<strong>De</strong> prijzen <strong>van</strong> woningen zijn sinds 1996<br />

gemid<strong>de</strong>ld met bijna acht procent per jaar<br />

gestegen. Dit was mogelijk doordat <strong>de</strong><br />

inkomens <strong>van</strong> huishou<strong>de</strong>ns stegen, <strong>de</strong> rente<br />

daal<strong>de</strong> en <strong>de</strong> financieringsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

sinds het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren negentig<br />

wer<strong>de</strong>n verruimd (Verbruggen e.a., 2005;<br />

Zweedijk, 2005). Doordat <strong>de</strong>ze factoren<br />

wijzig<strong>de</strong>n, kon<strong>de</strong>n huishou<strong>de</strong>ns voor hetzelf<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>el <strong>van</strong> hun inkomen veel meer geld<br />

lenen. <strong>De</strong>ze toegenomen betaalcapaciteit<br />

vertaal<strong>de</strong> zich op <strong>de</strong> woningmarkt in hogere<br />

woningprijzen.<br />

In 1996 bedroeg <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

nieuwbouwwoning circa 140.000<br />

euro. <strong>De</strong> bouwkosten <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze woning<br />

bedroegen in totaliteit circa 120.000 euro,<br />

waardoor <strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong> <strong>de</strong>stijds 20.000<br />

euro bedroeg. <strong>De</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> woningen is<br />

sindsdien fors gestegen. Hier moet echter<br />

wor<strong>de</strong>n opgemerkt dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

nieuwbouwwoning tegenwoordig aanzienlijk<br />

groter is dan in 1996. Gecorrigeerd<br />

voor dit gegeven bedraagt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> nieuwbouwwoning in 2006<br />

circa 340.000 euro. <strong>De</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> totale<br />

bouwkosten zijn sindsdien toegenomen<br />

tot circa 223.000 euro. <strong>De</strong> grondwaar<strong>de</strong><br />

is daarmee toegenomen <strong>van</strong> 20.000 tot<br />

117.000 euro (figuur 1).<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 176<br />

<strong>De</strong>ze grondwaar<strong>de</strong>stijging komt neer op<br />

circa negentien procent per jaar. Dit is<br />

aanzienlijk meer dan <strong>de</strong> ramingen <strong>van</strong><br />

één tot twee procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

uit 1996.<br />

Het grote verschil tussen <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

aannames en <strong>de</strong> feitelijke<br />

ontwikkelingen heeft ervoor gezorgd dat<br />

bij woonwijken een financieel surplus<br />

kon ontstaan. Dit residu bedraagt bij<br />

een woonwijk <strong>van</strong> enige om<strong>van</strong>g, met<br />

bijvoorbeeld 10.000 woningen, ruwweg<br />

vijfhon<strong>de</strong>rd miljoen euro. Indien een<br />

gron<strong>de</strong>xploitant <strong>de</strong> bouwkavels voor <strong>de</strong><br />

feitelijke grondwaar<strong>de</strong> verkoopt, komt dit<br />

residu in <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie terecht. Het<br />

eindresultaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie zal<br />

dan dus vijfhon<strong>de</strong>rd miljoen euro hoger<br />

zijn dan het oorspronkelijk verwachte<br />

eindresultaat. Het is daarom vreemd dat<br />

gron<strong>de</strong>xploitaties <strong>van</strong> Vinex-wijken on<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong>ze gunstige marktomstandighe<strong>de</strong>n<br />

geen positieve miljoenensaldo’s laten<br />

zien, ruimtelijke ambities niet kunnen<br />

financieren en er soms zelfs financiële<br />

tekorten ontstaan. <strong>De</strong> vraag rijst waar <strong>de</strong><br />

miljoenen euro’s gebleven zijn.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats is <strong>de</strong> prijs <strong>van</strong> ruwe<br />

bouwgrond hoog. Een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het residu<br />

lekt reeds bij <strong>de</strong> start <strong>van</strong> een project weg<br />

doordat gron<strong>de</strong>xploitanten een hoge<br />

verwervingsprijs voor ruwe bouwgrond<br />

moeten betalen. Gron<strong>de</strong>igenaren die


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 177<br />

Figuur 1 Stichtingskosten nieuwbouwwoningen<br />

1996 versus 2006 (Bron: NVM, CBS)<br />

e 400.000<br />

e 350.000<br />

e 300.000<br />

e 250.000<br />

e 200.000<br />

e 150.000<br />

e 100.000<br />

e 50.000<br />

0<br />

1996 2006<br />

BTW Winst & risico Bijkomen<strong>de</strong> kosten<br />

Bouwkosten Grondwaar<strong>de</strong><br />

door een gemeente onteigend wor<strong>de</strong>n<br />

kunnen <strong>van</strong>wege <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse onteigeningswetgeving<br />

aanspraak maken op <strong>de</strong><br />

verwachtingswaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong>ige<br />

woningbouwbestemming. <strong>De</strong>ze waar<strong>de</strong><br />

is aanzienlijk hoger dan <strong>de</strong> agrarische<br />

waar<strong>de</strong>. Daarnaast is het recht om te mogen<br />

bouwen door <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> onteigeningswetgeving<br />

gekoppeld aan het gron<strong>de</strong>igendom.<br />

<strong>De</strong> concurrentie om schaarse bouwrechten<br />

is verplaatst naar <strong>de</strong> grondmarkt (Segeren,<br />

2007). Ontwikkelaars wor<strong>de</strong>n hierdoor<br />

gedwongen grond te kopen om te kunnen<br />

voortbestaan, waardoor zij minimaal<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> prijs bie<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> op basis<br />

<strong>van</strong> onteigeningswetgeving of zeer vroegtijdig<br />

grond aankopen, op een moment<br />

dat <strong>de</strong> woningbouw nog onzeker is. Door<br />

<strong>de</strong> onzekerheid komt het veelvuldig voor<br />

dat marktpartijen gron<strong>de</strong>n aankopen die<br />

uitein<strong>de</strong>lijk niet ontwikkeld wor<strong>de</strong>n. Door<br />

<strong>de</strong>ze grondspeculatie, waarbij naarmate<br />

meer zekerheid bestaat over een nieuwe<br />

woningbestemming <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

grond hoger wordt, kunnen individuele<br />

gron<strong>de</strong>igenaren extreem wor<strong>de</strong>n verrijkt.<br />

Een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n is dat, in tegenstelling<br />

tot <strong>de</strong> verwachting, <strong>de</strong> grondopbrengst<br />

in <strong>de</strong> praktijk wordt bepaald door grondprijsafspraken<br />

en niet door marktontwikkelingen<br />

(zie ook <strong>De</strong> Greef, 2005). Over<br />

<strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong> prijs <strong>van</strong> bouwkavels<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> looptijd <strong>van</strong> het project wordt<br />

bepaald, wor<strong>de</strong>n doorgaans bij <strong>de</strong> start<br />

<strong>van</strong> het project afspraken gemaakt. <strong>De</strong>ze<br />

afspraken gel<strong>de</strong>n vaak voor <strong>de</strong> gehele<br />

looptijd en bepalen zo <strong>de</strong> inkomsten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatie. Vaak wordt afgesproken<br />

dat kavelprijzen niet wor<strong>de</strong>n berekend<br />

volgens <strong>de</strong> residuele grondwaar<strong>de</strong>metho<strong>de</strong>.<br />

An<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong>n zoals grondquotes en<br />

vastgestel<strong>de</strong> kavelprijzen wor<strong>de</strong>n veel<br />

gehanteerd. <strong>De</strong> marktontwikkelingen<br />

wor<strong>de</strong>n zo buitengesloten waardoor <strong>de</strong> prijs<br />

<strong>van</strong> bouwkavels niet meer gelijk is aan <strong>de</strong><br />

soms veel hogere residuele grondwaar<strong>de</strong>.<br />

Dat <strong>de</strong>ze afspraken tot stand kunnen<br />

komen heeft een aantal oorzaken. Eén<br />

daar<strong>van</strong> is <strong>de</strong> risicoperceptie <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken<br />

partijen en <strong>de</strong> bereidheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

partijen om risico’s te dragen. Een gron<strong>de</strong>xploitant,<br />

zoals <strong>de</strong> gemeente, kan risico’s<br />

willen vermij<strong>de</strong>n en bij <strong>de</strong> start <strong>van</strong> een<br />

project vaste grondprijzen overeenkomen<br />

voor <strong>de</strong> rest <strong>van</strong> het project. Mits hierover<br />

<strong>de</strong> juiste afspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt (Rust,<br />

2005), komt het marktrisico bij <strong>de</strong> bouwen<strong>de</strong><br />

partijen te liggen. Als vergoeding<br />

<strong>van</strong> dit risico kunnen bouwen<strong>de</strong> partijen<br />

profiteren <strong>van</strong> grondwaar<strong>de</strong>stijgingen als<br />

<strong>de</strong>ze hoger zijn dan <strong>de</strong> afgesproken waar<strong>de</strong>n.<br />

Ook moet in acht wor<strong>de</strong>n genomen<br />

dat in <strong>de</strong> traditionele gemeentelijke gron<strong>de</strong>xploitatiepraktijk<br />

vrijwel altijd behou<strong>de</strong>nd<br />

wordt gerekend. Door <strong>de</strong> gewoonte om <strong>de</strong><br />

<strong>toekomst</strong>ige grondopbrengsten voorzichtig<br />

in te schatten, is in <strong>de</strong> jaren negentig bij


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 178<br />

het maken <strong>van</strong> grondprijsafspraken door<br />

gemeentelijke gron<strong>de</strong>xploitanten waarschijnlijk<br />

nooit serieus rekening gehou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> mogelijkheid <strong>van</strong> explosief stijgen<strong>de</strong><br />

grondwaar<strong>de</strong>n, zoals die optra<strong>de</strong>n in<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> sinds het mid<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

jaren negentig. Tegenwoordig wor<strong>de</strong>n<br />

<strong>toekomst</strong>ige grondwaar<strong>de</strong>stijgingen in<br />

gron<strong>de</strong>xploitaties nog steeds behou<strong>de</strong>nd<br />

ingeschat. Grondprijsafspraken die<br />

momenteel wor<strong>de</strong>n gemaakt hou<strong>de</strong>n wel<br />

meer rekening met het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> hogere<br />

grondwaar<strong>de</strong>stijgingen.<br />

Tenslotte geldt dat ontwikkelaars die<br />

tijdig veel grond hebben verworven op<br />

een locatie waar woningen gebouwd<br />

wor<strong>de</strong>n, hun doel hebben bereikt. Zij<br />

hebben via het zelfrealisatiebeginsel <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> onteigeningswetgeving bouwrechten<br />

verkregen en hebben het recht <strong>de</strong> woningen<br />

groten<strong>de</strong>els naar eigen inzicht te ontwikkelen.<br />

Winstmaximalisatie is daarbij een<br />

belangrijke drijfveer. Echter, een gemeente<br />

heeft háár doel dan nog niet bereikt. Een<br />

gemeente wenst doorgaans zelf zoveel<br />

mogelijk te bepalen hoe een wijk eruit komt<br />

te zien, winstmaximalisatie is daarmee<br />

vaak strijdig. Om <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> een<br />

wijk te kunnen bepalen heeft <strong>de</strong> gemeente<br />

<strong>de</strong> grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontwikkelaar nodig. <strong>De</strong><br />

onteigeningswetgeving brengt ontwikkelaars<br />

in een sterke on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingspositie<br />

voor <strong>de</strong> verkoop <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond. Zij kunnen<br />

namelijk niet gedwongen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> grond<br />

te verkopen, maar mogen zelf realiseren.<br />

Hierdoor moeten gemeenten zeer hoge<br />

prijzen betalen voor <strong>de</strong> grond <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

ontwikkelaars. Dit kan in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong><br />

hoge aankoopprijzen maar bijvoorbeeld<br />

ook in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> gunstige, niet marktconforme<br />

afnamecondities voor bouwrijpe<br />

kavels. Een gemeente betaalt dan in eerste<br />

instantie geen buitensporig bedrag voor <strong>de</strong><br />

grond maar doet wel afstand <strong>van</strong> eventuele<br />

<strong>toekomst</strong>ige grondwaar<strong>de</strong>stijgingen door<br />

gunstige marktontwikkelingen. Een gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

waarin <strong>de</strong> gemeente participeert<br />

met marktpartijen beschikt als gevolg<br />

hier<strong>van</strong> vaak nauwelijks over financiële<br />

buffers om tegenvallers op te <strong>van</strong>gen. Het<br />

residu komt on<strong>de</strong>rtussen groten<strong>de</strong>els bij <strong>de</strong><br />

marktpartijen terecht. Zo lang <strong>de</strong> wetgeving<br />

niet veran<strong>de</strong>rt kan een gemeente hier niet<br />

zoveel aan doen, behalve proberen zelf<br />

zoveel mogelijk grond te bemachtigen.<br />

Helaas drijft dat <strong>de</strong> prijzen <strong>van</strong> ruwe<br />

bouwgrond nog ver<strong>de</strong>r op.<br />

Grondafspraken kunnen er toe lei<strong>de</strong>n<br />

dat een groot <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijging<br />

bij ontwikkelen<strong>de</strong> partijen terecht kan<br />

komen. Er blijkt echter ook een oorzaak<br />

<strong>van</strong> een an<strong>de</strong>re or<strong>de</strong>, die een belangrijke<br />

re<strong>de</strong>n vormt voor het gegeven dat <strong>de</strong><br />

financiële resultaten <strong>van</strong> gron<strong>de</strong>xploitaties<br />

relatief mager zijn. <strong>De</strong> kosten vallen vaak<br />

veel hoger uit dan verwacht. Extra kosten


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 179<br />

kunnen ontstaan doordat oorspronkelijke<br />

ramingen <strong>van</strong> civieltechnische kosten<br />

en plankosten te laag wor<strong>de</strong>n ingeschat,<br />

door planwijzigingen die lei<strong>de</strong>n tot extra<br />

kosten, en door vertragingen die lei<strong>de</strong>n tot<br />

hogere rentekosten. <strong>De</strong> kostenoverschrijdingen<br />

wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt doordat, ondanks<br />

<strong>de</strong> grondprijsafspraken, een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het<br />

residu wel door <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitanten wordt<br />

geïncasseerd. Het geïncasseer<strong>de</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />

het residu is vaak niet toereikend om alle<br />

kostenoverschrijdingen te kunnen <strong>de</strong>kken.<br />

Niettemin laten gron<strong>de</strong>xploitaties <strong>van</strong><br />

grote nieuwbouwprojecten toch vaak een<br />

positief resultaat zien door een verlaging<br />

<strong>van</strong> het aan<strong>de</strong>el sociale woningbouw (met<br />

een kunstmatig lage grondwaar<strong>de</strong>). Zon<strong>de</strong>r<br />

dit soort programmawijzigingen zou<strong>de</strong>n<br />

projecten vaker een negatief resultaat laten<br />

zien.<br />

Geconclu<strong>de</strong>erd kan wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> positie<br />

<strong>van</strong> een gron<strong>de</strong>xploitant en <strong>de</strong> positie<br />

<strong>van</strong> een gemeente in het bijzon<strong>de</strong>r niet<br />

sterk is. Het is voor hen moeilijk om goed<br />

te kunnen profiteren <strong>van</strong> een eventueel<br />

residu. <strong>De</strong> behou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, risicomij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

houding <strong>van</strong> gemeenten in combinatie<br />

met <strong>de</strong> onteigeningswetgeving en het<br />

gron<strong>de</strong>igendom <strong>van</strong> marktpartijen dat<br />

daar het gevolg <strong>van</strong> is, staat dit in <strong>de</strong> weg.<br />

<strong>De</strong> zwakke positie <strong>van</strong> gron<strong>de</strong>xploitanten<br />

zorgt ervoor dat zelfs in een perio<strong>de</strong> met<br />

extreme grondwaar<strong>de</strong>stijgingen bezuinigd<br />

of gesnoeid moet wor<strong>de</strong>n in het aan<strong>de</strong>el<br />

goedkope woningen. Dui<strong>de</strong>lijk is ook dat<br />

<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> grote gebiedsontwikkelingen<br />

te laag wor<strong>de</strong>n geraamd.<br />

Positieverbetering<br />

<strong>De</strong> positie <strong>van</strong> een gron<strong>de</strong>xploitant kan<br />

wor<strong>de</strong>n verbeterd door <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

ruwe bouwgrond pas vast te stellen op het<br />

moment dat een nieuw bestemmingsplan<br />

gereed is. Hierdoor ontstaat financiële<br />

ruimte die kan wor<strong>de</strong>n ingezet voor <strong>de</strong><br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebiedsontwikkeling<br />

als geheel. Dit vergt een aanpassing <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse wetgeving (Needham &<br />

Geuting 2006). <strong>De</strong> vraag is in hoeverre<br />

het wenselijk is dat kapitalen wor<strong>de</strong>n<br />

geïnvesteerd in grondposities waardoor


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 180<br />

willekeurige gron<strong>de</strong>igenaren exorbitant<br />

verrijkt wor<strong>de</strong>n, terwijl dit geld wellicht<br />

ook in kwaliteit <strong>van</strong> woonwijken kan<br />

wor<strong>de</strong>n geïnvesteerd.<br />

In <strong>de</strong> huidige situatie geldt voor een<br />

gemeente dat zij haar positie kan verbeteren<br />

en beter kan profiteren <strong>van</strong> een residu<br />

indien zij zelf net als marktpartijen bouwkavels<br />

afneemt. Hiermee verkrijgt een<br />

gemeente een positie die gelijkwaardig is<br />

aan die <strong>van</strong> marktpartijen. Een gemeente<br />

kan in dit geval <strong>de</strong> kavels wel weer doorverkopen<br />

op <strong>de</strong> woningbouwmarkt tegen<br />

<strong>de</strong> marktconforme residuele grondwaar<strong>de</strong>.<br />

Voorwaar<strong>de</strong> is dat een gemeente wel<br />

bereid moet zijn om marktrisico’s te lopen.<br />

<strong>De</strong> nieuwe gron<strong>de</strong>xploitatiewet die in <strong>de</strong><br />

loop <strong>van</strong> dit jaar wordt geïmplementeerd<br />

biedt gemeenten mogelijkhe<strong>de</strong>n om meer<br />

eisen te stellen aan randvoorwaar<strong>de</strong>n voor<br />

<strong>de</strong> wijk. Of hiermee ook beter geprofiteerd<br />

kan wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> grondwaar<strong>de</strong>stijgingen<br />

is zeer <strong>de</strong> vraag. <strong>De</strong> wetgeving concentreert<br />

zich op een betere ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kosten en niet op een betere ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong><br />

grondopbrengsten.<br />

Naar een lager residu<br />

<strong>De</strong> afgelopen twee <strong>de</strong>cennia wer<strong>de</strong>n<br />

gekenmerkt door een stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> huizenprijzen<br />

die structureel hoger was dan<br />

<strong>de</strong> stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwkosten. Hierdoor<br />

nam <strong>de</strong> grondwaar<strong>de</strong> zeer sterk toe. <strong>De</strong><br />

drijven<strong>de</strong> krachten hierachter waren<br />

<strong>de</strong> almaar dalen<strong>de</strong> rente, <strong>de</strong> gestegen<br />

inkomens en <strong>de</strong> verruim<strong>de</strong> hypotheekverstrekking.<br />

<strong>De</strong>ze krachten lijken inmid<strong>de</strong>ls<br />

groten<strong>de</strong>els uitgewerkt. <strong>De</strong> rente is nog<br />

steeds laag maar een ver<strong>de</strong>re grote daling<br />

is niet waarschijnlijk. <strong>De</strong> hypotheekverstrekking<br />

wordt niet ver<strong>de</strong>r verruimd<br />

maar is zelfs verscherpt. Hypotheken<br />

mogen nog maar tot maximaal 4,5 keer<br />

het inkomen verstrekt wor<strong>de</strong>n en het effect<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kredietcrisis is nog niet dui<strong>de</strong>lijk.<br />

<strong>De</strong> enige drijven<strong>de</strong> kracht die nog over<br />

is, is <strong>de</strong> stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> inkomens <strong>van</strong><br />

huishou<strong>de</strong>ns. <strong>De</strong>ze zal naar verwachting<br />

<strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren echter niet spectaculaire<br />

vormen aannemen en ook het percentage<br />

tweeverdieners zal naar verwachting niet<br />

veel ver<strong>de</strong>r meer stijgen. Wellicht kan het<br />

toegenomen vermogen <strong>van</strong> huishou<strong>de</strong>ns<br />

nog een rol spelen, maar het effect hier<strong>van</strong><br />

op <strong>de</strong> woningprijzen is nog ondui<strong>de</strong>lijk.<br />

Het ziet er dan ook naar uit dat <strong>de</strong> stijging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> woningprijzen in <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

jaren bedui<strong>de</strong>nd min<strong>de</strong>r sterk zal zijn. Als<br />

gevolg hier<strong>van</strong> zal ook <strong>de</strong> stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

grondwaar<strong>de</strong> veel min<strong>de</strong>r sterk zijn. Zeker<br />

omdat <strong>de</strong> bouwkosten <strong>de</strong> afgelopen jaren<br />

zijn opgelopen en het er niet naar uitziet<br />

dat daar snel een veran<strong>de</strong>ring in zal komen.<br />

Voor veel <strong>toekomst</strong>ige woningbouwprojecten<br />

betekent dit dat er veel min<strong>de</strong>r<br />

financiële speelruimte zal bestaan om <strong>de</strong><br />

veelvuldig optre<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kostenoverschrijdingen<br />

op te <strong>van</strong>gen. Er zal veel nadrukkelijker<br />

moeten wor<strong>de</strong>n gestuurd op het halen<br />

<strong>van</strong> planningen en het in kaart brengen <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> werkelijke kosten om gron<strong>de</strong>xploitaties<br />

financieel gezond te hou<strong>de</strong>n.<br />

Mark Nijenhuis (mnijenhuis@amvest.nl) is werkzaam als<br />

planeconoom op <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling Gebiedsontwikkeling bij Amvest<br />

Literatuur<br />

Rengers, M. & X. <strong>van</strong> Uffelen (2006) ‘Gemeente snoeit in wonen<br />

en groen <strong>van</strong> Vinex-wijk’, <strong>de</strong> Volkskrant, 21 februari<br />

Rengers, M. & X. <strong>van</strong> Uffelen (2006) ‘Een koektrommel vol loze<br />

beloften’, <strong>de</strong> Volkskrant, 21 februari<br />

M. Aar<strong>de</strong>n (2006) ‘Homo vinex mist wild groen’, <strong>de</strong> Volkskrant,<br />

30 <strong>de</strong>cember<br />

Greef, J.H. <strong>de</strong> (2005) Gronduitgifteprijzen op uitleglocaties,<br />

Casestudies voor het on<strong>de</strong>rzoek prijskolom nieuwbouw, OTB,<br />

<strong>De</strong>lft


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Waar is het residu?<br />

P. 181<br />

Needham, B. & E. Geuting (2006) Afschaffing <strong>van</strong><br />

het zelfrealisatiebeginsel, economische effecten,<br />

Radbouduniversiteit Nijmegen, Nijmegen<br />

Ricardo, D. (1821) On the principals of political economy and<br />

taxation, John Murray, London<br />

Rust, W.N.J, (2005) Residuele grondwaar<strong>de</strong> en<br />

gron<strong>de</strong>xploitatie berekeningen, Fakton, Rotterdam<br />

Segeren, A. (2007) <strong>De</strong> grondmarkt voor<br />

woningbouwlocaties, Belangen en strategieën <strong>van</strong><br />

gron<strong>de</strong>igenaren, Nai Uitgevers, Rotterdam<br />

Verbruggen, J., H. Kranendonk, M. <strong>van</strong> Leuvensteijn & M.<br />

Toet (2005) Welke factoren bepalen <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

huizenprijs in Ne<strong>de</strong>rland, CPB publicatie, <strong>De</strong>n Haag<br />

Zweedijk, A. (2005) Basissyllabus Marktanalyse Module IV<br />

Woningmarkt, Amsterdam School of Real Estate, Amsterdam<br />

<strong>De</strong> auteur heeft het artikel gebaseerd op zijn scriptieon<strong>de</strong>rzoek<br />

bij <strong>de</strong> Amsterdam School of Real Estate.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 182<br />

Foto: Nicolas Nijhof<br />

Ruud Dorenbos en Nicolas Nijhof<br />

Eigendomsbewijzen<br />

voor<br />

sloppenwijkbewoners:<br />

lessen uit Bolivia


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 183<br />

Het aantal inwoners <strong>van</strong> sloppenwijken neemt explosief toe. <strong>De</strong> Peruaanse<br />

ontwikkelingseconoom Hernando <strong>De</strong> Soto <strong>de</strong>nkt dat door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgifte<br />

<strong>van</strong> lan<strong>de</strong>igendomsbewijzen het probleem <strong>van</strong> <strong>de</strong> groeien<strong>de</strong> sloppenwijken<br />

kan wor<strong>de</strong>n tegengegaan. In Bolivia bestaat er sinds 2004 een wet die erin<br />

voorziet om op massale schaal ste<strong>de</strong>lijk eigendom te reguleren resulterend in<br />

lan<strong>de</strong>igendomsbewijzen voor <strong>de</strong> bewoners. Dit blijkt gevolgen te hebben voor<br />

investeringen door bewoners in <strong>de</strong> eigen woning en infrastructurele investeringen<br />

door <strong>de</strong> gemeentelijke overheid.<br />

Hernando <strong>De</strong> Soto is bij het grote publiek<br />

vooral bekend als auteur <strong>van</strong> twee<br />

veelbesproken boeken. In Het an<strong>de</strong>re pad<br />

(1989) beschrijft <strong>De</strong> Soto <strong>de</strong> vele obstakels<br />

die overwonnen moeten wor<strong>de</strong>n om tot<br />

<strong>de</strong> formele sector in zijn thuisland Peru te<br />

kunnen toetre<strong>de</strong>n. In Het mysterie <strong>van</strong> het<br />

kapitaal (2000) stelt hij zichzelf <strong>de</strong> vraag<br />

waarom het niet-westerse <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wereld er maar niet in slaagt om <strong>van</strong> het<br />

kapitalisme te profiteren. Volgens hem is<br />

het onvermogen om kapitaal te produceren<br />

het grootste struikelblok. Weliswaar<br />

beschikt <strong>de</strong> bevolking in veel gevallen<br />

over lapjes grond en een woning, maar <strong>de</strong><br />

eigendomsrechten daar<strong>van</strong> zijn veelal niet<br />

vastgelegd. <strong>De</strong> Soto stelt dat om een positieve<br />

ontwikkeling in sloppenwijken op<br />

gang te krijgen, <strong>de</strong> woningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoners<br />

moeten wor<strong>de</strong>n geregulariseerd. Dat<br />

wil zeggen dat het vastgoedbezit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bewoners wettelijk moet wor<strong>de</strong>n erkend<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> eigendomsbewijzen. Met<br />

behulp <strong>van</strong> een eigendomsbewijs zal het<br />

volgens <strong>De</strong> Soto makkelijker wor<strong>de</strong>n om<br />

voor een lening in aanmerking te komen<br />

om daarmee bijvoorbeeld te investeren in<br />

<strong>de</strong> eigen woning.<br />

<strong>De</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> <strong>De</strong> Soto zijn wereldwijd<br />

in <strong>de</strong> praktijk gebracht. Thailand, <strong>de</strong><br />

Filipijnen, Egypte, Mexico, Colombia,<br />

India en Ghana zijn voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong><br />

lan<strong>de</strong>n waar men tracht <strong>van</strong> ‘dood<br />

kapitaal’, ‘levend kapitaal’ te maken. Het<br />

bekendste voorbeeld is Peru waar sinds<br />

1996 al bijna 1,6 miljoen eigendomsbewijzen<br />

zijn verstrekt. <strong>De</strong> vraag is echter of dit<br />

ook heeft geleid tot een positieve ontwikkeling<br />

voor <strong>de</strong> sloppenwijkbewoners. Uit<br />

on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat er door bewoners<br />

met een eigendomsbewijs meer wordt<br />

geïnvesteerd in <strong>de</strong> eigen woning waardoor<br />

<strong>de</strong> woonsituatie verbetert en <strong>de</strong> woning in<br />

waar<strong>de</strong> toeneemt. Ook blijkt dat bewoners<br />

zich beter economisch kunnen ontplooien<br />

omdat ze niet langer hoeven te vrezen hun<br />

huis kwijt te raken. Men durft nu bijvoorbeeld<br />

ver<strong>de</strong>r <strong>van</strong> huis te gaan om een baan<br />

te zoeken (Field, 2006). Echter, het beoog<strong>de</strong><br />

effect <strong>van</strong> eigendomstitels, namelijk een<br />

verbeter<strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> kredietmarkt,<br />

heeft (nog) niet plaatsgevon<strong>de</strong>n. Dat geldt<br />

niet alleen voor Peru maar ook voor an<strong>de</strong>re<br />

lan<strong>de</strong>n waar vergelijkbare regulariseringsprojecten<br />

<strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijk eigendom hebben<br />

plaatsgevon<strong>de</strong>n (Durand-Lasserve &<br />

Payne, 2006). Recent heeft zich in Bolivia<br />

een nieuwe mogelijkheid voorgedaan om<br />

<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> <strong>De</strong> Soto in <strong>de</strong> praktijk te<br />

on<strong>de</strong>rzoeken.<br />

Aanpak Boliviaanse sloppen<br />

Volgens <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Naties (2006) is het<br />

aantal sloppenwijkbewoners in Bolivia<br />

gegroeid <strong>van</strong> 2,5 miljoen naar bijna 3,6<br />

miljoen tussen 1990 en 2005. Dit is vooral<br />

het gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> grote stroom <strong>van</strong> arme


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 184<br />

migranten <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoogvlakte naar <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n.<br />

Hoewel <strong>de</strong> overheid verschillen<strong>de</strong> pogingen<br />

heeft on<strong>de</strong>rnomen huisvesting voor <strong>de</strong><br />

arme bevolking te realiseren, zijn er weinig<br />

successen geboekt. Veel migranten gingen<br />

daarom over tot zelfbouw, resulterend in<br />

woningen <strong>van</strong> slechte kwaliteit die aan geen<br />

enkele bouwnorm vol<strong>de</strong><strong>de</strong>n. Bovendien<br />

zijn <strong>de</strong>ze woningen vaak gebouwd op<br />

gron<strong>de</strong>n die geen infrastructuur bie<strong>de</strong>n<br />

voor basisvoorzieningen, zoals drinkwater,<br />

riolering en elektriciteit. <strong>De</strong> bewoners <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze woningen hebben vaak wel een bewijs<br />

<strong>van</strong> aankoop <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond, maar dit heeft<br />

meestal geen juridische status. Sinds 2002<br />

heeft <strong>de</strong> overheid echter voor een nieuwe<br />

aanpak - à la Hernando <strong>De</strong> Soto - gekozen,<br />

het zogenoem<strong>de</strong> ARCO-project.<br />

Op 22 mei 2002 werd in Bolivia <strong>de</strong><br />

Wet op Regularisatie <strong>van</strong> Ste<strong>de</strong>lijk<br />

Eigendomsrecht (Ley <strong>de</strong> Regularización<br />

<strong>de</strong>l <strong>De</strong>recho Proprietario Urbano) afgekondigd.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk is <strong>de</strong> wet na een<br />

aantal wijzigingen op 26 november 2004<br />

in werking getre<strong>de</strong>n. PROVIVIENDA is<br />

het belangrijkste programma binnen <strong>de</strong>ze<br />

wet en behelst een gezamenlijk akkoord<br />

(Acuerdo <strong>de</strong> Responsabilida<strong>de</strong>s Compartidas<br />

- ARCO) tussen verschillen<strong>de</strong> ministeries<br />

en vijf gemeenten (La Paz, El Alto, Sucre,<br />

Cochabamba en Santa Cruz) om op massale<br />

schaal ste<strong>de</strong>lijk eigendom te reguleren. Het<br />

regularisatieproces omvat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re het<br />

verzamelen <strong>van</strong> zoveel mogelijk informatie<br />

over <strong>de</strong> te regulariseren kavels (bijvoorbeeld<br />

overdrachtsdocumenten en fysische<br />

informatie), <strong>de</strong> planimetrie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken<br />

door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> topografische metingen en<br />

cartografie en het controleren en verwerken<br />

<strong>van</strong> alle informatie door <strong>de</strong> gemeente.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk resulteert dit in <strong>de</strong> vastlegging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> fysieke en juridische kenmerken <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> kavels, oftewel <strong>de</strong> eigendomsbewijzen.<br />

Sinds 2004 heeft <strong>de</strong> Wet op Regularisatie <strong>van</strong><br />

Ste<strong>de</strong>lijk Eigendomsrecht tot ruim 61.000<br />

geregulariseer<strong>de</strong> kavels geleid.<br />

<strong>De</strong> Soto in Bolivia?<br />

Het ARCO-project maakt het mogelijk om<br />

te on<strong>de</strong>rzoeken of <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> <strong>De</strong> Soto<br />

kloppen. Komen <strong>de</strong> betrokken families<br />

met behulp <strong>van</strong> een eigendomsbewijs nu<br />

makkelijker in aanmerking voor een lening<br />

en gebruiken zij <strong>de</strong>ze leningen ook om hun<br />

woning te verbeteren? Het ARCO-project is<br />

in meer<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>n <strong>van</strong> Bolivia toegepast. Uit<br />

praktisch oogpunt (tijd) is er voor gekozen<br />

on<strong>de</strong>rzoek te doen in één stad: Cochabamba.<br />

Het pilot-project in Cochabamba omvat<br />

volgens <strong>de</strong> veror<strong>de</strong>ning zeventig wijken, wat<br />

neerkomt op ruim 10.000 kavels en ruim<br />

9.000 woningen. Al <strong>de</strong>ze wijken bevin<strong>de</strong>n<br />

zich in district 9 ten zui<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad<br />

Cochabamba. Oorspronkelijk was district<br />

9 bestemd voor landbouwactiviteiten. <strong>De</strong><br />

grond was echter voornamelijk in han<strong>de</strong>n<br />

<strong>van</strong> speculanten die <strong>de</strong> massale migratiestromen<br />

had<strong>de</strong>n voorzien en grote stukken<br />

grond opkochten. Toen eind jaren zeventig<br />

Cochabamba werd overspoeld door voormalige<br />

mijnwerkers uit <strong>de</strong> Altiplano verkochten<br />

zij <strong>de</strong> grond zon<strong>de</strong>r dat er een erkend<br />

eigendomsbewijs werd afgegeven. Ook werd<br />

er door <strong>de</strong> verkopen<strong>de</strong> partij niet aan <strong>de</strong> wettelijke<br />

verplichting voldaan om in het gebied<br />

infrastructurele voorzieningen aan te leggen.<br />

Hoewel <strong>de</strong> grond niet bouwrijp was, wer<strong>de</strong>n<br />

er op grote schaal woningen gebouwd. Het<br />

gevolg is dat <strong>de</strong> overheid weinig grip heeft op<br />

<strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning in die gebie<strong>de</strong>n. Het<br />

probleem neemt in om<strong>van</strong>g toe doordat het<br />

aantal immigranten nog steeds toeneemt.<br />

<strong>De</strong> wijken in district 9 kenmerken zich<br />

door een lage sociaal-economische status<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoners. Bovendien ontbreekt het


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 185<br />

<strong>de</strong>ze wijken aan basisvoorzieningen zoals<br />

verhar<strong>de</strong> wegen en openbare verlichting.<br />

Dit zijn dan ook <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen voor het<br />

ARCO-project om zich juist op dit district<br />

te concentreren.<br />

Binnen district 9 zijn een drietal wijken<br />

geselecteerd. Hierbij is vooral gekeken<br />

naar het tijdstip <strong>van</strong> regularisatie. Er is<br />

voor gekozen om die wijken te selecteren<br />

die het eerst met het regularisatieproces<br />

zijn begonnen en die daardoor <strong>de</strong> meeste<br />

gelegenheid hebben gehad om het proces<br />

<strong>van</strong> verbetering plaats te laten vin<strong>de</strong>n. Bij<br />

<strong>de</strong> selectie is tevens rekening gehou<strong>de</strong>n<br />

met <strong>de</strong> locatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken (niet te ver<br />

<strong>van</strong> het centrum <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad) wat ook een<br />

praktische overweging was. Uitein<strong>de</strong>lijk<br />

zijn er twee wijken geselecteerd (San José<br />

<strong>de</strong> Tamborada en San José <strong>de</strong> la Banda) die<br />

zich op korte afstand <strong>van</strong> het stadscentrum<br />

<strong>van</strong> Cochabamba bevin<strong>de</strong>n en één wijk<br />

(Primero <strong>de</strong> Mayo) die ver<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het centrum<br />

ligt. In totaal zijn er in <strong>de</strong> drie wijken<br />

41 bewoners geënquêteerd. Er is ook met<br />

<strong>de</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie wijken<br />

gesproken. Hieruit bleek dat <strong>de</strong> bewoners<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk San José <strong>de</strong> Tamborada nog<br />

niet beschikken over eigendomspapieren<br />

voor hun erf en woning. Gesprekken met<br />

<strong>de</strong> gemeente en <strong>de</strong> projectuitvoer<strong>de</strong>rs <strong>van</strong><br />

ARCO leer<strong>de</strong>n ons dat <strong>de</strong> wijk weliswaar<br />

officieel in kaart is gebracht, dat wil zeggen<br />

<strong>de</strong> percelen, <strong>de</strong> (water)wegen en an<strong>de</strong>re<br />

infrastructuur zijn afgebakend, maar dat<br />

<strong>de</strong> juridische afwikkeling nog niet rond is.<br />

Toenemen<strong>de</strong> investeringen<br />

Ruim <strong>de</strong> helft (51 procent) <strong>van</strong> <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong><br />

inwoners heeft sinds <strong>de</strong> start <strong>van</strong> het<br />

ARCO-project 3 jaar gele<strong>de</strong>n geïnvesteerd<br />

in verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> eigen woning. Er<br />

zijn echter grote verschillen tussen <strong>de</strong><br />

drie on<strong>de</strong>rzochte wijken. Waarschijnlijk<br />

doordat <strong>de</strong> eigendomsbewijzen nog niet<br />

uitgereikt waren in <strong>de</strong> wijk San José <strong>de</strong><br />

Tamborada bleek hier slechts 20 procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong> inwoners <strong>de</strong> afgelopen<br />

drie jaar geïnvesteerd te hebben in <strong>de</strong> eigen<br />

woning. In <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee wijken (San José<br />

<strong>de</strong> la Banda en Primero <strong>de</strong> Mayo) lagen <strong>de</strong><br />

cijfers veel hoger, respectievelijk 64 procent<br />

en 75 procent. Dit is in overeenkomst met <strong>de</strong><br />

verwachtingen <strong>van</strong> <strong>De</strong> Soto. Uit <strong>de</strong> gesprekken<br />

met bewoners en vertegenwoordigers<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken kwam naar voren dat men zich<br />

met een geldig eigendomsbewijs in <strong>de</strong> hand<br />

door <strong>de</strong> wet beschermd voelt. <strong>De</strong> bewoners<br />

vertrouwen erop dat hun eigendom niet zal<br />

wor<strong>de</strong>n afgenomen en durven te investeren.<br />

Woningverbetering<br />

Wanneer er verbeteringen aan <strong>de</strong> woning<br />

hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n, betreft dit meestal<br />

een verbetering <strong>van</strong> materialen, zoals<br />

het ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> een lemen muur door<br />

een bakstenen muur en het gebruik <strong>van</strong><br />

stevige en duurzame <strong>de</strong>uren en ramen. Dit<br />

geldt voor <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> verbeteringen.<br />

In één<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevallen zijn er meer<br />

kamers en/of verdiepingen bijgekomen.<br />

Daar is in <strong>de</strong> wijk San José <strong>de</strong> Tamborada<br />

juist niet in geïnvesteerd. In plaats daar<strong>van</strong><br />

heeft men hier vaker een badkamer of een<br />

keuken aangelegd. Dit is te verklaren door<br />

het feit dat San José <strong>de</strong> Tamborada binnen<br />

korte tijd aangesloten zou wor<strong>de</strong>n op het<br />

waternetwerk. Wat ver<strong>de</strong>r opvalt, is dat<br />

alleen <strong>de</strong> woningen in San José <strong>de</strong> la Banda<br />

<strong>de</strong> afgelopen drie jaar verbeteringen hebben<br />

gekend in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> een<br />

basisvoorziening (elektriciteit).<br />

Het is belangrijk op te merken dat het<br />

mogelijk is dat er binnen <strong>de</strong> populatie die<br />

Lees ver<strong>de</strong>r op pagina 196


<strong>Rooilijn</strong><br />

InBeeld<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Nieuwe<br />

monumenten<br />

Fotografie: Marten <strong>van</strong> Wijk<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Recentelijk zijn 100 gebouw<strong>de</strong> werken uit <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1940 tot en met 1958<br />

voorgedragen voor wettelijke bescherming door monumentenzorg. <strong>De</strong><br />

monumenten, gebouwd tij<strong>de</strong>ns en vlak na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog, vertellen<br />

het verhaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouw <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland. <strong>De</strong> 100 monumenten zijn<br />

on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in tien thema’s die kenmerkend zijn voor <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>, waaron<strong>de</strong>r<br />

<strong>de</strong> bestrijding <strong>van</strong> <strong>de</strong> woningnood, <strong>de</strong> groei <strong>van</strong> <strong>de</strong> verzorgingsstaat, <strong>de</strong> opkomst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> consumptiemaatschappij en <strong>de</strong> verzuiling. Fotograaf Marten <strong>van</strong> Wijk heeft<br />

uit ie<strong>de</strong>re categorie een bijzon<strong>de</strong>r monument in beeld gebracht.<br />

P. 186


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Verzorgingsstaat: Stationspostkantoor, <strong>De</strong>n Haag, 1949<br />

P. 187


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Economie: Industriegebouw Goudsesingel, Rotterdam, 1951<br />

P. 188


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Productie: Meelfabriek Latenstein, Rotterdam, 1952<br />

P. 189


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Verkeer: Aankomsthal HAL Wilhelminapier, Rotterdam, 1949<br />

P. 190


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Verzuiling: Opstandingskerk Kolenkit, Amsterdam, 1956<br />

P. 191


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Vorming: Zeevaartschool <strong>De</strong> Ruyterschool, Vlissingen, 1953<br />

P. 192


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Vrije tijd: Stadsschouwburg, Utrecht, 1941<br />

P. 193


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

Her<strong>de</strong>nking: John Frostbrug, Arnhem, 1950<br />

P. 194


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

P. 195<br />

Marten <strong>van</strong> Wijk stu<strong>de</strong>ert aan <strong>de</strong> Hogeschool voor <strong>de</strong> Kunsten Utrecht,<br />

af<strong>de</strong>ling fotografie (www.marten<strong>van</strong>wijk.nl)


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 196<br />

Vervolg <strong>van</strong> pagina 185<br />

aan <strong>de</strong> enquête heeft meegedaan inwoners<br />

zijn die <strong>de</strong> verbouwingen ook zou<strong>de</strong>n<br />

hebben uitgevoerd zon<strong>de</strong>r in bezit te zijn <strong>van</strong><br />

een eigendomstitel. In Bolivia is zelfbouw<br />

immers een vrij gebruikelijk proces.<br />

Weinigvermogen<strong>de</strong>n in Bolivia bouwen<br />

hun huizen stapsgewijs: er wor<strong>de</strong>n nieuwe<br />

investeringen gedaan als er genoeg geld is<br />

gespaard. Het feit dat <strong>de</strong> inwoners <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijk San José <strong>de</strong> Tamborada – die nog geen<br />

eigendomstitel in bezit hebben - veel min<strong>de</strong>r<br />

investeren in hun eigen woning dan <strong>de</strong><br />

bewoners <strong>van</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re twee wijken wijst op<br />

een positieve invloed <strong>van</strong> het ARCO-project.<br />

Om dit ver<strong>de</strong>r te on<strong>de</strong>rbouwen hebben<br />

wij <strong>de</strong> bewoners expliciet gevraagd of het<br />

ARCO-project hun leefomstandighe<strong>de</strong>n<br />

heeft verbeterd. Tabel 1 laat zien dat 19 <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> 41 respon<strong>de</strong>nten daar in<strong>de</strong>rdaad zo over<br />

<strong>de</strong>nkt, 11 respon<strong>de</strong>nten zijn het er niet mee<br />

eens. Uit tabel 1 blijkt tevens dat, <strong>van</strong> <strong>de</strong> 21<br />

respon<strong>de</strong>nten die aangeven dat er een verbetering<br />

aan <strong>de</strong> eigen woning heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n,<br />

13 (62 procent) <strong>de</strong> verbetering<br />

<strong>van</strong> hun leefomstandighe<strong>de</strong>n toeschrijven<br />

aan het ARCO project. Uit <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n<br />

per wijk komen opvallen<strong>de</strong> verschillen<br />

naar voren. In San José <strong>de</strong> la Banda is men<br />

unaniem positief over <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> het<br />

ARCO-project. In San José <strong>de</strong> Tamborada,<br />

waar <strong>de</strong> eigendomsbewijzen nog niet zijn<br />

uitgereikt, is <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid (60 procent)<br />

daarentegen negatief.<br />

Verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk<br />

Dankzij het in kaart brengen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijken<br />

is er een overzicht gecreëerd waarin tekorten<br />

in bijvoorbeeld <strong>de</strong> infrastructurele voorzieningen<br />

dui<strong>de</strong>lijk naar voren komen. Uit<br />

gesprekken met <strong>de</strong> wijkvertegenwoordigers<br />

blijkt dit overzicht een belangrijke impuls<br />

voor <strong>de</strong> gemeente te zijn geweest voor<br />

Tabel 1 Verband tussen verbeteringen eigen woning en leefomstandighe<strong>de</strong>n<br />

(enquêteresultaten uit <strong>de</strong> drie wijken gezamenlijk in absolute aantallen)<br />

Leefomstandighe<strong>de</strong>n verbeterd dankzij het ARCO-project?<br />

<strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> infrastructuur.<br />

Meest voorkomen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n zijn het<br />

verhar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> wegen en het aanleggen<br />

<strong>van</strong> sportveldjes. <strong>De</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze<br />

infrastructuur is echter minimaal. Zo<br />

zijn <strong>de</strong> wegen verhard door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong><br />

keien en aar<strong>de</strong>. Grotere, meer ingrijpen<strong>de</strong><br />

bouwprojecten, zoals het aanleggen <strong>van</strong> een<br />

water- of rioleringnetwerk, zijn nog niet <strong>van</strong><br />

start gegaan, maar <strong>de</strong> wijken San José <strong>de</strong><br />

Tamborada en San José <strong>de</strong> la Banda hebben<br />

wel een waternetwerk in het vooruitzicht. In<br />

<strong>de</strong> wijk San José <strong>de</strong> la Banda is bovendien <strong>de</strong><br />

bedrading <strong>van</strong> <strong>de</strong> elektriciteit volgens <strong>de</strong> veiligheidsregels<br />

aangelegd, dit in tegenstelling<br />

tot <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re wijken met een illegaal elektriciteitsnetwerk.<br />

<strong>De</strong>salniettemin vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

meeste bewoners (83 procent) <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie<br />

wijken dat <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk sinds het<br />

ARCO-project is vooruitgegaan. In <strong>de</strong> wijk<br />

San José <strong>de</strong> la Banda zijn <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten<br />

het zelfs unaniem eens over <strong>de</strong> vooruitgang,<br />

waar<strong>van</strong> een grote meer<strong>de</strong>rheid (91 procent)<br />

een verbeter<strong>de</strong> infrastructuur <strong>van</strong> voorzieningen<br />

als belangrijkste re<strong>de</strong>n aangeeft. <strong>De</strong><br />

rest noemt als verbetering <strong>de</strong> toename <strong>van</strong><br />

het aantal bewoners met als gevolg dat <strong>de</strong><br />

lege kavels opgevuld wor<strong>de</strong>n. Volgens <strong>de</strong><br />

wijkbewoners spreekt daar een toenemen<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>ring voor hun wijk uit. Dit leidt tot<br />

stijging <strong>van</strong> grondprijzen en waar<strong>de</strong>vermeer<strong>de</strong>ring<br />

<strong>van</strong> vastgoed.<br />

Belang <strong>van</strong> informele kredieten<br />

Het aantal geënquêteer<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> afgelopen<br />

drie jaar een lening heeft aangevraagd<br />

blijkt heel klein te zijn. Van <strong>de</strong> 41 personen<br />

hebben er maar zeven een lening aangevraagd.<br />

Vijf daar<strong>van</strong> zijn inwoners uit <strong>de</strong><br />

wijk Primero <strong>de</strong> Mayo. Het bleek dat daar<br />

een ontwikkelingsorganisatie actief is<br />

(geweest) die het aanvragen <strong>van</strong> kredieten<br />

heeft gefaciliteerd. In <strong>de</strong>ze wijk zijn vier<br />

Ja Nee Weet niet Totaal<br />

Verbetering woning? Ja 13 2 6 21<br />

Nee 6 9 5 20<br />

Totaal 19 11 11 41


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Eigendomsbewijzen voor sloppenwijkbewoners: lessen uit Bolivia P. 197<br />

Tabel 2 Verband tussen kredietaanvragen en vast inkomen<br />

(enquêteresultaten uit <strong>de</strong> drie wijken gezamenlijk in absolute aantallen)<br />

Kredit aangevraagd?<br />

Ja Nee Totaal<br />

Vast inkomen? Ja 5 2 7<br />

Nee 2 32 34<br />

Totaal 7 34 41<br />

kredietaanvragen gebruikt om verbeteringen<br />

aan het huis aan te brengen en één<br />

voor het kopen <strong>van</strong> schoolspullen. <strong>De</strong> twee<br />

an<strong>de</strong>re kredietaanvragen buiten Primero<br />

<strong>de</strong> Mayo zijn gebruikt om te investeren in<br />

een bedrijf.<br />

Dat er weinig mensen een lening hebben<br />

aangevraagd, blijkt het gevolg te zijn <strong>van</strong><br />

een hardnekkig gebrek aan vertrouwen<br />

in <strong>de</strong> banken. Bovendien zijn leningen te<br />

duur en wordt vaak een vast inkomen als<br />

voorwaar<strong>de</strong> gesteld. Slechts 17 procent <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong>n heeft een vast inkomen.<br />

Zoals te zien is in tabel 2 zijn <strong>de</strong> geënquêteer<strong>de</strong>n<br />

die een krediet hebben aangevraagd<br />

personen met een vast inkomen hebben.<br />

<strong>De</strong> twee uitzon<strong>de</strong>ringen zijn eigenaar <strong>van</strong><br />

een bedrijf. Geënquêteer<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r vast<br />

inkomen hebben, zoals tabel 2 laat zien,<br />

meestal ook geen krediet aangevraagd.<br />

<strong>De</strong> inwoners <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte sloppenwijken<br />

hebben <strong>de</strong> verbeteringen aan hun<br />

woning dus op een an<strong>de</strong>re manier gefinancierd.<br />

Volgens <strong>de</strong> wijkvertegenwoordigers<br />

spelen vooral familiele<strong>de</strong>n die zich in het<br />

buitenland bevin<strong>de</strong>n een grote rol. Vaak is<br />

<strong>de</strong> echtgenote of dochter als werkster of als<br />

kin<strong>de</strong>rmeisje actief in Argentinië of Chili<br />

waar <strong>de</strong> lonen hoger zijn. Het geld dat zij<br />

daar verdienen sturen zij naar <strong>de</strong> rest <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> familie in Bolivia. Uit gesprekken met<br />

inwoners bleek bovendien dat families die<br />

<strong>de</strong> eindjes niet aan elkaar kunnen knopen<br />

vaak kunnen rekenen op <strong>de</strong> solidariteit<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> buren. Meestal zijn zij bereid geld<br />

te lenen en in sommige gevallen wor<strong>de</strong>n er<br />

giften gedaan.<br />

Randvoorwaar<strong>de</strong>n voor succes<br />

Een geldig eigendomsbewijs geeft <strong>de</strong><br />

bewoners voldoen<strong>de</strong> vertrouwen om in <strong>de</strong><br />

eigen woning te investeren. <strong>De</strong> investeringen<br />

wor<strong>de</strong>n echter niet bekostigd met behulp <strong>van</strong><br />

formele kredieten. Familiele<strong>de</strong>n die zich in<br />

het buitenland bevin<strong>de</strong>n maar ook buren en<br />

vrien<strong>de</strong>n spelen een belangrijkere rol. Het<br />

proces dat <strong>De</strong> Soto in zijn boeken beschrijft<br />

blijkt in <strong>de</strong> praktijk toch iets an<strong>de</strong>rs te verlopen.<br />

<strong>De</strong> Soto beweer<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> toegang tot<br />

formele kredieten als gevolg <strong>van</strong> <strong>de</strong> uitgifte<br />

<strong>van</strong> eigendomstitels zou toenemen. Echter,<br />

zowel <strong>de</strong> banken (lage waar<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rpand)<br />

als <strong>de</strong> bewoners zelf (hoge rente, hoog risico)<br />

staan niet te springen.<br />

Of het ARCO-project in Bolivia een vervolg<br />

krijgt is zeer <strong>de</strong> vraag. Er zijn vele randvoorwaar<strong>de</strong>n<br />

te be<strong>de</strong>nken waaraan voldaan moet<br />

wor<strong>de</strong>n om het een succes te laten wor<strong>de</strong>n.<br />

Van al die randvoorwaar<strong>de</strong>n is een politiek<br />

stabiel klimaat misschien wel <strong>de</strong> belangrijkste<br />

en juist dat ontbreekt in Bolivia.<br />

Ruud Dorenbos (r.j.dorenbos@rug.nl) is universitair docent aan<br />

<strong>de</strong> Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijksuniversiteit<br />

Groningen. Nicolas Nijhof (nicolas.nijhof@gmail.com) is<br />

onlangs afgestu<strong>de</strong>erd in Economische Geografie aan <strong>de</strong><br />

Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Rijksuniversiteit<br />

Groningen.<br />

Literatuur<br />

<strong>De</strong> Soto, H. (1989) The other path: the invisible revolution in the<br />

third world, Harper & Row, New York<br />

<strong>De</strong> Soto, H. (2000) The mystery of capital: why capitalism<br />

triumphs in the West and fails everywhere else, Basic Books,<br />

New York<br />

Durand-Lasserve, A. & G. Payne (2006) Evaluating Impacts<br />

of Urban Land Titling: Results and Implications: Preliminary<br />

Findings, The World Bank<br />

Field, E. (2006) Enitled to work: urban property rights and labor<br />

supply in Peru, Harvard University, Cambridge, MA<br />

VN-Habitat (2006) The state of the world’s cities 2006/7: The<br />

Millennium <strong>De</strong>velopment Goals and Urban Sustainability: 30<br />

years of shaping the Habitat agenda, Earthscan, London


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 198<br />

Willem Korthals Altes<br />

Gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

als vorm <strong>van</strong><br />

comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment<br />

zoning<br />

Met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet wordt in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse wetgeving<br />

een stelsel geïntroduceerd dat in <strong>de</strong> Angelsaksische lan<strong>de</strong>n wordt aangeduid als<br />

‘comprehensive <strong>de</strong>velopment’. In dit artikel wordt me<strong>de</strong> op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> erva-<br />

ringen in Hong Kong, Spanje en Duitsland, stil gestaan bij <strong>de</strong> mogelijke beteke-<br />

nis voor <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse praktijk. <strong>De</strong> verwachting is<br />

dat, net als bij onteigening, het exploitatieplan niet vaak zal wor<strong>de</strong>n toegepast en<br />

vooral als stok achter <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur zal functioneren.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 199<br />

Niet zo lang gele<strong>de</strong>n waren in Ne<strong>de</strong>rland<br />

nog locatiesubsidies nodig om een grote<br />

uitbreidingswijk financieel mogelijk te<br />

maken. Voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1995-2005 werd<br />

begin jaren negentig door het Rijk nog<br />

negenhon<strong>de</strong>rd miljoen euro uitgetrokken<br />

om <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> het verwachte tekort<br />

op locaties als Leidsche Rijn, Ypenburg,<br />

IJburg, Nesselan<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Eschmarke en <strong>de</strong><br />

Waalsprong te <strong>de</strong>kken. In 2000 is reeds<br />

berekend dat <strong>de</strong>ze bijdragen, uitgaan<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

verevening tussen locaties, door <strong>de</strong> sterke<br />

waar<strong>de</strong>ontwikkeling <strong>van</strong> woningen niet<br />

meer nodig waren (Kolpron & Neprom,<br />

2000). Thans laat het beeld zelfs zien dat<br />

ste<strong>de</strong>lijke ontwikkeling zo rendabel is dat<br />

er ook tal <strong>van</strong> regionale voorzieningen mee<br />

gefinancierd kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Veel marktpartijen zijn bereid samen te<br />

werken met gemeenten, zodat openbare<br />

voorzieningen en tekorten op min<strong>de</strong>r<br />

rendabele on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het plan wor<strong>de</strong>n<br />

betaald uit <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>n. Toch zijn er ook partijen, <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

free ri<strong>de</strong>rs, die niet bereid zijn mee<br />

te betalen aan <strong>de</strong>ze voorzieningen. In veel<br />

publicaties wordt geschat dat vijf procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaren free ri<strong>de</strong>rs zijn. Dit<br />

aan<strong>de</strong>el wordt door an<strong>de</strong>ren betwist: veel<br />

partijen die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen ingaan<br />

met het standpunt nergens aan mee te<br />

betalen, blijken toch bereid bij te dragen<br />

aan <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> bouw- en woonrijpmaken,<br />

wanneer woningen kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

ontwikkeld.<br />

Meest voorkomend, volgens het proefschrift<br />

<strong>van</strong> Groetelaers uit 2004 gaat het om<br />

68 procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> woningen,<br />

is dat gron<strong>de</strong>igenaren hun grond inleveren<br />

bij <strong>de</strong> gemeente in ruil voor een bouwclaim:<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid later bouwrijpe kavels te<br />

mogen kopen. Voor marktpartijen is <strong>de</strong>ze<br />

constructie vaak aantrekkelijk, omdat op<br />

<strong>de</strong>ze manier eigen vermogen vrij komt om<br />

el<strong>de</strong>rs te investeren. <strong>De</strong> winst <strong>van</strong> het el<strong>de</strong>rs<br />

kunnen inzetten <strong>van</strong> dit vermogen (vaak<br />

is een ren<strong>de</strong>ment <strong>van</strong> circa vijftien procent<br />

<strong>de</strong> norm) is vaak groter dan <strong>de</strong> eventuele<br />

extra kosten die <strong>de</strong> gemeente toerekent<br />

aan <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie. Een gemeente die<br />

zelf investeert in een locatie, neemt <strong>de</strong>ze<br />

kennelijk serieus. Bij ongeveer 22 procent<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> woningen wordt gekozen voor een<br />

gron<strong>de</strong>xploitatiemaatschappij waarin<br />

marktpartijen en gemeenten participeren.<br />

Ook komen combinaties <strong>van</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

voor. Gron<strong>de</strong>xploitaties door private<br />

partijen doen zich vooral voor bij kleinere<br />

bouwlocaties. Op al <strong>de</strong>ze locaties kunnen<br />

kleinere gron<strong>de</strong>igenaren zijn die zich aan<br />

<strong>de</strong> overeenstemming willen onttrekken.<br />

Gron<strong>de</strong>xploitatiewet<br />

Om <strong>de</strong>ze free ri<strong>de</strong>rs te kunnen aanpakken is<br />

daarom in <strong>de</strong> Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, die<br />

per 1 juli 2008 ingaat, een hoofdstuk gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

opgenomen. Uitgangspunt is<br />

dat alle kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie <strong>van</strong><br />

een samenhangend gebied in een ‘exploitatieplan’<br />

wor<strong>de</strong>n gesommeerd en naar<br />

opbrengstpotentie wor<strong>de</strong>n gedragen door<br />

<strong>de</strong> diverse gron<strong>de</strong>igenaren <strong>van</strong> dit gebied.<br />

<strong>De</strong> betaling <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze bijdrage is gekoppeld<br />

aan het verlenen <strong>van</strong> een bouwvergunning.<br />

<strong>De</strong> gedachte is tevens dat het zo makkelijker<br />

wordt partijen die niet bereid zijn mee te<br />

werken te onteigenen.<br />

Een gemeente is verplicht dit exploitatieplan<br />

tegelijkertijd met het bestemmingsplan<br />

vast te stellen wanneer het kostenverhaal<br />

niet an<strong>de</strong>rszins – bijvoorbeeld via<br />

een overeenkomst of via actief grondbeleid<br />

– is verzekerd. Een <strong>de</strong>rgelijk plan juridifi-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 200<br />

ceert <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitaties die gemeenten<br />

opstellen. <strong>De</strong> ontwikkelaar betaalt bij <strong>de</strong><br />

verlening <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwvergunning een<br />

bijdrage volgens dit plan. <strong>De</strong> gemeente kan<br />

<strong>de</strong> bouw stilleggen wanneer <strong>de</strong> betaling<br />

achterwege blijft. Tegen een exploitatieplan<br />

kan beroep wor<strong>de</strong>n ingesteld bij <strong>de</strong> Raad<br />

<strong>van</strong> State. <strong>De</strong> gedachte om tot een ver<strong>de</strong>ling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie te<br />

komen op grond <strong>van</strong> een samenhangend<br />

plan voor een gebied is niet nieuw. Wel<br />

nieuw is dat <strong>de</strong> wet dit verplicht stelt.<br />

Ook el<strong>de</strong>rs op <strong>de</strong> wereld zijn ervaringen<br />

opgedaan met samenhangen<strong>de</strong> gebiedsontwikkeling,<br />

wat in het Engels comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment wordt genoemd. Kenmerkend<br />

aan comprehensive <strong>de</strong>velopment zoning<br />

is dat een bouwtitel wordt verleend on<strong>de</strong>r<br />

voorwaar<strong>de</strong> dat eigenaren met een gemeenschappelijk<br />

plan voor <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

komen met daarbij een financieringsarrangement<br />

voor het hele plan. Hieron<strong>de</strong>r<br />

wordt kort ingegaan op ervaringen<br />

in Hong Kong, Spanje (Valencia) en<br />

Duitsland (München). Me<strong>de</strong> op grond <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>ze ervaringen wordt een verwachting<br />

geschetst <strong>van</strong> <strong>de</strong> rol en het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

nieuwe gron<strong>de</strong>xploitatiewetgeving in <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse praktijk.<br />

Hong Kong<br />

In Hong Kong kan <strong>de</strong> lokale overheid een<br />

gebied aanwijzen als comprehensive <strong>de</strong>velopment<br />

area (CDA). <strong>De</strong> gron<strong>de</strong>igenaar<br />

kan dan niet zelf overgaan tot ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> een individueel perceel, maar moet<br />

samen met <strong>de</strong> eigenaren <strong>van</strong> <strong>de</strong> percelen<br />

binnen <strong>de</strong> CDA tot een plan komen voor<br />

een samenhangen<strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> het<br />

gebied. In 2000 waren in Hong Kong 167<br />

locaties met in totaal 830 hectare gezoneerd<br />

als CDA. Gegeven <strong>de</strong> hoge dichthe<strong>de</strong>n in<br />

Hong Kong betekent dit een om<strong>van</strong>grijk<br />

bouwprogramma.<br />

Op grond <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> milieuklachten<br />

en vastgoedprijzen betoogt<br />

Tse (2001) dat gebie<strong>de</strong>n die ontwikkeld<br />

zijn volgens <strong>de</strong> CDA-metho<strong>de</strong>, min<strong>de</strong>r<br />

milieuproblemen kennen. Daarnaast kan<br />

gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>n tot hogere<br />

vastgoedprijzen en min<strong>de</strong>r prijsvariatie<br />

binnen het gebied. Lai en an<strong>de</strong>ren (2007)<br />

geven echter op grond <strong>van</strong> een analyse<br />

<strong>van</strong> twee cases aan dat geen positieve<br />

uitstraling <strong>van</strong> een CDA op het omringen<strong>de</strong><br />

gebied kan wor<strong>de</strong>n waargenomen.<br />

Zij bekritiseren <strong>de</strong> overheidsbemoeienis,<br />

waardoor een levendig gebied met veel<br />

kleine bedrijvigheid met een uitstraling<br />

naar <strong>de</strong> openbare ruimte, plaats heeft<br />

gemaakt voor een grootschalige meer<br />

naar binnen gerichte ontwikkeling.<br />

Een belangrijk probleem bij <strong>de</strong> CDAmetho<strong>de</strong><br />

is het tot consensus komen<br />

tussen rechthebben<strong>de</strong>n over een<br />

gezamenlijk plan. Daarom heeft in <strong>de</strong>ze<br />

gebie<strong>de</strong>n <strong>de</strong> Urban Renewal Authority,<br />

on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale overheid, <strong>de</strong><br />

bevoegdheid bestaan<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke zakelijke<br />

rechten (vergelijkbaar met erfpacht) in<br />

te trekken; een bevoegdheid die zonodig<br />

ook wordt gebruikt.<br />

Het Valenciaanse mo<strong>de</strong>l<br />

Sterk tot <strong>de</strong> verbeelding spreekt het in<br />

Spanje ontwikkel<strong>de</strong> Valenciaanse mo<strong>de</strong>l.<br />

Grondslag voor dit mo<strong>de</strong>l is <strong>de</strong> nog on<strong>de</strong>r<br />

Franco vastgestel<strong>de</strong> Ley <strong>de</strong>l Suelo uit 1956<br />

(Muñoz-Gielen & Korthals Altes, 2007).<br />

Volgens <strong>de</strong>ze wet geeft elke gemeente in<br />

een plan aan welke grond reeds ste<strong>de</strong>lijk<br />

is, welke grond ruraal blijft en welke<br />

grond te verste<strong>de</strong>lijken is. Voor <strong>de</strong>ze te


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 201<br />

verste<strong>de</strong>lijken grond dienen eigenaren met<br />

een gezamenlijk plan te komen met <strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> kosten, baten en verplichtingen.<br />

In <strong>de</strong> praktijk kochten veel eigenaren<br />

een perceel als belegging op termijn en het<br />

bleek vaak lastig om tussen <strong>de</strong> partijen tot<br />

overeenstemming te komen. Veel te verste<strong>de</strong>lijken<br />

grond behield daardoor <strong>de</strong>cennia<br />

lang <strong>de</strong>ze status.<br />

In 1994 <strong>de</strong>ed <strong>de</strong> autonome regio Valencia<br />

een succesvolle poging om dit te doorbreken<br />

door het aan elkaar koppelen <strong>van</strong><br />

een aantal instrumenten, zoals ste<strong>de</strong>lijke<br />

herverkaveling. Kenmerkend aan dit<br />

systeem is dat <strong>de</strong> gemeente een competitie<br />

uitschrijft voor een gron<strong>de</strong>xploitatieplan.<br />

Tot <strong>de</strong> regels waar dit plan aan moet<br />

voldoen behoren zaken als een bepaald<br />

aan<strong>de</strong>el betaalbare woningen, en kwaliteit<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsluiting. <strong>De</strong> winnen<strong>de</strong> partij, <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitant, mag vervolgens <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

uitvoeren. <strong>De</strong>ze besteedt <strong>de</strong><br />

publieke werken aan en geeft <strong>de</strong> rekening<br />

hiervoor (inclusief een managementfee voor<br />

<strong>de</strong> eigen kosten plus winstmarge) door<br />

aan <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaren. <strong>De</strong> gron<strong>de</strong>igenaren<br />

krijgen in ruil voor <strong>de</strong>ze betalingen<br />

bouwrijpe percelen en mogen <strong>de</strong>ze percelen<br />

bebouwen conform het vastgestel<strong>de</strong> plan.<br />

Eigenaren die <strong>de</strong> exploitatiebijdrage niet<br />

willen betalen, kunnen ook <strong>de</strong> grond tegen<br />

onteigeningswaar<strong>de</strong> verkopen aan <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitant. <strong>De</strong>ze onteigeningswaar<strong>de</strong><br />

houdt rekening met <strong>de</strong> gestegen waar<strong>de</strong><br />

door bebouwingsmogelijkhe<strong>de</strong>n.<br />

Belangrijk aan dit mo<strong>de</strong>l is dat overeenstemming<br />

tussen gron<strong>de</strong>igenaren niet meer<br />

nodig is. Dit leid<strong>de</strong> tot een sterke groei <strong>van</strong><br />

het aantal goedgekeur<strong>de</strong> uitbreidingsplannen<br />

in <strong>de</strong> regio Valencia <strong>van</strong> gemid<strong>de</strong>ld<br />

veertig plannen per jaar in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

1990-1995 naar meer dan tweehon<strong>de</strong>rd per<br />

jaar <strong>van</strong>af 1997. Omdat <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>xploitant<br />

vaak een bepaald percentage krijgt over<br />

<strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> publieke werken, heeft<br />

<strong>de</strong>ze geen groot belang om <strong>de</strong>ze laag te<br />

hou<strong>de</strong>n. Positief geformuleerd leidt dit tot<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte. Negatief<br />

geformuleerd hebben gron<strong>de</strong>igenaren<br />

betoogd dat een gron<strong>de</strong>xploitant zijn winst<br />

kan opkrikken door zo duur mogelijke<br />

infrastructuur te realiseren. Hoe dan ook,<br />

<strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar heeft geen bouwplicht op<br />

<strong>de</strong> na dit proces verkregen bouwrijpe kavel<br />

en behoudt het recht op zelfrealisatie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gebouwen. <strong>De</strong> verwachting is echter dat<br />

bouwrijpe kavels een interessant beleggingsobject<br />

kunnen zijn.<br />

München<br />

Een an<strong>de</strong>r voorbeeld <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />

het instrument <strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijke herverkaveling,<br />

maar dan op vrijwillige basis en<br />

daardoor zon<strong>de</strong>r wetswijziging ook in<br />

Ne<strong>de</strong>rland toe te passen, betreft het mo<strong>de</strong>l<br />

<strong>van</strong> Sozialgerechte Bo<strong>de</strong>nnutzung in<br />

München (Ehrbeck, 2006). Het prijsniveau<br />

in <strong>de</strong>ze stad ligt traditioneel gesproken<br />

hoog. Bij <strong>de</strong> planvorming hanteert <strong>de</strong><br />

gemeente het uitgangspunt dat een <strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijging <strong>van</strong> het gebied<br />

(tussen oud gebruik en nieuwe waar<strong>de</strong>)<br />

naar <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaren gaat en dat twee<br />

<strong>de</strong>r<strong>de</strong> beschikbaar is voor publieke voorzieningen.<br />

Voor <strong>de</strong>ze publieke voorzieningen<br />

heeft <strong>de</strong> gemeente een vaste kostensoortenlijst,<br />

waarop, an<strong>de</strong>rs dan in Ne<strong>de</strong>rland, ook<br />

sociale voorzieningen staan, zoals kin<strong>de</strong>rop<strong>van</strong>g.<br />

Op <strong>de</strong>ze lijst staat ook dat <strong>de</strong>rtig<br />

procent sociale woningbouw gerealiseerd<br />

moet wor<strong>de</strong>n en dat hier een verlaag<strong>de</strong><br />

grondprijs voor geldt. <strong>De</strong> gemeente heeft<br />

hier een actieve rol. <strong>De</strong> gemeente heeft<br />

maar beperkte ambtelijke capaciteit, staat


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 202<br />

<strong>de</strong> bouw alleen toe als er een resultaat is<br />

bereikt en belooft een aanzienlijk voor<strong>de</strong>el<br />

aan <strong>de</strong> eigenaren. Daardoor is er flinke<br />

druk om <strong>van</strong> het momentum gebruik<br />

te maken. <strong>De</strong> combinatie <strong>van</strong> dui<strong>de</strong>lijkheid<br />

over <strong>de</strong> eisen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenten in<br />

het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsproces, behoud <strong>van</strong><br />

een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijging door <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>igenaar en actieve opstelling <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gemeente heeft geleid tot een flinke stijging<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> woningproductie in München.<br />

Samenwerking als sleutel<br />

Kenmerkend aan alle drie <strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n<br />

is dat direct of indirect het realiseren<br />

<strong>van</strong> door <strong>de</strong> lokale overheid gewenste<br />

samenhangen<strong>de</strong> ontwikkeling afhangt <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bereidheid om te komen tot samenwerking.<br />

Het in het vooruitzicht stellen <strong>van</strong><br />

ontwikkelingswinst alleen, hoeft, zo leert<br />

met name <strong>de</strong> Spaanse casus <strong>van</strong> voor 1994,<br />

niet voldoen<strong>de</strong> te zijn om te komen tot <strong>de</strong><br />

productie <strong>van</strong> bouwrijpe kavels. Stimuleren<br />

<strong>van</strong> samenwerking kan op verschillen<strong>de</strong><br />

manieren, bijvoorbeeld door <strong>van</strong>uit <strong>de</strong><br />

overheid particulier initiatief te on<strong>de</strong>rsteunen,<br />

zoals in Hong Kong, <strong>van</strong>uit verplichte<br />

regelgeving, zoals in Spanje of via een<br />

actieve overheid, zoals in München. In al<br />

<strong>de</strong>ze gevallen zorgt het optre<strong>de</strong>n <strong>van</strong> free<br />

ri<strong>de</strong>rs niet tot financiële consequenties voor<br />

<strong>de</strong> overheid. Alleen bij een samenhangend<br />

plan waarin ook voor openbare voorzieningen<br />

kostendragers zijn gevon<strong>de</strong>n, kan<br />

tot bouw wor<strong>de</strong>n overgegaan. Ook in <strong>de</strong><br />

nieuwe wet in Ne<strong>de</strong>rland is er een verschil<br />

tussen situaties waarin partijen vrijwillig<br />

samenwerken en een situatie waarin <strong>de</strong>ze<br />

samenwerking moet wor<strong>de</strong>n afgedwongen.<br />

Situatie vóór vaststelling<br />

<strong>De</strong> situatie vóór vaststelling <strong>van</strong> een<br />

bestemmingsplan verschilt na <strong>de</strong> invoering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe Wro niet erg met <strong>de</strong> huidige.<br />

Vaak zal grond door ontwikkelaars aan<br />

<strong>de</strong> gemeente wor<strong>de</strong>n verkocht in ruil voor<br />

een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> bouwproductie op door <strong>de</strong><br />

gemeenten bouwrijp gemaakte kavels of zal<br />

er een overeenkomst wor<strong>de</strong>n gesloten over<br />

<strong>de</strong> kosten voor openbare voorzieningen.<br />

Ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> praktijk<br />

komt er meer ruimte voor kostenverhaal.<br />

Het risico <strong>van</strong> onverschuldig<strong>de</strong> betaling als<br />

<strong>de</strong> exploitatieovereenkomst (het contract<br />

tussen <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>igenaar en <strong>de</strong> overheid)<br />

afwijkt <strong>van</strong> <strong>de</strong> door gemeenteraad<br />

vastgestel<strong>de</strong> exploitatieveror<strong>de</strong>ning (<strong>de</strong><br />

regels waaraan <strong>de</strong>ze overeenkomst moet<br />

voldoen), verdwijnt. Bovendien maakt<br />

<strong>de</strong> nieuwe wet het mogelijk op grond <strong>van</strong><br />

een regionale visie kosten <strong>van</strong> regionale<br />

voorzieningen te verhalen. <strong>De</strong> wet maakt<br />

het ook mogelijk om in anticipatie op het<br />

bestemmingsplan alvast een bouwvergunning<br />

te verlenen aan eigenaren met wie<br />

reeds overeenstemming is bereikt.<br />

Een exploitatieplan is alleen nodig als<br />

<strong>de</strong> bijdrage niet an<strong>de</strong>rszins is verzekerd.<br />

Dus dit hoeft niet bij een bouwclaim, niet<br />

bij een publiek-private gron<strong>de</strong>xploitatiemaatschappij,<br />

waarin het verhaal <strong>van</strong><br />

grondkosten reeds contractueel is geregeld,<br />

en ook niet bij een exploitatieovereenkomst.<br />

Naar verwachting zal daarmee het<br />

exploitatieplan zel<strong>de</strong>n nodig zijn. Het valt<br />

daarmee te vergelijken met onteigening:<br />

een instrument dat <strong>van</strong> invloed is doordat<br />

het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen structureert omdat<br />

het voor bei<strong>de</strong> partijen een onaantrekkelijk<br />

alternatief biedt voor het komen tot een<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsresultaat.<br />

Situatie na vaststelling<br />

Na het vaststellen <strong>van</strong> het exploitatieplan<br />

wordt <strong>de</strong> contractsvrijheid tussen<br />

gron<strong>de</strong>igenaren en <strong>de</strong> gemeente beperkt.<br />

Afspraken over het betalen <strong>van</strong> een<br />

gron<strong>de</strong>xploitatiebijdrage moeten overeenkomstig<br />

het exploitatieplan zijn. Extra<br />

bijdragen kunnen niet juridisch afdwingbaar<br />

wor<strong>de</strong>n overeengekomen. Wat wel<br />

kan, is dat een marktpartij <strong>de</strong> grond aan<br />

<strong>de</strong> gemeente verkoopt. <strong>De</strong> gemeente kan<br />

<strong>de</strong>ze grond vervolgens later weer bouwrijp<br />

terugleveren aan <strong>de</strong> marktpartij. <strong>De</strong>rgelijke<br />

overeenkomsten vallen buiten het regime<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> exploitatiebijdragen. <strong>De</strong> gemeente<br />

kan dan aan zichzelf een <strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> kosten<br />

toerekenen.<br />

Het gegeven dat in <strong>de</strong> voorfase meer kan en<br />

dat er ook bij overeenkomst meer kosten<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n verhaald dan kunnen


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Gron<strong>de</strong>xploitatiewet als vorm <strong>van</strong> comprehensive<br />

<strong>de</strong>velopment zoning<br />

P. 203<br />

wor<strong>de</strong>n afgedwongen, is ook el<strong>de</strong>rs<br />

gebruikelijk. Bij overeenkomst zijn marktpartijen<br />

vaak bereid meer te betalen dan<br />

afdwingbaar is. Het hierboven genoem<strong>de</strong><br />

voorbeeld uit München illustreert dit. Bij<br />

afspraken kan maatwerk wor<strong>de</strong>n geleverd.<br />

Juridisch afdwingbare regels verhou<strong>de</strong>n<br />

zich hier slecht mee. Er zijn grenzen aan<br />

<strong>de</strong> flexibiliteit <strong>van</strong> een exploitatieplan<br />

(Scheele, 2006).<br />

Conclusie<br />

<strong>De</strong> gron<strong>de</strong>xploitatiewet introduceert <strong>de</strong><br />

verplichting dat eigenaren op grond <strong>van</strong><br />

hun aan<strong>de</strong>el in <strong>de</strong> opbrengsten meebetalen<br />

aan <strong>de</strong> kosten voor een samenhangend<br />

plan waar ook onrendabele investeringen<br />

<strong>de</strong>el <strong>van</strong> uit maken. Ondanks dat <strong>de</strong>ze verplichting<br />

nu in <strong>de</strong> wet ontbreekt, betalen<br />

<strong>de</strong>ze eigenaren in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse praktijk<br />

meestal al mee. <strong>De</strong> meerwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> wet<br />

is dat <strong>de</strong>ze het gemakkelijker maakt om<br />

vóór vaststelling <strong>van</strong> een bestemmingsplan<br />

overeenkomsten te sluiten. <strong>De</strong> eisen<br />

daarvoor zijn versoepeld. Wanneer dit niet<br />

lukt, biedt <strong>de</strong>ze wet bovendien een extra<br />

stok achter <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur. <strong>De</strong> mogelijkheid om<br />

afspraken flexibel vorm te geven en verrekeningsbedingen<br />

op te nemen naar gelang<br />

veran<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> kosten, opbrengsten of <strong>de</strong><br />

invulling <strong>van</strong> <strong>de</strong> locatie, is veel groter bij<br />

vrijwillige overeenkomsten. <strong>De</strong> praktijk<br />

<strong>van</strong> locatieontwikkeling in Ne<strong>de</strong>rland gaat<br />

juist steeds meer naar dit soort afspraken,<br />

ook wanneer het gaat om <strong>de</strong> uitgifte <strong>van</strong><br />

grond door gemeenten aan projectontwikkelaars<br />

(<strong>De</strong> Greef, 2005).<br />

Wel mag wor<strong>de</strong>n verwacht dat het gebruik<br />

<strong>van</strong> het exploitatieplan tegen zal kunnen<br />

vallen in situaties waarin er veel verschil<br />

<strong>van</strong> inzicht is over bijvoorbeeld kosten<br />

of opbrengsten. Wanneer er verschil <strong>van</strong><br />

inzicht bestaat over kostenposten, zal het,<br />

om het risico <strong>van</strong> het vernietigen <strong>van</strong> het<br />

plan door <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> State te voorkomen,<br />

waarschijnlijk noodzakelijk zijn om<br />

diverse kostenposten door onafhankelijke<br />

<strong>de</strong>skundigen te laten bepalen. Voor <strong>de</strong><br />

inbrengwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond (volgens<br />

onteigeningswaar<strong>de</strong>) kan dat bijvoorbeeld<br />

gebeuren door een commissie <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong>skundigen. <strong>De</strong>ze is zo samengesteld<br />

dat <strong>de</strong>ze ook <strong>de</strong> rechtbank bij een onteigeningszaak<br />

had kunnen adviseren. Bij<br />

an<strong>de</strong>re kosten kan een vergelijkbare figuur<br />

wor<strong>de</strong>n bedacht. Juridificering vergroot<br />

echter juridische risico’s.<br />

Kortom, ook na het <strong>van</strong> kracht gaan <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

nieuwe Wro met een hoofdstuk gron<strong>de</strong>xploitatie<br />

zal het vooral gaan om het tussen<br />

marktpartijen en gemeente vrijwillig tot<br />

overeenstemming komen over een plan<br />

voor een locatie met een daarbij behoren<strong>de</strong><br />

ver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> kosten en opbrengsten.<br />

<strong>De</strong> gemeente heeft daarbij een lei<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

rol op het gebied <strong>van</strong> het programma, <strong>de</strong><br />

kwalitatieve vormgeving, <strong>de</strong> fasering en <strong>de</strong><br />

financiële afspraken. <strong>De</strong> nieuwe wetgeving<br />

zorgt voor een extra structurering <strong>van</strong> dit<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsproces.<br />

Willem Korthals Altes (w.k.korthalsaltes@tu<strong>de</strong>lft.nl) is<br />

als hoogleraar Grondbeleid verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Technische<br />

Universiteit <strong>De</strong>lft.<br />

Literatuur<br />

Ehrbeck, H. (2006) <strong>De</strong>r Beitrag kommunaler Stadtplanung zur<br />

Steuerung <strong>de</strong>r Bo<strong>de</strong>nnutzung, Lehrstuhl für Planungstheorie<br />

und Stadtentwicklung RWTH Aachen, Aachen<br />

Greef, J.H. <strong>de</strong> (2005) Gronduitgifteprijzen op uitleglocaties,<br />

Casestudies voor het on<strong>de</strong>rzoek prijskolom nieuwbouw,<br />

OTB, <strong>De</strong>lft<br />

Groetelaers, D.A. (2004) Instrumentarium<br />

locatieontwikkeling: sturingsmogelijkhe<strong>de</strong>n voor gemeenten<br />

in een veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> marktsituatie, DUP , <strong>De</strong>lft<br />

Lai, L.W.C., K.W. Chau, E.C.Y. Yiu, K.S.K. Wong, W.S. Wong &<br />

P.Y.L. Chan (2007) ‘Measuring and interpreting the effects of<br />

a public-sector-led urban renewal project on housing prices<br />

– an empirical study of a comprehensive <strong>de</strong>velopment area<br />

zone <strong>de</strong>veloped upon ‘taking’ in Hong Kong’, Environment and<br />

Planning B: Planning and <strong>De</strong>sign, jg. 34, p. 524-538<br />

Kolpron & Neprom (2000) Kostenverhaal in <strong>de</strong><br />

gron<strong>de</strong>xploitatie op VINEX-locaties, Neprom, Voorburg<br />

Muñoz Gielen, D. & W.K. Korthals Altes (2007) ‘Lessons from<br />

Valencia: Seperating infrastructure provision from land<br />

ownership’, Town Planning Review, jg. 78, nr. 1, p. 61-79<br />

Scheele, J. (2006) Een flexibel verhaal? Kostenverhaal<br />

en verevening met het exploitatieplan in een onzekere en<br />

veran<strong>de</strong>rlijke context, scriptie TU <strong>De</strong>lft<br />

Tse, R.Y.C. (2001) ‘Impact of comprehensive <strong>de</strong>velopment<br />

zoning on real estate <strong>de</strong>velopment in Hong Kong’, Land Use<br />

Policy, jg. 18, nr. 4 , p. 321-328


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 204<br />

Anne Marthe Koeman<br />

<strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong><br />

<strong>kantorenmarkt</strong>


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 205<br />

<strong>De</strong> leegstand in <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> is <strong>de</strong> laatste jaren opgelopen<br />

tot ongeken<strong>de</strong> hoogte. Bijna twintig procent <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorraad kantoren stond in<br />

2007 leeg. Er zijn verschillen<strong>de</strong> verklaringen voor <strong>de</strong>ze situatie. Echter, ondanks<br />

<strong>de</strong> inspanningen <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente om leegstaan<strong>de</strong> kantoren te herontwikkelen<br />

en het planaanbod te vermin<strong>de</strong>ren, zal <strong>de</strong>ze situatie <strong>van</strong> overaanbod naar alle<br />

waarschijnlijkheid nog zeker vijf jaar voortduren.<br />

In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> jaren negentig<br />

maakte <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie in het<br />

algemeen en <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> economie<br />

in het bijzon<strong>de</strong>r een sterke groei door.<br />

Dit was het resultaat <strong>van</strong> sterke mondiale<br />

economische groei enerzijds en <strong>de</strong><br />

opkomst <strong>van</strong> <strong>de</strong> ICT sector in Amsterdam<br />

an<strong>de</strong>rzijds. <strong>De</strong> werkgelegenheidsgroei in<br />

<strong>de</strong> dienstensector had een toename <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vraag naar kantoorruimte tot gevolg, die<br />

in eerste instantie geaccommo<strong>de</strong>erd moest<br />

wor<strong>de</strong>n binnen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> voorraad. <strong>De</strong><br />

toenemen<strong>de</strong> concurrentie dreef <strong>de</strong> prijzen<br />

aanzienlijk op en in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> 1996<br />

tot 2000 ging <strong>de</strong> huurprijs voor kwalitatief<br />

goe<strong>de</strong> kantoorruimte met gemid<strong>de</strong>ld 12<br />

procent per jaar omhoog.<br />

Tabel 1 Cijfermatig overzicht <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> (Bron: DTZ Research)<br />

huurprijs groei in voorraad groei in leegstand als %<br />

(e/m2/per jaar) huurprijs (%) (m2 ) voorraad (m2 ) <strong>van</strong> voorraad<br />

1998 272 - 4.105.400 - 3,5%<br />

2001 329 20,8% 5.031.325 925.925 9,8%<br />

2004 325 -1,2% 5.447.245 415.920 18,6%<br />

2007 330 1,5% 5.839.085 391.840 18,1%<br />

Toenemen<strong>de</strong> vraag en daarmee verbandhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

stijgen<strong>de</strong> huurprijzen maken<br />

het aantrekkelijk voor ontwikkelaars en<br />

beleggers om <strong>de</strong> markt op te gaan. Omdat<br />

<strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong> een afspiegeling is <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> huurwaar<strong>de</strong>, kan wor<strong>de</strong>n aangenomen<br />

dat, wanneer er sprake is <strong>van</strong> een toename<br />

in <strong>de</strong> vraag, een kantoorgebouw in waar<strong>de</strong><br />

zal stijgen. Tegelijkertijd had <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong><br />

welvaart invloed op het beleid <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gemeente en stads<strong>de</strong>len, die grootse<br />

plannen maakten voor <strong>de</strong> herontwikkeling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad. Plannen<br />

voor <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke IJ-oevers / Oostelijk<br />

Havengebied, Sloterdijk, Amsterdam<br />

Arena / Zuidoost, en <strong>de</strong> Zuidas voorzagen<br />

allemaal in kantoorruimte. Kortom, <strong>de</strong>


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 206<br />

gemeente faciliteer<strong>de</strong> <strong>de</strong> groei <strong>van</strong> het<br />

aanbod <strong>van</strong> kantoorruimte om <strong>de</strong> vraag<br />

op te <strong>van</strong>gen. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen 1999<br />

en 2006 kwam er meer dan 1,2 miljoen<br />

vierkante meter nieuwe kantoorruimte<br />

op <strong>de</strong> markt. In 2000 barstte <strong>de</strong> internetbubbel<br />

en liep <strong>de</strong> economische groei<br />

vervolgens ver<strong>de</strong>r terug na <strong>de</strong> aanslagen op<br />

het WTC in New York in 2001. Het gevolg<br />

voor <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> was<br />

dat <strong>de</strong> vraag terugliep terwijl het aanbod<br />

groei<strong>de</strong>, en <strong>de</strong> leegstand tussen 2000 en<br />

2005 aanzwol <strong>van</strong> 7 naar 21,5 procent.<br />

<strong>De</strong>ze mismatch tussen vraag en aanbod<br />

op <strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> wordt ook wel <strong>de</strong><br />

‘varkenscyclus’ genoemd.<br />

Re<strong>de</strong>nen om nog steeds te<br />

bouwen<br />

<strong>De</strong> bovengenoem<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nering verklaart<br />

slechts ge<strong>de</strong>eltelijk <strong>de</strong> huidige situatie <strong>van</strong><br />

overaanbod op <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong>.<br />

Immers, hoewel het plan- en<br />

bouwproces enkele jaren kost, bleven ontwikkelaars<br />

ook in jaren <strong>van</strong> teruglopen<strong>de</strong><br />

groei, na 2001 plannen indienen voor meer<br />

kantoren. Er zijn drie hoofdre<strong>de</strong>nen aan te<br />

wijzen waarom <strong>de</strong> activiteit op <strong>de</strong> bouwmarkt<br />

aanhoudt.<br />

Ten eerste wordt nieuwe mo<strong>de</strong>rne<br />

kantoorruimte geprefereerd door <strong>de</strong><br />

gebruiker. Dit betekent dat, hoewel <strong>de</strong><br />

economische groei na 2001 terugliep en er<br />

dus weinig extra kantoorruimte nodig was<br />

voor uitbreiding <strong>van</strong> bedrijven, <strong>de</strong> nieuwe<br />

kantoorruimte niet per se ongewenst was.<br />

Oplopen<strong>de</strong> leegstand levert een gunstige<br />

situatie op voor bedrijven die op zoek zijn<br />

naar an<strong>de</strong>re kantoorruimte, omdat ze in<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ling kunnen tre<strong>de</strong>n over <strong>de</strong><br />

huurprijs en huurvoorwaar<strong>de</strong>n. In theorie<br />

corrigeert <strong>de</strong> markt zichzelf als het aanbod<br />

in grote mate <strong>de</strong> vraag overtreft en gaat <strong>de</strong><br />

huurprijs omlaag, maar in Amsterdam is<br />

<strong>de</strong> huurprijs na 2001 overwegend stabiel<br />

gebleven. <strong>De</strong> re<strong>de</strong>n hiervoor is dat eigenaren<br />

liever gebruik maken <strong>van</strong> zogenaam<strong>de</strong><br />

‘incentives’ dan dat er wordt gekort op <strong>de</strong><br />

huurprijs, omdat die zoals gezegd invloed<br />

heeft op <strong>de</strong> marktwaar<strong>de</strong>. In Amsterdam<br />

bo<strong>de</strong>n eigenaren <strong>van</strong> kantoorruimte<br />

op grote schaal steeds langere huurvrije<br />

perio<strong>de</strong>n aan om huur<strong>de</strong>rs te trekken.<br />

Ook na 2001 werd dus nog steeds nieuwe<br />

kantoorruimte in gebruik genomen, maar<br />

betrof het vooral ver<strong>van</strong>gingsvraag <strong>van</strong><br />

bedrijven die al el<strong>de</strong>rs in Amsterdam<br />

gevestigd waren. <strong>De</strong> bedrijven die verhuis<strong>de</strong>n<br />

gingen meestal een hogere huurprijs<br />

betalen voor betere kantoorruimte. Om<br />

<strong>de</strong>ze kostenstijging te dragen werd er<br />

gekort op het vloeroppervlak per me<strong>de</strong>werker.<br />

Bedrijven verhuis<strong>de</strong>n zodoen<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> grote, naar kleinere, kwalitatief betere<br />

kantoorruimte. <strong>De</strong> ver<strong>van</strong>gingsvraag had<br />

hierdoor een netto negatief effect op <strong>de</strong><br />

totale leegstand in Amsterdam.<br />

Een twee<strong>de</strong> re<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> voortgaan<strong>de</strong><br />

kantorenbouw vindt zijn grondslag in <strong>de</strong><br />

beleggingsmarkt. Het mondiale investeringsklimaat<br />

is <strong>de</strong> laatste jaren zeer gunstig<br />

geweest: <strong>de</strong> rentestan<strong>de</strong>n waren laag en <strong>de</strong><br />

toename in financiële liquiditeit heeft een<br />

toename in investeringen in vastgoed tot<br />

gevolg gehad. Vanuit een internationaal<br />

perspectief wordt Ne<strong>de</strong>rland gezien als<br />

een aantrekkelijke beleggingslocatie voor<br />

vastgoed, die zijn basis vindt in een relatief<br />

gezond economisch klimaat, transparante<br />

regelgeving en een restrictief planningsbeleid.<br />

Ontwikkelaars ontwikkelen<br />

kantoren doorgaans niet om ze zelf in<br />

bezit te hou<strong>de</strong>n, maar verkopen <strong>de</strong>ze aan<br />

beleggers. Als <strong>de</strong> vraag naar beleggings-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 207<br />

producten op <strong>de</strong> vastgoedmarkt toeneemt,<br />

dan heeft dit zodoen<strong>de</strong> zijn weerslag op <strong>de</strong><br />

bouwmarkt. <strong>De</strong> bouwmarkt staat hierdoor<br />

in zekere zin los <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebruikersmarkt.<br />

Het is aan <strong>de</strong> belegger om die gebruikersmarkt<br />

te analyseren. Zolang beleggers<br />

potentie zien, zullen zij on<strong>de</strong>r gunstige<br />

financiële condities blijven investeren in<br />

kantoorgebouwen.<br />

Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> liggen er ook op het vlak <strong>van</strong><br />

politiek en beleid belangen om <strong>de</strong> bouw<br />

<strong>van</strong> kantoren te bevor<strong>de</strong>ren. Terwijl<br />

<strong>de</strong> leegstand op <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

toenam, bleef het aan<strong>de</strong>el<br />

kantoren in ontwikkelingsplannen<br />

groten<strong>de</strong>els ongewijzigd. In <strong>de</strong> ogen <strong>van</strong><br />

veel beleidsmakers staat het opnemen<br />

<strong>van</strong> kantoorruimte gelijk aan het creëren<br />

<strong>van</strong> werkgelegenheid. <strong>De</strong> opbrengsten<br />

<strong>van</strong> winstgeven<strong>de</strong> kantoorlocaties zijn<br />

bovendien in veel gevallen noodzakelijk<br />

om <strong>de</strong> financiering <strong>van</strong> onrendabele investeringen<br />

in openbare ruimte en sociale<br />

huisvesting rond te krijgen. Zodoen<strong>de</strong><br />

wor<strong>de</strong>n ook stads<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> gemeente<br />

afhankelijk <strong>van</strong> het ontwikkelen <strong>van</strong><br />

kantoren. In toenemen<strong>de</strong> mate beconcurreren<br />

stads<strong>de</strong>len elkaar in <strong>de</strong> voorziening<br />

<strong>van</strong> hoogwaardige kantoorlocaties. <strong>De</strong><br />

gemeente mengt zich hier niet in, tenzij<br />

het gaat om prominente locaties zoals <strong>de</strong><br />

Zuidas. Voor <strong>de</strong> situatie op <strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

was het wellicht verstandiger<br />

geweest als <strong>de</strong> gemeente eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> regie<br />

was gaan voeren.<br />

Overheidsinterventies<br />

Inmid<strong>de</strong>ls wordt <strong>de</strong> leegstand <strong>van</strong><br />

kantoorruimte wel <strong>de</strong>gelijk als een<br />

probleem ervaren door <strong>de</strong> gemeente.<br />

Het is algemeen bekend dat er spanning<br />

bestaat op <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> woningmarkt<br />

en dit strookt slecht met veel leegstand<br />

<strong>van</strong> kantoorruimte. Sommige kantoorgebouwen<br />

wer<strong>de</strong>n dan ook in het verle<strong>de</strong>n<br />

gekraakt. Op het moment wordt er<br />

door <strong>de</strong> gemeente Amsterdam op twee<br />

manieren getracht te interveniëren op <strong>de</strong><br />

<strong>kantorenmarkt</strong>.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 208<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats probeert <strong>de</strong> gemeente<br />

verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> kantoorpan<strong>de</strong>n een an<strong>de</strong>re<br />

functie te geven door herontwikkeling.<br />

Veelal gaat het hier om woningcorporaties<br />

die verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> kantoorpan<strong>de</strong>n in ste<strong>de</strong>lijk<br />

gebied verbouwen tot woonruimte. Zo<br />

heeft stu<strong>de</strong>ntenhuisvester DUWO in<br />

2005 het voormalige stads<strong>de</strong>elkantoor<br />

Slotervaart en het naastgelegen KLIQgebouw<br />

aan <strong>de</strong> Jan Tooropstraat geschikt<br />

gemaakt voor tij<strong>de</strong>lijke stu<strong>de</strong>ntenhuisvesting.<br />

In het algemeen komt het initiatief<br />

echter maar moeizaam <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond.<br />

Hoewel <strong>de</strong> leegstaan<strong>de</strong> gebouwen als<br />

mo<strong>de</strong>rne kantoorruimte incourant zijn<br />

gewor<strong>de</strong>n, zijn ze op <strong>de</strong> balans <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

belegger vaak nog veel waard. <strong>De</strong> belegger<br />

zal pas overgaan tot sloop als <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong><br />

het pand lager is dan <strong>de</strong> kosten <strong>van</strong> sloop en<br />

nieuwbouw (E<strong>van</strong>s, 1985). Evengoed geldt<br />

dat, wanneer een an<strong>de</strong>re partij het gebouw<br />

wil overnemen voor herontwikkeling,<br />

<strong>de</strong> belegger <strong>de</strong> boekwaar<strong>de</strong> vergoed wil<br />

krijgen. An<strong>de</strong>rs zou <strong>de</strong> belegger immers een<br />

verlies lei<strong>de</strong>n. Een hoge boekwaar<strong>de</strong> drukt<br />

zwaar op <strong>de</strong> verwervingskosten en maakt<br />

<strong>de</strong> herontwikkeling <strong>van</strong> kantoorpan<strong>de</strong>n<br />

buitengewoon kostbaar. Bij <strong>de</strong> verbouw<br />

<strong>van</strong> kantoorpan<strong>de</strong>n zijn er bovendien<br />

allerlei bouwtechnische problemen om<br />

<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> gebouwen conform het<br />

Bouwbesluit aan te passen tot woonruimte.<br />

Hoewel <strong>de</strong> kennis en expertise op het vlak<br />

groeit (Geraedts & Van <strong>de</strong>r Voordt, 2005),<br />

vormt <strong>de</strong> complexiteit <strong>van</strong> herontwikkeling<br />

<strong>van</strong> kantoren een belemmering en blijft het<br />

aantal succesvolle projecten in Amsterdam<br />

zeer beperkt.<br />

Het twee<strong>de</strong> initiatief is erop gericht om het<br />

planaanbod <strong>van</strong> kantoren te reduceren. Het<br />

rapport ‘Min<strong>de</strong>r kantoorplannen’ <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

regionale werkgroep Platform Bedrijven<br />

en Kantoren (PlaBeKa) uit september<br />

2006 constateer<strong>de</strong> dat het planaanbod <strong>van</strong><br />

kantoorruimte in Amsterdam bijna drie<br />

maal zo groot was als <strong>de</strong> geraam<strong>de</strong> vraag<br />

tot 2030 bij het meest gunstige economische<br />

groeiscenario. Dit rapport heeft<br />

geleid tot <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkenning door gemeente<br />

en marktpartijen dat dit een ongewenste<br />

situatie oplevert. In on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen<br />

is overeengekomen dat <strong>de</strong> marktpartijen<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n zien om bijna 770.000<br />

vierkante meter kantoorruimte uit het<br />

planaanbod te schrappen. <strong>De</strong> werkgroep<br />

komt daarnaast met aanvullen<strong>de</strong> voorstellen<br />

voor te schrappen plannen. <strong>De</strong> totale<br />

reductie <strong>van</strong> het planaanbod komt dan neer<br />

op 1,2 miljoen vierkante meter kantoorruimte<br />

in het basis- en mid<strong>de</strong>nsegment (43<br />

procent <strong>van</strong> het totale planaanbod). Het<br />

topsegment aan <strong>de</strong> Zuidas wordt buiten<br />

beschouwing gehou<strong>de</strong>n (PlaBeKa, 2007).<br />

Het vermin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> het planaanbod heeft<br />

vergaan<strong>de</strong> financiële consequenties voor <strong>de</strong><br />

gemeente, omdat <strong>de</strong>ze aanzienlijke grondopbrengsten<br />

misloopt. Kantoorruimte<br />

genereert relatief hoge opbrengsten en<br />

vormt daarmee vaak <strong>de</strong> basis voor <strong>de</strong><br />

financiële haalbaarheid <strong>van</strong> een plan.<br />

Daarnaast betekent het schrappen <strong>van</strong><br />

kantoorruimte dat voor <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong> een<br />

belangrijke inkomstenbron wegvalt voor <strong>de</strong><br />

financiering <strong>van</strong> onrendabele voorzieningen.<br />

Er wordt een verlies <strong>van</strong> 105 miljoen<br />

euro voorzien als gevolg <strong>van</strong> het vermin<strong>de</strong>ren<br />

<strong>van</strong> het aan<strong>de</strong>el kantoren in reeds<br />

bestuurlijk vastgestel<strong>de</strong> plannen. Echter, <strong>de</strong><br />

grootste verslechtering <strong>van</strong> het saldo ligt bij<br />

nog niet-bestuurlijk vastgestel<strong>de</strong> plannen.<br />

Voor <strong>de</strong>ze plannen is namelijk nog<br />

ondui<strong>de</strong>lijk wat <strong>de</strong> opbrengsten <strong>van</strong> een<br />

alternatief programma zullen inhou<strong>de</strong>n.<br />

Ter indicatie wordt rekening gehou<strong>de</strong>n met


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 209<br />

een vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> verwachte opbrengsten<br />

<strong>van</strong> 165 miljoen euro (PlaBeKa, 2007).<br />

Bijkomend bestaat er voor <strong>de</strong> gemeente<br />

nog een aanzienlijk afzet- en prijsrisico.<br />

Ondanks een reductie in het kantorenprogramma,<br />

blijft er een overmaat aan kantoorruimte<br />

in het planaanbod bestaan, die<br />

na aftrek <strong>van</strong> een aangenomen hoeveelheid<br />

incourante leegstand, geschat wordt op<br />

minimaal 800.000 vierkante meter. Ter<br />

vergelijking, het ABN Amro complex aan<br />

<strong>de</strong> Zuidas heeft een netto vloeroppervlak<br />

<strong>van</strong> 90.000 vierkante meter. Het <strong>toekomst</strong>ige<br />

aanbod <strong>van</strong> nieuwe kantoorruimte<br />

zal dus naar verwachting nog steeds<br />

significant <strong>de</strong> vraag overschrij<strong>de</strong>n. Voor<br />

bestuurlijk vastgestel<strong>de</strong> plannen bestaat<br />

dan het risico dat <strong>de</strong> kantoren niet<br />

ontwikkeld zullen wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> grondopbrengsten<br />

ver<strong>de</strong>r zullen teruglopen.<br />

Dit afzetrisico wordt door <strong>de</strong> werkgroep<br />

ingeschat op een mogelijke totale<br />

saldoverslechtering <strong>van</strong> 190 miljoen euro<br />

(PlaBeKa, 2007).<br />

Het is belangrijk op te merken dat het<br />

schrappen <strong>van</strong> planaanbod geheel wordt<br />

overgelaten aan <strong>de</strong> marktpartijen. In het<br />

geval dat het bestemmingsplan <strong>de</strong> bouw<br />

<strong>van</strong> kantoren toestaat en marktpartijen<br />

bereid zijn afzet- en prijsrisico’s te lopen,<br />

zal <strong>de</strong> gemeente <strong>de</strong> bouw moeten toestaan.<br />

<strong>De</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> maatregelen en<br />

on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingen zijn daardoor met<br />

onzekerheid omgeven.<br />

<strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

Om uitspraken te kunnen doen over <strong>de</strong><br />

<strong>toekomst</strong>ige situatie op <strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

moet <strong>de</strong> aanbodzij<strong>de</strong> gekoppeld wor<strong>de</strong>n<br />

aan <strong>de</strong> vraagzij<strong>de</strong>. Zoals al eer<strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>-<br />

lijk werd in dit artikel, kan <strong>de</strong> gemeente<br />

ingrijpen op <strong>de</strong> aanbodszij<strong>de</strong>, maar wordt<br />

<strong>de</strong> vraag bepaald door krachten die buiten<br />

het beleidsveld liggen: <strong>de</strong> intensiteit <strong>van</strong><br />

economische groei bepaalt namelijk<br />

hoeveel bedrijven in <strong>de</strong> dienstensector op<br />

zoek zijn naar extra kantoorruimte. Sinds<br />

het begin <strong>van</strong> 2006 is <strong>de</strong> leegstand op <strong>de</strong><br />

<strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> voor het eerst<br />

sinds jaren weer teruggelopen als gevolg <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> aantrekken<strong>de</strong> (wereld)economie. Het<br />

aantal vierkante meters kantoorruimte dat<br />

<strong>de</strong> afgelopen twee jaar in gebruik werd genomen<br />

was substantieel hoger dan in voorgaan<strong>de</strong><br />

jaren. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> economische<br />

prognoses kan <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong>ige vraag naar<br />

kantoorruimte wor<strong>de</strong>n geraamd. <strong>De</strong> werkgroep<br />

maakt gebruik <strong>van</strong> langetermijnscenario’s<br />

<strong>van</strong> het Centraal Plan Bureau. In<br />

dit artikel wordt ingezoomd op <strong>de</strong> groei <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> vijf jaar. In <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> zijn twee<br />

sleutelfactoren bepalend voor <strong>de</strong> economische<br />

groei in Ne<strong>de</strong>rland en Amsterdam.<br />

Ten eerste is Ne<strong>de</strong>rland een exportland en<br />

daarmee afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> staat <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

werel<strong>de</strong>conomie die zich momenteel in een<br />

perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> teruglopen<strong>de</strong> groei bevindt.<br />

Daarnaast heeft Amsterdam een relatief<br />

grote financiële dienstensector. <strong>De</strong> recente<br />

kredietcrisis heeft dan ook directe gevolgen<br />

voor <strong>de</strong> lokale economie. <strong>De</strong> vooruitzichten<br />

zijn dat <strong>de</strong> werkgelegenheidsgroei in <strong>de</strong><br />

dienstensector <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> twee jaar zal<br />

teruglopen, waarna <strong>de</strong> economie zich <strong>van</strong>af<br />

2010 weer zal herstellen.<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tot 2010 is het goed mogelijk<br />

om een inschatting te maken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

hoeveelheid nieuwe kantoorruimte die aan<br />

<strong>de</strong> voorraad zal wor<strong>de</strong>n toegevoegd. <strong>De</strong><br />

plannen bevin<strong>de</strong>n zich al in <strong>de</strong> ontwikkelingsfase<br />

of in een vergevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> planfase.<br />

Ontwikkelaars hebben zich een grondpo-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 210<br />

Figuur 1 Prognose voor <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> tot 2012 (Bron: DTZ Research)<br />

m 2<br />

500.000 25%<br />

450.000<br />

400.000<br />

Prognose<br />

20%<br />

350.000<br />

300.000 15%<br />

250.000<br />

200.000 10%<br />

150.000<br />

100.000 5%<br />

50.000<br />

0 0%<br />

91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12<br />

In gebruik genomen vloeroppervlak (m 2 ) Nieuw toegevoegd aan voorraad (m 2 ) Leegstand als percentage <strong>van</strong> voorraad<br />

sitie verworven en zullen die te gel<strong>de</strong><br />

maken, hoewel gezien <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong><br />

kredietcrisis sommige ontwikkelaars<br />

hun financiën niet rond zullen krijgen.<br />

Zelfs als met <strong>de</strong>ze onzekerheid rekening<br />

wordt gehou<strong>de</strong>n, zullen er <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

jaren verschillen<strong>de</strong> grote nieuwbouwprojecten<br />

op <strong>de</strong> markt komen. Pas<br />

<strong>van</strong>af 2011 hebben <strong>de</strong> voorstellen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

werkgroep mogelijke gevolgen en zal <strong>de</strong><br />

reductie <strong>van</strong> het planaanbod resulteren<br />

in een vermin<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoeveelheid nieuwe<br />

kantoorruimte die jaarlijks op <strong>de</strong> markt<br />

komt. Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze economische<br />

vooruitzichten kan wor<strong>de</strong>n aangenomen<br />

dat <strong>de</strong> vraag naar kantoren <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> twee jaar zal teruglopen. In<br />

<strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> zal <strong>de</strong> vraag voornamelijk<br />

bestaan uit ver<strong>van</strong>gingsvraag, waarna<br />

<strong>de</strong> uitbreidingsvraag naar verwachting<br />

weer zal toenemen. <strong>De</strong>ze vooruitzichten<br />

<strong>van</strong> vraag en aanbod vertalen zich in <strong>de</strong><br />

cijfermatige prognose <strong>van</strong> <strong>de</strong> leegstand op<br />

<strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> kantoren die is weergegeven<br />

in figuur 1.<br />

Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze cijfermatige analyse<br />

kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat, met het<br />

oog op <strong>de</strong> beleidsinspanningen en het<br />

economische klimaat, <strong>de</strong> leegstand op<br />

<strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> gelei<strong>de</strong>lijk<br />

zal teruglopen. Op <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>llange<br />

termijn zal er weinig aan <strong>de</strong> situatie <strong>van</strong><br />

overaanbod veran<strong>de</strong>ren. <strong>De</strong> verwachting<br />

is dat <strong>de</strong> leegstand zich in 2012 nog steeds<br />

rond <strong>de</strong> 15 procent bevindt. Wel is er een<br />

belangrijke stap gezet met het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> beleid waardoor marktpartijen er<strong>van</strong><br />

overtuigd zijn geraakt dat een situatie <strong>van</strong><br />

overaanbod alleen valt tegen te gaan als er<br />

conform <strong>de</strong> vraag wordt gebouwd. Echter,<br />

zolang er ver<strong>van</strong>gingsvraag voor nieuwe<br />

kantoorruimte bestaat, zullen ontwikkelaars<br />

doorgaan met bouwen. Meer


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 <strong>De</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Amsterdamse</strong> <strong>kantorenmarkt</strong><br />

P. 211<br />

aandacht moet daarom uitgaan naar het<br />

vin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> nieuwe innovatieve manieren<br />

om incourante kantoorgebouwen uit <strong>de</strong><br />

markt te halen.<br />

Op dit gebied doet <strong>de</strong> werkgroep enkele<br />

interessante aanbevelingen (PlaBeKa<br />

2007). Ten eerste zou <strong>de</strong> gemeente<br />

betere, effectievere regie kunnen voeren<br />

door gebruikmaking <strong>van</strong> een centrale<br />

procedure voor het aanmel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> alle<br />

nieuwe plannen waarin kantoorruimte<br />

is opgenomen. Dit zou inhou<strong>de</strong>n dat met<br />

enige regelmaat (bijvoorbeeld eens in <strong>de</strong><br />

drie of vijf jaar) een ron<strong>de</strong> wordt gehou<strong>de</strong>n<br />

waarin nieuwe kantoorlocaties aangemeld<br />

wor<strong>de</strong>n. Vervolgens wijst een bestuurlijke<br />

afweging dan uit welke plannen voor ontwikkeling<br />

in aanmerking moeten komen.<br />

Ten twee<strong>de</strong> moeten <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht om nieuwbouw <strong>van</strong><br />

kantoren te reguleren in samenhang met<br />

<strong>de</strong> aanpak <strong>van</strong> <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> leegstand.<br />

Hierbij wordt door <strong>de</strong> werkgroep gedacht<br />

aan een koppeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> realisatie <strong>van</strong> een<br />

nieuwbouwproject aan het uit <strong>de</strong> markt<br />

nemen <strong>van</strong> een incourant kantoorgebouw.<br />

<strong>De</strong>rgelijke maatregelen hebben <strong>de</strong> potentie<br />

om <strong>de</strong> <strong>kantorenmarkt</strong> op <strong>de</strong> lange termijn<br />

te behoe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> volatiliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

economie en bouwwereld.<br />

Anne Marthe Koeman (anne.koeman@dtz.com) is on<strong>de</strong>rzoeker<br />

bij DTZ Research in Lon<strong>de</strong>n.<br />

Literatuur<br />

E<strong>van</strong>s, A.W. (1985) Urban Economics: An Introduction,<br />

Macmillan, London<br />

Geraedts, R.P. & D.J.M. <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Voordt (2005) ‘Transformatie <strong>van</strong><br />

kantoorgebouwen. Van leegstand naar herbestemming’, Real<br />

Estate Magazine, nr. 39, p.12-17<br />

Werkgroep PlaBeKa (2006) Min<strong>de</strong>r kantorenplannen. PlaBeKa 1<br />

Werkgroep PlaBeKa (2007) Min<strong>de</strong>r kantorenplannen in<br />

uitvoering. PlaBeKa 2


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 212<br />

Culturele<br />

Sandra Trienekens<br />

interventies<br />

in <strong>de</strong> wijk<br />

Boven: <strong>De</strong> Bubble in Brussel (foto: City Mine(d)), On<strong>de</strong>r: Voorstelling <strong>De</strong> Theaterstad op 16 juni 2007. (foto Mieke <strong>de</strong> Wit)


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 213<br />

In <strong>de</strong> huidige ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingspraktijk gaat <strong>de</strong> aandacht vooral uit naar<br />

fysieke ingrepen en sociale verbetering. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> ervaringen <strong>van</strong> een<br />

Brusselse en Rotterdamse kunstorganisatie met culturele interventies op<br />

wijkniveau komen opvallen<strong>de</strong> uitkomsten naar voren zoals het ontstaan <strong>van</strong><br />

netwerken en <strong>de</strong> positieve bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> diversiteit. Met <strong>de</strong> culturele interventies<br />

wordt gezocht naar een nieuwe aanpak <strong>van</strong> achterstandswijken die buiten <strong>de</strong><br />

gebaan<strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n reikt.<br />

Momenteel wordt <strong>van</strong>uit het beleid veel<br />

aandacht besteed aan <strong>de</strong> wijk. Maar <strong>de</strong>ze<br />

aandacht is niet altijd goed gericht. Zo<br />

stelt <strong>de</strong> VROM-raad (2006) in haar advies<br />

Stad en stijging dat <strong>de</strong> huidige ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwing zich vooral richt op <strong>de</strong> fysieke<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijk en op zaken als sociale<br />

cohesie en leefbaarheid. Het Sociaal en<br />

Cultureel Planbureau (Wittebrood & Van<br />

Dijk, 2007) on<strong>de</strong>rzocht <strong>de</strong> relatie tussen<br />

het fysieke en sociale en conclu<strong>de</strong>ert dat<br />

<strong>de</strong> verwachtingen over sociale processen<br />

die door herstructurering in gang wor<strong>de</strong>n<br />

gezet, enigszins moeten wor<strong>de</strong>n gematigd.<br />

Waar herstructurering in <strong>de</strong> praktijk<br />

effectief lijkt, komt dit vooral doordat het<br />

aan<strong>de</strong>el bewoners met lage inkomens en/<br />

of het aan<strong>de</strong>el niet-westerse huishou<strong>de</strong>ns<br />

afneemt en daarmee <strong>de</strong> samenstelling <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> bewonersgroep in <strong>de</strong> buurt veran<strong>de</strong>rt.<br />

Maar een ten<strong>de</strong>ns naar culturele homogenisering<br />

kan geen oplossing zijn voor<br />

ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingsvraagstukken in<br />

<strong>de</strong> multiculturele stad. <strong>De</strong> VROM-raad is<br />

daarom <strong>van</strong> mening dat <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuwing<br />

zich moet richten op <strong>de</strong> ambities<br />

en sociale stijging <strong>van</strong> <strong>de</strong> bewoners.<br />

Daarmee legt <strong>de</strong> VROM-raad een an<strong>de</strong>re<br />

relatie tussen het fysieke en sociale dan <strong>de</strong><br />

gangbare ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingspraktijk.<br />

Hiermee wordt <strong>de</strong> aandacht gericht op het<br />

vormgeven <strong>van</strong> een burgerschapsproces<br />

in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingspraktijk. Er<br />

wordt een beroep gedaan aan beleidsma-<br />

kers en maatschappelijke instanties om<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te laten nemen om<br />

burgers te stimuleren in hun maatschappelijke<br />

participatie.<br />

Een multiculturele maatschappij en<br />

betrokkenheid <strong>van</strong> burgers komen in<br />

zicht als <strong>de</strong> vaak ontbreken<strong>de</strong> culturele<br />

factor wordt meegenomen in <strong>de</strong> aandacht<br />

voor <strong>de</strong> wijk. Juist culturele interventies<br />

in <strong>de</strong> wijk, in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> sociaalgeengageer<strong>de</strong><br />

kunstprojecten, stellen <strong>de</strong><br />

ambities en kracht <strong>van</strong> mensen centraal<br />

en resulteren vaak in unieke ste<strong>de</strong>lijke<br />

netwerken. Ver<strong>de</strong>r hebben <strong>de</strong>ze projecten<br />

een positieve bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> culturele,<br />

etnische en institutionele diversiteit<br />

(Trienekens, 2006). In <strong>de</strong>rgelijke<br />

kunstprojecten werken professionele<br />

kunstenaars met een verschei<strong>de</strong>nheid aan<br />

bewoners en lokale organisaties rondom<br />

thema’s die in <strong>de</strong> wijk spelen.<br />

<strong>De</strong> vraag die in dit artikel centraal staat,<br />

is hoe <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingspraktijk<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijke culturele interventies kan<br />

leren. Hiertoe wor<strong>de</strong>n twee culturele<br />

interventies, City Mine(d) in Brussel en <strong>de</strong><br />

Theaterstraat in Rotterdam beschreven.<br />

Het on<strong>de</strong>rzoek is gebaseerd op interviews<br />

met betrokkenen, zoals organisatoren,<br />

welzijnswerk, gemeenten en woningbouwverenigingen.<br />

Het doel is hierbij<br />

niet het hardmaken <strong>van</strong> <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong>


<strong>Rooilijn</strong><br />

<strong>de</strong> interventies, maar het aftasten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kwalitatieve ervaringen <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokkenen<br />

en potentie <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten. <strong>De</strong>ze<br />

twee interventies zijn geselecteerd omdat<br />

ze in <strong>de</strong> praktijk hebben bewezen dat ze<br />

hoog- en laagopgelei<strong>de</strong>n, autochtonen en<br />

allochtonen, publieke en private partijen<br />

aan hun projecten bin<strong>de</strong>n en het niveau <strong>van</strong><br />

symboliek en retoriek ontstijgen.<br />

City Mine(d)<br />

<strong>De</strong> oprichting <strong>van</strong> City Mine(d) in 1997<br />

kan gezien wor<strong>de</strong>n als een direct antwoord<br />

op <strong>de</strong> onzekerheid die onroerend<br />

goed speculaties en ste<strong>de</strong>lijke planning<br />

oplever<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> lokale huur<strong>de</strong>rs in<br />

<strong>de</strong> centrale, cultureel diverse wijken <strong>van</strong><br />

Brussel. Door uitzettingen en huurverhogingen<br />

op een ludieke, artistieke manier<br />

tegen te gaan en door on<strong>de</strong>r meer lokale<br />

huur<strong>de</strong>rs bij <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke ontwikkeling te<br />

betrekken, wil<strong>de</strong> City Mine(d) <strong>de</strong> kosmopolitische<br />

ste<strong>de</strong>lijke cultuur waarborgen.<br />

City Mine(d) is een productiehuis voor<br />

sociaal-culturele ste<strong>de</strong>lijke interventies en<br />

promoot op persoonlijk vlak zelfbeschikking<br />

in projecten en op bovenlokaal vlak<br />

toegankelijk en multicultureel ste<strong>de</strong>lijk<br />

bestuur. City Mine(d) treedt hierbij op als<br />

procesbegelei<strong>de</strong>r en makelaar die het <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>elnemers mogelijk maakt i<strong>de</strong>eën uit te<br />

wisselen met verschillen<strong>de</strong> groepen in <strong>de</strong><br />

stad en <strong>de</strong> juiste controle te krijgen om het<br />

project effectief te realiseren.<br />

Het bijproduct <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze strategie is het<br />

ontstaan <strong>van</strong> niet-hiërarchische, reflectieve<br />

netwerken, waarin <strong>de</strong> perspectieven<br />

<strong>van</strong> bewoners met een verschillen<strong>de</strong><br />

etnische achtergrond, (in)formele maatschappelijke<br />

organisaties, kunstenaars<br />

en vertegenwoordigers <strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid<br />

en marktpartijen samenkomen. Hiermee<br />

creëert City Mine(d) politieke bewegingen<br />

waarin niet één visie of vertoog dominant<br />

is en waarin ruimte is voor alternatieve<br />

planvorming. Door <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> samenstelling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> netwerken wordt continu<br />

uitwisseling, confrontatie en productie<br />

<strong>van</strong> nieuwe i<strong>de</strong>ntiteiten uitgelokt. In<br />

verschillen<strong>de</strong> projecten is City Mine(d)<br />

in staat gebleken om diversiteit in het<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 214<br />

netwerk te genereren: <strong>van</strong> lokale, vaak niet<br />

politiek geëngageer<strong>de</strong> bewoners en economische<br />

instellingen, zoals banken, tot<br />

Europarlementariërs die niet bekend staan<br />

om hun oriëntatie op Brussel als stad.<br />

Een concreet voorbeeld <strong>van</strong> een City<br />

Mine(d) project dat zich richt op het<br />

bereiken en faciliteren <strong>van</strong> min<strong>de</strong>rbe<strong>de</strong>el<strong>de</strong><br />

en min<strong>de</strong>r zichtbare bevolkingsgroeperingen<br />

is <strong>de</strong> Bubble. Dit is een<br />

doorzichtige, kussenvormige, opblaasbare<br />

constructie, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> binnenkant een<br />

voorstellings- en ontmoetingsruimte voor<br />

hon<strong>de</strong>rd personen vormt. <strong>De</strong> Bubble is<br />

meer<strong>de</strong>re malen opgeblazen op strategische<br />

locaties in <strong>de</strong> stad om aandacht te<br />

vestigen op plaatsen en activiteiten die<br />

vaak onopgemerkt blijven. <strong>De</strong> activiteiten<br />

variëren <strong>van</strong> breakdance festivals en<br />

boekpresentaties tot filmvertoningen, die<br />

allemaal het doel hebben om <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

publieke ruimte te herwaar<strong>de</strong>ren en revitaliseren<br />

<strong>van</strong>uit een nieuw, niet-dominant<br />

perspectief.<br />

<strong>De</strong> Theaterstraat<br />

Stichting <strong>de</strong> Theaterstraat startte in<br />

2004 in Rotterdam met als hoofddoel<br />

kwalitatief hoogwaardige kunstprojecten<br />

te vervaardigen met bewoners, instellingen<br />

en on<strong>de</strong>rnemers uit Rotterdamse<br />

<strong>de</strong>elgemeenten. Daarnaast gaat het<br />

om het vergroten <strong>van</strong> het netwerk <strong>van</strong><br />

mensen die aan het project <strong>de</strong>elnemen,<br />

zoals acteurs, klusjesmannen, <strong>de</strong>nkers,<br />

(welzijns)professionals of theatermakers.<br />

Tenslotte is het doel bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers het<br />

vertrouwen te herstellen dat er resultaat<br />

geboekt kan wor<strong>de</strong>n in participatieve<br />

wijkinitiatieven door in een afgebaken<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> te werken aan een concreet<br />

eindresultaat. Hierdoor zijn <strong>de</strong>elnemers<br />

trots op wat tot stand is gebracht en een<br />

volgen<strong>de</strong> keer weer aanspreekbaar over<br />

zaken die hun wijk aangaan. Bovendien<br />

experimenteert <strong>de</strong> Theaterstraat met een<br />

an<strong>de</strong>re werkwijze, namelijk niet werken<br />

<strong>van</strong>uit één activiteit, maar <strong>van</strong>uit een<br />

totaalproject waarbinnen verschillen<strong>de</strong><br />

activiteiten plaatsvin<strong>de</strong>n zodat diverse<br />

groepen betrokken kunnen wor<strong>de</strong>n. <strong>De</strong>


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 215<br />

Theaterstraat brengt daarmee verschillen<strong>de</strong><br />

generaties, sociaal-economische<br />

groepen én etniciteiten samen.<br />

Een concreet voorbeeld <strong>van</strong> een project is<br />

Eten is weten – verhalen rond <strong>de</strong> kookpotten<br />

<strong>van</strong> <strong>De</strong>lfshaven. Dit is een totaaltheatervoorstelling<br />

met theater, dans, vi<strong>de</strong>o en<br />

muziek, waarin verhalen <strong>van</strong> vroeger en<br />

nu geïnspireerd door gerechten wor<strong>de</strong>n<br />

verteld. Ook wordt er gekookt en gegeten.<br />

<strong>De</strong> voorstelling is twaalf keer gespeeld<br />

in het voorjaar <strong>van</strong> 2007. In <strong>de</strong> aanloop<br />

naar <strong>de</strong> voorstelling von<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong><br />

activiteiten plaats. On<strong>de</strong>r meer heeft <strong>de</strong><br />

lokale welzijnsorganisatie DISCK een<br />

jongerenpromotieteam samengesteld, is<br />

een eetproject op een bre<strong>de</strong> school gestart<br />

en is met het Centrum voor On<strong>de</strong>rnemen<br />

in <strong>De</strong>lfshaven een winkelproject met<br />

lokale <strong>de</strong>tailhan<strong>de</strong>laars opgezet.<br />

Met <strong>de</strong>rgelijke uiteenlopen<strong>de</strong> activiteiten<br />

en <strong>de</strong> diverse partners en <strong>de</strong>elnemers<br />

laat <strong>de</strong> Theaterstraat <strong>de</strong> wijk zien in haar<br />

kracht: <strong>de</strong> kansen en talenten <strong>van</strong> haar<br />

organisaties en bewoners. Het gaat <strong>de</strong><br />

Theaterstraat dus zowel om <strong>de</strong> competenties<br />

en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n <strong>van</strong> professionals<br />

en maatschappelijke organisaties<br />

als die <strong>van</strong> bewoners. Belangrijk hierbij is<br />

volgens <strong>de</strong> Theaterstraat dat organisaties<br />

en burgers praktisch samenwerken en<br />

projectmatig han<strong>de</strong>len om te voorkomen<br />

dat men verzandt in een overlegcultuur<br />

en/of een unilaterale en visieloze<br />

projectencarrousel.<br />

<strong>De</strong> implicaties voor burgerschap:<br />

netwerken<br />

Uit <strong>de</strong> interviews met <strong>de</strong> betrokkenen<br />

bij <strong>de</strong> projecten blijkt veel waar<strong>de</strong>ring<br />

voor <strong>de</strong> impuls die culturele interventies<br />

geven aan het ontstaan <strong>van</strong> netwerken.<br />

City Mine(d) en <strong>de</strong> Theaterstraat laten<br />

zien dat eenzijdige bena<strong>de</strong>ringen <strong>van</strong><br />

ste<strong>de</strong>lijke ontwikkeling, die een negatieve<br />

invloed hebben op het dagelijkse leven <strong>van</strong><br />

bewoners, tegengegaan kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> vorming <strong>van</strong> coalities waarin ook<br />

<strong>de</strong> niet-dominante stem een plek heeft. Al<br />

is het geen makkelijke taak, <strong>de</strong> kunst-<br />

projecten streven naar het formeren<br />

<strong>van</strong> meerstemmige bewegingen en<br />

creëren <strong>van</strong> ontmoetingsplaatsen waar<br />

nieuwe methodieken getest wor<strong>de</strong>n,<br />

waar ruimte is voor oppositie tegen<br />

gevestig<strong>de</strong> praktijken en waarin gewerkt<br />

wordt aan intersectorale samenwerking<br />

en ontschotting. Ook gevestig<strong>de</strong><br />

partijen geven aan hierin geïnteresseerd<br />

te zijn. Een Rotterdamse <strong>de</strong>elgemeente<br />

ziet het als één manier om invulling<br />

te geven aan het politieke streven naar<br />

actief burgerschap; voor een woningcorporatie<br />

biedt <strong>de</strong> aanpak een mogelijk<br />

antwoord op vraagstukken waar zij mee<br />

worstelen.<br />

Van het belang <strong>van</strong> samenwerking zijn<br />

<strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n zich bewust, want een<br />

hoge organisatiegraad in een wijk betekent<br />

niet per se een hoge samenwerkingsgraad.<br />

Een kunstproject kan dan een<br />

verfrissen<strong>de</strong> en vooral positieve insteek<br />

vormen om (<strong>de</strong>el)gemeente, woningcorporaties,<br />

sociale en welzijnsorganisaties,<br />

economische instanties en bedrijven,<br />

zelforganisaties en an<strong>de</strong>re bewonersinitiatieven<br />

en bewoners samen te laten<br />

werken. Het vertrekpunt is namelijk een<br />

kunstproject, niet een ‘probleem’. Een<br />

voor<strong>de</strong>el daarbij is, volgens <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n,<br />

dat het bena<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> partners<br />

door een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> partij wordt geïnitieerd,<br />

hierdoor zeggen organisaties makkelijker<br />

toe en spelen concurrentieposities<br />

min<strong>de</strong>r een rol. Door <strong>de</strong> relatief lange<br />

looptijd <strong>van</strong> <strong>de</strong> projecten kunnen relaties<br />

bovendien groeien en is er aandacht voor<br />

het proces <strong>van</strong> het creëren <strong>van</strong> lokale<br />

subste<strong>de</strong>lijke netwerken. <strong>De</strong> potentie <strong>van</strong><br />

culturele interventies ligt in het experimenteren<br />

met an<strong>de</strong>re organisatiestructuren<br />

of samenwerkingsverban<strong>de</strong>n die<br />

kunnen uitmon<strong>de</strong>n in (tij<strong>de</strong>lijke) breed<br />

samengestel<strong>de</strong> coalities <strong>van</strong> professionals<br />

die <strong>de</strong> wijk goed kennen en bewoners die<br />

zo meer controle krijgen over hun eigen<br />

leefomgeving. In <strong>de</strong>rgelijke bre<strong>de</strong> coalities<br />

is het ook eenvoudiger om <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

kanten <strong>van</strong> zowel burgerschap als<br />

<strong>van</strong> ste<strong>de</strong>lijke sociale vernieuwing in het<br />

oog te hou<strong>de</strong>n. Actieve participatie, inter-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 216<br />

culturele uitwisseling, zelfredzaamheid en<br />

empowerment zijn daarin even belangrijk<br />

als goed on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n woningen, schone<br />

straten en op tijd opgehaald huisvuil, goe<strong>de</strong><br />

scholen, wijkeconomie, sociale stijging en<br />

een rijk sociaal en cultureel leven.<br />

<strong>De</strong> implicaties voor burgerschap:<br />

diversiteit<br />

Naast het ontstaan <strong>van</strong> netwerken blijkt<br />

uit <strong>de</strong> interviews met <strong>de</strong> betrokkenen<br />

waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> productieve bena<strong>de</strong>ring<br />

<strong>van</strong> diversiteit. In <strong>de</strong> multiculturele<br />

stad kunnen projecten niet om <strong>de</strong><br />

culturele kant <strong>van</strong> burgerschap heen, zoals<br />

het erkennen <strong>van</strong> culturele verschillen<br />

en aandacht voor i<strong>de</strong>ntiteitsvorming<br />

en het gevoel <strong>van</strong> thuishoren. <strong>De</strong> niethiërarchische,<br />

reflectieve netwerken <strong>van</strong><br />

City Mine(d) en <strong>de</strong> Theaterstraat brengen<br />

verschillen<strong>de</strong> perspectieven samen en<br />

bie<strong>de</strong>n zo ruimte aan <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteiten <strong>van</strong><br />

personen, groepen en organisaties. <strong>De</strong><br />

meeste geïnterview<strong>de</strong> organisaties zijn<br />

zich bewust dat ze te weinig jongeren en<br />

allochtonen bereiken en waar<strong>de</strong>ren dan<br />

ook het contact dat met <strong>de</strong>ze en an<strong>de</strong>re<br />

moeilijk bereikbare doelgroepen in <strong>de</strong><br />

wijk kon wor<strong>de</strong>n gelegd in <strong>de</strong> culturele<br />

interventies. Ou<strong>de</strong> methodieken werken<br />

niet meer en <strong>de</strong> partners ervaren <strong>de</strong><br />

creatieve aanpak als een nieuw antwoord<br />

op ou<strong>de</strong> vraagstukken, zoals hoe kunnen<br />

bewoners betrokken wor<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> inrichting<br />

<strong>van</strong> hun buurt of huizenblok, hoe<br />

zorg je dat inspraakorganen, bijvoorbeeld<br />

huur<strong>de</strong>rcommissies, veelkleuriger wor<strong>de</strong>n<br />

of hoe stem je je aanbod af op nieuwe en<br />

diverse doelgroepen?<br />

Daarnaast waar<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong> reflectie in <strong>de</strong> kunstprojecten op<br />

<strong>de</strong> multiculturele stad en op routine<br />

gebaseer<strong>de</strong> praktijken, aannames en<br />

vooroor<strong>de</strong>len. <strong>De</strong> culturele interventies<br />

tonen bijvoorbeeld aan dat het werken<br />

<strong>van</strong>uit diversiteit en intersectorale<br />

coalities niet leidt tot homogenisering,<br />

maar dat heterogeniteit juist productief<br />

kan zijn. Zo geeft <strong>de</strong> betrokkenheid <strong>van</strong><br />

partners als banken en woningcorporaties<br />

een positief signaal aan maatschappelijke<br />

organisaties en aan bewoners die <strong>de</strong>rgelijke<br />

instellingen lang als tegenstan<strong>de</strong>r<br />

hebben ervaren. Door <strong>de</strong> samenwerking<br />

wor<strong>de</strong>n overeenkomstige interesses en<br />

belangen zichtbaar en blijken <strong>de</strong> belangen<br />

<strong>van</strong> banken en woningcorporaties ver<strong>de</strong>r<br />

te reiken dan <strong>de</strong> fysieke infrastructuur.<br />

Maar <strong>de</strong> overeenkomsten hoeven niet <strong>de</strong><br />

overhand te krijgen. Voor City Mine(d) is<br />

het doel niet het bereiken <strong>van</strong> eensgezindheid<br />

of het sluiten <strong>van</strong> compromissen.<br />

Meningen en belangen kunnen drastisch<br />

verschillen tussen <strong>de</strong> partners in het<br />

netwerk. Cruciaal is het elkaar leren<br />

respecteren en het gezamenlijk doorlopen<br />

<strong>van</strong> het besluitvormingsproces.<br />

Naar geleefd burgerschap<br />

Wat betekenen <strong>de</strong>ze netwerken en positieve<br />

houding ten aanzien <strong>van</strong> diversiteit<br />

voor ons begrip <strong>van</strong> burgerschap? Het<br />

begrip burgerschap wordt op veel verschillen<strong>de</strong><br />

manieren ge<strong>de</strong>finieerd. Veel wetenschappelijke<br />

en politieke <strong>de</strong>finities komen<br />

echter overeen in een statisch begrip <strong>van</strong><br />

burgerschap als onlosmakelijk verbon<strong>de</strong>n<br />

aan een enkelvoudige nationale i<strong>de</strong>ntiteit<br />

en loyaliteit. Centrale begrippen zijn universaliteit,<br />

homogeniteit en onpartijdigheid,<br />

begrippen die door <strong>de</strong> multiculturele<br />

samenleving ter discussie zijn komen<br />

te staan. Bovendien zijn veel <strong>de</strong>finities<br />

primair gefocust op het inzichtelijk maken<br />

<strong>van</strong> rechten en plichten (Marshall, 1992;<br />

Kymlicka, 1995). <strong>De</strong> vraag hoe multiculturaliteit<br />

en een rechtvaardige interactie<br />

tussen overheid, publieke organisaties,<br />

individuele burgers en het maatschappelijke<br />

mid<strong>de</strong>nveld in <strong>de</strong> dagelijkse praktijk<br />

tot stand gebracht moeten wor<strong>de</strong>n, komt<br />

vaak niet diepgaand aan bod.<br />

<strong>De</strong> aandacht die in <strong>de</strong> kunstprojecten<br />

gaat naar zelfbeschikking, diversiteitgevoelig<br />

bestuur en het opzetten <strong>van</strong><br />

multiculturele netwerken kan geïnterpreteerd<br />

wor<strong>de</strong>n als het vormgeven <strong>van</strong><br />

burgerschap op het niveau <strong>van</strong> alledaagse<br />

praktijken waarin belangen <strong>van</strong> culturele<br />

min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n meegenomen wor<strong>de</strong>n.<br />

Dit correspon<strong>de</strong>ert met <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

i<strong>de</strong>eën achter <strong>de</strong> postmo<strong>de</strong>rne


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 Culturele interventies in <strong>de</strong> wijk<br />

P. 217<br />

cultuurpolitiek. Hierbij gaat het niet<br />

alleen om het herconceptualiseren <strong>van</strong><br />

i<strong>de</strong>ntiteiten, maar tegelijkertijd om op<br />

innovatieve manier open te staan voor<br />

<strong>de</strong> vorming <strong>van</strong> multiple communities of<br />

resistance (Soja & Hooper, 1993). Dit zijn<br />

meerstemmige politieke bewegingen die<br />

in staat zijn om mensen met verschillen<strong>de</strong><br />

culturele i<strong>de</strong>ntiteiten te verbin<strong>de</strong>n en<br />

die nieuwe ontmoetingsplaatsen creëren<br />

waarin letterlijke en figuurlijke ruimte is<br />

voor verschillen<strong>de</strong> oppositiepraktijken.<br />

In plaats <strong>van</strong> proberen <strong>de</strong>ze praktijken<br />

te coöpteren, pacificeren of monddood<br />

te maken, zou<strong>de</strong>n ze begrepen moeten<br />

wor<strong>de</strong>n als primaire informanten <strong>van</strong> een<br />

meer inclusief concept <strong>van</strong> burgerschap.<br />

In dit om<strong>de</strong>nken <strong>van</strong> burgerschap wordt<br />

<strong>de</strong> focus verschoven <strong>van</strong> het herbevestigen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>genen die an<strong>de</strong>rs zijn naar het<br />

actief betrekken <strong>van</strong> het niet-dominante<br />

discours. <strong>De</strong> ‘an<strong>de</strong>r’ vormt geen uniforme<br />

categorie; i<strong>de</strong>ntiteiten zijn transnationaal,<br />

meervoudig en in wording (Vergès, 2002),<br />

daarom kan het begrip burgerschap ook<br />

niets an<strong>de</strong>rs dan in wording zijn. Een<br />

manier om dit te conceptualiseren is door<br />

burgerschap te begrijpen als een proces<br />

dat <strong>de</strong> culturele dynamiek in <strong>de</strong> samenleving<br />

incorporeert en dat is gebaseerd<br />

op alledaagse geleef<strong>de</strong> praktijken die<br />

gevestig<strong>de</strong> praktijken kritisch tegen het<br />

licht hou<strong>de</strong>n en omvormen. <strong>De</strong> continu<br />

veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> uitkomst <strong>van</strong> dit proces<br />

wordt ‘geleefd burgerschap’ genoemd<br />

(Trienekens, 2004).<br />

Investeer in diversiteit en<br />

netwerken<br />

Wat betekent dit voor <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwingspraktijk? Zowel in culturele<br />

als in ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingsprojecten<br />

gericht op het open en insluitend maken<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> samenleving, geldt dat het<br />

constructiever is om te <strong>de</strong>nken in termen<br />

<strong>van</strong> ‘coalities’ dan in (etnische) groepen<br />

(Walby, 2002). Culturele interventies<br />

werken in ste<strong>de</strong>lijke vernieuwingsprojecten<br />

goed om ingangen te creëren<br />

tot makkelijk en moeilijk bereikbare<br />

bewoners en lokale organisaties om die<br />

coalities vorm te geven. Bovendien geven<br />

<strong>de</strong> niet-hiërarchische, reflectieve netwerken<br />

<strong>van</strong> City Mine(d) en <strong>de</strong> Theaterstraat<br />

vorm aan zelfbeschikking en <strong>de</strong> creatieve<br />

kracht <strong>van</strong> mensen ter verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

fysieke structuur, leefbaarheid en sociale<br />

cohesie in <strong>de</strong> wijk, aandachtspunten zoals<br />

<strong>de</strong> VROM-raad al aangaf. <strong>De</strong> meerwaar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> het incorporeren <strong>van</strong> <strong>de</strong> culturele<br />

factor is <strong>de</strong> positieve bena<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijk en <strong>de</strong> relatief lange looptijd <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

projecten waardoor relaties (coalities)<br />

kunnen groeien en tot een meer duurzame<br />

uitwisseling kunnen lei<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

vernieuwingspraktijk kan daar op<br />

aansluiten door culturele interventies te<br />

faciliteren en daardoor betere toegang<br />

te krijgen tot <strong>de</strong> wijk, haar onverwachte<br />

kracht en <strong>de</strong> diversiteit aan bewoners<br />

en organisaties om op die manier tot<br />

innovatieve werkwijzen en resultaten te<br />

komen.<br />

Sandra Trienekens (s.j.trienekens@hva.nl) is Lector<br />

Burgerschap en Culturele Dynamiek aan <strong>de</strong> Hogeschool <strong>van</strong><br />

Amsterdam.<br />

Literatuur<br />

Kymlicka, W. (1995) Multicultural citizenship, Clarendon Press,<br />

Oxford<br />

Marshall, T.H. (1992 [1950]) Citizenship and Social Class, Pluto<br />

Press, London<br />

Soja, E. & B. Hooper (1993) ‘The Spaces that Difference Makes:<br />

Some Notes on the Geographical Margins of the New Cultural<br />

Politics’, M. Keith & S. Pile (red.) Place and the Politics of<br />

I<strong>de</strong>ntity, Routledge, London<br />

Trienekens, S. (2004) Urban paradoxes: lived citizenship and<br />

the location of diversity in the arts, Trienekens, Amsterdam<br />

Trienekens, S. (2006) Kunst en sociaal engagement.<br />

Een analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong> relatie tussen kunst, <strong>de</strong> wijk en <strong>de</strong><br />

gemeenschap, Cultuurnetwerk Ne<strong>de</strong>rland, Utrecht<br />

Vergès, F. (2002) ‘Vertigo and emancipation, Creole<br />

cosmopolitanism and cultural politics’, L. Scott & M.<br />

Featherstone (red.) Recognition and Difference, Sage, London<br />

VROM-raad (2006) Stad en Stijging. Sociale stijging als leidraad<br />

voor ste<strong>de</strong>lijke vernieuwing, <strong>De</strong>n Haag<br />

Walby, S. (2002) ‘From Community to Coalition: the Politics<br />

of Recognition as the Handmai<strong>de</strong>n of the Politics of Equality<br />

in an Era of Globalisation’, L. Scott & M. Featherstone (red.)<br />

Recognition and Difference, Sage, London<br />

Wittebrood, K. & T. <strong>van</strong> Dijk (2007) Aandacht voor <strong>de</strong> wijk:<br />

effecten <strong>van</strong> herstructurering op <strong>de</strong> leefbaarheid en veiligheid,<br />

Sociaal en Cultureel Planbureau, <strong>De</strong>n Haag


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Simone Pront-Van Bommel<br />

“Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan<br />

in ere hersteld”<br />

Samantha Volgers en Michel <strong>van</strong> Wijk<br />

“Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld”<br />

Juriste Simone Pront-Van Bommel is op vele fronten actief. Naast advies aan<br />

gemeenten geeft ze on<strong>de</strong>rwijs aan <strong>de</strong> Faculteit <strong>de</strong>r Rechtsgeleerdheid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam en is zij directeur <strong>van</strong> het Kenniscentrum voor bestuurs-<br />

recht. Juist het combineren <strong>van</strong> <strong>de</strong> aca<strong>de</strong>mische wereld en <strong>de</strong> praktijk vindt zij<br />

boeiend. Met <strong>de</strong> invoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning wor<strong>de</strong>n het nog<br />

drukkere tij<strong>de</strong>n. “We krijgen te maken met kin<strong>de</strong>rziektes omdat in veel gevallen niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk is wat wel mag en wat niet.”<br />

Als <strong>de</strong> nieuwe Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning (Wro) <strong>van</strong><br />

kracht gaat, voorzien op 1 juli 2008, breekt een nieuwe<br />

tijd aan in het ruimtelijke or<strong>de</strong>ningsbeleid in Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Uitgangspunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe wet is dat <strong>de</strong> planologische<br />

besluitvorming plaatsvindt op het bestuursniveau waar<br />

het thuishoort. Wat gaat er veran<strong>de</strong>ren met <strong>de</strong> komst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> nieuwe Wro? We leg<strong>de</strong>n die vraag voor aan<br />

Simone Pront-Van Bommel.<br />

“<strong>De</strong> grootste veran<strong>de</strong>ringen tre<strong>de</strong>n op in <strong>de</strong> inrichting<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> beslisprocedures. Daar vindt een herschikking<br />

<strong>van</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n plaats: <strong>de</strong> vereiste goedkeuring <strong>van</strong><br />

bestemmingsplannen door Ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> Staten komt<br />

te vervallen. Hier staat tegenover dat indien er een<br />

provinciaal belang in het geding is, <strong>de</strong> provincie straks<br />

on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> mogelijkheid heeft zelf een provinciaal<br />

bestemmingsplan, geheten een inpassingplan, te<br />

P. 218<br />

maken. Het primaat komt weer bij het bestemmingsplan<br />

te liggen.”<br />

Gemeenten kunnen ook eerst overgaan tot het nemen<br />

<strong>van</strong> een projectbesluit.<br />

“Ja, want het vrijstellingsbesluit is een flexibel instrument.<br />

Maar het is <strong>de</strong> vraag of een projectbesluit dat<br />

ook is. Een aantal factoren maakt het voor gemeenten<br />

aantrekkelijker om direct een nieuw bestemmingsplan<br />

op te stellen en niet eerst een projectbesluit te nemen.<br />

Neem <strong>de</strong> rechtsbescherming. Die kan bij een projectbesluit<br />

veel langer zijn omdat daar twee rechtsinstanties<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n doorlopen, terwijl er bij het bestemmingsplan<br />

maar één mogelijkheid is. Een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n<br />

om direct te kiezen voor een bestemmingsplan is dat<br />

een projectbesluit binnen een jaar alsnog moet wor<strong>de</strong>n<br />

gevolgd door een bestemmingplan. <strong>De</strong>ze termijn kan


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008 “Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld”<br />

overigens wor<strong>de</strong>n verlengd met maximaal vier jaren,<br />

afhankelijk <strong>van</strong> diverse omstandighe<strong>de</strong>n. Dat is voor<br />

gemeenten omslachtig. En het recht tot het vor<strong>de</strong>ren<br />

<strong>van</strong> leges kan daarmee ook nog wor<strong>de</strong>n verspild. Dat is<br />

namelijk niet mogelijk bij een projectbesluit maar pas<br />

op het moment dat het ontwerpbestemmingsplan ter<br />

visie is gelegd. Ten slotte zullen voor zowel het projectbesluit<br />

als het bestemmingsplan <strong>de</strong> nodige on<strong>de</strong>rzoeken<br />

moeten wor<strong>de</strong>n verricht. Nu is het in het algemeen zo<br />

dat <strong>de</strong> initiatiefnemer, meestal een projectontwikkelaar,<br />

bij een vrijstellingsaanvraag <strong>de</strong> noodzakelijke on<strong>de</strong>rzoeken<br />

overlegt en ook bekostigt. Gemeentebesturen<br />

worstelen met <strong>de</strong> vraag of zij <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rzoeken ook<br />

kunnen verlangen als zij ervoor kiezen niet eerst<br />

een projectbesluit te nemen maar direct het bestemmingsplan<br />

te wijzigen. On<strong>de</strong>rzoeken zijn kostbaar en<br />

tijdrovend. Dat zou een overweging kúnnen zijn bij<br />

het gemeentebestuur om toch <strong>de</strong> voorkeur te geven<br />

aan projectbesluiten. Vooral als het initiatief niet bij <strong>de</strong><br />

overheid ligt maar bij een private partij.”<br />

“Mijn inschatting is dat er min<strong>de</strong>r projectbesluiten<br />

komen. Besturen zijn immers genoodzaakt elke tien<br />

jaar hun bestemmingsplan actueel te maken. Dat was<br />

ook het doel <strong>van</strong> <strong>de</strong> oefening: het primaat leggen bij het<br />

bestemmingsplan. Misschien wordt het postzegelplan<br />

wel weer in ere hersteld.”<br />

In uw proefschrift bekritiseer<strong>de</strong> u <strong>de</strong> rechtsbescherming<br />

<strong>van</strong> individuen en was u <strong>van</strong> mening dat<br />

bestuursrechters in hun uitspraken zich teveel op<br />

formele gron<strong>de</strong>n richten. Welk licht werpen <strong>de</strong>ze<br />

inzichten op <strong>de</strong> nieuwe Wro?<br />

“Goe<strong>de</strong> rechtsbescherming is voor ie<strong>de</strong>reen <strong>van</strong> belang.<br />

Ten eerste mogen procedures niet te lang duren. Alle<br />

P. 219<br />

betrokkenen moeten binnen re<strong>de</strong>lijke termijn zekerheid<br />

krijgen over <strong>de</strong> rechtstoestand. Daar schort het vaak<br />

aan. Daarnaast moeten procedures uitein<strong>de</strong>lijk tot een<br />

oplossing <strong>van</strong> het conflict lei<strong>de</strong>n. Dit is belangrijk <strong>van</strong>uit<br />

het oogpunt <strong>van</strong> rechtszekerheid. In <strong>de</strong> praktijk wordt<br />

een beroep vaak gegrond geacht maar louter op formele<br />

gron<strong>de</strong>n vernietigd, bijvoorbeeld <strong>van</strong>wege onzorgvuldig<br />

on<strong>de</strong>rzoek of on<strong>de</strong>ug<strong>de</strong>lijke motivering. Het bestuursorgaan<br />

dat een besluit heeft genomen krijgt dan <strong>de</strong><br />

opdracht om het on<strong>de</strong>rzoek over te doen. <strong>De</strong> uitkomst<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> procedure biedt hiermee niet <strong>de</strong> zekerheid waaraan<br />

behoefte bestaat. Bovendien is er nog geen <strong>de</strong>finitieve<br />

beëindiging <strong>van</strong> het conflict. <strong>De</strong> rechter zal zich met<br />

<strong>de</strong> nieuwe Wro niet meer dan voorheen op <strong>de</strong> inhoud<br />

richten. <strong>De</strong> veran<strong>de</strong>ring zit vooral in <strong>de</strong> termijnen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

rechtspraak, <strong>de</strong> grote winst is kortere beslisprocedures.”<br />

Wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> procedures in het ruimtelijk or<strong>de</strong>ningsrecht<br />

transparanter?<br />

“<strong>De</strong> nieuwe wet maakt het ruimtelijke or<strong>de</strong>ningsstelsel<br />

niet dui<strong>de</strong>lijker. Het zou wel eens ingewikkel<strong>de</strong>r kunnen<br />

wor<strong>de</strong>n. Bijvoorbeeld qua planning: het exploitatieplan<br />

moet tegelijk met een bestemmingsplan of projectbesluit<br />

wor<strong>de</strong>n vastgesteld.”<br />

Wat valt er te leren <strong>van</strong> ontwikkelingen in <strong>de</strong> rechtspraak<br />

<strong>van</strong> an<strong>de</strong>re sectoren?<br />

“Recent is in <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer een voorstel gedaan<br />

om <strong>de</strong> ‘bestuurlijke lus’ in het bestuursprocesrecht op<br />

te nemen. Die lus is bedoeld als instrument om tot een<br />

<strong>de</strong>finitieve conflictbeslechting te komen. <strong>De</strong> bestuursrechter<br />

krijgt dan <strong>de</strong> bevoegdheid om het bestuursorgaan<br />

in <strong>de</strong> gelegenheid te stellen aanvullend on<strong>de</strong>rzoek te<br />

doen, een nieuw besluit te nemen en daar ook een termijn<br />

voor te bie<strong>de</strong>n voordat <strong>de</strong> rechter tot een uitspraak komt.<br />

Nieuwe Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

<strong>De</strong> huidige Wet op <strong>de</strong> Ruimtelijke Or<strong>de</strong>ning (WRO) stamt uit 1965 en is sindsdien al vele malen herzien. <strong>De</strong> wet is daardoor onoverzichtelijk gewor<strong>de</strong>n. Sinds 1999<br />

wordt gewerkt aan een nieuwe Wet ruimtelijke or<strong>de</strong>ning (Wro). <strong>De</strong> nieuwe Wro voorziet in kortere en snellere procedures, zorgt dat verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n op het<br />

juiste niveau liggen en is meer uitvoeringsgericht. <strong>De</strong> nieuwe Wro treedt naar verwachting op 1 juli 2008 in werking.<br />

Bron: www.vrom.nl


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Op die manier is het mogelijk het uitein<strong>de</strong>lijke besluit<br />

te beoor<strong>de</strong>len zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> aanvrager terug moet<br />

naar het bestuursorgaan, die opnieuw een besluit<br />

neemt waartegen dan weer beroep open staat. Dit zijn<br />

ontwikkelingen buiten <strong>de</strong> Wro die tot betere rechtsbescherming<br />

kunnen lei<strong>de</strong>n. Juist ontwikkelingen in<br />

<strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning hebben <strong>de</strong> behoefte aan <strong>de</strong><br />

bestuurlijke lus die in het bestuursrecht versterkt. Een<br />

voorbeeld daar<strong>van</strong> is het ADO-stadion in <strong>De</strong>n Haag.<br />

Het goedkeuringbesluit <strong>van</strong> Ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> Staten<br />

werd vernietigd omdat niet dui<strong>de</strong>lijk was gemaakt<br />

dat <strong>de</strong> luchtkwaliteitseisen niet zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n<br />

overschre<strong>de</strong>n. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> huidige wetgeving wordt in<br />

<strong>de</strong>ze gevallen opnieuw on<strong>de</strong>rzoek gedaan. Vervolgens<br />

moeten besluiten opnieuw genomen wor<strong>de</strong>n en loopt<br />

het project vele maan<strong>de</strong>n vertraging op. <strong>De</strong> ‘bestuurlijke<br />

lus’ verkort <strong>de</strong>ze vertraging aanzienlijk.”<br />

Laat het probleem met luchtkwaliteiton<strong>de</strong>rzoek zien<br />

dat ambtenaren hun huiswerk niet goed doen of is dit<br />

te wijten aan ondui<strong>de</strong>lijke juridische structuren?<br />

Het één hangt met het an<strong>de</strong>r samen. Enerzijds<br />

moeten gemeentebesturen natuurlijk doen wat ze<br />

behoren te doen. An<strong>de</strong>rzijds is in <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd pas<br />

dui<strong>de</strong>lijk gewor<strong>de</strong>n welke eisen wer<strong>de</strong>n gesteld aan<br />

het luchtkwaliteiton<strong>de</strong>rzoek: welke metho<strong>de</strong>n zijn er<br />

en welke zijn aanvaardbaar? <strong>De</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />

is complex. Je ziet bijvoorbeeld steeds vaker dat<br />

milieueisen wor<strong>de</strong>n opgenomen in het containerbegrip<br />

‘een goe<strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning’. Dat maakt het<br />

afwegen <strong>van</strong> belangen steeds complexer. Hierin brengt<br />

<strong>de</strong> nieuwe wet geen veran<strong>de</strong>ring. <strong>De</strong> wetsgeschie<strong>de</strong>nis<br />

laat wél zien dat het mogelijk is geïntegreer<strong>de</strong><br />

plannen te maken, zoals een structuurvisie waarin<br />

naast ruimtelijke or<strong>de</strong>ning ook een waterplan en een<br />

milieuplan is opgenomen. Maar <strong>de</strong> afweging <strong>van</strong><br />

belangen en toetsing aan criteria wordt er daarmee<br />

niet eenvoudiger op, zeker omdat hierbij ook Europese<br />

richtlijnen komen kijken.”<br />

In dit nummer schrijft Willem Korthals Altes dat<br />

het succes <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontwikkeling ook in <strong>de</strong> <strong>toekomst</strong><br />

afhangt <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenwerking tussen partijen. <strong>De</strong><br />

“Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld”<br />

P. 220<br />

nieuwe Wro biedt <strong>de</strong> structuur voor het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lingsproces,<br />

maar <strong>de</strong>ze juridisering kan lei<strong>de</strong>n tot meer<br />

juridische risico’s. Ziet u <strong>de</strong>ze risico’s toenemen?<br />

“Ik on<strong>de</strong>rschrijf zijn stelling dat samenwerking ontzettend<br />

belangrijk blijft, zeker bij een nieuw project waar het<br />

belang <strong>van</strong> provincie of een buurgemeente speelt. Er zal<br />

in een vroeg stadium overleg moeten plaatsvin<strong>de</strong>n met<br />

an<strong>de</strong>re bestuursorganen. Daarnaast heeft <strong>de</strong> provincie<br />

meer instrumenten gekregen om in te grijpen, zoals het<br />

vaststellen <strong>van</strong> een provinciale veror<strong>de</strong>ning waarin <strong>de</strong><br />

provincie verbin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> voorschriften opneemt. Meer<br />

juridische structuren bie<strong>de</strong>n voor belanghebben<strong>de</strong>n meer<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n om rechtsmid<strong>de</strong>len aan te wen<strong>de</strong>n. Een<br />

vast te stellen exploitatieplan kan tot procedures lei<strong>de</strong>n.<br />

Als het exploitatieplan is vastgesteld, moet het jaarlijks<br />

wor<strong>de</strong>n herzien; <strong>de</strong>ze herziening kan weer aanleiding zijn<br />

voor nieuwe procedures. In die zin is er risico <strong>van</strong> ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong><br />

juridisering. Uitgangspunt <strong>van</strong> het exploitatieplan<br />

is echter om eerst <strong>de</strong> privaatrechtelijke weg te bewan<strong>de</strong>len<br />

door een exploitatieovereenkomst te sluiten. Het exploitatieplan<br />

regelt het kostenverhaal op voorwaar<strong>de</strong> dat alle<br />

bij <strong>de</strong> ontwikkeling betrokken partijen meedoen. Eén<br />

dwarsligger is echter genoeg om tot een exploitatieplan te<br />

moeten komen. <strong>De</strong>r<strong>de</strong> belanghebben<strong>de</strong>n kunnen min<strong>de</strong>r<br />

snel proce<strong>de</strong>ren bij een exploitatieovereenkomst dan<br />

bij een exploitatieplan. Dat komt omdat een ontwerpexploitatieplan<br />

ter inzage moet wor<strong>de</strong>n gelegd terwijl<br />

bij een exploitatieovereenkomst alleen het feit bekend<br />

wordt gemaakt dat die overeenkomst is gesloten. <strong>De</strong><br />

privaatrechtelijke weg biedt dus min<strong>de</strong>r openbaarheid<br />

voor <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Er zijn natuurlijk partijen zijn die graag<br />

inzage hebben in <strong>de</strong> gemaakte afspraken en daardoor <strong>de</strong><br />

voorkeur hebben voor een exploitatieplan.”<br />

Wat veran<strong>de</strong>rt er ten aanzien <strong>van</strong> het grondbeleid dat<br />

gemeenten voeren?<br />

“<strong>De</strong> nieuwe wet moet een actief grondbeleid voor<br />

gemeenten aantrekkelijker maken met betrekking tot<br />

particuliere exploitatie <strong>van</strong> gron<strong>de</strong>n. Nu is bijvoorbeeld<br />

sociale woningbouw vaak onaantrekkelijk omdat <strong>de</strong><br />

hoge kosten voor openbare voorzieningen slechts ten<br />

<strong>de</strong>le verhaalbaar zijn en opbrengsten voor gerechtig<strong>de</strong>n<br />

relatief beperkt kunnen zijn. Het exploitatieplan biedt


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

meer mogelijkhe<strong>de</strong>n om dat soort kosten te verhalen<br />

en bovendien tot het stellen <strong>van</strong> locatie-eisen die on<strong>de</strong>r<br />

meer in sociale woningbouw kunnen voorzien. Het is<br />

hiervoor niet noodzakelijk dat <strong>de</strong> gemeente grond in<br />

eigendom heeft. Een exploitatieplan geeft echter niet<br />

<strong>de</strong> mogelijkheid om een verplichting voor gerechtig<strong>de</strong>n<br />

op te nemen om te gaan bouwen. In die zin kan het dus<br />

nuttig zijn grond in eigendom te hebben. Dat draagt bij<br />

<strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> ontwikkeling daadwerkelijk te realiseren.”<br />

In hoeverre zullen machtsverhoudingen tussen<br />

gemeente en provincie verschuiven?<br />

“Dit zal per provincie verschillen. <strong>De</strong> ene provincie<br />

is veel actiever en zal sturen<strong>de</strong>r optre<strong>de</strong>n dan een<br />

an<strong>de</strong>re. Provincies zijn ook vrij in het maken <strong>van</strong><br />

veror<strong>de</strong>ningen. Wat in <strong>de</strong> ene provincie in <strong>de</strong>tail wordt<br />

geregeld, hoeft in <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re provincie niet eens aan <strong>de</strong><br />

or<strong>de</strong> te komen. Het is afhankelijk <strong>van</strong> het beleid dat een<br />

provincie uitstippelt. En dat heeft weer te maken met <strong>de</strong><br />

problematiek die in een provincie aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> is.”<br />

Levert <strong>de</strong> nieuwe wet extra werk op voor juristen?<br />

“Ik <strong>de</strong>nk het wel ja. Zeker <strong>de</strong> eerste jaren. We krijgen te<br />

maken met kin<strong>de</strong>rziektes omdat in veel gevallen niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk is wat wel en wat niet mag in bijvoorbeeld<br />

een provinciale veror<strong>de</strong>ning. Wanneer is er sprake<br />

<strong>van</strong> een provinciaal belang? Wanneer moet een<br />

exploitatieplan?”<br />

Wat veran<strong>de</strong>rt er voor beleidsmakers?<br />

“<strong>De</strong> nieuwe wet versterkt het belang om in een vroeg<br />

stadium tot geïntegreer<strong>de</strong> besluitvorming te komen.<br />

Bij gebiedsontwikkeling bijvoorbeeld zal <strong>de</strong> privaatrechtelijke<br />

overeenkomst veel eer<strong>de</strong>r moeten wor<strong>de</strong>n<br />

“Mogelijk wordt het postzegelbestemmingsplan in ere hersteld”<br />

P. 221<br />

gesloten. Een gron<strong>de</strong>xploitatieplan moet namelijk<br />

tegelijk wor<strong>de</strong>n vastgesteld met het projectbesluit of<br />

bestemmingsplan waarop het <strong>van</strong> toepassing is. Er is<br />

een probleem als het bestemmingsplan al is vastgesteld<br />

en later blijkt dat er geen privaatrechtelijke overeenstemming<br />

is.”<br />

En voor planologen?<br />

“Voor me<strong>de</strong>werkers die betrokken zijn bij <strong>de</strong> planvorming<br />

betekent het dat strategisch <strong>de</strong>nken, goed inzicht<br />

hebben in <strong>de</strong> belangen en het maken <strong>van</strong> een goe<strong>de</strong><br />

risicoanalyse belangrijk zijn. Dit laatste is met name<br />

<strong>van</strong> belang omdat het inhou<strong>de</strong>lijke toetsingska<strong>de</strong>r voor<br />

grote projecten steeds ingewikkel<strong>de</strong>r wordt. In grote<br />

ste<strong>de</strong>n zijn er projectlei<strong>de</strong>rs die dit coördineren. Voor<br />

kleinere gemeentes is het moeilijker. Externe bureaus of<br />

goe<strong>de</strong> afspraken met <strong>de</strong> – meer daadkrachtige – provincie<br />

kunnen uitkomst bie<strong>de</strong>n.”<br />

Verwacht u dat burgers zich meer met <strong>de</strong> ruimtelijke<br />

or<strong>de</strong>ning gaan bezighou<strong>de</strong>n?<br />

“Digitalisering kan daar enorm aan bijdragen. <strong>De</strong><br />

nieuwe wet verplicht gemeenten om nieuwe plannen<br />

digitaal beschikbaar te stellen. Het is een makkelijke<br />

manier voor burgers om actiever op te tre<strong>de</strong>n. Los <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> nieuwe wet zijn burgers sowieso actiever gewor<strong>de</strong>n.<br />

Een ie<strong>de</strong>r kan zienswijzen indienen, maar niet ie<strong>de</strong>reen<br />

kan naar <strong>de</strong> rechter. <strong>De</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor proce<strong>de</strong>ren<br />

zijn beperkt tot belanghebben<strong>de</strong>n.”<br />

Samantha Volgers (s.volgers@bosenlommer.amsterdam.nl) is beleidsadviseur<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning bij stads<strong>de</strong>el Bos en Lommer, gemeente Amsterdam.<br />

Michel <strong>van</strong> Wijk (mvw@sadc.nl) is projectlei<strong>de</strong>r gebiedsontwikkeling bij SADC.<br />

Bei<strong>de</strong> zijn redacteur <strong>van</strong> <strong>Rooilijn</strong>.<br />

CV Simone Pront-Van Bommel<br />

In 2002 promoveer<strong>de</strong> Simone Pront-Van Bommel aan <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam. In haar proefschrift Bestuursrechtspraak - Voorstellen voor mo<strong>de</strong>rnisering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> bestuursrechtspraak besteedt zij aandacht aan efficiënte en effectieve bestuursrechtspraak. Tegenwoordig is zij directeur <strong>van</strong> het ‘Kenniscentrum voor<br />

bestuursrecht’. In samenwerking met het ‘Eggens Instituut voor Postaca<strong>de</strong>misch On<strong>de</strong>rwijs’ ontwikkelen en organiseren zij opleidingen en cursussen. Momenteel<br />

werken zij aan een opleiding die gericht is op gemeentebesturen. Met name <strong>de</strong> strategische kant en <strong>de</strong> risicoanalyse in het ruimtelijk bestuursrecht komen hierbij<br />

aan bod. Naast haar werk voor het Kenniscentrum geeft Simone Pront-Van Bommel juridisch advies aan overhe<strong>de</strong>n en is zij advocate op het gebied <strong>van</strong> energierecht/<br />

ruimtelijke or<strong>de</strong>ning. Ook geeft zij werkgroepen aan <strong>de</strong> juridische faculteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam.


<strong>Rooilijn</strong><br />

Recensies<br />

Patrice Riemens<br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

<strong>De</strong> stad voor wie? <strong>De</strong> stad<br />

<strong>van</strong> wie?<br />

BAVO (red.) (2007) Urban Politics<br />

Now. Re-Imagining <strong>De</strong>mocracy in the<br />

Neoliberal City, NAi, Rotterdam, 240 p.,<br />

ISBN 9789056626167, € 27,00<br />

Na enkele jaren in Rotterdam te hebben<br />

gewoond verbaas<strong>de</strong>n Gi<strong>de</strong>on Boie en<br />

Matthias Pauwels, twee Belgische architecten<br />

en filosofen die samen het collectief<br />

BAVO vormen, zich in toenemen<strong>de</strong><br />

mate over <strong>de</strong> bijna totale afwezigheid<br />

<strong>van</strong> populair verzet tegen <strong>de</strong> ingrijpen<strong>de</strong><br />

herstructurering <strong>van</strong> <strong>de</strong> woonomgeving<br />

in zogenaam<strong>de</strong> achterstandsbuurten die<br />

laatste jaren in gang is gezet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

auspiciën <strong>van</strong> het gemeentebestuur. Ook<br />

binnen intellectuele en wetenschappelijke<br />

kringen leek een kritisch discours<br />

over <strong>de</strong>ze ontwikkelingen, die ook el<strong>de</strong>rs<br />

in Ne<strong>de</strong>rland plaats von<strong>de</strong>n, groten<strong>de</strong>els<br />

te ontbreken. Het omwoelen <strong>van</strong> het<br />

stadsbeeld en het daarmee samenhangen<strong>de</strong><br />

krachtig sleutelen aan het imago<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> wijken en <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad<br />

als geheel, wordt in hun ogen ‘ge<strong>de</strong>politiseerd’.<br />

En net als <strong>de</strong> neoliberale,<br />

marktconforme i<strong>de</strong>ologie die eraan ten<br />

grondslag ligt, wordt <strong>de</strong> hele gang <strong>van</strong><br />

zaken voorgesteld als <strong>van</strong>zelfsprekend<br />

en onafwendbaar.<br />

Het boek Urban Politics Now dat zij<br />

met een aantal auteurs uit binnen- en<br />

buitenland samengesteld hebben, is<br />

voortgekomen uit <strong>de</strong>ze verbazing en<br />

heeft <strong>de</strong>rhalve tot doel <strong>de</strong> stadsvernieuwing,<br />

of althans het discours eromheen,<br />

te ‘re-politiseren’. Tegelijk is het boek<br />

Recensies<br />

het eindproduct <strong>van</strong> <strong>de</strong> conferentie<br />

Psychoanalysis, Urban Theory, and the<br />

City of Late Capitalism. Dit heeft er toe<br />

geleid dat enkele bijdragen qua inhoud<br />

nogal ver verwij<strong>de</strong>rd lijken <strong>van</strong> <strong>de</strong> titel<br />

<strong>van</strong> het boek – al kan men kiezen <strong>de</strong>ze<br />

over te slaan of ze in een an<strong>de</strong>re volgor<strong>de</strong><br />

lezen. Zelf verklaren <strong>de</strong> samenstellers<br />

dat <strong>de</strong> bijdragen on<strong>de</strong>r twee noemers<br />

gerangschikt moeten wor<strong>de</strong>n: een<br />

radicale kritiek <strong>van</strong> ‘ge<strong>de</strong>politiseer<strong>de</strong>’<br />

ste<strong>de</strong>lijke herstructureringsprocessen,<br />

en een poging om een strategie <strong>van</strong> ‘repolitisering’<br />

te formuleren. <strong>De</strong>ze in<strong>de</strong>ling<br />

lijkt echter meer <strong>de</strong> intentie en het<br />

oorspronkelijk programma te weerspiegelen<br />

dan het uitein<strong>de</strong>lijke resultaat.<br />

Afgezien <strong>van</strong> het feit dat <strong>de</strong> samenstellers<br />

auteurs willekeurig in <strong>de</strong> ene dan<br />

wel <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re categorie plaatsen – <strong>de</strong><br />

meeste bijdragen hebben namelijk<br />

iets <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> – is er misschien eer<strong>de</strong>r<br />

sprake <strong>van</strong> drie categorieën: kritische<br />

P. 222<br />

beschrijving <strong>van</strong> reële ontwikkelingen<br />

en <strong>van</strong> bestaan<strong>de</strong> i<strong>de</strong>ologieën (zij het<br />

vaak onuitgesproken); pogingen tot<br />

alternatieve praktijken en beleidsvormen<br />

te komen; en wat als si<strong>de</strong>lines zou<br />

kunnen doorgaan, dat wil zeggen interessante,<br />

maar wat (te) verbijzon<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

overwegingen omtrent (buiten)ste<strong>de</strong>lijke<br />

fenomenen. <strong>De</strong> eerste categorie is<br />

zon<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> sterkste <strong>van</strong> het boek,<br />

<strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> zwakste, terwijl <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong>,<br />

zo niet overbodig, dan in elk geval een<br />

hoofdstuk apart vormt.<br />

BAVO zelf, <strong>de</strong> twee samenstellers dus,<br />

leveren <strong>de</strong> meest pakken<strong>de</strong> beschrijving<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> herstructurering nieuwe stijl aan<br />

<strong>de</strong> hand <strong>van</strong> Rotterdam: <strong>de</strong> make-over<br />

<strong>van</strong> Crooswijk tot Nieuw Crooswijk en<br />

het verzet daartegen <strong>van</strong> een kleine<br />

maar zeer besliste en zeldzaam hel<strong>de</strong>re<br />

groep buurtbewoners. Het verhaal <strong>van</strong><br />

Nieuw Crooswijk illustreert <strong>de</strong> neoliberale<br />

stadsvernieuwing in een notendop:<br />

niet zozeer <strong>de</strong> bebouwing, laat staan <strong>de</strong><br />

locatie, zijn obstakels op weg naar economische<br />

vernieuwing en <strong>toekomst</strong>ige<br />

bloei maar <strong>de</strong> bewoners zelf! Merijn<br />

Ou<strong>de</strong>nampsen vertelt in wezen hetzelf<strong>de</strong><br />

verhaal voor Amsterdam, zij het met<br />

nadruk op <strong>de</strong> marketing <strong>van</strong> <strong>de</strong> stad en<br />

op <strong>de</strong> samensmelting <strong>van</strong> belangen, en<br />

dus <strong>van</strong> han<strong>de</strong>lingen, <strong>van</strong> publieke en<br />

(semi-)private partijen: <strong>de</strong> gemeente<br />

Amsterdam in <strong>de</strong> eerste plaats, <strong>de</strong><br />

onlangs verzelfstandig<strong>de</strong> woningcorporaties,<br />

en particuliere projectontwikkelaars<br />

en bouwon<strong>de</strong>rnemers. Ook <strong>de</strong><br />

ietwat dubieuze rol <strong>van</strong> (sub-)culturele<br />

acteurs, die tegenwoordig ook tot<br />

on<strong>de</strong>rnemers gebombar<strong>de</strong>erd zijn,<br />

komt aan bod in zijn beschrijving <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> nogal geforceer<strong>de</strong> pogingen om


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Recensies<br />

Amsterdam cool en hip te maken, en<br />

een aantrekkelijk vestigingsklimaat<br />

te scheppen voor <strong>de</strong> nieuwe creatieve<br />

klasse. Neil Smith ten slotte, brengt<br />

grof maar wel doeltreffend geschut in<br />

stelling om <strong>de</strong> re<strong>van</strong>chistische i<strong>de</strong>ologie<br />

aan flar<strong>de</strong>n te schieten die aan <strong>de</strong> maar<br />

al te letterlijke kaalslag in <strong>de</strong> sociale<br />

huisvesting ten grondslag ligt. Volgens<br />

hem pakken rijken <strong>de</strong> stadscentra terug<br />

die zij een generatie eer<strong>de</strong>r voor het<br />

namaakgroen <strong>van</strong> <strong>de</strong> periferie had<strong>de</strong>n<br />

verlaten. Maar ook Neil Smith is een <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> auteurs bij wie <strong>de</strong> keihar<strong>de</strong> kritiek <strong>van</strong><br />

het bestaan<strong>de</strong> kennelijk stukken beter<br />

afgaat dan een geloofwaardig alternatief<br />

binnen het huidige bestel te formuleren.<br />

Met Guy Baeten en Erik Swyngedouw<br />

betreedt men het terrein <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

metavertellingen. Terwijl <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong><br />

nadruk legt op een ‘TINA’-vertoog (There<br />

Is No Alternative, Margaret Thatcher)<br />

gebaseerd ‘dystopisch’ ruimtelijk beleid,<br />

postuleert <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>de</strong> triomf <strong>van</strong><br />

het ‘post-politieke’ on<strong>de</strong>r het juk <strong>van</strong><br />

global economic necessity. Hierbij valt<br />

volgens hem het begrip policy steeds<br />

moeilijker <strong>van</strong> police te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />

Als alternatief vestigt hij zijn hoop op<br />

‘exodus’ in nog niet verover<strong>de</strong>, dan wel<br />

overgeslagen ruimtes. Guy Baeten ziet<br />

meer in een onvermij<strong>de</strong>lijke opstand <strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rdrukten. Geen <strong>van</strong> bei<strong>de</strong> vormen<br />

een wenkend perspectief. Effectiever,<br />

en waar gebeurd, lijkt het verzet <strong>van</strong><br />

gebruikers in het openbaar vervoer <strong>van</strong><br />

Los Angeles die Edward Soja beschrijft.<br />

Hoewel <strong>de</strong>ze qua sociaaleconomische<br />

kenmerken geheel overeenkomen met<br />

<strong>de</strong> uitspraak ‘bus users are losers’<br />

(we<strong>de</strong>rom toegeschreven aan Margaret<br />

Thatcher) kregen zij het gemeente-<br />

lijke busbedrijf met hun acties op <strong>de</strong><br />

knieën. Echter, openbaar vervoer, hoe<br />

belangrijk ook, is slechts een <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

vele problemen <strong>van</strong> uitsluiting waarmee<br />

<strong>de</strong> min<strong>de</strong>r be<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> grote stad<br />

geconfronteerd zijn.<br />

Uitsluiting is dan ook het thema, tevens<br />

verklaringsmo<strong>de</strong>l <strong>van</strong> Slavoj Zizek en in<br />

zijn gevolg, Yannis Stavrakakis. Net als<br />

eer<strong>de</strong>r Giorgio Agamben gaan zij daarbij<br />

uit <strong>van</strong> <strong>de</strong> figuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> buitenstaan<strong>de</strong>r<br />

die er toch bijhoort, <strong>de</strong>nk bijvoorbeeld<br />

aan zogenaam<strong>de</strong> illegale immigranten.<br />

Zizek weidt uit over <strong>de</strong> watersnoodramp<br />

in New Orleans en <strong>de</strong> explosie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Franse banlieues die bei<strong>de</strong>n volgens<br />

hem volstrekt verkeerd geïnterpreteerd<br />

zijn. Bij Stavrakakis zien wij <strong>de</strong><br />

kosmopolitische metropool die primair<br />

het vermaak <strong>van</strong> een koopkrachtig, uit<br />

‘echte’ mensen bestaand publiek zou<br />

dienen, alras vervallen in grimmige<br />

paranoia en ‘sociaal racisme’. Hoewel<br />

men hier op een prettige manier kennis<br />

kan maken met <strong>de</strong> doorgaans tamelijk<br />

complexe re<strong>de</strong>neringtrant <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gevier<strong>de</strong> Sloveense socioloog, blijft<br />

men bij bei<strong>de</strong> auteurs we<strong>de</strong>rom zoeken<br />

naar een geloofwaardig en werkbaar<br />

alternatief.<br />

<strong>De</strong> resteren<strong>de</strong> bijdragen <strong>van</strong> respectievelijk<br />

Lesage, von Borries en Böttger,<br />

MacCannell, en Diken en Lautsen<br />

lezen zich meer als vertellingen naar<br />

aanleiding <strong>van</strong> het thema urban politics.<br />

Het gaat om respectievelijk <strong>de</strong> reactieve<br />

verhouding <strong>van</strong> an<strong>de</strong>rsglobalisten ten<br />

opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> loci <strong>van</strong> globale topbijeenkomsten<br />

(G8, WTO, Davos, etc.);<br />

<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> guerrillaoorlog ontleen<strong>de</strong><br />

verkoopstrategieën <strong>van</strong> ultrahippe<br />

P. 223<br />

kleding merken; het op dwangmatige<br />

consumptie gebaseer<strong>de</strong> leefmo<strong>de</strong>l <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> laatkapitalistische ste<strong>de</strong>lijkheid,<br />

voorgesteld als vijfsterren ge<strong>van</strong>genis;<br />

en met als top- dan wel dieptepunt<br />

het horrorscenario <strong>van</strong> Diken en<br />

Lautsen: een met veel ‘post’-begrippen<br />

gelar<strong>de</strong>erd betoog waar<strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

titel Pervercity <strong>de</strong> teneur afdoen<strong>de</strong><br />

weergeeft. (Al blijft men wellicht met <strong>de</strong><br />

vraag zitten: overleeft <strong>de</strong> post-toerist <strong>de</strong><br />

post-city?)<br />

Al met al betreft het hier een boeien<strong>de</strong>,<br />

vaak rele<strong>van</strong>te en altijd interessante<br />

verzameling gevarieer<strong>de</strong> bijdragen.<br />

Als geheel stelt het boek toch enigszins<br />

teleur omdat het <strong>de</strong> belofte <strong>van</strong> zijn titel<br />

niet echt waar maakt. Misschien kan<br />

dat <strong>de</strong> samenstellers niet helemaal<br />

verweten wor<strong>de</strong>n, me<strong>de</strong> gelet op <strong>de</strong><br />

ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis. Wel illustreert<br />

het eens te meer, dat <strong>de</strong> grote kloof niet<br />

zozeer tussen theorie en praktijk gaapt<br />

– het befaam<strong>de</strong> cliché – maar tussen<br />

analyses en geloofwaardige, werkbare<br />

alternatieven. Mijns inziens is dit<br />

voornamelijk een schaalprobleem. Er<br />

bestaat namelijk een fatale mismatch<br />

tussen het aantal mensen dat door<br />

maatschappijbre<strong>de</strong> herstructureringen<br />

getroffen wordt en het bereik <strong>van</strong><br />

vrijwel alle aangedragen alternatieven:<br />

<strong>de</strong>ze blijven dan onvermij<strong>de</strong>lijk in het<br />

minoritaire en marginale steken. Dat<br />

vormt het echte politieke probleem in<br />

het tijdperk <strong>van</strong> <strong>de</strong> post-politiek.<br />

Patrice Riemens (patrice@xs4all.nl) is sociaal<br />

geograaf, vrije on<strong>de</strong>rzoeker en cultureel activist,<br />

met name op het gebied <strong>van</strong> het Internet. Hij is<br />

thans verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Stichting Antenna in<br />

Nijmegen.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Recensies<br />

Rogier <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Groep<br />

Met 200 beats per minute<br />

<strong>de</strong>n<strong>de</strong>rend door <strong>de</strong> ‘popmo<strong>de</strong>rne’<br />

ste<strong>de</strong>lijkheid<br />

Jong, Alex <strong>de</strong> & Marc Schuilenburg (2007)<br />

Mediapolis, populaire cultuur en <strong>de</strong> stad,<br />

Uitgeverij 010, Rotterdam, 240 p., ISBN<br />

9789064506338, € 24,50<br />

Wat hebben online games zoals World of<br />

Warcraft te maken met <strong>de</strong> vi<strong>de</strong>oclips <strong>van</strong><br />

Snoop Doggy Dog en met Celebration, het<br />

Disneystadje in Orlando, Florida? Waarom<br />

overwoekeren Closed Television Circuits<br />

<strong>de</strong> publieke ruimte in westerse ste<strong>de</strong>n en<br />

lei<strong>de</strong>n een miljoen Japanse jongeren, <strong>de</strong><br />

hikikomori, een teruggetrokken bestaan<br />

in hun slaapkamer achter hun computer?<br />

Volgens Alex <strong>de</strong> Jong en Marc<br />

Schuilenburg, schrijvers <strong>van</strong> het boek<br />

Mediapolis, populaire cultuur en <strong>de</strong><br />

stad, zijn dit voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> enerzijds<br />

ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> militarisering en disciplinering<br />

<strong>van</strong> het openbare leven en an<strong>de</strong>rzijds<br />

voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een toenemend belang<br />

<strong>van</strong> popcultuur in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke samenleving.<br />

<strong>De</strong> stad is niet langer een verzameling<br />

<strong>van</strong> wegen en gebouwen, maar dient<br />

te wor<strong>de</strong>n beschouwd als een virtueel en<br />

reëel knooppunt in een mondiaal netwerk.<br />

Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, het publieke domein<br />

heeft er een dimensie bij gekregen en is<br />

ge<strong>de</strong>eltelijk verplaatst <strong>van</strong> <strong>de</strong> straat naar<br />

het internet.<br />

<strong>De</strong> kracht <strong>van</strong> het boek zit in <strong>de</strong> über-hippe<br />

voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> popularisering<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke cultuur, die aan<br />

elkaar geplakt zijn met toefjes Foucault,<br />

Baudrillard, Appadurai, Sloterdijk,<br />

Castells en vele an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoekers.<br />

Zo nemen <strong>de</strong> auteurs <strong>de</strong> lezer mee in<br />

een 200 pagina’s tellen<strong>de</strong> MTV-clip over<br />

<strong>de</strong> impact <strong>van</strong> computerspelletjes in<br />

het Amerikaanse leger om soldaten te<br />

trainen en om <strong>de</strong> intifada een virtuele<br />

dimensie te geven in het Mid<strong>de</strong>n-Oosten.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk belan<strong>de</strong>n <strong>de</strong> schrijvers bij<br />

hiphop, urban culture en house. Er wordt<br />

dui<strong>de</strong>lijk gemaakt dat popmuziek <strong>de</strong><br />

bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> factor is voor veel groepen<br />

mensen die op geen enkele manier<br />

lokaal of fysiek enige verwantschap<br />

hebben. Zo is <strong>de</strong> rauwe stem <strong>van</strong> <strong>de</strong> MC<br />

in het acid-achtige techno-hitje: ‘…Put<br />

your hands up 4 <strong>De</strong>troit, it’s a lovely city...’<br />

niet bedoeld voor <strong>de</strong> bewoners <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Amerikaanse industriestad, maar voor<br />

miljoenen liefhebbers <strong>van</strong> techno, die<br />

even herinnerd wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> bakermat<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze muziekstroming.<br />

In het laatste <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het boek wordt <strong>de</strong><br />

vraag gesteld wat er nu moet gebeuren<br />

met <strong>de</strong> stad. Wat is <strong>de</strong> rol <strong>van</strong> architect,<br />

P. 224<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwer en <strong>de</strong> planner? <strong>De</strong><br />

Jong en Schuilenburg wijzen daarbij het<br />

concept <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rwetse bouwmeester<br />

af, die het ste<strong>de</strong>lijke project <strong>van</strong><br />

bovenaf ontwerpt, regisseert, stuurt en<br />

controleert. Hiermee zullen ze ongetwijfeld<br />

niet <strong>de</strong> eerste zijn, maar hun alternatief<br />

is verfrissend. <strong>De</strong> gaming-industrie<br />

en <strong>de</strong> popcultuur bie<strong>de</strong>n namelijk in hun<br />

ogen uitkomst. Steeds vaker wor<strong>de</strong>n<br />

computerspelletjes niet meer door een<br />

team <strong>van</strong> experts gemaakt, maar in een<br />

soort pilootversie gelanceerd, waarna<br />

(via internet) fans en gebruikers aan<br />

<strong>de</strong>ze games sleutelen. Hier komt het<br />

begrip scenius <strong>van</strong> pas, een concept <strong>van</strong><br />

muziekvirtuoos Brian Eno dat tegenover<br />

het concept genius geplaatst is. <strong>De</strong><br />

auteurs menen dat het mo<strong>de</strong>rnistische<br />

principe dat kunst ontsproten moet zijn<br />

uit het creatieve brein <strong>van</strong> één enkel<br />

individu, <strong>de</strong> genius, achterhaald is. <strong>De</strong><br />

alomtegenwoordigheid <strong>van</strong> samplemuziek<br />

in house en techno in he<strong>de</strong>ndaagse<br />

popmuziek dienen als voorbeeld om <strong>de</strong><br />

nieuwe kunstor<strong>de</strong> te begrijpen. <strong>De</strong>ze<br />

gedachtegang wordt doorgetrokken naar<br />

<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouw; samen met mensen<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> culturele groep, een scene,<br />

moet het mogelijk zijn om al spelen<strong>de</strong>rwijs<br />

en interactief een stad te bouwen.<br />

Wellicht hebben <strong>de</strong> schrijvers een soort<br />

online mengelmoesje <strong>van</strong> Simcity en<br />

Second Life voor ogen.<br />

Tot slot: Overtuigt het boek Mediapolis?<br />

Jawel, maar het probleem is soms dat<br />

het betoog, of liever gezegd, <strong>de</strong> opeenstapeling<br />

<strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> betooglijnen,<br />

theoretische concepten en empirieachtige<br />

voorbeel<strong>de</strong>n een beetje ongrijpbaar<br />

zijn. Daarnaast zal internet <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke<br />

samenleving ongetwijfeld radicaal ver-


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Signalementen<br />

an<strong>de</strong>ren, maar feit blijft wel dat die stad<br />

er nog steeds is, waarbinnen – voorlopig<br />

althans – cultuurvorming plaats vindt,<br />

padafhankelijke processen te vin<strong>de</strong>n zijn<br />

en agglomeratievoor<strong>de</strong>len zich voordoen.<br />

<strong>De</strong>zelf<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n die <strong>De</strong> Jong<br />

en Schuilenburg aandragen om aan te<br />

geven dat ‘muziekgemeenschappen’ los<br />

staan <strong>van</strong> een fysieke locatie, kunnen<br />

ook gebruikt wor<strong>de</strong>n om te beargumenteren<br />

dat ‘het lokale’ <strong>van</strong> cruciaal belang<br />

is om <strong>de</strong> oorsprong (padcreatie) en ontwikkeling<br />

(padreproductie) <strong>van</strong> cultuur,<br />

kunst en entertainment te begrijpen.<br />

Urban Culture (basketballen, Adidas<br />

gympen, oversized polo’s, lingerie die<br />

goed afsteekt bij <strong>de</strong> te laag gedragen<br />

wij<strong>de</strong> broeken) is juist zo algemeen en<br />

wijdverspreid in <strong>de</strong> westerse wereld,<br />

doordat <strong>de</strong> sterk geconcentreer<strong>de</strong><br />

entertainment industrie in ste<strong>de</strong>n als<br />

Los Angeles en New York <strong>de</strong> vertolkers<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze lifestyle bij wijze <strong>van</strong> spreken<br />

from the block kon<strong>de</strong>n plukken, om<br />

maar even Jennifer Lopez te parafraseren.<br />

Uiteraard raken <strong>de</strong> westerse<br />

culturen met elkaar verstrengeld, maar<br />

er is wel <strong>de</strong>gelijk een wisselwerking<br />

tussen plaatsgebon<strong>de</strong>n en macroprocessen<br />

(al dan niet aangewakkerd<br />

door internet). <strong>De</strong> hamvraag is dus<br />

niet welke ste<strong>de</strong>lijke processen en<br />

ste<strong>de</strong>lijke subculturen er verdwijnen<br />

en verdampen (waarmee niet gezegd is<br />

dat het onbelangrijke vragen zijn), maar<br />

juist welke er achter blijven en waar er<br />

nieuwe ontstaan.<br />

Maar genoeg gevit, wellicht moet<br />

dit boek eer<strong>de</strong>r als een uitdagen<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoeksagenda beschouwd<br />

wor<strong>de</strong>n, dat uitnodigt tot vervolgstudies<br />

<strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> casussen, zoals een<br />

Signalementen<br />

Rotterdamse hiphop scene, of één of<br />

an<strong>de</strong>re electroclash community in een<br />

buitenwijk <strong>van</strong> Lon<strong>de</strong>n. Maar misschien<br />

komt <strong>de</strong>ze aanpak weer een beetje<br />

ou<strong>de</strong>rwets over en daar waarschuwen<br />

<strong>de</strong> schrijvers nu juist voor.<br />

Rogier <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Groep (r.groep@os.amsterdam.nl) is<br />

on<strong>de</strong>rzoeker bij <strong>de</strong> Dienst On<strong>de</strong>rzoek en Statistiek,<br />

Gemeente Amsterdam.<br />

Ste<strong>de</strong>lijkheid als<br />

ren<strong>de</strong>ment<br />

AIR – Arie Lengkeek (red.) (2007)<br />

Ste<strong>de</strong>lijkheid als ren<strong>de</strong>ment. Privaat<br />

initiatief voor publieke ruimte, Trancity,<br />

Haarlem, 248 p., ISBN 9789088290039,<br />

€ 24,50<br />

Stad en ste<strong>de</strong>lijkheid gedijen alleen<br />

daar, waar in goe<strong>de</strong> samenwerking<br />

<strong>van</strong> overheid en markt <strong>de</strong> relatie<br />

tussen gebouw, gebruik en publieke<br />

ruimte <strong>van</strong>zelfsprekend is. Maar als<br />

<strong>de</strong> overheid niet meer toe komt aan<br />

zorgvuldige invulling en beheer <strong>van</strong><br />

dat publieke domein, en marktpartijen<br />

zich concentreren op <strong>de</strong> exploitatie <strong>van</strong><br />

hun gebouwen, is <strong>de</strong> publieke ruimte<br />

het kind <strong>van</strong> <strong>de</strong> rekening. Op initiatief<br />

<strong>van</strong> zestien private Rotterdamse<br />

opdrachtgevers wordt <strong>de</strong>ze patstelling<br />

ontmaskerd. Marktpartijen zien in dat<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> hun vastgoed en <strong>de</strong> aantrekkelijkheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> stad sterk gebaat<br />

zijn bij een goed functionerend openbaar<br />

gebied. Voor hen is <strong>de</strong> publieke ruimte<br />

niet langer <strong>de</strong> uitsluiten<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> overheid. In het<br />

private initiatief <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rnemers,<br />

investeer<strong>de</strong>rs en bewoners ligt een<br />

P. 225<br />

enorme impuls voor <strong>de</strong> publieke ruimte<br />

besloten. <strong>De</strong>ze publicatie geeft aanleidingen<br />

en <strong>de</strong>nkka<strong>de</strong>rs om het <strong>de</strong>bat<br />

over <strong>de</strong> noodzaak <strong>van</strong> nieuwe vormen<br />

<strong>van</strong> samenwerking tussen overheid en<br />

markt overal in Ne<strong>de</strong>rland op het scherp<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> sne<strong>de</strong> te voeren.<br />

<strong>De</strong> mixfactor<br />

Veldboer, Lex, Jan Willem Duyvendak<br />

& Carolien Bouw (red.) (2007) <strong>De</strong><br />

mixfactor: integratie en segregatie in<br />

Ne<strong>de</strong>rland, Boom, Amsterdam, 240 p.,<br />

ISBN 9789047300083, € 27,50<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs willen geen segregatie,<br />

maar in <strong>de</strong> dagelijkse praktijk blijkt<br />

het integreren <strong>van</strong> kwetsbare groepen<br />

vaak moeilijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond te komen. Zo<br />

vrezen huiseigenaren waar<strong>de</strong>verlies als<br />

er min<strong>de</strong>r draagkrachtige bewoners in<br />

hun buurt komen, dubben hoger opgelei<strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong> vraag of ze hun<br />

kin<strong>de</strong>ren wel moeten laten pionieren op<br />

een zwarte school, stuiten gemeng<strong>de</strong><br />

stellen op veel weerstand en vereenzamen<br />

gehandicapten in een gewone wijk<br />

omdat ze daar geen aansluiting vin<strong>de</strong>n.<br />

In <strong>De</strong> mixfactor: integratie en segregatie<br />

in Ne<strong>de</strong>rland wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wensen,<br />

praktijken en effecten <strong>van</strong> mengingspolitiek<br />

verkend. Hoe staat het anno<br />

2007 met onze mengingsi<strong>de</strong>alen? Aan<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen succes- en faalfactoren<br />

op het gebied <strong>van</strong> werk, vermaatschappelijking<br />

<strong>van</strong> zorg, on<strong>de</strong>rwijs, welzijn,<br />

wonen, sport en opvoeding. Naast een<br />

beschrijving <strong>van</strong> wat er al dan niet<br />

gebeurt, hebben <strong>de</strong> auteurs aandacht<br />

voor <strong>de</strong> vraag waar menging het meest<br />

nodig en mogelijk is.


<strong>Rooilijn</strong><br />

Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Column O. Naphta<br />

Ganzendijken<br />

Door alle grote gebeurtenissen <strong>van</strong> <strong>de</strong> afgelopen tijd, zoals<br />

het gemod<strong>de</strong>r rond <strong>de</strong> krachtwijken, het HSL-traject dat al<br />

een jaar of wat ligt te verroesten, <strong>de</strong> zwak geconstrueer<strong>de</strong><br />

bruggen over onze kanalen en <strong>de</strong> voortgaan<strong>de</strong> verrommeling<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ingezetenen <strong>van</strong> het koninkrijk en hun<br />

taalgebruik in het bijzon<strong>de</strong>r, om maar te zwijgen <strong>van</strong> het<br />

onoverzichtelijk grote aantal tv-uitzendingen waarin die<br />

ingezetenen hun oeverloze relatiegezeur uitventen, is het<br />

tijd voor iets aardigs: <strong>de</strong> kleine planologie.<br />

Column: Ganzendijken<br />

We starten onze reis in Oost-Groningen waar <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische<br />

dynamiek <strong>de</strong> politiek in een wurgen<strong>de</strong> houdgreep<br />

heeft genomen. ‘Ganzedijk heeft geen <strong>toekomst</strong>’. ‘Ganzedijk<br />

blijft nog even’, ‘blijft voorlopig toch bestaan’. ‘Wethou<strong>de</strong>r<br />

om Ganzedijk afgetre<strong>de</strong>n’. ‘Ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> afgetre<strong>de</strong>n’, en<br />

ook daarachter zit een Ganzedijkse kracht. Ganzendijken<br />

(let op <strong>de</strong> meervouds-n) is nu een planologische spelvariant<br />

<strong>van</strong> ganzenbor<strong>de</strong>n: <strong>de</strong>elnemers dobbelen, verzetten<br />

hun gans, <strong>de</strong> een verdwijnt in <strong>de</strong> put, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r haalt <strong>de</strong><br />

finish. En alles is per <strong>de</strong>finitie tij<strong>de</strong>lijk, ‘blijft nog even’.<br />

Hoezo doet <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning er niet meer toe als<br />

<strong>de</strong> <strong>toekomst</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong>rtig huizen en een paar<strong>de</strong>nkop zoveel<br />

vreug<strong>de</strong> in het leven brengt?<br />

In Limburg kunnen voortaan werknemers uit Mid<strong>de</strong>n- en<br />

Oost Europa ‘onbeperkt in tot wooneenhe<strong>de</strong>n omgebouw<strong>de</strong><br />

stallen en schuren wor<strong>de</strong>n gehuisvest.’ Eer<strong>de</strong>r mochten<br />

er maar twintig in het ‘woonge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> een boer<strong>de</strong>rij of<br />

op het erf gebouw<strong>de</strong> schuren’ wor<strong>de</strong>n gehuisvest. Zoals<br />

wij allen weten ligt Limburg aan <strong>de</strong> zuidrand <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sahel,<br />

waar wonen een kwestie <strong>van</strong> beschaving is en een grote<br />

sprong voorwaarts wordt gemaakt. Vanwege datzelf<strong>de</strong><br />

hoge beschavingspeil verdwijnt in <strong>de</strong> Haarlemmermeer<br />

‘het rijtjeshuis uit het beeld bij <strong>de</strong> nieuwbouw.’ Wij wor<strong>de</strong>n<br />

veron<strong>de</strong>rsteld te begrijpen wat me<strong>de</strong>burgers in hun taallessen<br />

opsteken.<br />

In Wyl<strong>de</strong>hoarne, een zijtak <strong>van</strong> Ganzedijk, lopen grootschalige<br />

bouwprojecten keer op keer vertraging op, omdat<br />

ze ‘stuklopen op gron<strong>de</strong>igenaren en prijzen.’ Wij wor<strong>de</strong>n<br />

P. 226<br />

altijd veron<strong>de</strong>rsteld te begrijpen wat me<strong>de</strong>burgers in hun<br />

taallessen opsteken. Dat brengt me op <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />

Har<strong>de</strong>nberg die op excursie is geweest naar New York (NY)<br />

en wild enthousiast werd <strong>van</strong> het Central Park. Har<strong>de</strong>nberg<br />

heeft nu ook zo’n park op <strong>de</strong> tekentafel. ‘<strong>De</strong> gedachte<br />

erachter is dat <strong>de</strong> stad niet langer door <strong>de</strong> rivier in twee<br />

<strong>de</strong>len wordt gesne<strong>de</strong>n.’ Die zin vertelt: Har<strong>de</strong>nberg is een<br />

stad; een stad aan <strong>de</strong> rivier (google dat zelf even uit); en een<br />

kopie <strong>van</strong> het Central Park in New York (NY) zorgt ervoor dat<br />

<strong>de</strong> verwoesten<strong>de</strong> twee<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> betrokken rivier wordt<br />

opgeheven. Een best practice dus voor juffrouw Vogelaar,<br />

met kwaliteitsstempel <strong>van</strong> het door <strong>de</strong> regering benoem<strong>de</strong><br />

topinstituut NICIS.<br />

Een bericht uit <strong>de</strong> Amerikaanse samenleving, althans het<br />

<strong>de</strong>nken<strong>de</strong> <strong>de</strong>el daar<strong>van</strong>, althans een hoogleraar in <strong>de</strong> politieke<br />

wetenschappen, vertelt dat voorste<strong>de</strong>n slecht zijn voor ons<br />

burgerschap. Het ruimtelijke gedrag <strong>van</strong> suburbanites leidt<br />

tot erosie <strong>van</strong> <strong>de</strong> sociale fundamenten <strong>van</strong> ons alledaagse<br />

bestaan. En, nog erger: <strong>de</strong> hiërarchie <strong>van</strong> dat leven wordt<br />

bepaald door twee zeer on<strong>de</strong>mocratische instituties: het gezin<br />

en <strong>de</strong> werkgever. Wat een geluk dat Ne<strong>de</strong>rland een door en<br />

door ste<strong>de</strong>lijke samenleving is, zodat we <strong>van</strong> zulke erosieverschijnselen<br />

verschoond zijn gebleven, speciaal in wat in ons<br />

land altijd zo parmantig ‘<strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n’ wor<strong>de</strong>n genoemd.<br />

Trouwens, in Rijsbergen zijn door <strong>de</strong> rechter <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />

aan <strong>de</strong> golfbaan ‘<strong>de</strong> Turfvaert’ stilgelegd. Het is<br />

ondui<strong>de</strong>lijk of <strong>de</strong> gemeente Zun<strong>de</strong>rt daarvoor wel terecht een<br />

vergunning heeft afgegeven. Met <strong>de</strong> kleine planologie beland<br />

ik zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>ring in een <strong>van</strong> <strong>de</strong> voormalige smokkelaarsnesten<br />

aan <strong>de</strong> Belgische grens. Benieuwd of ze daar<br />

intussen <strong>de</strong> kwestie permanent bewoning-<strong>van</strong>-recreatiewoningen<br />

hebben opgelost of gewoon zijn doorgegaan alsof die<br />

er niet was.<br />

Terwijl minister Plasterk <strong>van</strong> <strong>de</strong> Lerarensalarissen en<br />

voorzitter Rinnooy Kan <strong>van</strong> <strong>de</strong> SER uit een mond roepen dat<br />

er zoveel talent verloren gaat in onze samenleving, biedt dit<br />

overzicht een doorslaand tegenwicht.


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

Advertentie<br />

RECENT VERSCHENEN<br />

BIJ AMIDSt<br />

RECENT VERSCHENEN<br />

BIJ AMIDSt<br />

P. 227


<strong>Rooilijn</strong> Jg. 41 / Nr. 3 / 2008<br />

InBeeld: Nieuwe monumenten<br />

On<strong>de</strong>rdak: Warnersblokken, Amsterdam, 1957<br />

P. 228

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!