15.09.2013 Views

Service-handleiding Vitotronic 2002.1 MB - Viessmann

Service-handleiding Vitotronic 2002.1 MB - Viessmann

Service-handleiding Vitotronic 2002.1 MB - Viessmann

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Service</strong><strong>handleiding</strong><br />

voor de vakman<br />

<strong>Vitotronic</strong> 200<br />

type WO1C<br />

Warmtepompregeling<br />

VITOTRONIC 200<br />

VIESMANN<br />

5623 894 NL 6/2012 Bewaren a.u.b.!


Veiligheidsvoorschriften<br />

2<br />

Veiligheidsinstructies<br />

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk<br />

letsel en materiële schade.<br />

Toelichting bij veiligheidsvoorschriften<br />

Gevaar<br />

Dit teken waarschuwt voor persoonlijk<br />

letsel.<br />

! Opgelet<br />

Dit teken waarschuwt voor materiële<br />

schade en schade aan het<br />

milieu.<br />

Opmerking<br />

Gegevens met het woord "Opmerking"<br />

bevatten aanvullende informatie.<br />

Doelgroep<br />

Deze <strong>handleiding</strong> is uitsluitend bedoeld<br />

voor erkende installateurs.<br />

■ Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit<br />

mogen alleen door bevoegde<br />

vakmensen worden uitgevoerd.<br />

■ Elektrische werkzaamheden mogen<br />

alleen door elektromonteurs worden<br />

uitgevoerd.<br />

■ De eerste inbedrijfstelling moet door<br />

de installateur van de installatie of een<br />

door hem aangewezen vakman<br />

plaatsvinden.<br />

Voorschriften<br />

Respecteer bij de werkzaamheden<br />

■ de nationale installatievoorschriften,<br />

■ de ARBO voorschriften,<br />

■ de wettelijke milieuvoorschriften,<br />

■ EN, NEN, VEWIN voorschriften, het<br />

bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften.<br />

Werkzaamheden aan de installatie<br />

■ Installatie spanningsvrij schakelen<br />

(bijvoorbeeld met de afzonderlijke<br />

zekering of een hoofdschakelaar) en<br />

op aanwezige spanning controleren.<br />

Opmerking<br />

Naast het regelingsstroomcircuit kunnen<br />

meerdere laststroomcircuits aanwezig<br />

zijn.<br />

Gevaar<br />

Het aanraken van spanningvoerende<br />

onderdelen kan ernstig<br />

letsel veroorzaken. Enkele<br />

onderdelen op printplaten zijn<br />

ook na het uitschakelen van de<br />

netspanning nog spanningvoerend.<br />

Voor het verwijderen van apparaatafdekkingen<br />

minimaal 4<br />

min. wachten, tot de spanning<br />

is afgebouwd.<br />

■ Installatie tegen opnieuw inschakelen<br />

beveiligen.<br />

Opgelet ! Door elektrostatische ontlading<br />

kunnen elektronische modules<br />

beschadigd worden.<br />

Voor de werkzaamheden<br />

geaarde objecten, bijv. verwarmings-<br />

of waterleidingen, aanraken<br />

om de statische lading af te<br />

leiden.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Veiligheidsinstructies (vervolg)<br />

Reparatiewerkzaamheden<br />

Opgelet ! De reparatie van onderdelen met<br />

een veiligheidstechnische functie<br />

brengt de veilige werking van de<br />

installatie in gevaar.<br />

Defecte onderdelen moeten door<br />

originele onderdelen van<br />

<strong>Viessmann</strong> worden vervangen.<br />

Extra componenten, reserveonderdelen<br />

en slijtende onderdelen<br />

Opgelet ! Reserveonderdelen en slijtende<br />

onderdelen die niet met de installatie<br />

zijn getest, kunnen de werking<br />

nadelig beïnvloeden. De<br />

montage van componenten die<br />

niet zijn toegestaan evenals de<br />

wijziging en ombouw zonder toestemming<br />

kan de veilige werking<br />

nadelig beïnvloeden en de<br />

garantie beperken.<br />

Bij vervanging uitsluitend originele<br />

onderdelen van <strong>Viessmann</strong><br />

of door <strong>Viessmann</strong> goedgekeurde<br />

onderdelen gebruiken.<br />

Veiligheidsvoorschriften<br />

3


Inhoudsopgave<br />

Inleiding<br />

Functieomvang..................................................................................................... 11<br />

Instelniveaus........................................................................................................ 12<br />

Bedieningseenheid............................................................................................... 13<br />

Functiebeschrijving<br />

Primaire bron ijsbuffer/solarabsorbeerder ....................................................... 14<br />

Warmtepomp 2de trap.......................................................................................... 16<br />

Warmtepompcascade.......................................................................................... 17<br />

Externe functies.................................................................................................... 19<br />

Blokkering energiebedrijf...................................................................................... 21<br />

Extra verwarmingen............................................................................................. 21<br />

Tapwateropwarming............................................................................................. 24<br />

Warmwaterbuffer/open verdeler........................................................................... 29<br />

CV-circuits/koelcircuit........................................................................................... 31<br />

Koelfuncties.......................................................................................................... 38<br />

Zwembadverwarming........................................................................................... 40<br />

Woningventilatie................................................................................................... 42<br />

Fotovoltaïsche techniek........................................................................................ 49<br />

Storingen oplossen<br />

Overzicht.............................................................................................................. 54<br />

Meldingen............................................................................................................. 55<br />

Geen weergave op het display van de bedieningseenheid.................................. 104<br />

Diagnose<br />

Diagnose (servicevragen).................................................................................... 105<br />

Installatieoverzicht................................................................................................ 112<br />

Ventilatie............................................................................................................... 122<br />

Koelcircuit............................................................................................................. 130<br />

Energiebalans / ............................................................................................ 158<br />

Korte opvraging.................................................................................................... 159<br />

Actorentest<br />

Actorentest (uitgangen controleren)..................................................................... 162<br />

Sensorcompensatie........................................................................................... 163<br />

<strong>Service</strong>functies<br />

LON deelnemerscontrole..................................................................................... 164<br />

Deelnemer (Modbus/KM-bus).............................................................................. 164<br />

<strong>Service</strong>-pin........................................................................................................... 166<br />

4<br />

Inhoudsopgave<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave<br />

Reset toolbinding.................................................................................................. 166<br />

Functiecontrole..................................................................................................... 166<br />

Instellingen opslaan/laden.................................................................................... 170<br />

Regelingsinstellingen<br />

Codeerniveau 1 in het servicemenu..................................................................... 172<br />

Parameter instellen.............................................................................................. 173<br />

Toestand bij levering herstellen (reset)................................................................ 173<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

Parametergroep installatiedefinitie....................................................................... 175<br />

7000 Installatieschema !................................................................................... 175<br />

7003 Temperatuurverschil voor het berekenen van de stookgrens !............... 177<br />

7004 Temperatuurverschil voor het berekenen van de koelgrens !................. 178<br />

7008 Zwembad !............................................................................................... 178<br />

700A Cascadeaansturing !............................................................................... 178<br />

700C Gebruik warmtepomp in cascade !......................................................... 179<br />

7010 Externe uitbreiding !................................................................................. 180<br />

7011 Installatiecomponent bij externe omschakeling !..................................... 180<br />

7012 Werkingsmodus bij externe omschakeling !............................................ 182<br />

7013 Duur van de externe omschakeling !....................................................... 182<br />

7014 Effect externe vraag op warmtepompen/verwarm.circ. !......................... 183<br />

7015 Effect extern blokkeren op warmtepompen/verwarm.circ. !..................... 184<br />

7017 Vitocom 100 !........................................................................................... 185<br />

701A Effect extern blokkeren op pompen/compressor !................................... 185<br />

701B Gemeenschap. aanvoertemperatuursensor installatie !.......................... 187<br />

7029 Aantal volgende warmtep. in cascade !................................................... 187<br />

7030 Selectie primaire bron ! ....................................................................... 188<br />

7031 Inschakelhysterese zonne-circuitpomp ! ............................................. 188<br />

7033 Minimumtemperatuur voor primaire bron solarabsorbeerder ! ............ 188<br />

7035 Min. pauzetijd zomerwerking ! ............................................................ 189<br />

7036 Laatste kalenderweek voor zomerwerking ! ........................................ 189<br />

7037 Defect absorberpomp ! ....................................................................... 189<br />

7038 Temperatuursensor voor bivalente werking !.......................................... 190<br />

Parametergroep compressor<br />

Parametergroep compressor................................................................................ 191<br />

5000 Vrijgave compressor !.............................................................................. 191<br />

5010 Verdampertemperatuur voor einde ontdooien ! ................................. 191<br />

5012 Vrijgave gebruik compressortrap ! ...................................................... 191<br />

5


Inhoudsopgave<br />

5030 Vermogen compressortrap !.................................................................... 192<br />

5043 Vermogen primaire bron ! / ............................................................ 193<br />

Parametergroep compressor 2<br />

Parametergroep compressor 2............................................................................. 194<br />

5100 Vrijgave compressor !.............................................................................. 194<br />

5130 Vermogen compressortrap 2 !................................................................. 194<br />

Parametergroep externe verwarmingstoestel<br />

Parametergroep externe verwarmingstoestel...................................................... 195<br />

7B00 Vrijgave externe verwarmingstoestel !.................................................... 195<br />

7B01 Voorrang exter. verwarmingstoestel/verw.waterdoorstromer !................ 195<br />

7B02 Bivalentietemperatuur externe verwarmingstoestel !.............................. 196<br />

7B0D Vrijgave ext. verwarmingstoestel voor warmwaterbereiding !................ 196<br />

7B0F Uitschakelgrens warmtepomp bivalente werking !.................................. 197<br />

Parametergroep warm water<br />

Parametergroep warm water................................................................................ 198<br />

6000 Gewenste warmwatertemp.......................................................................... 198<br />

6005 Min. warmwatertemperatuur !.................................................................. 198<br />

6006 Max. warmwatertemperatuur !................................................................. 199<br />

6007 Hysterese WW-temperatuur warmtepomp !............................................ 199<br />

6008 Hysterese WW-temperatuur verw.-waterdoorstromer !........................... 200<br />

6009 Inschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding...................................... 201<br />

600A Uitschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding.................................... 202<br />

600C Gewenste temperatuur warm water 2......................................................... 202<br />

600E Temperatuursensor onder in de warmwaterboiler...................................... 202<br />

6014 Vrijgave extra verwarmingen voor warmwaterbereiding !........................ 203<br />

6015 Vrijgave elek. verwarmingen voor warmwaterbereiding.............................. 203<br />

6016 Voorrang warmwaterbereiding bij combiboiler !...................................... 204<br />

6017 Inschakelpogingen voor WW na max. drukuitschakeling !...................... 204<br />

601F Vrijgave boilerlaadpomp !........................................................................ 204<br />

6020 Gebruikswijze boilerlaadpomp !............................................................... 205<br />

Parametergroep zonne-energie<br />

Parametergroep solar........................................................................................... 206<br />

7A00 Type solarregeling !................................................................................. 206<br />

7A01 Max. collectortemperatuur !..................................................................... 206<br />

7A02 Inschakelhysterese zonnecircuitpomp !.................................................. 207<br />

7A03 Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp !................................................. 207<br />

7A07 Debiet solarcircuit voor berekening solaropbrengst !.............................. 207<br />

7A09 Weergave melding foute circulatie !........................................................ 207<br />

6<br />

Inhoudsopgave<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave<br />

C0xx Parameter solarregelingsmodule, type SM1!.......................................... 208<br />

Parametergroep extra elektrische verwarming<br />

Parametergroep elektrische verwarming.............................................................. 209<br />

7900 Vrijgave verwarmingswater-doorstromer !............................................... 209<br />

7902 Vrijgave verwarmingswater-doorstromer voor kamerverw.......................... 209<br />

7907 Max. vermogen verwarmingswaterdoorstromer !.................................... 210<br />

790A Vermogen voor verw.water- doorstr. bij ext. blokkering !........................ 210<br />

790B Bivalentietemperatuur verwarmingswaterdoorstromer !.......................... 211<br />

Parametergroep interne hydraulica<br />

Parametergroep interne hydraulica...................................................................... 212<br />

7300 Warmtepomp voor bouwwarmte !............................................................ 212<br />

7303 Tijdprogramma voor estrikdroging !......................................................... 212<br />

730C Aanvoertemperatuur bij externe vraag !.................................................. 215<br />

730D Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/WW !................................... 215<br />

7340 Gebruikswijze secundaire pomp !............................................................ 216<br />

73C0 Werkmodus secundaire pomp 2 !........................................................... 216<br />

7400 Werkmodus primaire bron ! / ......................................................... 217<br />

7401 Regelstrategie primaire bron ! / ..................................................... 217<br />

Parametergroep buffer<br />

Parametergroep buffer......................................................................................... 219<br />

7200 Vrijgave buffer/ open/geslotenverdeler !.................................................. 219<br />

7202 Temp. in werkingsstatus constante waarde voor buffer !........................ 219<br />

7203 Hysterese temperatuur verwarming buffer !............................................ 219<br />

7204 Max. temperatuur buffer !........................................................................ 220<br />

7208 Temperatuurgrens werkingsmodus constante voor buffer !.................... 220<br />

Parametergroep CV-circuits/koelcircuit<br />

Parametergroep CV-circuits/koelcircuit................................................................ 221<br />

2000 Kamertemperatuur normaal........................................................................ 221<br />

2001 Kamertemperatuur gereduceerd................................................................. 221<br />

2003 Afstandsbediening !................................................................................. 222<br />

2006 Niveau stooklijn........................................................................................... 222<br />

2007 Inclinatie stooklijn........................................................................................ 223<br />

200A Invloed kamertemperatuur-bijschakeling !.............................................. 223<br />

200B Kamertemperatuurbijschakeling !............................................................ 223<br />

200E Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit !...................................... 224<br />

2022 Kamertemperatuur bij partywerking............................................................ 224<br />

7


Inhoudsopgave<br />

Parametergroep koeling<br />

Parametergroep koeling....................................................................................... 225<br />

7100 Koelfunctie !............................................................................................. 225<br />

7101 Koelcircuit !.............................................................................................. 225<br />

7102 Gewenste kamertemperatuur apart koelcircuit............................................ 226<br />

7103 Min. aanvoertemperatuur koeling !.......................................................... 226<br />

7104 Invloed kamertemperatuurbijschakeling koelcircuit !............................... 226<br />

7106 Rangering kamertemperatuursensor apart koelcircuit !........................... 227<br />

7110 Niveau koellijn !....................................................................................... 228<br />

7111 Inclinatie koellijn !.................................................................................... 228<br />

7116 Afstandsbedien. koelcircuit !.................................................................... 228<br />

7120 Vrijgave koelwaterbuffer !........................................................................ 229<br />

71FE Vrijgave Active Cooling............................................................................... 229<br />

Parametergroep Ventilatie<br />

Parametergroep Ventilatie.................................................................................... 230<br />

7D00 Vrijgave Vitovent !................................................................................... 230<br />

7D01 Vrijgave voorverwarmregister elektrisch !............................................... 230<br />

7D02 Vrijgave naverwarmregister hydraulisch !............................................... 230<br />

7D05 Vrijgave vochtsensor !............................................................................. 231<br />

7D06 Vrijgave CO2-sensor !............................................................................. 231<br />

7D08 Temp. afgewerkte lucht bij stand. ventilatie................................................ 232<br />

7D0A Nominaal debiet toevoerlucht !............................................................... 232<br />

7D0B Bovenste grens nominaal debiet toevoerlucht !...................................... 233<br />

7D0C Debiet intensief ventileren !.................................................................... 233<br />

7D0F Min. toevoerluchttemperatuur voor bypass................................................ 233<br />

7D18 CO2-waarde voor start ventilator !.......................................................... 234<br />

7D19 Vochtwaarde voor start ventilator !......................................................... 234<br />

7D1A Intervaltijd antivries ventileren !.............................................................. 234<br />

7D1B Duur intensief ventileren !....................................................................... 235<br />

7D1D Bron ruimtetemperatuur werkelijke waarde !.......................................... 235<br />

7D21 CV-circuit voor blokkering bypassklep !.................................................. 235<br />

7D27 Aanpassing regelspanning !.................................................................... 236<br />

7D28 Ventilator voor aanpassing regelspanning !............................................ 236<br />

Parametergroep Fotovoltaïsche techniek<br />

Parametergroep Fotovoltaïsche techniek............................................................. 238<br />

7E00 Vrijgave eigenenergieverbruik PV !......................................................... 238<br />

7E10 Vrijgave eigenenergieverbr. voor gew. WW-temperatuur 2........................ 238<br />

7E11 Vrijgave eigenenergieverbr. voor warmwaterbereiding............................... 239<br />

7E12 Vrijgave eigenenergieverbr. voor warmwaterbuffer.................................... 240<br />

7E13 Vrijgave eigenenergieverbr. voor verwarmen............................................. 240<br />

8<br />

Inhoudsopgave<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave<br />

7E21 Verhoging gew. temp. warmwaterbuffer PV............................................... 241<br />

7E22 Verhoging gew. temp. CV-waterbuffer PV PV............................................ 241<br />

7E23 Verhoging gew. kamertemperatuur PV....................................................... 241<br />

Parametergroep tijd<br />

Parametergroep tijd.............................................................................................. 242<br />

7C00 tot 7C06 Automatische omschakeling zomertijd - wintertijd !.................. 242<br />

Parametergroep communicatie<br />

Parametergroep Communicatie........................................................................... 243<br />

7707 Nummer van de warmtepomp in cascade !............................................. 243<br />

7710 Vrijgave communicatiemodule LON !...................................................... 243<br />

7777 LON deelnemersnummer !...................................................................... 243<br />

7779 LON foutmanager !.................................................................................. 244<br />

7798 LON installatienummer !.......................................................................... 244<br />

779C Interval voor gegevensoverdracht via LON !........................................... 244<br />

77FC Bron buitentemperatuur !........................................................................ 245<br />

77FD Buitentemperatuur zenden !................................................................... 245<br />

77FC Bron tijd !................................................................................................. 246<br />

77FF Tijd via LON !.......................................................................................... 246<br />

Parametergroep bediening<br />

Parametergroep bediening................................................................................... 248<br />

8800 Bediening blokkeren !.............................................................................. 248<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Overzicht van de printplaten................................................................................. 249<br />

Aanwijzingen voor de elektrische aansluitingen................................................... 250<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat............................................................................ 250<br />

Rangeerprintplaat................................................................................................. 267<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-G............................................................................... 272<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-G/242-G.................................................................... 275<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-A............................................................................... 277<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-S............................................................................... 280<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-S/242-S.................................................................... 283<br />

Regelaar- en sensorprintplaat.............................................................................. 285<br />

NC-printplaat Vitocal 333-G NC........................................................................... 288<br />

EEV-printplaat [1]................................................................................................. 289<br />

EEV-printplaat [2]................................................................................................. 291<br />

AVI-printplaat ............................................................................................... 295<br />

9


Inhoudsopgave<br />

Inhoudsopgave (vervolg)<br />

Sensoren<br />

Temperatuursensoren.......................................................................................... 298<br />

Temperatuursensoren in buiteneenheid (zonder markering)............................... 299<br />

Druksensoren....................................................................................................... 300<br />

Verklaringen<br />

Conformiteitsverklaring......................................................................................... 301<br />

Index.................................................................................................................... 302<br />

10<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Functieomvang<br />

Deze service<strong>handleiding</strong> omvat volgende<br />

gegevens voor de warmtepompregeling<br />

<strong>Vitotronic</strong> 200, type WO1C<br />

voor <strong>Viessmann</strong> warmtepompen:<br />

■ Functiebeschrijving<br />

■ Regelingsparameters voor de aanpassing<br />

van de warmtepomp aan de<br />

verschillende eisen en bedrijfsvoorwaarden<br />

■ Diagnosemogelijkheden voor CVinstallatie<br />

en koudecircuit<br />

■ Maatregelen voor het verhelpen van<br />

storingen<br />

■ Overzicht over de elektrische aansluitingen<br />

Installatievoorbeelden<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepompen<br />

”Installatievoorbeelden<br />

warmtepompen”.<br />

Type warmtepompen<br />

Voor de markering van de verschillende<br />

warmtepompsoorten worden de volgende<br />

symbolen gebruikt:<br />

: Brine/water-warmtepompen<br />

: Lucht/water-warmtepompen<br />

: Lucht/water-warmtepompen, splituitvoering<br />

Koelcircuitregelaar<br />

In de warmtepompen kunnen verschillende<br />

koelcircuitregelaars zijn gemonteerd.<br />

Het soort ingebouwde koelcircuitregelaar<br />

kan worden opgevraagd aan<br />

de warmtepompregeling (zie ”Systeeminformatie”<br />

op pagina 121).<br />

De functies en het regelgedrag van de<br />

warmtepompregeling worden door de<br />

codeerstekker bij de betreffende warmtepomp<br />

aangepast. Daarom staat niet bij<br />

alle warmtepomptypes de volledige, hier<br />

beschreven functieomvang ter beschikking.<br />

Bovendien beïnvloeden het gekozen<br />

installatieschema en de extra uitrusting<br />

de functies die in de warmtepompregeling<br />

aanwezig zijn.<br />

Een markering van type- of installatiespecifieke<br />

gegevens gebeurt alleen op<br />

die plaatsen waar dat een direct effect<br />

heeft op het gedrag van de warmtepomp<br />

of de CV-installatie.<br />

[1]: Koelcircuitregelaar 1<br />

[2]: Koelcircuitregelaar 2<br />

[3]: Koelcircuitregelaar 3<br />

Inleiding<br />

11


Inleiding<br />

Functieomvang (vervolg)<br />

Inhoud in deze service<strong>handleiding</strong>, die<br />

uitsluitend refereren aan een bepaalde<br />

koelcircuitregelaar, zijn gemarkeerd met<br />

het bijbehorende symbool, bijvoorbeeld<br />

[2].<br />

Instelniveaus<br />

Om foutieve bediening van de warmtepomp<br />

of andere installatiecomponenten<br />

te voorkomen, zijn niet op elk instelniveau<br />

alle menu's beschikbaar. Bijv. de<br />

regelingsparameters kunnen alleen op<br />

het instelniveau van de vakman worden<br />

opgeroepen.<br />

Installatiegebruiker<br />

De bediening gebeurt in het basismenu<br />

en in het uitgebreide menu en is geschikt<br />

voor personen die door de verwarmingsfirma<br />

(vakman) over de bediening van de<br />

verwarmingsinstallatie zijn geïnstrueerd.<br />

■ In het basismenu zijn de basisbedieningsfuncties<br />

en weergaven te vinden.<br />

Bijv. het instellen van de gewenste<br />

ruimtetemperatuur of de keuze van het<br />

werkingsprogramma.<br />

■ Het uitgebreide menu biedt verdergaande<br />

functies zoals bijv. de instelling<br />

van tijdprogramma's. Druk op<br />

voor het oproepen van het uitgebreide<br />

menu.<br />

Vakman<br />

Op dit instelniveau zijn bijkomende functies<br />

en de parameters van<br />

Codeerniveau 1 beschikbaar. Deze worden<br />

met het symbool ! aangeduid.<br />

12<br />

Functies op het instelniveau<br />

”Installatiegebruiker” zie<br />

bedienings<strong>handleiding</strong>.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Instelniveaus (vervolg)<br />

Opmerking<br />

■ Het instelniveau ”Vakman” omvat<br />

eveneens de functies van het instelniveau<br />

”Installatiegebruiker”.<br />

■ De instellingen op het codeerniveau 1<br />

mogen alleen door personen van de<br />

verwarmingsfirma worden uitgevoerd,<br />

die voor <strong>Viessmann</strong> warmtepompen<br />

geschoold zijn.<br />

Codeerniveau 1 oproepen, zie<br />

pagina 172.<br />

Bedieningseenheid<br />

Basismenu<br />

14 °C 21 °C<br />

Aanvoertemperatuur<br />

HK1<br />

40 °C<br />

Een stap terug in het menu of annuleren<br />

van de begonnen instelling.<br />

Cursor-toetsen om in het menu te<br />

bladeren of om waarden in te stellen.<br />

OK Keuze bevestigen of ingevoerde<br />

instelling bewaren.<br />

Inleiding<br />

”Bedieningsinstructies” of extra<br />

informatie m.b.t. het gekozen menu<br />

oproepen.<br />

Uitgebreid menu activeren.<br />

13


Functiebeschrijving<br />

Primaire bron ijsbuffer/solarabsorbeerder<br />

Als alternatief op aardsonden/aardcollectoren<br />

kunnen een ijsbuffer en solarabsorber<br />

als primaire bron voor de<br />

warmtebron worden gebruikt. Hiertoe<br />

moet ”Selectie primaire bron 7030”<br />

op ”1” staan.<br />

Het medium in het ijsbuffer wordt verwarmd<br />

door de aarde eromheen en door<br />

de solarabsorber. De warmtepomp onttrekt<br />

aan het ijsbuffer deze primaire<br />

energie. Wanneer de temperatuur van<br />

het medium daarbij onder het vriespunt<br />

daalt, gebruikt de warmtepomp ook de<br />

kristallisatie-energie. Het ijsbuffer<br />

bevriest van binnen naar en ontdooit<br />

weer van buiten naar binnen.<br />

Als alternatief voor het ijsbuffer kan ook<br />

de solarabsorber direct als primaire bron<br />

dienen. De omschakeling vindt plaats via<br />

een drieweg-omschakelklep.<br />

14<br />

In de koelwerking wordt de aan de<br />

kamers onttrokken warmte-energie aan<br />

het ijsbuffer overgedragen.<br />

Het ijsbuffer wordt verwarmd via de solarabsorber,<br />

wanneer aan alle van de volgende<br />

voorwaarden wordt voldaan<br />

(instelling van de parameters op de<br />

Vitosolic):<br />

■ Temperatuurverschil solarabsorberijsbuffer<br />

> ”ΔTaan”.<br />

■ Absorbertemperatuur > ”Th6aan”.<br />

■ Temperatuur in het ijsbuffer<br />

< ”Twwgew”.<br />

Inschakelvoorwaarden voor primaire bron<br />

Primaire bron KamerverKamerkoe- Temperatuurverschil solarabsorwarminglingber-ijsbuffer<br />

IJsbuffer AAN AAN < 0<br />

Solarabsorber AAN UIT > ”Inschakelhysterese solar-luchtabsorber<br />

7031”<br />

Verdere voorwaarden:<br />

■ Absorbertemperatuur > ”Minimumtemperatuur<br />

voor primaire<br />

bron solarabsorbeerder 7033”<br />

■ en<br />

Primaire ingangstemperatuur ligt<br />

binnen het geldige bereik.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Primaire bron ijsbuffer/solarabsorbeerder (vervolg)<br />

Aanvullend op warmtepomp met<br />

<strong>Vitotronic</strong> 200, type WO1C vereiste elektrische<br />

apparaten:<br />

■ Vitosolic 200:<br />

Temperatuurverschilregeling voor de<br />

verwarming van het ijsbuffer via de<br />

solarabsorber, instelling van de<br />

gewenste temperatuur.<br />

Zomerwerking<br />

Met name in de zomer leiden hoge temperaturen<br />

in het ijsbuffer tot hoge warmteverliezen<br />

in de aarde en daarmee tot<br />

veelvuldig naverwarmen via de solarabsorber.<br />

Om dit te vermijden en de daarmee<br />

verbonden energiekosten voor de<br />

absorberpomp te reduceren, wordt de<br />

maximale temperatuur van het ijsbuffer<br />

in de zomerwerking gereduceerd.<br />

Werking met externe verwarmingstoestel<br />

Wanneer er niet meer voldoende energie<br />

in het ijsbuffer aanwezig is, kan de<br />

externe verwarmingstoestel als alternatieve<br />

energiebron worden ingeschakeld.<br />

Hiertoe kan de bivalentietemperatuur via<br />

de temperatuursensor in het ijsbuffer<br />

worden gemeten. Het rangeren van de<br />

temperatuursensor vindt plaats<br />

met ”Temperatuursensor voor bivalente<br />

werking 7038”.<br />

Functiebeschrijving<br />

■ Uitbreiding AM1:<br />

Omschakeling tussen solarabsorber<br />

en ijsbuffer als primaire bron via een<br />

drieweg-omschakelklep.<br />

■ Uitbreiding ijsbuffer:<br />

Aansturing van drieweg-omschakelklep<br />

en absorberpomp.<br />

De zomerwerking wordt onder de volgende<br />

omstandigheden ingeschakeld:<br />

■ De warmtepomp was op een dag voor<br />

kamerverwarming minder dan ”Min.<br />

pauzetijd zomerwerking 7035”<br />

actief.<br />

■ ”Laatste kalenderweek voor zomerwerking<br />

7036” is nog niet bereikt.<br />

15


Functiebeschrijving<br />

Primaire bron ijsbuffer/solarabsorbeerder (vervolg)<br />

Bewaking van het absorbercircuit<br />

Wanneer een calorimeter in het absorbercircuit<br />

is gemonteerd en deze op de<br />

Vitosolic is aangesloten, kan<br />

met ”Defect absorberpomp 7037” de<br />

bewaking van het absorbercircuit worden<br />

ingeschakeld. Wanneer de hoeveelheid<br />

energie bij actieve aansturing van<br />

de absorberpomp lager wordt dan<br />

1 kWh binnen 6 uur, toont de warmtepompregeling<br />

de storingsmelding ”96<br />

IJsbuffer absorberk.”. In dit geval moet<br />

een controle van het absorbercircuit<br />

plaatsvinden (bijvoorbeeld absorberpomp<br />

defect).<br />

Warmtepomp 2de trap<br />

Enkele warmtepompen kunnen met een<br />

warmtepomp 2e trap worden uitgebreid.<br />

Daarbij gaat het om een separate warmtepomp,<br />

die door de warmtepomp<br />

1e trap wordt gestuurd. De 2e trap heeft<br />

geen eigen warmtepompregeling, maar<br />

een eigen, afzonderlijk geregeld koudecircuit.<br />

16<br />

Als het vereiste vermogen groter is dan<br />

dat van de warmtepomp 1e trap, schakelt<br />

de warmtepompregeling de warmtepomp<br />

2de trap in.<br />

Opdat de warmtepomp 2e trap geoptimaliseerd<br />

kan in- en uitschakelen, moeten<br />

de vermogens van de twee compressoren<br />

bekend zijn.<br />

Parameter Instelling<br />

Compressor 1:<br />

■ ”Vrijgave compressor 5000” ”1”<br />

■ ”Vermogen compressortrap 1 5030” Waarde overeenkomstig<br />

het nominale vermogen van<br />

de warmtepomp 1e trap, zie<br />

typeplaatje.<br />

Compressor 2:<br />

■ ”Vrijgave compressor 5100” ”1”<br />

■ ”Vermogen compressortrap 2 5130” Waarde in overeenstemming<br />

met het nominale vermogen<br />

van de warmtepomp<br />

2e trap, zie typeplaatje.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Warmtepompcascade<br />

Een warmtepompcascade bestaat uit<br />

een hoofdwarmtepomp en maximaal<br />

vier volgwarmtepompen. Elke volgende<br />

warmtepomp heeft een warmtepompregeling.<br />

Hoofdwarmtepomp en volgwarmtepompen<br />

kunnen beiden 2-traps<br />

zijn.<br />

Cascade via LON<br />

In de warmtepompregelingen moeten de<br />

volgende communicatiemodules<br />

(accessoires) zijn ingebouwd:<br />

■ Hoofdwarmtepomp: Communicatiemodule<br />

LON voor cascade-aansturing.<br />

■ Volgende warmtepompen: Communicatiemodule<br />

LON<br />

Afhankelijk van de installatie-uitvoering<br />

kunnen alle warmtepompen van een<br />

cascade via LON met de parameter<br />

”Gebruik warmtepomp in cascade<br />

700C” los van elkaar voor verschillende<br />

functies worden vrijgegeven:<br />

■ Kamer verwarmen/koelen<br />

■ Tapwaterverwarming<br />

■ Zwembadverwarming<br />

Meerdere functies tegelijk zijn mogelijk.<br />

Kamer verwarmen/koelen<br />

Hoofdwarmtepomp en volgende warmtepompen<br />

zijn hydraulisch parallel<br />

geschakeld, waarbij iedere tak een eigen<br />

circulatiepomp heeft.<br />

Hydraulisch installatieschema<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepomp<br />

De hoofdwarmtepomp stuurt de werking<br />

van de warmtepompen binnen de cascade.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Functiebeschrijving<br />

Hydraulische aansluitvarianten hoofdwarmtepomp<br />

en volgende warmtepompen:<br />

■ Parallel met de aanvoer naar de warmwaterboiler:<br />

Iedere volgende warmtepomp heeft<br />

een eigen circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />

die bij aanvraag door<br />

de hoofdwarmtepomp door de volgende<br />

warmtepomp wordt ingeschakeld.<br />

■ Telkens via een eigen driewegomschakelklep”Verwarmen/tapwaterverwarming”<br />

parallel met de aanvoer<br />

naar de warmwaterboiler:<br />

De omschakeling gebeurt afhankelijk<br />

van de aanvraag van de hoofdwarmtepomp<br />

aan de desbetreffende volgende<br />

warmtepomp.<br />

■ Parallel aan een gemeenschappelijk<br />

secundair aanvoercircuit:<br />

De omschakeling wordt verzorgd door<br />

een centrale 3-weg-omschakelklep”Verwarmen/tapwaterverwarming”.<br />

Dit wordt aangestuurd door de<br />

warmtepompregeling van de hoofdwarmtepomp.<br />

17


Functiebeschrijving<br />

Warmtepompcascade (vervolg)<br />

Warmtepomp in LON integreren<br />

Voorbeeld van een warmtepompcascade en Vitocom<br />

18<br />

A<br />

LON<br />

LON<br />

B<br />

A Warmtepompregeling hoofdwarmtepomp<br />

B Warmtepompregeling volgende<br />

warmtepomp<br />

LON<br />

LON<br />

C<br />

C Vitocom<br />

Parameterinstellingen<br />

A B C<br />

”Installatieschema 7000” ”0” tot ”10” ”11” —<br />

”Cascadeaansturing 700A” ”2” ”0” —<br />

”Warmtepompnummer in cascade<br />

(LON) 7707”<br />

— ”1” tot ”4” —<br />

Communicatiemodule LON aanwezig<br />

”Vrijgave communicatiemodule<br />

LON 7710”<br />

”1” ”1” —<br />

”LON installatienummer 7798” ”1” tot ”5” ”1” tot ”5” —<br />

”LON deelnemersnummer 7777”<br />

Hetzelfde nummer mag niet twee<br />

keer worden uitgegeven.<br />

”1” tot ”99” ”1” tot ”99” 1 t/m 99<br />

”LON foutmanager 7779”<br />

”0” of ”1” ”0” of ”1” Toestel is<br />

Er mag slechts één regeling per in-<br />

steeds foutstallatie<br />

als foutmanager worden gecodeerd.manager<br />

”Tijd via LON 77FF” ”2” ”1” Toestel ontvangt<br />

tijd<br />

”Buitentemperatuur via LON<br />

7797”<br />

”2” ”1” —<br />

”Interval voor gegevensoverdracht<br />

via LON 779C”<br />

”20” ”20” —<br />

”Vermogen volgende warmtepomp<br />

700B”<br />

”0” tot ”255” — —<br />

”Gebruik warmtepomp in cascade<br />

700C”<br />

”0” tot ”15” ”0” tot ”15” —<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Warmtepompcascade (vervolg)<br />

”Gewenste aanvoertemperatuur<br />

externe aanvraag 730C”<br />

”Vrijgave 3-weg-omschakelklep<br />

verwarmen/warm water 730D”<br />

Externe functies<br />

De volgende functies zijn mogelijk:<br />

■ Externe aanvraag/externe mengklep<br />

OPEN of regelfunctie<br />

■ Extern omschakelen van de werkingsmodus<br />

■ Extern blokkeren/externe mengklep<br />

DICHT of regelfunctie<br />

Overzicht externe functies<br />

Extern aanvragen Werkingsmodus omschakelen<br />

Aansluiting<br />

Signaal ”Externe aanvraag”:<br />

■ X3.12 / X3.13 op rangeerprintplaat (zie pagina 267)<br />

of<br />

■ Via KM-BUS door volgende toestellen:<br />

– Uitbreiding EA1 (ingang DE3)<br />

– Vitocom<br />

Functiebeschrijving<br />

A B C<br />

— ”0” tot ”700”<br />

0 tot 70°C<br />

—<br />

”0”/”1” ”0”/”1” —<br />

Extern blokkeren<br />

Signaal ”Extern blokkeren”:<br />

■ X3.2 / X3.14 op rangeerprintplaat<br />

(zie pagina<br />

267)<br />

of<br />

■ Via KM-BUS door volgende<br />

toestellen:<br />

– Uitbreiding EA1 (ingang<br />

DE2)<br />

– Vitocom<br />

Opmerking<br />

Het signaal ”Extern blokkeren”<br />

heeft Prioriteit voor<br />

het signaal ”Externe aanvraag”.<br />

19


Functiebeschrijving<br />

Externe functies (vervolg)<br />

Extern aanvragen<br />

Effect van het signaal<br />

Werkingsmodus omschakelen<br />

Extern blokkeren<br />

■ Compressor inschake- Werkingsmodus van vol- ■ Compressor uitschakelen.gendeinstallatiecompolen.<br />

■ Mengklep van de CV-cirnenten voor een bepaalde ■ Mengklep van de CV-circuits<br />

OPEN of regelwer- periode omschakelen: cuits DICHT of regelwerking.<br />

■ CV-circuits<br />

king.<br />

■ Aanvoertemperatuur in ■ CV-waterbuffer<br />

het secundaire circuit op<br />

een vaste gewenste aanvoertemperatuur<br />

regelen<br />

(zie hieronder).<br />

■ Warmwaterboiler<br />

Gewenste aanvoertemperatuur secundair circuit<br />

■ Conform ”Gewenste Hoogste aanvoertempe- Geen instelling gewenste<br />

aanvoertemperatuur ratuur die ontstaat via de waarde<br />

externe aanvraag actueel geldende wer-<br />

730C”<br />

kingsmodus van de instal- Opmerking<br />

of<br />

latiecomponenten. Vorstbescherming is niet<br />

■ Via een analoog span-<br />

gewaarborgd, vrijgegeven<br />

ningssignaal bij ingang<br />

extra verwarmingen wor-<br />

DE3 van de uitbreiding<br />

EA1 (0 tot 10 V komt<br />

overeen met 0 tot 100 °C<br />

in de toestand bij levering).<br />

De hogere waarde wordt<br />

gebruikt.<br />

Parameters<br />

den niet ingeschakeld.<br />

■ ”Installatieschema ■ ”Installatieschema ■ ”Installatieschema<br />

7000” op ”0” tot ”10” 7000” op ”0” tot ”10” 7000” op ”0” tot ”10”<br />

■ ”Werking externe aan- ■ ”Installatiecompo- ■ ”Werking extern blokvraag<br />

op warmtepomp/ nenten bij externe omkeren op warmtepomp/<br />

CV-circuit 7014”<br />

schakeling 7011” CV-circuits 7015”<br />

■ ”Prioriteit externe aan- ■ ”Bedrijfsstatus bij ex- ■ ”Werking extern blokvraag<br />

7019”<br />

terne omschakeling keren op pompen/com-<br />

7012”<br />

■ ”Duur van de externe<br />

omschakeling 7013”<br />

pressor 701A”<br />

20<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Blokkering energiebedrijf<br />

Elektrische lage tarieven bevatten vaak<br />

de overeenkomst dat de elektrische toevoer<br />

voor compressor en CV-waterdoorstroomtoestel<br />

door het energiebedrijf<br />

meermaals per dag mag worden<br />

onderbroken. Het uitschakelsignaal van<br />

het energiebedrijf ontvangt de warmtepompregeling<br />

via aansluitingen X3.6/<br />

X3.7 op de rangeerprintplaat of de<br />

kroonsteentjes (potentiaalvrij contact<br />

noodzakelijk).<br />

Opmerking<br />

Wanneer de stroom van een fotovoltaïsche<br />

installatie voor eigen gebruik wordt<br />

aangewend, mag het uitschakelsignaal<br />

van het energiebedrijf niet zijn aangesloten.<br />

Extra verwarmingen<br />

Als extra verwarming voor de ruimteverwarming<br />

kan een CV-water-doorstroomtoestel<br />

en/of een externe verwarmingstoestel<br />

worden gebruikt. Beide apparaten<br />

worden aangestuurd door de warmtepompregeling.<br />

”Voorrang externe<br />

verwarmingstoestel/CV-water-doorstroomtoestel<br />

7B01 ” legt vast welke<br />

warmtebron de warmtepompregeling bij<br />

verhoogde warmtevraag in de CV-circuits<br />

met voorrang inschakelt.<br />

Externe verwarmingstoestel<br />

De warmtepompregeling maakt de bivalente<br />

werking van de warmtepomp met<br />

een externe verwarmingstoestel mogelijk,<br />

bijvoorbeeld een oliegestookte CVketel.<br />

Functiebeschrijving<br />

Opdat de overige functies van de CVinstallatie<br />

tijdens de blokkering door het<br />

energiebedrijf ter beschikking staan,<br />

mag de spanningstoevoer van de warmtepompregeling<br />

daarbij niet uitgeschakeld<br />

worden. De warmtepompregeling<br />

moet daarom op een niet-blokkeerbare<br />

netaansluiting zijn aangesloten.<br />

Opmerking<br />

Het gebruik van een CV-water-doorstroomtoestel<br />

en/of een externe verwarmingstoestel<br />

is niet mogelijk bij alle<br />

warmtepompen.<br />

21


Functiebeschrijving<br />

Extra verwarmingen (vervolg)<br />

De externe verwarmingstoestel is<br />

hydraulisch zodanig geïntegreerd dat de<br />

warmtepomp ook voor de verhoging van<br />

de retourtemperatuur van de CV-ketel<br />

kan worden gebruikt. De systeemscheiding<br />

gebeurt ofwel met een open-verdeler<br />

of met een CV-waterbuffer.<br />

Voor een optimale werking van de warmtepomp<br />

moet de externe verwarmingstoestel<br />

via een mengklep in de installatieaanvoer<br />

(achter warmwaterbuffer)<br />

worden geïntegreerd. Deze mengklep<br />

wordt aangestuurd door een warmtepompregeling.<br />

Kamerverwarming<br />

Als het langdurig gemiddelde van de buitentemperatuur<br />

beneden de ”Bivalentietemperatuur<br />

externe verwarmingstoestel<br />

7B02” ligt, kan de warmtepompregeling<br />

de externe verwarmingstoestel<br />

inschakelen.<br />

Wanneer een ijsbuffer als primaire bron<br />

ter beschikking staat, kan de externe<br />

verwarmingstoestel ook afhankelijk van<br />

de temperatuur in het ijsbuffer worden<br />

ingeschakeld. Hiertoe moet de bivalentietemperatuur<br />

via de temperatuursensor<br />

in het ijsbuffer worden gemeten<br />

(”Temperatuursensor voor bivalente<br />

werking 7038” op ”1”).<br />

Opmerking<br />

Bij warmtevraag voor vorstbescherming<br />

of bij een defect van de warmtepomp<br />

wordt de externe verwarmingstoestel<br />

ook boven de bivalentietemperatuur<br />

ingeschakeld.<br />

22<br />

Tapwaterverwarming<br />

Zie hoofdstuk ”Tapwaternaverwarming<br />

met extra verwarmingen”.<br />

Veiligheidsfuncties<br />

De warmtepompregeling heeft geen veiligheidsfuncties<br />

voor de externe verwarmingstoestel.<br />

Ter bescherming tegen te hoge aanvoeren<br />

retourtemperaturen van de warmtepomp<br />

moeten twee veiligheidstemperatuurbegrenzers<br />

op de volgende posities<br />

worden aangesloten (schakeldrempel<br />

steeds 70 °C):<br />

■ Aanvoer secundair circuit CV-waterdoorstroomtoestel<br />

(indien aanwezig).<br />

■ Retour secundair circuit (tussen<br />

warmtepomp en CV-waterbuffer).<br />

Beide veiligheidstemperatuurbegrenzers<br />

moeten zodanig zijn aangesloten<br />

dat steeds de externe verwarmingstoestel<br />

en de secundaire pomp worden uitgeschakeld.<br />

Opmerking<br />

Wanneer de retourtemperatuur in het<br />

secundaire circuit tijdens de ”Startvertraging<br />

compressor 5008” 67 °C overschrijdt,<br />

wordt de secundaire pomp niet<br />

ingeschakeld.<br />

Vorstbescherming<br />

Wanneer de ketelwatertemperatuur<br />

onder 5 °C daalt, schakelt de warmtepompregeling<br />

de externe verwarmingstoestel<br />

voor de duur ”Min. looptijd<br />

externe verwarmingstoestel 7B06”<br />

in.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Extra verwarmingen (vervolg)<br />

CV-water-doorstroomtoestel<br />

Als extra warmtebron kan in het secundaire<br />

aanvoercircuit een elektrisch CVwater-doorstroomtoestel<br />

worden geïntegreerd.<br />

Afhankelijk van het type warmtepomp<br />

kan het CV-water-doorstroomtoestel<br />

deel uitmaken van de leveromvang of<br />

moet deze door de installateur worden<br />

geleverd.<br />

Montage<strong>handleiding</strong> CV-waterdoorstroomtoestel<br />

Het CV-water-doorstroomtoestel kan<br />

apart voor de kamerverwarming en voor<br />

de tapwaternaverwarming worden vrijgegeven.<br />

Voor de kamerverwarming<br />

met CV-water-doorstroomtoestel moet<br />

de langdurig gemiddelde buitentemperatuur<br />

lager liggen dan de ”Bivalentietemperatuurverwarmingswaterdoorstroomtoestel<br />

790B”.<br />

Afhankelijk van de warmtevraag schakelt<br />

de warmtepompregeling de trappen<br />

1, 2 of 3 van het CV-water-doorstroomtoestel<br />

in (” Max. vermogen verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

7907”). Zodra de max. aanvoertemperatuur<br />

in het secundaire circuit ”Max.<br />

aanvoertemperatuur verwarmingscircuit<br />

200E” is bereikt, schakelt de warmtepompregeling<br />

het verwarmingswaterdoorstroomtoestel<br />

uit.<br />

Om het volledig opgenomen elektrische<br />

vermogen te begrenzen schakelt de<br />

warmtepompregeling onmiddellijk voor<br />

de start van de compressor het CVwater-doorstroomtoestel<br />

gedurende<br />

enkele seconden uit. Daarna worden alle<br />

trappen na elkaar met een onderlinge<br />

periode telkens 10 s apart ingeschakeld.<br />

Als bij ingeschakeld CV-water-doorstroomtoestel<br />

het verschil tussen aanvoer-<br />

en retourtemperatuur in het secundaire<br />

circuit niet binnen 24 h minstens<br />

1 K stijgt, geeft de warmtepompregeling<br />

een storingsmelding ”AB Verw.waterdoorstromer”.<br />

Tapwaterverwarming<br />

Functiebeschrijving<br />

Zie hoofdstuk ”Tapwaternaverwarming<br />

met extra verwarmingen”.<br />

23


Functiebeschrijving<br />

Extra verwarmingen (vervolg)<br />

Vrijgaven voor ruimteverwarming met extra verwarming<br />

Parameter Externe verwarmingstoestel<br />

24<br />

Verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

”Vrijgave externe verwarmingstoestel 7B00” ”1” —<br />

”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

7900”<br />

— ”1”<br />

”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

voor ruimteverwarming 7902”<br />

— ”1”<br />

Tapwateropwarming<br />

Tapwaterverwarming door de warmtepomp<br />

De tapwaterverwarming door de warmtepomp<br />

is bij levering ten opzichte van<br />

de ruimteverwarming/ruimtekoeling met<br />

voorrang geschakeld.<br />

Een wijziging kan alleen door een door<br />

<strong>Viessmann</strong> gecertificeerde CV-firma<br />

voor warmtepompen worden uitgevoerd.<br />

De warmtepompregeling schakelt tijdens<br />

boilerverwarming de tapwatercirculatiepomp<br />

uit.<br />

Boilerverwarming in- en uitschakelen<br />

Wanneer de temperatuur bij de inschakeltemperatuursensor<br />

met meer<br />

dan ”Hysterese WW-temperatuur<br />

warmtepomp 6007” onder de actueel<br />

gewenste warmwatertemperatuur daalt,<br />

begint het opwarmen van de boiler. De<br />

boilerverwarming eindigt, als de temperatuur<br />

aan de uitschakelsensor boven de<br />

gewenste warmwatertemperatuur stijgt<br />

of zodra ”Max. warmwatertemperatuur<br />

6006” is bereikt.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Tapwateropwarming (vervolg)<br />

Functiebeschrijving<br />

Een boilertemperatuursensor, inbouw in warmwaterboiler boven<br />

Werkingsmodus in het tijdprogramma warm- Eenmalige<br />

watertapwaterver-<br />

”Bovenaan” ”Normaal” ”2de temp.” warming<br />

■ Boilertempe- AAN<br />

ratuursensor UIT, alleen bij warmtepompen zonder geïntegreerde warmwater-<br />

boven boiler en zonder elektrisch verwarmingselement. Een externe<br />

verwarmingstoestel mag niet zijn vrijgegeven voor tapwaterverwarming.<br />

■ Retourtem- — UIT, alleen bij warmtepompen met geïntegreerperatuursensor<br />

secundair<br />

circuit<br />

de warmwaterboiler<br />

Insteltempera- ”Gewenste warmwatertempe- ”Gewenste warmwatertempetuur<br />

voor het<br />

uitschakelen<br />

van de boilerverwarmingratuur<br />

6000”<br />

ratuur 2 600C”<br />

Twee boilertemperatuursensor, inbouw in warmwaterboiler boven en onder<br />

Werkingsmodus in het tijdprogramma warm- Eenmalige<br />

watertapwaterver-<br />

”Bovenaan” ”Normaal” ”2de temp.” warming<br />

■ Boilertempe- AAN AAN AAN AAN<br />

ratuursensor<br />

boven<br />

UIT<br />

■ Boilertemperatuursensor<br />

onder<br />

— UIT UIT UIT<br />

■ Retourtemperatuursensor<br />

secundair<br />

circuit<br />

— — — —<br />

Insteltempera- ”Gewenste warmwatertempe- ”Gewenste ”Gewenste<br />

tuur voor het ratuur 6000”<br />

warmwaterwarmwater- uitschakelen<br />

temperatuurtemperatuur van de boilerverwarming<br />

2 600C” 6000”<br />

25


Functiebeschrijving<br />

Tapwateropwarming (vervolg)<br />

Opmerking<br />

De onderste boilertemperatuursensor<br />

moet met ”Temperatuursensor onder<br />

in warmwaterboiler 600E” worden vrijgegeven.<br />

26<br />

Werkingsstatus<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

”<strong>Vitotronic</strong> 200”<br />

Tapwaternaverwarming met extra verwarmingen<br />

Mogelijke extra verwarmingen:<br />

■ Verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

(afhankelijk van de leveromvang van<br />

het warmtepomptype, accessoire of<br />

door de installateur te leveren)<br />

■ Externe verwarmingstoestel<br />

of<br />

■ Elektrisch verwarmingselement<br />

(afhankelijk van de leveromvang van<br />

het warmtepomptype, accessoire of<br />

door de installateur te leveren) ingebouwd<br />

in de warmwaterboiler<br />

Opmerking<br />

Een elektrisch verwarmingselement<br />

en een externe verwarmingstoestel<br />

kunnen niet tegelijk worden vrijgegeven<br />

voor tapwaternaverwarming.<br />

De extra verwarming wordt ingeschakeld<br />

als de gewenste temperatuur bij de<br />

bovenste boilertemperatuursensor meer<br />

dan ”Hysterese WW-temperatuur<br />

extra verwarming 6008” wordt overschreden.<br />

Het geïntegreerde lastmanagement van<br />

de warmtepompregeling bepaalt welke<br />

extra verwarmingen worden aangevraagd.<br />

De externe verwarmingstoestel<br />

heeft voorrang op het verwarmingswater-doorstroomtoestel.<br />

Opmerking<br />

De externe verwarmingstoestel schakelt<br />

uit, zodra de gewenste waarde bij de<br />

bovenste boilertemperatuursensor met<br />

aftrek van een hysterese van 1 K is<br />

bereikt.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Tapwateropwarming (vervolg)<br />

Vrijgaven voor tapwaternaverwarming<br />

Parameter Verwarmingswaterdoorstroomtoestel<br />

”Vrijgave extra verwarmingen<br />

voor warmwaterbereiding<br />

6014”<br />

”Vrijgave elektrische verwarmingen<br />

voor warmwaterbereiding<br />

6015”<br />

”Vrijgave verwarmingswaterdoorstroomtoestel<br />

7900”<br />

”Vrijgave externe verwarmingstoestel<br />

7B00”<br />

”Vrijgave externe warmtegen.<br />

voor warmwaterbereiding<br />

7B0D”<br />

Vorstbescherming<br />

Als de temperatuur aan de boilertemperatuursensor<br />

onder 3 °C daalt, schakelt<br />

de warmtepompregeling de bijverwarmingen<br />

in:<br />

■ CV-water-doorstroomtoestel (afhankelijk<br />

van de leveromvang van het<br />

warmtepomptype, accessoire of door<br />

de installateur te voorzien).<br />

■ Externe verwarmingstoestel.<br />

■ Elektrisch verwarmingselement<br />

(afhankelijk van het warmtepomptype,<br />

accessoire of door de installateur te<br />

voorzien).<br />

Elektrisch<br />

verwarmingselement<br />

Functiebeschrijving<br />

Externe verwarmingstoestel<br />

— ”1” ”1”<br />

”1” ”1” —<br />

”1” — —<br />

— — ”1”<br />

— — ”1”<br />

Opmerking<br />

Voor de vorstbescherming van de boiler<br />

schakelt de warmtepompregeling de<br />

elektrische verwarmingselementen ook<br />

in wanneer deze niet zijn vrijgegeven<br />

door de tapwaterverwarming (”Vrijgave<br />

elektrische verwarmingen voor<br />

warmwaterbereiding 6015” op ”0”).<br />

De verwarming voor vorstbescherming<br />

eindigt, als de temperatuur bij de bovenste<br />

boilertemperatuursensor boven<br />

10 °C stijgt.<br />

27


Functiebeschrijving<br />

Tapwateropwarming (vervolg)<br />

Tapwaterverwarming door zonne-energie<br />

■ Via de in de warmtepompregeling<br />

geïntegreerde zonneregelingsfunctie<br />

(indien aanwezig).<br />

of<br />

■ Via de externe zonneregeling<br />

Vitosolic.<br />

28<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

”Vitosolic”<br />

■ Geldig voor solarregelingsmodule,<br />

type SM1<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

”solarregelingsmodule,<br />

type SM1”<br />

Geïntegreerde zonneregelingsfunctie<br />

De regeling gebeurt via het temperatuurverschil<br />

tussen collectortemperatuursensor<br />

en boilertemperatuursensor.<br />

Positie van de boilertemperatuursensor:<br />

■ Onder in de warmwaterboiler.<br />

Opmerking<br />

In dat geval is deze temperatuursensor<br />

niet beschikbaar voor andere functies.<br />

of<br />

■ In de zonnecircuitretour.<br />

Opmerking<br />

Zijn beide temperatuursensoren aangesloten,<br />

wordt de hogere waarde<br />

gebruikt.<br />

De zonnecircuitpomp wordt ingeschakeld<br />

als het temperatuurverschil hoger<br />

wordt dan de waarde van parameter<br />

”Inschakelhysterese zonnecircuitpomp<br />

7A02”.<br />

De zonnecircuitpomp wordt volgens de<br />

volgende criteria uitgeschakeld:<br />

■ Het temperatuurverschil is hoger dan<br />

de waarde ”Uitschakelhysterese<br />

zonnecircuitpomp 7A03”.<br />

■ De ”Max. warmwatertemperatuur<br />

6006” is bereikt.<br />

■ Kortsluiting of onderbreking van de<br />

collectortemperatuursensor of boilertemperatuursensor.<br />

Onderdrukking van de naverwarming<br />

van de warmwaterboiler<br />

De ”Warmwatertemperatuur 6000”<br />

wordt tijdens de tapwaterverwarming<br />

door zonne-energie met 5 K verlaagd.<br />

Balancering<br />

Zie parameter ”Debiet zonnecircuit<br />

voor berekening opbrengst zonneenergie<br />

7A07”.<br />

Recirculatie<br />

Als de terugslagklep in het zonnecircuit<br />

defect is, kunnen lage collectortemperaturen<br />

tot ongewenste recirculatie in het<br />

zonnecircuit leiden.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Tapwateropwarming (vervolg)<br />

De weergave van de melding ”A4 terugslagklep”<br />

wordt door het instellen van<br />

de parameter ”Indicatie melding foutieve<br />

circulatie 7A09” geactiveerd.<br />

Warmwaterbuffer/open verdeler<br />

CV-waterbuffer<br />

Bij verwarmingscircuits met mengkleppen<br />

moet een warmwaterbuffer worden<br />

voorzien.<br />

■ Installatieschema 3 tot 10:<br />

CV-waterbuffer is automatisch vrijgegeven.<br />

■ Installatieschema 1 en 2:<br />

CV-waterbuffer moet via ”Vrijgave<br />

boiler/open verdeler 7200” worden<br />

vrijgegeven.<br />

Functies:<br />

■ Overbrugging van de blokkeringen<br />

door het energiebedrijf:<br />

Een warmwaterbuffer voorziet de verwarmingscircuits<br />

ook tijdens die blokkeertijd<br />

van warmte.<br />

■ Voor de hydraulische ontkoppeling<br />

van het debiet in het secundaire circuit<br />

en het CV-circuit. Als bijvoorbeeld het<br />

debiet in de CV-circuits via thermostaatkranen<br />

wordt verlaagd, blijft het<br />

debiet in het secundaire circuit constant.<br />

■ Langere looptijd van de warmtepomp.<br />

Door het grotere watervolume en eventueel<br />

een aparte afsluiting van de verwarmingstoestel<br />

is een extra of een groter<br />

expansievat noodzakelijk.<br />

Het beveiligen van de warmtepomp<br />

gebeurt volgens EN 12828.<br />

Opmerking<br />

Voor de gelijktijdige verwarming van het<br />

CV-waterbuffer en de CV-circuits moet<br />

het secundairzijdige debiet binnen het<br />

buffer opdelen. Daarom moet het debiet<br />

van de secundaire pomp groter zijn dan<br />

het totale debiet van alle CV-pompen.<br />

Open verdeler/verzamelaar<br />

Functiebeschrijving<br />

Voor de hydraulische ontkoppeling van<br />

het debiet in het secundaire circuit en het<br />

verwarmingscircuit.<br />

De warmtepompregeling behandelt een<br />

open verdeler als een klein CV-waterbuffer.<br />

Daarom moet de open verdeler in<br />

de warmtepompregeling als CV-waterbuffer<br />

worden geconfigureerd (”Vrijgave<br />

buffer / open verdeler 7200”).<br />

Opmerking<br />

De lage retourtemperatuur van de CVcircuits<br />

moet liefst volledig worden overgedragen<br />

op de retour van het secundaire<br />

circuit en daarom moet het debiet<br />

van het CV-circuit groter zijn dan het<br />

debiet aan secundaire zijde van de<br />

warmtepomp.<br />

29


Functiebeschrijving<br />

Warmwaterbuffer/open verdeler (vervolg)<br />

Verwarming van warmwaterbuffer met de warmtepomp<br />

Verwarming in- en uitschakelen<br />

Komt de buffertemperatuur ”Hysterese<br />

temperatuur verwarming buffer<br />

7203” onder de actuele gewenste buffertemperatuur,<br />

start de verwarming van<br />

de warmwaterbuffer. De verwarming<br />

eindigt, als de temperatuur bij de uitschakelsensor<br />

boven de gewenste buffertemperatuur<br />

komt of zodra ”Max.<br />

warmwatertemperatuur 7204” is<br />

bereikt.<br />

30<br />

Opmerking<br />

Bij een defect van de buffertemperatuursensor<br />

wordt het verwarmen van de<br />

warmwaterbuffer direct beëindigd.<br />

Werkingsmodus bij tijdprogramma warmwaterbuffer<br />

”Boven” ”Normaal” ”Constante”<br />

■ Buffertempera- AAN AAN AAN<br />

tuursensor UIT, al naargelang — —<br />

■ Retourtempera- welke sensor de UIT UIT<br />

tuursensorse- gewenste tempecundair<br />

circuit ratuur het eerst<br />

heeft bereikt.<br />

Gewenste buffer- Hoogste aanvoertemperatuur van alle ”Temperatuur in<br />

temperatuursensor aangesloten verwarmingscircuits werkingsmodus<br />

waarde, bij bereiken<br />

constante voor<br />

wordt de verwarminguitgeschakeld.<br />

buffer 7202”<br />

Werkingsmodus<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

”<strong>Vitotronic</strong> 200”.<br />

Verwarming van warmwaterbuffer met extra verwarmingen<br />

Als bijverwarming voor de CV-waterbuffer<br />

kan nu alleen het CV-water-doorstroomtoestel<br />

worden gebruikt, omdat<br />

deze hydraulisch in de aanvoer van het<br />

secundair circuit is geïntegreerd.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Warmwaterbuffer/open verdeler (vervolg)<br />

De externe verwarmingstoestel is via<br />

een mengklep in de installatieaanvoer<br />

achter de CV-waterbuffer geïntegreerd,<br />

waardoor de CV-circuits direct worden<br />

verwarmd. Het verwarmen van het CVwaterbuffer<br />

door de externe verwarmingstoestel<br />

vindt bij voorkeur indirect<br />

plaats via de retour van de CV-circuits.<br />

Vorstbescherming<br />

Komt de temperatuur bij de buffertemperatuursensor<br />

onder 3 °C, schakelt de<br />

warmtepompregeling ook het CV-waterdoorstroomtoestel<br />

onmiddellijk in.<br />

Opmerking<br />

Een evt. geactiveerde blokkering van het<br />

verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

voor de ruimteverwarming is niet geldig<br />

(”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

voor ruimteverwarming<br />

7902” naar ”0”).<br />

CV-circuits/koelcircuit<br />

Opmerkingen m.b.t. minimumdebiet<br />

Warmtepompen hebben een minimumdebiet<br />

aan stookwater nodig, dat<br />

steeds moet worden gehandhaafd.<br />

Opmerking<br />

Bij grond/water-warmtepompen moet<br />

ook aan primaire zijde een minimumdebiet<br />

worden gehandhaafd.<br />

Minimumdebiet<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepomp.<br />

Functiebeschrijving<br />

Verwarming van de CV-waterbuffer met<br />

CV-water-doorstroomtoestel, zie<br />

pagina 23.<br />

De verwarming voor vorstbescherming<br />

eindigt, als de temperatuur in de warmwaterbuffer<br />

boven 10 °C stijgt.<br />

Systemen met kleine watervolumes<br />

Om te vaak in- en uitschakelen van de<br />

warmtepomp te voorkomen, moet bij<br />

systemen met kleine watervolumes (bijvoorbeeld<br />

CV-installaties met radiatoren)<br />

een CV-waterbuffer worden<br />

gebruikt.<br />

31


Functiebeschrijving<br />

CV-circuits/koelcircuit (vervolg)<br />

Systemen met grote watervolumes<br />

Bij systemen met grote watervolumes<br />

(bijvoorbeeld vloerverwarmingen) is een<br />

CV-waterbuffer niet nodig. Bij deze CVinstallaties<br />

moet een overstortklep op de<br />

CV-circuitverdeler van de vloerverwarming<br />

worden geïnstalleerd die het verst<br />

van de warmtepomp is verwijderd. Daardoor<br />

is ook bij gesloten radiatorkleppen<br />

het minimumdebiet gegarandeerd.<br />

32<br />

Opmerking<br />

Bij verwarmingscircuits met mengkleppen<br />

moet altijd een warmwaterbuffer<br />

worden gebruikt.<br />

Ruimteverwarming/ruimtekoeling via een verwarmings-/koelcircuit<br />

De warmtepompregeling kan een verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep (VC1)<br />

en max. twee verwarmingscircuits met<br />

mengkleppen (VC2/VC3) aansturen.<br />

Daarbij kan een verwarmingscircuit voor<br />

voor koeling (als verwarmings-/koelcircuit)<br />

worden gebruikt (parameter ”Koeling<br />

7101”).<br />

Opmerking<br />

Is een apart koelcircuit aangesloten, kan<br />

niet via een verwarmingscircuit worden<br />

gekoeld.<br />

Overzicht van de verwarmings-/koelcircuits<br />

CV-/koelcircuit direct aange- via KM-BUS Apart<br />

stuurd aangestuurd koelcir-<br />

A1 M2 M2 M3 cuit<br />

(VC1) (VC2) (VC2) (VC3) SKK<br />

Mengklep – X X X –<br />

Warmtepomp met max. 2 verwarmings-/koelcircuits<br />

X – X – X<br />

Warmtepomp met max. 3 verwarmings-/koelcircuits<br />

X X – X X<br />

Parameters 2xxx 3xxx 3xxx 4xxx 71xx<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

CV-circuits/koelcircuit (vervolg)<br />

Functiebeschrijving<br />

Installatiecomponenten van de verwarmings-/koelcircuits<br />

CV-/koelcircuit direct aange- via KM-BUS Apart<br />

stuurd aangestuurd koelcir-<br />

A1 M2 M2 M3 cuit<br />

(VC1) (VC2) (VC2) (VC3) SKK<br />

Mengklep – X X X –<br />

Uitbreidingsset mengklep<br />

Mengklepmotor<br />

– – X –<br />

■ Aangesloten op warmtepompregeling,<br />

directe aansturing met signaal<br />

230 V~<br />

– X – –<br />

■ Aangesloten op uitbreidingsset<br />

mengklep<br />

Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit<br />

– – X –<br />

■ Aangesloten op warmtepompregeling<br />

(F12)<br />

0 X – –<br />

■ Aangesloten op uitbreidingsset<br />

mengklep<br />

– – X –<br />

Kamertemperatuursensor in Vitotrol<br />

200A/200 RF/300B<br />

0 0 0 –<br />

Kamertemperatuursensor koeling of<br />

in Vitotrol 300B<br />

CV-pomp<br />

– – – X<br />

■ Aangesloten op warmtepomprege- 0 X<br />

– –<br />

ling<br />

(212.2) (225.1)<br />

■ Aangesloten op uitbreidingsset<br />

mengklep<br />

– – X –<br />

CV-waterbuffer 0 X X –<br />

Aanvoertemperatuursensor installatie<br />

(F13)<br />

0 0 0 –<br />

NC-mengklep (onderdeel van de NC-<br />

Box. Bij door installateur geleverde<br />

componenten voor NC-koeling, aansturing<br />

via KM-BUS, uitbreidingsset<br />

mengklep noodzakelijk).<br />

0 0 0 0<br />

Aanvoertemperatuursensor koelcircuit<br />

(F14)<br />

X – – X<br />

Dauwpuntsensor X X X X<br />

33


Functiebeschrijving<br />

CV-circuits/koelcircuit (vervolg)<br />

X aanwezig/noodzakelijk<br />

0 niet noodzakelijk, echter mogelijk<br />

– Niet mogelijk<br />

De warmtepomp ontvangt als warmtevraag<br />

de maximale waarde van de<br />

warmteaanvraag van alle verwarmingscircuits<br />

De aanvoertemperatuur van het<br />

verwarmingscircuits zonder mengklep<br />

wordt daardoor eventueel hoger dan<br />

nodig is.<br />

De warmtepompregeling schakelt<br />

afhankelijk van de buitentemperatuur<br />

om tussen ruimteverwarming/-koeling<br />

en vorstbescherming.<br />

Voor ruimteverwarming/ruimtekoeling<br />

zijn de hiervoor noodzakelijke in- en uitschakelgrenzen<br />

instelbaar als verschil<br />

t.o.v. de gewenste ruimtetemperatuur:<br />

■ Stookgrens:<br />

Gewenste ruimtetemperatuur – ”Temperatuurverschil<br />

voor berekening<br />

van de stookgrens 7003”.<br />

Er volgt ruimteverwarming als werkingsprogramma<br />

”Verwarmen en<br />

warmwater” of ”Verwarmen/koelen<br />

en WW” is ingeschakeld en in het tijdprogramma<br />

een werkingsmodus actief<br />

is. De CV-pomp is permanent ingeschakeld.<br />

34<br />

■ Koelgrens:<br />

Gewenste ruimtetemperatuur + ”Temperatuurverschil<br />

voor berekening<br />

van de koelgrens 7004”.<br />

Er volgt ruimtekoeling via een verwarmings-/koelcircuit<br />

als werkingsprogramma<br />

”Verwarmen/koelen en<br />

WW” is ingeschakeld en in het tijdprogramma<br />

een werkingsmodus actief is.<br />

De verwarmings-/koelcircuitpomp is<br />

permanent ingeschakeld.<br />

Opmerking<br />

De koeling via een apart koelcircuit in<br />

niet afhankelijk van de koelgrens.<br />

■ Vorstbeschermingsgrens:<br />

De vorstbeschermingsfunctie is alleen<br />

actief, als ruimteverwarming door werkingsprogramma<br />

”Alleen warm<br />

water” of ”Uitschakelwerking” is uitgeschakeld<br />

of geen werkingsmodus in<br />

het tijdprogramma actief is (= werkingsmodus<br />

”Standby”).<br />

Om ervoor te zorgen dat korte schommelingen<br />

rond deze grenzen niet leiden<br />

tot een voortdurende omschakeling tussen<br />

ruimteverwarming en ruimtekoeling,<br />

zijn vaste hysterese-waarden opgeslagen.<br />

Bovendien gebruikt de warmtepompregeling<br />

voor de omschakeling het<br />

langdurig gemiddelde van de buitentemperatuur.<br />

Bij vorstbescherming is het veiliger, ook<br />

met korte schommelingen rekening te<br />

houden. Daarom gebruikt de regeling<br />

voor het aan- en uitschakelen van de<br />

vorstbescherming het tijdelijk gemiddelde<br />

van de buitentemperatuur.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

CV-circuits/koelcircuit (vervolg)<br />

Bij een aanwezige ruimtetemperatuursensor<br />

is ook voor de ruimtetemperatuur<br />

een tijdelijk gemiddelde beschikbaar. De<br />

warmtepompregeling gebruikt deze<br />

waarde voor het verhogen van de ruimtetemperatuur<br />

bij weersafhankelijke<br />

regeling of voor ruimtetemperatuurafhankelijke<br />

regeling.<br />

Werkingsstatus voor kamerverwarming/kamerkoeling<br />

Werkingsmodus ”Normaal”<br />

Ruimteverwarming/ruimtekoeling volgt<br />

via ”Ruimtetemperatuur normaal<br />

2000”.<br />

Werkingsmodus ”Verlaagd”<br />

Ruimteverwarming volgt via ”Ruimtetemperatuur<br />

verlaagd 2001”.<br />

Opmerking<br />

Ruimtekoeling is bij deze werkingsmodus<br />

niet mogelijk.<br />

Werkingsmodus ”Constante”<br />

Ruimteverwarming/ruimtekoeling<br />

met ”Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit<br />

200E”/”Min. aanvoertemperatuur<br />

koeling 7103”.<br />

Werkingsmodus ”Stand-by”<br />

Deze werkingsmodus is actief, als er<br />

geen andere werkingsmodus is ingesteld.<br />

Opmerking<br />

Ruimtekoeling is bij deze werkingsmodus<br />

niet mogelijk.<br />

Functiebeschrijving<br />

Ruimteverwarming vindt plaats, als aan<br />

één van de volgende criteria is voldaan:<br />

■ Tijdelijk gemiddelde van de buitentemperatuur<br />

is lager dan de vorstbeschermingsgrens.<br />

■ Kamertemperatuur komt onder 5 °C<br />

(parameter ”Afstandsbediening<br />

2003” op ”1”).<br />

■ Aanvoertemperatuur van de installatie<br />

lager dan 5 °C.<br />

Bij vorstbescherming worden naast de<br />

warmtepomp de CV-pompen en de<br />

secundaire pomp ingeschakeld.<br />

De verwarming bij vorstbescherming<br />

eindigt, als aan alle volgende criteria is<br />

voldaan:<br />

■ Tijdelijk gemiddelde van de buitentemperatuur<br />

is min. 2 K hoger dan de vorstbeschermingsgrens.<br />

■ Kamertemperatuur komt boven 7 °C<br />

(parameter ”Afstandsbediening<br />

2003” op ”1”).<br />

■ Aanvoertemperatuur van de installatie<br />

alger dan de volgende waarden:<br />

: 15 °C<br />

: 10 °C<br />

Opmerking<br />

De vorstbeschermingsgrens is bij levering<br />

1 °C. Een wijziging kan alleen door<br />

een door <strong>Viessmann</strong> gecertificeerde verwarmingsfirma<br />

voor warmtepompen<br />

worden uitgevoerd.<br />

Om te vermijden dat de pompen tijdens<br />

langere werkingspauzes vast gaan zitten,<br />

worden alle door de warmtepompregeling<br />

aangestuurde pompen dagelijks<br />

om 13:00 uur gedurende 10 s ingeschakeld<br />

(pompkick).<br />

35


Functiebeschrijving<br />

CV-circuits/koelcircuit (vervolg)<br />

Weersafhankelijke regeling<br />

De warmtepompregeling bepaalt de<br />

gewenste aanvoertemperatuur uit de<br />

betreffende gewenste aanvoertemperaturen<br />

”Ruimtetemperatuur normaal<br />

2000” of ”Ruimtetemperatuur verlaagd<br />

2001” en de langdurig gemiddelde<br />

buitentemperatuur, volgens de<br />

ingestelde stooklijn/koellijn.<br />

Weersafhankelijke regeling met<br />

kamertemperatuurbeïnvloeding<br />

Ruimtetemperatuursensor is noodzakelijk<br />

De in de afstandsbediening geïntegreerde<br />

ruimtetemperatuursensor wordt<br />

via parameter ”Afstandsbediening<br />

2003” geactiveerd.<br />

Activering van de ruimtetemperatuurbeïnvloeding<br />

via parameter ”Ruimtetemperatuurbeïnvloeding<br />

200B”. De mate<br />

van beïnvloeding van de stooklijn/koellijn<br />

wordt bepaald door parameter<br />

”Invloed ruimtetemperatuurbeïnvloeding<br />

200A”/”Invloed ruimtetemperatuurbeïnvloeding<br />

koelcircuit<br />

7104”.<br />

36<br />

Kamertemperatuurafhankelijke regeling<br />

Opmerking<br />

De omschakeling van een weersafhankelijke<br />

regeling naar een regeling afhankelijk<br />

van de ruimtetemperatuur moet<br />

door een door <strong>Viessmann</strong> gecertificeerde<br />

verwarmingsfirma voor warmtepompen<br />

worden uitgevoerd.<br />

De warmtepompregeling bepaald de<br />

gewenste aanvoertemperatuur uit het<br />

verschil tussen gewenste ruimtetemperatuur<br />

en werkelijke ruimtetemperatuur.<br />

Ruimtetemperatuursensor is noodzakelijk<br />

De in de afstandsbediening geïntegreerde<br />

ruimtetemperatuursensor wordt<br />

via parameter ”Afstandsbediening<br />

2003” geactiveerd.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

CV-circuits/koelcircuit (vervolg)<br />

Ruimtekoeling via afzonderlijk koelcircuit<br />

■ Alleen mogelijk als geen koeling<br />

plaatsvindt via een verwarmingscircuit<br />

(parameter ”Koelcircuit 7101”).<br />

■ Er moet altijd een aparte kamertemperatuursensor<br />

aanwezig zijn:<br />

– Kamertemperatuursensor voor<br />

afstandsbediening (”Afstandsbediening<br />

koelc. 7116”)<br />

of<br />

– Apart op de regeling aangesloten<br />

kamertemperatuursensor (”Rangering<br />

kamertemperatuursensor<br />

apart koelcircuit 7106”).<br />

Ruimteverwarming met extra verwarmingen<br />

Zie ook hoofdstuk ”Extra verwarmingen”<br />

op pagina 21.<br />

Tijdens ruimteverwarming vraagt de verwarmingstoestel<br />

de externe verwarmingstoestel<br />

of het verwarmingswaterdoorstroomtoestel<br />

aan, als tegelijk aan<br />

alle volgende criteria wordt voldaan:<br />

■ Aanvoertemperatuur van de verwarmingcircuits<br />

ligt gedurende meer dan<br />

4 uur onder de gewenste aanvoertemperatuur.<br />

Functiebeschrijving<br />

■ Een afzonderlijk koelcircuit wordt<br />

doorgaand gekoeld, onafhankelijk van<br />

de koelgrens.<br />

■ Voor een apart koelcircuit kan geen<br />

tijdprogramma worden ingesteld.<br />

■ Ruimtetemperatuur ligt bij geactiveerderuimtetemperatuurbeïnvloeding<br />

meer dan 0,5 K onder de<br />

gewenste ruimtetemperatuur.<br />

■ Extra verwarmingen zijn vrijgegeven<br />

voor de ruimteverwarming en aan de<br />

betreffende inschakelcriteria is voldaan:<br />

– Externe verwarmingstoestel: zie<br />

pagina 21.<br />

– CV-water-doorstroomtoestel: zie<br />

pagina 23.<br />

Opmerking<br />

”oorrang externe verwarmingstoestel/verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

7B01” legt vast welke<br />

extra verwarming met voorrang wordt<br />

ingeschakeld voor de ruimteverwarming.<br />

Voor vorstbescherming van de<br />

CV-circuits worden beide bijverwarmingen<br />

tegelijk ingeschakeld.<br />

37


Functiebeschrijving<br />

CV-circuits/koelcircuit (vervolg)<br />

Kamerverwarming met ventilator (toevoerluchtverwarming)<br />

Zie pagina 46.<br />

Koelfuncties<br />

afhankelijk van het warmtepomptype en<br />

de geïnstalleerde accessoires kan<br />

onderscheid worden gemaakt tussen<br />

”natural cooling” (NC) en ”active<br />

cooling” (AC).<br />

38<br />

Nominaal vermogen van de warmtepomp:<br />

■ Tot circa 17 kW:<br />

NC-Box (met of zonder mengklep) of<br />

AC-Box gebruiken.<br />

■ Vanaf circa 17 kW:<br />

Alle voor de koelfunctie noodzakelijke<br />

componenten te leveren door de<br />

installateur.<br />

”natural cooling” (NC):<br />

Grond/water-warmtepomp Lucht/waterwarmtepomp<br />

/<br />

Naar keuze met of zonder mengklep mogelijk.<br />

Temperatuurniveau van de bodem wordt direct overgedragen<br />

aan het koelcircuit. Deze functie is energiebesparend, omdat de<br />

compressor is uitgeschakeld.<br />

Opmerking<br />

Het gebruik van een mengklep voor de koelfunctie is alleen<br />

bij ”natural cooling” mogelijk en houdt vooral bij koelen via vloerverwarmingcircuits<br />

de aanvoertemperatuur boven de dauwpunttemperatuur.<br />

Aansturing<br />

Aansluiten op klem 211.5 op de basisprintplaat (zie pagina<br />

250).<br />

”natural cooling” is<br />

niet mogelijk.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelfuncties (vervolg)<br />

”active cooling” (AC):<br />

Grond/water-warmtepomp Lucht/water-warmtepomp /<br />

Is het koelvermogen van ”natural coo- De koeling gebeurt door het omkeerbare<br />

ling” onvoldoende, schakelt de warm- gebruik van de warmtepomp (omkeren van<br />

tepompregeling de koelfunctie ”active het koelcircuit).<br />

cooling” in.<br />

De compressor is in bedrijf. Het koelvermo-<br />

De compressor is in bedrijf.<br />

gen wordt door modulatie van de warmte-<br />

Bij deze koelfunctie wordt de temperapomp aangepast.<br />

tuur van het in de bodem afgekoelde Beschikt de verwarmingsinstallatie over<br />

warmtedragermedium door de warm- een warmwaterbuffer, moet deze tijdens<br />

tepomp verder verlaagd, voordat het koelwerking door een hydraulische by-<br />

naar het koelcircuit wordt overgedrapass-schakeling worden overbrugd (inbouw<br />

gen. Daarom is een hoger koelvermogen<br />

mogelijk dan bij ”natural cooling”.<br />

van twee 3-weg-omschakelkleppen).<br />

Opmerking<br />

■ Om ervoor te zorgen dat bij ”active<br />

cooling” afname van het hoge koelvermogen<br />

altijd wordt gewaarborgd,<br />

mag voor de koelfunctie geen mengklep<br />

worden gebruikt.<br />

■ ”active cooling” is alleen buiten de<br />

blokkering van het energiebedrijf<br />

mogelijk en moet door de installatiegebruiker<br />

apart worden vrijgegeven.<br />

Vrijgave ”active cooling”<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

”<strong>Vitotronic</strong> 200”<br />

Aansturing<br />

”active cooling”:<br />

Aansluiten op klem 212.1 op de basisprintplaat<br />

(zie pagina 250).<br />

Functiebeschrijving<br />

■ ”active cooling”:<br />

Aansluiten op klem 211.5 op de basisprintplaat<br />

(zie pagina 250).<br />

■ Aansturing 3-weg-omschakelkleppen:<br />

Parallel aansluiten op klem 211.5 op de<br />

basisprintplaat (zie pagina 250).<br />

39


Functiebeschrijving<br />

Koelfuncties (vervolg)<br />

Parameters<br />

■ ”Koelfunctie 7100” bepaalt het type<br />

koeling.<br />

■ Met ”Koelcircuit 7101” wordt het<br />

koelcircuit gekozen.<br />

Zwembadverwarming<br />

De warmtepompregeling ondersteunt<br />

het verwarmen van een zwembad.<br />

Zwembadverwarming heeft t.o.v. de<br />

overige warmteafnemers de laagste prioriteit.<br />

■ Voor de zwembadverwarming wordt<br />

de warmtepomp extern opgevraagd<br />

(door temperatuurregelaar voor<br />

zwembad-temperatuurregeling).<br />

■ Aansturing van de zwembadverwarming<br />

gebeurt via de uitbreiding EA1<br />

met KM-BUS.<br />

Zwembadverwarming in- en uitschakelen<br />

Bij warmtevraag door de temperatuurregelaar<br />

voor de zwembad-temperatuurregeling<br />

kunnen afhankelijk van de<br />

warmtevraag de volgende warmtebronnen<br />

worden ingeschakeld:<br />

■ Warmtepomp 1e en 2e trap<br />

■ Hoofdwarmtepomp en volgende<br />

warmtepompen in cascade<br />

Opmerking<br />

Het verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

en de externe verwarmingstoestel<br />

kunnen niet worden gebruikt voor<br />

zwembadverwarming.<br />

40<br />

■ De gewenste aanvoertemperatuur<br />

voor de zwembadverwarming wordt<br />

als volgt ingesteld:<br />

– ”Gewenste aanvoertemperatuur<br />

externe aanvraag 730C”<br />

of<br />

– Analoog spanningssignaal op de<br />

ingang 0 - 10 V van de uitbreiding<br />

EA1.<br />

De hogere waarde wordt gebruikt.<br />

■ Een filtercirculatiepomp kan niet via<br />

de warmtepompregeling worden aangestuurd.<br />

Tegelijk wordt de 3-weg-omschakelklep<br />

”3-weg-omschakelklep” en de circulatiepomp<br />

ingeschakeld voor de<br />

zwembadverwarming.<br />

De zwembadverwarming eindigt direct<br />

als de warmtevraag vervalt.<br />

Installatievoorbeelden<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepompen<br />

”Installatievoorbeelden<br />

warmtepompen”.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Zwembadverwarming (vervolg)<br />

Aansluiting op de uitbreiding EA1<br />

A<br />

0-10 V f-]A<br />

[{A DE [{S DE [{D DE [{{]<br />

1 2<br />

5 6<br />

3 4<br />

1 2<br />

1 2<br />

E<br />

L1<br />

B<br />

N<br />

H<br />

K<br />

A Uitbreiding EA1<br />

B Netaansluiting 1/N/PE 230 V/50 Hz<br />

C Aftakdoos (door installateur te verzorgen)<br />

D Zekeringen en vermogensrelais<br />

voor de circulatiepomp van de<br />

zwembadverwarming (accessoires)<br />

E Brug<br />

C<br />

D<br />

F G<br />

L1 N<br />

M<br />

1~<br />

Functiebeschrijving<br />

F 3-weg-omschakelklep ”zwembad”<br />

(stroomloos: verwarming warmwaterbuffer)<br />

G Circulatiepomp voor de zwembadverwarming<br />

(accessoire)<br />

H Temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling(spanningsloos<br />

contact, 230 V~; 0,1 A;<br />

accessoires)<br />

K Aansluiting op regelaar- en sensorprintplaat<br />

41


Functiebeschrijving<br />

Zwembadverwarming (vervolg)<br />

Parameters Instelling<br />

”Externe uitbreiding 7010” ”1”<br />

”Zwembad 7008” ”1”<br />

Woningventilatie<br />

Voor de woningventilatie wordt de ventilator<br />

Vitovent 300-F (accessoires) via<br />

Modbus op de warmtepomp aangesloten.<br />

De bediening en parameterinstellingen<br />

voor de woningvntilatie gebeuren<br />

volledig via de warmtepompregeling.<br />

Veranderde regelingsparameters worden<br />

in de warmtepompregeling opgeslagen<br />

en overgedragen aan de in Vitovent<br />

300-F ingebouwde ventilatorregelaar.<br />

Ook de inbedrijfstelling (bijvoorbeeld<br />

functiecontrole) en de diagnose (bijvoorbeeld<br />

installatie-overzicht, meldingen<br />

opvragen) zijn uitsluitend aan de warmtepompregeling<br />

mogelijk.<br />

42<br />

Voor activering van Vitovent 300-F ”Vrijgave<br />

Vitovent 7D00” op ”1” zetten.<br />

Mogelijke functies:<br />

■ Gecontroleerde woningventilatie en -<br />

ontluchting met passief koelen.<br />

■ Toevoerluchtverwarming in combinatie<br />

met een in Vitovent 300-F ingebouwd<br />

hydraulisch naverwarmregister<br />

(ventilatiecircuit).<br />

Gecontroleerde woningventilatie en -ontluchting<br />

Bij de woningventilatie wordt de ventilator<br />

door aanpassing van het ventilatortoerental<br />

op een constant luchtdebiet<br />

geregeld. Het actueel geldende<br />

gewenste luchtdebiet wordt óf via de<br />

werkingsstatus in het tijdprogramma óf<br />

door het kiezen van een werkingsprogramma<br />

of een functie ingesteld.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Woningventilatie (vervolg)<br />

Ventilatietrappen<br />

Weergave in<br />

het basismenu<br />

(ventilatietrap)<br />

Functie/werkingsprogramma<br />

Werkingsstatus<br />

in tijdprog.<br />

Ventilatie<br />

Ventilatie uitgeschakeld of communicatie<br />

onderbroken.<br />

0 ”Uitschakelwerking”<br />

Luchtdebiet<br />

0 m 3 /h<br />

1 ”Spaarwerking” ― 85 m 3 /h<br />

”Basiswerking”<br />

”Vakantieprogramma”<br />

2 ”Ventilatie-automaat” ”Verlaagd” ”Nominaal debiet<br />

toevoerlucht 7D0A”<br />

Toestand bij levering:<br />

120 m 3 /h<br />

3 ”Normaal” ”Bovenste grens nominaal<br />

debiet toevoerlucht<br />

7D0B”<br />

Toestand bij levering:<br />

170 m 3 /h<br />

4 ”Intensief” ”Debiet intensief<br />

”Intensieve werking” ―<br />

Opmerking<br />

Wanneer in het tijdprogramma ventilatie<br />

geen periode actief is, is automatisch<br />

”Basiswerking” actief.<br />

Handleiding ”<strong>Vitotronic</strong> 200,<br />

type WO1C”<br />

Functiebeschrijving<br />

ventileren 7D0C”<br />

Toestand bij levering:<br />

215 m 3 /h<br />

■ De ”Intensieve werking” is begrensd<br />

op ”Duur intensieve werking<br />

7D1B”.<br />

■ Wanneer ”Normaal” in het tijdprogramma<br />

actief is, wordt het luchtdebiet<br />

binnen de grenzen ”Gereduc.”<br />

en ”Intensief” afhankelijk van de volgende<br />

factoren automatisch aangepast:<br />

– Luchtvochtigheid (CO 2-/vochtsensor<br />

vereist, accessoires)<br />

– CO 2-concentratie (CO 2-/vochtsensor<br />

vereist, accessoires)<br />

43


Functiebeschrijving<br />

Woningventilatie (vervolg)<br />

Wanneer passief koelen niet is ingeschakeld,<br />

is de bypass niet actief. De<br />

buitenlucht wordt via de tegenstroomwarmtewisselaar<br />

geleid en neemt de<br />

warmte van de afvoerlucht op.<br />

Afstelling van de debieten van toevoerlucht-<br />

en afvoerluchtzijde<br />

Op basis van de voorwaarden in het<br />

gebouw kan zich een ongewild volumestroomverschil<br />

tussen de toevoerlucht- en<br />

afvoerluchtzijde voordoen, bijvoorbeeld<br />

door verschillende lengtes van de leidingsystemen<br />

buitenlcht/toevoerlucht<br />

en afvoerlucht/uittreelucht.<br />

Opmerking<br />

Voor het bepalen van het debietverschil<br />

moeten de gemeten debieten van alle<br />

toevoerluchtopeningen worden opgeteld<br />

en worden vergeleken met de som van<br />

de debieten van alle afvoerluchtopeningen.<br />

44<br />

<strong>Service</strong><strong>handleiding</strong><br />

”Vitovent 300-F”<br />

Voor het compenseren van een aanwezig<br />

debietverschil kan met ”Aanpassing<br />

regelspanning 7D27” het luchtdebiet<br />

van een ventilator in vergelijking met<br />

anderen permanent worden verhoogd.<br />

Met ”Ventilator voor aanpassing<br />

regelspanning 7D28” wordt vastgelegd,<br />

of de verhoging van het luchtdebiet<br />

moet plaatsvinden voor het toevoerlucht-<br />

of voor de uittreeluchtventilator.<br />

Opmerking<br />

Om disbalansen te vermijden, wordt<br />

tegelijkertijd de regelspanning van de<br />

niet-geselecteerde ventilator op 10 V<br />

minus ”Aanpassing regelspanning<br />

7D27” begrensd. Daarmee verlaagt zich<br />

ook het maximumdebiet overeenkomstig.<br />

Passieve koeling<br />

Bij passieve koeling gebruikt<br />

Vitovent 300-F de buienlucht voor<br />

kamerkoeling<br />

Hiertoe woordt de buitenlucht niet via de<br />

tegenstroomwarmtewisselaar geleid,<br />

maar via de bypass direct in de kamer<br />

gebracht.<br />

Opmerking<br />

■ Afhankelijk van de temperatuuromstnadigheden<br />

zijn slechts geringe<br />

koelvermogens beschikbaar.<br />

■ Tijdens de bypass wordt ventilatietrap<br />

1 ingesteld.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Woningventilatie (vervolg)<br />

Voorwaarden voor passieve koeling<br />

AAN UIT<br />

■ Buitenluchttemperatuur (luchtinvoer ■ Buitenluchttemperatuur (luchtinvoer<br />

warmtewisselaar) < afvoerluchttempe- warmtewisselaar) ≥ afvoerluchttemperatuur<br />

minus 4 K<br />

ratuur minus 3 K<br />

■ en<br />

■ of<br />

Afvoerluchttemperatuur > ”Temp. af- Afvoerluchttemperatuur ≤ ”Temp. afgewerkte<br />

lucht bij stand. ventilatie gewerkte lucht bij stand. ventilatie<br />

7D08” plus 1 K<br />

7D08”<br />

■ en<br />

■ of<br />

Toevoerluchttemperatuur > ”Min. Toevoerluchttemperatuur ≤ ”Min.<br />

toev.luchtt. byp. 7D0F” minus 1,5 K toev.luchtt. byp. 7D0F” minus 1,5 K<br />

■ en<br />

■ of<br />

Buitenluchttemperatuur (luchttoevoer Buitenluchttemperatuur (luchttoevoer<br />

warmtewisselaar) > ”Min. toev.luchtt. warmtewisselaar) ≤ ”Min. toev.luchtt.<br />

byp. 7D0F” plus 1,5 K<br />

byp. 7D0F” plus 1,5 K<br />

Passieve koeling wordt niet ingeschakeld,<br />

wanneer één van de volgende<br />

omstandigheden optreedt (bypass blijft<br />

gesloten):<br />

■ Er vindt kamerverwarming plaats via<br />

een CV-circuit, dat ook de geventileerde<br />

kamers verzorgt (” CV-circuit<br />

voor blokkering bypassklep<br />

7D21”).<br />

Daarmee wordt verhinderd dat via de<br />

CV-/koelcircuits toegevoerde warmte<br />

via de bypass naar buiten wordt<br />

gevoerd.<br />

■ ”Temp. afgewerkte lucht bij stand.<br />

ventilatie 7D08” is minstens 4 K<br />

geringer ingesteld dan ”Kamertemperatuur<br />

Normaal 2000”.<br />

■ Vorstbescherming is actief of er is een<br />

sensorstoring opgetreden.<br />

Functiebeschrijving<br />

Vorstbescherming zonder voorverwarmregister<br />

Opdat de tegenstroomwarmtewisselaar<br />

aan de uittreeluchtzijde niet bevriest,<br />

wordt het toevoerluchtdebiet gereduceerd,<br />

zodra de uittreeluchttemperatuur<br />

lager wordt dan 2 °C. Wanneer de buitenluchttemperatuur<br />

gelijktijdig lager<br />

wordt dan 1 °C, worden beide ventilatoren<br />

uitgeschakeld.<br />

De ventilatoren worden onder de volgende<br />

omstandigheden ingeschakeld:<br />

■ ”Intervaltijd antivries ventileren<br />

7D1A” is afgelopen.<br />

en<br />

■ De buitenluchttemperatuur is hoger<br />

dan 3 °C.<br />

45


Functiebeschrijving<br />

Woningventilatie (vervolg)<br />

Vorstbescherming met elektrisch<br />

voorverwarmregister<br />

Om de frequente reducering van het toevoerluchtdebiet<br />

of het uitschakelen van<br />

de ventilatoren door lage buitenluchttemperaturen<br />

te verminderen, kan een<br />

elektrisch voorverwarmregister (accessoire)<br />

in de buitenluchtleiding worden<br />

gemonteerd. De elektrische aansluiting<br />

vindt plaats aan Vitovent 300-F.<br />

Wanneer de uittreeluchttemperatuur<br />

lager wordt dan de gewenste waarde,<br />

schakelt het voorverwarmregister in. De<br />

stookcapaciteit wordt óf afhankelijk van<br />

de uittreelucht- óf van de buitenluchttemperatuur<br />

geregeld, afhankelijk van<br />

de vraag welke temperatuur verder lager<br />

wordt dan de bijbehorende gewenste<br />

waarde.<br />

Gewenste waarde:<br />

■ Uittreeluchttemperatuur: 2,5 °C<br />

■ Buitenluchttemperatuur: 3,0 °C<br />

Wanneer het voorverwarmregister<br />

10 minuten met 100% stookvermogen in<br />

bedrijf is, wordt onder de volgende<br />

omstandigheden bovendien de ventilatietrap<br />

verlaagd, eventueel tot aan het<br />

uitschakelen van de ventilatoren:<br />

■ Buitenlucht < 2 °C.<br />

of<br />

■ Uittreeluchttemperatuur < 1,5 °C<br />

Toevoerluchtverwarming<br />

Met het monteren van het hydraulische<br />

naverwarmregister (accessoires) kan<br />

Vitovent 300-F worden gebruikt voor toevoerluchtverwarming.<br />

46<br />

Opmerking<br />

Wanneer de ventilatietrap voor vorstbescherming<br />

werd verlaagd, is de regeling<br />

van de CO 2-concentratie en de luchtvochtigheid<br />

(zie pagina 48) niet actief.<br />

Wanneer het elektrisch vermogen van<br />

het voorverwarmregister 10 minuten<br />

lager wordt dan 85%, wordt de ventilatietrap<br />

stapsgewijs verhoogd, tot het<br />

ingestelde niveau is bereikt (zie<br />

pagina 43).<br />

Vereiste vrijgave<br />

Parameters Instelling<br />

”Vrijgave voor- ”1”<br />

verwarmregisterelektrisch<br />

7D01”<br />

Opmerking<br />

Het elektrische voorverwarmregister kan<br />

niet worden gebruikt voor kamerverwarming<br />

(toevoerluchtverwarming).<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Woningventilatie (vervolg)<br />

Vitovent 300-F wordt hydraulisch als CVcircuit<br />

A1/VC1 aangesloten (ventilatie-<br />

CV-circuit). Wanneer in de CV-installatie<br />

geen CV-waterbuffer aanwezig is, moet<br />

het als accessoire verkrijgbare CVwaterbuffer<br />

(25 l) in Vitovent 300-F worden<br />

gemonteerd. Dit CV-waterbuffer<br />

voorziet Vitovent 300-F van warmte, bijvoorbeeld<br />

terwijl de warmtepomp ontdooit.<br />

Opmerking<br />

Wanneer slechts het ventilatie-CV-circuit<br />

A1/VC1 op de warmtepomp is aangesloten<br />

(bijvoorbeeld in passiefhuizen),<br />

moet u het volgende in acht nemen:<br />

■ Stookcapaciteit van de warmtepomp<br />

moet bij de maximale capaciteit van<br />

het naverwarmregister passen.<br />

Anders moet u een CV-waterbuffer<br />

met groter volume gebruiken.<br />

■ De toevoerluchtverwarming kan als<br />

exclusieve warmtebron uitsluitend in<br />

gebouwen met isolatiestandaard worden<br />

gebruikt, bijvoorbeeld in passiefhuizen.<br />

■ In de ”Uitschakelwerking” vindt<br />

geen toevoerluchtopwarming plaats.<br />

Onder de volgende omstandigheden<br />

moet een CV-waterbuffer met groot<br />

volume in de CV-installatie worden<br />

opgenomen (in Vitovent 300-F ingebouwde<br />

CV-waterbuffer is in dit geval<br />

niet vereist):<br />

■ Naast het ventilatie-CV-circuit zijn<br />

andere A1/VC1 zijn andere CV-circuits<br />

aanwezig.<br />

■ Stookcapaciteit van de warmtepomp<br />

is groter dan de maximale capaciteit<br />

van het naverwarmregister.<br />

Functiebeschrijving<br />

De gewenste aanvoertemperatuur van<br />

het CV-circuit in weersafhankelijke werking<br />

volgt dan uit de gewenste kamertemperatuur<br />

(”Kamertemperatuur Normaal<br />

2000” / ”Kamertemperatuur<br />

gereduceerd 2001”) en het langdurig<br />

gemiddelde van de buitentemperatuur<br />

conform de ingestelde stooklijn (zie<br />

pagina 31). Voor de warmteoverdracht<br />

moet de aanvoertemperatuur boven de<br />

toevoerluchttemperatuur liggen en<br />

daarom wordt de uit de stooklijn<br />

bepaalde gewenste aanvoertemperatuur<br />

met 5 K verhoogd.<br />

Opmerking<br />

Om een stofsmeuling en de daarmee<br />

verbonden geurbelasting bij de toevoerluchtverwarming<br />

met Vitovent 300-F te<br />

vermijden, mag de toevoerluchttemperatur<br />

niet hoger worden dan 52 °C.<br />

Begrens hiertoe de gewenste aanvoertemperatuur<br />

van alle CV-circuits op<br />

maximaal 57 °C (”Max. aanvoertemperatuur<br />

verwarmingscircuit 200E,<br />

300E, 400E”).<br />

47


Functiebeschrijving<br />

Woningventilatie (vervolg)<br />

Vereiste instellingen<br />

Parameters Instelling<br />

”Vrijgave naverwarmregister hydrau- ”1”<br />

lisch 7D02”<br />

”Installatieschema 7000” ”1”, ”2”, ”5”, ”6”, ”9”, ”10”<br />

Parameter voor extra installatiecompo- zie volgende hoofdstuk<br />

nenten<br />

Bescherming tegen te hoge temperaturen<br />

Wanneer de buitenluchttemperatuur<br />

hoger wordt dan 50 °C (bijvoorbeeld bij<br />

een defect van het voorverwarmregister),<br />

verhoogt de regeling het ventilatortoerental,<br />

om overtollige warmte af te<br />

voeren. Vanaf 80 °C wordt het maximale<br />

ventilatortoerental ingesteld.<br />

Regeling van de luchtvochtigheid en CO 2-concentratie<br />

Wanneer een CO 2-/vochtsensor op de<br />

Vitovent 300-F is aangesloten, kan de<br />

regeling het luchtdebiet aanpassen,<br />

afhankelijk van de luchtvochtigheid en<br />

de gemeten CO 2-concentratie. Wanneer<br />

de luchtvochtigheid ”Vochtwaarde<br />

voor start ventilator 7D19” en/of de<br />

CO 2-concentratie ”CO2-waarde voor<br />

start ventilator 7D18” overschrijdt,<br />

wordt het luchtdebiet verhoogd. Bij te<br />

lage waarde wordt het debiet verlaagd.<br />

48<br />

Opmerking<br />

Wanneer beide regelingstypen actief<br />

zijn, wordt altijd het hoge debiet ingesteld.<br />

De regelgrenzen zijn de luchtdebieten<br />

van de werkingsstatussen ”Gereduc.”<br />

en ”Intensief”.<br />

Voor deze functie moet in het tijdprogramma<br />

de werkingsstatus ”Normaal”<br />

actief zijn.<br />

Vereiste vrijgaven<br />

Functie Parameters Instelling<br />

Regeling van de luchtvochtigheid<br />

”Vrijgave vochtsensor 7D05” ”1”<br />

Regeling van de CO2-concentra tie<br />

”Vrijgave CO2-sensor 7D06” ”1”<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Fotovoltaïsche techniek<br />

U kunt de door het fotovoltaïsch systeem<br />

opgewekte stroom gebruiken om de<br />

warmtepomp te laten draaien en voor<br />

andere componenten van de CV-installatie<br />

(eigen energievrbruik). Hiertoe<br />

moet de energieteller (accessoire) via<br />

Modbus op de warmtepompregeling zijn<br />

aangesloten.<br />

Voor eigen gebruik van de stroom van<br />

het fotovoltaïsch systeem kunnen de volgende<br />

functies worden vrijgegeven:<br />

■ Tapwateropwarming<br />

■ Verwarming van CV-waterbuffer.<br />

■ Kamerverwarming.<br />

Hiertoe worden naast de compressor<br />

ook de op de warmtepomp aangesloten<br />

componenten voorzien van stroom uit<br />

het fotovoltaïsch systeem (bijvoorbeeld<br />

primaire, secundaire pomp, CV-waterdoorstroomtoestel<br />

enzovoort).<br />

Functiebeschrijving<br />

Voor de optimalisering van het energieverbruik<br />

wordt het regelgedrag van de<br />

warmtepompregeling aangepast;<br />

■ De inschakelpunten van vrijgegeven<br />

functies kunnen op basis van een<br />

behoefteprognose worden worden<br />

vervroegd.<br />

De tijdstippen worden zodanig gekozen<br />

dat voldoende stroom van het<br />

fotovoltaïsch systeem ter beschikking<br />

staat. Hierbij is het mogelijk dat het<br />

verwarmen / koelen van installatiecomponenten<br />

ook buiten de ingestelde<br />

periodes van het tijdprogramma<br />

plaatsvindt.<br />

■ De gewenste temperatuurwaarden<br />

voor de verwarming worden verhoogd<br />

en voor de koeling verminderd. Bovendien<br />

worden de inschakelhysteresen<br />

verminderd.<br />

Daarmee kan meer elektrische energie<br />

van het fotovoltaïsch systeem in de<br />

vorm van thermische energie worden<br />

opgeslagen.<br />

Opmerking<br />

Alle veiligheidsrelevante temperatuurgrenzen,<br />

bijvoorbeeld ”Max. warmwatertemperatuur<br />

6006” gelden ook<br />

bij eigen energieverbruik.<br />

Voorbeeld:<br />

Verhoging gewenste waarde van de<br />

tapwaterverwarming bij eigen energieverbruik.<br />

49


Functiebeschrijving<br />

Fotovoltaïsche techniek (vervolg)<br />

50<br />

K<br />

ϑ A B C D<br />

H<br />

G<br />

A Temperatuurverloop warmwaterboiler<br />

zonder eigen energieverbruik<br />

B Temperatuurverloop warmwaterboiler<br />

met eigen energieverbruik<br />

t<br />

E<br />

F<br />

C ”Gewenste warmwatertemperatuur<br />

6000”<br />

D Aangepaste gewenste warmwatertemperatuur<br />

warmwaterboiler<br />

E Verminderde inschakelhysterese<br />

F ”Hysterese WW-temperatuur<br />

warmtepomp 6007”<br />

G Tapwateropwarming zonder<br />

eigen energieverbruik<br />

H Tapwateropwarming met eigen<br />

energieverbruik<br />

K ”Verhoging gew. temp. warmwaterbuffer<br />

PV 7E21”<br />

Parameter voor vrijgave en aanpassing gewenste waarde<br />

Functie Vrijgave Aanpassing gewenste waarde<br />

Tapwaterop- ”Vrijgave eigenenergieverbr. ―<br />

warming voor gew. WW-temperatuur 2<br />

7E10”<br />

”Vrijgave eigenenergieverbr. ”Verhoging gew. temp. warm-<br />

voor warmwaterbereiding<br />

7E11”<br />

waterbuffer PV 7E21”<br />

Verwarming ”Vrijgave eigenenergieverbr. ”Verhoging gew. temp. CV-wa-<br />

van CV-waterbuffer<br />

voor warmwaterbuffer 7E12” terbuffer PV 7E22”<br />

Kamerverwar- ”Vrijgave eigenenergieverbr. ”Verhoging gew. kamertempeming<br />

voor verwarmen 7E13” ratuur PV 7E23”<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Fotovoltaïsche techniek (vervolg)<br />

Eigen energieverbruik activeren<br />

De optimalisering van het eigen energieverbruik<br />

wordt door de warmtepompenregeling<br />

automatisch geactiveerd, indien<br />

alle volgende voorwaarden van toepassing<br />

zijn:<br />

■ ”Vrijgave eigen energieverbruik PV<br />

7E00” staat op ”1”.<br />

■ Gewenste functie is vrijgegeven (zie<br />

vorige tabel).<br />

Tapwateropwarming<br />

De gewenste temperatuur voor de tapwateropwarming<br />

bij eigen energieverbruik<br />

is ”Gewenste warmwatertemperatuur<br />

6000” + ”Verhoging gew. temp.<br />

warmwaterbuffer PV 7E21”.<br />

De verwarming van de warmwaterboiler<br />

begint, als aan alle volgende voorwaarden<br />

is voldaan:<br />

■ Eigen verbruik is actief (zie vorige<br />

hoofdstuk).<br />

■ De temperatuur in de warmwaterboiler<br />

is een waarde ter grootte van de verminderde<br />

inschakelhysterese lager<br />

dan de aangepaste gewenste temperatuur.<br />

■ De regeling verwacht binnen de volgende<br />

uren een warmteaanvraag van<br />

de warmwaterboiler. Hiertoe worden<br />

gelijke weekdagen statistisch geëvalueerd.<br />

■ Binnen de volgende uren is in<br />

het ”Tijdprog. warm water” minstens<br />

1 periode ingesteld.<br />

Functiebeschrijving<br />

■ Het aan het net geleverde elektrisch<br />

vermogen is over een bepaalde periode<br />

groter dan het elektrisch vermogen<br />

van de warmtepomp.<br />

■ ”Uitschakelmodus” en ”Vakantieprogramma”<br />

zijn niet actief.<br />

De tapwateropwarming met eigenverbruiksoptimalisering<br />

eindigt, als de verhoogde<br />

gewenste temperatuur in de<br />

warmwaterboiler is bereikt.<br />

Opmerking<br />

Wanneer tijdens het opwarmen van de<br />

warmwaterboiler de voorwaarden voor<br />

het eigen energieverbruik niet meer zijn<br />

vervuld (zie pagina 51), wordt de opwarming<br />

voortgezet tot aan het bereiken van<br />

de ”Gewenste warmwatertemperatuur<br />

6000”. Er wordt geen rekening<br />

meer gehouden met het verhogen van<br />

de gewenste temperatuur. Hiertoe worden<br />

de warmtepomp en eventueel vereiste<br />

bijverwarmingen met stroom uit het<br />

net gevoed.<br />

51


Functiebeschrijving<br />

Fotovoltaïsche techniek (vervolg)<br />

Verwarming op gewenste warmwatertemperatuur<br />

2<br />

Met ”Vrijgave eigenenergieverbr.<br />

voor gew. WW-temperatuur 2 7E10”<br />

op ”1” wordt de warmwaterboiler uiterlijk<br />

iedere 7 dagen met stroom van het fotovoltaïsch<br />

systeem volledig opgewarmd<br />

tot ”Gewenste warmwatertemp. 2<br />

600C”.<br />

De verwarming begint, als aan alle volgende<br />

voorwaarden is voldaan:<br />

■ Eigenverbruikoptimalisering is actief<br />

(zie pagina 51).<br />

■ Het dagmaximum aan geleverd elektrisch<br />

vermogen wordt in de volgende<br />

tijd verwacht.<br />

Wanneer het vermogen van de warmtepomp<br />

niet voldoende is, wordt bovendien<br />

het CV-water-doorstroomtoestel<br />

met stroom uit het fotovoltaïsch systeem<br />

ingeschakeld.<br />

Verwarming van CV-waterbuffer<br />

De gewenste temperatuur voor de verwarming<br />

van het CV-waterbuffer wordt<br />

bij eigen energieverbruik verhoogd<br />

met ”Verhoging gew. temp. CV-waterbuffer<br />

PV 7E22”.<br />

De verwarming van het CV-waterbuffer<br />

begint, als aan alle volgende voorwaarden<br />

is voldaan:<br />

■ Eigen energieverbruik is actief (zie<br />

pagina 51).<br />

■ De temperatuur in het CV-waterbuffer<br />

is een waarde ter grootte van de verminderde<br />

inschakelhysterese lager<br />

dan de aangepaste gewenste temperatuur.<br />

52<br />

De verwarming met eigen energieverbruik<br />

eindigt, als ”Gewenste warmwatertemperatuur<br />

2 600C” is bereikt.<br />

Indien aanwezig, vindt het uitschakelen<br />

plaats via de onderste temperatuursensor<br />

(zie pagina 24)<br />

Opmerking<br />

Wanneer tijdens het opwarmen van de<br />

warmwaterboiler de voorwaarden voor<br />

het eigen energieverbruik niet meer zijn<br />

vervuld (zie pagina 51), wordt de opwarming<br />

voortgezet tot aan het bereiken van<br />

de ”Gewenste warmwatertemperatuur<br />

2 600C”. Hiertoe worden de warmtepomp<br />

en eventueel vereiste bijverwarmingen<br />

met stroom uit het net gevoed.<br />

■ De regeling verwacht binnen de volgende<br />

uren een warmteaanvraag van<br />

de CV-circuits. Voor deze prognose<br />

wordt het buitentemperatuurverloop<br />

van de vorige dag geëvalueerd.<br />

■ Binnen de volgende uren is in<br />

het ”Tijdprogramma buffer” minstens<br />

1 periode ingesteld.<br />

De verwarming van het CV-waterbuffer<br />

met eigen energieverbruik eindigt, als de<br />

aangepaste gewenste temperatuur aan<br />

de retourtemperatuursensor decundair<br />

circuit is bereikt.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Fotovoltaïsche techniek (vervolg)<br />

Opmerking<br />

Wanneer tijdens het opwarmen van het<br />

CV-waterbuffer de voorwaarden voor<br />

het eigen energieverbruik niet meer zijn<br />

vervuld (zie pagina 51), wordt de opwarming<br />

voortgezet tot aan het bereiken van<br />

de gewenste temperatuur. Er wordt geen<br />

rekening meer gehouden met het verhogen<br />

van de gewenste temperatuur. Hiertoe<br />

worden de warmtepomp en eventueel<br />

vereiste bijverwarmingen met stroom<br />

uit het net gevoed.<br />

Kamerverwarming<br />

”Kamertemperatuur normaal 2000”<br />

of ”Kamertemperatuur gereduceerd<br />

2001” worden verhoogd met een<br />

waarde ter grootte van ”Verhoging<br />

gew. kamertemperatuur PV 7E23”.<br />

De kamerverwarming begint, als aan<br />

alle volgende voorwaarden is voldaan:<br />

■ Eigenverbruikoptimalisering is actief<br />

(zie pagina 51).<br />

■ Er zijn warmteaanvragen van de CVcircuits<br />

aanwezig.<br />

■ Binnen de volgende uren is in<br />

het ”Tijdprogramma verwarmen”<br />

minstens 1 periode ingesteld.<br />

De kamerverwarming met eigen energieverbruik<br />

wordt uitgeschakeld, wanneer<br />

er geen warmteaanvragen van de<br />

CV-circuits meer aanwezig zijn.<br />

Functiebeschrijving<br />

Opmerking<br />

Wanneer tijdens de kamerverwarming<br />

de voorwaarden voor het eigen energieverbruik<br />

niet meer zijn vervuld, wordt de<br />

opwarming voortgezet. Er wordt geen<br />

rekening meer gehouden met het verhogen<br />

van de gewenste temperatuur. De<br />

warmtepomp en eventueel vereiste bijverwarmingen<br />

worden met stroom uit het<br />

net gevoed.<br />

53


Storingen oplossen<br />

Overzicht<br />

Pagina<br />

Storingen opheffen<br />

Overzicht van de meldingen X X X 56<br />

”Diagnose” ”installatieoverzicht” X X X 112<br />

”?” (”Systeeminformatie”)<br />

”Diagnose” ”Ventilatie”<br />

X X X 121<br />

”Ventilatie: Overzicht” X X X 122<br />

”Ventilatie” X X X 125<br />

”Meldingsoverzicht”<br />

”Diagnose” ”Koelcircuit”<br />

X X X 126<br />

”Koelcircuitregelaar” X X – 130<br />

”Compressordraaiveld” X X – 132<br />

”Compressordraaipad” X X – 133<br />

”Meldingsoverzicht” X X – 134<br />

”Buiteneenheid” – – X 147<br />

”Meldingsstatistiek” – – X 151<br />

”Diagnose” ”Energiebalans” X X X 158<br />

”Diagnose” ”Korte info”<br />

Karakteristieken<br />

X X X 159<br />

Temperatuursensoren X X X 298<br />

Temperatuursensoren buiteneenheid – – X 299<br />

Druksensoren<br />

Printplaten<br />

X X – 300<br />

Basisprintplaat X X X 250<br />

Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat X X X 255<br />

Rangeerprintplaat X X – 267<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-G X – – 272<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-G/242-G X – – 275<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-A – X – 277<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-S – – X 272<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-S/242-S – – X 283<br />

Regelaar- en sensorprintplaat X X X 285<br />

AVI-printplaat – – X 295<br />

NC-printplaat (uitsluitend Vitocal 333-G NC) X – – 288<br />

EEV-printplaat [1] X X – 289<br />

EEV-printplaat [2] – X – 291<br />

Functiecontrole X X X 166<br />

Levertoestand weer herstellen (reset) X X X 173<br />

54<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen<br />

Meldingen opvragen<br />

Bij alle meldingen knippert het bijbehorende<br />

meldingssymbool op het display.<br />

Met OK wordt de meldtekst met meldcode<br />

getoond (zie ”Overzicht van de<br />

meldingen”).<br />

Opmerking<br />

Buitensensor 18<br />

Blokkering door energiebedrijf C5<br />

Bevestigen met OK<br />

Betekenis van de meldingen<br />

Storing ” ”<br />

■ Daarnaast knippert de rode storingsindicator<br />

op de regeling.<br />

■ De installatie is niet meer in normaal<br />

bedrijf, de storing moet zo snel mogelijk<br />

worden verholpen.<br />

■ De aansluiting groepsalarmmelding<br />

wordt geactiveerd.<br />

■ Melding via communicatievoorziening<br />

(bijvoorbeeld Vitocom) mogelijk.<br />

Waarschuwing ” ”<br />

Het apparaat werkt beperkt, de oorzaak<br />

van de waarschuwing moet verholpen<br />

worden.<br />

Opmerking ” ”<br />

Het toestel werkt correct, de opmerking<br />

moet wel worden gerespecteerd.<br />

Meldingen accepteren en geaccepteerde<br />

meldingen weer oproepen<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

”<strong>Vitotronic</strong> 200”<br />

Storingen oplossen<br />

Opmerking<br />

■ Als u een signaalinrichting (bijvoorbeeld<br />

een claxon) heeft aangesloten,<br />

wordt de signaalinrichting door het<br />

accepteren van de storingsmelding<br />

uitgeschakeld.<br />

■ Als de storingen pas op een later tijdstip<br />

kunnen worden verholpen, verschijnt<br />

de storingsmelding de volgende<br />

dag opnieuw en de signaalinrichting<br />

(indien aanwezig) wordt<br />

opnieuw ingeschakeld.<br />

Meldingen in meldingsoverzicht uitlezen<br />

■ De meldingen in het meldingsoverzicht<br />

kunnen niet worden geaccepteerd.<br />

■ De meldingen worden in chronologische<br />

volgorde opgesomd, de laatste<br />

storing staat bovenaan.<br />

■ Er worden maximaal 30 gegevens<br />

opgeslagen.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Meldingsoverzicht”<br />

3. Met OK meer informatie over de<br />

gewenste melding opvragen.<br />

55


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Configuratiefout 03<br />

Waarschuwing opgenomen 02<br />

08 maart 2012 10:28 uur<br />

De configuratie van de installatie<br />

is niet correct.<br />

Verkeerd installatieschema,<br />

56<br />

Verder met<br />

A B<br />

A Meldingscode<br />

B Extra code: Niet bij alle meldungen<br />

aanwezig, verschillende betekenissen,<br />

afhankelijk van de melding<br />

Overzicht van de meldingen<br />

Alle meldingen zijn met een 2-cijferige<br />

code duidelijk gemarkeerd.<br />

02 Datafout basisinst<br />

Opmerking<br />

Het servicemenu blijft zolang actief tot<br />

het met ”<strong>Service</strong> beëindigen?” wordt<br />

gedeactiveerd of er gedurende 30 minuten<br />

geen bediening plaatsvindt.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Toestand bij levering hersteld na vaststellen<br />

van datafout.<br />

Installatie weer configureren.<br />

03 Configuratiefout<br />

Beperkte of geen functie van de warmtepomp<br />

en/of van de CV-installatie.<br />

Extra code aflezen<br />

De extra code bevat meer informatie<br />

(extra meldingen). De extra code telt<br />

twee posities en toont deze extra meldingen<br />

voor iedere positie als hexadecimale<br />

waarde. Uit de hexadecimale<br />

waarde kunt u het aantal extra meldingen<br />

aflezen, volgens de volgende tabel.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Nr. extra Hexadecimale waarde van de extra code<br />

melding 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 A B C D E F<br />

1 — X — X — X — X — X — X — X — X<br />

2 — — X X — — X X — — X X — — X X<br />

4 — — — — X X X X — — — — X X X X<br />

8 — — — — — — — — X X X X X X X X<br />

1. 1. en 2. poisitie van de hexadecimale<br />

extra code aflezen.<br />

2. Aantal extra meldingen uit de vorige<br />

tabel aflezen.<br />

3. Alle extra meldingen uit de volgende<br />

tabel aflezen.<br />

Voorbeeld:<br />

Voor ”03 Configuratiefout” afgelezen<br />

extra code: ”3C”<br />

Uit vorige tabel afgelezen aantal extra<br />

meldingen:<br />

■ 1. positie (”3”): 1 + 2<br />

■ 2. positie (”C”): 4 + 8<br />

Storingen oplossen<br />

Uit volgende tabel afgelezen extra meldingen:<br />

1: Verkeerd installatieschema voor<br />

kamerverwarming...<br />

2: 2: Minimumzuiggasdruk...<br />

4: 4: Cascade via LON is ingesteld<br />

(”Cascadeaansturing LON 700A”<br />

op ”2”), ofwel...<br />

8: 8: Parameter voor circulatiepompen...<br />

57


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Extra meldingen voor configuratiefouten<br />

Extra melding Oorzaak Maatregel<br />

1. Posi- 2. Positietie<br />

1 Verkeerd installatieschema voor kamer- Bijbehorende paraverwarming<br />

via ventilator.<br />

meters controleren<br />

2 Minimumzuiggasdruk hoger ingesteld en aanpassen,<br />

dan minimale lage druk zuiggas. evt.toestand bij le-<br />

4 ”Bivalentietemperatuur externe ververing herstellen<br />

warmingstoestel 7B02” geringer inge- (Reset) en installasteld<br />

dan ”Uitschakelgrens warmtetie weer configurepomp<br />

bivalente werking 7B0F”. ren.<br />

8 Parameter ijsbuffer/solarabsorber niet Als de storingsoor-<br />

correct.<br />

zaak niet kan wor-<br />

■ Verkeerde solarregeling aangegeven den verholpen, een<br />

(”Type solarregeling 7A00”). door <strong>Viessmann</strong> ge-<br />

■ Uitbreiding AM1 niet vrijgegeven certificeerdever- (”Externe uitbreiding 7010”). warmingsfirma voor<br />

■ Koelwaterbuffer is gelijktijdig vrijgege- warmtepompen inven.formeren.<br />

1 Verkeerd installatieschema (bevat niet<br />

ondersteund verwarmingscircuit).<br />

2 Parameter koelcircuit niet correct.<br />

■ Kamertemperatuursensor koelen voor<br />

niet aanwezige afstandsbediening ingesteld.<br />

■ ”Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit<br />

200E” kleiner ingesteld<br />

dan ”Min. aanvoertemperatuur koeling<br />

7103”.<br />

■ Koelen voor niet aanwezig CV-/koelcircuit<br />

ingesteld.<br />

■ Aanvoertemperatuursensor koelcircuit<br />

niet vrijgegeven.<br />

■ ”Active cooling” is ingesteld, ofwel de<br />

warmtepomp niet ondersteund.<br />

4 Cascade via LON is ingesteld (”Cascadeaansturing<br />

LON 700A” op ”2”), ofwel<br />

”Vrijgave communicatiemodule<br />

LON 7710” niet op ”1” staat.<br />

8 Parameter voor circulatiepomp met<br />

PWM-regeling niet correct ingesteld.<br />

58<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

05 Koelcircuit<br />

Extra code Oorzaak Maatregel<br />

Laatste melding uit meldingsoverzicht<br />

06 Koelcircuit 2<br />

Foutmelding van EEV-regelaar<br />

(koelcircuitregeling).<br />

Extra code Oorzaak Maatregel<br />

Laatste melding uit meldingsoverzicht<br />

07 Koelcircuit<br />

Foutmelding van EEV-regelaar<br />

(koelcircuitregeling)<br />

warmtepomp<br />

2e trap (indien aanwezig).<br />

Extra code Oorzaak Maatregel<br />

Laatste melding uit meldingsoverzicht<br />

08 Koelcircuit 2<br />

Melding van EEV-regelaar<br />

(koelcircuitregeling) warmtepomp<br />

1e trap.<br />

Extra code Oorzaak Maatregel<br />

Laatste melding uit meldingsoverzicht<br />

Melding van EEV-regelaar<br />

(koelcircuitregeling) warmtepomp<br />

2e trap<br />

(indien aanwezig).<br />

Storingen oplossen<br />

”Meldingsoverzicht” in ”Diagnose<br />

koelcircuit” opvolgen.<br />

”Diagnose” ”Koelcircuit””Meldingsoverzicht”<br />

opvolgen.<br />

”Diagnose” ”Koelcircuit””Meldingsoverzicht”<br />

opvolgen.<br />

”Diagnose” ”Koelcircuit””Meldingsoverzicht”<br />

opvolgen.<br />

59


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

09 Energiebalans PV<br />

Eigen energieverbruik voor stroom van<br />

fotovoltaïsche installaties niet mogelijk.<br />

Extra code Storing aan de aangesloten energiemeter<br />

Maatregel<br />

Fase 1 Fase 2 Fase 3<br />

”01” X Energiemeter door elektromon-<br />

”02” X<br />

teur laten controleren.<br />

”03” X X<br />

”04” X<br />

”05” X X<br />

”06” X X<br />

”07” X X X<br />

0A Buiteneenheid<br />

Buiteneenheid schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

■ Aantal geregistreerde gebeurtenissen<br />

in de buiteneenheid heeft de melddrempel<br />

overschreden.<br />

0B Buiteneenheid<br />

Buiteneenheid schakelt zich uit, verwarming<br />

gebeurt met bijverwarmingen<br />

(indien aanwezig).<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Buitentemperatuur buiten de begrenzingen<br />

(-15 °C tot +35 °C).<br />

–<br />

60<br />

■ Meldingen van de koelcircuitregeling:<br />

”Diagnose” ”Koelcircuit”<br />

”Meldingsstatistiek” opvolgen.<br />

■ Weergavewaarden van de temperatuur-<br />

en druksensoren: ”Diagnose”<br />

”Koelcircuit” ”Buiteneenheid”<br />

opvolgen.<br />

Eventueel sensoren vervangen.<br />

■ Positie van de codeerschakelaar in de<br />

buiteneenheid controleren.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

0C Buiteneenheid<br />

Geen functiebeïnvloeding.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Opmerking over bedrijfstoestand van de –<br />

buiteneenheid, bijvoorbeeld ontdooien<br />

actief.<br />

0D Test Buiteneenheid<br />

Warmtepomp verwarmt of koelt met constante<br />

aanvoertemperatuur in het secundair<br />

circuit, secundaire pomp wordt ingeschakeld.<br />

Gewenste aanvoertemperatuur voor<br />

test:<br />

■ Koelen 16 °C<br />

■ Verwarmen 30 °C<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Test van de buiteneenheid. Testen eindig automatisch na 60 min.<br />

0E Ventilatietoestel<br />

”Basiswerking” wordt ingeschakeld of<br />

ventilator schakelt uit, afhankelijk van de<br />

storingsoorzaak.<br />

Extra code Oorzaak Maatregel<br />

Laatste melding uit meldingsoverzicht<br />

0F Ventilatietoestel<br />

■ Kortsluiting/onderbreking<br />

temperatuursensoren<br />

ventilator.<br />

■ Registratie CO 2-signaal<br />

gestoord.<br />

■ Communicatie met ventilator<br />

gestoord.<br />

Extra code Oorzaak Maatregel<br />

Laatste melding uit meldingsoverzicht<br />

Melding van de ventilatieregelaar<br />

van het ventilatietoestel.<br />

Storingen oplossen<br />

”Diagnose” ”Ventilatie”<br />

”Meldingsoverzicht” opvolgen.<br />

”Diagnose” ”Ventilatie”<br />

”Meldingsoverzicht” opvolgen.<br />

61


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

10 Buitentemperatuursensor<br />

Werking met buitentemperatuur –40 °C.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting buitentemperatuursensor. Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F0<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

18 Buitentemperatuursensor<br />

Werking met buitentemperatuur –40 °C.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking buitentemperatuursensor. Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F0<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

20 Aanvoersens. secundair<br />

Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor<br />

secundair circuit<br />

plus 5 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit.<br />

21 Retoursens. secundair<br />

Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit<br />

minus 5 K.<br />

62<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

secundair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij stekker F8 of bij<br />

klemmen X25.9/X25.10 controleren<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

secundair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting retourtemperatuursensor secundair<br />

circuit.<br />

22 Retoursens. sec. 2<br />

Gebruik van retourtemperatuursensor<br />

voor warmtepomp 1. trap. Wanneer ook<br />

deze sensor defect is, werking op temperatuur<br />

van de aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit minus 5 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting retourtemperatuursensor secundair<br />

circuit warmtepomp 2e trap (indien<br />

aanwezig).<br />

23 Toevoersens. sec. 2<br />

Gebruik van aanvoertemperatuursensor<br />

voor warmtepomp 1. trap. Wanneer ook<br />

deze sensor defect is, werking op temperatuur<br />

van de aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit plus 5 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting retourtemperatuursensor secundair<br />

circuit warmtepomp 2e trap<br />

(indien aanwezig).<br />

28 Aanvoersens. secundair<br />

Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor<br />

secundair circuit<br />

plus 5 K.<br />

Storingen oplossen<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen<br />

X25.11/X25.12 controleren (zie ”Regelaar-<br />

en sensorprintplaat”); eventueel<br />

sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

secundair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen<br />

X25.13/X25.14 controleren (zie ”Regelaar-<br />

en sensorprintplaat”); eventueel<br />

sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

secundair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij stekker F27 of bij<br />

klemmen X25.19/X25.20 controleren<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

secundair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

63


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit.<br />

29 Retoursens. secundair<br />

Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit<br />

minus 5 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking retourtemperatuursensor<br />

secundair circuit.<br />

2A Retoursens. sec. 2<br />

Gebruik van retourtemperatuursensor<br />

voor warmtepomp 1. trap. Wanneer ook<br />

deze sensor defect is, werking op temperatuur<br />

van de aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit minus 5 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking retourtemperatuursensor<br />

secundair circuit warmtepomp 2e trap<br />

(indien aanwezig).<br />

64<br />

Weerstand (Pt 500A) bij stekkerverbinding<br />

F8 of bij klemmen X25.9/X25.10<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

secundair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen<br />

X25.11/X25.12 controleren (zie ”Regelaar-<br />

en sensorprintplaat”); eventueel<br />

sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

secundair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij stekkerverbinding<br />

F18 of bij klemmen X25.13/X25.14<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

2B Toevoersens. sec. 2<br />

Gebruik van aanvoertemperatuursensor<br />

voor warmtepomp 1. trap. Wanneer ook<br />

deze sensor defect is, werking op temperatuur<br />

van de aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit plus 5 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking retourtemperatuursensor<br />

secundair circuit warmtepomp 2e trap<br />

(indien aanwezig).<br />

30 Aanvoersens. primair<br />

Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor<br />

primair circuit plus<br />

3 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting aanvoertemperatuursensor<br />

primair circuit (luchtinlaat of grondmedium<br />

intrede warmtepomp)<br />

31 Retoursensor primair<br />

Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor<br />

primair circuit<br />

minus 2 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting retourtemperatuursensor primair<br />

circuit (lucht- of grondmediumuitlaat<br />

warmtepomp)<br />

Storingen oplossen<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

secundair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij stekkerverbinding<br />

F27 of bij klemmen X25.19/X25.20<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

primair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen X25.1/<br />

X25.2 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

primair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen X25.3/<br />

X25.4 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

65


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

33 Stookgastemp.sensor<br />

Compressor kan zich uitschakelen vanwege<br />

veranderde koelcircuitomstandigheden.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting stookgastemperatuursensor,<br />

uitsluitend bij warmtepompen zonder<br />

elektronische expansieklep EEV.<br />

34 Stookgastemp.sensor<br />

Compressor kan zich uitschakelen vanwege<br />

veranderde koelcircuitomstandigheden.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting stookgastemperatuursensor<br />

warmtepomp 2. trap, uitsluitend bij warmtepompen<br />

zonder elektronische expansieklep<br />

EEV.<br />

38 Aanvoersens. primair<br />

Werking op temperatuur van de retourtemperatuursensor<br />

primair circuit plus<br />

3 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking aanvoertemperatuursensor<br />

primair circuit (luchtinlaat of grondmedium<br />

intrede warmtepomp).<br />

66<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen<br />

X25.15/X25.16 controleren (zie ”Regelaar-<br />

en sensorprintplaat”); eventueel<br />

sensor vervangen.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen<br />

X25.17/X25.18 controleren (zie ”Regelaar-<br />

en sensorprintplaat”); eventueel<br />

sensor vervangen.<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

primair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen X25.1/<br />

X25.2 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

39 Retoursensor primair<br />

Werking op temperatuur van de aanvoertemperatuursensor<br />

primair circuit<br />

minus 2 K.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking retourtemperatuursensor<br />

primair circuit (luchtuitlaat of grondmedium<br />

uittrede warmtepomp).<br />

3B Stookgastemp.sensor<br />

Compressor kan zich uitschakelen vanwege<br />

veranderde koelcircuitomstandigheden.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking stookgastemperatuursensor,<br />

uitsluitend bij warmtepompen zonder<br />

elektronische expansieklep EEV.<br />

3C Stookgastemp.sensor 2<br />

Compressor warmtepomp 2. trap kan<br />

zich uitschakelen vanwege veranderde<br />

koelcircuitomstandigheden.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking stookgastemperatuursensor<br />

warmtepomp 2. trap, uitsluitend bij<br />

warmtepompen zonder elektronische expansieklep<br />

EEV.<br />

Storingen oplossen<br />

Wanneer de aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

primair circuit gelijktijdig<br />

defect zijn, verschijnt de melding ”A9<br />

Warmtepomp” en de warmtepomp<br />

schakelt zichzelf uit.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen X25.3/<br />

X25.4 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen<br />

X25.15/X25.16 controleren (zie ”Regelaar-<br />

en sensorprintplaat”); eventueel<br />

sensor vervangen.<br />

Weerstand (Pt 500A) bij klemmen<br />

X25.17/X25.18 controleren (zie ”Regelaar-<br />

en sensorprintplaat”); eventueel<br />

sensor vervangen.<br />

67


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

40 Aanvoersensor VC2<br />

Mengklep CV-circuit M2/VC2 gaat<br />

dicht.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting aanvoertemperatuursensor<br />

CV-circuit met mengklep M2/VC2.<br />

41 Aanvoersensor VC3<br />

Mengklep CV-circuit M3/VC3 gaat<br />

dicht.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting aanvoertemperatuursensor<br />

CV-circuit met mengklep M3/VC3.<br />

43 Aanvoersensor installatie<br />

■ Aanvoertemperatuur CV-circuit A1/<br />

VC1 wordt via retourtemperatuursensor<br />

van de warmtepomp geregeld;<br />

geen vorstbescherming voor dit CVcircuit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting aanvoertemperatuursensor<br />

installatie (na warmwaterbuffer).<br />

68<br />

Aanvoertemperatuursensor controleren,<br />

evt. vervangen.<br />

■ Bij direct aangestuurde mengklepmotor:<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker<br />

F12 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”).<br />

■ Bij aansturing met uitbreidingsset met<br />

mengklep:<br />

zie montage<strong>handleiding</strong> uitbreidingsset.<br />

Sensor controleren, evt. vervangen (zie<br />

montage<strong>handleiding</strong> uitbreidingsset met<br />

mengklep).<br />

■ Regeling aanvoertemperatuur externe<br />

verwarmingstoestel: ter vervanging<br />

wordt de temperatuursensor van de<br />

warmwaterbuffer gebruikt.<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F13<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

44 Aanvoersensor koeling<br />

Geen koeling.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting aanvoertemperatuursensor<br />

koelcircuit.<br />

45 Koelp. aanvoert. sensor<br />

Geen koelwerking met koelwaterbuffer.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting aanvoertemperatuursensor<br />

koelwaterbuffer<br />

48 Aanvoersensor VC2<br />

Mengklep CV-circuit M2/VC2 gaat<br />

dicht.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking aanvoertemperatuursensor<br />

CV-circuit met mengklep M2/VC2.<br />

Storingen oplossen<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F14<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) op de sensoraansluiting<br />

van het uitbreidingspakket<br />

mengklep controleren (zie montage<strong>handleiding</strong><br />

uitbreidingspakket mengklep);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Aanvoertemperatuursensor controleren,<br />

evt. vervangen.<br />

■ Bij direct aangestuurde mengklepmotor:<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker<br />

F12 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”).<br />

■ Bij aansturing met uitbreidingsset met<br />

mengklep:<br />

zie montage<strong>handleiding</strong> uitbreidingsset.<br />

69


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

49 Aanvoersensor VC3<br />

Mengklep CV-circuit M3/VC3 gaat<br />

dicht.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking aanvoertemperatuursensor<br />

CV-circuit met mengklep M3/VC3.<br />

4B Aanvoersensor installatie<br />

■ Aanvoertemperatuur CV-circuit A1/<br />

VC1 wordt via retourtemperatuursensor<br />

van de warmtepomp geregeld;<br />

geen vorstbescherming voor dit CVcircuit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking aanvoertemperatuursensor<br />

installatie (na warmwaterbuffer).<br />

4C Aanvoersensor koeling<br />

Geen koeling.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking aanvoertemperatuursensor<br />

koelcircuit.<br />

70<br />

Sensor controleren, evt. vervangen (zie<br />

montage<strong>handleiding</strong> uitbreidingsset met<br />

mengklep).<br />

■ Mengklep externe verwarmingstoestel<br />

opent niet.<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekkerverbinding<br />

F13 controleren (zie ”Regelaaren<br />

sensorprintplaat”); eventueel sensor<br />

vervangen.<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekkerverbinding<br />

F14 controleren (zie ”Regelaaren<br />

sensorprintplaat”); eventueel sensor<br />

vervangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

4D Koelp. aanvoert. sensor<br />

Geen koelwerking met koelwaterbuffer.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking aanvoertemperatuursensor<br />

koelwaterbuffer.<br />

50 Boilersensor boven<br />

■ Wanneer uitsluitend de bovenste temperatuursensor<br />

in de warmwaterboiler<br />

aanwezig is: Geen tapwaterverwarming.<br />

■ Wanneer een extra onderste temperatuursensor<br />

is ingebouwd: Tapewateropwarming<br />

mogelijk, in- en uitschakelen<br />

via deze sensor.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting boilertemperatuursensor boven.<br />

52 Boilersensor onder<br />

■ Wanneer uitsluitend de onderste temperatuursensor<br />

in de warmwaterboiler<br />

aanwezig is: Geen tapwaterverwarming.<br />

■ Wanneer bovendien een bovenste<br />

temperatuursensor is ingebouwd:<br />

Tapewateropwarming mogelijk, in- en<br />

uitschakelen via deze sensor.<br />

Storingen oplossen<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) op de sensoraansluiting<br />

van het uitbreidingspakket<br />

mengklep controleren (zie montage<strong>handleiding</strong><br />

uitbreidingspakket mengklep);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F6<br />

of aan klemmen X25.5/X25.6 controleren<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

71


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting boilertemperatuursensor onder.<br />

54 Boilersensor zonne-energie<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie,<br />

zonnecircuitpomp blijft uitgeschakeld.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting temperatuursensor van de<br />

Vitosolic.<br />

Opmerking<br />

Niet in combinatie met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie.<br />

58 Boilersensor boven<br />

■ Wanneer uitsluitend de bovenste temperatuursensor<br />

in de warmwaterboiler<br />

aanwezig is: Geen tapwaterverwarming.<br />

■ Wanneer een extra onderste temperatuursensor<br />

is ingebouwd: Tapewateropwarming<br />

mogelijk, in- en uitschakelen<br />

via deze sensor.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking boilertemperatuursensor<br />

boven.<br />

72<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F7<br />

of aan klemmen X25.7/X25.8 controleren<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Temperatuursensor van Vitosolic controleren,<br />

evt. vervangen (zie montage- en<br />

service<strong>handleiding</strong> Vitosolic).<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F6<br />

of aan klemmen X25.5/X25.6 controleren<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

5A Boilersensor onder<br />

■ Wanneer uitsluitend de onderste temperatuursensor<br />

in de warmwaterboiler<br />

aanwezig is: Geen tapwaterverwarming.<br />

■ Wanneer bovendien een bovenste<br />

temperatuursensor is ingebouwd:<br />

Tapewateropwarming mogelijk, in- en<br />

uitschakelen via deze sensor.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking boilertemperatuursensor<br />

onder.<br />

5C Boilersensor zonne-energie<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie,<br />

zonnecircuitpomp blijft uitgeschakeld.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking temperatuursensor van de<br />

Vitosolic.<br />

Opmerking<br />

Niet in combinatie met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie.<br />

60 Buffertemp.sensor<br />

Verwarming buffer vindt eenmaal per uur<br />

plaats.<br />

Storingen oplossen<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F7<br />

of aan klemmen X25.7/X25.8 controleren<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Temperatuursensor van Vitosolic controleren,<br />

evt. vervangen (zie montage- en<br />

service<strong>handleiding</strong> Vitosolic).<br />

Uitschakelen van de verwarming, als de<br />

temperatuur aan de retourtemperatuursensor<br />

secundair circuit de gewenste<br />

waarde voor de bufferverwarming<br />

bereikt.<br />

73


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting buffertemperatuursensor. Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F4<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

61 Koelbuffertemp.sensor<br />

Geen koelwerking met koelwaterbuffer.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting buffertemperatuursensor<br />

koelen.<br />

63 Ketelsensor ext. WG<br />

Werkelijke keteltemperatuur wordt op<br />

10 °C gesteld.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting temperatuursensor externe<br />

verwarmingstoestel.<br />

68 Buffertemp.sensor<br />

Verwarming buffer vindt eenmaal per uur<br />

plaats.<br />

74<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F26<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

CV-water-doorstroomtoestel (indien<br />

aanwezig) wordt ingeschakeld.<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F20<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Uitschakelen van de verwarming, als de<br />

temperatuur aan de retourtemperatuursensor<br />

secundair circuit de gewenste<br />

waarde voor de bufferverwarming<br />

bereikt.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking buffertemperatuursensor. Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F4<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

69 Koelbuffertemp.sensor<br />

Geen koelwerking met koelwaterbuffer.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking buffertemperatuursensor<br />

koelen.<br />

63 Keteltemp.sensor ext.<br />

Menger externe verwarmingstoestel<br />

opent volledig na het inschakelen van de<br />

externe verwarmingstoestel.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking temperatuursensor externe<br />

verwarmingstoestel.<br />

70 Ruimtetemp.sensor VC1<br />

■ Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor.<br />

■ Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting ruimtetemperatuursensor<br />

verwarmingscircuit zonder mengklep A1/<br />

VC1.<br />

71 Ruimtetemp.sensor VC2<br />

■ Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor.<br />

■ Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding.<br />

Storingen oplossen<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F26<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F20<br />

controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

■ Geen ruimtetemperatuurregeling.<br />

Afstandsbediening controleren, evt. vervangen<br />

(zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

■ Geen ruimtetemperatuurregeling.<br />

75


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting ruimtetemperatuursensor<br />

CV-circuit met mengklep M2/VC2.<br />

72 Ruimtetemp.sensor VC3<br />

■ Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor.<br />

■ Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting kamertemperatuursensor<br />

CV-circuit met mengklep M3/VC3.<br />

73 Ruimtetemp.sensor SKK<br />

Geen koeling.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Kortsluiting kamertemperatuursensor<br />

koelcircuit.<br />

78 Ruimtetemp.sensor VC1<br />

■ Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor.<br />

■ Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking kamertemperatuursensor<br />

CV-circuit zonder mengklep A1/VC1.<br />

76<br />

Afstandsbediening controleren, evt. vervangen<br />

(zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

■ Geen ruimtetemperatuurregeling.<br />

Afstandsbediening controleren, evt. vervangen<br />

(zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F16<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”) of<br />

aan de afstandsbediening controleren;<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

■ Geen ruimtetemperatuurregeling.<br />

Afstandsbediening controleren, evt. vervangen<br />

(zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

79 Ruimtetemp.sensor VC2<br />

■ Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor.<br />

■ Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking kamertemperatuursensor<br />

CV-circuit met mengklep M2/VC2.<br />

7A Ruimtetemp.sensor VC3<br />

■ Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor.<br />

■ Geen ruimtetemperatuurbeïnvloeding.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking kamertemperatuursensor<br />

CV-circuit met mengklep M3/VC3.<br />

7B Ruimtetemp.sensor SKK<br />

Geen koeling.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Onderbreking ruimtetemperatuursensor<br />

koelcircuit.<br />

Storingen oplossen<br />

■ Geen ruimtetemperatuurregeling.<br />

Afstandsbediening controleren, evt. vervangen<br />

(zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

■ Geen ruimtetemperatuurregeling.<br />

Afstandsbediening controleren, evt. vervangen<br />

(zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker F16<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”) of<br />

aan de afstandsbediening controleren;<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

77


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

90 Zonnemodule sensor 7<br />

Geen aansturing van de op stekker sS<br />

van de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 aangesloten apparaat (circulatiepomp<br />

of drieweg-omschakelklep).<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Kortsluiting temperatuursensor / op<br />

de zonneregelingsmodule, type SM1.<br />

91 Zonnemodule sensor 10<br />

Geen aansturing van de op stekker sS<br />

van de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 aangesloten apparaat (circulatiepomp<br />

of drieweg-omschakelklep).<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Kortsluiting temperatuursensor aÖ op<br />

de zonneregelingsmodule, type SM1.<br />

92 Collectortemp.sensor<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met geïntegreerde zonneregelingsfunctie:<br />

■ Kortsluiting collectortemperatuursensor.<br />

78<br />

■ Sensor / op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 controleren en eventueel<br />

vervangen (zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

zonneregelingsmodule,<br />

type SM1).<br />

■ Sensor aÖ op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 controleren en eventueel<br />

vervangen (zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

zonneregelingsmodule,<br />

type SM1).<br />

■ Weerstand (NTC 20 kΩ) aan stekker<br />

F21 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met Vitosolic:<br />

■ Kortsluiting collectortemperatuursensor<br />

Vitosolic.<br />

93 Retourt.sensor zonnecircuit<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

■ Sensor controleren, evt. vervangen (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met geïntegreerde zonneregelingsfunctie:<br />

■ Kortsluiting retourtemperatuursensor. ■ Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker<br />

F23 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Met Vitosolic:<br />

■ Kortsluiting boilertemperatuursensor<br />

Vitosolic.<br />

94 Boilersensor zonne-energie<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Kortsluiting buffertemperatuursensor<br />

op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1.<br />

Storingen oplossen<br />

■ Sensor controleren, evt. vervangen (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

■ Sensor % op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 controleren en eventueel<br />

vervangen (zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

zonneregelingsmodule,<br />

type SM1).<br />

79


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

96 Ijsbuffer absorberk.<br />

Geen verwarming van het ijsbuffer.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Te geringe of geen warmteoverdracht in<br />

het ijsbuffer.<br />

97 Vitosolic<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

80<br />

■ Hydrauliek absorbercircuit controleren<br />

en eventueel ontluchten, vullen enzovoort.<br />

■ Aansluiting absorbercircuitpomp aan<br />

uitbreiding ijsbuffer controleren, eventueel<br />

absorberpomp vervangen (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong> uitbreiding<br />

ijsbuffer).<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Storingsmeldingen van Vitosolic. Zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic<br />

98 Zonnemodule sensor 7<br />

Geen aansturing van de op stekker sS<br />

van de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 aangesloten apparaat (circulatiepomp<br />

of drieweg-omschakelklep).<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Onderbreking temperatuursensor /<br />

op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1.<br />

■ Sensor / op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 controleren en eventueel<br />

vervangen (zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

zonneregelingsmodule,<br />

type SM1).<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

99 Zonnemodule sensor 10<br />

Geen aansturing van de op stekker sS<br />

van de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 aangesloten apparaat (circulatiepomp<br />

of drieweg-omschakelklep).<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Onderbreking temperatuursensor aÖ<br />

op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1.<br />

9A Collectortemp.sensor<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met interne zonneregelingsfunctie:<br />

■ Onderbreking collectortemperatuursensor.<br />

Met Vitosolic:<br />

■ Onderbreking collectortemperatuursensor<br />

Vitosolic.<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Onderbreking collectortemperatuursensor<br />

zonneregelingsmodule,<br />

type SM1:<br />

Storingen oplossen<br />

■ Sensor aÖ op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 controleren en eventueel<br />

vervangen (zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

zonneregelingsmodule,<br />

type SM1).<br />

■ Weerstand (NTC 20 kΩ) aan stekker<br />

F21 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

■ Sensor controleren, evt. vervangen (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

■ Sensor & op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 controleren en eventueel<br />

vervangen (zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

zonneregelingsmodule,<br />

type SM1).<br />

81


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

9B Retourt.sensor zonnecircuit<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met interne zonneregelingsfunctie:<br />

■ Onderbreking retourtemperatuursensor.<br />

Met Vitosolic:<br />

■ Onderbreking boilertemperatuursensor<br />

Vitosolic.<br />

9C Boil.sens. zon.-energ.<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Onderbreking buffertemperatuursensor<br />

op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1.<br />

82<br />

■ Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker<br />

F23 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

■ Sensor controleren, evt. vervangen (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

■ Sensor % op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 controleren en eventueel<br />

vervangen (zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

zonneregelingsmodule,<br />

type SM1).<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

9E Delta-T-bew. zonnes. Zonne-energie<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Te weinig of geen debiet in het solarcircuit.<br />

of<br />

■ Temperatuurbewaker is actief geworden.<br />

9F Interne fout zonnes.<br />

Geen tapwaterverwarming door zonneenergie.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met zonneregelingsmodule, type SM1:<br />

■ Storing zonneregelingsmodule,<br />

type SM1.<br />

A0 Ventilatie: Filter controleren<br />

Woningventilatie in regelwerking.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

■ Buitenlucht- en luchtafvoerfilter aan het<br />

ventilatietoestel verontreinigd.<br />

■ De laatste filtervervanging was meer<br />

dan 1 jaar geleden.<br />

Storingen oplossen<br />

■ Zonnecircuitpomp sF op de zonneregelingsmodule,<br />

type SM1 controleren<br />

en eventueel vervangen (zie montageen<br />

service<strong>handleiding</strong> zonneregelingsmodule,<br />

type SM1).<br />

■ Zonneregelingsmodule, type SM1 vervangen.<br />

Buitenlucht- en luchtafvoerfilter aan het<br />

ventilatietoestel vervangen, niet reinigen.<br />

83


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

A4 Terugslagklep<br />

Informatie-indicatie, geen functiebeperking.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Met geïntegreerde zonneregelingsfunctie:<br />

Terugslagklep van de zonne-energie-installatie<br />

klemt of is defect.<br />

A6 Secundaire pomp<br />

Verandering van de aanvoertemperatuur<br />

in het secundaire circuit bij kamerverwarming/-koeling<br />

te gering.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Geen debiet in secundaire circuit (secundaire<br />

pomp buiten werking).<br />

A7 Zonnecircuitpomp<br />

Temperatuurverandering in de warmwaterboiler<br />

te laag.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Geen debiet in zonnecircuit (zonnecircuitpomp<br />

buiten werking).<br />

84<br />

■ Terugslagklep controleren, eventueel<br />

vervangen.<br />

■ Eventueel ”Weergave melding foute<br />

circulatie 7A09” op ”0” zetten (niet<br />

aanbevolen).<br />

Spanning op aansluiting 211.2 meten<br />

(zie ”Basisprintplaat”) en secundaire<br />

pomp mechanisch controleren, evt. vervangen.<br />

Spanning op de aansluiting van de zonnecircuitpomp<br />

meten (als zonneregelingsfunctie<br />

geïntegreerd is op aansluiting<br />

212.4). Zonnecircuitpomp controleren,<br />

evt. vervangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

A8 CV-pomp VC1<br />

Temperatuurverhoging in het CV-circuit<br />

zonder mengklep A1/VC1 te gering.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Geen debiet (circulatiepomp buiten werking).<br />

A9 Warmtepomp<br />

Compressor wordt uitgeschakeld.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Storing warmtepomp:<br />

■ Warmtepomp defect.<br />

■ Veiligheidshoogdrukschakelaar is actief<br />

geworden.<br />

■ Volgende gebeurtenissen hebben zich<br />

negenmaal voorgedaan, zonder dat de<br />

compressor daarna voor ”Optimale<br />

looptijd compressor 500A” zonder<br />

gebeurtenis in werking was:<br />

– Hoogdrukgrens overschreden.<br />

– Waarde lager dan laagdrukgrens.<br />

– Stromingsbewaker is actief geworden.<br />

■ Veiligheidsketen is langer dan 24 h onderbroken.<br />

■ Gebeurtenis die leidt tot het uitschakelen<br />

van de buiteneenheid, is langer dan<br />

24 h actief.<br />

■ Fout EEV-regelaar:<br />

■ Temperatuursensoren primaire/secundaire<br />

circuit defect.<br />

Storingen oplossen<br />

Spanning op aansluiting 212.2 meten<br />

(zie ”Basisprintplaat”) en pomp mechanisch<br />

controleren, evt. vervangen.<br />

Verdere meldingen opvragen (zie ”Meldingsoverzicht”),<br />

debiet controleren, motorstromen/motorbeschermingcontroleren,<br />

veiligheidshogedrukschakelaar controleren.<br />

Opmerking<br />

Na verhelpen van storing toestel uit- en<br />

weer inschakelen.<br />

85


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

AA Annuleren ontdooien<br />

86<br />

: Compressor blijft zolang uitgeschakeld<br />

tot de aanvoertemperatuur<br />

in het secundaire circuit<br />

15 °C heeft bereikt. Daartoe worden<br />

eventueel de bijverwarmingen<br />

ingeschakeld (CV-water-doorstroomtoestel<br />

of externe verwarmingstoestel).<br />

: Overstap naar kamerverwarming/<br />

tapwateropwarming.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Aanvoer- of retourtemperatuur in het se-<br />

cundaire circuit bij het ontdooien te gering.<br />

! Opgelet<br />

Bij te geringe temperatuur in het<br />

secundaire circuit kan de condensor<br />

bevriezen of kan er een<br />

grote hoeveelheid ijs aan de verdamper<br />

ontstaan.<br />

Foutmelding pas accepteren,<br />

wanneer de aanvoertemperatuur<br />

in het secundaire circuit<br />

15 °C heeft bereikt.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

AB Verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

Verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

wordt niet ingeschakeld.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Storing CV-water-doorstroomtoestel<br />

(toestel defect, veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

is geactiveerd of geen temperatuurverhoging<br />

binnen 24 h).<br />

AC Uitschakeling compressor<br />

Compressor van de buiteneenheid wordt<br />

ter vermijding van een gevaarlijke<br />

bedrijfstoestand permanent uitgeschakeld.<br />

Storingen oplossen<br />

Gevaar<br />

Het aanraken van spanning voerende<br />

onderdelen kan door elektrische<br />

stroom tot ernstige verwondingen<br />

leiden.<br />

Voor aanvang werkzaamheden<br />

het toestel spanningvrij schakelen.<br />

■ Netaansluiting, verbindingskabel en<br />

stekker van het verwarmingswaterdoorstroomtoestel<br />

controleren.<br />

■ Aanstuursignaal verwarmingswaterdoorstroomtoestel<br />

op de aansluitingen<br />

211.3 (trap 1, zie ”Basisprintplaat”) en<br />

224.4 (trap 2, zie ”Uitbreidingsprintplaat”)<br />

meten, veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

(STB) controleren, evt. ontgrendelen,verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

controleren.<br />

Montage<strong>handleiding</strong> CV-waterdoorstroomtoestel<br />

Verwarming alleen met extra verwarmingen<br />

mogelijk.<br />

87


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Door een te laag debiet in het secundaire<br />

circuit bij het ontdooien of koelen is de<br />

temperatuur aan de condensor te ver gedaald.<br />

AD Mengklep verwarmen/WW<br />

Geen omschakeling tussen verwarming<br />

en tapwaterverwarming.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

3-weg-omschakelklep ”verwarmen/tapwaterverwarming”<br />

defect.<br />

AE Boilersens. boven/onder<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Bovenste en onderste temperatuursensor<br />

in warmwaterboiler verwisseld.<br />

88<br />

■ Spanning op aansluiting 211.2 meten<br />

(zie ”Basisprintplaat”) en secundaire<br />

pomp mechanisch controleren, evt.<br />

vervangen.<br />

■ Maatregel om weer in bedrijf te stellen:<br />

/ : Warmtepomp uit- en weer inschakelen.<br />

: Melding bevestigen.<br />

Werking 3-weg-omschakelklep controleren<br />

(zie ”Functiecontrole”)<br />

Spanning op aansluiting 211.4 meten<br />

(zie ”Basisprintplaat”), 3-weg-omschakelklep<br />

evt. vervangen.<br />

Geen maatregel nodig. De warmtepompregeling<br />

verwisselt de sensoren intern.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

AF Boilerlaadpomp<br />

Temperatuurverandering in de warmwaterboiler<br />

te laag.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

■ Circulatiepomp voor de boilerverwarming<br />

is defect.<br />

■ Circulatiehoeveelheid in het boilerlaadsysteem<br />

te gering, boilerlaadpomp of 2weg-klep<br />

van het boilerlaadsysteem<br />

defect.<br />

B0 Toestelherkenning<br />

Warmtepomp komt niet in werking.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Fout herkenning toestelvariant, verkeerde<br />

codeerstekker of printplaten defect.<br />

Storingen oplossen<br />

■ Circulatiepomp voor boilerverwarming:<br />

Spanning op aansluiting 211.4 meten<br />

(zie ”Basisprintplaat”) en pomp mechanisch<br />

controleren, evt. vervangen.<br />

■ Boilerlaadpomp/2-weg-klep:<br />

Spanning op aansluiting 224.6 meten<br />

(zie ”Uitbreidingsprintplaat”) en pomp/<br />

klep mechanisch controleren, evt. vervangen.<br />

■ Codeerstekker controleren (zie ”Regelaar-<br />

en sensorprintplaat”), evt. vervangen.<br />

■ Printplaten controleren, evt. vervangen.<br />

Opmerking<br />

Na verhelpen van storing toestel uit- en<br />

weer inschakelen.<br />

89


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

B4 AD-omvormer<br />

Warmtepomp komt niet in werking.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Interne fout ADC (analoog-digitaal-omvormer,<br />

referentie), vlakkabel tussen sensor-<br />

en basisprintplaat defect of printplaten<br />

defect.<br />

B5 Hardware<br />

Warmtepomp komt niet in werking.<br />

90<br />

Printplaat controleren, evt. in de volgende<br />

volgorde vervangen: Regelaar- en sensorprintplaat,<br />

basisprintplaat.<br />

Opmerking<br />

Na het verhelpen van de storing het toestel<br />

eenmaal uit- en weer inschakelen.<br />

Extra<br />

code<br />

Oorzaak Maatregel<br />

DF Storing Flash-geheugen basisprint- Basisprintplaat vervangen (zie ”Baplaat.sisprintplaat”).<br />

BF Communicatiemodule<br />

Geen communicatie via LON.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

■ Verkeerde communicatiemodule LON.<br />

■ Verkeerde bedrading in de LON<br />

C2 Voedingsspanning<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Fout van de voedingsspanning, compressor<br />

of fasenbewaker defect.<br />

■ Communicatiemodule LON vervangen.<br />

■ Bedrading in de LON controleren en<br />

eventueel corrigeren.<br />

Aansluitingen, voedingsspanning, fasen<br />

controleren, fasenbewaker controleren.<br />

Het schakelsignaal kan op de aansluiting<br />

215.2 worden gemeten.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

C5 Blokk. energiebedrijf<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Blokkering energiebedrijf actief (geactiveerd<br />

door energiebedrijf).<br />

C9 koelcircuit (SHD)<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Storing koelcircuit warmtepomp 1e trap:<br />

■ Veiligheidshoogdrukschakelaar is actief<br />

geworden.<br />

■ Motorbeveiliging (thermorelais) compressor<br />

is geactiveerd.<br />

■ Temperatuurschakelaar startweerstand<br />

(Klixon) is actief geworden.<br />

■ Afzonderlijke motorbeveiliging compressor<br />

(indien aanwezig) is geactiveerd.<br />

Storingen oplossen<br />

Geen maatregel nodig.<br />

Indien melding blijft, aansluitingen eerst<br />

op klem X3.7 (voeding) dan op klem X3.6<br />

(230 V~)controleren. (Zie ”Rangeerprintplaat”/”kroonsteentjes”).<br />

■ Aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

primaire en secundaire circuit controleren.<br />

■ Primaire en secundaire circuit op druk<br />

en doorstroming controleren (zie ook<br />

melding ”A9 Warmtepomp”).<br />

■ Warmtepomp door koeltechnicus laten<br />

controleren.<br />

Het schakelsignaal kan op de aansluiting<br />

215.4 worden gemeten (zie ”Basisprintplaat”).<br />

Opmerking<br />

Na verhelpen van storing toestel uit- en<br />

weer inschakelen.<br />

91


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

CA Beveiliging primair<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Storing primair circuit:<br />

■ : Drukbewaker/vorstbeveiligingsthermostaat<br />

primair circuit is geactiveerd.<br />

■ : Thermobeveiliging primaire pomp<br />

warmtepomp 1e trap of gemeenschappelijke<br />

primaire pomp.<br />

■ : Voedingsspanning ventilator foutief.<br />

■ : Ventilator blokkeert of defect.<br />

■ / : Dauwpuntsensor of vorstbeveiligingsthermostaat<br />

koeling is geactiveerd.<br />

92<br />

■ Veiligheidselementen aan klem X3.8<br />

en X3.9 controleren (zie ”Rangeerprintplaat”/kroonsteentjes),<br />

in installaties<br />

zonder veiligheidselementen brug tussen<br />

X3.9/X3.8 controleren.<br />

■ Dauwpuntsensor aan stekker F11 controleren<br />

(zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel dauwpuntsensor vervangen.<br />

Opmerking<br />

Wanneer een dauwpuntsensor voor<br />

koeling wordt gebruikt (bijvoorbeeld<br />

dauwpuntsensor 230 V~, controleer<br />

dan op X3.9/X3.8 of dauwpuntsensor<br />

24 V―, aansluiting op NC-box), brug<br />

op stekker F11.<br />

■ : Thermorelais primaire bron ontgrendelen,<br />

primaire pomp controleren, evt.<br />

vervangen.<br />

■ : Elektrische aansluitingen aan de<br />

ventilator controleren, ventilator mechanisch<br />

controleren.<br />

Het schakelsignaal kan op de aansluiting<br />

215.3 worden gemeten (zie ”Basisprintplaat”).<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

CB Aanvoertemp. primair<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Min. primaire temperatuur (grondmedium-/luchtinlaat)<br />

te laag.<br />

CC Codeerstekker<br />

Warmtepomp komt niet in werking.<br />

■ : Primair circuit op doorstroming controleren.<br />

■ : Buitentemperatuur buiten de toepassingsgrenzen,<br />

geen maatregel nodig.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Codeerstekker kan niet worden gelezen. ■ Codeerstekker controleren:<br />

Warmtepomp uitschakelen en controleren<br />

of codeerstekker correct is aangesloten,<br />

evt. opnieuw aansluiten.<br />

Indien controle zonder succes, codeerstekker<br />

vervangen.<br />

■ Regelaar- en sensorprintplaat controleren,<br />

evt. vervangen.<br />

CF Communicatiemodule<br />

Geen communicatie via LON.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Communicatiemodule LON niet ingestoken<br />

of defect.<br />

Storingen oplossen<br />

Componenten evt. in de volgende volgorde<br />

vervangen:<br />

■ Communicatiemodule LON.<br />

■ Regelaar- en sensorprintplaat.<br />

93


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

D1 Compressor, veiligh.<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Compressorstoring warmtepomp 1e trap:<br />

■ Thermorelais compressor of veiligheidselement<br />

softstarter massieve as<br />

(indien aanwezig) is geactiveerd.<br />

■ Afzonderlijke motorbeveiliging op de<br />

compressor (indien aanwezig) is geactiveerd.<br />

■ Temperatuurschakelaar startweerstand<br />

(Klixon) is actief geworden.<br />

94<br />

■ Thermorelais op de compressor ontgrendelen,<br />

instelling van het thermorelais<br />

controleren, toestand aan de regeling<br />

herstellen (”Basisinstelling”).<br />

■ Elektrische aansluitingen van de compressor<br />

controleren, wikkelweerstand<br />

van de compressormotor meten. Fasenvolgorde<br />

van de compressor controleren.<br />

■ Het schakelsignaal (van thermorelais,<br />

aparte motorbeveiliging) kan op de<br />

aansluiting 215.7 worden gemeten<br />

(zie ”Basisprintplaat”).<br />

Opmerking<br />

Bij oververhitting geeft de interne motorbeveiliging<br />

de compressor pas na 1 tot 3<br />

uur weer vrij.<br />

■ Eventueel startweerstand of softstarter<br />

massieve as (indien aanwezig) vervangen,<br />

compressor door koeltechnicus laten<br />

controleren.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

D3 Lage druk<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Lage druk storing warmtepomp 1e trap:<br />

■ Warmtepomp defect.<br />

■ Primaire pomp defect.<br />

■ Lage druk schakelaar is geactiveerd.<br />

■ Lagedruksensor heeft fout gemeld of is<br />

defect.<br />

Storingen oplossen<br />

■ Warmtepomp door koeltechnicus laten<br />

controleren.<br />

■ Manometer, primaire pomp en blokkeerinrichtingen<br />

controleren.<br />

■ Lagedruksensor, kabel en EEV-printplaat<br />

controleren, evt. vervangen.<br />

Het signaal van stekker aYH (onderdeel<br />

van het veiligheidscircuit, zie montageen<br />

service<strong>handleiding</strong> warmtepomp) kan<br />

aan aansluiting 215.5 worden gemeten<br />

(zie ”Basisprintplaat”).<br />

Toestand bij levering:<br />

■ Toestellen met laagdruksensor:<br />

brug aanwezig tussen klemmen<br />

116.3/116.4. Signaal moet er permanent<br />

op staan.<br />

■ Toestellen met laagdrukschakelaar:<br />

geen brug aanwezig tussen klemmen<br />

116.3/116.4. Als er een drukschakelaar<br />

is geactiveerd, is er geen signaal aanwezig.<br />

95


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

D4 Hoge regeldruk<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Hogedrukstoring:<br />

■ Lucht in het verwarmingscircuit.<br />

■ Secundaire pomp of CV-pomp geblokkeerd.<br />

■ Condensor vervuild.<br />

■ Hogedruksensor defect.<br />

96<br />

■ Verwarmingscircuit ontluchten.<br />

■ Installatiedruk controleren.<br />

■ Secundaire pomp en CV-pompen controleren.<br />

■ Verwarmingscircuits spoelen.<br />

■ Verlaag de gewenste warmwater-temperatuur<br />

in de warmwaterboiler (”Gewenste<br />

warmwatertemp. 6000”, ”2e<br />

gewenste warmwater- temperatuur<br />

600C”) met circa 2 tot 3 °C.<br />

Bij apparaten zonder druksensoren, bijvoorbeeld<br />

Vitocal 222-G kan het signaal<br />

aan 116.1/116.2 worden gemeten (stekker<br />

aYH in de kabelboom of in de schakelkast<br />

van de warmtepomp).<br />

Opmerking<br />

Een hogedrukstoring kan in zeldzame gevallen,<br />

bijvoorbeeld bij de tapwaterverwarming,<br />

optreden.<br />

Bij opeenvolgende gevallen moeten de<br />

warmtepomp en de parametrering van<br />

het koelcircuit worden gecontroleerd.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

D6 Stromingsbewaker<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Stromingsbewaker detecteert geen debiet.<br />

:<br />

■ Bronpomp controleren.<br />

■ Primair circuit controleren.<br />

Storingen oplossen<br />

/ :<br />

■ Debiet in het secundaire circuit controleren.<br />

■ Secundaire pomp controleren.<br />

Indien geen stromingsbewaking aanwezig,<br />

brug tussen X3.3/X3.4 monteren<br />

(zie ”Rangeerprintplaat”).<br />

Het signaal kan op aansluiting 216.3<br />

(zie ”Basisprintplaat”) of op de klemmen<br />

X3.3/X3.4 tegen X2.N worden gemeten.<br />

97


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

DA Compressor 2, veiligh.<br />

Compressor warmtepomp 2e trap schakelt<br />

zichzelf uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Compressorstoring warmtepomp 2e trap:<br />

■ Thermorelais compressor of veiligheidselement<br />

softstarter massieve as<br />

(indien aanwezig) is geactiveerd.<br />

■ Afzonderlijke motorbeveiliging op de<br />

compressor (indien aanwezig) is geactiveerd.<br />

■ Temperatuurschakelaar startweerstand<br />

(Klixon) is actief geworden.<br />

■ Fasenbewaker heeft fout herkend of is<br />

defect.<br />

98<br />

■ Thermorelais op de compressor ontgrendelen,<br />

instelling aan het thermorelais<br />

controleren, toestand van de regeling<br />

herstellen (”Basisinstelling”).<br />

■ Elektrische aansluitingen van de compressor<br />

controleren, wikkelweerstand<br />

van de compressormotor meten. Fasenvolgorde<br />

van de compressor controleren.<br />

■ Het schakelsignaal (van thermorelais,<br />

aparte motorbeveiliging) kan op de<br />

aansluiting 214.5 worden gemeten<br />

(zie ”Basisprintplaat”).<br />

Opmerking<br />

Bij oververhitting geeft de interne motorbeveiliging<br />

de compressor pas na 1 tot 3<br />

uur weer vrij.<br />

■ Eventueel startweerstand of softstarter<br />

massieve as (indien aanwezig) vervangen,<br />

compressor door koeltechnicus laten<br />

controleren.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

DB koelcircuit (SHD) 2<br />

Compressor warmtepomp 2e trap schakelt<br />

zichzelf uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Storing koelcircuit warmtepomp 2e trap<br />

(indien aanwezig):<br />

■ Hogedruk-veiligheidsschakelaar is geactiveerd<br />

■ Motorbeveiliging (thermorelais) compressor<br />

is geactiveerd.<br />

■ Temperatuurschakelaar startweerstand<br />

(Klixon) is actief geworden.<br />

■ Afzonderlijke motorbeveiliging compressor<br />

(indien aanwezig) is geactiveerd.<br />

Storingen oplossen<br />

■ Aanvoer- en retourtemperatuursensoren<br />

primaire en secundaire circuit controleren.<br />

■ Primaire en secundaire circuit op druk<br />

en doorstroming controleren (zie ook<br />

melding ”A9 Warmtepomp”).<br />

■ Warmtepomp door koeltechnicus laten<br />

controleren.<br />

Het schakelsignaal kan op de aansluiting<br />

214.2, 214.4 worden gemeten (zie ”Basisprintplaat”).<br />

Opmerking<br />

Na verhelpen van storing toestel uit- en<br />

weer inschakelen.<br />

99


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

DC Lage druk 2<br />

Compressor warmtepomp 2e trap schakelt<br />

zichzelf uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Lagedrukstoring warmtepomp 2e trap<br />

(indien aanwezig):<br />

■ Warmtepomp defect.<br />

■ Primaire pomp defect.<br />

■ Lagedruksensor heeft fout gemeld of is<br />

defect.<br />

100<br />

■ Warmtepomp door koeltechnicus laten<br />

controleren.<br />

■ Manometer, primaire pomp en blokkeerinrichtingen<br />

controleren.<br />

■ Lagedruksensor, kabel en EEV-printplaat<br />

controleren, evt. vervangen.<br />

Het signaal van stekker aYH kan op de<br />

aansluiting 214.3 worden gemeten<br />

(zie ”Basisprintplaat”).<br />

Toestand bij levering:<br />

■ Toestellen met laagdruksensor:<br />

brug aanwezig tussen klemmen<br />

116.3/116.4. Signaal moet er permanent<br />

op staan.<br />

■ Toestellen met laagdrukschakelaar:<br />

geen brug aanwezig tussen klemmen<br />

116.3/116.4. Als er een drukschakelaar<br />

is geactiveerd, is er geen signaal aanwezig.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

DD Standaard hogedruk 2<br />

Compressor warmtepomp 2e trap schakelt<br />

zichzelf uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Hogedrukstoring warmtepomp 2e trap<br />

(indien aanwezig):<br />

■ Lucht in het verwarmingscircuit.<br />

■ Secundaire pomp of CV-pomp geblokkeerd.<br />

■ Condensor vervuild.<br />

■ Hogedruksensor defect.<br />

DE Beveilig prim pomp/klep 2<br />

Compressor warmtepomp 2e trap schakelt<br />

zichzelf uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Storing primair circuit:<br />

■ Drukbewaker/vorstbeveiligingsthermostaat<br />

is geactiveerd.<br />

■ Thermobeveiliging primaire pomp<br />

warmtepomp 2e trap (indien aanwezig)<br />

■ Fasenbewaker heeft fout herkend of is<br />

defect.<br />

Storingen oplossen<br />

■ Verwarmingscircuit ontluchten.<br />

■ Installatiedruk controleren.<br />

■ Secundaire pomp en CV-pompen controleren.<br />

■ Verwarmingscircuits spoelen<br />

Opmerking<br />

Een hogedrukstoring kan in zeldzame gevallen,<br />

bijvoorbeeld bij de tapwaterverwarming,<br />

optreden.<br />

Bij opeenvolgende gevallen moet de<br />

warmtepomp en de parametrering van<br />

het koelcircuit worden gecontroleerd.<br />

■ Veiligheidselementen (vorstbescherming,<br />

druk grondmedium, vorstbescherming<br />

AC-box) aan rangeerprintplaat,<br />

klem X3.9 en X3.8 controleren<br />

(zie ”Rangeerprintplaat”), in installaties<br />

zonder veiligheidselementen brug tussen<br />

X3.9/X3.8 controleren.<br />

■ Thermorelais primaire bron ontgrendelen,<br />

primaire pomp controleren, evt.<br />

vervangen.<br />

Het schakelsignaal kan op de aansluiting<br />

214.1 worden gemeten (zie ”Basisprintplaat”).<br />

101


Storingen oplossen<br />

Meldingen (vervolg)<br />

E0 LON-deelnemer<br />

Geen communicatie via LON met de<br />

deelnemer.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

LON-deelnemer is uitgevallen of verbinding<br />

is gestoord.<br />

E1 Ext. verwarmingstoestel<br />

Warmtepompregeling kan externe verwarmingstoestel<br />

niet inschakelen.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

■ Storing externe verwarmingstoestel.<br />

■ Kortsluiting/onderbreking keteltemperatuursensor<br />

externe verwarmingstoestel.<br />

E2 volg-warmtepomp<br />

Warmtepompregeling kan volgende<br />

warmtepomp niet inschakelen.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Storing van een volgende warmtepomp<br />

van de cascade.<br />

EE KM-bus deelnemer<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Communicatie met een KM-BUS-deelnemer<br />

niet mogelijk.<br />

102<br />

■ Storingsgeheugen van gestoorde deelnemer<br />

uitlezen.<br />

■ Installatie- en deelnemersnummer controleren<br />

(zie ”Cascade via LON”), aansluitingen<br />

en LON-verbindingsleidingen<br />

controleren.<br />

■ Externe verwarmingstoestel controleren.<br />

■ Weerstand (NTC 10 kΩ) aan stekker<br />

F20 controleren (zie ”Regelaar- en sensorprintplaat”);<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Weergave warmtepompregeling van de<br />

volg-warmtepomp controleren.<br />

Deelnemerlijst KM-BUS controleren<br />

(”<strong>Service</strong>functies” ”Deelnemer KMbus”).<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Meldingen (vervolg)<br />

EF Modbus deelnemer<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Communicatie met een Modbus-deelnemer<br />

niet mogelijk.<br />

F0 Compressor, koelcirc.<br />

Compressor schakelt zich uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Werkingspunt van het koelcircuit buiten<br />

de toepassingsgrenzen.<br />

F1 Compressor 2, koelc.<br />

Compressor warmtepomp 2e trap schakelt<br />

zichzelf uit.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Werkingspunt van het koelcircuit buiten<br />

de toepassingsgrenzen.<br />

F2 Parameter 5030/5130<br />

Energiebalans wordt niet correct berekend.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Vermogen van de compressor niet ingesteld.<br />

FF Herstart<br />

Informatie-indicatie, geen functiebeperking.<br />

Deelnemerlijst Modbus1 en Modbus 2<br />

controleren (”<strong>Service</strong>functies” ”Deelnemer<br />

Modbus1”/”Deelnemer Modbus2”).<br />

”Diagnose” ”Koelcircuit” ”Meldingsoverzicht”<br />

opvolgen.<br />

”Diagnose” ”Koelcircuit” ”Meldingsoverzicht”<br />

opvolgen.<br />

Parameter ”Vermogen compressortrap<br />

5030/5130” overeenkomstig instellen.<br />

Oorzaak Maatregel<br />

Herstart van de warmtepompregeling. Geen maatregel nodig.<br />

Storingen oplossen<br />

103


Storingen oplossen<br />

Geen weergave op het display van de bedieningseenheid<br />

1. Netschakelaar van de installatie<br />

inschakelen.<br />

2. Toestelzekering van de warmtepompregeling<br />

controleren, evt. vervangen.<br />

3. Controleren of netspanning op de<br />

warmtepompregeling aanwezig is,<br />

evt. netspanning inschakelen.<br />

4. Steek- en schroefverbindingen controleren.<br />

5. Evt. bedieningsgedeelte vervangen.<br />

6. Evt. regelaar- en sensorprintplaat<br />

vervangen.<br />

104<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepomp.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Diagnose (servicevragen)<br />

In de verschillende groepen zijn de volgende<br />

werkingsgegevens beschikbaar:<br />

■ Temperatuurwaarden<br />

■ Statusinformatie, bijvoorbeeld AAN/<br />

UIT<br />

■ Bedrijfsuren<br />

■ Diagnoseoverzichten<br />

Opmerking<br />

■ Soort en omvang van het menu hangen<br />

af van de warmtepomp, de verwarmingsinstallatie<br />

en de actuele<br />

parameterinstellingen.<br />

■ Als warmtepomp 2e trap aanwezig is,<br />

zijn enkele menupunten apart voor de<br />

1e en 2e trap vermeld, bijvoorbeeld<br />

”Compressor 2” of ”Secundaire<br />

pomp 1”.<br />

■ Ú: Voor de indicatie van de gewenste<br />

informatie naar rechts bladeren.<br />

Diagnose oproepen<br />

Diagnose<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. Gewenste groep selecteren, bijvoorbeeld<br />

”Warmtepomp”.<br />

105


Diagnose<br />

Diagnose (servicevragen) (vervolg)<br />

”Installatieoverzicht” Zie het volgend hoofdstuk ”Installatieoverzicht” voor meer<br />

gegevens<br />

”Installatie” ■ ”Buitentemperatuur” Ú ”Gedempt”/”Werk”<br />

■ ”Gemeensch. aanvoertemp.” Ú ”Gewenst”/”Werkelijk”<br />

■ ”Werkingsmodus installatie” Ú<br />

■ ”Tijdprg. geluidsarm” Ú<br />

■ ”Stookperiode”<br />

■ ”Koelperiode”<br />

■ ”Buffer”<br />

■ ”Werkingsstatus buffer” Ú<br />

■ ”Tijdprogramma buffer” Ú<br />

■ ”Klep verwarm./koelen” Ú<br />

■ ”Ext. verwarmingstoestel” Ú ”Temperatuur”/”Toestand”/”Bedrijfsuren”<br />

■ ”Mengklep ext. WG”<br />

■ ”Groepsalarm”<br />

■ ”Werkingsstatus zwembad” Ú<br />

■ ”Opvraag zwembadverwarming”<br />

■ ”Zwembadverwarming”<br />

■ ”Volgende warmtepomp 1/2/3”<br />

■ ”Codeerstekker”<br />

■ ”Deelnemersnr.”<br />

■ ”Ext. bijschak. 0..10V”<br />

■ ”Tijd”<br />

■ ”Datum”<br />

■ ”Radiokloksignaal”<br />

■ ”Datum”<br />

■ ”Estrikdroging dagen”<br />

106<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Diagnose (servicevragen) (vervolg)<br />

”CV-circuit 1”<br />

”CV-circuit 2”<br />

”CV-circuit 3”<br />

”Koelcircuit SKK”<br />

■ ”Werkingsprogramma” Ú ”Werkingsprogramma”/”Werkingsmodus”<br />

■ ”Tijdprogr. verwarmen” Ú<br />

■ ”Tijdprogr. verw./koel.” Ú<br />

■ ”Gew. kamertemp.”<br />

■ ”Kamertemperatuur”<br />

■ ”Verl. kamertemp. gewenst”<br />

■ ”Gewenste partytemp.”<br />

■ ”Stooklijn” Ú ”Inclinatie” / ”Niveau ”<br />

■ ”CV-pomp”<br />

■ ”Vakantieprogramma” Ú<br />

■ ”Mengklep”<br />

■ ”Aanvoertemperatuur”<br />

■ ”Aanvoertemp. kamertemp.”<br />

■ ”Koellijn” Ú ”Inclinatie” / ”Niveau ”<br />

■ ”Active Cooling”<br />

■ ”Natural Cooling”<br />

■ ”Mengklep koeling”<br />

■ ”Aanvoertemp. koelen”<br />

■ ”Koelbuffertemp.”<br />

■ ”Koelbuffertemp. gew.”<br />

■ ”Koelen met koelbuffer”<br />

■ ”Aanvoert. koelbuffer”<br />

■ ”Koelbuffer gew. aanvoer.”<br />

■ ”Koelbuffer mengklep”<br />

■ ”Koelbuffer pomp”<br />

Diagnose<br />

”Warm water” ■ ”Werkingsprogramma” Ú ”Werkingsstatus”<br />

■ ”Tijdprogr. warm water” Ú<br />

■ ”Tijdprogr. circulatie” Ú<br />

■ ”Warm watertemperatuur” Ú ”WW-temp. gewenst”/”boilertemp.<br />

Boven”/”Boilertemp. onder”<br />

■ ”Boilerlaadpomp” (Status)<br />

■ ”Boilerlaadpomp” (vermogen in %)<br />

■ ”Circulatiepomp”<br />

■ ”1x WW-bereiding”<br />

■ ”Boilernaverwarming” (status)<br />

■ ”Boilernaverwarming” (Bedrijfsuren)<br />

107


Diagnose<br />

Diagnose (servicevragen) (vervolg)<br />

”Ventilatie” ■ ”Werkingsprogramma” Ú ”Werkingsstatus”<br />

■ ”Tijdprogr. ventilatie” Ú<br />

■ ”Gew. kamertemp.” (”Temp. afgewerkte lucht bij<br />

stand. ventilatie 7D08”)<br />

■ ”Ventilatie: overzicht” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose ventilatie”,<br />

”ventilatie: overzicht”.<br />

■ ”Ventilatie” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose ventilatie”, ”ventilatie”<br />

■ ”Min. toev.luchtt. byp.” (”Min. toevoerluchttemperatuur<br />

voor bypass 7D0F”)<br />

■ ”Vocht”<br />

■ ”El. voorverw.register” (stookcapaciteit in %)<br />

■ ”Dagen tot filterverv.”<br />

■ ”Meldingsoverzicht” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose ventilatie”,<br />

”meldingsoverzicht”.<br />

”Zonne-energie” ■ ”Collectortemp.”<br />

■ ”Warmwatertemp. zonne-energie”<br />

■ ”Retourtemp. solar”<br />

■ ”Zonnepomp”<br />

■ ”Solarenergie”<br />

■ ”Zonnecircuitpomp” (status)<br />

■ ”Zonnecircuitpomp” (vermogen in %)<br />

■ ”Onderdruk. naverwarming”<br />

■ ”Zonner. Uitgang 22”<br />

■ ”Zonnemodule sensor 7”<br />

■ ”Zonnemodule sensor 10”<br />

108<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Diagnose (servicevragen) (vervolg)<br />

Diagnose<br />

”Warmtepomp” ■ ”Compressor”/”Compressor 1”<br />

■ ”Primaire bron 1” (status)<br />

■ ”Primaire bron 1” (vermogen in %)<br />

■ ”Ventilator trap 1”<br />

■ ”Ventilator trap 2”<br />

■ ”Alternatieve bron”<br />

■ ”Secundaire pomp”/”Secundaire pomp 1” (status)<br />

■ ”Secundaire pomp” (vermogen in %)<br />

■ ”Klep verwarmen/WW”/”Klep verwarmen/WW 1”<br />

■ ”Bedrijfsuren compressor”/”Bedrijfsuren compr.<br />

1” Ú<br />

■ ”Aantal inschak. compr.”/”Aant. insch. compr. 1” Ú<br />

■ ”Omkering koelcircuit”<br />

■ ”compressor 2”<br />

■ ”Primaire bron 2” (status)<br />

■ ”Secundaire pomp 2” (status)<br />

■ ”Klep verw./WW 2”<br />

■ ”Bedrijfsuren compr. 2” Ú<br />

■ ”Aant. insch. compr. 2” Ú<br />

■ ”Aanvoertemp. primair”<br />

■ ”Retourtemp. primair”<br />

■ ”Verdampertemperatuur”<br />

■ ”Aanvoertemp. secundair”<br />

■ ”Retourtemp. sec.” / ”Retourtemp. sec. 1”<br />

■ ”Retourtemp. sec. 2”<br />

■ ”Doorstromer trap 1” (status)<br />

■ ”Doorstromer trap ” Ú (bedrijfsuren)<br />

■ ”Doorstromer trap 2” (status)<br />

■ ”Doorstromer trap 2” Ú (bedrijfsuren)<br />

109


Diagnose<br />

Diagnose (servicevragen) (vervolg)<br />

”Koelcircuit” ■ ”Koelcircuitregelaar”/”Koelcircuitregelaar 1” Ú zie<br />

hoofdstuk ”Diagnose koelcircuitregelaar: Koelcircuitregelaar”<br />

■ ”Koelcircuitregelaar 2” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose<br />

koelcircuit”, ”koelcircuitregelaar”<br />

■ ”Compressordraaiveld”/”Compressordraaiveld 1”<br />

Ú zie hoofdstuk ”Diagnose koelcircuit”, ”compressordraaiveld”<br />

■ ”Compressordraaiveld 2” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose<br />

koelcircuit”, ”compressordraaiveld”<br />

■ ”Compressordraaipad”/”Compressordraaipad 1” Ú<br />

zie hoofdstuk ”Diagnose koelcircuit”, ”compressordraaipad”<br />

■ ”Compressordraaipad 2” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose<br />

koelcircuit”, ”compressordraaipad”<br />

■ ”Meldingsoverzicht”/”Compressordraaipad 1” Ú zie<br />

hoofdstuk ”Diagnose koelcircuit”, ”compressordraaipad”<br />

■ ”Meldingsoverzicht 2” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose<br />

koelcircuit”, ”meldingsoverzicht”.<br />

■ ”Buiteneenheid” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose koelcircuit”,<br />

”buiteneenheid”<br />

■ ”Meldingsstatistiek” Ú zie hoofdstuk ”Diagnose buiteneenheid”,<br />

”meldingsstatistiek”<br />

”Energiebalans” ■ ”Energiebalans verwarmen”/”Energiebalans verw.<br />

1” Ú<br />

■ ”Energiebalans verw. 2” Ú<br />

■ ”Energiebalans WW”/”Energiebalans WW 1” Ú<br />

■ ”Energiebalans WW 2” Ú<br />

■ ”Energiebalans koelen”/”Energiebalans koelen 1” Ú<br />

■ ”Energiebalans koelen 2” Ú<br />

■ ”SPF verwarmen”<br />

■ ”SPF warm water”<br />

■ ”SPF totaal”<br />

■ ”SPF koelen”<br />

Zie het volgend hoofdstuk ”Diagnose energiebalans” voor<br />

meer gegevens.<br />

110<br />

Opmerking<br />

De berekeningsfunctie van de jaararbeidsfactor ”SPF” is<br />

niet bij alle warmtepompen geïntegreerd.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Diagnose (servicevragen) (vervolg)<br />

”Temperatuursensoren”<br />

■ ”Buitentemperatuur”<br />

■ ”Verdampertemperatuur”<br />

■ ”Aanvoertemp. primair”<br />

■ ”Retourtemp. primair”<br />

■ ”Aanvoertemp. secundair”<br />

■ ”Retourtemp. sec.” / ”Retourtemp. sec. 1”<br />

■ ”Retourtemp. sec. 2”<br />

■ ”Verwarm.gastemp. 1”<br />

■ ”Verwarm.gastemp. 2”<br />

■ ”Aanvoertemp. Instal.”<br />

■ ”buffer”<br />

■ ”Ext. verwarmingstoestel”<br />

■ ”Boilertemp. boven”<br />

■ ”Boilertemp. onder”<br />

■ ”Boilertemp. midden”<br />

■ ”WW comforttemp.”<br />

■ ”Collectortemp.”<br />

■ ”Warmwatertemp. zonne-energie”<br />

■ ”Retourtemp. solar”<br />

■ ”Aanvoertemp. VC2”<br />

■ ”Aanvoertemp. VC3”<br />

■ ”Ruimtetemperatuur VC1”<br />

■ ”Ruimtetemperatuur VC2”<br />

■ ”Ruimtetemperatuur VC3”<br />

■ ”Aanvoertemp. koelen”<br />

■ ”Ruimtetemperatuur SKK”<br />

■ ”Koelbuffertemp.”<br />

■ ”Koelbuffer aanvoert.”<br />

■ ”Zonnemodule sensor 7”<br />

■ ”Zonnemodule sensor 10”<br />

Opmerking<br />

Bij een fout verschijnt ”- - -” op het scherm.<br />

Diagnose<br />

111


Diagnose<br />

Diagnose (servicevragen) (vervolg)<br />

”Signaalingangen” ■ ”Externe vraag”<br />

■ ”Extern blokkeren”<br />

■ ”Onderdruk. naverwarming”<br />

■ ”Storing volg-WP”<br />

■ ”Blok. cont. energiebedr.”<br />

■ ”Draaistroombewaker”<br />

■ ”Veiligheidshogedruk”/”Veiligheidshogedruk 1”<br />

■ ”Veiligheidshogedruk 2”<br />

■ ”Lage druk”/”Lage druk 1”<br />

■ ”Lage druk 2”<br />

■ ”Regelhogedruk”/”Regelhogedruk 1”<br />

■ ”Regelhogedruk 2”<br />

■ ”Motorbesch. compr.”/”Motorbesch. compr. 1”<br />

■ ”Motorbesch. compr. 2”<br />

■ ”Stromingsbewaker”<br />

”Korte info” Zie het volgend hoofdstuk ”Diagnose info” voor meer gegevens.<br />

Installatieoverzicht<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Installatieoverzicht”<br />

4. voor het omschakelen tussen<br />

”Installatieoverzicht verwarmingstoestel”<br />

en ”Installatieoverzicht<br />

verbruikers”.<br />

112<br />

Opmerking<br />

De weergave is afhankelijk van de installatie-uitvoering<br />

(bijvoorbeeld kolom 4<br />

en 5: weergave uitsluitend bij tweetraps<br />

warmtepomp).<br />

Als de bijbehorende componenten in<br />

werking zijn (bijvoorbeeld pompen), worden<br />

de symbolen geanimeerd weergegeven.<br />

De getoonde waarden zijn voorbeelden.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Installatieoverzicht verwarmingstoestel<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

K<br />

L<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 qP<br />

0<br />

42<br />

50 45<br />

3 2 48 37<br />

7 38 10<br />

25 25<br />

88 88<br />

2 2<br />

10 10<br />

Gewenste temperatuurwaarden hebben een witte achtergrond.<br />

1 tot qP, A tot L Voor de betekenis<br />

van de symbolen<br />

en waarden, zie<br />

de volgende tabellen.<br />

45<br />

43<br />

54<br />

Diagnose<br />

113


Diagnose<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Betekenis van de symbolen en waarden<br />

Kolom 1: Primaire bron<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Buitentemperatuursensor<br />

B 0 Geïsoleerde buitentemperatuur (langdurig gemiddelde)<br />

D 3 Aanvoertemperatuur<br />

primair circuit:<br />

Brine-inlaattemperatuurwarmtepomp<br />

E 7 Retourtemperatuur<br />

primair circuit: Brine-uittredetemperatuurwarmtepomp<br />

114<br />

Aanvoertemperatuur primair circuit:<br />

Luchtinlaattemperatuur<br />

Retourtemperatuur primair circuit:<br />

Luchtuitlaattemperatuur<br />

L Primaire bron lucht<br />

Primaire bron brine<br />

Primaire bron solarabsorber<br />

Uitbreiding ijsbuffer<br />

Primaire bron koelwaterbuffer<br />

Kolom 2: warmtepomp 1e trap<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A warmtepomp 1e<br />

trap<br />

B verwarmen<br />

C 42 Aanvoertemperatuur secundair circuit<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

D 2 Trap CV-water-doorstroomtoestel<br />

E 38 Retourtemperatuur secundair circuit<br />

F 25 Vermogen secundaire pomp<br />

G Kamerverwarming<br />

Kamerkoeling<br />

Ontdooien<br />

H 88 Compressorvermogen<br />

in %<br />

K 2 Verdampertemperatuur<br />

L 3 Vermogen primaire<br />

pomp in %<br />

Kolom 3: warmtepomp 1e trap<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Tapwaterverwarming<br />

C CV-water-doorstroomtoestel<br />

E Secundaire pomp<br />

G Compressor<br />

K Ventilator<br />

Primaire pomp<br />

■ Kolom 4: Warmtepomp 2de trap,<br />

symbolen als kolom 2<br />

■ Kolom 5: Warmtepomp 2de trap,<br />

symbolen als kolom 2<br />

Ventilatorvermogen in %<br />

Kolom 6: Solarinstallatie of solarabsorber<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Solarinstallatie of Solarinstallatie<br />

solarabsorber<br />

IJsbuffer<br />

B 50 Collectortemperatuur<br />

of absorbertemperatuur<br />

Collectortemperatuur<br />

Diagnose<br />

Compressorfrequentie<br />

in Hz<br />

115


Diagnose<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

C Collectorcircuitpomp<br />

of absorberpomp<br />

D 48 Temperatuur<br />

warmwaterboiler<br />

boven of ijsbuffer<br />

E Zomerwerking ijsbuffer<br />

116<br />

Collectorcircuitpomp<br />

Kolom 7: Externe verwarmingstoestel<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Externe verwarmingstoestel<br />

B 45 Ketelwatertemperatuur<br />

C Vraag externe verwarmingstoestel<br />

Temperatuur warmwaterboiler<br />

D 37 Aanvoertemperatuur installatie<br />

E Mengklep externe verwarmingstoestel<br />

F Elektrisch verwarmingselement in het warmwaterboiler<br />

Circulatiepomp voor de boilernaverwarming<br />

Kolom qP: Kort overzicht verbruiker<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Verder naar het installatieoverzicht verbruiker<br />

B Vraag zwembadverwarming (signaal<br />

van de via temperatuurbewaker voor<br />

zwembad-temperatuurregeling)<br />

C 45 Gewenste waarde temperatuur CV-waterbuffer<br />

D 43 Gewenste waarde installatietoevoertemperatuur<br />

E 54 Gewenste temperatuur warmwaterboiler<br />

F Koelwerking via CV-circuit of apart koelcircuit<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Installatieoverzicht verbruiker<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

K<br />

L<br />

qQ qW qE qR qT qZ qU qI qO wP<br />

3<br />

54 45 21 21 21 19 14<br />

50 43 20 20 20 21 13<br />

47 43 38 38 38 15 13 170 30<br />

85 10 40 40 16 14 23<br />

1<br />

2<br />

Gewenste temperatuurwaarden hebben een witte achtergrond.<br />

qP tot wP, A tot L Voor de betekenis<br />

van de symbolen<br />

en waarden, zie<br />

de volgende<br />

tabel.<br />

99<br />

65<br />

21<br />

170<br />

3<br />

Diagnose<br />

117


Diagnose<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Betekenis van de symbolen en waarden<br />

Kolom qQ: Kort overzicht toestel<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Terug naar het installatieoverzicht toestel<br />

B Verwarmen met warmtepomp 1e trap: Secundaire pomp ingeschakeld,<br />

drieweg-omschakelklep ”Verwarmen/tapwateropwarming”<br />

op verwarmen<br />

Tapwateropwarming met warmtepomp 1e trap: Secundaire<br />

pomp ingeschakeld en drieweg-omschakelklep ”Verwarmen/<br />

tapwateropwarming” op verwarmen of circulatiepomp voor<br />

boilerverwarming AAN<br />

C Compressor warmtepomp 1e trap<br />

D Verwarmen met<br />

warmtepomp 2e<br />

trap, secundaire<br />

pomp ingeschakeldTapwateropwarming<br />

met warmtepomp<br />

2e trap, circulatiepomp<br />

voor<br />

boileropwarming<br />

AAN<br />

E Compressor<br />

warmtepomp 2e<br />

trap<br />

F 1 CV-water-doorstroomtoestel trap 1<br />

118<br />

2 CV-water-doorstroomtoestel trap 2<br />

3 CV-water-doorstroomtoestel trap 3<br />

G Solarcircuitpomp<br />

H Vraag externe verwarmingstoestel<br />

K Elektrisch verwarmingselement in het<br />

warmwaterboiler<br />

Circulatiepomp voor de boilernaverwarming<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Kolom qW: Tapwaterverwarming<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Tapwaterverwarming<br />

B 54 Gewenste temperatuur warmwaterboiler<br />

C 50 Boilertemperatuur boven<br />

D 47 Boilertemperatuur onder<br />

E 85 Vermogen boilerlaadpomp in %<br />

G Boilerlaadpomp<br />

H Circulatiepomp<br />

Kolom qE: CV-waterbuffer/zwembad<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A CV-waterbuffer<br />

B 45 Gewenste waarde temperatuur CV-waterbuffer<br />

C 43 Buffertemperatuur<br />

D 43 Gewenste waarde installatietoevoertemperatuur<br />

E 42 Installatietoevoertemperatuur<br />

H Zwembadverwarming<br />

K Vraag zwembadverwarming (signaal<br />

van de via temperatuurbewaker voor<br />

zwembad-temperatuurregeling)<br />

L Circulatiepomp voor zwembadverwarming<br />

Kolom qR: Verwarmingscircuit zonder mengklep A1/VC1<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Verwarmingscircuit zonder mengklep A1/VC1<br />

B 21 Gewenste kamertemperatuur<br />

C 20 Kamertemperatuur<br />

D 38 Gewenste aanvoertemperatuur<br />

F CV-pomp<br />

H Koeling via koelcircuit<br />

Diagnose<br />

119


Diagnose<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Kolom qT: Verwarmingscircuit met mengklep M2/VC2<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Verwarmingscircuit met mengklep M2/VC2<br />

B 21 Gewenste kamertemperatuur<br />

C 20 Kamertemperatuur<br />

D 38 Gewenste aanvoertemperatuur<br />

E 40 Aanvoertemperatuur CV-circuit<br />

F CV-pomp<br />

G Mengklep CV-circuit<br />

H Koeling via koelcircuit<br />

Kolom qZ: Verwarmingscircuit met mengklep M3/VC3<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Verwarmingscircuit met mengklep M3/<br />

VC2<br />

B 21 Gewenste kamertemperatuur<br />

C 20 Kamertemperatuur<br />

D 38 Gewenste aanvoertemperatuur<br />

E 40 Aanvoertemperatuur CV-circuit<br />

F CV-pomp<br />

G Mengklep CV-circuit<br />

H Koeling via koelcircuit<br />

Kolom qU: Afzonderlijk koelcircuit<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Afzonderlijk koelcircuit<br />

B 19 Gewenste kamertemperatuur<br />

C 21 Kamertemperatuur<br />

D 15 Gewenste aanvoertemperatuur<br />

E 16 Aanvoertemperatuur afzonderlijk koelcircuit<br />

F Koelcircuitpomp 3-weg-omschakelklep ”Verwarmen/koelen”<br />

G Mengklep koelcircuit<br />

H Koeling via apart koelcircuit<br />

120<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Kolom qI: Koeling<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Koeling<br />

B 14 Gewenste waarde temperatuur koelwaterbuffer<br />

C 13 Temperatuur koelwaterbuffer<br />

D 13 Gewenste aanvoertemperatuur koeling<br />

E 14 Aanvoertemperatuur koeling<br />

F Koeling met koelwaterbuffer<br />

G ”natural cooling”<br />

Bypass CV-waterbuffer<br />

H ”active cooling”<br />

Koelen met omkering koelcircuit<br />

Kolom qO: Woningventilatie met Vitovent 300-F<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A Woningventilatie met Vitovent 300-F<br />

B 65 Vermogen voorverwarmregister in %<br />

C Passief verwarmen<br />

Passief koelen<br />

D 170 Gewenst debiet toevoerlucht in m 3 /h<br />

E 23 Toevoerluchttemperatuur<br />

F 21 Temperatuur afvoerlucht<br />

G 170 Gewenst debiet uittreelucht in m 3 /h<br />

H 3 Uittreeluchttemperatuur<br />

Kolom wP: Externe functies<br />

Regel Symbool/<br />

waarde<br />

A 2 Externe aanvraag, extern blokkeren, werkingsstatus omschakelen<br />

D 30 Gewenste aanvoertemperatuur secundaire circuit, externe instelling<br />

via signaal 0-10 V<br />

Systeeminformatie<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Installatieoverzicht”<br />

4. ”?”<br />

Diagnose<br />

121


Diagnose<br />

Installatieoverzicht (vervolg)<br />

Systeeminformatie<br />

Bediening<br />

B920W168 / 9<br />

B920W168 / BEF5<br />

Warmtepomp 252.62/02<br />

Toestelherkenning<br />

48<br />

Codeerstekker<br />

4127-F1/4C<br />

Koelcircuitregelaar 1<br />

[1] / 01 / 0C<br />

Koelcircuitregelaar 2<br />

[1] / 01 / 0C<br />

Ventilatie<br />

F0 / 0F<br />

Ma 23 april 2012 12:02 uur<br />

122<br />

Beëindigen met<br />

OK<br />

Getoonde informatie<br />

Informatie Betekenis<br />

”Bediening” Bij serviceaanvragen aangeven.<br />

”Warmtepomp”<br />

”Toestelherkenning”<br />

”Codeerstekker”<br />

”Koelcircuitregelaar 1” ”[0]” Geen koelcircuitregelaar (koelcircuit met thermi-<br />

”Koelcircuitregelaar 2” sche expansieklep)<br />

”[1]” Koelcircuitregelaar 1 (aansluiting EEV-printplaat<br />

via KM-BUS)<br />

”[2]” Koelcircuitregelaar 2 (aansluiting EEV-printplaat<br />

via Modbus)<br />

”[3]” Koelcircuitregelaar 3 ( , in buiteneenheid)<br />

”01” Hardware-index EEV-regelaar (zie hoofdstuk<br />

”Korte info”)<br />

”0C” Software-index EEV-regelaar (zie hoofdstuk<br />

”Korte info”)<br />

”Ventilatie” Bij serviceaanvragen aangeven.<br />

Ventilatie<br />

Ventilatie: Übersicht<br />

Functieschema bij woningventilatie met<br />

Vitovent 300-F.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Ventilatie (vervolg)<br />

De volgende informatie kan worden<br />

opgevraagd:<br />

■ Temperaturen en gewenste debieten.<br />

■ Bedrijfstoestanden en -gegevens van<br />

de ventilatoren en andere componenten.<br />

■ Meetwaarden aangesloten sensoren.<br />

C<br />

B<br />

A<br />

24,0 °C<br />

D<br />

Ventilatie: overzicht<br />

34%<br />

ABL<br />

20,0 /18,0 °C<br />

Terug met<br />

F<br />

E<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Ventilatie”<br />

4. ”Ventilatie: Overzicht”<br />

Status<br />

3/3<br />

Uittreelucht 4,5 °C<br />

Uittreelucht vol. 170 m³/uur<br />

CO2<br />

Vocht<br />

A Tegenstroom-warmtewisselaar<br />

B Buitenlufttemperatuur, meting conform<br />

elektrisch voorverwarmingsregister<br />

(accessoires)<br />

C Elektrisch voorverwarmregister<br />

(accessoires), actuele stookcapaciteit<br />

in %<br />

800 /657 ppm<br />

65 /72%<br />

Toevoerlucht 16,5/24,3<br />

°C<br />

Toevoerlucht vol. 170 m³/uur<br />

Diagnose<br />

D Uittreelucht-ventilator<br />

Symbool geanimeerd: Ventilator<br />

draait.<br />

E Luchttoevoerventilator<br />

Symbool geanimeerd: Ventilator<br />

draait.<br />

F Hydraulisch naverwarmregister<br />

123


Diagnose<br />

Ventilatie (vervolg)<br />

Aangegeven waarden en symbolen<br />

Waarde/symbool Betekenis<br />

Bypass niet actief: Buitenlucht wordt via tegenstroom-warmtewisselaar<br />

geleid.<br />

124<br />

Bypass actief (passief verwarmen of passief koelen):<br />

Buitenlucht wordt niet via tegenstroom-warmtewisselaar<br />

geleid.<br />

”Status” : Vorstbeschermfunctie met of zonder elektrisch<br />

voorverwarmregister is actief.<br />

Gewenste ventilatietrap/momenteel actieve ventilatietrap<br />

”Uittreelucht” Uittreeluchttemperatuur<br />

”Uittreelucht vol.” Debiet uittreelucht in m3 /h<br />

”CO2”<br />

Witte achtergrond: CO2-con centratie is doorslaggevend<br />

voor debietaanpassing.<br />

”Vocht”<br />

Witte achtergrond: Luchtvochtigheid<br />

is doorslaggevend<br />

voor debietaanpassing.<br />

”Toevoerlucht”<br />

Witte achtergrond: Luchtvochtigheidafwijking<br />

van de<br />

gewenste waarde is doorslaggevend<br />

voor debietaanpassing.<br />

CO 2-concentratie in ppm (”parts per million”): (CO 2-/<br />

vochtsensor vereist, accessoires)<br />

”CO2-waarde voor start ventilator 7D18” (witte ach-<br />

tergrond)/werkelijke waarde<br />

Relatieve luchtvochtigheid in %: (CO 2-/vochtsensor<br />

vereist, accessoires)<br />

”Vochtwaarde voor start ventilator 7D19” (witte<br />

achtergrond)/werkelijke waarde<br />

Buitenlufttemperatuur, met elektrisch voorverwarmingsregister<br />

(accessoires)<br />

Gewenste toevoerluchttemperatuur: Gewenste aanvoertemperatuur<br />

ventilatiecircuit + 5 K (witte achtergrond)/werkelijke<br />

waarde<br />

”Toevoerlucht vol.” Luchttoevoerdebiet in m 3 /h<br />

”Afvoerlucht” Afvoerluchttemperatuur/”Temp. afgewerkte lucht bij<br />

stand. ventilatie 7D08”<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Ventilatie (vervolg)<br />

Ventilatie<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

Ventilatie<br />

Ventil.-blokk.tijd Vorstbescherming: 147 s<br />

Status VHZ-STB:<br />

VHZ OK<br />

Tijd tot aanpassing:<br />

420 s<br />

Vers.drukpressost. AUL: Geactiveerd<br />

Vers.drukpressost. ABL: OK<br />

Bypass-functie: koelen<br />

Spanning FOL:<br />

6,14 V<br />

Spanning ZUL:<br />

6,09 V<br />

Terug met<br />

3. ”Ventilatie”<br />

4. ”Ventilatie”<br />

Diagnose<br />

Weergegeven waarden<br />

Waarde Betekenis<br />

”Ventil.-blokk.tijd vorstbe- Resterende uitschakelduur van de ventilatoren bij vorscherm.”stbescherming<br />

(”Intervaltijd antivries ventileren<br />

7D1A”).<br />

”Status VHZ-STB” ”VHZ ok”: Veiligheidstemperatuurbegrenzer van het<br />

elektrische voorverwarmregister (accessoires) is niet<br />

actief geworden, elektrisch voorverwarmregister kan<br />

worden ingeschakeld voor vorstbescherming.<br />

”VHZ geblokkeerd”: Veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

van het elektrische voorverwarmregister (accessoires)<br />

is actief geworden, elektrisch voorverwarmregister<br />

kan pas worden ingeschakeld wanneer de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

met de ”Reset”-knop<br />

aan het voorverwarmregister werd ontgrendeld.<br />

Opmerking<br />

Vóór het ontgrendelen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

de storingsoorzaak verhelpen (zie service<strong>handleiding</strong><br />

Vitovent 300-F).<br />

125


Diagnose<br />

Ventilatie (vervolg)<br />

Waarde Betekenis<br />

”Tijd tot aanpassing” Resterende tijd tot aan de aanpassing van de ventilatietrap<br />

bij vorstbescherming met elektrisch voorverwarmregister<br />

(zie hoofdstuk ”Vorstbescherming met<br />

elektrisch voorverwarmregister”).<br />

”Vers.drukpressost. AUL” Status van de verschildrukbewaker voor het buitenluchtfilter.<br />

”OK”: Verschildruk ligt onder de activeringswaarde<br />

van de verschildrukbewaker.<br />

”Geactiveerd”: Verschildruk heeft de activeringswaarde<br />

van de verschildrukbewaker overschreden. In<br />

het basismenu verschijnt de weergave ”Ventilatie:<br />

Filter control.”.<br />

”Vers.drukpressost. ABL” Status van de verschildrukbewaker voor het afvoerluchtfilter.<br />

”OK”: Verschildruk ligt onder de activeringswaarde<br />

van de verschildrukbewaker.<br />

”Geactiveerd”: Verschildruk heeft de activeringswaarde<br />

van de verschildrukbewaker overschreden. In<br />

het basismenu verschijnt de weergave ”Ventilatie:<br />

Filter control.”.<br />

”Bypass-functie” ”Koelen”: Bypass actief, passieve koeling.<br />

”Ventileren”: Bypassklep niet actief.<br />

”Spanning FOL” Regelspanning uittreeluchtventilator<br />

”Spanning ZUL” Regelspanning toevoerluchtventilator<br />

Meldingsoverzicht<br />

Meldingsoverzicht van het ventilatiestoestel<br />

Vitovent 300-F:<br />

■ De meldingen in het meldingsoverzicht<br />

kunnen niet worden geaccepteerd.<br />

■ De meldingen worden in chronologische<br />

volgorde opgesomd, de laatste<br />

storing staat bovenaan.<br />

■ Er worden maximaal 30 gegevens<br />

opgeslagen.<br />

126<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Ventilatie”<br />

4. ”Meldingsoverzicht”<br />

Overzicht van de meldingen<br />

Voor iedere melding wordt de volgende<br />

informatie aangegeven:<br />

■ Nummer van de melding.<br />

■ Datum en tijd van het laatste optreden.<br />

■ Meldingscode van twee posities.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Ventilatie (vervolg)<br />

■ Soort melding: ”Aanwijzing”, ”Waarschuwing”,<br />

”Storing”.<br />

■ Frequentie van optreden.<br />

Meldingsoverzicht<br />

0 09.09.2009 17:16:00 06 Opmerking 7<br />

1 09.09.2009 17:16:01 0A<br />

3<br />

2 09.09.2009 17:16:02 03 Storing 11<br />

3 09.09.2009 17:16:03 10<br />

Terug met<br />

Afhankelijk van het soort melding wordt<br />

bij het optreden van een melding van het<br />

ventilatietoestel ook een melding aan de<br />

warmtepompregeling geactiveerd<br />

(zie ”Meldingen”).<br />

Soort melding<br />

van de ventilatieregelaar<br />

H ”Opmerking”<br />

W ”Waarschuwing”<br />

Diagnose<br />

Melding aan de<br />

warmtepompregeling<br />

”0F Ventilatietoestel”<br />

”A0 Ventilatie:<br />

Filter controleren”<br />

S ”Storing” ”0E Ventilatietoestel”<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van het Maatregel<br />

code<br />

ventilatietoestel<br />

01 W Verschildruk voor Ventilatietoestel Buitenlucht- en afvoerlucht-<br />

buitenluchtfilter blijft in werking, verfilter vervangen, onderhous-<br />

heeft de activehoogd elektrisch weergave terugstellen.<br />

ringswaarde van<br />

de verschildrukbewakeroverschreden.<br />

stroomverbruik.<br />

02 W Verschildruk voor<br />

afvoerluchtfilter<br />

heeft de activeringswaarde<br />

van<br />

de verschildrukbewakeroverschreden.<br />

03 W Tijdinterval voor filtervervanging<br />

is afgelopen.<br />

127


Diagnose<br />

Ventilatie (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van het Maatregel<br />

code<br />

ventilatietoestel<br />

05 S Kortsluiting/onder- ”Basiswerking” Weerstand (NTC 10 kΩ) van<br />

brekingbuiten- wordt ingeschakeld. de sensor an het ventilatieluchttemperatuur<br />

De waarde van de toestel controleren (zie ”sersensoruittreeluchttempevice<strong>handleiding</strong>ratuursensor<br />

minus Vitovent 300-F”); eventueel<br />

5 K wordt gebruikt.<br />

Zie ook meldingscodes<br />

”0E” en ”0F”.<br />

sensor vervangen.<br />

06 S Kortsluiting/onder- ”Basiswerking”<br />

brekingtoevoer- wordt ingeschaluchttemperatuursensorkeld.<br />

07 S Kortsluiting/onderbrekingafvoerluchttemperatuursensor<br />

08 S Kortsluiting/onder- ”Basiswerking”<br />

brekinguittree- wordt ingeschakeld.<br />

luchttemperatuur De waarde van de<br />

sensorbuitenluchttemperatuursensor<br />

wordt<br />

gebruikt.<br />

Zie ook meldingscodes<br />

”0E” en ”0F”.<br />

09 S Registratie CO2 Ventilatietoestel CO2-/vochtsensor aan de<br />

signaal gestoord. blijft in werking, Vitovent 300-F controleren;<br />

geen regeling van<br />

de CO2-concentra tie.<br />

eventueel vervangen.<br />

0A S Registratie vocht- Ventilatietoestel<br />

signaal gestoord. blijft in werking,<br />

geen regeling van<br />

de luchtvochtigheid.<br />

128<br />

5623 894 NL


Meldings- Betekenis Gedrag van het Maatregel<br />

code<br />

ventilatietoestel<br />

0C ― Luchtvochtigheid Debiet wordt ver- Geen maatregel nodig.<br />

heeft grens voor<br />

debietverhoging<br />

overschreden.<br />

hoogd.<br />

0D ― CO2-concentratie heeft grens voor<br />

debietverhoging<br />

overschreden.<br />

0E ― ”Basiswerking” ■ ”Basiswerking” Maatregelen volgens de<br />

werd op basis van wordt ingescha- overige meldingen.<br />

een andere storing keld.<br />

(bijvoorbeeld Sen- ■ Passief koelen is<br />

sorstoringingeschakel, melding<br />

treedt nooit alleen<br />

op.<br />

geblokkeerd.<br />

0F S ■ Kortsluiting/on- Ventilatortoestel Weerstand (NTC 10 kΩ) van<br />

derbrekingbui- wordt uitgescha- de sensor an het ventilatietenluchttemperakeld.toestel<br />

controleren (zie ”sertuursensor<br />

en<br />

vice<strong>handleiding</strong>uittreeluchttem-<br />

Vitovent 300-F”); eventueel<br />

peratuursensor<br />

■ Kortsluiting/onderbrekingtoevoerluchttemperatuursensor,indientoevoerluchtverwarming<br />

via ventilatie-<br />

CV-circuit<br />

plaatsvindt.<br />

sensor vervangen.<br />

10 S Veiligheidstempe- Elektrisch voorver- Elektrisch voorverwarmreratuurbegrenzerwarmregister<br />

wordt gister controleren, eventueel<br />

aan het elektrische niet meer ingescha- vervangen, tot opnieuw invoorverwarmregiskeld<br />

(zie hoofdschakelen STB ontgrendeter<br />

is geactiveerd. stuk”Vorstbescherming zonder voorverwarmregister”.len.<br />

5623 894 NL<br />

Ventilatie (vervolg)<br />

Diagnose<br />

129


Diagnose<br />

Ventilatie (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van het Maatregel<br />

code<br />

ventilatietoestel<br />

11 H Vorstbescherming De ventilatoren wor- Geen maatregel nodig.<br />

voor hydraulisch den uitgeschakeld Als de storing vaker op-<br />

naverwarmregister en na een bepaalde treedt, bypassklep mecha-<br />

actief.<br />

periode weer ingeschakeld.nisch<br />

controleren.<br />

FF S Communicatie met ■ Ventilatietoestel ■ Ventilatietoestel en Mod-<br />

ventilator ge- loopt met de bus-kabel naar warmtestoord.<br />

laatst ingestelde pomp controleren, eventu-<br />

gegeven verder. eel regelaar-printplaat van<br />

■ of<br />

het ventilatietoestel ver-<br />

”Basiswerking” vangen.<br />

wordt ingescha- ■ Indien aanwezig, op de<br />

keld.<br />

melding ”EF Modbusdeelnemer”<br />

aan warmtepompregeling<br />

letten.<br />

Koelcircuit<br />

Koelcircuitregelaar /<br />

Uitsluitend voor warmtepompen met<br />

elektronische expansieklep EEV en<br />

koelcircuitregelaar [1] of [2] (voor het<br />

onderscheid, zie hoofdstuk ”Systeeminformatie”).<br />

De volgende informatie kan worden<br />

opgevraagd:<br />

■ Temperaturen en drukken van het<br />

koelcircuit.<br />

■ Bedrijfstoestanden van het koelcircuit.<br />

130<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Koelcircuit”<br />

4. ”Koelcircuitregelaar” bij enkeltraps<br />

warmtepomp.<br />

”Koelcircuitregelaar 1” voor warmtepomp<br />

1e trap.<br />

”Koelcircuitregelaar 2” voor warmtepomp<br />

2e trap.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

V<br />

U<br />

T<br />

T:<br />

3,0<br />

T: -5,0<br />

-4,0<br />

n: T:<br />

45<br />

7,0<br />

A<br />

Koelcircuitregelaar<br />

T:<br />

-10<br />

T:-2,0<br />

P: 2,4<br />

Terug met<br />

B C D<br />

x:<br />

75<br />

R134A<br />

3,0/3,5<br />

n:<br />

70<br />

T:<br />

32<br />

T: 45<br />

P: 9,3<br />

E<br />

S R Q P O<br />

N NML<br />

ML<br />

Pos. Betekenis<br />

A Retourtemperatuur primaire circuit<br />

B Temperatuur vloeibaar gas bij<br />

omkering koelcircuit<br />

C Openingsstand elektronische expansieklep<br />

in %<br />

Status elektronische expansieklep<br />

EEV:<br />

Koelcircuit in stookwerking, verwarmingstoestel<br />

aan de condensor.<br />

(knippert)<br />

Omkering koelcircuit actief (ontdooien<br />

of reversibele koelwerking).<br />

D Temperatuur vloeibaar gas<br />

E Aanvoertemperatuur secundair<br />

circuit<br />

F Vermogen secundaire pomp in<br />

%<br />

Secundaire pomp<br />

Knippert: Pomp draait.<br />

G Condensortemperatuur<br />

T:<br />

39,0<br />

T: 37<br />

T:<br />

32,0<br />

K<br />

n:<br />

55<br />

F<br />

n:<br />

72<br />

H<br />

G<br />

Diagnose<br />

Pos. Betekenis<br />

Tapwaterverwarming<br />

Knippert: Circulatiepomp voor<br />

boilerverwarming draait of drieweg-omschakelklep<br />

”verwarmen/<br />

tapwaterverwarming” staat<br />

op ”Tapwaterverwarming”.<br />

H Vermogen circulatiepomp voor<br />

boilerverwarming<br />

K Retourtemperatuur secundair circuit<br />

L Gewenste waarde / werkelijke<br />

waarde zuiggasoververhitting<br />

Waarden met witte achtergrond:<br />

Oververhittingsregeling zuiggas<br />

actief.<br />

M Persgastemperatuur<br />

Waarde met witte achtergrond:<br />

Regeling op persgastemperatuur<br />

actief.<br />

N Condensatiedruk in bar(a)<br />

O Compressorvermogen in %<br />

Compressor<br />

Knippert: Compressor in werking<br />

P Zuiggastemperatuur<br />

131


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Pos. Betekenis<br />

Q Zuigdruk gas<br />

Waarde met witte achtergrond:<br />

Maximale werkingsdruk van de<br />

verdamper (MOP) is overschreden,<br />

drukregeling van het zuiggas<br />

actief.<br />

R Gebruikt koelmiddel<br />

S Aanvoertemperatuur primair circuit<br />

T : Vermogen primaire<br />

pomp in %<br />

/ : Vermogen ventilator in<br />

%<br />

Primaire pomp<br />

Knippert: Pomp draait.<br />

Ventilator<br />

Bewegend symbool: Ventilator<br />

draait.<br />

Compressordraaiveld /<br />

In het diagram uit verdampings- en condensortemperatuur<br />

zijn de looptijden<br />

van de compressor weergegeven.<br />

Het diagramoppervlak is in een rechthoekig<br />

raster ingedeeld. Terwijl de compressor<br />

draait, beweegt het werkingspunt<br />

van het koelcircuit zich door dit raster.<br />

De regeling voegt permanent de verblijfstijden<br />

”trun” van het werkingspunt in<br />

de afzonderlijke rasters.<br />

Afhankelijk van deze verblijfstijd wordt<br />

het raster in verschillende grijstinten<br />

weergegeven:<br />

■ trun = 0 min: zwart<br />

■ 0 ≤ trun ≤ 240 min: zes verschillende<br />

grijstinten<br />

■ trun > 240 min: wit<br />

132<br />

Pos. Betekenis<br />

U Verdampingstemperatuur<br />

V Gewenste verdampingstemperatuur<br />

Aan de hand van de weergegeven compressor-toepassingsgrenzen<br />

is zichtbaar,<br />

of en hoe vaak de granswaarden<br />

van de koelcircuitparameters in werking<br />

werden overschreden.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Koelcircuit”<br />

4. ”Compressordraaiveld” bij enkeltraps<br />

warmtepomp.<br />

”Compressordraaiveld 1” voor<br />

warmtepomp 1. trap.<br />

”Compressordraaiveld 2” voor<br />

warmtepomp 2. trap.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

tc<br />

70<br />

50<br />

30<br />

to: 0x4 tc: 38 trun: 240 min.<br />

10<br />

to<br />

-30 -20 -10 0 10 20 30<br />

Kiezen met<br />

A<br />

A Compressor-toepassingsgrenzen<br />

t0 Verdampingstemperatuur<br />

tc Condensortemperatuur<br />

trun Looptijd van de compressor voor<br />

het actueel geselecteerde rasterveld<br />

1 Diagram voor warmtepomp 1e<br />

trap<br />

2 Diagram voor warmtepomp 2e<br />

trap<br />

Compressordraaipad /<br />

In het diagram uit verdampings- en condensortemperatuur<br />

wordt de beweging<br />

van het werkingspunt van het koelcircuit<br />

(compressordraaipad) voor het laatste<br />

werkingsuur weergegeven.<br />

Aan de hand van de weergegeven compressor-toepassingsgrenzen<br />

is zichtbaar,<br />

of en hoe vaak de granswaarden<br />

van de koelcircuitparameters in het laatste<br />

werkingsuur werden overschreden.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

1<br />

Looptijden bepalen<br />

1. Met / cursor (dradenkruis) op de<br />

gewenste positie in het diagram positioneren.<br />

2. Waarden in de bovenste regel aflezen.<br />

Compressordraaiveld wissen<br />

Diagnose<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

3. ”Compressordraaiveld wissen”<br />

4. Met ”Ja” alle verblijfstijden in het raster<br />

wissen.<br />

3. ”Koelcircuit”<br />

4. ”Compressordraaipad” bij enkeltraps<br />

warmtepomp.<br />

”Compressordraaipad 1” voor<br />

warmtepomp 1e trap.<br />

”Compressordraaipad 2” voor<br />

warmtepomp 2e trap.<br />

133


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

tc<br />

70<br />

50<br />

30<br />

10<br />

to<br />

-30 -20 -10 0 10 20 30<br />

134<br />

Terug met<br />

B<br />

2<br />

1<br />

1<br />

A<br />

A Compressor-toepassingsgrenzen<br />

B Uitschakelpunten van de compressor<br />

(1 tot N)<br />

t0 Verdampingstemperatuur<br />

Meldingsoverzicht [1] /<br />

Voor koelcircuitregelaar [1]: Verschillen<br />

van de koelcircuitregelaars, zie hoofdstuk<br />

”Systeeminformatie”.<br />

Meldingsoverzicht van de EEV-regelaar<br />

(status- en storingsinformatie van de<br />

EEV-regelaar):<br />

■ De meldingen in het meldingsoverzicht<br />

kunnen niet worden geaccepteerd.<br />

■ De meldingen worden in chronologische<br />

volgorde opgesomd, de laatste<br />

storing staat bovenaan.<br />

■ Er worden maximaal 30 gegevens<br />

opgeslagen.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

tc Condensortemperatuur<br />

1 Diagram geldig voor warmtepomp<br />

1e trap<br />

2 Diagram geldig voor warmtepomp<br />

2e trap<br />

Compressorlooppad wissen<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

3. ”Compressorlooppad wissen”<br />

4. Met ”Ja” het opgetekende verloop uit<br />

het diagram wissen.<br />

3. ”Koelcircuit”<br />

4. ”Meldingsoverzicht” bij enkeltraps<br />

warmtepomp.<br />

”Meldingsoverzicht 1” voor warmtepomp<br />

1de trap.<br />

”Meldingsoverzicht 2” voor warmtepomp<br />

2de trap.<br />

Overzicht van de meldingen<br />

Voor iedere melding wordt de volgende<br />

informatie aangegeven:<br />

■ Nummer van de melding.<br />

■ Datum en tijd van het laatste optreden.<br />

■ Meldingscode van twee posities.<br />

■ Soort melding: ”Aanwijzing” of ”Storing”.<br />

■ Frequentie van optreden.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldingsoverzicht<br />

0 09.09.2009 17:16:00 06 Opmerking 7<br />

1 09.09.2009 17:16:01 0A<br />

3<br />

2 09.09.2009 17:16:02 03 Storing 11<br />

3 09.09.2009 17:16:03 10<br />

Terug met<br />

Afhankelijk van het soort melding kan bij<br />

het optreden van een melding van de<br />

EEV-regelaar ook een melding van de<br />

warmtepompregeling worden geactiveerd<br />

(zie ”Meldingen”).<br />

Soort melding van de Melding van de warmtepompregeling<br />

EEV-regelaar<br />

warmtepomp 1e trap warmtepomp 2e trap<br />

H ”Opmerking” ”07 Koelcircuit” ”08 Koelcircuit 2”<br />

S ”Storing” ”05 Koelcircuit” ”06 Koelcircuit 2”<br />

Diagnose<br />

135


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

00 ― Geen melding ― ―<br />

03 S Kortsluiting/onder- ■ Compressor uit. Weerstand (Pt 500A) aan de<br />

brekingtempera- ■ Energiebalans sensoraansluiting van de<br />

tuursensorzuig- wordt niet correct EEV-printplaat controleren<br />

gas<br />

berekend (zie (zie ”EEV-printplaat [1]”),<br />

hoofdstuk ”Diag- eventueel sensor vervannoseenergiebalans<br />

”).<br />

gen.<br />

04 S Kortsluiting/onder- ■ Compressor blijft<br />

brekingtempera- in werking.<br />

tuursensorpers- ■ Energiebalans<br />

gas<br />

wordt niet correct<br />

05 S Kortsluiting/onder- berekend (zie<br />

brekinghoogdruk- hoofdstuk ”Diagsensornoseenergieba-<br />

06 S Kortsluiting/onderbrekingtemperatuursensorpersgaslans<br />

”).<br />

0A S Kortsluiting/onder- ■ Compressor uit.<br />

brekinglagedruk- ■ Energiebalans<br />

sensor<br />

wordt niet correct<br />

berekend (zie<br />

hoofdstuk ”Diagnoseenergiebalans<br />

”).<br />

10 H ”Normaal” uitschakelen<br />

van de compressor<br />

Compressor uit. Geen maatregel nodig.<br />

136<br />

5623 894 NL


Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

1F ― Configuratiefout Compressor uit. ■ Parameter compressor<br />

koelcircuit: Fout op<br />

(”50..”) controleren.<br />

basis van ontoe-<br />

■ Controleren, of de codeerlaatbarecombinastekker<br />

voor de warmtetie<br />

van koelcircuitpomp<br />

past. Opvraag<br />

parameters. Er is<br />

een ernstige storing<br />

van de EEVregelaar.<br />

zie ”Systeeminformatie”.<br />

20 H Grens persgastemperatuuroverschreden.<br />

Compressor uit.<br />

21 H Verdampingsdruk Compressor uit. Zoals bij ”D3 lagedruk” (zie<br />

te laag (lagedrukstoring).<br />

hoofdstuk ”Meldingen”).<br />

22 H Condensatiedruk Compressor uit. Zoals bij ”D4 Standaard ho-<br />

te hoog (standaard<br />

gedruk” (zie hoofd-<br />

hogedruk).<br />

stuk ”Meldingen”).<br />

48 ― Oververhitting van Compressor uit. ■ Controleren of correcte<br />

het zuiggas te ge-<br />

codeerstekker is ingering.steld.<br />

■ Bij herhaaldelijk voorkomen:<br />

Koelcircuit door koeltechnicus<br />

laten controleren.<br />

49 ― Maximale wer- Compressor blijft in Geen maatregel nodig.<br />

kingsdrukverdamper (MOP) werd<br />

bereikt. Omschakelen<br />

van oververhittings-<br />

naar drukregeling<br />

van het<br />

zuiggas.<br />

werking.<br />

5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Diagnose<br />

137


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

4B S ■ Aansluitkabel Compressor uit. ■ Aansluitkabel EEV contro-<br />

EEV defect<br />

leren, indien nodig vervan-<br />

■ Stappenmotor<br />

gen.<br />

van de EEV defect.<br />

■ EEV vervangen.<br />

4C ― Oververhitting van Compressor uit. ■ Controleren of correcte<br />

het zuiggas te<br />

codeerstekker is inge-<br />

hoog.<br />

steld.<br />

■ Bij herhaaldelijk voorkomen:<br />

Koelcircuit door koeltechnicus<br />

laten controleren.<br />

Meldingsoverzicht [2] /<br />

Voor koelcircuitregelaar [2]: Verschillen<br />

van de koelcircuitregelaars, zie hoofdstuk<br />

”Systeeminformatie”.<br />

Meldingsoverzicht van de EEV-regelaar<br />

(status- en storingsinformatie van de<br />

EEV-regelaar):<br />

■ De meldingen in het meldingsoverzicht<br />

kunnen niet worden geaccepteerd.<br />

■ De meldingen worden in chronologische<br />

volgorde opgesomd, de laatste<br />

storing staat bovenaan.<br />

■ Er worden maximaal 30 gegevens<br />

opgeslagen.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

138<br />

3. ”Koelcircuit”<br />

4. ”Meldingsoverzicht” bij enkeltraps<br />

warmtepomp.<br />

”Meldingsoverzicht 1” voor warmtepomp<br />

1de trap.<br />

”Meldingsoverzicht 2” voor warmtepomp<br />

2de trap.<br />

Overzicht van de meldingen<br />

Voor iedere melding wordt de volgende<br />

informatie aangegeven:<br />

■ Nummer van de melding.<br />

■ Datum en tijd van het laatste optreden.<br />

■ Meldingscode van twee posities.<br />

■ Soort melding: ”Aanwijzing” of ”Storing”.<br />

■ Frequentie van optreden.<br />

Opmerking<br />

Enige storingen mogen uitsluitend door<br />

een door <strong>Viessmann</strong> gecertificeerde CVfirma<br />

voor warmtepompen worden uitgevoerd<br />

(”Experts”) .<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldingsoverzicht<br />

0 09.09.2009 17:16:00 06 Opmerking 7<br />

1 09.09.2009 17:16:01 0A<br />

3<br />

2 09.09.2009 17:16:02 03 Storing 11<br />

3 09.09.2009 17:16:03 10<br />

Terug met<br />

Afhankelijk van het soort melding kan bij<br />

het optreden van een melding van de<br />

EEV-regelaar ook een melding van de<br />

warmtepompregeling worden geactiveerd<br />

(zie ”Meldingen”).<br />

Soort melding van de Melding van de warmtepompregeling<br />

EEV-regelaar<br />

warmtepomp 1e trap warmtepomp 2e trap<br />

H ”Opmerking” ”07 Koelcircuit” ”08 Koelcircuit 2”<br />

S ”Storing” ”05 Koelcircuit” ”06 Koelcircuit 2”<br />

Diagnose<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

00 ― Geen melding ― ―<br />

01 S Kortsluiting/onder- Werking op tempe- Weerstand (Pt 500A) aan de<br />

brekingaanvoerratuur van de re- sensoraansluiting van de<br />

temperatuursensortourtemperatuursen EEV-printplaat controleren<br />

primair circuit sor primair circuit (zie ”EEV-printplaat [2]”),<br />

(luchtinlaat of bri- plus 3 K.<br />

eventueel sensor vervanne-intredewarmtepomp)gen.<br />

02 S Kortsluiting/onder- Werking op tempebrekingretourtemratuur<br />

van de aanperatuursensorprivoertemperatuurmair<br />

circuit (luchsensor primair cirtinlaat<br />

of brine-uittredewarmtepomp)cuit<br />

minus 2 K.<br />

03 S Kortsluiting/onderbrekingtemperatuursensorzuiggas<br />

Compressor uit.<br />

139


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van de<br />

code<br />

warmtepomp<br />

04 S Kortsluiting/onder- ■ Compressor blijft<br />

brekingtempera- in werking.<br />

tuursensorpers- ■ Energiebalans<br />

gas<br />

wordt niet correct<br />

berekend (zie<br />

hoofdstuk ”Diag-<br />

05 S Kortsluiting/ondernoseenergiebabrekinghoogdruksensorlans ”).<br />

06 S Kortsluiting/onderbrekingtemperatuursensorpersgas<br />

1 (vóór EEV)<br />

07 S Kortsluiting/onderbrekingtemperatuursensorvloeibaar<br />

gas 2 (naar<br />

EEV)<br />

08 S Kortsluiting/onderbrekingretourtemperatuursensorsecundair<br />

circuit<br />

09 S Kortsluiting/onderbrekingtemperatuursensorverdamper<br />

140<br />

■ Compressor blijft<br />

in werking.<br />

■ Energiebalans<br />

wordt niet correct<br />

berekend (zie<br />

hoofdstuk ”Diagnoseenergiebalans<br />

”).<br />

Werking op temperatuur<br />

van de aanvoertemperatuursensor<br />

secundair<br />

circuit minus 5 K.<br />

Compressor kan<br />

zich uitschakelen<br />

vanwege veranderdekoelcircuitomstandigheden.<br />

Maatregel<br />

Weerstand (Pt 500A) aan de<br />

sensoraansluiting van de<br />

EEV-printplaat controleren<br />

(zie ”EEV-printplaat [2]”),<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

Spanning op aansluiting van<br />

de hogedruksensor van de<br />

EEV-printplaat meten<br />

(zie ”EEV-printplaat [2]”).<br />

■ 0 V : 0 bar<br />

■ 5 V : maximale druk (zie<br />

sensoropdruk)<br />

Bij afwijkende meetwaarden<br />

sensor vervangen.<br />

Weerstand (Pt 500A) aan de<br />

sensoraansluiting van de<br />

EEV-printplaat controleren<br />

(zie ”EEV-printplaat [2]”),<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

5623 894 NL


Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

0A S Kortsluiting/onder- Compressor uit. Spanning op aansluiting van<br />

brekinglagedruk- de lagedruksensor van de<br />

sensor<br />

EEV-printplaat meten<br />

(zie ”EEV-printplaat [2]”).<br />

■ 0 V : 0 bar<br />

■ 5 V : maximale druk (zie<br />

sensoropdruk)<br />

10/<br />

11<br />

H Compressor heeft zich uitgeschakeld.<br />

Bij afwijkende meetwaarden<br />

sensor vervangen.<br />

Geen maatregel nodig.<br />

12 ― Storing inverter (al- Afhankelijk van ver- Verdere informatie over ingemene<br />

melding) dere meldingen verter naleven (meldingscode<br />

”80” tot ”93”).<br />

13 S Communicatiefout Compressor uit. Wanneer de storing permanent<br />

optreedt: Configuratie<br />

van het koelcircuit door<br />

een ”expert” laten controleren.<br />

15 S Inverter en com- Compressor uit. Controleren, of de codeerpressor<br />

niet comstekker<br />

voor de warmtepatibel.pomp<br />

past. Opvraag<br />

zie ”Systeeminformatie”.<br />

17 S Veiligheidscircuit Compressor uit. ■ Veiligheidscircuit controle-<br />

onderbroken, comren.pressor<br />

is geblok-<br />

■ Stekker voor aansturing<br />

keerd.<br />

compressor op EEV-printplaat<br />

controleren<br />

(zie ”EEV-printplaat [2]”).<br />

20 S Grens persgas- Compressor uit. ■ Parameter compressor<br />

temperatuurover- (”50..”) controleren.<br />

schreden.<br />

■ Controleren, of de codeerstekker<br />

voor de warmtepomp<br />

past. Opvraag<br />

zie ”Systeeminformatie”.<br />

21 H Verdampingsdruk Compressor uit. Zoals bij ”D3 lagedruk” (zie<br />

te laag (lagedrukstoring).<br />

hoofdstuk ”Meldingen”).<br />

5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Diagnose<br />

141


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

22 H Condensatiedruk Compressor uit. Zoals bij ”D4 Standaard ho-<br />

te hoog (standaard<br />

gedruk” (zie hoofd-<br />

hogedruk).<br />

stuk ”Meldingen”).<br />

23 S Minimaal drukver- Compressor uit. ■ Hogedruk- en lagedrukschil<br />

tussen hogesensor<br />

controleren, evenen<br />

lagedrukzijde<br />

tueel vervangen (zie mel-<br />

werd niet bereikt.<br />

dingscodes ”05”<br />

en ”0A”).<br />

■ Wanneer druksensoren in<br />

orde zijn en storing aanwezig<br />

blijft, ”expert” informeren.<br />

24 S Compressor kon Compressor uit. ■ Geen maatregel nodig.<br />

niet starten.<br />

■ Wanneer de storing her-<br />

26 S Maximale duur Ontdooien wordt haaldelijk optreedt, ”ex-<br />

voor ontdooien voortijdig beëinpert” informeren.<br />

overschreden. digd.<br />

27 S Maximaal drukver- Compressor uit. ■ Hogedruk- en lagedrukschil<br />

tussen hogesensor<br />

controleren, evenen<br />

lagedrukzijde<br />

tueel vervangen (zie mel-<br />

werd bereikt.<br />

dingscodes ”05”<br />

en ”0A”).<br />

■ Wanneer druksensoren in<br />

orde zijn en storing aanwezig<br />

blijft, ”expert” informeren.<br />

28 S Maximale hoge- Compressor uit. ■ Compressor-parameter<br />

druk.<br />

controleren.<br />

■ Controleren, of de codeerstekker<br />

voor de warmtepomp<br />

past. Opvraag<br />

zie ”Systeeminformatie”.<br />

2A S Stroomverbruik in- Compressor uit. Wikkelingsweerstand aan<br />

verter te hoog.<br />

de compressor meten.<br />

Weerstand moet aan alle<br />

wikkelingen gelijk zijn (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

warmtepomp).<br />

142<br />

5623 894 NL


Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

2B S Maximale zuiggas- Compressor uit. ■ Geen maatregel nodig.<br />

drukoverschre- ■ Wanneer de melding herden.haaldelijk<br />

optreedt, ”expert”<br />

informeren.<br />

2C/ S Minimaal drukver- Compressor uit. ■ Hogedruk- en lagedruk-<br />

2D schil tussen hogesensor<br />

controleren, evenen<br />

lagedrukzijde<br />

tueel vervangen (zie mel-<br />

werd niet bereikt.<br />

dingscodes ”05”<br />

en ”0A”).<br />

■ Wanneer druksensoren in<br />

orde zijn en storing aanwezig<br />

blijft, ”expert” informeren.<br />

2E S Waarde lager dan Compressor uit. ■ Hogedruksensor controle-<br />

minimaal vereiste<br />

ren, eventueel vervangen<br />

hogedruk.<br />

(zie meldingscode ”05”).<br />

■ Wanneer druksensor in orde<br />

is en storing aanwezig<br />

blijft, ”expert” informeren.<br />

2F S Waarde lager dan Compressor uit. ■ Lagedruksensor controle-<br />

minimaal vereiste<br />

ren, eventueel vervangen<br />

verdampingsdruk.<br />

(zie meldingscode ”0A”).<br />

■ Wanneer druksensor in orde<br />

is en storing aanwezig<br />

blijft, ”expert” informeren.<br />

30 S Werkingspunt Compressor uit. ■ Geen maatregel nodig.<br />

meer dan maxima-<br />

■ Wanneer de melding herle<br />

duur buiten de<br />

haaldelijk optreedt, ”extoepassingsgrenzen<br />

van de compressor.pert”<br />

informeren.<br />

36 S Minimaal drukver- Compressor treedt ■ Hogedruk- en lagedrukschil<br />

tussen hoge- niet in werking. sensor controleren, evenen<br />

lagedrukzijde<br />

tueel vervangen (zie mel-<br />

vóór de start van<br />

dingscodes ”05”<br />

de compressor<br />

en ”0A”).<br />

overschreden.<br />

■ Hydrauliek van het secundaire<br />

circuit controleren.<br />

5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Diagnose<br />

143


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

48 ― Oververhitting van Compressor uit. ■ Controleren of correcte<br />

het zuiggas te ge-<br />

codeerstekker is ingering.steld.<br />

■ Bij herhaaldelijk voorkomen:<br />

Koelcircuit door koeltechnicus<br />

laten controleren.<br />

49 ― Maximale wer- Compressor blijft in Geen maatregel nodig.<br />

kingsdrukverdamper (MOP) werd<br />

bereikt. Omschakelen<br />

van oververhittings-<br />

naar drukregeling<br />

van het<br />

zuiggas.<br />

werking.<br />

4A S Verdampingstem- Compressor uit of ■ Primaire pomp/ventilator<br />

peratuur te laag. blijft in werking. controleren.<br />

■ Verdamper op ijsvorming<br />

controleren.<br />

■ Temperatuursensor verdamper<br />

controleren (zie<br />

melding ”09”).<br />

80 S Maximale com- Compressor uit. Wikkelingsweerstand aan<br />

pressorstroom<br />

de compressor meten.<br />

overschreden.<br />

Weerstand moet aan alle<br />

81 S Maximaal com- Compressor uit. wikkelingen gelijk zijn (zie<br />

pressorvermogen<br />

montage- en servicehandlei-<br />

overschreden.<br />

ding warmtepomp).<br />

82 S Netspanning te Compressor uit. Netspanning aan de netaan-<br />

hoog<br />

sluitklemmen meten: Wanneer<br />

de netspanning<br />

tehoog is, oorzaak in overleg<br />

met het energiebedrijf<br />

ophelderen.<br />

83 S Netspanning te Compressor uit. Netspanning aan de netaan-<br />

laag<br />

sluitklemmen meten: Wanneer<br />

de netspanning telaag<br />

is, oorzaak in overleg met<br />

het energiebedrijf ophelderen.<br />

144<br />

5623 894 NL


Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

84 S Temperatuur aan Compressor uit. Ventilator aan het koelli-<br />

de inverter te<br />

chaam van de inverter con-<br />

hoog.<br />

troleren, indien nodig inverter<br />

vervangen.<br />

85 S Temperatuur aan<br />

de inverter te laag<br />

ten gevolge van lagebuitentemperatuur.<br />

Compressor uit. Geen maatregel nodig.<br />

86 S Stroomverbruik in- Compressor uit. Wikkelingsweerstand aan<br />

verter te hoog.<br />

de compressor meten.<br />

Weerstand moet aan alle<br />

wikkelingen gelijk zijn (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

warmtepomp).<br />

87 S Temperatuur aan Compressor uit. ■ Geen maatregel nodig.<br />

de motor van de<br />

■ Wanneer de melding her-<br />

compressor te<br />

haaldelijk optreedt, ”ex-<br />

hoog.<br />

pert” informeren.<br />

88 S Storing compres- Compressor uit. ■ Wikkelingsweerstand aan<br />

soraandrijving.<br />

de compressor meten.<br />

Weerstand moet aan alle<br />

wikkelingen gelijk zijn (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

warmtepomp).<br />

■ Eventueel de compressor<br />

en/of inverter vervangen.<br />

89 S Interne storing inverter<br />

Compressor uit. Inverter vervangen.<br />

8A S Interne storing in- Compressor wordt Bij herhaaldelijk optreden inverter<br />

uitgeschakeld of<br />

loopt verder.<br />

verter vervangen.<br />

8B S Interne storing in- Compressor uit. ■ Spoel aan de inverter convertertroleren,<br />

eventueel vervangen<br />

(zie ”EEV-printplaat<br />

[2]”).<br />

■ Eventueel inverter vervangen.<br />

5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Diagnose<br />

145


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

8C S Communicatiefout Compressor uit. Wanneer de storing permanent<br />

optreedt: Configuratie<br />

van het koelcircuit door<br />

een ”expert” laten controleren.<br />

8D S Kortsluiting/onderbrekingtemperatuursensor<br />

inverter<br />

Compressor uit. Inverter vervangen.<br />

8F S Aandrijving com- Compressor uit. ■ Brug aan de inverter conpressorgedeactitroleren<br />

(klemmen 4-10,<br />

veerd.<br />

aansluitschema vand e<br />

warmtepomp naleven,<br />

zie ”EEV-printplaat [2]”).<br />

■ Eventueel inverter vervangen.<br />

90 S Storing aansturing Compressor uit. ■ Verbindingskabel inverter<br />

compressor.<br />

― compressor controleren,<br />

eventueel vervangen<br />

(zie ”EEV-printplaat [2]”).<br />

! Opgelet<br />

Een verkeerd<br />

draaiveld vernielt<br />

de compressor.<br />

Bij het vervangen<br />

van de verbindingskabel<br />

op fasecorrecteaansluiting<br />

letten.<br />

91 S Storing koeler aan<br />

het koellichaam<br />

van de inverter.<br />

92 S Ventilator bereikt<br />

gewenst toerental<br />

niet.<br />

146<br />

Compressor uit. Koeler aan de inverter controleren,<br />

eventueel reinigen<br />

(zie ”EEV-printplaat [2]”).<br />

Compressor uit. ■ Controleren of correcte<br />

codeerstekker is ingesteld.<br />

■ Bij herhaaldelijk voorkomen:<br />

Koelcircuit door koeltechnicus<br />

laten controleren.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldings- Betekenis Gedrag van de Maatregel<br />

code<br />

warmtepomp<br />

93 S Storing compres- Compressor uit. ■ Wikkelingsweerstand aan<br />

soraandrijving.<br />

de compressor meten.<br />

Weerstand moet aan alle<br />

wikkelingen gelijk zijn (zie<br />

montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

warmtepomp).<br />

■ Eventueel de compressor<br />

en/of inverter vervangen.<br />

94 S Storing communi- Compressor uit. ■ Voedingsspanning invercatie<br />

inverter<br />

ter controleren (zie ”EEVprintplaat<br />

[2]”).<br />

■ Voor verdere maatregelen<br />

”expert” informeren.<br />

Buiteneenheid<br />

Alle componenten van het koelcircuit,<br />

inclusief koelcircuitregelaar, bevinden<br />

zich in de buiteneenheid (niet in de condensor).<br />

De koelcircuitregelaar communiceert<br />

met de warmtepompregeling via<br />

een databus.<br />

De volgende informatie kan worden<br />

opgevraagd (niet bij blokkering door het<br />

energiebedrijf):<br />

■ Status- en foutinformatie van de koelcircuitregeling.<br />

■ Actuele meetwaarden en regelparameters<br />

van het koelcircuit.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Warmtepomp”<br />

4. ”Buiteneenheid”<br />

Buiteneenheid<br />

[ - ] : 00, 1,<br />

Nload,f [ -,Hz ] : 127,<br />

n1,n2 [ rpm ] : 990,<br />

OAT,OMT,OCT [ °C ] : 2,<br />

CTT,ICT,IRT [ °C ] : 85,<br />

HST,LWT,RWT [ °C ] : 35,<br />

pH ,pLO,EEV [ - ] : 0,<br />

A<br />

[ - ] : 1, 0, 0,<br />

0/0,<br />

56,<br />

---,<br />

5,<br />

-50,<br />

42,<br />

0,<br />

0, 0<br />

Terug met ä<br />

Diagnose<br />

ABCD 0/0<br />

45<br />

0<br />

8<br />

47<br />

20<br />

23<br />

Opmerking<br />

Er wordt geen melding van de warmtepompregeling<br />

geactiveerd. (Zie ”Meldingen”).<br />

147


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Regel ”I [–]”<br />

Kolom Betekenis<br />

1 Softwareversie van de koelcircuitregelaar.<br />

2 Werkingsmodus koelcircuit:<br />

”0” UIT ”2” Verwarmen<br />

”1” koelen ”3” Ontdooien<br />

3 Beschermfuncties koelcircuit (A/B)<br />

A Gedrag van de buiteneenheid: B Oorzaak:<br />

”0” Normale werking, beschermingsfunctie<br />

niet actief.<br />

”0” Normale werking.<br />

”1” Algemene beschermingsfunctie.<br />

”1” Ontdooien.<br />

”2” Max. toerental ventilatoren ”2” Stortbeveiliging van de com-<br />

148<br />

wordt ingesteld.<br />

”3” Compressorfrequentie wordt<br />

niet verhoogd ook bij hogere<br />

vermogensaanvraag.<br />

”4” Compressorfrequentie wordt<br />

langzaam verlaagd.<br />

”5” Compressorfrequentie wordt<br />

snel verlaagd.<br />

”6” Compressor wordt uitgeschakeld.<br />

pressor is geactiveerd.<br />

”3” Koellichaamtemperatuur DCinverter<br />

te hoog.<br />

”4” Compressorkoptemperatuur<br />

te hoog.<br />

”6” Temperatuur bij verdamper of<br />

condensor te hoog.<br />

”7” Oververhitting compressoraandrijving.<br />

4 Beschermingsfuncties voor regeling van de persgasoververhitting (C/<br />

D)<br />

C Gedrag van de buiteneenheid: D Oorzaak:<br />

”0” Normale werking, beschermingsfunctie<br />

niet actief.<br />

”0” Normale werking.<br />

”1” Compressorfrequentie wordt ”1” Gewenste waarde persgas-<br />

langzaam verlaagd.<br />

oververhitting kan door aanpassing<br />

van de positie van de<br />

EEV-klep niet worden bereikt.<br />

”2” Compressorfrequentie wordt<br />

niet verder verlaagd.<br />

”3” Compressorfrequentie wordt<br />

verhoogd.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Regel ”Nload, f [–, Hz]”<br />

Kolom Betekenis<br />

2 Genormeerde vermogensaanvraag, waardenbereik: 0 tot 127 (≙ 0 tot<br />

100%)<br />

3 Actuele compressorfrequentie in Hz.<br />

4 Gewenste compressorfrequentie in Hz.<br />

Regel ”n1, n2 [rpm]”<br />

Kolom Betekenis<br />

2 Toerental ventilator 1 in omw/min.<br />

3 Toerental ventilator 2 in omw/min (indien aanwezig).<br />

4 Ingestelde ventilatortrap:<br />

”0” UIT ”3” hoog toerental<br />

”1” laag toerental ”4” max. toerental<br />

”2” gemiddeld toerental<br />

Regel ”OAT, OMT, OCT [°C]”<br />

Kolom Betekenis<br />

2 Luchtinlaattemperatuur verdamper (OAT)<br />

3 Verdampertemperatuur (OMT)<br />

4 Koelmiddelinlaattemperatuur verdamper (OCT)<br />

Regel ”CTT, ICT, IRT [°C]”<br />

Kolom Betekenis<br />

2 Compressorkoptemperatuur (CTT).<br />

3 Condensatietemperatuur condensor (ICT).<br />

4 Temperatuur vloeibaar gas (IRT).<br />

Diagnose<br />

Regel ”HST, LWT, RWT [°C]”<br />

Kolom Betekenis<br />

2 Koellichaamtemperatuur DC-inverter (HST).<br />

3 Aanvoertemperatuur secundair circuit voor CV-water-doorstroomtoestel<br />

(LWT)<br />

4 Retourtemperatuur secundair circuit (RWT).<br />

149


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Regel ”pHI, pLO, EEV [–]”<br />

Kolom Betekenis<br />

2 Status hogedrukschakelaar (pHi) (indien aanwezig):<br />

”1” Niet geactiveerd of niet aanwezig<br />

”2” Geactiveerd.<br />

3 Status lagedrukschakelaar (pLO):<br />

”0” Niet geactiveerd of niet aanwezig<br />

”1” Geactiveerd.<br />

4 Positie van de elektronische expansieklep (EEV), waardenbereik 0 (≙ volledig<br />

gesloten) tot 480 stappen (≙ volledig geopend).<br />

Regel ”A [–]”<br />

Kolom Betekenis<br />

1 Koelcircuitfout:<br />

”0” Geen fout: ”3” Kortsluiting/onderbreking<br />

aanvoertemperatuursensor<br />

150<br />

secundair circuit (LWT).<br />

”1” Kortsluiting/onderbreking ”4” Koelcircuitfout binneneen-<br />

druksensor condensor (ICT). heid actief.<br />

”2” Kortsluiting/onderbreking<br />

temperatuursensor persgas<br />

(IRT).<br />

2 Uitgang storingsmelding koelcircuit (buiten- of binneneenheid).<br />

Voorwaarde: Koelcircuitfout binneneenheid (kolom 1 op ”4”) of storingsmelding<br />

koelcircuit buiteneenheid (kolom 3 op ”1”).<br />

”0” UIT. ”1” AAN.<br />

3 Storingsmelding koelcircuit buiteneenheid aan warmtepompregeling:<br />

”0” Niet actief. ”1” Actief.<br />

4 Netvoeding buiteneenheid:<br />

”0” Geen netspanning. ”1” Netspanning aanwezig.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Kolom Betekenis<br />

5 Fout compressoraansturing<br />

Opmerking<br />

Een fout van de compressoraansturing leidt tot het uitschakelen van de<br />

compressor.<br />

”0” Geen fout. ”6” DC-inverterspanning te<br />

hoog.<br />

”1” Fout stortsensor compressor. ”7” Communicatiefout.<br />

”2” Stroomopname compressor<br />

te hoog.<br />

”8” Foutstroom.<br />

”3” Koellichaamtemperatuur DCinverter<br />

te hoog.<br />

”9” Geen netspanning.<br />

”4” Stijging koelertemperatuur ”10” Terugzetten regelingspro-<br />

DC-inverter te hoog.<br />

cessor.<br />

”5” DC-inverterspanning te laag. ”11” Synchronisatiefout.<br />

Meldingsstatistiek<br />

■ In de meldingsstatistiek kunnen de<br />

meldingen niet worden geaccepteerd.<br />

■ De meldingen zijn oplopend naar meldingscode<br />

gesorteerd.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Koelcircuit”<br />

4. ”Meldingsstatistiek”<br />

Buiteneenheid<br />

7 09.03.2010 10:28:52 3/5 0 !<br />

10 09.03.2010 09:14:16 20/15 1 ? OA<br />

13 09.03.2010 07:04:54 20/15 1 ? OA<br />

15 09.03.2010 08:15:59 23/15 1 ? OA<br />

Terug met ä<br />

Overzicht van de meldingen<br />

Diagnose<br />

Voor iedere melding wordt informatie<br />

aangegeven:<br />

■ Laatste meldingscode van de buiteneenheid<br />

■ Datum en tijd van het laatste optreden<br />

■ Aantal geregistreerde gebeurtenissen<br />

met deze meldingscode/melddrempel:<br />

Wanneer het aantal geregistreerde<br />

gebeurtenissen de melddrempel<br />

bereikt, wordt een melding van de<br />

warmtepompregeling, bijvoorbeeld<br />

”A9 warmtepomp” geactiveerd.<br />

■ Frequentie van de aan de warmtepomp<br />

geactiveerde meldingen met<br />

deze meldingscode.<br />

151


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

■ Actuele meldingsstatus<br />

– ”!”:<br />

Drempel voor deze melding overschreden,<br />

melding aan de warmtepompregeling,<br />

bijvoorbeeld ”0A<br />

Storing buitenunit”.<br />

– Geen invoer:<br />

Markering van meldingen<br />

Soort melding Melddrempel<br />

152<br />

Drempel voor melding niet overschreden,<br />

geen melding aan de<br />

warmtepompregeling.<br />

– ”?”:<br />

Meldingsstatus niet beschikbaar.<br />

■ Meldingscodes van de warmtepompregeling<br />

(zie ”Meldingen”).<br />

Melding warmtepompregeling<br />

Opmerking H 0 ”0C Aanwijzing buitenunit”<br />

Storingen sensoren, omvat ook S 1 ■ ”0A Storing buitenunit”<br />

configuratie- en communicatie-<br />

of<br />

storingen en de overschrijding<br />

van de toepassingsgrenzen<br />

■ ”0B Storing buitenunit”<br />

Storingen koelcircuit K 20 ”A9 Warmtepomp”<br />

Storingen van de elektrische<br />

componenten<br />

E<br />

Storing van de stuurtrap of componenten<br />

T<br />

Meldingen buiteneenheid<br />

Meldingscode<br />

Betekenis Maatregel<br />

1 S Kortsluiting/onderbreking Weerstand aan de sensorklemmen (zie<br />

temperatuursensor koelmid- pagina 157) conform de curve (zie ”Temdelingang<br />

verdamper OCT peratuursensoren in buiteneenheid”)<br />

2 Kortsluiting/onderbreking controleren; eventueel sensor vervan-<br />

temperatuursensor compressorkop<br />

CTT<br />

gen.<br />

3 Kortsluiting/onderbreking<br />

temperatuursensor koellichaam<br />

DC-inverter HST<br />

4 Kortsluiting/onderbreking<br />

temperatuursensor luchtinlaat<br />

verdamper (OAT)<br />

5 Kortsluiting/onderbreking<br />

temperatuursensor verdamper<br />

(OMT)<br />

5623 894 NL


Meldingscode<br />

Betekenis Maatregel<br />

8 K Type<br />

AWB/AWB-AC 201.B13,<br />

AWT-AC 221.A13,<br />

AWT-AC 241.A13:<br />

Hogedrukschakelaar (pHI)<br />

is geactiveerd.<br />

Koelcircuit controleren.<br />

Overige typen:<br />

Brug aan stekker P301 op hoofdprintplaat<br />

Brug ontbreekt.<br />

buiteneenheid controleren, eventueel<br />

plaatsen.<br />

10 T Storing software-stuurtrap Hoofdprintplaat buiteneenheid controle-<br />

voor inverter-regeling. ren, eventueel vervangen.<br />

11 Storing motoraandrijving Kunststof afdekking aan de compressor-<br />

compressor<br />

kop eraf nemen, stekker eraf trekken en<br />

wikkelingsweerstand aan de aansluitingen<br />

van de compressor meten; eventueel<br />

compressor vervangen.<br />

12 K Geen debiet in het secundair ■ Hydrauliek in het secundair circuit con-<br />

circuit<br />

troleren, bijvoorbeeld of alle afsluitkranen<br />

geopend zijn.<br />

■ Spanning op aansluiting 211.2 meten<br />

(op de basisprintplaat binneneenheid,<br />

zie ”Basisprintplaat”), secundaire pomp<br />

mechanisch controleren.<br />

14 E Gelijkspanning aan de inver- Netspanning aan de netaansluitklemmen<br />

ter buiten de tolerantie meten.<br />

■ Wanneer de netspanning te hoog is,<br />

voedingsspanning onderbreken en<br />

oorzaak in overleg met het energiebedrijf<br />

ophelderen.<br />

■ Wanneer de netspanning binnen de tolerantie<br />

ligt, hoofdprintplaat buiteneenheid<br />

vervangen.<br />

15 Netspanning buiten de tole- Netspanning aan de netaansluitklemmen<br />

rantie<br />

meten.<br />

■ Wanneer de netspanning te laag<br />

(< 170 V~) is, oorzaak in overleg met<br />

het energiebedrijf ophelderen.<br />

■ Wanneer de netspanning te hoog is,<br />

hoofdprintplaat buiteneenheid vervangen.<br />

5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Diagnose<br />

153


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldingscode<br />

Betekenis Maatregel<br />

16 S Binnen- en buiteneenheid ■ Positie van de codeerschakelaar op de<br />

onderling niet compatibel of hoofdprintplaat buiteneenheid contro-<br />

ontoelaatbare codering van<br />

de buiteneenheid<br />

leren.<br />

17 S Storing communicatie tus- Volgende aansluitingen controleren (let<br />

sen binnen- en buiteneen- op de polariteit):<br />

heid<br />

■ Type AWB/AWB-AC 201.B04/B07,<br />

of<br />

AWT-AC 221.A04/A07,<br />

Geen netspanning van de AWT-AC 241.A04/A07:<br />

buiteneenheid<br />

P 203 (43 V) op AVI-printplaat<br />

(zie ”AVI-printplaat”).<br />

■ Type AWB/AWB-AC 201.B10/B13,<br />

AWT-AC 221.A10/A13,<br />

AWT-AC 241.A10/A13:<br />

P 202 (12 V) op AVI-printplaat<br />

(zie ”AVI-printplaat”).<br />

■ Voedingsspanning AVI-printplaat controleren<br />

(P102).<br />

■ Eventueel AVI-printplaat vervangen.<br />

■ IDU COMM op hoofdprintplaat buiteneenheid.<br />

■ Eventueel hoofdprintplaat vervangen.<br />

■ Netaansluiting, netaansluitingkabel,<br />

zekeringen van de buiteneenheid controleren.<br />

18 K Opgenomen vermogen<br />

compressor te hoog.<br />

Geen maatregel nodig.<br />

19 E Storing blindstroomcompen- Hoofdprintplaat buiteneenheid vervansatiegen.<br />

20 K Koellichaam tweerichtings- ■ Luchttoevoer en functioneren van de<br />

thyristortriode (Triac) te ventilator controleren, eventueel blok-<br />

heet<br />

kade van de ventilator verwijderen.<br />

■ Ventilatormotor controleren, stekker en<br />

kabel voor voedingsspanning controleren,<br />

voedingsspanning meten<br />

(310 V―), eventueel ventilatormotor<br />

vervangen.<br />

21 H Ontdooiprocedure actief Geen maatregel nodig.<br />

154<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Diagnose<br />

Meldingscode<br />

Betekenis Maatregel<br />

22 K Temperatuur aan de com- ■ Weerstand voor temperatuursensor<br />

pressorkop te hoog<br />

compressorkop CTT aan de sensorklemmen<br />

(zie pagina 157) conform de<br />

curve (zie ”Temperatuursensoren in<br />

buiteneenheid”) controleren; eventueel<br />

sensor vervangen.<br />

■ Hoeveelheid koelmiddel controleren,<br />

eventueel vervangen (zie montage-/<br />

service<strong>handleiding</strong> van de warmtepomp).<br />

23 K Maximale compressor- ■ Verbindingskabel compressor – inverstroom<br />

overschreden ter controleren.<br />

■ Kunststof afdekking aan de compressorkop<br />

eraf nemen, stekker eraf trekken<br />

en wikkelingsweerstand aan de<br />

aansluitingen van de compressor meten;<br />

eventueel compressor vervangen.<br />

24 T Ventilatortoerental buiten de ■ Luchttoevoer en functioneren van de<br />

tolerantie<br />

ventilator controleren, eventueel blokkade<br />

van de ventilator verwijderen.<br />

■ Ventilatormotor controleren, stekker en<br />

kabel voor voedingsspanning controleren,<br />

voedingsspanning meten<br />

(310 V―), eventueel ventilatormotor<br />

vervangen.<br />

25 T Storing ventilatormotor ■ Luchttoevoer en functioneren van de<br />

ventilator controleren, eventueel blokkade<br />

van de ventilator verwijderen.<br />

■ Ventilatormotor controleren, stekker en<br />

kabel voor voedingsspanning controleren,<br />

voedingsspanning meten<br />

(310 V―), eventueel ventilatormotor<br />

vervangen.<br />

155


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Meldingscode<br />

Betekenis Maatregel<br />

26 T Compressor geblokkeerd ■ Koelcircuit controleren.<br />

■ Hoeveelheid koelmiddel controleren,<br />

eventueel vervangen (zie montage-/<br />

service<strong>handleiding</strong> van de warmtepomp).<br />

■ Hydrauliek in het secundair circuit controleren,<br />

bijvoorbeeld of alle afsluitkranen<br />

geopend zijn.<br />

27 K Bevriezingsgevaar conden- ■ Hydrauliek in het secundair circuit consortroleren,<br />

bijvoorbeeld of alle afsluitkranen<br />

geopend zijn.<br />

■ Controleren of aanvoertemperatuursensor<br />

secundair circuit (LWT) en temperatuursensor<br />

vloeibaar gas (IRT) zijn<br />

verwisseld.<br />

30 K Maximale condensatietem- ■ Hydrauliek in het secundair circuit conperatuur<br />

overschreden troleren, bijvoorbeeld of alle afsluitkranen<br />

geopend zijn.<br />

■ Weerstand voor temperatuursensor<br />

koelmiddelingang verdamper OCT aan<br />

de sensorklemmen (zie pagina 157)<br />

conform de curve (zie ”Temperatuursensoren<br />

in buiteneenheid”) controleren;<br />

eventueel sensor vervangen.<br />

■ Druksensor voor indirecte meting van<br />

de condensortemperatuur ICT controleren.<br />

Hiertoe spanning aan aansluiting<br />

P301 (PS) op de AVI-printplaat (zie pagina<br />

157) meten, spanning tussen de<br />

witte en zwarte aders maximaal 5 V, afhankelijk<br />

van de druk. Eventueel sensor<br />

vervangen.<br />

■ Maximale aanvoertemperatuur voor<br />

secundair circuit kleiner laten instellen,<br />

door een door <strong>Viessmann</strong> gecertificeerde<br />

CV-firma voor warmtepompen<br />

worden uitgevoerd.<br />

156<br />

5623 894 NL


Meldingscode<br />

Betekenis Maatregel<br />

31 S Buitentemperatuur buiten de Geen maatregel vereist, CV-water-door-<br />

toepassingsgrenzen stroomtoestel (indien aanwezig) of externe<br />

verwarmingstoestel (indien aanwezig)<br />

worden, indien nodig, ingeschakeld voor<br />

kamerverwarming of tapwateropwarming.<br />

32 S Kortsluiting/onderbreking Spanning aan aansluiting P301 (PS) op<br />

druksensor voor indirecte de AVI-printplaat (zie pagina 157) meten,<br />

meting van de condensor- spanning tussen de witte en zwarte aders<br />

temperatuur ICT<br />

maximaal 5 V, afhankelijk van de druk.<br />

Eventueel sensor vervangen.<br />

33 S Kortsluiting/onderbreking Weerstand aan de sensorklemmen (zie<br />

temperatuursensor persgas pagina 157) conform de curve (zie ”Tem-<br />

IRT<br />

peratuursensoren in buiteneenheid”)<br />

34 S Kortsluiting/onderbreking controleren; eventueel sensor vervan-<br />

aanvoertemperatuur secundair<br />

circuit (voor CV-waterdoorstroomtoestel)<br />

LWT<br />

gen.<br />

5623 894 NL<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Overzicht temperatuursensoren buiteneenheid<br />

Inbouwpositie van de sensoren<br />

in de warmtepomp<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de warmtepomp<br />

Diagnose<br />

157


Diagnose<br />

Koelcircuit (vervolg)<br />

Temperatuursensor Karakteristiek<br />

158<br />

Aansluiting op hoofdprintplaat buiteneenheid,<br />

type<br />

AWB/AWB-AC 201.B, AWT-AC 221.A,<br />

AWT-AC 241.A<br />

04 07 10/13<br />

Buiteneenheid<br />

Koelmiddelinlaat verdamper<br />

OCT<br />

NTC 10 kΩ P803 P803 P401<br />

Compressorkop CTT NTC 50 kΩ P801 P802 P405<br />

Koellichaam DC-inverter<br />

HST<br />

NTC 10 kΩ P804 P804 –<br />

Luchtinlaat verdamper NTC 10 kΩ P802, klem P801, klem P404<br />

OAT<br />

1 en 2 3 en 4<br />

Verdamper OMT NTC 10 kΩ P802, klem P801, klem P402<br />

Binneneenheid<br />

3 en 4 1 en 2<br />

Vloeibaar gas IRT NTC 10 kΩ P302 P302 P302<br />

Aanvoertemperatuur<br />

secundair circuit (voor<br />

CV-water-doorstroomtoestel)<br />

LWT<br />

NTC 10 kΩ P303 P303 P303<br />

Condensor ICT Druksensor (0 - 5 V tussen zwarte en witte ader)<br />

P301 P301 P301<br />

Curven van de temperatuursensoren<br />

Zie pagina 299.<br />

Energiebalans /<br />

Alleen bij warmtepompen met elektronische<br />

expansieklep EEV.<br />

De volgende informatie kan worden<br />

opgevraagd:<br />

”Energiebalans verwarmen” (”Energiebalans<br />

verw. 1”, ”Energiebalans<br />

verw. 2” bij tweetraps warmtepomp):<br />

Elektrische energie, die voor de werking<br />

van de warmtepomp werd<br />

gebruikt.<br />

In de CV-installatie afgegeven<br />

stookenergie.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Energiebalans / (vervolg)<br />

”Energiebalans WW” (”Energiebalans<br />

WW 1”, ”Energiebalans WW2” bij<br />

tweetraps warmtepomp):<br />

Elektrische energie, die voor de werking<br />

van de warmtepomp werd<br />

gebruikt.<br />

Voor tapwateropwarming afgegeven<br />

stookenergie.<br />

”Energiebalans koelen” (”Energiebalans<br />

koelen 1”, ”Energiebalans koelen<br />

2” bij tweetraps warmtepomp):<br />

Elektrische energie, die voor de werking<br />

van de warmtepomp werd<br />

gebruikt.<br />

Aan de CV-installatie voor koeling<br />

onttrokken warmte-energie.<br />

■ ”SPF verwarmen”:<br />

Jaararbeidsfactor voor kamerverwarming.<br />

■ ”SPF warm water”:<br />

Jaararbeidsfactor voor tapwaterverwarming.<br />

■ ”SPF koelen”:<br />

Jaararbeidsfactor voor kamerkoeling.<br />

■ ”SPF totaal”:<br />

jaararbeidsfactor totaal.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Energiebalans”<br />

Korte opvraging<br />

De volgende informatie:<br />

■ Softwareversies<br />

■ Aangesloten componenten<br />

A<br />

Ü Energiebalans Verw.<br />

è<br />

q<br />

kWh<br />

Diagnose<br />

23<br />

Wo. 23/09 q 277 è 831<br />

Kiezen met<br />

A Omrekeningsfactor, ingesteld via<br />

codeerstekker 0,1 kW, 1 kW of<br />

10 kW<br />

(<br />

De energiewaarden , , kunnen met<br />

voor elke kalenderweek ”Wo.” van<br />

het afgelopen jaar worden opgevraagd.<br />

Voorwaarde voor een realistische<br />

gegevensregistratie:<br />

Parameter ”Vermogen 5030” en ”Vermogen<br />

5130” (voor warmtepomp 2e<br />

trap) moeten correct ingesteld zijn.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Diagnose”<br />

3. ”Korte info”<br />

159


Diagnose<br />

Korte opvraging (vervolg)<br />

Ü Korte info<br />

1:<br />

2:<br />

3: 0<br />

4: 0<br />

160<br />

1 F<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0 0<br />

0 A<br />

Selecteren met (<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0<br />

0 0<br />

1 2<br />

0<br />

0<br />

0<br />

Betekenis van de waarden in de afzonderlijke regels en velden, zie volgende<br />

tabel:<br />

Regel Veld<br />

1 2 3 4 5 6<br />

1: Installatieschema 01 Software-versie Software-versie<br />

tot 10<br />

Warmtepompregeling Bedieningseenheid<br />

2: Codeerstekker: Kenge- Codeerstekker: versie Toestelherkenning ZEtal<br />

Low<br />

ID<br />

3: 0 Aantal KM-BUS-deelnemers<br />

4: Hardware-index EEVregelaar<br />

1<br />

5: Hardware-index EEVregelaar<br />

2<br />

6: 0: geen<br />

externe<br />

aanvraag<br />

1: externe<br />

aanvraag<br />

0: geen<br />

extern afsluiten<br />

1: extern<br />

afsluiten<br />

7: LON<br />

Subnetadres/installatienr.<br />

Software-index EEVregelaar<br />

Software-index EEVregelaar<br />

2<br />

Softwareversieexterneuitbreiding<br />

H1<br />

LON<br />

Node-adres/deelnemersnr.<br />

Softwareversie<br />

Vitosolic of zonneregelingsmodule,<br />

type SM1<br />

Softwareversieuitbreidingssetmengklep<br />

voor<br />

CV-/koelcircuit<br />

M2/<br />

VC2 of<br />

M3/VC3<br />

Softwareversieuitbreiding<br />

AM1<br />

Softwareversieuitbreidingssetmengklep<br />

voor<br />

afzonderlijk<br />

koelcircuit<br />

Softwareversieuitbreiding<br />

EA1<br />

0 Software-index buiteneenheid<br />

0<br />

5623 894 NL


Regel Veld<br />

1 2 3 4 5 6<br />

8: LON: LON: LON:<br />

Aantal LON-deelneSNVTSoftware-<br />

Softwareversie Neumersconfiguraversieron-chiptiecommunicatie-coprocessor 9: CV-/koelcircuit zonVerwarmings-/koel- CV-/koelcircuit met<br />

der mengklep A1/ circuit met mengklep mengklep M3/VC3<br />

VC1<br />

M2/VC2<br />

AfstandsSoftwareAfstandsSoftwareAfstandsSoftwarebedieningversieafbedieningversieafbedieningversieaf- 0: niet standsbe 0: niet standsbe 0: niet standsbe<br />

aanwezig diening aanwezig diening aanwezig diening<br />

1: aanwe-<br />

1: aanwe-<br />

1: aanwezigzigzig<br />

10: Softwareversie high Softwareversie low Softwareversie bedie-<br />

warmtepompregeling warmtepompregeling ningseenheid<br />

5623 894 NL<br />

Korte opvraging (vervolg)<br />

Diagnose<br />

161


Actorentest<br />

Actorentest (uitgangen controleren)<br />

■ Er worden alleen actoren getoond die<br />

volgens de installatie-uitvoering aanwezig<br />

zijn.<br />

■ Met de activering van de actorentests<br />

worden alle actoren stroomloos<br />

geschakeld.<br />

■ In dit menu kunnen een of meerdere<br />

actoren worden ingeschakeld.<br />

■ De actorentest wordt automatisch na<br />

circa 30 minuten of met beëindigd.<br />

■ Met de toetsen kan het ”installatieoverzicht”<br />

en de diagnosepagina<br />

”koelcircuitregelaar” of ”buiteneenheid”<br />

opgevraagd worden,<br />

zonder de actortest te verlaten. Terug<br />

naar de weergave van de actorentests<br />

met OK.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Actorentest”.<br />

3. Actor kiezen en met OK in- of uitschakelen.<br />

Bij toerentalgeregelde circulatiepompen<br />

(aansturing via PWM-signaal)<br />

kan bovendien het toerental worden<br />

ingesteld (”MIN”/”MAX”).<br />

Met ”Alle actoren” kunnen alle actoren<br />

gelijktijdig worden in- of uitgeschakeld.<br />

162<br />

Opmerking<br />

Alleen bij compacte warmtepompen:<br />

Voor het inschakelen van de boilerlaadpomp<br />

moet ”Klep verwarmen/<br />

WW” op ”WW” worden gezet.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Sensorcompensatie<br />

Voor het compenseren van systematische<br />

meetfouten kan voor volgende temperatuursensoren<br />

een correctiewaarde<br />

(offset) worden ingesteld:<br />

■ Op regelaar- en sensorprintplaat aangesloten<br />

temperatuursensoren.<br />

■ Kamertemperatuursensoren, in<br />

afstandsbediening geïntegreerd of<br />

daarop aangesloten.<br />

De correctiewaarde kan positief of negatief<br />

zijn en wordt bij de actuele temperatuurmeetwaarde<br />

opgeteld.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Sensorcompensatie”<br />

3. Sensor kiezen.<br />

4. Correctiewaarde instellen en overnemen.<br />

Sensorcompensatie<br />

Buitentemperatuur<br />

Gemeten: 10,0 °C<br />

Wijzigen met<br />

+0,1K<br />

Gecorrigeerd: 10,1 °C<br />

”Gemeten”:<br />

Temperatuurmeetwaarde<br />

”Gecorrigeerd”:<br />

Gecorrigeerde temperatuurwaarde<br />

Sensorcompensatie<br />

163


<strong>Service</strong>functies<br />

LON deelnemerscontrole<br />

Voor controle van de communicatie van<br />

de apparatuur die op de foutmanager<br />

zijn aangesloten.<br />

Voorwaarden:<br />

■ Warmtepompregeling moet als foutmanager<br />

zijn gecodeerd (”LON foutmanager<br />

7779”).<br />

■ Voor iedere aangesloten deelnemer<br />

moet een verschillend deelnemersnummer<br />

(”LON deelnemersnummer<br />

7777”) ingesteld zijn.<br />

■ LON-deelnemerslijst in de foutmanager<br />

moet actueel zijn.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

3. ”Deelnemerscontrole”<br />

4. Deelnemer selecteren.<br />

5. Met OK deelnemerscontrole starten.<br />

Mogelijke indicaties:<br />

■ Geen weergave (status onbekend):<br />

Deelnemer heeft zich nog niet gemeld,<br />

is echter nog niet herkend als uitgevallen.<br />

■ ”Uitgev.” (uitgevallen):<br />

Deelnemer heeft zich langer dab 20<br />

min. niet gemeld (” Interval voor<br />

gegevensoverdracht via LON<br />

779C”).<br />

Deelnemer (Modbus/KM-bus)<br />

Lijst van alle deelnemers, die via Modbus<br />

of KM-BUS op de regeling zijn aangesloten.<br />

Bij iedere deelnmer kunnen<br />

verbindingsparameters worden weergegeven.<br />

164<br />

■ ”Check”, zolang de deelnemercontrole<br />

loopt, op het display van de gekozen<br />

deelnemer knippert ca. 30<br />

s ”WINK”.<br />

■ ”Check OK”<br />

Communicatie tussen beide deelnemers<br />

succesvol.<br />

■ ”OK”/”fout”:<br />

Deelnemer heeft zich gemeld. Alles is<br />

OK of er is een fout bij de deelnemer.<br />

■ ”Check ERR”:<br />

Geen communicatie tussen beide<br />

deelnemers.<br />

LON-verbinding en LON-parameters<br />

controleren.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Deelnemer (Modbus/KM-bus) (vervolg)<br />

3. ”Deelnemer Modbus1”: Deelnemerslijst<br />

met verbindingsstatus voor<br />

toestellen, die via X18 op de regelaaren<br />

sensorprintplaat zijn aangesloten.<br />

”Deelnemer Modbus2”: Deelnemerslijst<br />

met verbindingsstatus voor<br />

toestellen, die via sVA op de regelaaren<br />

sensorprintplaat zijn aangesloten.<br />

”Deelnemer KM-BUS”: Deelnemerslijst<br />

met verbindingsstatus voor toestellen,<br />

die via KM-BUS zijn aangesloten.<br />

4. Deelnemer selecteren en met OK verbindingsparameter<br />

weergeven.<br />

Koelcircuitregelaar<br />

Deelnemeradres 30<br />

Baudrate/Parity 19200/Even<br />

Status<br />

0K<br />

Foutcode<br />

0x00<br />

Timeout meter 12<br />

Terug met<br />

Verbindingsparameter Modbus KM-bus<br />

”Deelnemeradres” Modbus 1:<br />

Voor elke deelnemer vast<br />

ingesteld.<br />

Modbus 2:<br />

Wordt bij inbedrijfstelling<br />

van de deelnemer toegekend.<br />

”Baudrate/Parity” Snelheid van de gegevensoverdracht(symbolen/deconde)<br />

/ pariteit (Even/Odd/<br />

None)<br />

Vast ingesteld nummer van<br />

de KM-BUS-deelnemer.<br />

”Toestelgroep” ― Type KM-BUS-deelnemer,<br />

bijvoorbeeld afstandsbediening,<br />

mengklep enzovoort.<br />

”Status” Verbindingsstatus (”OK”, ”fout”)<br />

”Foutcode” Meldingscodes voor verbindingsstoringen<br />

00: Verbindingsstatus ”OK” is ingesteld.<br />

> 00: Verbindingsstoringen. Bij herhaald optreden wordt<br />

de verbindingsstatus ”Fout” ingesteld.<br />

”Timeout meter” Aantal foute verbindingspogingen met deelnemer. Wanneer<br />

de interne grens is overschreden, verschijnt de storingsmelding<br />

”EE KM-BUS deelnemer” (zie hoofdstuk<br />

”Meldingen”).<br />

―<br />

<strong>Service</strong>functies<br />

165


<strong>Service</strong>functies<br />

<strong>Service</strong>-pin<br />

Voor de identificatie van de ingebouwde<br />

communicatiemodule LON zendt de<br />

warmtepompregeling een melding aan<br />

alle andere LON-deelnemers.<br />

Opmerking<br />

Uitsluitend vereist bij ”toolbinding”; dat<br />

wil zeggen: wanneer de warmtepompregeling<br />

in een LON met apparaten van<br />

andere fabrikanten is opgenomen, bijvoorbeeld<br />

GLT-systeem.<br />

Reset toolbinding<br />

Terugstellen van de LON-module voor<br />

opname in <strong>Viessmann</strong> LON (”selfbinding”),<br />

wanneer de warmtepompregeling<br />

vooraf in een LON met apparaten<br />

van andere fabrikanten (”toolbinding”)<br />

was opgenomen.<br />

166<br />

<strong>Viessmann</strong> LON-handboek<br />

Functiecontrole<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

3. ”Functiecontrole”<br />

4. Gewenste groep kiezen, bijvoorbeeld<br />

”Warm water”. Er worden<br />

alleen actoren getoond die volgens de<br />

installatie-uitvoering aanwezig zijn.<br />

Tijdens de functiecontrole wordt het<br />

installatieoverzicht weergegeven<br />

(zie ”Diagnose”, ”Installatieoverzicht”).<br />

<strong>Viessmann</strong> LON-handboek<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

3. ”<strong>Service</strong>-pin”<br />

Het bericht werd verzonden. Voor<br />

circa 4 s is geen bediening mogelijk.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

3. ”Toolbinding terugstellen”<br />

4. ”Ja”<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Functiecontrole (vervolg)<br />

Functie Gedrag van de installatie<br />

”CV-circuit 1” Secundaire pomp en CV-pomp A1/VC1 worden ingeschakeld.<br />

”CV-circuit 2”<br />

■ CV-pomp M2/VC2 of M3/VC3 wordt ingeschakeld.<br />

”CV-circuit 3”<br />

■ Mengklep in 5-minuten-puls openen/sluiten.<br />

”Koeling” ■ Primaire pomp en circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit<br />

worden ingeschakeld.<br />

■ Mengklep voor NC-functie in 5-minuten-puls openen/sluiten.<br />

NC-signaal wordt geactiveerd.<br />

Extra bij Vitocal 333-G, type BWT-NC:<br />

Intern 2-weg-omschakelkleppen worden omgeschakeld<br />

en secundaire pomp wordt ingeschakeld.<br />

”Warm water” (warmwaterboiler)<br />

De volgende componenten worden aan- of omgeschakeld:<br />

■ Secundaire pomp<br />

■ Circulatiepomp voor boilerverwarming (aan verwarmingswaterzijde)<br />

of 3-weg-omschakelklep<br />

”verwarmen/tapwaterverwarming”<br />

■ Boilerlaadpomp (tapwaterzijde)<br />

”Zwembad” ■ Secundaire pomp wordt ingeschakeld.<br />

■ Circulatiepomp voor zwembadverwarming en de 3weg-omschakelklep<br />

worden 1-minuten-puls in- en<br />

uitgeschakeld.<br />

”Extra verwarming” (verwarmingswater-doorstroomtoestel)<br />

<strong>Service</strong>functies<br />

■ Secundaire pomp wordt ingeschakeld.<br />

■ CV-water-doorstroomtoestel regelt op 30 ℃ aanvoertemperatuur.<br />

”Warmtepomp” ■ Primaire en secundaire pompen worden ingeschakeld.<br />

■ Warmtepomp wordt op 30 °C retourtemperatuur<br />

geregeld.<br />

: ”Ontdooiing” ■ Ontdooifunctie wordt gestart.<br />

■ Proces wordt beëindigd, als verdampertemperatuur<br />

uitschakelwaarden bereikt.<br />

”Ext. warmtepomp” Alle volgende warmtepompen worden voor de verwarming<br />

ingeschakeld en telkens op een retourtemperatuur<br />

in het secundaire circuit van 30 °C geregeld.<br />

”Ext. verwarmingstoestel” ■ De externe verwarmingstoestel wordt op 35 °C<br />

aanvoertemperatuur geregeld.<br />

■ Mengklep externe verwarmingstoestel opent.<br />

■ CV-pompen worden ingeschakeld.<br />

167


<strong>Service</strong>functies<br />

Functiecontrole (vervolg)<br />

Functie Gedrag van de installatie<br />

”Zonne-energie” ■ Met geïntegreerde zonneregelingsfunctie:<br />

zonnecircuitpomp wordt ingeschakeld.<br />

■ Met Vitosolic:<br />

De indicatie voor de zonnecircuitpomp in het installatieoverzicht<br />

wordt geactiveerd.<br />

De zonnecircuitpomp moet via Vitosolic worden ingeschakeld<br />

(zie montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

Vitosolic).<br />

”Primaire bron”<br />

Opmerking<br />

Deze functie duurt<br />

circa 10 minuten.<br />

: ”Verwarmen met buiteneenheid”<br />

: ”Koelen met buiteneenheid”<br />

168<br />

■ Primaire pomp wordt ingeschakeld.<br />

■ Iedere minuut wordt de gemiddelde waarde van de<br />

aanvoertemperatuur primair circuit berekend.<br />

Opmerking<br />

De temperatuur van de onberoerde aardbodem bepaald.<br />

Als de functie voortijdig wordt geannuleerd, wordt de<br />

op het tijdstip van de annulering berekende gemiddelde<br />

waarde opgeslagen.<br />

■ Secundaire pomp en ventilator buiteneenheid worden<br />

ingeschakeld.<br />

■ Maximale compressorcapaciteit wordt ingesteld.<br />

■ Secundair circuit wordt op 30 °C retourtemperatuur<br />

geregeld.<br />

■ Secundaire pomp en ventilator buiteneenheid worden<br />

ingeschakeld.<br />

■ Maximale compressorcapaciteit wordt ingesteld.<br />

■ Secundair circuit wordt op 10 °C aanvoertemperatuur<br />

geregeld.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Functiecontrole (vervolg)<br />

<strong>Service</strong>functies<br />

Functie Gedrag van de installatie<br />

”Vitovent ventilatie” Voor 60 s wordt ventilatietrap 0 ingesteld en een<br />

actieve bypass wordt gedeactiveerd.<br />

Vervolgend worden volgende stappen cyclisch herhaald:<br />

1. Binnen 120 s wordt het luchtdebiet verhoogd tot<br />

maximale waarde en constant gehouden.<br />

2. Binnen 120 s wordt het luchtdebiet verlaagd tot<br />

minimale waarde en constant gehouden.<br />

3. De ventilatoren blijven voor 30 s uitgeschakeld.<br />

Opmerking<br />

Voordat het ventilatietoestel na het beëindigen van<br />

de functiecontrole de werking conform het ingestelde<br />

werkings- of tijdprogramma weer opneemt, wordt<br />

ventilatietrap 0 voor 60 s ingesteld.<br />

”Vitovent voorverw.reg.” ■ Ventilatietrap 4 wordt ingesteld.<br />

■ Het elektrisch voorverwarmregister wordt ingeschakeld<br />

en op de actuele uittreelucht-temperatuur<br />

plus 5 K geregeld.<br />

”Vitovent bypass” Voor 60 s wordt ventilatietrap 0 ingesteld en een<br />

actieve bypass wordt gedeactiveerd.<br />

Vervolgend worden volgende stappen cyclisch herhaald:<br />

1. Binnen 60 s wordt de bypass volledig geopend.<br />

2. De bypassklep blijft voor 60 s geopend.<br />

3. Binnen 60 s wordt de bypass volledig gesloten.<br />

4. De bypassklep blijft voor 60 s gesloten.<br />

Opmerking<br />

Voordat het ventilatietoestel na het beëindigen van<br />

de functiecontrole de werking conform het ingestelde<br />

werkings- of tijdprogramma weer opneemt, wordt<br />

ventilatietrap 0 voor 60 s ingesteld.<br />

169


<strong>Service</strong>functies<br />

Functiecontrole (vervolg)<br />

Functie Gedrag van de installatie<br />

”Vitovent verwarmen” ■ Ventilatietrap 4 wordt ingesteld.<br />

■ De secundaire pomp en CV-circuitpomp A1 (indien<br />

aanwezig) worden ingeschakeld.<br />

■ De aanvoertemperatuur in het ventilatie-CV-circuit<br />

wordt afhankelijk van de geselecteerde gewenste<br />

kamertemperatuur ingesteld.<br />

”Vitovent ventilatorstop” Volgende componenten/functies van het ventilatietoestel<br />

worden uitgeschakeld:<br />

■ Eelektrisch voorverwarmregister (accessoires).<br />

■ Toevoer- en uittreeluchtventilator. Wanneer elektrisch<br />

voorverwarmregister was ingeschakeld,<br />

draaien de ventilatoren 60 s na.<br />

■ Toevoerluchtverwarming via hydraulisch naverwarmregister<br />

(ventilatie-CV-circuit A1/VC1).<br />

■ De bypass wordt gesloten.<br />

Instellingen opslaan/laden<br />

Veranderde parameterinstellingen slaat<br />

de warmtepompregeling automatisch na<br />

enkele minuten op de codeerstekker<br />

op.<br />

Met ”Instellingen opslaan” kan het<br />

opslaan altijd handmatig worden verricht,<br />

bijvoorbeeld wanneer de codeerstekker<br />

er aansluitend uitgenomen moet<br />

worden.<br />

Instellingen opslaan<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

170<br />

Met ”Instellingen laden” kunt u parameterinstellingen<br />

van de codeerstekker<br />

naar de regeling laden. Zo kunnen bijvoorbeeld<br />

meerdere toestellen na elkaar<br />

via een codeerstekker identiek worden<br />

ingesteld.<br />

3. ”Instellingen opslaan”.<br />

4. ”Ja”.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Instellingen opslaan/laden (vervolg)<br />

Instellingen laden<br />

Opgelet ! Bij het laden vanaf de codeerstekker<br />

worden alle in de regeling<br />

aanwezige parameterinstellingen<br />

overschreven.<br />

Vóór het laden moet u waarborgen<br />

dat de CV-installatie met de<br />

op de codeerstekker opgeslagen<br />

parameterinstellingen probleemloos<br />

werkt.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”<strong>Service</strong>functies”<br />

3. ”Instellingen laden”.<br />

4. Met ”Ja” de laadprocedure starten.<br />

De regeling start opnieuw (voortgangsbalk<br />

is zichtbaar).<br />

<strong>Service</strong>functies<br />

171


Regelingsinstellingen<br />

Codeerniveau 1 in het servicemenu<br />

! Opgelet<br />

Een verkeerde bediening<br />

op ”codeerniveau 1” kan tot<br />

schade aan het toestel en de verwarmingsinstallatie<br />

leiden.<br />

172<br />

Aanwijzingen in de service- en<br />

montage<strong>handleiding</strong> van de<br />

betreffende warmtepomp absoluut<br />

opvolgen, anders vervalt de<br />

garantie.<br />

<strong>Service</strong>menu activeren (parameter met markering ! instellen)<br />

Alle parameters worden in volle tekst<br />

aangegeven. Aan elke parameter is<br />

bovendien een parametercode toegekend.<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1” kiezen.<br />

3. Parametergroep kiezen: Bijvoorbeeld<br />

”Installatiedefinitie”.<br />

4. Parameter kiezen: ”Installatieschema<br />

7000”.<br />

5. Installatieschema instellen, bijvoorbeeld<br />

”3”<br />

Als het servicemenu al is geactiveerd:<br />

<strong>Service</strong>menu deactiveren<br />

■ ”<strong>Service</strong> beëindigen?” met ”Ja”<br />

bevestigen.<br />

of<br />

■ Als 30 min geen bediening volgt.<br />

Uitgebreid menu:<br />

1. å<br />

2. ”<strong>Service</strong>”<br />

3. ”Codeerniveau 1” kiezen.<br />

4. Parametergroep kiezen: Bijvoorbeeld<br />

”Installatiedefinitie”.<br />

5. Parameter kiezen: ”Installatieschema”.<br />

6. Parametercode bevestigen: ”7000”.<br />

7. Installatieschema instellen, bijvoorbeeld<br />

”3”<br />

Opmerking<br />

Welke parameters worden weergegeven,<br />

hangt af van de installatie-itvoering.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parameter instellen<br />

A<br />

Warm water<br />

Warmwatertemperatuur<br />

gewenste waarde<br />

MIN<br />

100<br />

G<br />

6000 : 530<br />

ALZ 500<br />

Wijzigen met<br />

A Parametergroep<br />

B Betekenis van de parameter<br />

C Parametercode<br />

D Momenteel ingestelde waarde<br />

E Bovenste grens van het instelbereik<br />

Opmerking<br />

De grenzen van het instelbereik E en<br />

G en de aflevertoestand F hangen in<br />

veel gevallen af van het type warmtepomp.<br />

Aangezien deze waarden voor<br />

iedere parameter in de warmtepompregeling<br />

worden weergegeven, zin deze<br />

volgende beschrijvingen van de regelingsparameters<br />

niet vermeld.<br />

Cod.1<br />

F<br />

MAX<br />

600<br />

E<br />

Toestand bij levering herstellen (reset)<br />

Alle parameters van de instelniveaus<br />

”Installatiegebruiker” en ”Vakman”<br />

(markering !) worden teruggesteld.<br />

B<br />

C<br />

D<br />

Regelingsinstellingen<br />

F Markering van de aflevertoestand<br />

G Onderste grens van het instelbereik<br />

Aflevertoestanden en instelbereiken<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepomp<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1” kiezen.<br />

173


Regelingsinstellingen<br />

Toestand bij levering herstellen (reset) (vervolg)<br />

3. ”Basisinstelling”<br />

4. ”Alle groepen”<br />

of<br />

Opmerking<br />

Hierna zijn alle parameters van instelniveaus<br />

”Vakman” en ”Installatiegebruiker”<br />

beschreven.<br />

Parameters die zijn toegewezen aan het<br />

instelniveau ”Installatiegebruiker” kunnen<br />

door de installatiegebruiker via<br />

menu's worden ingesteld.<br />

Voor een beter onderscheid worden<br />

parameters die zijn toegewezen aan het<br />

instelniveau ”Vakman” gemarkeerd<br />

met !.<br />

174<br />

gewenste parametergroep kiezen (bijvoorbeeld<br />

”Installatiedefinitie”).<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

7000 Installatieschema !<br />

Het installatieschema volgens de installatie-uitvoering<br />

bij inbedrijfstelling instellen.<br />

Er kan uit 12 verschillende installatieschema's<br />

worden gekozen.<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

3. ”Installatiedefinitie”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

De componenten die bij het betreffende<br />

installatieschema horen worden automatisch<br />

geactiveerd en bewaakt.<br />

175


Parametergroep installatiedefinitie<br />

7000 Installatieschema ! (vervolg)<br />

Installatieschema's<br />

Compo- Installatieschema<br />

nenten<br />

CV-circuit<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11<br />

A1/VC1 — X X — — X X — — X X —<br />

M2/VC2 — — — X X X X X X X X —<br />

M3/VC3 — — — — — — — X X X X —<br />

Warmwaterboiler<br />

X — X — X — X — X — X —<br />

Elektrisch verwarmingselement<br />

0<br />

CV-waterbuffer<br />

— 0 — 0 — 0 — 0 — 0 —<br />

— 0 0 X X X X X X X X —<br />

Externe verwarmingstoestel<br />

0 0 *1 0 *1 0 0 0 0 0 0 0 0 —<br />

CV-water-doorstroomtoestel<br />

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Zwembad<br />

—<br />

Solarinstallatie<br />

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —<br />

0<br />

Koeling<br />

— 0 — 0 — 0 — 0 — 0 —<br />

A1/VC1 — 0 0 — — 0 0 — — 0 0 —<br />

M2/VC2 — — — 0 0 0 0 0 0 0 0 —<br />

M3/VC3 — — — — — — — 0 0 0 0 —<br />

Apart koelcircuit<br />

SKK<br />

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —<br />

Koelwaterbuffer<br />

— 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —<br />

IJsbuffer solarabsorber<br />

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Energieteller enkelfasig/driefasig<br />

0<br />

Vitovent 300-F<br />

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —<br />

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 —<br />

X Component gekozen.<br />

0 Component kan toegevoegd worden.<br />

*1 Alleen in combinatie met een verwarmingswaterbuffer.<br />

176<br />

Installatievoorbeelden warmtepompen<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

7000 Installatieschema ! (vervolg)<br />

Opmerking<br />

Bij de volgende warmtepomp in een<br />

warmtepompcascade Installatieschema<br />

11 instellen.<br />

7003 Temperatuurverschil voor het berekenen van de stookgrens<br />

!<br />

Verwarmingsgrens:<br />

Gewenste kamertemperatuur<br />

minus ”Temperatuurverschil voor<br />

berekening verwarmingsgrens”<br />

Wanneer de gedempte buitentemperatuur<br />

(Langetermijngemiddelde, middelinginterval<br />

in de uitlevertoestand drie<br />

uur) lager is dan de stookgrens, wordt de<br />

kamerverwarming automatisch ingeschakeld.<br />

Het modusprogramma ”Verwarmen<br />

en warm water” moet actief<br />

zijn.<br />

Voorbeeld:<br />

Ingestelde gewenste ruimtetemperatuur<br />

= 20 °C<br />

”Temperatuurverschil voor berekening<br />

van de verwarmingsgrens” =<br />

4 K<br />

Hieruit resulteert een stookgrens van<br />

16 °C (20 °C – 4 K).<br />

■ Gedempte buitentemperatuur<br />

< 16 °C (stookgrens):<br />

Ruimteverwarming wordt ingeschakeld.<br />

■ Gedempte buitentemperatuur<br />

> 18 °C (op basis van de ingestelde<br />

hysterese van 2 K):<br />

Ruimteverwarming wordt uitgeschakeld.<br />

20°C<br />

18°C<br />

2K<br />

16°C<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

A Gewenste kamertemperatuur<br />

B Gedempte buitentemperatuur (langetermijngemiddelde)<br />

C Ingestelde waarde ”Temperatuurverschil<br />

voor berekening van de<br />

verwarmingsgrens”<br />

D Verwarming UIT<br />

E Verwarming AAN<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

t<br />

177


Parametergroep installatiedefinitie<br />

7004 Temperatuurverschil voor het berekenen van de koelgrens !<br />

Koelgrens:<br />

Gewenste ruimtetemperatuur<br />

plus ”Temperatuurverschil voor berekening<br />

van de koelgrens”.<br />

Wanneer de gedempte buitentemperatuur<br />

(langetermijngemiddelde, middelinginterval<br />

in de uitlevertoestand drie<br />

uur) hoger is dan de koelgrens, wordt de<br />

ruimtekoeling automatisch ingeschakeld.<br />

Het modusprogramma ”Verwarmen<br />

/ koelen en WW” moet actief zijn.<br />

Voorbeeld:<br />

Gewenste kamertemperatuur = 20 °C<br />

”Temperatuurverschil voor berekening<br />

van de koelgrens” = 4 K.<br />

Hieruit resulteert een stookgrens van<br />

24 °C (20 °C + 4 K).<br />

7008 Zwembad !<br />

Regeling van de zwembadverwarming<br />

via temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling<br />

(accessoire).<br />

Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”0” Geen zwembadverwarming.<br />

”1” Zwembadverwarming.<br />

700A Cascadeaansturing !<br />

Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”0” Geen cascadeaansturing.<br />

”1” Niet instellen.<br />

178<br />

■ Gedempte buitentemperatuur<br />

> 24 °C (koelgrens):<br />

Ruimtekoeling wordt ingeschakeld.<br />

■ Gedempte buitentemperatuur<br />

< 23 °C (op basis van de ingestelde<br />

hysterese van 1 K):<br />

Ruimtekoeling wordt uitgeschakeld.<br />

Opmerking<br />

De koelgrens heeft geen effect op een<br />

afzonderlijk koelcircuit.<br />

Deze parameter is alleen beschikbaar<br />

als de koeling door de parameter ”Koelfunctie<br />

7100” is geactiveerd.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

Opmerking<br />

De temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling<br />

wordt via de uitbreiding<br />

EA1 op de warmtepompregeling<br />

aangesloten (”Externe uitbreiding<br />

7010”).<br />

Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”2” Cascadeaansturing via LON.<br />

”3” Niet instellen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

700A Cascadeaansturing ! (vervolg)<br />

Aanwijzingen<br />

■ Voor hoofdwarmtepompen ”2” instellen.<br />

■ Voor volg-warmtepompen deze<br />

waarde op ”0” en ”Installatieschema<br />

7000” op ”11” instellen.<br />

700C Gebruik warmtepomp in cascade !<br />

Voor cascadeaansturing via LON: Instelling<br />

gebeurt bij elke warmtepomp van de<br />

cascade. Daarmee in het mogelijk de<br />

afzonderlijke warmtepompen voor verschillende<br />

toepassingen vrij te geven.<br />

Waarde<br />

Toepassing<br />

Kamerverwarming<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

Voorbeeld:<br />

Bij cascadeaansturing via LON kan een<br />

warmtepomp alleen voor kamerverwarming<br />

en een ander alleen voor tapwaterverwarming<br />

worden gebruikt.<br />

Tapwaterver- Kamerkoeling Zwembadverwarmingwarming<br />

”0” — — — —<br />

”1” — X — —<br />

”2” X — — —<br />

”3” X X — —<br />

”4” — — X —<br />

”5” — X X —<br />

”6” X — X —<br />

”7” X X X —<br />

”8” — — — X<br />

”9” — X — X<br />

”10” X — — X<br />

”11” X X — X<br />

”12” — — X X<br />

”13” — X X X<br />

”14” X — X X<br />

”15” X X X X<br />

179


Parametergroep installatiedefinitie<br />

7010 Externe uitbreiding !<br />

Torepassingsbereiken van de<br />

uitbreiding EA1:<br />

■ Zwembadverwarming.<br />

■ Externe omschakeling van de werkingsmodus.<br />

■ Externe aanvraag/externe mengklep<br />

OPEN of regelfunctie.<br />

■ Extern blokkeren/externe mengklep<br />

DICHT of regelfunctie.<br />

■ Instelling gewenste aanvoertemperatuur<br />

bij externe vraag door analoog<br />

spanningssignaal 0 tot 10 V.<br />

■ Minimale stookwatertemperatuur.<br />

Torepassingsbereiken van de<br />

uitbreiding AM1:<br />

■ Koeling via koelwaterbuffer of algemene<br />

storingsmelding.<br />

■ Warmteafvoer koelwaterbuffer.<br />

■ Omschakeling van de primaire bron in<br />

combinatie met ijsbuffer.<br />

180<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Geen uitbreiding.<br />

”1” Uitbreiding EA1 is geactiveerd.<br />

”2” Uitbreiding AM1 is geactiveerd.<br />

”3” Uitbreiding EA1 en AM1 zijn geactiveerd.<br />

”4” Niet instellen.<br />

tot ”<br />

7”<br />

Opmerking<br />

Bij zwembadverwarming met de uitbreiding<br />

EA1 kunnen de volgende functies<br />

niet worden gerealiseerd:<br />

■ Externe omschakeling van de werkingsmodus.<br />

■ Externe aanvraag van warmtepomp/<br />

externe mengklep OPEN.<br />

7011 Installatiecomponent bij externe omschakeling !<br />

Keuze van de installatiecomponenten<br />

waarvoor de werkingsmodus een<br />

bepaalde periode moet worden omgeschakeld.<br />

De in te stellen werkingsmodus wordt<br />

met de parameter ”Werkingsmodus bij<br />

externe omschakeling 7012” ingesteld.<br />

De duur van de omschakeling<br />

geeft de parameter ”Duur van de<br />

externe omschakeling 7013” aan.<br />

Voorbeeld:<br />

Waarde van parameter ”34” (zie volgende<br />

tabel):<br />

Gelijktijdige omschakeling van de werkingsmodus<br />

voor CV-circuit met mengklep<br />

M2/VC2 bijvoorbeeld bij ”Verlaagd”<br />

en voor de CV-waterbuffer<br />

op ”Boven”.<br />

Opmerking<br />

De functie ”Werking externe aanvraag<br />

op warmtepomp/verwarmingscircuits<br />

7014” heeft een hogere prioriteit dan de<br />

functie ”Installatiecomponent bij<br />

externe omschakeling 7011”.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

7011 Installatiecomponent bij externe… (vervolg)<br />

Waarde<br />

Verwarmingscircuit<br />

zonder<br />

mengklep<br />

A1/VC1<br />

Verwarmingscircuit<br />

met<br />

mengklep<br />

M2/VC2<br />

Verwarmingscircuit<br />

met<br />

mengklep<br />

M3/VC3<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

Tapwaterverwarming<br />

CV-waterbuffer<br />

”0” — — — — —<br />

”1” X — — — —<br />

”2” — X — — —<br />

”3” X X — — —<br />

”4” — — X — —<br />

”5” X — X — —<br />

”6” — X X — —<br />

”7” X X X — —<br />

”8” tot en met ”15”: Niet instellen!<br />

”16” — — — X —<br />

”17” X — — X —<br />

”18” — X — X —<br />

”19” X X — X —<br />

”20” — — X X —<br />

”21” X — X X —<br />

”22” — X X X —<br />

”23” X X X X —<br />

”24” tot en met ”31”: Niet instellen!<br />

”32” — — — — X<br />

”33” X — — — X<br />

”34” — X — — X<br />

”35” X X — — X<br />

”36” — — X — X<br />

”37” X — X — X<br />

”38” — X X — X<br />

”39” X X X — X<br />

”40” tot en met ”47”: Niet instellen!<br />

”48” — — — X X<br />

”49” X — — X X<br />

”50” — X — X X<br />

”51” X X — X X<br />

”52” — — X X X<br />

”53” X — X X X<br />

”54” — X X X X<br />

”55” X X X X X<br />

”56” tot en met ”63”: Niet instellen!<br />

181


Parametergroep installatiedefinitie<br />

7012 Werkingsmodus bij externe omschakeling !<br />

Keuze van werkingsmodus, waar extern<br />

naar moet worden omgeschakeld.<br />

Waarde Werkingsmodus (zie bedienings<strong>handleiding</strong>)<br />

Verwarmen/koelen Warm water CV-waterbuffer<br />

”0” Geen verwarming, alleen vorstbescherming voor de gekozen installatiecomponenten.<br />

”1” ”Gereduc.” ”Bovenaan” ”Bovenaan”<br />

”2” ”Normaal” ”Normaal” ”Normaal”<br />

”3” ”Constante” (gewensteaanvoertemperatuur<br />

is ”Max.<br />

aanvoertemperatuurverwarmingscircuit<br />

200E”)<br />

182<br />

”2. temp.”(verwarming<br />

met ”Gewenste<br />

warmwatertemperatuur<br />

2 600C”)<br />

7013 Duur van de externe omschakeling !<br />

Minimale duur van de externe omschakeling<br />

van de werkingsmodus na sluiten<br />

van het schakelcontact (aanwezigheid<br />

van het signaal).<br />

”Constante” (Verwarming<br />

met ”Temperatuur<br />

in werkingsmodus<br />

constante voor<br />

buffer 7202”)<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Voorbeeld: Waarde voor de duur van<br />

de omschakeling B 8 h (toestand bij<br />

levering)<br />

A<br />

A<br />

8 h<br />

8 h<br />

8 h<br />

B<br />

B<br />

A<br />

B<br />

■ Duur van het signaal A < Waarde<br />

voor de duur van de omschakeling<br />

B:<br />

Duur van de omschakeling 8 h<br />

■ Duur van het signaal A > Waarde<br />

voor de duur van de omschakeling<br />

B:<br />

Duur van de omschakeling = duur van<br />

het signaal<br />

Waarde<br />

Periode<br />

”0” Omschakeling gebeurt slechts<br />

zolang het schakelcontact gesloten<br />

is.<br />

”1” Minimale duur van de omscha-<br />

tot keling, startend vanaf de aan-<br />

”12” wezigheid van het signaal.<br />

7014 Effect externe vraag op warmtepompen/verwarm.circ. !<br />

Instelling waarbij de functie ”Extern aanvragen/externe<br />

mengklep OPEN” moet<br />

werken.<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

7013 Duur van de externe omschakeling ! (vervolg)<br />

183


Parametergroep installatiedefinitie<br />

7014 Effect externe vraag op… (vervolg)<br />

Opmerking<br />

■ Bij ”Extern aanvragen” wordt een<br />

vaste gewenste aanvoertemperatuur<br />

ingesteld voor het secundaire circuit<br />

(”Aanvoertemperatuur bij externe<br />

vraag 730C”).<br />

■ Het signaal ”Extern blokkeren” heeft<br />

een hogere prioriteit dan het signaal<br />

”Externe aanvraag”.<br />

Waarde Verwarmingscircuit<br />

met mengklep M2/<br />

VC2<br />

184<br />

Verwarmingscircuit<br />

met mengklep M3/<br />

VC3<br />

”0” Regelmodus Regelmodus Nee<br />

”1” Mengklep ”OPEN” Regelmodus Nee<br />

”2” Regelmodus Mengklep ”OPEN” Nee<br />

”3” Mengklep ”OPEN” Mengklep ”OPEN” Nee<br />

”4” Regelmodus Regelmodus Ja<br />

”5” Mengklep ”OPEN” Regelmodus Ja<br />

”6” Regelmodus Mengklep ”OPEN” Ja<br />

”7” Mengklep ”OPEN” Mengklep ”OPEN” Ja<br />

Opmerking<br />

Voor de zwembadverwarming moet de<br />

warmtevraag van de warmtepomp worden<br />

vrijgegeven (instelling ”4”, ”5”, ”6”<br />

of ”7”).<br />

7015 Effect extern blokkeren op warmtepompen/verwarm.circ.<br />

!<br />

Instelling waarbij de functie ”Extern aanvragen/externe<br />

mengklep DICHT” moet<br />

werken.<br />

Opgelet ! Vorstbescherming van de installatie<br />

eventueel niet gegarandeerd.<br />

Warmtevraag voor<br />

warmtepomp<br />

Opmerking<br />

Het signaal ”Extern blokkeren” heeft een<br />

hogere prioriteit dan het signaal ”Externe<br />

aanvraag”.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

7015 Effect extern blokkeren op… (vervolg)<br />

Waarde Verwarmingscircuit<br />

met mengklep M2<br />

(VC2)<br />

Verwarmingscircuits<br />

met mengklep<br />

M3 (VC3)<br />

”0” Regelmodus Regelmodus Nee<br />

”1” Mengklep ”DICHT” Regelmodus Nee<br />

”2” Regelmodus Mengklep ”DICHT” Nee<br />

”3” Mengklep ”DICHT” Mengklep ”DICHT” Nee<br />

”4” Regelmodus Regelmodus Ja<br />

”5” Mengklep ”DICHT” Regelmodus Ja<br />

”6” Regelmodus Mengklep ”DICHT” Ja<br />

”7” Mengklep ”DICHT” Mengklep ”DICHT” Ja<br />

7017 Vitocom 100 !<br />

Gebruik van de communicatiepoort<br />

Vitocom 100, type GSM.<br />

Blokkering van de<br />

warmtepomp<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Vitocom 100, type GSM wordt<br />

niet gebruikt.<br />

”1” Vitocom 100, type GSM is aanwezig<br />

en actief.<br />

701A Effect extern blokkeren op pompen/compressor !<br />

Keuze van de werkingscomponenten,<br />

bijvoorbeeld secundaire pomp/compressor)<br />

Opgelet ! Vorstbescherming van de installatie<br />

eventueel niet gegarandeerd.<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

Opmerking<br />

■ Instelling voor parameter ”Werking<br />

extern blokkeren op warmtepomp/<br />

verwarmingscircuits 7015” respecteren.<br />

■ Het signaal ”Extern blokkeren” heeft<br />

een hogere prioriteit dan het signaal<br />

”Externe aanvraag”.<br />

185


Parametergroep installatiedefinitie<br />

701A Effect extern blokkeren op… (vervolg)<br />

Waarde Secundaire<br />

pomp/<br />

compressorgeblokkeerd<br />

186<br />

Boilerlaadpompgeblokkeerd<br />

CV-pomp<br />

M3/VC3<br />

geblokkeerd<br />

CV-pomp<br />

M2/VC2<br />

geblokkeerd<br />

CV-pomp<br />

A1/VC1 geblokkeerd<br />

”0” — — — — —<br />

”1” — — — — X<br />

”2” — — — X —<br />

”3” — — — X X<br />

”4” — — X — —<br />

”5” — — X — X<br />

”6” — — X X —<br />

”7” — — X X X<br />

”8” — X — — —<br />

”9” — X — — X<br />

”10” — X — X —<br />

”11” — X — X X<br />

”12” — X X — —<br />

”13” — X X — X<br />

”14” — X X X —<br />

”15” — X X X X<br />

”16” X — — — —<br />

”17” X — — — X<br />

”18” X — — X —<br />

”19” X — — X X<br />

”20” X — X — —<br />

”21” X — X — X<br />

”22” X — X X —<br />

”23” X — X X X<br />

”24” X X — — —<br />

”25” X X — — X<br />

”26” X X — X —<br />

”27” X X — X X<br />

”28” X X X — —<br />

”29” X X X — X<br />

”30” X X X X —<br />

”31” X X X X X<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Bij installaties met verwarmingswaterbuffer<br />

kan in de verwarmingswateraanvoer<br />

na de verwarmingswaterbuffer een<br />

gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor<br />

worden ingebouwd.<br />

Opmerking<br />

Wanneer aanvoertemperatuursensor<br />

installatie niet aanwezig is, let dan op het<br />

volgende:<br />

■ Geen antivriesbewaking voor CV-circuit<br />

A1/VC1.<br />

■ Mengklep externe verwarmingstoestel<br />

(indien aanwezig) opent niet.<br />

7029 Aantal volgende warmtep. in cascade !<br />

Aantal volgende warmtepompen bij cascadeaansturing<br />

via LON.<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

701B Gemeenschap. aanvoertemperatuursensor installatie !<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Aanvoertemperatuursensor installatie<br />

wordt niet gebruikt. De<br />

aanvoertemperatuursensor secundair<br />

circuit wordt gebruikt.<br />

”1” Aanvoertemperatuursensor installatie<br />

is aanwezig en geactiveerd.<br />

Waarde<br />

Betekenis<br />

”0” Geen volgende warmtepomp.<br />

”1” Aantal volgende warmtepom-<br />

tot<br />

”4”<br />

pen.<br />

187


Parametergroep installatiedefinitie<br />

7030 Selectie primaire bron !<br />

Waar- Betekenis<br />

de<br />

”0” Aardcollectoren/aardsonden of<br />

koelwaterbuffer.<br />

”1” IJsbuffer of solarabsorber.<br />

188<br />

Opmerking<br />

Voor ijsbuffer zijn uitbreiding<br />

AM1 en Vitosolic 200 vereist.<br />

Daarom moet u ”Externe uitbreiding<br />

7010” en ”Type solarregeling<br />

7A00” naleven.<br />

7031 Inschakelhysterese zonne-circuitpomp !<br />

De solarabsorber wordt uitsluitend dan<br />

als primaire bron gebruikt, als het verschil<br />

tussen absorber- en ijsbuffertemperatuur<br />

groter is dan de aangegeven<br />

waarde.<br />

Verdere voorwaarden:<br />

■ Absorbertemperatuur > ”Minimumtemperatuur<br />

voor primaire bron<br />

solarabsorbeerder 7033”.<br />

■ Primaire ingangstemperatuur ligt binnen<br />

het geldige bereik.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

7033 Minimumtemperatuur voor primaire bron solarabsorbeerder<br />

!<br />

De solarabsorber wordt uitsluitend dan<br />

als primaire bron gebruikt, als de absorbertemperatuur<br />

groter ist dan de aangegeven<br />

waarde.<br />

Verdere voorwaarden:<br />

■ Temperatuurverschil solarabsorberijsbuffer<br />

> ”Inschakelhysterese<br />

solar-luchtabsorber 7031”.<br />

■ Primaire ingangstemperatuur ligt binnen<br />

het geldige bereik.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

7035 Min. pauzetijd zomerwerking !<br />

Met name in de zomer leiden hoge temperaturen<br />

in het ijsbuffer tot hoge warmteverliezen<br />

met de aarde en daarmee tot<br />

veelvuldig naverwarmen via de solarabsorber.<br />

Om dit te vermijden, wordt de<br />

maximale temperatuur van het ijsbuffer<br />

in de zomerwerking gereduceerd.<br />

De zomerwerking wordt onder de volgende<br />

omstandigheden ingeschakeld:<br />

■ De warmtepomp was op een dag voor<br />

kamerverwarming minder dan ”Min.<br />

pauzetijd zomerwerking 7035”<br />

actief.<br />

■ ”Laatste kalenderweek voor zomerwerking<br />

7036” is nog niet bereikt.<br />

Instelwaarde in min<br />

7036 Laatste kalenderweek voor zomerwerking !<br />

Na de aangegeven kalenderweek wordt<br />

de zomerwerking niet meer ingeschakeld.<br />

Het ijsbuffer wordt via de solarabsorber<br />

tot op de maximale temperatuur<br />

verwarmd.<br />

7037 Defect absorberpomp !<br />

Waar- Betekenis<br />

de<br />

”0” Bewaking uit.<br />

”1” Wanneer de hoeveelheid energie<br />

bij actieve aansturing van<br />

de absorberpomp binnen 6 uur<br />

lager wordt dan 1 kWh,<br />

wordt ”96 IJsbuffer absorberk.”<br />

weergegeven.<br />

Voorwaarde: Calorimeter is in<br />

het absorbercircuit ingebouwd.<br />

Parametergroep installatiedefinitie<br />

Instelwaarde in kalenderweken<br />

189


Parametergroep installatiedefinitie<br />

7038 Temperatuursensor voor bivalente werking !<br />

Waar- Betekenis<br />

de<br />

”0” Bivalente werking, wanneer<br />

langetermijngemiddelde van de<br />

buitentemperatuur lager is<br />

dan ”Bivalentietemperatuur<br />

externe verwarmingstoestel<br />

7B02”.<br />

”1” Bivalent alternatieve werking,<br />

wanneer temperatuur in het ijsbuffer<br />

lager is dan ”Bivalentietemperatuur<br />

externe verwarmingstoestel<br />

7B02”.<br />

190<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parametergroep compressor<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

5000 Vrijgave compressor !<br />

Vrijgave van de compressor voor het<br />

gebruik van de warmtepomp respectievelijk<br />

warmtepomp 1e trap.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Compressor treedt niet in werking.<br />

”1” Compressor is vrijgegeven.<br />

3. ”Compressor”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

Opmerking<br />

Voor het blokkeren voor bouwdrogen<br />

parameter ”Warmtepomp voor bouwdrogen<br />

7300” gebruiken.<br />

5010 Verdampertemperatuur voor einde ontdooien !<br />

Als de verdampertemperatuur de aangegeven<br />

waarde overschrijdt, is het ontdooien<br />

beëindigd.<br />

Opmerking<br />

Ter bescherming van de condensor vóór<br />

het invriezen zijn in de warmtepompregeling<br />

meer functies opgenomen, die<br />

een ontdooiprocedure voortijdig kunnen<br />

beëindigen.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

5012 Vrijgave gebruik compressortrap !<br />

Gebruik van de compressortrap.<br />

Parametergroep compressor<br />

191


Parametergroep compressor<br />

5012 Vrijgave gebruik compressortrap ! (vervolg)<br />

Waarde<br />

192<br />

Toepassing<br />

Kamerverwarming<br />

Tapwaterver- Kamerkoeling Zwembadverwarmingwarming<br />

”0” — — — —<br />

”1” — X — —<br />

”2” X — — —<br />

”3” X X — —<br />

”4” — — X —<br />

”5” — X X —<br />

”6” X — X —<br />

”7” X X X —<br />

”8” — — — X<br />

”9” — X — X<br />

”10” X — — X<br />

”11” X X — X<br />

”12” — — X X<br />

”13” — X X X<br />

”14” X — X X<br />

”15” X X X X<br />

5030 Vermogen compressortrap !<br />

Typeafhankelijk vermogen van de warmtepomp<br />

of van de warmtepomp 1. trap.<br />

Deze waarde is bijvoorbeeld nodig voor<br />

de berekening van de energiebalans en<br />

de jaararbeidsfactor.<br />

Voorbeeld:<br />

Vitocal 300-G, type BW 301.A08: nominaal<br />

vermogen 8 kW.<br />

Opmerking<br />

■ Bij tweetraps warmtepompen heeft de<br />

aangegeven waarde een effect op de<br />

vraagreeks van de warmtepomptrappen<br />

(zonder looptijdcompensatie).<br />

■ : Het vermogen conform de aangesloten<br />

buiteneenheid aangeven.<br />

Wanneer het vermogen niet is aangegeven,<br />

gaat de warmtepomp niet in<br />

werking.<br />

Instelwaarde in kW<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

5043 Vermogen primaire bron ! /<br />

Vermogen van de actoren van het primaire<br />

circuit, bijvoorbeeld primaire pomp<br />

of ventilator.<br />

Deze waarde is nodig voor de berekening<br />

van de energiebalans en de jaararbeidsfactor.<br />

Opmerking<br />

Bij instelwaarde ”0” wordt intern een<br />

vermogenswaarde van 7,5% van het<br />

compressorvermogen gebruikt.<br />

Type<br />

Betekenis<br />

Nominaal vermogen van de ventilator,<br />

in de fabriek ingesteld.<br />

Som van de nominale vermogens<br />

van alle gebruikte primaire pompen<br />

en bronpompen, zie typeplaatje<br />

van de gebruikte circulatiepompen.<br />

Instelwaarde in W<br />

Parametergroep compressor<br />

193


Parametergroep compressor 2<br />

Parametergroep compressor 2<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

5100 Vrijgave compressor !<br />

194<br />

3. ”Compressor 2”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

Vrijgave van de warmtepomp 2. trap. Waarde<br />

Betekenis<br />

”0” Compressor treedt niet in werking.<br />

”1” Compressor is vrijgegeven.<br />

5130 Vermogen compressortrap 2 !<br />

Vermogen warmtepomp 2. trap afhankelijk<br />

van type.<br />

Deze waarde is bijvoorbeeld nodig voor<br />

de berekening van de energiebalans en<br />

de jaararbeidsfactor.<br />

Voorbeeld:<br />

Vitocal 300-G, type BWS 301.A08: nominaal<br />

vermogen 8 kW.<br />

Instelwaarde in kW<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parametergroep externe verwarmingstoestel<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

3. ”Ext. verwarmingstoestel”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

7B00 Vrijgave externe verwarmingstoestel !<br />

De externe verwarmingstoestel kan bij<br />

warmtebehoefte door de warmtepompregeling<br />

worden ingeschakeld.<br />

Opmerking<br />

Alle overige parameters van de externe<br />

verwarmingstoestel worden pas zichtbaar<br />

als deze parameter op ”Ja” is ingesteld.<br />

Parametergroep externe verwarmingstoestel<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Externe verwarmingstoestel<br />

wordt niet gebruikt.<br />

”1” Externe verwarmingstoestel, bijvoorbeeld<br />

HR-olieketel is geactiveerd.<br />

7B01 Voorrang exter. verwarmingstoestel/verw.waterdoorstromer<br />

!<br />

Geldt alleen voor ruimteverwarming. Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”0” Verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

heeft voorrang.<br />

”1” Externe verwarmingstoestel<br />

heeft voorrang.<br />

195


Parametergroep externe verwarmingstoestel<br />

7B02 Bivalentietemperatuur externe verwarmingstoestel !<br />

Wanneer de waarde voor een langere<br />

tijd lager is dan de hier aangegeven temperatuur,<br />

wordt de externe verwarmingstoestel<br />

ingeschakeld als dat nodig is.<br />

Afhankelijk van de primaire bron is hiervoor<br />

óf de gedempte buitentemperatuur<br />

(langetermijngemiddelde) óf de temperatuur<br />

in het ijsbuffer maatgevend<br />

(”Temperatuursensor voor bivalente<br />

werking 7038”).<br />

Voorwaarde: de warmtepomp en/of<br />

andere warmtebronnen kunnen niet<br />

alleen aan de warmtevraag voldoen.<br />

196<br />

Boven de bivalentietemperatuur schakelt<br />

de warmtepompregeling de externe<br />

verwarmingstoestel alleen onder de volgende<br />

voorwaarden in:<br />

■ Tapwateropwarming met externe verwarmingstoestel<br />

is vereist (”Vrijgave<br />

externe verwarmingstoestel voor<br />

tapwateropwarming 7B0D”).<br />

■ Warmtepomp is defect.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

7B0D Vrijgave ext. verwarmingstoestel voor warmwaterbereiding<br />

!<br />

Als de warmtebehoefte van de warmwaterboiler<br />

niet door de warmtepomp kan<br />

worden gedekt, wordt de circulatiepomp<br />

voor de tapwaternaverwarming en de<br />

externe verwarmingstoestel aangestuurd.<br />

Opmerking<br />

Wanneer een elektrisch verwarmingselement<br />

in de warmwaterboiler is ingebouwd<br />

en wordt aangestuurd via de<br />

warmtepompregeling, kan de externe<br />

verwarmingstoestel niet worden<br />

gebruikt voor tapwaternaverwarming.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Externe verwarmingstoestel is<br />

voor de tapwateropwarming geblokkeerd.<br />

”1” Externe verwarmingstoestel is<br />

voor de tapwateropwarming vrijgegeven.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Wanneer de gedempte buitentemperatuur<br />

(langetermijngemiddelde) lager is<br />

dan deze temperatuurgrens, vinden<br />

kamerverwarming en tapwateropwarming<br />

ook bij bivalent parallelle werking<br />

uitsluitend plaats door de externe verwarmingstoestel<br />

(voor tapwateropwarming<br />

”Vrijgave ext. verwarmingstoestel<br />

voor warmwaterbereiding 7B0D”<br />

op ”1” zetten).<br />

Opmerking<br />

■ Stel deze waarde altijd lager in<br />

dan ”Bivalentietemperatuur externe<br />

verwarmingstoestel 7B02”.<br />

■ Met de instelwaarde –50 °C is deze<br />

functie uitgeschakeld.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

Parametergroep externe verwarmingstoestel<br />

7B0F Uitschakelgrens warmtepomp bivalente werking !<br />

197


Parametergroep warm water<br />

Parametergroep warm water<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

6000 Gewenste warmwatertemp.<br />

Kan de gewenste warmwatertemperatuur<br />

niet bereikt worden met de warmtepomp,<br />

kunnen voor tapwaterverwarming<br />

de volgende bijverwarmingen worden<br />

ingeschakeld:<br />

■ Verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

(”Vrijgave elektroverwarmingen<br />

voor tapwateropwarming 6015”)<br />

■ Elektrisch verwarmingselement<br />

(”Vrijgave extra verwarmingen voor<br />

warmwaterbereiding 6014”, ”Vrijgave<br />

elek. verwarmingen voor<br />

warmwaterbereiding 6015”)<br />

of<br />

■ Externe verwarmingstoestel (”Vrijgave<br />

extra verwarmingen voor<br />

warmwaterbereiding 6014”, ”Vrijgave<br />

ext. verwarmingstoestel voor<br />

warmwaterbereiding 7B0D”)<br />

6005 Min. warmwatertemperatuur !<br />

Voor de vorstbescherming wordt de<br />

warmwaterboiler bij daling onder de<br />

ingestelde minimumtemperatuur tot<br />

deze waarde plus hysterese verwarmd.<br />

Dit is onafhankelijk van het ingestelde<br />

werkingsprogramma.<br />

198<br />

3. ”Warm water ”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

”<strong>Vitotronic</strong> 200”<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

De temperatuurmeting gebeurt via de<br />

boven in de warmwaterboiler ingebouwde<br />

temperatuursensor.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

6006 Max. warmwatertemperatuur !<br />

Bij het bereiken van deze temperatuur<br />

wordt de warmwaterboiler pas weer verwarmd<br />

als de temperatuur min. 5 K is<br />

gedaald.<br />

Gevaar<br />

Gevaar van brandwonden bij<br />

warm water met temperatuur<br />

boven 60 ºC.<br />

Om de temperatuur op 60 °C te<br />

begrenzen moet een menginrichting,<br />

bijvoorbeeld een thermostatische<br />

mengautomaat (accessoire<br />

bij de warmwaterboiler)<br />

worden ingebouwd.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

6007 Hysterese WW-temperatuur warmtepomp !<br />

De ingestelde waarde bepaalt bij welke<br />

afwijking van de gewenste temperatuur<br />

(”Warmwatertemperatuur 6000”<br />

of ”Gewenste warmwatertemperatuur<br />

2 600C”) die tapwaternaverwarming<br />

door de warmtepomp wordt gestart.<br />

B<br />

D<br />

E<br />

Parametergroep warm water<br />

A C<br />

F<br />

E<br />

A Gewenste warmwatertemperatuur<br />

warmwaterboiler<br />

B Hysterese warmtepomp (”Hysterese<br />

WW-temperatuur warmtepomp<br />

6007”)<br />

C Werkelijke tapwatertemperatuur bij<br />

de bovenste boilertemperatuursensor<br />

D Vraag voor tapwaterverwarming<br />

met warmtepomp<br />

t<br />

199


Parametergroep warm water<br />

6007 Hysterese WW-temperatuur warmtepomp ! (vervolg)<br />

E UIT<br />

F AAN<br />

Opmerking<br />

Voor ”Hysterese WW-temperatuur<br />

warmtepomp 6007” kleinere waarde<br />

aangeven dan voor ”Hysterese WWtemperatuur<br />

extra verwarming 6008”,<br />

anders stijgt het aandeel van de tapwaterverwarming<br />

door de elektrische verwarmingen.<br />

200<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

6008 Hysterese WW-temperatuur verw.-waterdoorstromer !<br />

De ingestelde waarde bepaalt bij welke<br />

afwijking van de gewenste temperatuur<br />

(”Warmwatertemperatuur 6000”<br />

of ”Gewenste warmwatertemperatuur<br />

2 600C”) die tapwaternaverwarming<br />

door de extra verwarmingen wordt<br />

gestart.<br />

A Gewenste warmwatertemperatuur<br />

warmwaterboiler<br />

B Hysterese warmtepomp (”Hysterese<br />

WW-temperatuur warmtepomp<br />

6007”)<br />

C Hysterese extra verwarming (”Hysterese<br />

WW-temperatuur extra<br />

verwarming 6008”)<br />

D Werkelijke tapwatertemperatuur bij<br />

de bovenste boilertemperatuursensor<br />

t<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

6008 Hysterese WW-temperatuur… (vervolg)<br />

E Vraag voor tapwaterverwarming<br />

met warmtepomp<br />

F Vraag voor tapwaterverwarming<br />

met bijverwarming<br />

G UIT<br />

H AAN<br />

Opmerking<br />

Tapwaterverwarming met elektrische<br />

verwarmingen is alleen mogelijk,<br />

als ”Vrijgave elektrische verwarmingen<br />

voor warmwaterbereiding 6015”<br />

op ”1” staat.<br />

Voor ”Hysterese WW-temperatuur<br />

extra verwarming 6008” grotere<br />

waarde aangeven dan voor ”Hysterese<br />

WW-temperatuur warmtepomp 6007”,<br />

anders stijgt het aandeel van de tapwaterverwarming<br />

door de extra verwarmingen.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

6009 Inschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding<br />

Comfortfunctie voor het verwarmen van<br />

de warmwaterboiler, zodat de gewenste<br />

temperatuur in de warmwaterboiler bij<br />

het begin van de tapwaterverwarming op<br />

basis van het ingestelde tijdprogramma<br />

al is bereikt.<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

Parametergroep warm water<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Inschakeloptimalisering uitgeschakeld.<br />

”1” Inschakeloptimalisering ingeschakeld.<br />

201


Parametergroep warm water<br />

600A Uitschakeloptimalisering voor warmwaterbereiding<br />

Comfortfunctie voor het verwarmen van<br />

de warmwaterboiler, zodat de gewenste<br />

temperatuur in de warmwaterboiler bij<br />

het einde van de tapwaterverwarming op<br />

basis van het ingestelde tijdprogramma<br />

altijd is bereikt.<br />

202<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

600C Gewenste temperatuur warm water 2<br />

Gewenste temperatuur in de warmwaterboiler<br />

voor werkingsmodus ”2e<br />

temp.”.<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

”<strong>Vitotronic</strong> 200”<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Uitschakeloptimalisatie uitgeschakeld.<br />

”1” Uitschakeloptimalisatie ingeschakeld.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

600E Temperatuursensor onder in de warmwaterboiler<br />

Wanneer een 2e temperatuursensor<br />

onder in de warmwaterboiler is<br />

gebouwd, vindt het uitschakelen van de<br />

boilerverwarming plaats in de<br />

modus ”Normaal” en ”2e Temp.”<br />

boven deze temperatuursensor. Dat<br />

zorgt voor een geoptimaliseerde boilerverwarming.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Onderste temperatuursensor in<br />

de warmwaterboiler is niet aanwezig.<br />

”1” Onderste temperatuursensor in<br />

de warmwaterboiler is aanwezig<br />

en geactiveerd.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Kan de gewenste warmwatertemperatuur<br />

niet bereikt worden met de warmtepomp,<br />

kunnen de volgende extra verwarmingen<br />

worden ingeschakeld:<br />

■ Elektrisch verwarmingselement<br />

(”Vrijgave elektroverwarmingen<br />

voor tapwateropwarming 6015”)<br />

of<br />

■ Externe verwarmingstoestel (”Vrijgave<br />

externe verwarmingstoestel<br />

voor tapwateropwarming 7B0D”)<br />

Opmerking<br />

Instelling voor ”Hysterese WW-temperatuur<br />

extra verwarming 6008” in acht<br />

nemen.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Elektro-verwarmingselement of<br />

externe verwarmingstoestel is<br />

niet vrijgegeven voor tapwaternaverwarming.<br />

”1” Elektro-verwarmingselement of<br />

externe verwarmingstoestel<br />

wordt vrijgegeven voor tapwaternaverwarming.<br />

Opmerking<br />

Als een CV-water-doorstroomtoestel<br />

in de aanvoer van het secundaire<br />

circuit is ingebouwd,<br />

wordt deze uitsluitend ingeschakeld<br />

voor vorstbescherming van<br />

de warmwaterboiler.<br />

6015 Vrijgave elek. verwarmingen voor warmwaterbereiding<br />

Kan de gewenste warmwatertemperatuur<br />

niet bereikt worden met de warmtepomp,<br />

kunnen de volgende extra verwarmingen<br />

worden ingeschakeld:<br />

■ Verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

(”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

7900”)<br />

en/of<br />

■ Elektrisch verwarmingselement<br />

(”Vrijgave extra verwarmingen voor<br />

warmwaterbereiding 6014”)<br />

Opmerking<br />

Instelling voor ”Hysterese WW-temperatuur<br />

extra verwarming 6008” in acht<br />

nemen.<br />

Parametergroep warm water<br />

6014 Vrijgave extra verwarmingen voor warmwaterbereiding !<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” CV-water-doorstroomtoestel en<br />

elektrisch verwarmingselement<br />

zijn niet voor de tapwaternaverwarming<br />

vrijgegeven. Wanneer<br />

deze extra verwarmingen aanwezig<br />

zijn, worden ze uitsluitend<br />

voor vorstbescherming van de<br />

warmwaterboiler ingeschakeld.<br />

”1” CV-water-doorstroomtoestel en/<br />

of elektrisch verwarmingselement<br />

wordt voor de tapwaternaverwarming<br />

vrijgegeven.<br />

203


Parametergroep warm water<br />

6016 Voorrang warmwaterbereiding bij combiboiler !<br />

Alleen bij gebruik van verwarmingswaterbuffers<br />

met geïntegreerde tapwateropwarming.<br />

Om de opwarmtijd te verkorten kan de<br />

verwarming van de verwarmingscircuits<br />

tijdens de tapwateropwarming onderbroken<br />

worden. Daarvoor worden de CVpompen<br />

van alle verwarmingscircuits<br />

uitgeschakeld.<br />

204<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Gelijktijdige ruimteverwarming en<br />

tapwateropwarming mogelijk.<br />

”1” Geen ruimteverwarming tijdens<br />

de tapwateropwarming, alle CVpompen<br />

worden gedurende die<br />

tijd uitgeschakeld.<br />

Opmerking<br />

Wanneer de buitenluchttemperatuur<br />

lager is dan de vorstbeschermingsgrens,<br />

worden uitsluitend<br />

de CV-circuitmengkleppen dichtgedraaid.<br />

De CV-circuitpompen<br />

blijven dan in werking.<br />

6017 Inschakelpogingen voor WW na max. drukuitschakeling<br />

!<br />

Een hoge gewenste warmwatertemperatuur<br />

kan tot een uitschakeling van de<br />

compressor door de hogedrukregeling<br />

leiden. Bij bestaande warmteaanvraag<br />

probeert de warmtepompregeling de<br />

tapwateropwarming weer in te schakelen.<br />

Met deze parameter wordt het aantal<br />

inschakelpogingen ingesteld.<br />

Indien alle pogingen tot een hogedrukstoring<br />

leiden, wordt de tapwateropwarming<br />

beëindigd en gaat de warmtepomp<br />

over tot stookwerking.<br />

601F Vrijgave boilerlaadpomp !<br />

Tapwaterzijdige circulatiepomp bij tapwaterverwarming<br />

in het boilerlaadsysteem.<br />

Vrijgave van de tapwateropwarming na<br />

hogedrukstoring:<br />

■ Voor het aflopen van een blokkeertijd.<br />

of<br />

■ Binnen de blokkeertijd, wanneer de<br />

modus voor de boilerverwarming van<br />

een laag naar een hoog temperatuurniveau<br />

omschakelt, bijvoorbeeld<br />

van ”Boven” naar ”Normaal”.<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

601F Vrijgave boilerlaadpomp ! (vervolg)<br />

Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”0” Boilerlaadpomp niet aanwezig.<br />

”1” Boilerlaadpomp is geactiveerd.<br />

6020 Gebruikswijze boilerlaadpomp !<br />

Aansturing van de boilerlaadpomp.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Geen aansturing via PWM-signaal,<br />

bijvoorbeeld bij standaard<br />

circulatiepomp (getrapt).<br />

”1” Standaardwerking: AAN/UIT,<br />

aansturing via PWM-signaal.<br />

”2” Werking met vast ingesteld toerental:<br />

Aansturing via PWM-signaal.<br />

”3” Toerentalgeregelde werking:<br />

Aansturing via PWM-signaal, toerental<br />

wordt via een vermogensregeling<br />

(PID-regelaar) aangepast,<br />

zodat de gewenste temperatuur<br />

in de warmwaterboiler zo<br />

snel mogelijk wordt bereikt.<br />

”4” Toerentalgeregelde werking:<br />

Aansturing via Modbus, toerental<br />

wordt via een vermogensregeling<br />

(PID-regelaar) aangepast, zodat<br />

de gewenste temperatuur in de<br />

warmwaterboiler zo snel mogelijk<br />

wordt bereikt.<br />

Parametergroep warm water<br />

205


Parametergroep zonne-energie<br />

Parametergroep solar<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

7A00 Type solarregeling !<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Geen solarregeling aanwezig.<br />

”1” Vitosolic 100.<br />

Parameter ”7Axx” niet aanwezig,<br />

parameter aan Vitosolic instellen.<br />

”2” Vitosolic 200.<br />

Parameter ”7Axx” niet aanwezig,<br />

parameter aan Vitosolic instellen.<br />

”3” Solarregelingsmodule, type<br />

SM1.<br />

Parameter ”7Axx” niet aanwezig,<br />

parameter ”C0xx” instellen.<br />

”4” Geïntegreerde solarregelingsfunctie.<br />

Parameter ”7Axx” instellen.<br />

7A01 Max. collectortemperatuur !<br />

Alleen in combinatie met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie (”Type zonneregelingsfunctie<br />

7A00” op ”4”):<br />

Bij bereiken van de max. collectortemperatuur<br />

wordt de zonnecircuitpomp uitgeschakeld.<br />

206<br />

3. ”Zonne-energie”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

7A02 Inschakelhysterese zonnecircuitpomp !<br />

Alleen in combinatie met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie (”Type zonneregelingsfunctie<br />

7A00” op ”4”):<br />

De ingestelde waarde bepaalt, bij welk<br />

temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />

en boilertemperatuursensor<br />

de zonnecircuitpomp wordt<br />

ingeschakeld.<br />

Opmerking<br />

De waarde voor ”Inschakelhysterese<br />

zonnecircuitpomp 7A02” moet groter<br />

zijn dan de waarde voor ”Uitschakelhysterese<br />

zonnecircuitpomp 7A03”.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

7A03 Uitschakelhysterese zonnecircuitpomp !<br />

Alleen in combinatie met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie (”Type zonneregelingsfunctie<br />

7A00” op ”4”):<br />

De ingestelde waarde bepaalt, bij welk<br />

temperatuurverschil tussen collectortemperatuursensor<br />

en boilertemperatuursensor<br />

de zonnecircuitpomp wordt<br />

uitgeschakeld.<br />

Opmerking<br />

De waarde voor ”Inschakelhysterese<br />

zonnecircuitpomp 7A02” moet groter<br />

zijn dan de waarde voor ”Uitschakelhysterese<br />

zonnecircuitpomp 7A03”.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

7A07 Debiet solarcircuit voor berekening solaropbrengst !<br />

Alleen in combinatie met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie (”Type zonneregelingsfunctie<br />

7A00” op ”4”):<br />

Deze waarde wordt voor de berekening<br />

van de zonne-energie-opbrengst<br />

gebruikt. De waarde voor het debiet<br />

moet uit het ingestelde pompvermogen<br />

van de zonnecircuitpomp en het drukverlies<br />

in het zonnecircuit worden berekend.<br />

Instelwaarde in l/h<br />

7A09 Weergave melding foute circulatie !<br />

Alleen in combinatie met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie (”Type zonneregelingsfunctie<br />

7A00” op ”4”):<br />

Parametergroep zonne-energie<br />

207


Parametergroep zonne-energie<br />

7A09 Weergave melding foute circulatie ! (vervolg)<br />

Als de terugslagklep in het zonnecircuit<br />

defect is, kunnen lage collectortemperaturen<br />

tot ongewenste circulatie (recirculatie)<br />

in het zonnecircuit leiden.<br />

De weergave van de melding ”A4 terugslagklep”<br />

wordt door het instellen van<br />

deze parameter geactiveerd.<br />

208<br />

Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”0” Melding verschijnt niet.<br />

”1” Melding verschijnt.<br />

C0xx Parameter solarregelingsmodule, type SM1 !<br />

Deze parameters zijn uitsluitend dan<br />

zichtbaar, wanneer solarregeling,<br />

type SM1 , is aangesloten op de warmtepomp.<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

”solarregelingsmodule,<br />

type SM1”<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parametergroep elektrische verwarming<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

3. ”Elektrische verwarming”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

7900 Vrijgave verwarmingswater-doorstromer !<br />

Als een verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

in de aanvoer van het secundaire<br />

circuit is ingebouwd, moet deze worden<br />

vrijgegeven. De vrijgave kan noch voor<br />

de tapwaternaverwarming (”Vrijgave<br />

elektro-verwarmingen voor tapwateropwarming<br />

6015”) en / of voor de ruimteverwarming<br />

(”vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement<br />

voor ruimteverwarming<br />

7902”) plaatsvinden.<br />

! Opgelet<br />

Bij instelling ”0” voor de parameter<br />

”Vrijgave verwarmingswater-doorstroomelement<br />

7900”<br />

is geen vorstbescherming gegarandeerd.<br />

Opdat het CV-water-doorstroomtoestel<br />

bij een warmtevraag bij<br />

vorstbescherming kan worden<br />

ingeschakeld, de parameter<br />

”Vrijgave verwarmingswater-<br />

doorstromer voor kamerverw.<br />

7902” op ”0” zetten,<br />

maar ”Vrijgave verwarmingswater-doorstromer<br />

7900”<br />

op ”1” zetten.<br />

7902 Vrijgave verwarmingswater-doorstromer voor kamerverw.<br />

Als de gewenste aanvoertemperatuur<br />

met de warmtepomp alleen niet wordt<br />

bereikt, kan automatisch een verwarmingswater-doorstroomelement<br />

dat in<br />

de aanvoer van het secundaire circuit is<br />

geplaatst voor de ruimteverwarming<br />

worden bijgeschakeld.<br />

Parametergroep extra elektrische verwarming<br />

Opmerking<br />

Het verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

moet met de parameter ”Vrijgave<br />

verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

7900” afzonderlijk worden vrijgegeven.<br />

209


Parametergroep extra elektrische verwarming<br />

7902 Vrijgave verwarmingswater-doorstromer voor… (vervolg)<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” CV-water-doorstroomtoestel is<br />

voor kamerverwarming vrijgegeven<br />

”1” Verwarmingswater-doorstroomelement<br />

is vrijgegeven voor de<br />

ruimteverwarming.<br />

7907 Max. vermogen verwarmingswaterdoorstromer !<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”1” Vermogenstrap 1, bijvoorbeeld<br />

circa 3 kW<br />

”2” Vermogenstrap 2, bijvoorbeeld<br />

circa 6 kW<br />

”3” Trap 1 en 2 gelijktijdig, bijvoorbeeld<br />

circa 9 kW<br />

790A Vermogen voor verw.water- doorstr. bij ext. blokkering<br />

!<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Het CV-water-doorstroomtoestel<br />

blijft tijdens de blokkering door<br />

het energiebedrijf uitgeschakeld,<br />

behalve bij vorstbescherming.<br />

”1” Vermogenstrap 1, bijvoorbeeld<br />

circa 3 kW<br />

”2” Vermogenstrap 2, bijvoorbeeld<br />

circa 6 kW<br />

”3” Trap 1 en 2 gelijktijdig, bijvoorbeeld<br />

circa 9 kW<br />

210<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Temperatuurgrens voor de ruimteverwarming<br />

met verwarmingswater-doorstroomtoestel.<br />

Als de gedempte buitentemperatuur<br />

(langetermijngemiddelde) onder de<br />

bivalentietemperatuur daalt, geeft de<br />

warmtepompregeling de stookwerking<br />

met CV-water-doorstroomtoestel vrij.<br />

Voorwaarde: de warmtepomp en/of<br />

andere warmtebronnen kunnen niet aan<br />

de warmtevraag voldoen.<br />

Boven de bivalentietemperatuur schakelt<br />

de warmtepompregeling het verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

alleen<br />

onder de volgende voorwaarden in:<br />

■ Tapwateropwarming met verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

is vereist<br />

(”Vrijgave elektroverwarmingen<br />

voor tapwateropwarming<br />

6015”).<br />

■ Warmtepomp is defect.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

Parametergroep extra elektrische verwarming<br />

790B Bivalentietemperatuur verwarmingswaterdoorstromer !<br />

211


Parametergroep interne hydraulica<br />

Parametergroep interne hydraulica<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

7300 Warmtepomp voor bouwwarmte !<br />

Op basis van het hoge energieverbruik<br />

bij het bouwdrogen / de estrikdroogfunctie<br />

wordt de warmtepomp vaak samen<br />

met een CV-water-doorstroomtoestel<br />

ingezet.<br />

Opmerking<br />

■ Het bouwdrogen / de estrikdroogfunctie<br />

met een CV-water-doorstroomtoestel<br />

leidt tot een hoog stroomverbruik.<br />

■ Wanneer het ventilatietoestel<br />

Vitovent 300-F is aangesloten op de<br />

warmtepomp, wordt automatisch<br />

”Intensieve werking” ingeschakeld.<br />

:<br />

■ Als de warmtepomp niet inzetbaar is<br />

(primaire circuit is bijvoorbeeld nog<br />

niet gereed), moet deze functie<br />

op ”0” (toestand bij levering) zijn<br />

gezet.<br />

■ Bij gebruik van de warmtepomp voor<br />

bouwdrogen / de estrikdroogfunctie de<br />

sondenbelasting respecteren.<br />

212<br />

3. ”Interne hydraulica”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

7303 Tijdprogramma voor estrikdroging !<br />

/ :<br />

■ Bouwdrogen / estrikdroogfunctie<br />

indien mogelijk afdekken met de<br />

warmtepomp.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Warmtepomp wordt niet voor<br />

bouwdrogen / estrikdroogfunctie<br />

gebruikt.<br />

”1” Warmtepomp wordt voor bouwdrogen<br />

/ estrikdroogfunctie gebruikt.<br />

Temperatuur-tijd-profiel voor estrikdroging<br />

(c: droging ondervloer). ! Opgelet<br />

Gevaar van gebouwschade door<br />

oververhitting van de estrik bij<br />

hoge aanvoertemperaturen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

In de aanvoer van het vloerverwarmingcircuit<br />

een temperatuurbewaker<br />

voor het begrenzen van<br />

de maximumtemperatuur inbouwen.<br />

■ Das ”Tijdprogramma voor estrikdrogen”<br />

werkt parallel bij alle verwarmingscircuits.<br />

■ Is een temperatuur-tijd-profiel is geactiveerd,<br />

wordt onder ”Informatie” het<br />

werkingsprogramma ”Estrikfunctie”<br />

getoond. Het resterend aantal dagen<br />

voor de estrikdroging kan eveneens<br />

worden opgevraagd (”Estrikdroging<br />

dagen”). Voor de estrikdroging worden<br />

max. 32 dagen getoond.<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

”<strong>Vitotronic</strong> 200”<br />

Opmerking<br />

Op de dag dat het temperatuur-tijdprofiel<br />

wordt geactiveerd, volgt geen<br />

estrikdroging, zodat de estrikdroging<br />

netto 31 dagen werkt.<br />

■ Na een stroomstoring of het uitschakelen<br />

van de regeling wordt het gekozen<br />

temperatuur-tijd-profiel weer<br />

voortgezet.<br />

■ Als het temperatuur-tijd-profiel volledig<br />

is afgelopen of via het profiel ”0” is<br />

afgebroken, zal de warmtepomp het<br />

eerder ingestelde werkingsprogramma<br />

voortzetten.<br />

■ De temperatuur-tijd-profielen 7 tot en<br />

met 12 regelen op de maximale aanvoertemperatuur.<br />

■ De gewenste aanvoertemperatuur<br />

van het CV-circuit is op ”Max. aanvoertemperatuurverwarmingscircuit<br />

200E” begrensd, ook wanneer<br />

het temperatuur-tijd-profiel voor een<br />

hogere waarde zorgt.<br />

■ Bij gebruik van het CV-water-doorstroomtoestel<br />

voor estrikdrogen stijgt<br />

het stroomverbruik.<br />

Opmerking<br />

De voorwaarden van EN 1264-4 respecteren.<br />

Het protocol dat door het installatiebedrijf<br />

wordt opgesteld, moet de volgende<br />

stookinformatie bevatten:<br />

■ Opwarmgegevens met de desbetreffende<br />

aanvoertemperaturen<br />

■ Bereikte maximale aanvoertemperatuur<br />

■ Bedrijfssituatie en buitentemperatuur<br />

bij overdracht<br />

Waa<br />

rde<br />

Parametergroep interne hydraulica<br />

7303 Tijdprogramma voor estrikdroging ! (vervolg)<br />

Temperatuur-tijd-profiel<br />

A Aanvoertemperatuur<br />

B Dagen<br />

”0” Geen temperatuur-tijd-profiel<br />

Annulering van een lopend profiel<br />

en aansluitende voorzetting van<br />

de verwarming of koeling.<br />

”1” Temperatuur-tijd-profiel 1 (volgens<br />

EN 1264-4)<br />

A<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

B<br />

213


Parametergroep interne hydraulica<br />

7303 Tijdprogramma voor estrikdroging ! (vervolg)<br />

Waa<br />

rde<br />

214<br />

Temperatuur-tijd-profiel<br />

A Aanvoertemperatuur<br />

B Dagen<br />

”3” Temperatuur-tijd-profiel 3 (volgens<br />

ÖNORM)<br />

A<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

B<br />

”4” Temperatuur-tijd-profiel 4<br />

A<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

B<br />

Waa<br />

rde<br />

Temperatuur-tijd-profiel<br />

A Aanvoertemperatuur<br />

B Dagen<br />

”2” Temperatuur-tijd-profiel 2 (volgens<br />

ZV parket- en vloertech-<br />

”5” Temperatuur-tijd-profiel 5<br />

niek)<br />

A<br />

A<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

B<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

B ”6” Temperatuur-tijd-profiel 6<br />

A<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

1 5 10 15 20 25 30<br />

B<br />

”7” Constante-temperatuurprogramma<br />

Periode: 5 dagen<br />

”8” Constante-temperatuurprogramma<br />

Periode: 10 dagen<br />

”9” Constante-temperatuurprogramma<br />

Periode: 15 dagen<br />

”10” Constante-temperatuurprogramma<br />

Periode: 20 dagen<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Waa<br />

rde<br />

Temperatuur-tijd-profiel<br />

A Aanvoertemperatuur<br />

B Dagen<br />

”11” Constante-temperatuurprogramma<br />

Periode: 25 dagen<br />

”12” Constante-temperatuurprogramma<br />

Periode: 30 dagen<br />

730C Aanvoertemperatuur bij externe vraag !<br />

Gewenste aanvoertemperatuur voor het<br />

secundair circuit bij externe aanvraag<br />

van de warmtepomp, onafhankelijk van<br />

de werkelijke waarde van ruimtetemperatuur<br />

of buitentemperatuur.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

730D Vrijgave 3-weg-omschakelklep verwarmen/WW !<br />

Als in het secundaire circuit één pomp<br />

en één 3-weg-omschakelklep wordt<br />

geplaatst voor de omschakeling tussen<br />

tapwaterverwarming en ruimteverwarming,<br />

moet de parameter ”Vrijgave 3weg-omschakelklep<br />

verwarmen/WW<br />

730D” op ”1” worden ingesteld.<br />

Bij het gebruik van 2 pompen (secundaire<br />

pomp en circulatiepomp voor boilerverwarming)<br />

deze parameter op ”0”<br />

zetten.<br />

Parametergroep interne hydraulica<br />

7303 Tijdprogramma voor estrikdroging ! (vervolg)<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” 3-weg-omschakelklep is niet aanwezig,<br />

tapwateropwarming gebeurt<br />

hydraulisch gescheiden<br />

van de ruimteverwarming via circulatiepomp<br />

voor boilerverwarming<br />

(aan verwarmingswaterzijde),<br />

secundaire pomp is bij tapwateropwarming<br />

uitgeschakeld.<br />

”1” Drieweg-omschakelklep is aanwezig,<br />

secundaire pomp is ook bij<br />

tapwaterverwarming ingeschakeld.<br />

215


Parametergroep interne hydraulica<br />

7340 Gebruikswijze secundaire pomp !<br />

Aansturing van de secundaire pomp. Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”0” Geen aansturing via PWM-signaal,<br />

bijvoorbeeld bij standaard<br />

circulatiepomp (getrapt).<br />

”1” Standaardwerking: AAN/UIT,<br />

aansturing via PWM-signaal.<br />

”2” Werking met vast ingesteld toerental:<br />

Aansturing via PWM-signaal.<br />

”3” Toerentalgeregelde werking:<br />

Aansturing via PWM-signaal, toerental<br />

wordt via een vermogensregeling<br />

(PID-regelaar) aangepast,<br />

zodat zich in het secundaire<br />

circuit een constante temperatuurspreiding<br />

instelt.<br />

”4” Toerentalgeregelde werking:<br />

Aansturing via Modbus, toerental<br />

wordt via een vermogensregeling<br />

(PID-regelaar) aangepast, zodat<br />

zich in het secundaire circuit een<br />

constante temperatuurspreiding<br />

instelt.<br />

73C0 Werkmodus secundaire pomp 2 !<br />

Aansturing van de secundaire pomp<br />

voor warmtepomp 2e trap.<br />

216<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

73C0 Werkmodus secundaire pomp 2 ! (vervolg)<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Geen aansturing via PWM-signaal,<br />

bijvoorbeeld bij standaard<br />

circulatiepomp (getrapt).<br />

”1” Niet instellen.<br />

tot ”<br />

3”<br />

”4” Toerentalgeregelde werking:<br />

Aansturing via Modbus, toerental<br />

wordt via een vermogensregeling<br />

(PID-regelaar) aangepast, zodat<br />

zich in het secundaire circuit een<br />

constante temperatuurspreiding<br />

instelt.<br />

7400 Werkmodus primaire bron ! /<br />

Aansluiting van het PWM-signaal van<br />

primaire pomp of ventilator.<br />

7401 Regelstrategie primaire bron ! /<br />

Uitsluitend voor toerentalgeregelde ventilatoren<br />

of primaire pompen (”Werkmodus<br />

primaire bron 7400” ”1” tot ”3”).<br />

Parametergroep interne hydraulica<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Geen aansturing via PWM-signaal,<br />

bijvoorbeeld bij standaard<br />

circulatiepomp (getrapt).<br />

”1” PWM-signaal van regelaar- en<br />

sensorprintplaat (stekker<br />

a:DA).<br />

”2” Aansturing via Modbus.<br />

”3” Analoog spanningssignaal van<br />

EEV-regelaar (0 tot 10 V).<br />

217


Parametergroep interne hydraulica<br />

7401 Regelstrategie primaire bron ! / (vervolg)<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Regeling op een constant toerental.<br />

”1” Toerentalregeling afhankelijk van<br />

de vermogenslijn van de compressor.<br />

”2” Toerentalregeling afhankelijk van<br />

het curvenveld buitentemperatuur-compressorvermogen.<br />

”3” Toerentalregeling afhankelijk van<br />

het verschil tussen primaire ingangs-<br />

en primaire uitgangstemperatuur.<br />

218<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parametergroep buffer<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

3. ”buffer”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

7200 Vrijgave buffer/ open/geslotenverdeler !<br />

Alleen in combinatie met Installatieschema<br />

1 en 2.<br />

Opmerking<br />

In combinatie met de installatieschema's<br />

3 tot 10 is het verwarmingswaterbuffer<br />

vereist en vooraf ingesteld.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Verwarmingswaterbuffer of open<br />

verdeler niet aanwezig.<br />

”1” Verwarmingswaterbuffer of open<br />

verdeler aanwezig.<br />

7202 Temp. in werkingsstatus constante waarde voor buffer !<br />

De temperatuur kan niet hoger worden<br />

ingesteld dan ”Max. temperatuur buffer<br />

7204”.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

7203 Hysterese temperatuur verwarming buffer !<br />

De ingestelde waarde bepaalt bij welke<br />

afwijking van de gewenste temperatuur<br />

van de verwarmingswaterbuffer (afhankelijk<br />

van de modus) de verwarming<br />

wordt gestart en gestopt.<br />

Opmerking<br />

Voor installatieschema 1 en 2 is deze<br />

functie uitsluitend dan beschikbaar,<br />

wanneer onder ”boiler 7200” de<br />

waarde ”1” is ingesteld.<br />

Parametergroep buffer<br />

A Temperatuur warmwaterbuffer<br />

gewenste waarde<br />

B Inschakelhysterese<br />

C Verwarmen CV-waterbuffer UIT<br />

D Verwarmen CV-waterbuffer AAN<br />

t<br />

219


Parametergroep buffer<br />

7203 Hysterese temperatuur verwarming buffer ! (vervolg)<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

7204 Max. temperatuur buffer !<br />

Bij het bereiken van deze temperatuur<br />

stopt de verwarming van de verwarmingswaterbuffer.<br />

Opmerking<br />

■ Voor installatieschema 1 en 2 is deze<br />

functie uitsluitend dan beschikbaar,<br />

wanneer onder ”boiler 7200” de<br />

waarde ”1” is ingesteld.<br />

■ Als de hier aangegeven waarde onder<br />

de ”Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit<br />

200E” ligt, kan een<br />

aangesloten CV-circuit bij grote warmtevraag<br />

misschien niet worden voorzien<br />

van de berekende aanvoertemperatuur.<br />

220<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

7208 Temperatuurgrens werkingsmodus constante voor buffer<br />

!<br />

Als de gedempte buitentemperatuur<br />

(langdurige gemiddelde) boven deze<br />

temperatuurgrens stijgt, blokkeert de<br />

warmtepompregeling de werkingsstatus<br />

”Constante” (bijvoorbeeld in de<br />

zomer). Het CV-waterbuffer wordt alleen<br />

nog tot de gewenste temperatuur voor<br />

de werkingsmodus ”Normaal” verwarmd.<br />

Wanneer deze temperatuurgrens weer<br />

met 0,5 K (hysterese) is overschreden,<br />

wordt automatisch de werking van het<br />

CV-waterbuffer in de werkingsmodus<br />

”Constante” voortgezet.<br />

Opmerking<br />

Voor installatieschema 1 en 2 is deze<br />

functie uitsluitend dan beschikbaar,<br />

wanneer onder ”boiler 7200” de<br />

waarde ”1” is ingesteld.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parametergroep CV-circuits/koelcircuit<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

3. ”CV-circuit 1”<br />

of<br />

”CV-circuit 2”<br />

of<br />

”CV-circuit 3”<br />

of<br />

”Afzonderlijk koelcircuit”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

2000 Kamertemperatuur normaal<br />

Gewenste ruimtetemperatuur voor<br />

weersafhankelijke of ruimtetemperatuurafhankelijke<br />

verwarming of koeling<br />

(Normale ruimtetemperatuur).<br />

2001 Kamertemperatuur gereduceerd<br />

Gewenste ruimtetemperatuur voor verlaagde<br />

stookwerking (verlaagde ruimtetemperatuur)<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

Parametergroep CV-circuits/koelcircuit<br />

Opmerking<br />

De parameters in de parametergroepen<br />

verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit<br />

2, verwarmingscircuit 3 zijn identiek.<br />

De toekenning aan het CV-circuit vindt<br />

plaats door het eerste cijfer van de parametercode:<br />

2xxx voor verwarmingscircuit 1 (zonder<br />

mengklep A1)<br />

3xxx voor verwarmingscircuit 2 (met<br />

mengklep M2)<br />

4xxx voor verwarmingscircuit 3 (met<br />

mengklep M3)<br />

De parameters voor het betreffende verwarmingscircuit<br />

is slechts instelbaar in<br />

de regeling, als het bijbehorende verwarmingscircuit<br />

onderdeel is van het<br />

installatieschema.<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

Opmerking<br />

De max. waarde voor ”Ruimtetemperatuur<br />

verlaagd 2001” ligt 1 K onder de<br />

actuele waarde voor ”Ruimtetemperatuur<br />

normaal 2000”.<br />

221


Parametergroep CV-circuits/koelcircuit<br />

2001 Kamertemperatuur gereduceerd (vervolg)<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

2003 Afstandsbediening !<br />

Voor ieder CV-/koelcircuit kan een<br />

afstandsbediening Vitotrol 200A of<br />

Vitotrol 300B (met kamertemperatuursensor)<br />

worden gebruikt.<br />

222<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

”Vitotrol”<br />

Opmerking<br />

■ Wanneer de kamertemperatuursensor<br />

van de afstandsbediening moet<br />

worden gebruikt voor een CV-/koelcircuit,<br />

mag voor ”Kamertemperatuurbijschakeling<br />

200B” niet ”0” zijn<br />

ingesteld.<br />

■ Met Vitotrol 300B kunnen maximaal<br />

drie CV-circuits van het afzonderlijke<br />

koelcircuit worden bediend. De parameter<br />

”Afstandsbediening 2003,<br />

3003, 4003” en/of ”Afstandsbedien.<br />

koelcircuit 7116” voor de CV-/koelcircuits<br />

op ”1” zetten, waarvoor<br />

Vitotrol 300B moet worden gebruikt.<br />

2006 Niveau stooklijn<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

De uit de stooklijnen berekende waarde<br />

voor de aanvoertemperatuur worden<br />

voor cv-circuits rechtstreeks als<br />

gewenste waarden overgenomen.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Afstandsbediening is niet geactiveerd.<br />

”1” Afstandsbediening voor het gekozen<br />

CV-/koelcircuit is aanwezig<br />

en geactiveerd. De kamertemperatuursensor<br />

is geactiveerd.<br />

Opmerking<br />

Wanneer op de Vitotrol 300B een<br />

externe kamertemperatuursensor<br />

is aangesloten, wordt de in de<br />

Vitotrol ingebouwde temperatuursensor<br />

niet gebruikt.<br />

Opmerking<br />

Bij de instelling ”Handbediening” van<br />

de warmtepomp (zie bedienings<strong>handleiding</strong>)<br />

hebben de afstandsbedieningen<br />

geen functie.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

2007 Inclinatie stooklijn<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong> De uit de stooklijnen berekende waarde<br />

voor de aanvoertemperatuur worden<br />

voor cv-circuits rechtstreeks als<br />

gewenste waarden overgenomen.<br />

200A Invloed kamertemperatuur-bijschakeling !<br />

Invloed van de kamertemperatuur op de<br />

gewenste aanvoertemperatuur van het<br />

CV-circuit bij weersafhankelijke regeling.<br />

Per Kelvin afwijking tussen werkelijke<br />

aanvoertemperatuur en gewenste<br />

aanvoertemperatuur wordt de gewenste<br />

aanvoertemperatuur met de aangegeven<br />

waarde aangepast.<br />

Voorwaarden:<br />

■ Kamertemperatuursensor aanwezig<br />

(”Afstandsbediening 2003”).<br />

■ Kamertemperatuurbijschakeling actief<br />

(”Kamertemperatuurbijschakeling<br />

200B”).<br />

Voorbeeld:<br />

■ Gewenste kamertemperatuur = 20 °C<br />

■ Werkelijke kamertemperatuur<br />

= 18 °C<br />

■ ⇒ Afwijking tussen gewenste kamertemperatuur<br />

en wekrelijke kamertemperatuur<br />

= 2 K<br />

■ ”Invloed kamertemperatuur-bijschakeling<br />

200A” = 15 (≙ 0 tot 1,5)<br />

■ Aanpassing gewenste aanvoertemperatuur<br />

2 K · 1,5 = 3 K<br />

Opmerking<br />

Met de instelwaarde ”0” is de ruimtetemperatuurbeïnvloedinguitgeschakeld.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1<br />

200B Kamertemperatuurbijschakeling !<br />

In combinatie met ruimtetemperatuursensor<br />

(”Afstandsbediening 2003”).<br />

Parametergroep CV-circuits/koelcircuit<br />

Opmerking<br />

Wanneer een afstandsbediening<br />

Vitotrol 300B voor meerder CV-/koelcircuits<br />

wordt gebruikt, moet u deze parameter<br />

uitsluitend activeren voor het CV-/<br />

koelcircuit, in welker bereik de afstandsbediening<br />

is geplaatst.<br />

223


Parametergroep CV-circuits/koelcircuit<br />

200B Kamertemperatuurbijschakeling ! (vervolg)<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Weersafhankelijke regeling zonder<br />

kamerinvloed. Gewenste<br />

aanvoertemperatuur wordt niet<br />

gecorrigeerd.<br />

”1” Weersafhankelijke regeling met<br />

ruimtetemperatuurbeïnvloeding<br />

alleen voor de werkingsmodus<br />

”Verlaagd”.<br />

224<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”2” Weersafhankelijke regeling met<br />

ruimtetemperatuurbeïnvloeding<br />

alleen voor de werkingsmodus<br />

”Normaal”.<br />

”3” Weersafhankelijke regeling met<br />

ruimtetemperatuurbeïnvloeding<br />

alleen voor de werkingsmodus<br />

”Verlaagd” en ”Normaal”.<br />

200E Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuit !<br />

De gewenste aanvoertemperatuur, die<br />

uit de buitentemperatuur, de stooklijn en<br />

de gewenste ruimtetemperatuur voor het<br />

gekozen verwarmingscircuit resulteert,<br />

wordt door deze parameter op de max.<br />

waarde begrensd.<br />

/ : Bij het CV-circuit zonder mengklep<br />

A1/VC1 regelt de warmtepomp<br />

op basis van de beperkte<br />

modulatie op de retourtemperatuur.<br />

De gewenste retourtemperatuur<br />

is de gewenste aanvoer-<br />

:<br />

temperatuur min 5 K.<br />

Regeling op basis van aanvoeren<br />

retourtemperatuur mogelijk.<br />

2022 Kamertemperatuur bij partywerking<br />

Gewenste ruimtetemperatuur voor partywerking.<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

Opmerking<br />

■ Omdat de warmtepompregeling met<br />

deze parameter alleen de gewenste<br />

waarde begrenst, moet in de aanvoer<br />

van een vloerverwarmingscircuit<br />

een temperatuurbewaker voor de<br />

begrenzing van de max. temperatuur<br />

worden ingebouwd.<br />

■ Bij kamerverwarming via een ventilatie-CV-circuit<br />

deze waarde voor alle<br />

CV-circuits niet hoger dan 57 °C instellen.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parametergroep koeling<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

7100 Koelfunctie !<br />

Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”0” Geen koeling.<br />

”1” ”natural cooling” met NC-Box<br />

zonder mengklep (accessoire).<br />

”2” ”natural cooling” met NC-Box<br />

met mengklep (accessoire).<br />

”3” ”active cooling”<br />

Opmerking<br />

Omdat bij ”active cooling” de<br />

compressor loopt, moet deze extra<br />

functie door de installatiegebruiker<br />

worden vrijgegeven (zie<br />

bedienings<strong>handleiding</strong>).<br />

7101 Koelcircuit !<br />

Met deze parameter wordt vastgelegd of<br />

koeling via een van de verwarmingscircuits<br />

of via een afzonderlijk koelcircuit<br />

plaatsvindt.<br />

Waa<br />

rde<br />

Betekenis<br />

”1” Koelen via CV-circuit A1/VC1<br />

”2” Koelen via CV-circuit M2/VC2<br />

”3” Koelen via CV-circuit M3/VC3<br />

”4” Koelen via apart koelcircuit SKK<br />

3. ”Koeling”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

Parametergroep koeling<br />

Opmerking<br />

Koeling is niet gelijktijdig via meerdere<br />

verwarmings- of koelcircuits mogelijk.<br />

225


Parametergroep koeling<br />

7102 Gewenste kamertemperatuur apart koelcircuit<br />

226<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

”<strong>Vitotronic</strong> 200”<br />

Voorwaarden:<br />

■ Kamertemperatuursensor (bijvoorbeeld<br />

op F16 bij regelaar- en sensorprintplaat)<br />

is aangesloten.<br />

■ ”Koelcircuit 7101” staat op ”4”.<br />

Opmerking<br />

Bij koeling via een CV-/koelcircuit is de<br />

gewenste kamertemperatuur ingesteld<br />

met ”Kamertemperatuur normaal<br />

2000”.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

7103 Min. aanvoertemperatuur koeling !<br />

Wanneer op basis van buiten- en ruimtetemperatuur<br />

uit de koellijn of uit de<br />

koelaanvraag bij ruimtetemperatuurafhankelijke<br />

regeling een lagere gewenste<br />

aanvoertemperatuur dan de hier aangegeven<br />

waarde resulteert, wordt de aanvoertemperatuur<br />

op deze waarde geregeld.<br />

Met deze waarde vindt nu een begrenzing<br />

van de gewenste aanvoertemperatuur<br />

plaats.<br />

Opmerking<br />

De hier aangegeven min. toegestane<br />

gewenste aanvoertemperatuur geldt<br />

zowel voor de koeling op een verwarmingscircuit<br />

alsook voor een afzonderlijk<br />

koelcircuit.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

7104 Invloed kamertemperatuurbijschakeling koelcircuit !<br />

Hoe hoger de waarde, des te groter is de<br />

invloed van de kamertemperatuur op de<br />

gewenste aanvoertemperatuur van het<br />

koelcircuit bij weersafhankelijke regeling.<br />

Voorwaarde:<br />

Kamertemperatuursensor is aangesloten<br />

(bijvoorbeeld via Vitotrol).<br />

Voorbeeld:<br />

Zie ”Invloed kamertemperatuurbijschakeling<br />

200A”.<br />

Opmerking<br />

Met de instelwaarde ”0” is de ruimtetemperatuurbeïnvloedinguitgeschakeld.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Deze parameter bepaalt welke kamertemperatuursensor<br />

wordt gebruikt voor<br />

de kamertemperatuurafhankelijke regeling<br />

van het aparte koelcircuit.<br />

De kamertemperatuursensor van de<br />

CV-/koelcircuits A1/VC1, M2/VC2 en<br />

M3/VC3 zijn óf in de Vitotrol 300B ingebouwd<br />

óf daarop aangesloten.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Rechtstreeks op de warmtepompregeling<br />

aangesloten kamertemperatuursensor(aansluiting<br />

F16 op regelaar- en sensorprintplaat).<br />

”1” Kamertemperatuursensor A1/<br />

VC1 wordt gebruikt (in<br />

Vitotrol 300B ingebouwd of daarop<br />

aangesloten, ”Afstandsbediening<br />

2003” op ”1”).<br />

”2” Kamertemperatuursensor M2/<br />

VC2 wordt gebruikt (in<br />

Vitotrol 300B ingebouwd of daarop<br />

aangesloten, ”Afstandsbediening<br />

3003” op ”1”).<br />

”3” Kamertemperatuursensor M3/<br />

VC3 wordt gebruikt (in<br />

Vitotrol 300B ingebouwd of daarop<br />

aangesloten, ”Afstandsbediening<br />

4003” op ”1”).<br />

”4” Kamertemperatuursensor van de<br />

Vitotrol 300B wordt uitsluitend<br />

voor apart koelcircuit (”Afstandsbedien.<br />

koelcircuit<br />

7116” op ”1”).<br />

Parametergroep koeling<br />

7106 Rangering kamertemperatuursensor apart koelcircuit !<br />

Opmerking<br />

Wanneer op de Vitotrol 300B een<br />

externe kamertemperatuursensor is<br />

aangesloten, wordt de in de Vitotrol ingebouwde<br />

temperatuursensor niet<br />

gebruikt.<br />

227


Parametergroep koeling<br />

7110 Niveau koellijn !<br />

De uit de koellijn bepaalde waarde voor<br />

de aanvoertemperatuur wordt voor het<br />

koelcircuit direct overgenomen als<br />

gewenste waarde.<br />

7111 Inclinatie koellijn !<br />

0,2<br />

0,4<br />

0,6<br />

0,8<br />

1,0<br />

1,2<br />

228<br />

Buitentemperatuur in °C<br />

35 30 25 20<br />

20<br />

1,4 1,6<br />

1,8 2,0 2,2 2,6 3,0 3,4<br />

Inclinatie koelcurve<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

15<br />

10<br />

5<br />

1<br />

Aanvoertemperatuur in °C<br />

Koellijn voor gewenste kamertemperatuur = 20 °C.<br />

De uit de koellijn bepaalde waarde voor<br />

de aanvoertemperatuur wordt voor het<br />

koelcircuit direct overgenomen als<br />

gewenste waarde.<br />

7116 Afstandsbedien. koelcircuit !<br />

De afstandsbediening Vitotrol 300B (met<br />

kamertemperatuursensor) kan worden<br />

gebrikt voor apart koelcircuit.<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

”Vitotrol”<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1<br />

Met ”Rangering kamertemperatuursensor<br />

apart koelcircuit 7106” bepalen<br />

welke kamertemperatuursensor<br />

wordt gebruikt voor de kamertemperatuurafhankelijke<br />

regeling van het aparte<br />

koelcircuit.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

7116 Afstandsbedien. koelcircuit ! (vervolg)<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Afstandsbediening is niet geactiveerd.<br />

”1” Afstandsbediening is aanwezig<br />

en geactiveerd.<br />

7120 Vrijgave koelwaterbuffer !<br />

: Koelwaterbuffer hydraulisch<br />

parallel aan NC-/AC-box,<br />

neemt in de koelmodus warmte<br />

uit de koelcircuits op, dient in de<br />

stookmodus als primaire bron.<br />

/ : Koelwaterbuffer hydraulisch<br />

parallel aan het CV-waterbuffer,<br />

slaat koude op, dient voor<br />

looptijdverlenging in de koelmodus.<br />

71FE Vrijgave Active Cooling<br />

Opdat de warmtepomp de actieve koeling<br />

inschakelt, moet ze eenmalig worden<br />

vrijgegeven.<br />

Bedienings<strong>handleiding</strong><br />

Parametergroep koeling<br />

Opmerking<br />

Bij de instelling ”Handbediening” van<br />

de warmtepomp (zie bedienings<strong>handleiding</strong>)<br />

hebben de afstandsbedieningen<br />

geen functie.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Koelwaterbuffer is niet aanwezig.<br />

”1” Koelwaterbuffer is geactiveerd.<br />

229


Parametergroep Ventilatie<br />

Parametergroep Ventilatie<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

7D00 Vrijgave Vitovent !<br />

Vrijgave voor Vitovent 300-F voor de<br />

werking met de warmtepomp.<br />

Voorwaarde:<br />

Vitovent 300-F wordt via Modbus op de<br />

warmtepomp aangesloten.<br />

Opmerking<br />

Alle overige parameters voor ventilatie<br />

worden pas zichtbaar als deze parameter<br />

op ”1” is ingesteld.<br />

230<br />

3. ”Ventilatie”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Vitovent 300-F is niet vrijgegeven.<br />

”1” Vitovent 300-F is vrijgegeven.<br />

7D01 Vrijgave voorverwarmregister elektrisch !<br />

Vrijgave elektrisch voorverwarmregister<br />

(accessoires) voor de vorstbescherming<br />

van Vitovent 300-F.<br />

Voorwaarde:<br />

Elektrisch voorverwarmregister is aangesloten<br />

op de regelaarprintplaat van de<br />

Vitovent 300-F.<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Voorverwarmregister is niet vrijgegeven.<br />

”1” Voorverwarmregister is vrijgegeven.<br />

7D02 Vrijgave naverwarmregister hydraulisch !<br />

Vrijgave hydraulisch voorverwarmregister<br />

(accessoires) voor de kamerverwarming<br />

via Vitovent 300-F.<br />

Voorwaarde: Hydraulisch naverwarmregister<br />

is via CV-circuit A1/VC1 op de<br />

warmtepomp aangesloten (ventilatie-<br />

CV-circuit).<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Naverwarmregister is niet vrijgegeven.<br />

”1” Naverwarmregister is vrijgegeven.<br />

7D05 Vrijgave vochtsensor !<br />

Vrijgave van de regeling van de kamerluchtvochtigheid<br />

bij werking met<br />

Vitovent 300-F.<br />

Voorwaarde:<br />

CO 2-/vochtsensor (accessoires) is aangesloten<br />

op de regelaarprintplaat van de<br />

Vitovent 300-F.<br />

Wanneer de werkingsstatus ”Normaal”<br />

actief is, wordt het debiet aangepast als<br />

functie van de luchtvochtigheid. De<br />

regelgrenzen zijn de luchtdebieten van<br />

de werkingsstatussen ”Gereduc.”<br />

en ”Intensief”.<br />

7D06 Vrijgave CO2-sensor !<br />

Regeling van de CO 2-concentratie in de<br />

kamer bij werking met Vitovent 300-F.<br />

Voorwaarde: CO 2-/vochtsensor (accessoires)<br />

is aangesloten op de regelaarprintplaat<br />

van de Vitovent 300-F.<br />

Wanneer de werkingsstatus ”Normaal”<br />

actief is, wordt het debiet aangepast als<br />

functie van de CO 2-concentratie. De<br />

regelgrenzen zijn de luchtdebieten van<br />

de werkingsstatussen ”Gereduc.”<br />

en ”Intensief”.<br />

Parametergroep Ventilatie<br />

7D02 Vrijgave naverwarmregister hydraulisch ! (vervolg)<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Regeling luchtvochtigheid is niet<br />

vrijgegeven.<br />

”1” Regeling luchtvochtigheid is vrijgegeven.<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Regeling van de CO2-concentra tie is niet vrijgegeven.<br />

”1” Regeling van de CO2-concentra tie is vrijgegeven.<br />

231


Parametergroep Ventilatie<br />

7D08 Temp. afgewerkte lucht bij stand. ventilatie<br />

Gewenste temperatuur afgewerkte lucht<br />

voor de ventilatiewerking.<br />

Bij afvoerluchttemperaturen > ”Temp.<br />

afgewerkte lucht bij stand. ventilatie<br />

7D08” plus 1 K kan de bypass voor passief<br />

koelen worden geactiveerd. De buitenlucht<br />

wordt niet via de tegenstroomwarmtewisselaar<br />

geleid.<br />

Verdere voorwaarden voor passieve<br />

koeling:<br />

■ Buitenluchttemperatuur (luchtinvoer<br />

warmtewisselaar) < afvoerluchttemperatuur<br />

minus 4 K<br />

■ en<br />

Toevoerluchttemperatuur > ”Min.<br />

toev.luchtt. byp. 7D0F” minus 1,5 K<br />

■ en<br />

Buitenluchttemperatuur (luchttoevoer<br />

warmtewisselaar) > ”Min.<br />

toev.luchtt. byp. 7D0F” plus 1,5 K<br />

7D0A Nominaal debiet toevoerlucht !<br />

Gewenst debiet voor de werkingsstatus<br />

”Gereduc.” in het tijdprogramma<br />

Ventilatie (ventilatietrap 2 ).<br />

Instelaanwijzingen, afhankelijk van<br />

gebouw en van het ontwerp:<br />

■ Midden tussen 85 m 3 /h en ”Bovenste<br />

grens nominaal debiet toevoerlucht<br />

7D0B”.<br />

■ of<br />

Circa 30% minder dan ”Bovenste<br />

grens nominaal debiet toevoerlucht<br />

7D0B”.<br />

232<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

Instelwaarde in m 3 /h<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Gewenst debiet voor de werkingsstatus<br />

”Normaal” in het tijdprogramma<br />

Ventilatie (ventilatietrap 3 ).<br />

Hier het ontwerpdebiet uit het ontwerp<br />

instellen.<br />

7D0C Debiet intensief ventileren !<br />

Gewenst debiet voor de werkingsstatus<br />

”Intensief” in het tijdprogramma<br />

Ventilatie (ventilatietrap 4 ).<br />

Instelaanbeveling, afhankelijk van<br />

gebouw en van het ontwerp:<br />

■ Midden tussen ”Bovenste grens<br />

nominaal debiet toevoerlucht<br />

7D0B” en 280 m 3 /h.<br />

■ of<br />

Circa 30% hoger dan ”Bovenste<br />

grens nominaal debiet toevoerlucht<br />

7D0B”.<br />

Instelwaarde in m 3 /h<br />

Instelwaarde in m 3 /h<br />

7D0F Min. toevoerluchttemperatuur voor bypass<br />

Om ongewilde condensvorming aan de<br />

toevoerluchtleidingen te vermijden,<br />

wordt de bypass voor passief koelen uitsluitend<br />

vrijgegeven, wanneer de toevoerluchttemperatuur<br />

> ”Min. toevoerluchttemperatuur<br />

voor bypass 7D0F”<br />

minus 1,5 K en buitenluchttemperatuur<br />

(luchtinvoer warmtewisselaar) > ”Min.<br />

toevoerluchttemperatuur voor<br />

bypass 7D0F” plus 1,5 K.<br />

Verdere voorwaarden voor passieve<br />

koeling:<br />

■ Buitenluchttemperatuur (luchtinvoer<br />

warmtewisselaar) < afvoerluchttemperatuur<br />

minus 4 K<br />

■ en<br />

Afvoerluchttemperatuur > ”Temp.<br />

afgewerkte lucht bij stand. ventilatie<br />

7D08” plus 1 K<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 °C<br />

Parametergroep Ventilatie<br />

7D0B Bovenste grens nominaal debiet toevoerlucht !<br />

233


Parametergroep Ventilatie<br />

7D18 CO2-waarde voor start ventilator !<br />

Wanneer de CO 2-concentratie in de<br />

kamer de aangegeven grens overschrijdt,<br />

wordt het debiet verhoogd.<br />

Wanneer de waarde lager wordt dan<br />

deze grens, wordt het debiet verminderd.<br />

De regelgrenzen zijn de luchtdebieten<br />

van de werkingsstatussen ”Gereduc.”<br />

en ”Intensief”.<br />

7D19 Vochtwaarde voor start ventilator !<br />

Wanneer de luchtvochtigheid in de<br />

kamer de aangegeven grens overschrijdt,<br />

wordt het debiet verhoogd.<br />

Wanneer de waarde lager wordt dan<br />

deze grens, wordt het debiet verminderd.<br />

De regelgrenzen zijn de luchtdebieten<br />

van de werkingsstatussen ”Gereduc.”<br />

en ”Intensief”.<br />

234<br />

Voorwaarden:<br />

■ CO 2-/vochtsensor (accessoires) is<br />

aangesloten op de regelaarprintplaat<br />

van de Vitovent 300-F (”Vrijgave<br />

CO2-sensor 7D06” op ”1”).<br />

■ Werkingsstatus ”Normaal” is in het<br />

tijdprogramma Ventilatie actief.<br />

Instelwaarde in ppm (parts per million)<br />

Voorwaarden:<br />

■ CO 2-/vochtsensor (accessoires) is<br />

aangesloten op de regelaarprintplaat<br />

van de Vitovent 300-F (”Vrijgave<br />

vochtsensor 7D06” op ”1”).<br />

■ Werkingsstatus ”Normaal” is in het<br />

tijdprogramma Ventilatie actief.<br />

Instelwaarde in %<br />

7D1A Intervaltijd antivries ventileren !<br />

Wanneer de ventilatoren op basis van de<br />

antivriesvoorwaarden worden uitgeschakeld,<br />

vindt het weer inschakelen<br />

ervan op vroegst plaats na het verstrijken<br />

van de aangegeven duur. Voor het<br />

weer inschakelen moet de buitenluchttemperatuur<br />

hoger zijn geweest dan<br />

3 °C.<br />

Instelwaarde in min<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

7D1B Duur intensief ventileren !<br />

Wanneer aan de warmtepompregeling<br />

”Intensieve werking” wordt ingesteld,<br />

schakelt de regeling na het verstrijken<br />

van de aangegeven duur automatisch<br />

de laatst gekozen functie of het<br />

laatst gekozen werkingsprogramma<br />

weer in, bijvoorbeeld ”Vakantieprogramma”<br />

of ”Ventilatie-automaat”.<br />

Opmerking<br />

Wanneer ervóór ”Spaarwerking” actief<br />

was, schakelt de regeling ”Ventilatieautomaat”<br />

in.<br />

Instelwaarde in min<br />

7D1D Bron ruimtetemperatuur werkelijke waarde !<br />

Kamertemperatuursensor voor kamerverwarming<br />

via ventilatie-CV-circuit A1/<br />

VC1 (”Vrijgave naverwarmregister<br />

hydraulisch 7D02” op ”1”).<br />

■ Weersafhankelijke regeling met<br />

kamertemperatuurbijschakeling<br />

(”Kamertemperatuurbijschakeling<br />

200B” op ”1”, ”2” of ”3”<br />

■ Kamertemperatuurafhankelijke regeling<br />

7D21 CV-circuit voor blokkering bypassklep !<br />

Bij kamerverwarming via het aangegeven<br />

CV-circuit wordt de bypass niet<br />

geopend.<br />

Daarmee wordt verhinderd dat via de<br />

CV-installatie toegevoerde warmte via<br />

de bypass naar buiten wordt gevoerd.<br />

Parametergroep Ventilatie<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Gebruik van de afvoerluchttemperatuursensor<br />

van het ventilatietoestel.<br />

”1” Gebruik van de kamertemperatuursensor<br />

van de Vitotrol 300B.<br />

Verdere voorwaarden, waarbij passieve<br />

koeling niet wordt ingeschakeld:<br />

■ ”Temp. afgewerkte lucht bij stand.<br />

ventilatie 7D08” is 4 K geringer ingesteld<br />

dan ”Kamertemperatuur Normaal<br />

2000”.<br />

■ Vorstbescherming van het ventilatietoestel<br />

is actief of er is een sensorstoring<br />

opgetreden.<br />

235


Parametergroep Ventilatie<br />

7D21 CV-circuit voor blokkering bypassklep ! (vervolg)<br />

Waa<br />

rde<br />

236<br />

Bypassklep<br />

mag<br />

openen.<br />

Bypass gesloten bij<br />

kamerverwarming<br />

boven<br />

A1/<br />

VC1<br />

M2/<br />

VC2<br />

M3/<br />

VC3<br />

”0” X ― ― ―<br />

”1” ― X ― ―<br />

”2” ― ― X ―<br />

”3” ― X X ―<br />

”4” ― ― ― X<br />

”5” ― X ― X<br />

”6” ― ― X X<br />

”7” ― X X X<br />

7D27 Aanpassing regelspanning !<br />

Voor het compenseren van drukverschillen<br />

tussen de toevoerlucht- en afvoerluchtzijde<br />

kan het toerental van een ventilator<br />

in vergelijking met anderen worden<br />

verhoogd. Hiertoe wordt bij de regelspanning<br />

van de ventilator permanent de<br />

hier aangegeven waarde opgeteld.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,01 V<br />

7D28 Ventilator voor aanpassing regelspanning !<br />

Ventilator, waarvan het toerental voor<br />

het compenseren van drukverschillen<br />

met ”Aanpassing regelspanning<br />

7D27” wordt verhoogd.<br />

Opmerking<br />

Om disbalansen te vermijden, wordt<br />

tegelijkertijd de regelspanning van de<br />

niet-geselecteerde ventilator op 10 V<br />

minus ”Aanpassing regelspanning<br />

7D27” begrensd. Daarmee verlaagt zich<br />

ook het maximumdebiet overeenkomstig.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Waar<br />

de<br />

Betekenis<br />

”0” Ventilator toevoerlucht<br />

”1” Uittreelucht-ventilator<br />

Parametergroep Ventilatie<br />

7D28 Ventilator voor aanpassing regelspanning ! (vervolg)<br />

237


Parametergroep Fotovoltaïsche techniek<br />

Parametergroep Fotovoltaïsche techniek<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

7E00 Vrijgave eigenenergieverbruik PV !<br />

Vrijgave van het eigen energieverbruik<br />

met stroom uit het fotovoltaïsch systeem.<br />

Het eigen energieverbruik is actief, als<br />

aan alle volgende voorwaarden is voldaan:<br />

■ ”Vrijgave eigen energieverbruik PV<br />

7E00” staat op ”1”.<br />

■ Minstens een functie (bijvoorbeeld<br />

tapwateropwarming) is vrijgegeven<br />

voor eigen energieverbruik (bijvoorbeeld<br />

”Vrijgave eigenenergieverbr.<br />

voor warmwaterbereiding 7E11”<br />

op ”1”).<br />

238<br />

3. ”Fotovoltaïsche techniek”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

■ Het aan het net geleverde elektrisch<br />

vermogen is over een bepaalde periode<br />

groter dan het elektrisch vermogen<br />

van de warmtepomp.<br />

■ ”Uitschakelmodus” en ”Vakantieprogramma”<br />

zijn niet actief.<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Eigen energieverbruik niet vrijgegeven.<br />

”1” Eigen energieverbruik vrijgegeven.<br />

7E10 Vrijgave eigenenergieverbr. voor gew. WW-temperatuur<br />

2<br />

Eenmaal per week wordt de warmwaterboiler<br />

met stroom uit het fotovoltaïsch<br />

systeem geheel verwarmd tot ”2e<br />

gewenste warmwater- temperatuur<br />

600C”. Hiertoe kan ook het CV-waterdoorstroomtoestel<br />

worden ingeschakeld.<br />

Opmerking<br />

■ Deze verwarming van de warmwaterboiler<br />

begint uitsluitend dan, wanneer<br />

het dagmaximum aan geleverd elektrisch<br />

vermogen in de volgende tijd<br />

wordt verwacht.<br />

■ Wanneer het elektrisch vermogen van<br />

het fotovoltaïsch systeem tijdens de<br />

bufferverwarming niet voldoende is,<br />

wordt dit proces met stroom uit het net<br />

voortgezet.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Wekelijkse verwarming van de<br />

warmwaterboiler niet actief.<br />

”1” Wekelijkse verwarming van de<br />

warmwaterboiler actief.<br />

7E11 Vrijgave eigenenergieverbr. voor warmwaterbereiding<br />

De gewenste temperatuur voor de tapwateropwarming<br />

wordt hoger vergeleken<br />

met werking met stroom uit het net,<br />

ter grootte van ”Verhoging gew. temp.<br />

warmwaterbuffer PV 7E21”.<br />

Opmerking<br />

■ Wanneer voldoende stroom uit het<br />

fotovoltaïsch systeem ter beschikking<br />

staat, kan het verwarmen ook buiten<br />

de ingestelde periodes van het tijdprogramma<br />

beginnen.<br />

■ Wanneer het elektrisch vermogen van<br />

het fotovoltaïsch systeem tijdens de<br />

bufferverwarming niet meer voldoende<br />

is, werkt ”Verhoging gew.<br />

temp. warmwaterbuffer PV 7E21”<br />

niet meer. De verwarming wordt met<br />

stroom uit het net voortgezet, tot de<br />

temperatuur in de warmwaterboiler<br />

”Gewenste warmwatertemp.<br />

6000” bereikt.<br />

Parametergroep Fotovoltaïsche techniek<br />

7E10 Vrijgave eigenenergieverbr. voor gew.… (vervolg)<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Tapwateropwarming is niet vrijgegeven<br />

voor eigen energieverbruik<br />

van stroom uit de fotovoltaïsche<br />

installatie.<br />

”1” Tapwateropwarming is vrijgegeven<br />

voor eigen energieverbruik<br />

van stroom uit de fotovoltaïsche<br />

installatie.<br />

239


Parametergroep Fotovoltaïsche techniek<br />

7E12 Vrijgave eigenenergieverbr. voor warmwaterbuffer<br />

De gewenste temperatuur voor de verwarming<br />

van het CV-waterbuffer wordt<br />

hoger vergeleken met werking met<br />

stroom uit het net, ter grootte van ”Verhoging<br />

gew. temp. CV-waterbuffer PV<br />

7E22”.<br />

Opmerking<br />

Wanneer het elektrisch vermogen van<br />

het fotovoltaïsch systeem tijdens de verwarming<br />

van het CV-waterbuffer niet<br />

meer voldoende is, werkt ”Verhoging<br />

gew. temp. CV-waterbuffer PV PV<br />

7E22” niet meer. De verwarming wordt<br />

met stroom uit het net voortgezet, tot de<br />

temperatuur in het CV-waterbuffer de<br />

momenteel geldende gewenste waarde<br />

bereikt.<br />

240<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Verwarming CV-waterbuffer is<br />

niet vrijgegeven voor eigen energieverbruik<br />

van stroom uit de fotovoltaïsche<br />

installatie.<br />

”1” Verwarming CV-waterbuffer is<br />

vrijgegeven voor eigen energieverbruik<br />

van stroom uit de fotovoltaïsche<br />

installatie.<br />

7E13 Vrijgave eigenenergieverbr. voor verwarmen<br />

De gewenste kamertemperatuur<br />

(”Kamertemperatuur normaal 2000”<br />

of ”Kamertemperatuur gereduceerd<br />

2001”) wordt hoger vergeleken met werking<br />

met stroom uit het net, ter grootte<br />

van ”Verhoging gew. kamertemperatuur<br />

PV 7E23”.<br />

Opmerking<br />

Wanneer het elektrisch vermogen van<br />

het fotovoltaïsch systeem tijdens de verwarming<br />

van het CV-waterbuffer niet<br />

meer voldoende is, werkt ”Verhoging<br />

gew. kamertemperatuur PV 7E23” niet<br />

meer.<br />

Waar Betekenis<br />

de<br />

”0” Kamerverwarming is niet vrijgegeven<br />

voor eigen energieverbruik<br />

van stroom uit de fotovoltaïsche<br />

installatie.<br />

”1” Kamerverwarming is vrijgegeven<br />

voor eigen energieverbruik van<br />

stroom uit de fotovoltaïsche installatie.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Verhoging van de gewenste temperatuur<br />

voor de tapwaterverwarming bij<br />

eigen energieverbruik van stroom uit de<br />

fotovoltaïsche installatie.<br />

Voorwaarde: ”Vrijgave eigenenergieverbruik<br />

PV 7E00” staat op ”1”.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

7E22 Verhoging gew. temp. CV-waterbuffer PV PV<br />

Verhoging van de gewenste temperatuur<br />

voor de verwarming van het CVwaterbuffer<br />

bij eigen energieverbruik<br />

van stroom uit de fotovoltaïsche installatie.<br />

Voorwaarde: ”Vrijgave eigenenergieverbr.<br />

voor warmwaterbuffer 7E12”<br />

staat op ”1”.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

7E23 Verhoging gew. kamertemperatuur PV<br />

Verhoging van de gewenste temperatuur<br />

voor de kamerverwarming bij eigen<br />

energieverbruik van stroom uit de fotovoltaïsche<br />

installatie.<br />

Voorwaarde: ”Vrijgave eigenenergieverbr.<br />

voor verwarmen 7E13” staat<br />

op ”1”.<br />

Instelwaarde 1 ≙ 0,1 K<br />

Parametergroep Fotovoltaïsche techniek<br />

7E21 Verhoging gew. temp. warmwaterbuffer PV<br />

241


Parametergroep tijd<br />

Parametergroep tijd<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

242<br />

3. ”Tijd”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

7C00 tot 7C06 Automatische omschakeling zomertijd - wintertijd<br />

!<br />

De beide tijdstippen voor omschakeling<br />

zijn bij levering telkens de nacht van<br />

zaterdag op zondag in het laatste weekeinde<br />

van maart en oktober. Deze instelling<br />

kan met de parameters ”Zomertijd<br />

- Maand”, ”Zomertijd -<br />

Week”, ”Zomertijd - Dag”, ”Wintertijd<br />

- Maand”, ”Wintertijd - Week”, ”Wintertijd<br />

- Dag” worden veranderd.<br />

Parameter Toestand<br />

bij levering<br />

”Automatische omschakeling<br />

zomertijd - wintertijd 7C00”<br />

”Begin zomertijd - maand 7C01” ”3” ”1”<br />

”Begin zomertijd - week 7C02” ”5” ”1”<br />

”Begin zomertijd - dag 7C03” ”7” ”1”<br />

”Begin wintertijd - maand 7C04” ”10” ”1”<br />

”Begin wintertijd - week 7C05” ”5” ”1”<br />

Instelbereik<br />

”Begin wintertijd - dag 7C06” ”7” ”1”<br />

t/m ”7”<br />

”1” ”1” Automatische omschakeling<br />

actief.<br />

”0”<br />

t/m ”12”<br />

Automatische omschakeling<br />

niet actief.<br />

Januari t/m december<br />

Eerste t/m laatste week<br />

t/m ”5”<br />

t/m ”7”<br />

t/m ”12”<br />

van de maand<br />

Maandag t/m zondag<br />

Januari t/m december<br />

Eerste t/m laatste week<br />

t/m ”5” van de maand<br />

Maandag t/m zondag<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Parametergroep Communicatie<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

3. ”Communicatie”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

7707 Nummer van de warmtepomp in cascade !<br />

Nummer van de volgende warmtepomp<br />

in een warmtepompcascade via LON.<br />

Nummers binnen een LON moeten<br />

ondubbelzinnig zijn.<br />

Wanneer geen looptijdcompensatie is<br />

ingesteld, kan met dit nummer de<br />

inschakelvolgorde van de volgende<br />

warmtepompen worden vastgelegd.<br />

7710 Vrijgave communicatiemodule LON !<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Communicatiemodule LON is<br />

niet geactiveerd.<br />

”1” Communicatiemodule LON is geactiveerd.<br />

7777 LON deelnemersnummer !<br />

Nummerbereik van de LON-adressering.<br />

Parametergroep communicatie<br />

Met looptijdcompensatie heeft het hier<br />

ingestelde nummer geen invloed op de<br />

inschakelvolgorde. In dit geval wordt<br />

altijd de volgende warmtepomp met de<br />

laagste looptijd als eerste ingeschakeld.<br />

De adressering van LON-deelnemers<br />

bestaat zoals in een telefoonnet (landnummer,<br />

netnummer, abonneenummer)<br />

uit drie verschillende delen. Het eerste<br />

deel is voor alle toestellen van<br />

<strong>Viessmann</strong> vast op dezelfde waarde<br />

ingesteld. De overige delen bestaan uit<br />

het LON-installatienummer en het LONdeelnemersnummer.<br />

243


Parametergroep communicatie<br />

7777 LON deelnemersnummer ! (vervolg)<br />

Opmerking<br />

Om communicatieconflicten te vermijden,<br />

mag ieder LON-deelnemersnummer<br />

binnen een installatie slechts een<br />

keer worden toegekend. De communicatiepoort<br />

Vitocom heeft altijd het LONdeelnemersnummer<br />

99.<br />

7779 LON foutmanager !<br />

De warmtepompenregeling, die foutmanager<br />

is, toont alle storingsmeldingen<br />

van de installatie. Bovendien bewaakt de<br />

regeling alle deelnemers op uitval en<br />

genereert groepsalarmmeldingen.<br />

Opmerking<br />

Binnen een installatie mag slechts een<br />

regeling als foutmanager worden geconfigureerd.<br />

Uitzondering: de communicatiepoort<br />

Vitocom mag ook foutmanager<br />

zijn.<br />

7798 LON installatienummer !<br />

Nummerbereik van de LON-adressering.<br />

De adressering van LON-deelnemers<br />

bestaat zoals in een telefoonnet (landnummer,<br />

netnummer, abonneenummer)<br />

uit drie verschillende delen.<br />

244<br />

Instelwaarde is nummer van de LONdeelnemer.<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Warmtepompregeling is geen<br />

foutmanager.<br />

”1” Warmtepompregeling is foutmanager.<br />

Het eerste deel is voor alle toestellen van<br />

<strong>Viessmann</strong> vast op dezelfde waarde<br />

ingesteld. De overige delen bestaan uit<br />

het LON-installatienummer en het LONdeelnemersnummer.<br />

Instelwaarde is installatienummer.<br />

779C Interval voor gegevensoverdracht via LON !<br />

Ontvangstinterval voor de via LON verzonden<br />

waarden en meldingen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Als voor een grootte of melding binnen<br />

deze cyclustijd geen signaal wordt ontvangen,<br />

zet de regeling deze waarde of<br />

status zolang op een voorlopige instelling<br />

tot de betreffende waarde weer<br />

wordt ontvangen.<br />

77FC Bron buitentemperatuur !<br />

Opdat alle deelnemers in de LON<br />

dezelfde buitentemperatuurwaarde<br />

gebruiken, kan de warmtepompregeling<br />

deze van verschillende bronnen ontvangen.<br />

Opmerking<br />

Binnen een installatie in het LON mag<br />

slechts één deelnemer de buitentemperatuur<br />

zenden.<br />

77FD Buitentemperatuur zenden !<br />

Opdat alle deelnemers in de LON<br />

dezelfde buitentemperatuurwaarde<br />

gebruiken, kan de warmtepompregeling<br />

deze waarde in het LON aan andere<br />

deelnemers toezenden.<br />

Parametergroep communicatie<br />

779C Interval voor gegevensoverdracht via LON ! (vervolg)<br />

Instelwaarde in min<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Warmtepompregeling registreert<br />

de buitentemperatuur via de op<br />

de regelaar- en sensorprintplaat<br />

aangesloten buitentemperatuursensor.<br />

”1” De warmtepompregeling ontvangt<br />

de buitentemperatuur van<br />

een andere LON-deelnemer met<br />

gelijk installatienummer (”LON<br />

installatienummer 7798”).<br />

”2” Warmtepompregeling ontvangt<br />

buitentemperatuur van een extern<br />

toestel via KM-bus, bijvoorbeeld<br />

basisstation.<br />

”3” Niet instellen.<br />

Opmerking<br />

Binnen een installatie in het LON mag<br />

slechts één deelnemer de buitentemperatuur<br />

zenden.<br />

245


Parametergroep communicatie<br />

77FD Buitentemperatuur zenden ! (vervolg)<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Buitentemperatuur wordt niet verzonden.<br />

”1” Warmtepompregeling zendt buitentemperatuur<br />

in het LON. Alle<br />

deelnemers met gelijk installatienummer<br />

kunnen deze waarde<br />

ontvangen (”LON installatienummer<br />

7798”).<br />

77FC Bron tijd !<br />

Opdat alle deelnemers in de LON<br />

dezelfde tijd gebruiken, kan de warmtepompregeling<br />

deze van verschillende<br />

toestellen ontvangen.<br />

Opmerking<br />

Binnen een installatie in het LON mag<br />

slechts één deelnemer de tijd zenden.<br />

77FF Tijd via LON !<br />

Opdat alle deelnemers in de LON<br />

dezelfde tijd gebruiken, kan de warmtepompregeling<br />

deze waarde in het LON<br />

aan andere deelnemers toezenden.<br />

246<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Warmtepompregeling zendt tijd<br />

van de interne klok van de regeling.<br />

”1” De warmtepompregeling ontvangt<br />

de tijd van een andere<br />

LON-deelnemer met gelijk installatienummer<br />

(”LON installatienummer<br />

7798”).<br />

”2” Warmtepompregeling ontvangt<br />

tijd van een extern toestel via KMbus,<br />

bijvoorbeeld basisstation.<br />

”3” Warmtepompregeling ontvangt<br />

tijd via draadloze tijdmodule (accessoires,<br />

aansluiting op regelaar-<br />

en sensorprintplaat).<br />

Opmerking<br />

Binnen een installatie in het LON mag<br />

slechts één deelnemer de tijd zenden.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

77FF Tijd via LON ! (vervolg)<br />

Waa Betekenis<br />

rde<br />

”0” Tijd wordt niet verzonden.<br />

”1” Warmtepompregeling zendt tijd<br />

in het LON. Alle deelnemers met<br />

gelijk installatienummer kunnen<br />

deze waarde ontvangen (”LON<br />

installatienummer 7798”).<br />

Parametergroep communicatie<br />

247


Parametergroep bediening<br />

Parametergroep bediening<br />

<strong>Service</strong>menu:<br />

1. OK + å gelijktijdig circa 4 s lang<br />

indrukken.<br />

2. ”Codeerniveau 1”<br />

8800 Bediening blokkeren !<br />

Waa<br />

rde<br />

248<br />

Bediening geblokkeerd<br />

Basismenu Uitgebreid menu<br />

”0” ― ―<br />

”1” ― X<br />

”2” X X<br />

Opmerking<br />

■ Afstandsbediening en afstandsonderhoud<br />

in combinatie met Vitocom is<br />

onafhankelijk van deze instellingen<br />

mogelijk.<br />

■ Het vrijgeven van de bediening via het<br />

codeerniveau 1 is ook in geblokkeerde<br />

toestand (instelwaarden ”1” en ”2”)<br />

mogelijk.<br />

3. ”Bediening”<br />

4. Parameter kiezen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Overzicht van de printplaten<br />

Positie van de printplaten in de<br />

warmtepomp<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepomp.<br />

Vitocal<br />

200-G 200-S<br />

222-S<br />

242-S<br />

222-G<br />

242-G<br />

200-A 300-A<br />

350-A<br />

300-G<br />

333-G<br />

343-G<br />

350-G<br />

333-G, type<br />

BWT-<br />

NC<br />

Basis-LP (bedrijfscomponenten 230 V~, zie pagina 250)<br />

\ \ \ \ 0 \ \<br />

Uitbreidings-LP (bedrijfscomponenten 230 V~, zie pagina 255)<br />

\ \ \ \ 0 \ \<br />

Rangeer-LP (meld- en veiligheidsaansluitingen, zie pagina 267)<br />

– – – – 0 \ \<br />

Kroonsteentjes (Meld- en veiligheidsaansluitingen)<br />

\<br />

(Pagina<br />

272)<br />

\<br />

(Pagina<br />

280/<br />

283)<br />

\<br />

(Pagina<br />

275)<br />

\<br />

(Pagina<br />

277)<br />

– – –<br />

Regelaar-/sensor-LP (zie pagina 285)<br />

\ \ \ \ 0 \ \<br />

AVI-LP (poort binneneenheid – buiteneenheid, zie pagina 295)<br />

– \ – – – – –<br />

NC-LP (zie pagina 288)<br />

– – – – – – \<br />

EEV-LP [1] (zie pagina 289)<br />

– – – – \ \ \<br />

EEV-LP [2] (zie pagina 291)<br />

– – – \ – – –<br />

\ In de behuizing van de warmtepomp ingebouwd<br />

0 In een afzonderlijke regelingsbehuizing ingebouwd<br />

– niet aanwezig<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

249


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Aanwijzingen voor de elektrische aansluitingen<br />

250<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepomp.<br />

■ De som van de vermogens van alle<br />

direct op de warmtepompregeling<br />

aangesloten componenten (bijvoorbeeld<br />

pompen, kleppen, meldinrichtingen,<br />

relais) mag 1000 W niet overschrijden.<br />

Als het totale vermogen ≤ 1000 W is,<br />

kan het afzonderlijke vermogen van<br />

een component (bijvoorbeeld pomp,<br />

klep, meldinrichting, relais) groter dan<br />

opgegeven worden gekozen. Daarbij<br />

mag het schakelvermogen van het<br />

overeenkomstige relais niet worden<br />

overschreden (zie volgende hoofdstuk).<br />

■ Aansluitklemmen kunnen (afhankelijk<br />

van de toesteluitvoering) in de toestand<br />

bij levering bezet zijn.<br />

Als twee componenten op een<br />

gemeenschappelijke klem worden<br />

aangesloten, moeten beide aders<br />

samen in één adereindhuls worden<br />

geperst.<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat<br />

Basisprintplaat<br />

Toepassing zie hoofdstuk ”Overzicht<br />

van de printplaten”.<br />

■ De aders van de KM-BUS kunnen verwisseld<br />

worden.<br />

■ De aders van de Modbus zijn niet verwisselbaar.<br />

■ Nulleider en aardleiding van alle componenten<br />

worden afhankelijk van het<br />

type warmtepomp als volgt aangesloten:<br />

– Klemmen X2.N en X1.? van de rangeerprintplaat<br />

– Klemmen X2.N en X1.? van de<br />

kroonsteentjes<br />

Opmerking<br />

In de volgende afbeeldingen van de<br />

printplaten worden alleen de uit te voeren<br />

aansluitingen getoond. In de tabellen<br />

worden ook in de fabriek aangebrachte<br />

aansluitingen toegelicht.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Bedrijfscomponenten 230 V~<br />

1 2 1 2 3 4 5<br />

sYH sYG sYF<br />

sYÖ sYA sYS sYD fÖ F3<br />

1.<br />

1.<br />

1.<br />

? N ? N<br />

1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5<br />

1.<br />

r<br />

N<br />

? N<br />

1 2 3 4<br />

r M<br />

? N<br />

N<br />

AC<br />

F3 Zekering T 6,3 A<br />

fÖ Interne netaansluiting regeling<br />

(fabrieksmatige aansluiting)<br />

M<br />

M<br />

? N ? N<br />

? N<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

A1<br />

? N<br />

M<br />

1~<br />

NC/AC<br />

? N<br />

N<br />

T 6,3 A<br />

sYÖ / :<br />

Vrijgave compressoraansturing<br />

(fabrieksmatige aansluiting)<br />

sYA/sYS Werkingscomponenten<br />

230 V~ (aansluiting door<br />

installateur)<br />

251


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

sYD-sYH Fabrieksmatige aansluitingen<br />

Opmerkingen bij de aansluitwaarden<br />

■ Het aangegeven vermogen is het<br />

geadviseerde aansluitvermogen.<br />

■ De aangegeven stroomwaarde geeft<br />

de max. schakelstroom van het schakelcontact<br />

aan (rekening houden met<br />

totale stroom van alle aangesloten<br />

componenten van 5 A).<br />

Stekker fÖ<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

Interne netvoeding van de<br />

printplaten.<br />

Fabrieksaansluiting.<br />

Stekker sYÖ<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

210.1 / :<br />

Spanning aanwezig bij storingsvrij veilig-<br />

Einde van het veiligheidsketen.heidscircuit<br />

210.2 / :<br />

Fabrieksmatige aansluiting<br />

Aansturing compressor 1e ■ Vraag actief: contact gesloten, span-<br />

trap via EEV-regelaar (koelning op 210.2.<br />

circuitregeling).<br />

■ Als compressor niet loopt, controleren<br />

of vrijgave van EEV-regelaar aanwezig<br />

is (eigen relais op EEV-printplaat).<br />

252<br />

5623 894 NL


Stekker sYA<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

211.1 :<br />

Aansluitwaarden<br />

Primaire pomp (warmte- ■ vermogen: 200 W<br />

pomp 1e trap of gemeen- ■ Spanning: 230 V~<br />

1. schappelijke primaire<br />

pomp), aansturing bronpomp<br />

(aansluiting door installateur)<br />

:<br />

Ventilator trap 1 (fabrieksaansluiting).<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

211.2 Secundaire pomp (warmte- ■ Bij installatie zonder warmwaterbuffer<br />

pomp 1e trap)<br />

is verder geen CV-pomp nodig (zie<br />

klem 212.2)<br />

■ Thermostaat als maximumtempera-<br />

1.<br />

tuurbegrenzing voor vloerverwarmingscircuit<br />

(indien aanwezig) in serie<br />

aansluiten.<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

211.3 Aansturing verwarmingswa- Aansluitwaarden<br />

ter-doorstroomtoestel ■ vermogen: 10 W<br />

1. trap 1.<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

r<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

5623 894 NL<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

253


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Stekker sYA<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

211.4 ■ 3-weg-omschakel- Aansluitwaarden<br />

klep”Verwarmen/tapwa- ■ vermogen: 130 W<br />

r M teropwarming”<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

211.5<br />

NC<br />

254<br />

■ Circulatiepomp voor de<br />

boilerverwarming<br />

■ Boilerlaadpomp<br />

Opmerking<br />

Afhankelijk van de warmtepomp<br />

en de installatie-uitvoering<br />

zijn niet alle componenten<br />

aanwezig, zie ”Aansluitingentapwaterverwarming”.<br />

Aansturing koeling<br />

:<br />

Koelfunctie ”natural cooling”.<br />

AC / :<br />

Drieweg-omschakelkleppen<br />

voor bypass CV-waterbuffer<br />

bij koelfunctie ”active cooling”.<br />

:<br />

Aansluiting door installateur: NC/AC-<br />

Box of door installateur geleverde componenten<br />

voor NC/AC-koeling.<br />

Bij type BWT-NC fabrieksmatig aangesloten.<br />

/ :<br />

Aansluiting door installateur, driewegomschakelkleppen<br />

voor bypass CV-waterbuffer<br />

parallel aansluiten.<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 10 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

5623 894 NL


Stekker sYS<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

212.1 Aansturing koeling Aansluiting door installateur: AC-Box of<br />

AC :<br />

door installateur geleverde componen-<br />

Koelfunctie (”active cooten voor AC-koeling.<br />

ling”).<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 10 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

212.2 Pomp CV-circuit zonder ■ Als er een warmwaterbuffer aanwezig<br />

mengklep A1/VC1.<br />

is, wordt deze pomp aanvullend op de<br />

A1<br />

secundaire pomp aangesloten.<br />

■ Thermostaat als maximumtemperatuurbegrenzing<br />

voor vloerverwarmingscircuit<br />

(indien aanwezig) in serie<br />

aansluiten.<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 100 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

212.3 tapwateromlooppomp. Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 50 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

5623 894 NL<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

212.4 Zonnecircuitpomp met veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

(accessoires of door installateur<br />

te voorzien, maximaal<br />

95 °C) voor warmwaterboiler<br />

(alleen met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie)<br />

Uitbreidingsprintplaat op basisprintplaat<br />

Toepassing zie hoofdstuk ”Overzicht<br />

van de printplaten”.<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer aansluiting<br />

door installateur in serie met zonnecircuitpomp.<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

255


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Bedrijfscomponenten 230 V~<br />

2.<br />

1 2<br />

sXÖ<br />

256<br />

N?<br />

M<br />

1 2 3 4<br />

L1 N<br />

1 2<br />

sXA sXS sXD<br />

2.<br />

N<br />

U<br />

L1<br />

2.<br />

r<br />

sXF<br />

M2<br />

r<br />

? N<br />

1 2 3 4 5 6 7 1 2 3<br />

? N ? N N ? N ? N<br />

sXÖ Vrijgave compressoraansturing<br />

warmtepomp 2e trap<br />

(door installateur aangesloten)<br />

2.<br />

2.<br />

y<br />

y<br />

M<br />

y<br />

a:C]c<br />

sXG<br />

M2<br />

? N<br />

M<br />

? N N<br />

sXS-sXG Werkingscomponenten<br />

230 V~ (aansluiting door<br />

installateur)<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Opmerkingen bij de aansluitwaarden<br />

■ Het aangegeven vermogen is het<br />

geadviseerde aansluitvermogen.<br />

■ De aangegeven stroomwaarde geeft<br />

de max. schakelstroom van het schakelcontact<br />

aan (rekening houden met<br />

totale stroom van alle aangesloten<br />

componenten van 5 A)<br />

■ De relaiscontacten van externe verwarmingstoestel<br />

en groepsalarmmelding<br />

zijn niet geschikt voor veiligheidslaagspanning.<br />

Stekker sXÖ<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

220.1 Aansturing compressor ■ Vraag actief: contact gesloten, span-<br />

220.2 warmtepomp 2. trap (indien ning op 220.2.<br />

aanwezig) via EEV-regelaar ■ Als compressor niet loopt, controleren<br />

(koelcircuitregeling).<br />

of vrijgave van EEV-regelaar trap 2<br />

2.<br />

aanwezig is (eigen relais op EEVprintplaat<br />

trap 2).<br />

Stekker sXS<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

222.1 Aansturing mengklepmotor Aansluitwaarden<br />

voor externe verwarmings- ■ vermogen: 10 W<br />

toestel<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

Signaal mengklep DICHT. ■ maximale schakelstroom: 0,2(0,1) A<br />

222.2 Aansturing mengklepmotor<br />

voor externe verwarmingstoestel<br />

Signaal Mengklep OPEN.<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 10 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 0,2(0,1) A<br />

257


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Stekker sXS<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

222.3 Aansturing externe verwar- Potentiaalvrij contact.<br />

222.4 mingstoestel en per veilig- Aansluitwaarden (contactbelasting)<br />

heidstemperatuurbegrenzer ■ Spanning: 230 V~<br />

(door installateur te voor- (niet geschikt voor veiligheidslaagzien,<br />

maximaal 70 °C) voor spanning)<br />

het uit- of omschakelen van<br />

de volgende componenten:<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

Aansluitingen voor veiligheidstemperatuurbegrenzer<br />

258<br />

Kamerverwarming:<br />

■ Secundaire pomp warmtepomp<br />

■ Secundaire pomp warmtepomp<br />

2e trap (indien<br />

aanwezig)<br />

■ Externe verwarmingstoestel<br />

Tapwaternaverwarming:<br />

■ Circulatiepomp voor de<br />

boilerverwarming<br />

■ of<br />

3-weg-omschakelklep”Verwarmen/tapwateropwarming”<br />

Kamerverwarming:<br />

■ In serie naar secundaire pomp (klem<br />

211.2 op basisprintplaat).<br />

■ in serie naar de secundaire pomp 2e<br />

trap (klem 224.3)<br />

■ In serie voor de aansturing van exter-<br />

ne verwarmingstoestel (klem 222.3).<br />

Tapwaternaverwarming:<br />

■ In serie naar circulatiepomp voor boilerverwarming<br />

of drieweg-omschakelklep”verwarmen/tapwaterverwarming”<br />

(klem 211.4 op basisprintplaat).<br />

Stekker sXD<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

223.1 Algemene storingsmelding. Spanningsloos contact:<br />

223.2<br />

■ gesloten: Fout<br />

■ geopend: geen fout<br />

■ niet voor veiligheidslaagspanning ge-<br />

U<br />

schikt<br />

Aansluitwaarden (contactbelasting)<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Stekker sXF<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

224.2 Primaire pomp voor warmte- Aansluitwaarden<br />

pomp 2e trap (indien aanwe- ■ vermogen: 200 W<br />

zig).<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

2.<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

224.3<br />

2.<br />

224.4<br />

2.<br />

r<br />

224.5<br />

2.<br />

Secundaire pomp voor<br />

warmtepomp 2e trap (indien<br />

aanwezig).<br />

Aansturing verwarmingswater-doorstroomtoestel<br />

trap 2.<br />

:<br />

Circulatiepomp voor boileropwarming<br />

voor warmtepomp<br />

2e trap.<br />

:<br />

Ventilator trap 2 (fabrieksaansluiting).<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 10 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

259


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Stekker sXF<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

224.6 ■ Boilerlaadpomp (tapwa- Boilerlaadpomp en 2-weg-afsluitklep paterzijde)rallel<br />

aansluiten.<br />

■ 2-weg-afsluitklep Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

M<br />

224.7<br />

260<br />

Circulatiepomp voor de tapwaternaverwarming<br />

of<br />

Aansturing elektrisch verwarmingselement<br />

(in warmwaterboiler)<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 100 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Stekker sXG<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

225.1 CV-pomp van het CV-circuit Temperatuurbewaker als max. tempera-<br />

met mengklep M2/VC2 tuurbegrenzing voor vloerverwarming-<br />

M2<br />

circuit (indien aanwezig) in serie aanslui-<br />

r<br />

ten<br />

225.2<br />

M2<br />

225.3<br />

M2<br />

Aansturing van de mengklepmotor<br />

CV-circuit M2/<br />

VC2<br />

Signaal mengklep DICHT<br />

Aansturing van de mengklepmotor<br />

CV-circuit M2/<br />

VC2<br />

Signaal Mengklep OPEN<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 100 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 10 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 0,2(0,1) A<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 10 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 0,2(0,1) A<br />

261


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Aansluitingen tapwaterverwarming<br />

Vitocal 200-G<br />

211.4 (basis-LP) 224.6 (uitbreidings-<br />

LP)<br />

■ Boilerlaadpomp C –<br />

■ Tweeweg-afsluitklep<br />

D<br />

■ Circulatiepomp voor<br />

de boileropwarming<br />

(ingebouwd) E<br />

262<br />

Schema<br />

C<br />

M<br />

D<br />

E<br />

211.4<br />

A<br />

A Secundaire pomp (ingebouwd)<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Vitocal 200-A<br />

Vitocal 200-S<br />

211.4 (basis-LP) 224.6 (uitbreidings-<br />

LP)<br />

■ Drieweg-omschakel- –<br />

klep B (ingebouwd)<br />

■ Boilerlaadpomp C<br />

■ Tweeweg-afsluitklep<br />

D<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Schema<br />

C<br />

M<br />

D<br />

B<br />

M<br />

A<br />

211.4<br />

211.4<br />

B<br />

M<br />

A<br />

A Secundaire pomp (ingebouwd)<br />

263


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Vitocal 222-G<br />

Vitocal 222-S<br />

Vitocal 333-G<br />

Vitocal 333-G, type BWT-NC<br />

211.4 (basis-LP) 224.6 (uitbreidings-<br />

LP)<br />

Drieweg-omschakelklep –<br />

B (ingebouwd)<br />

Vitocal 242-G<br />

Vitocal 242-S<br />

211.4 (basis-LP) 224.6 (uitbreidings-<br />

LP)<br />

■ Drieweg-omschakel- –<br />

klep B (ingebouwd)<br />

■ Boilerlaadpomp C<br />

(ingebouwd)<br />

264<br />

Schema<br />

B<br />

M<br />

A<br />

211.4<br />

A Secundaire pomp (ingebouwd)<br />

Schema<br />

C<br />

211.4<br />

B<br />

M<br />

A<br />

A Secundaire pomp (ingebouwd)<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Vitocal 300-A, type AWO-AC 301.A<br />

Vitocal 350-A<br />

Vitocal 300-G<br />

Vitocal 350-G<br />

211.4 (basis-LP) 224.6 (uitbreidings-<br />

LP)<br />

Circulatiepomp voor boilerverwarming<br />

(E, bij<br />

type BWC 301.A/351.A<br />

ingebouwd)<br />

■ Boilerlaadpomp C<br />

■ Tweeweg-afsluitklep<br />

D<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Schema<br />

of<br />

C<br />

M<br />

D<br />

211.4<br />

224.6<br />

E<br />

211.4<br />

E<br />

A<br />

A<br />

A Secundaire pomp (bij type<br />

BWC 301.A/351.A ingebouwd)<br />

265


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Basis- en uitbreidingsprintplaat (vervolg)<br />

Vitocal 300-A, type AWCI-AC 301.A<br />

211.4 (basis-LP) 224.6 (uitbreidings-<br />

LP)<br />

Drieweg-omschakelklep<br />

B (ingebouwd)<br />

266<br />

■ Boilerlaadpomp C<br />

■ Tweeweg-afsluitklep<br />

D<br />

Vitocal 343-G<br />

211.4 (basis-LP) 224.6 (uitbreidings-<br />

LP)<br />

Drieweg-omschakelklep Boilerlaadpomp C<br />

B (ingebouwd)<br />

Schema<br />

of<br />

C<br />

M<br />

D<br />

B<br />

M<br />

224.6 211.4<br />

B<br />

M<br />

A<br />

211.4<br />

A<br />

A Secundaire pomp (ingebouwd)<br />

Schema<br />

C<br />

224.6 211.4<br />

B<br />

M<br />

A<br />

A Secundaire pomp (ingebouwd)<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Rangeerprintplaat<br />

Toepassing zie hoofdstuk ”Overzicht<br />

van de printplaten”.<br />

Meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

X5<br />

X7<br />

12 11 10<br />

1 / N / PE<br />

230 V / 50 Hz<br />

?<br />

N<br />

L1<br />

L1 L'<br />

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21<br />

X4<br />

F1<br />

X3 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1<br />

F1<br />

T 6,3 A<br />

A<br />

N N'<br />

1 2 3 N N N N N N N N N N N N N N N N<br />

P<br />

X2<br />

P<br />

G<br />

X8<br />

5 4 3 2 1<br />

9 8 7 6 5 4 3 2 1 1 ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?<br />

X6<br />

X1<br />

A Stekkerverbinding netschakelaar<br />

(niet op rangeerprintplaat)<br />

F1 Zekering T 6,3 A<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

X1 Klemmen X1.? voor aardleider<br />

van alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

267


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Rangeerprintplaat (vervolg)<br />

X2 Klemmen X2.N voor nulleider<br />

van alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

X3 ■ Aansluitklemmen voor netaansluiting<br />

regeling ”L1” en extra<br />

componenten<br />

■ Geschakelde fase L1: X3.1,<br />

X3.2, X3.3, X3.7, X3.11,<br />

X3.13, X3.16<br />

■ Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.1, X3.2,<br />

X3.3, X3.7,<br />

X3.11,<br />

X3.13,<br />

X3.16<br />

X3.2<br />

X3.14<br />

X3.3<br />

X3.4<br />

268<br />

X5/X7 / : Intern bezette aansluitingen<br />

: Aansluitingen voor<br />

verbindingskabel<br />

(Stuurkabel 230 V~)<br />

naar schakeldoos van<br />

de warmtepomp<br />

X6/X8 Intern bezette aansluitingen<br />

Fase geschakeld Opmerking<br />

Totale belasting 1000 W van alle aangesloten<br />

componenten in acht nemen.<br />

Signaal ”Extern blokkeren”<br />

(extern blokkeren van<br />

compressor en pompen,<br />

mengkleppen in regelwerking<br />

of DICHT).<br />

Potentiaalvrije sluiter nodig:<br />

■ gesloten: blokkering actief<br />

■ geopend: geen blokkering<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 2 mA<br />

Opmerking<br />

■ Deze en andere externe functies zoals<br />

bijvoorbeeld externe gewenste waarden<br />

kunnen alternatief via de externe uitbreiding<br />

EA1 worden aangesloten.<br />

Montage<strong>handleiding</strong> ”externe<br />

uitbreiding EA1”<br />

Stromingsbewaking. Potentiaalvrije sluiter (bediend) nodig:<br />

■ gesloten: warmtepomp in werking<br />

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

■ Brug is bij een aantal toestellen geplaatst.<br />

■ Bij aangesloten stromingsbewaker mag<br />

er geen brug aanwezig zijn.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Rangeerprintplaat (vervolg)<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.6<br />

X3.7<br />

G<br />

Blokkering door energiebedrijf.<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit<br />

vrij)<br />

■ geopend: blokkering actief<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Opmerking<br />

■ Geen parametrering nodig.<br />

■ Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf<br />

mag er geen brug aanwezig<br />

zijn.<br />

■ De compressor wordt ”hard” uitgeschakeld<br />

zodra het contact opengaat.<br />

■ Door het signaal van het contact energiebedrijf<br />

(blokkering door energiebedrijf)<br />

wordt gezorgd voor uitschakeling<br />

van de spanning van het betreffende onderdeel<br />

(afhankelijk van het energiebedrijf).<br />

■ Voor het verwarmingswater-doorstroomelement<br />

kunnen de uit te schakelende<br />

trappen worden gekozen (parameter<br />

”Vermogen voor verwarmingswater-doorstroomelement<br />

voor blokkering<br />

790A door energiebedrijf”).<br />

■ De netaansluiting van de warmtepompregeling<br />

(3 x 1,5 mm 2 ) en de leiding voor<br />

het blokkeringsignaal energiebedrijf<br />

kunnen in een 5-aderige leiding worden<br />

samengebracht.<br />

269


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.8<br />

X3.9<br />

P<br />

Rangeerprintplaat (vervolg)<br />

X3.10<br />

X3.11<br />

X3.12<br />

X3.13<br />

270<br />

:<br />

Drukbewaker primair circuit<br />

of/en vorstbeveiligingsthermostaat.<br />

/ :<br />

Vocht-opbouwschakelaar.<br />

of<br />

Brug.<br />

Storingsmelding volgende<br />

warmtepomp van een<br />

cascade.<br />

of<br />

Brug.<br />

Signaal ”Externe aanvraag”<br />

(Extern inschakelen<br />

van compressor en<br />

pompen, mengkleppen in<br />

regelwerking of OPEN,<br />

omschakelen van de werkingsmodus<br />

van meerdereinstallatiecomponenten).<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: veiligheidscircuit vrij<br />

■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken,<br />

warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Lokale aansluiting:<br />

■ Serieschakeling bij aanwezigheid van<br />

twee veiligheidscomponenten.<br />

■ Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: geen storing<br />

■ geopend: storing<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Bij aangesloten meldcontact mag er geen<br />

brug aanwezig zijn.<br />

Potentiaalvrije sluiter nodig:<br />

■ gesloten: Warmtevraag<br />

■ geopend: geen vraag<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 2 mA<br />

Opmerking<br />

■ Deze en andere externe functies zoals<br />

bijvoorbeeld externe gewenste waarden<br />

kunnen alternatief via de externe uitbreiding<br />

EA1 worden aangesloten.<br />

Montage<strong>handleiding</strong> ”externe<br />

uitbreiding EA1”<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Rangeerprintplaat (vervolg)<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.17<br />

X3.18<br />

Zekering F1 T 6,3 A<br />

X3.18 Netaansluiting warmte- Netvoeding 230 V~ (aansluiting door inpompregeling:<br />

Fase L1<br />

X1.1 Aansluiting aardleiding<br />

X2.1 Aansluiting nulleiderstallateur).<br />

271


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-G<br />

Meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

272<br />

P<br />

G<br />

1 / N / PE<br />

230 V / 50 Hz<br />

P<br />

N<br />

?<br />

L1<br />

X3<br />

1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

F1 T6,3A<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

F1 Zekering T 6,3 A<br />

X1 Klemmen X1.? voor aardleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

X2 Klemmen X2.N voor nulleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

L1<br />

X2<br />

X1<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

3<br />

1<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

1 PE<br />

X3 ■ Aansluitklemmen voor netaansluiting<br />

regeling ”L1” en extra componenten<br />

■ Geschakelde fase L1: X3.1<br />

■ Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-G (vervolg)<br />

Meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.1 Fase geschakeld. Opmerking<br />

Totale belasting 1000 W van alle aangesloten<br />

componenten in acht nemen.<br />

X3.2<br />

X3.14<br />

of aan uitbreiding<br />

EA1<br />

X3.3<br />

X3.4<br />

X3.6<br />

X3.7<br />

G<br />

Signaal ”Extern blokkeren”<br />

(extern blokkeren van<br />

compressor en pompen,<br />

mengkleppen in regelwerking<br />

of DICHT).<br />

Potentiaalvrije sluiter nodig:<br />

■ gesloten: blokkering actief<br />

■ geopend: geen blokkering<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 2 mA<br />

Opmerking<br />

■ Deze en andere externe functies zoals<br />

bijvoorbeeld externe gewenste waarden<br />

kunnen alternatief via de externe uitbreiding<br />

EA1 worden aangesloten.<br />

Montage<strong>handleiding</strong> ”externe<br />

uitbreiding EA1”<br />

Stromingsbewaking. Potentiaalvrije sluiter (bediend) nodig:<br />

■ gesloten: warmtepomp in werking<br />

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Blokkering door energiebedrijf.<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Bij aangesloten stromingsbewaker mag er<br />

geen brug aanwezig zijn.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit<br />

vrij)<br />

■ geopend: blokkering actief<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

273


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.8<br />

X3.9<br />

P<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-G (vervolg)<br />

X3.10<br />

X3.11<br />

X3.12<br />

X3.13<br />

of aan uitbreiding<br />

EA1<br />

274<br />

Drukbewaker primair circuit<br />

of/en vorstbeveiligingsthermostaat.<br />

of<br />

Brug.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: veiligheidscircuit vrij<br />

■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken,<br />

warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Lokale aansluiting:<br />

■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide<br />

veiligheidscomponenten<br />

■ Brug plaatsen, wanneer geen veiligheidscomponenten<br />

aanwezig zijn<br />

Brug. Niet verwijderen!<br />

Signaal ”Externe aanvraag”(Externinschakelen<br />

van compressor en<br />

pompen, mengkleppen in<br />

regelwerking of OPEN,<br />

omschakelen van de werkingsmodus).<br />

L1 Netaansluiting warmtepompregeling:<br />

Fase L1<br />

? Aansluiting aardleiding<br />

N Aansluiting nulleider<br />

Potentiaalvrije sluiter nodig:<br />

■ gesloten: vraag<br />

■ geopend: geen vraag<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 2 mA<br />

Door installateur op netvoeding 230 V~<br />

aangesloten.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-G/242-G<br />

Meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

P<br />

G<br />

P<br />

X3<br />

1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

F1 T6,3A<br />

16<br />

16<br />

F1 Zekering T 6,3 A<br />

X1 Klemmen X1.? voor aardleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

X2 Klemmen X2.N voor nulleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

18<br />

1 / N / PE<br />

230 V / 50 Hz<br />

L1<br />

L1<br />

N ?<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

X2<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

3<br />

1<br />

X1<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

1 PE<br />

X3 ■ Aansluitklemmen voor netaansluiting<br />

regeling ”L1” en extra componenten<br />

■ Geschakelde fase L1: X3.1, X3.2<br />

■ Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

275


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.1<br />

X3.2<br />

X3.3<br />

X3.4<br />

X3.6<br />

X3.7<br />

G<br />

X3.8<br />

X3.9<br />

P<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-G/242-G (vervolg)<br />

276<br />

Fase geschakeld Opmerking<br />

Totale belasting 1000 W van alle aangesloten<br />

componenten in acht nemen.<br />

Stromingsbewaking. Potentiaalvrije sluiter (bediend) nodig:<br />

■ gesloten: warmtepomp in werking<br />

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A<br />

Blokkering door energiebedrijf.<br />

Drukbewaker primair circuit<br />

of/en vorstbeveiligingsthermostaat.<br />

of<br />

Brug.<br />

X3.18 Netaansluiting warmtepompregeling:<br />

Fase L1<br />

X1.1 Aansluiting aardleiding<br />

X2.1 Aansluiting nulleider<br />

Als de stromingsbewaker is aangesloten,<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit<br />

vrij)<br />

■ geopend: blokkering actief<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A<br />

Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: veiligheidscircuit vrij<br />

■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken,<br />

warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Door de installateur te voorziene aansluitingen:<br />

■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide<br />

veiligheidscomponenten.<br />

■ Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten.<br />

Door installateur op netvoeding 230 V~<br />

aangesloten.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-A<br />

Meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

X3<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

X2 X1<br />

SLP 1 1 1<br />

X1 Klemmen X1.? voor aardleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

X2 Klemmen X2.N voor nulleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

3<br />

4<br />

8<br />

9<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

X3 ■ Geschakelde fase L1: X3.1, X3.2<br />

■ Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

277


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-A (vervolg)<br />

A<br />

G<br />

278<br />

N L1<br />

1 / N / PE<br />

230 V / 50 Hz<br />

X3<br />

6<br />

7<br />

F1 T6,3AH<br />

F1 Zekering T 6,3 A<br />

X3 ■ Aansluiting ventilator 230 V~ A<br />

■ Aansluitklemmen voor netaansluiting<br />

regeling ”L1” en extra componenten<br />

■ Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.SLP Boilerlaadpomp. Aansluitwaarden:<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

X3.1<br />

X3.2<br />

Fase geschakeld. Opmerking<br />

Totale belasting 1000 W van alle aangesloten<br />

componenten in acht nemen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-A (vervolg)<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.3<br />

X3.4<br />

X3.6<br />

X3.7<br />

G<br />

X3.8<br />

X3.9<br />

Stromingsbewaking. Potentiaalvrije sluiter (bediend) nodig:<br />

■ gesloten: warmtepomp in werking<br />

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A<br />

Blokkering door energiebedrijf.<br />

Vorstbeveiligingsthermostaat<br />

en/of dauwpuntsensor.<br />

of<br />

Brug.<br />

X3.18 Netaansluiting warmtepompregeling:<br />

Fase L1<br />

X1.1 Aansluiting aardleiding<br />

X2.1 Aansluiting nulleider<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Als de stromingsbewaker is aangesloten,<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit<br />

vrij)<br />

■ geopend: blokkering actief<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A<br />

Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: veiligheidscircuit vrij<br />

■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken,<br />

warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Door de installateur te voorziene aansluitingen:<br />

■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide<br />

veiligheidscomponenten.<br />

■ Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten.<br />

Door installateur op netvoeding 230 V~<br />

aangesloten.<br />

279


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-S<br />

Meld-, veiligheidsaansluitingen en bedrijfscomponenten 230 V~<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

280<br />

X1<br />

X2<br />

X3<br />

8 9<br />

X3<br />

3 4<br />

1 1 7 6 211.2 211.4<br />

G<br />

1 2 3 N N N N N N N N N<br />

F1 Zekering T 6,3 A<br />

X1 Klemmen X1.? voor aardleider<br />

van alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

X2 Klemmen X2.N voor nulleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

r M<br />

1 / N / PE<br />

230 V / 50 Hz<br />

L1 ?<br />

F1 T6,3 AH<br />

L1<br />

?<br />

N<br />

X40<br />

N<br />

X3 ■ Geschakelde fase L1: X3.1<br />

■ Klemmen voor meld-, veiligheidsaansluitingen<br />

en bedrijfscomponenten<br />

230 V~<br />

X40 Aansluitklemmen voor netaansluiting<br />

regeling<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-S (vervolg)<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.1 Fase geschakeld. Opmerking<br />

Totale belasting 1000 W van alle aangesloten<br />

componenten in acht nemen.<br />

X3.3<br />

X3.4<br />

X3.6<br />

X3.7<br />

G<br />

Stromingsbewaking. Potentiaalvrije sluiter (bediend) nodig:<br />

■ gesloten: warmtepomp in werking<br />

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A<br />

Blokkering energiebedrijf<br />

(af fabriek brug geplaatst).<br />

211.2 Aansluiting secundaire<br />

pomp.<br />

211.4<br />

r M<br />

M<br />

■ 3-weg-omschakelklep”Verwarmen/tapwateropwarming”<br />

■ Boilerlaadpomp<br />

■ 2-weg-afsluitklep<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Als de stromingsbewaker is aangesloten,<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: warmtepomp in werking<br />

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A<br />

Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

Fabrieksmatige aansluiting, bij verwarmingsinstallaties<br />

met één verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep A1/VC1 is geen extra<br />

CV-pomp noodzakelijk.<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

3-weg-omschakelklep, fabrieksmatige<br />

aansluiting, 2-weg-afsluitklep en boilerlaadpomp<br />

door installateur parallel aangesloten.<br />

281


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Kroonsteentjes Vitocal 200-S (vervolg)<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.8<br />

X3.9<br />

282<br />

Dauwpuntsensor en/of<br />

vorstbeveiligingsthermostaat<br />

koeling.<br />

of<br />

Brug.<br />

X40.L1 Netaansluiting warmtepompregeling:<br />

Fase L1<br />

X40.? Aansluiting aardleiding<br />

X40.N Aansluiting nulleider<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: veiligheidscircuit vrij<br />

■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken,<br />

warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Lokale aansluiting:<br />

■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide<br />

veiligheidscomponenten.<br />

■ Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten.<br />

Door installateur op netvoeding 230 V~<br />

aangesloten.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-S/242-S<br />

Meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

G<br />

X3<br />

18<br />

1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

16<br />

16<br />

F1 T6,3AH<br />

SLP<br />

X2<br />

L1<br />

F1 Zekering T 6,3 A<br />

X1 Klemmen X1.? voor aardleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

X2 Klemmen X2.N voor nulleider van<br />

alle bijbehorende installatiecomponenten<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

3<br />

1<br />

N ?<br />

1 / N / PE<br />

230 V / 50 Hz<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

X1<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

?<br />

1<br />

X3 ■ Aansluitklemmen voor netaansluiting<br />

regeling ”L1” en extra componenten<br />

■ Geschakelde fase L1: X3.1, X3.2<br />

■ Klemmen voor meld- en veiligheidsaansluitingen<br />

283


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-S/242-S (vervolg)<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.SLP Boilerlaadpomp. Aansluitwaarden:<br />

■ vermogen: 130 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ maximale schakelstroom: 4(2) A<br />

X3.1<br />

X3.2<br />

X3.3<br />

X3.4<br />

X3.6<br />

X3.7<br />

G<br />

284<br />

Fase geschakeld. Opmerking<br />

Totale belasting 1000 W van alle aangesloten<br />

componenten in acht nemen.<br />

Stromingsbewaking. Potentiaalvrije sluiter (bediend) nodig:<br />

■ gesloten: warmtepomp in werking<br />

■ geopend: warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A<br />

Blokkering door energiebedrijf.<br />

Als de stromingsbewaker is aangesloten,<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: geen blokkering (veiligheidscircuit<br />

vrij)<br />

■ geopend: blokkering actief<br />

■ Schakelvermogen 230 V, 0,15 A<br />

Bij aangesloten blokkeercontact energiebedrijf<br />

mag er geen brug aanwezig zijn.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Kroonsteentjes Vitocal 222-S/242-S (vervolg)<br />

Klemmen Functie Omschrijving<br />

X3.8<br />

X3.9<br />

Vorstbeveiligingsthermostaat<br />

en/of dauwpuntsensor.<br />

of<br />

Brug.<br />

X3.18 Netaansluiting warmtepompregeling:<br />

Fase L1<br />

X1.1 Aansluiting aardleiding<br />

X2.1 Aansluiting nulleider<br />

Regelaar- en sensorprintplaat<br />

Toepassing zie hoofdstuk ”Overzicht<br />

van de printplaten”.<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Potentiaalvrije opener nodig:<br />

■ gesloten: veiligheidscircuit vrij<br />

■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken,<br />

warmtepomp uit bedrijf<br />

■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A<br />

Door de installateur te voorziene aansluitingen:<br />

■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide<br />

veiligheidscomponenten.<br />

■ Brug plaatsen bij afwezigheid veiligheidscomponenten.<br />

Door installateur op netvoeding 230 V~<br />

aangesloten.<br />

285


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Regelaar- en sensorprintplaat (vervolg)<br />

X2<br />

X18<br />

286<br />

X3 X20<br />

sVA<br />

J3<br />

J4<br />

F23<br />

F26<br />

F20<br />

F21<br />

F14<br />

F16<br />

F12<br />

F13<br />

F7 F8<br />

F11<br />

F.. Sensoraansluitingen (zie volgende<br />

tabel)<br />

J3 Brug voor afsluitweerstand<br />

Modbus 2<br />

Afsluitweerstand actief.<br />

Afsluitweerstand niet<br />

actief.<br />

J4 Brug voor instelling Master/<br />

Slave Modbus 2<br />

Warmtepompregeling is<br />

Slave.<br />

Warmtepompregeling is<br />

Master.<br />

X2 Aansluiting voedingsspanning<br />

van basisprintplaat<br />

F4<br />

X31<br />

F27<br />

F6<br />

F0<br />

aVG<br />

X24<br />

1<br />

20<br />

193B<br />

193A<br />

193C<br />

X25 X15<br />

X3 Aansluiting verbindingskabel<br />

naar basisprintplaat<br />

X15 Interne aansluiting KM-bus<br />

X18 Aansluiting Modbus 1:<br />

<strong>Viessmann</strong> apparaten<br />

X20 Aansluiting bedieningseenheid<br />

X24 Steekplaats voor communicatiemodule<br />

LON<br />

X25 / :<br />

Aansluitingen interne sensoren<br />

en componenten<br />

:<br />

Aansluitingen verbindingskabel<br />

(laagspanning) naar schakeldoos<br />

van de warmtepomp<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Regelaar- en sensorprintplaat (vervolg)<br />

X31 Steekplaats voor codeerstekker<br />

aVG KM-bus<br />

a:DA Aansluiting PWM-signaal primaire<br />

pomp<br />

a:DB Aansluiting PWM-signaal<br />

secundaire pomp<br />

a:DC Aansluiting PWM-signaal boilerlaadpomp<br />

sVA Aansluiting Modbus 2<br />

Stekker F0 tot F27<br />

Stekkers Sensor Type<br />

F0.1/F0.2 Buitentemperatuursensor NTC 10 kΩ<br />

F0.2/F0.3 Draadloze tijdmodule (accessoires) DCF<br />

F4 Buffertemperatuursensor boven NTC 10 kΩ<br />

F6<br />

(X25.5/<br />

X25.6)<br />

Boilertemperatuursensor boven NTC 10 kΩ<br />

F7<br />

(X25.7/<br />

X25.8)<br />

Boilertemperatuursensor onder NTC 10 kΩ<br />

F8<br />

(X25.9/<br />

X25.10)<br />

Aanvoertemperatuursensor secundair circuit, bij tweetraps<br />

warmtepomp voor warmtepomp 1. trap<br />

F11 Dauwpuntsensor 24 V–<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Opmerking<br />

Wanneer volgende dauwpuntsensoren bij koeling worden<br />

gebruikt, brug plaatsen, zoniet dan treedt de warmtepomp<br />

niet in werking (melding ”CA veiligheidsinrichting<br />

primair”).<br />

/ : Dauwpuntsensor 230 V~ (aansluiting op X3.8/<br />

X3.9)<br />

: Dauwpuntsensor 24 V– (aansluiting op NC- of<br />

AC-box, bij Vitocal 333-G, type BWT NC aansluiting<br />

op NC-printplaat)<br />

Pt500A<br />

(PTC)<br />

F12 Aanvoertemperatuursensor CV-circuit met mengklep<br />

M2/VC2<br />

NTC 10 kΩ<br />

F13 Aanvoertemperatuursensor installatie, met dompelhuls,<br />

achter warmwaterbuffer<br />

NTC 10 kΩ<br />

F14 Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (verwarmingscircuit<br />

zonder mengklep A1/VC1 of apart koelcircuit SKK)<br />

NTC 10 kΩ<br />

F16 Ruimtetemperatuursensor voor afzonderlijk koelcircuit NTC 10 kΩ<br />

F20 Keteltemperatuursensor externe verwarmingstoestel NTC 10 kΩ<br />

―<br />

287


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

Regelaar- en sensorprintplaat (vervolg)<br />

Stekkers Sensor Type<br />

F21 Collectortemperatuursensor (alleen met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie)<br />

NTC 20 kΩ<br />

F23 Retourtemperatuursensor zonnecircuit (met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie)<br />

(Aansluiting installateur)<br />

NTC 10 kΩ<br />

F26 Buffertemperatuursensor koelen NTC 10 kΩ<br />

F27 Aanvoertemperatuursensor secundair circuit voor warm- Pt 500A<br />

(X25.19/<br />

X25.20)<br />

tepomp 2. trap<br />

(PTC)<br />

Stekker X25 (fabrieksmatig aangesloten)<br />

Stekkers Sensor Type<br />

(X25.1/ : Aanvoertemperatuursensor primair circuit<br />

Pt 500A<br />

X25.2) : Temperatuursensor luchtinlaat<br />

(PTC)<br />

(X25.3/ : Retourtemperatuursensor primair circuit<br />

Pt 500A<br />

X25.4) : Temperatuursensor luchtuitlaat<br />

(PTC)<br />

(X25.11/ Retourtemperatuursensor secundair circuit, bij tweetraps Pt 500A<br />

X25.12) warmtepomp voor warmtepomp 1. trap<br />

(PTC)<br />

(X25.13/ ■ Retourtemperatuursensor secundair circuit voor Pt 500A<br />

X25.14) warmtepomp 2. trap (indien aanwezig)<br />

of<br />

■ Retourtemperatuursensor zonnecircuit (met geïntegreerde<br />

zonneregelingsfunctie)<br />

(PTC)<br />

Curven van de temperatuursensoren,<br />

zie pagina 298.<br />

NC-printplaat Vitocal 333-G NC<br />

Toepassing zie hoofdstuk ”Overzicht<br />

van de printplaten”.<br />

288<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

NC-printplaat Vitocal 333-G NC (vervolg)<br />

Stekker/<br />

klem<br />

X3.3<br />

X3.4<br />

X4.1<br />

X4.2<br />

97D 97C<br />

Functie Omschrijving<br />

Vorstbeveiligingsthermostaat<br />

primair circuit<br />

Dauwpuntsensor secundair<br />

circuit<br />

lJC 3-weg-omschakelklep<br />

”verwarmen/koelen/<br />

primair circuit”<br />

lJD 3-weg-omschakelklep<br />

”verwarmen/koelen<br />

secundair circuit”<br />

EEV-printplaat [1]<br />

Toepassing zie hoofdstuk ”Overzicht<br />

van de printplaten”.<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

X3<br />

4 3 2 1<br />

X4<br />

4 3 2 1<br />

Fabrieksaansluiting.<br />

Aansluitwaarden<br />

■ vermogen: 230 W<br />

■ Spanning: 230 V~<br />

■ max. schakelstroom: 1 A<br />

Aansluiting door installateur te verzorgen<br />

Aansluitwaarden<br />

■ Spanning: 24 V–<br />

■ max. schakelstroom: 10 mA<br />

Fabrieksaansluiting.<br />

Fabrieksaansluiting.<br />

289


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

EEV-printplaat [1] (vervolg)<br />

24 V~<br />

290<br />

A B<br />

C D E F G<br />

L ? N L ? N L ? N L ? N<br />

230 V~<br />

L N L N<br />

S R P O N M L K H<br />

A Compressorrelais<br />

B Netspanning<br />

C EVI-relais<br />

D ontdooien<br />

E Modulatie compressor<br />

F Vrijgave compressoraansturing<br />

G Aansturing ontdooiing<br />

H KM-bus<br />

K Adresjumper meertraps warmtepomp<br />

■ Warmtepomp 1e trap (type BW):<br />

zonder brug<br />

■ Warmtepomp 2e trap (type BWS):<br />

met brug<br />

L Temperatuursensor vloeibaar gas<br />

(Pt500A)<br />

M Temperatuursensor persgas<br />

(Pt500A)<br />

N Hogedruksensor<br />

O Temperatuursensor zuiggas<br />

(Pt500A)<br />

P Lagedruksensor<br />

R Stappenmotor EEV (zie ook de volgende<br />

afbeelding)<br />

S Spanningsvoeding<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

EEV-printplaat [1] (vervolg)<br />

Stappenmotor EEV<br />

T U<br />

T Stappenmotor EEV, aansluiting<br />

kleptype EX4/EX5<br />

EEV-printplaat [2]<br />

Toepassing zie hoofdstuk ”Overzicht<br />

van de printplaten”.<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

U Stappenmotor EEV, aansluiting<br />

kleptype EXM/EXL<br />

291


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

EEV-printplaat [2] (vervolg)<br />

A<br />

B<br />

C<br />

D<br />

E<br />

F<br />

G<br />

H<br />

K<br />

L<br />

292<br />

1<br />

2<br />

3<br />

1<br />

2<br />

3<br />

M<br />

N<br />

N L<br />

40<br />

4 3 21 6 5 4 321 6 5 432 1 6 54 3 2 1 6 54 3 2 1<br />

2 1<br />

A Aanvoertemperatuursensor primair<br />

circuit (lucht- of brinetoevoer<br />

warmtepomp), (Pt500A)<br />

B Retourtemperatuursensor primair<br />

circuit (lucht- of brineafvoer warmtepomp),<br />

(Pt500A)<br />

C Temperatuursensor verdamper<br />

(Pt500A)<br />

1 2 3<br />

1 2 3456<br />

1 2 3<br />

1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8<br />

180 30 39<br />

57 156<br />

88<br />

Q<br />

1<br />

2<br />

3<br />

L N N L N L N L<br />

L N<br />

L N<br />

T<br />

R<br />

P<br />

S<br />

D Temperatuursensor persgas<br />

(Pt500A)<br />

E Hogedruksensor<br />

F Temperatuursensor zuiggas,<br />

(Pt500A)<br />

G Lagedruksensor<br />

H Temperatuursensor vloeibaar gas<br />

1 (vóór EEV), (Pt500A)<br />

M ~<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

EEV-printplaat [2] (vervolg)<br />

K Temperatuursensor vloeibaar gas<br />

2 (na EEV), (Pt500A)<br />

L Retourtemperatuursensor secundair<br />

circuit, (Pt500A)<br />

M Aansturing ventilator 0-10 V<br />

N Steekplaats voor brug Master/<br />

Slave<br />

Brug er niet op gestoken: koelcircuit<br />

in warmtepomp 1e trap<br />

(Master)<br />

Brug erop gestoken: koelcircuit in<br />

warmtepomp 2e trap (Slave)<br />

P Aansturing compressor<br />

Q Niets aansluiten.<br />

R Modbus: Verbindingskabel naar<br />

regelaar- en sensorprintplaat, aansluiting<br />

X18<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

S Stappenmotor EEV (4- of 6-polig)<br />

T Aansluiting verbindingskabel naar<br />

inverter<br />

dÖ Magneetklep<br />

dK Niet aangesloten.<br />

dL Aansturing vierweg-omschakelklep<br />

fÖ Interne netaansluiting (door installateur<br />

aangesloten)<br />

gJ Vraagsignaal omkering koelcircuit<br />

kK Vrijgave compressor<br />

aBH Interne voeding<br />

a;Ö Aansturing magneetklep stoominjectie<br />

(EVI)<br />

293


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

EEV-printplaat [2] (vervolg)<br />

Inverter<br />

A Aansluiting spoel<br />

B Aansluitklemmen voeding<br />

C Aansluitklemmen verbindingskabel<br />

naar condensor<br />

D Aansluitklemmen<br />

1-3 Verbindingskabel naar EEVprintplaat<br />

[2]<br />

4-10 Bruggen, er fabrieksmatig op<br />

gestoken, niet veranderen.<br />

E Ventilatie<br />

294<br />

A<br />

B C<br />

G<br />

D E<br />

F<br />

F Koellichaam<br />

G LED-statusindicaties:<br />

”POWER” Voedingsspanning<br />

inverter staat erop.<br />

”FAULT” Storing inverter, compressor<br />

uit.<br />

”DATA” Knippert, wanneer<br />

gegevens van EEVprintplaat<br />

worden ontvangen.<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

AVI-printplaat<br />

Interface binneneenheid – buiteneenheid<br />

LED1 ODU-AVI COMM:<br />

Communicatie actief: AVI-printplaat<br />

(P202 of P203) met koelcircuitregeling<br />

buiteneenheid<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

LED2 IDU-AVI COMM:<br />

Communicatie actief: AVI-printplaat<br />

(P501) met regelaar- en<br />

sensorprintplaat (KM-BUS)<br />

Aansluitingen<br />

Stekkers Componenten<br />

F101 Zekering T 1,0 AL<br />

P102 Netaansluiting 230 V~ (fabrieksmatige aansluiting)<br />

Opmerking<br />

Volgorde van de contacten PE (”Earth”), N, L in acht nemen.<br />

P202 Bus-verbinding (12 V–) naar buiteneenheid:<br />

■ Vitocal 200-S, type AWB/AWB-AC 201.B10/B13<br />

■ Vitocal 222-S, type AWT-AC 221.A10/A13<br />

■ Vitocal 242-S, type AWT-AC 241.A10/A13<br />

Opmerking<br />

■ Er mag slechts een bus-verbinding worden aangesloten.<br />

■ De aders mogen niet verwisseld worden.<br />

295


Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

AVI-printplaat (vervolg)<br />

Stekkers Componenten<br />

P203 Bus-verbinding (43 V–) naar buiteneenheid:<br />

■ Vitocal 200-S, type AWB/AWB-AC 201.B04/B07<br />

■ Vitocal 222-S, type AWT-AC 221.A04/A07<br />

■ Vitocal 242-S, type AWT-AC 241.A04/A07<br />

296<br />

Opmerking<br />

■ Er mag slechts een bus-verbinding worden aangesloten.<br />

■ De aders mogen niet verwisseld worden.<br />

P301 Druksensor propaan (PS)<br />

P302 Temperatuursensor propaan (IRT)<br />

P303 Aanvoertemperatuursensor secundair circuit (LWT, inbouw voor<br />

verwarmingswater-doorstroomtoestel)<br />

P501 KM-BUS (verbinding naar regelaar- en sensorprintplaat)<br />

Verbinding tussen binneneenheid en buiteneenheid<br />

■ Vitocal 200-S<br />

AWB/AWB-AC 201.B04<br />

■ Vitocal 222-S<br />

AWT-AC 221.A04<br />

■ Vitocal 242-S<br />

AWT-AC 241.A04<br />

C N L ?<br />

A<br />

B<br />

12V COM COM 43V<br />

C<br />

■ Vitocal 200-S<br />

AWB/AWB-AC<br />

201.B07<br />

■ Vitocal 222-S<br />

AWT-AC 221.A07<br />

■ Vitocal 242-S<br />

AWT-AC 241.A07<br />

C<br />

COMNi<br />

? Li ? N0 L0<br />

A<br />

B<br />

12V COM COM 43V<br />

■ Vitocal 200-S<br />

AWB/AWB-AC 201.B10/<br />

B13<br />

■ Vitocal 222-S<br />

AWT-AC 221.A10/A13<br />

■ Vitocal 242-S<br />

AWT-AC 241.A10/A13<br />

C2 C1<br />

N L ? ? N L<br />

A<br />

B<br />

12V COM COM 43V<br />

C<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

AVI-printplaat (vervolg)<br />

A Aansluitruimte buiteneenheid<br />

B Verbindingskabel binnen-/buiteneenheid<br />

Geadviseerde kabel: 3 x 1,5 mm 2<br />

De aders zijn niet verwisselbaar.<br />

C AVI-printplaat in de binneneenheid<br />

Printplaten en aansluitmogelijkheden<br />

297


Sensoren<br />

<strong>Viessmann</strong> NTC 10 kΩ (blauwe markering)<br />

Buitentemperatuursensor<br />

Weerstand in kΩ<br />

Temperatuursensoren<br />

200<br />

100<br />

80<br />

60<br />

40<br />

298<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

-20 -10 0 10 20 30<br />

Temperatuur in °C<br />

Overige sensoren<br />

Weerstand in kΩ<br />

20<br />

10<br />

8<br />

6<br />

4<br />

<strong>Viessmann</strong> NTC 20 kΩ (oranje markering)<br />

Weerstand in kΩ<br />

40<br />

20<br />

10<br />

1<br />

0,1<br />

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200<br />

Temperatuur in °C<br />

2<br />

1<br />

0,8<br />

0,6<br />

0,4<br />

10 30 50 70 90 110<br />

Temperatuur in °C<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

<strong>Viessmann</strong> Pt 500A (groene markering)<br />

Weerstand in<br />

860<br />

780<br />

700<br />

620<br />

540<br />

460<br />

-20 20 60 100 140 180<br />

Temperatuur in °C<br />

Temperatuursensoren in buiteneenheid (zonder markering)<br />

Type NTC 10 kΩ<br />

Weerstand in kΩ<br />

Temperatuursensoren (vervolg)<br />

1000<br />

100<br />

10<br />

1<br />

0,1<br />

-30 -20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

Temperatuur in °C<br />

Sensoren<br />

299


Sensoren<br />

Type NTC 50 kΩ<br />

Weerstand in kΩ<br />

300<br />

1000<br />

100<br />

10<br />

1<br />

0,1<br />

-30 -20 -10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

Temperatuur in °C<br />

Druksensoren<br />

Er worden druksensoren met schroefaansluiting<br />

of voor het insolderen<br />

gebruikt.<br />

Sensor Koelmiddel<br />

R407C/R134a R410A<br />

Lagedruksensor tot 7 bar tot 18 bar<br />

Hogedruksensor tot 30 bar tot 50 bar<br />

Karakteristieken<br />

Uitgangsstroom<br />

in mA<br />

Temperatuursensoren in buiteneenheid (zonder… (vervolg)<br />

20<br />

16<br />

12<br />

8<br />

4<br />

V W X Y<br />

0<br />

-5 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50<br />

Druk in bar<br />

V tot 7 bar<br />

W tot 18 bar<br />

X tot 30 bar<br />

Y tot 50 bar<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Conformiteitsverklaring<br />

Montage- en service<strong>handleiding</strong><br />

van de betreffende warmtepomp.<br />

Verklaringen<br />

301


Index<br />

Index<br />

A<br />

Aanpassing regelspanning...............236<br />

Aansluitingen tapwaterverwarming..262<br />

Aansluitkabel EEV...........................138<br />

Aansluitklemmen inverter.................294<br />

Aanvoertemperatuur<br />

■ afzonderlijk koelcircuit..................120<br />

■ installatie.......................................116<br />

■ koeling..........................................121<br />

■ primair circuit........................114, 132<br />

■ secundair circuit....114, 131, 149, 157<br />

Aanvoertemperatuursensor<br />

■ installatie.......................................187<br />

■ primair circuit................................292<br />

Aardcollector......................................14<br />

Aardleiding.......................................250<br />

Aardsonde..........................................14<br />

Absorberpomp.........................116, 189<br />

Absorbertemperatuur.......................115<br />

Accepteren van meldingen................55<br />

active cooling.......................38, 39, 225<br />

active cooling vrijgeven....................229<br />

Afstandsbediening...................222, 228<br />

Afvoerluchttemperatuur.............................45,<br />

124, 232, 233<br />

Afvoerluchttemperatuursensor.........128<br />

Afzonderlijk koelcircuit...............37, 225<br />

Antivriesgrens ventilatie...................234<br />

Apart koelcircuit<br />

■ gewenste kamertemperatuur........226<br />

■ rangering kamertemperatuursensor.................................................227<br />

Automatische tijdomschakeling........242<br />

B<br />

Basisinstelling..................................173<br />

Basisprintplaat.................................250<br />

Basiswerking......................................43<br />

Bediening (parametergroep)............248<br />

Bediening blokkeren........................248<br />

Bedieningseenheid....................13, 104<br />

Bedieningsinstructies.........................13<br />

Bedrijfsgegevens opvragen.............105<br />

302<br />

Bedrijfstoestanden opvragen...........105<br />

Beschermingsfunctie........................148<br />

Bevriezingsgevaar condensor..........156<br />

Bivalente werking...............................21<br />

Bivalentietemperatuur ijsbuffer........190<br />

Blokkeren bediening........................248<br />

Blokkering bypassklep.....................235<br />

Blokkering energiebedrijf...................21<br />

Boilerlaadpomp................................205<br />

Boilertemperatuur boven..................119<br />

Boilertemperatuur onder..................119<br />

Boilertemperatuursensor....................28<br />

Bouwwarmte....................................212<br />

Bron ruimtetemperatuur werkelijke<br />

waarde.............................................235<br />

Buffer (parametergroep)..................219<br />

Buffertemperatuur............................119<br />

Buiteneenheid..................................147<br />

Buitenluchttemperatuur......45, 232, 233<br />

Buitenluchttemperatuursensor. 128, 129<br />

Buitenlufttemperatuur...............123, 124<br />

Buitentemperatuur verzenden..........245<br />

Bus-verbinding.................................296<br />

Bypass...............................44, 126, 235<br />

C<br />

Calorimeter......................................189<br />

Cascade...................................178, 179<br />

■ aantal volgende warmtepompen..187<br />

■ via LON...................................17, 243<br />

CO2-sensor......................................231<br />

Codeerniveau 1..........................12, 172<br />

Codeerstekker....................................11<br />

Codeerstekker, steekplaats.............287<br />

Codering buiteneenheid...................154<br />

Collectorcircuitpomp........................116<br />

Collectortemperatuur.......................115<br />

Collectortemperatuursensor...............28<br />

Combiboiler......................................204<br />

Communicatie (parametergroep).....243<br />

communicatiemodule LON.................17<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Index (vervolg)<br />

Communicatiemodule LON..............166<br />

■ steekplaats...................................286<br />

■ vrijgave.........................................243<br />

Communicatiepoort..........................185<br />

Communicatiestoring.......................154<br />

Communicatie via LON<br />

■ deelnemersnummer......................243<br />

■ foutmanager.................................244<br />

■ installatienummer.........................244<br />

■ ontvangstinterval voor gegevens..244<br />

Compressor<br />

■ Parametergroep............................191<br />

■ vermogen......................................192<br />

■ vrijgave.........................................191<br />

Compressor 2<br />

■ Parametergroep............................194<br />

■ vermogen......................................194<br />

■ vrijgave.........................................194<br />

Compressordraaipad...............133, 158<br />

Compressordraaiveld.......................132<br />

Compressordraaiveld wissen...........133<br />

Compressorfrequentie.............148, 149<br />

Compressorkoptemperatuur....148, 149<br />

Compressorlooppad wissen.............134<br />

Compressor-looptijd.........................133<br />

Compressorstroom..........................155<br />

Compressorvermogen.....................131<br />

Concentratie kooldioxide....................48<br />

Condensatiedruk..............131, 137, 142<br />

Condensatietemperatuur condensor149<br />

Condensortemperatuur....131, 132, 134<br />

Configuratiefout koelcircuit...............137<br />

Cursor-toets.......................................13<br />

Curve<br />

■ NTC-temperatuursensoren...299, 300<br />

■ temperatuursensor type NTC 10<br />

kΩ.................................................298<br />

■ temperatuursensor type NTC 20<br />

kΩ.................................................298<br />

■ temperatuursensor type Pt 500A..299<br />

Index<br />

CV-circuit<br />

■ maximale aanvoertemperatuur.....224<br />

■ stookgrens......................................34<br />

■ stooklijn.................................222, 223<br />

CV-circuit/koelcircuit........................225<br />

■ afstandsbediening................222, 228<br />

■ gereduceerde kamertemperatuur. 221<br />

■ kamertemperatuurafhankelijke regeling..................................................36<br />

■ kamertemperatuurinvloed...............36<br />

■ normale kamertemperatuur..........221<br />

■ weersafhankelijke regeling.............36<br />

■ werkingsstatus................................35<br />

CV-circuits/koelcircuit<br />

■ functiebeschrijving..........................31<br />

CV-circuits/koelcircuit (parametergroep)...............................................221<br />

CV-circuit voor blokkering bypassklep..................................................235<br />

CV-waterbuffer.................................219<br />

■ gewenste temperatuur..................219<br />

■ inschakelhysterese.......................219<br />

■ maximale temperatuur..................220<br />

■ temperatuurgrens Constante........220<br />

■ vorstbescherming...........................31<br />

■ vrijgave.........................................219<br />

■ werkingsstatus Constante............219<br />

CV-water-doorstroomtoestel<br />

■ bivalentietemperatuur...................211<br />

■ Functiebeschrijving.........................23<br />

■ maximale vermogenstrap.............210<br />

■ maximale vermogenstrap bij ext. blokkering............................................210<br />

■ vrijgave.........................................209<br />

303


Index<br />

Index (vervolg)<br />

D<br />

DC-inverterspanning........................151<br />

Debiet<br />

■ afvoerlucht....................................121<br />

■ basiswerking...................................43<br />

■ gereduceerde ventilatie..................43<br />

■ intensieve ventilatie........................43<br />

■ nominale ventilatie..........................43<br />

■ spaarwerking..................................43<br />

■ toevoerlucht..................................121<br />

■ uitschakelwerking...........................43<br />

■ uittreelucht....................................121<br />

■ vakantieprogramma........................43<br />

Debietaanpassing............................234<br />

Debiet uittreelucht............................124<br />

Deelnemerscontrole.........................164<br />

Deelnemersnummer........................243<br />

Defect absorberpomp......................189<br />

Diagnose<br />

■ buiteneenheid...............................147<br />

■ compressordraaipad.............133, 158<br />

■ compressordraaiveld....................132<br />

■ installatieoverzicht........................112<br />

■ koelcircuitregelaar........130,<br />

132, 133, 134, 138, 158<br />

■ korte opvraging.............................159<br />

■ meldingsoverzicht koelcircuit134, 138<br />

■ softwareversie opvragen..............160<br />

■ ventilatie...............................122, 125<br />

Drempel voor melding......................152<br />

Drukverschil toevoerlucht-/afvoerluchtzijde....................................................44<br />

Duur externe omschakeling.............182<br />

Duur intensief ventileren..................235<br />

Duur intensieve werking ....................43<br />

E<br />

EEV-printplaat..................289, 291, 294<br />

Effect extern blokkeren............184, 185<br />

304<br />

Eigen energieverbruik........................49<br />

■ CV-waterbuffer.............................240<br />

■ gewenste WW-temperatuur 2.......238<br />

■ kamerverwarming...................49, 240<br />

■ tapwateropwarming................49, 239<br />

■ verhoging gewenste kamertemperatuur...............................................241<br />

■ verhoging gewenste temperatuur CVwaterbuffer....................................241<br />

■ verhoging gewenste temperatuur tapwaterverwarming..........................241<br />

■ verwarming op gewenste warmwatertemperatuur<br />

2.................................52<br />

■ verwarming van CV-waterbuffer.....49<br />

■ vrijgave.........................................238<br />

Einde ontdooien...............................191<br />

Elektrische aansluitingen, aanwijzingen...................................................250<br />

Elektrische verwarming (parametergroep)...............................................209<br />

Elektrisch voorverwarmregister..........46<br />

Elektro-verwarmingselement, vrijgave.................................................203<br />

Energiebalans..........................136, 140<br />

Energiebalans verwarmen...............159<br />

Energiebedrijf.....................................21<br />

Estrikdroogfunctie............................212<br />

Estrikprogramma..............................212<br />

Extern blokkeren......................184, 185<br />

Externe aanvraag.............................183<br />

■ CV-circuits......................................19<br />

■ warmtepomp...................................19<br />

Externe verwarmingstoestel.........21, 37<br />

■ bivalentietemperatuur...................196<br />

■ Parametergroep............................195<br />

■ tapwateropwarming......................196<br />

■ voorrang.......................................195<br />

■ voor stookwerking...........................22<br />

■ voor tapwaterverwarming.........22, 23<br />

■ vrijgave.........................................195<br />

Externe vraag<br />

■ gewenste aanvoertemperatuur.....215<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Index (vervolg)<br />

Extra verwarmingen...........................21<br />

extra verwarmingen voor ruimteverwarming...................................................37<br />

F<br />

Filter controleren..............................126<br />

Fotovoltaïsche techniek.............49, 238<br />

Fotovoltaïsch systeem.......................49<br />

Fout compressoraansturing.............151<br />

Foutenhistorie....................................55<br />

Foutenlijst...........................................56<br />

Foutenlijst buiteneenheden..............151<br />

Foutieve circulatie zonnecircuit..........28<br />

Foutmanager....................................244<br />

Functieomvang..................................11<br />

G<br />

Gebruik warmtepomp in cascade....179<br />

Gemeenschappelijke aanvoertemperatuursensor........................................187<br />

Gereduceerde kamertemperatuur....221<br />

Gereduceerde ventilatie...................232<br />

Gewenst debiet gereduceerde ventilatie.....................................................232<br />

Gewenst debiet intensief ventileren. 233<br />

Gewenst debiet nominale ventilatie. 233<br />

Gewenste aanvoertemperatuur119, 120<br />

■ externe vraag................................215<br />

■ koeling..........................................121<br />

■ secundaire circuit..........................121<br />

Gewenste kamertemperatuur...................119,<br />

120, 221, 224, 226<br />

Gewenste retourtemperatuur...........224<br />

Gewenste temperatuur<br />

■ CV-waterbuffer.....................116, 119<br />

■ warmwaterboiler...................116, 119<br />

Gewenste temperatuur, afgewerkte<br />

lucht.................................................232<br />

Gewenste temperatuur afgewerkte<br />

lucht.................................................232<br />

Gewenste temperatuur warm water.202<br />

Gewenste verdampingstemperatuur132<br />

Index<br />

Gewenste waarde installatietoevoertemperatuur......................................116<br />

Gewenste waarde temperatuur<br />

■ koelwaterbuffer.............................121<br />

H<br />

Helptekst............................................13<br />

Hogedrukschakelaar................150, 153<br />

Hogedruksensor...............................292<br />

Hoogdruksensor.......................136, 140<br />

I<br />

IJsbuffer.............................14, 188, 189<br />

■ elektrische apparaten.....................15<br />

■ zomerwerking.........................15, 189<br />

Inschakelhysterese solarabsorber...188<br />

Inschakeloptimalisering....................201<br />

Installatiecomponent bij externe<br />

omschakeling...................................180<br />

Installatiedefinitie (parametergroep) 175<br />

Installatienummer.............................244<br />

Installatieschema.............................175<br />

Installatietoevoertemperatuur..........119<br />

Instelbereik.......................................173<br />

Instelniveau<br />

■ Installatiegebruiker.........................12<br />

■ Vakman..........................................12<br />

Intensieve werking...................233, 235<br />

Interne hydraulica<br />

■ estrikprogramma...........................212<br />

■ Parametergroep............................212<br />

Inverter.............................................294<br />

Invloed kamertemperatuur<br />

■ kamerverwarming.........................223<br />

J<br />

Jaararbeidsfactor<br />

■ verwarmen....................................159<br />

■ warm water...................................159<br />

305


Index<br />

Index (vervolg)<br />

K<br />

Kamertemperatuur...........119, 120, 235<br />

■ bij partywerking.............................224<br />

■ gereduceerde...............................221<br />

■ normale.........................................221<br />

Kamertemperatuurbijschakeling......223<br />

Kamertemperatuurinvloed<br />

■ koelen...........................................226<br />

Kamertemperatuursensor........222, 228<br />

■ apart koelcircuit............................227<br />

Kamerverwarming<br />

■ bij eigen energieverbruik................50<br />

■ via ventilator...................................38<br />

Kaskadenansteuerung.....................178<br />

Koelcircuit<br />

■ kiezen...........................................225<br />

■ koelgrens........................................34<br />

■ koellijn...........................................228<br />

Koelcircuit buiteneenheid.................150<br />

Koelcircuitregelaar.....................11, 130<br />

Koelfuncties...............................38, 225<br />

Koelgrens.........................................178<br />

Koeling<br />

■ grond/water-warmtepomp.........38, 39<br />

■ koelcircuit kiezen..........................225<br />

■ lucht/water-warmtepomp..........38, 39<br />

■ Parametergroep............................225<br />

Koellichaam inverter........................294<br />

Koellichaamtemperatuur DC-inverter.....................................148,<br />

149, 151<br />

Koelmiddelinlaattemperatuur verdamper....................................................149<br />

Koelwaterbuffer................................188<br />

■ vrijgave.........................................229<br />

Kooldioxideconcentratie.............48, 128<br />

kooldioxide-concentratie..................124<br />

Kooldioxide-concentratie..................234<br />

306<br />

Korte opvragingen............................159<br />

Kroonsteentjes<br />

■ Vitocal 200-A................................277<br />

■ Vitocal 200-G................................272<br />

■ Vitocal 200-S................................280<br />

■ Vitocal 222-G/242-G.....................275<br />

■ Vitocal 222-S/242-S......................283<br />

L<br />

Laag tarief..........................................21<br />

Lagedrukschakelaar.........................150<br />

Lagedruksensor...............136, 141, 292<br />

Lagedrukstoring...............................137<br />

Langdurig gemiddelde van de buitentemperatuur......................................114<br />

LON<br />

■ adressering...........................243, 244<br />

■ anlagennummer............................244<br />

■ buitentemperatuur verzenden.......245<br />

■ deelnemerscontrole......................164<br />

■ deelnemersnummer......................243<br />

■ ontvangstinterval voor gegevens..244<br />

■ tijd verzenden...............................246<br />

LON-cascade.............................17, 243<br />

LON-handboek.................................166<br />

LON-module...............................17, 243<br />

Looptijd............................................133<br />

Luchtdebiet<br />

■ afstelling van drukverschillen..........44<br />

■ basiswerking...................................43<br />

■ gereduceerde ventilatie..................43<br />

■ intensieve ventilatie........................43<br />

■ nominale ventilatie..........................43<br />

■ spaarwerking..................................43<br />

■ uitschakelwerking...........................43<br />

■ vakantieprogramma........................43<br />

Luchtinlaattemperatuur verdamper . 149<br />

Luchttoevoerdebiet..........................124<br />

Luchttoevoerventilator......................123<br />

Luchtvochtigheid........48, 124, 128, 234<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Index (vervolg)<br />

M<br />

Markering van de warmtepompsoorten......................................................11<br />

Maximale aanvoertemperatuur CV-circuit...................................................224<br />

Maximale collectortemperatuur........206<br />

Maximale condensatietemperatuur..156<br />

Maximale werkingsdruk verdamper....................................132,<br />

137, 144<br />

Meldaansluitingen...........267,<br />

272, 275, 277, 280, 283<br />

Meldingen<br />

■ bevestigen......................................55<br />

■ buiteneenheid.......................151, 152<br />

■ meldingsoverzicht oproepen...........55<br />

■ opmerking.......................................55<br />

■ opvragen.........................................55<br />

■ overzicht.........................................56<br />

■ storing.............................................55<br />

■ waarschuwing.................................55<br />

■ weer oproepen................................55<br />

Meldingenlijst.....................................55<br />

Meldingsoverzicht..............................55<br />

■ koelcircuit..............................134, 138<br />

■ ventilatie.......................................126<br />

Meldingsstatus.................................152<br />

Min. toevoerluchttemperatuur voor<br />

bypass..............................................233<br />

Minimale aanvoertemperatuur voor koeling...................................................226<br />

Minimumtemperatuur solarabsorbeerder....................................................188<br />

Modbus..............................................42<br />

N<br />

natural cooling......................38, 39, 225<br />

Naverwarmregister.....................46, 123<br />

Naverwarmregister vrijgeven.....48, 230<br />

NC-printplaat....................................288<br />

Netspanning.....................................153<br />

Netvoeding buiteneenheid...............150<br />

Nominale ventilatie...........................233<br />

Normale kamertemperatuur.............221<br />

Index<br />

NTC-curve................................299, 300<br />

Nulleider...........................................250<br />

O<br />

Omkering koelcircuit........................131<br />

Omschakeling werkingsmodus........182<br />

Omschakelklep<br />

■ verwarmen/tapwaterverwarming..215<br />

Onderdrukking van de naverwarming 28<br />

Ontvangstinterval voor gegevens....244<br />

Open/geslotenverdeler<br />

■ vrijgave.........................................219<br />

Openingsstand elektronische expansieklep..................................................131<br />

Open verdeler<br />

■ functiebeschrijving..........................29<br />

Opmerking.........................................55<br />

Opvragen van meldingen...................55<br />

Oververhitting compressoraandrijving..................................................148<br />

Oververhittingsregeling zuiggas.......131<br />

Oververhitting zuiggas.....................138<br />

Overzicht van de meldingen..............56<br />

Overzicht ventilatie...........................122<br />

P<br />

Parameter........................................175<br />

■ instellen........................................172<br />

■ terugplaatsen................................173<br />

Parametercode................................173<br />

307


Index<br />

Index (vervolg)<br />

Parametergroep...............................173<br />

■ bediening......................................248<br />

■ buffer............................................219<br />

■ communicatie...............................243<br />

■ Compressor..................................191<br />

■ Compressor 2...............................194<br />

■ CV-circuits/koelcircuit...................221<br />

■ elektrische verwarming.................209<br />

■ Externe verwarmingstoestel.........195<br />

■ fotovoltaïsche techniek.................238<br />

■ installatiedefinitie..........................175<br />

■ Interne hydraulica.........................212<br />

■ Koeling..........................................225<br />

■ solar..............................................206<br />

■ tijd.................................................242<br />

■ ventilatie.......................................230<br />

■ Warm water..................................198<br />

Parameter instellen..........................173<br />

partywerking.....................................224<br />

Passiefhuis.........................................47<br />

Passief koelen..................................233<br />

Passieve koeling........................44, 126<br />

Persgasoververhitting......................148<br />

Persgastemperatuur................131, 137<br />

Pompkick...........................................35<br />

Primaire bron.....................................14<br />

■ aardcollector.................................188<br />

■ aardsonde.....................................188<br />

■ ijsbuffer.........................................188<br />

■ koelwaterbuffer.............................188<br />

■ PWM-signaal................................217<br />

■ regelstrategie................................217<br />

■ solarabsorber................................188<br />

■ vermogen......................................193<br />

Printplaat<br />

■ basisprintplaat..............................250<br />

■ buiteneenheid...............................153<br />

■ EEV-printplaat......................289, 291<br />

■ kroonsteentjes272, 275, 277, 280, 283<br />

■ NC-printplaat................................288<br />

■ rangeerprintplaat..........................267<br />

■ regelaar- en sensorprintplaat........285<br />

■ uitbreidingsprintplaat....................255<br />

308<br />

Printplaten........................................249<br />

PWM-aansturing<br />

■ boilerlaadpomp.............................205<br />

■ secundaire pomp..........................216<br />

PWM-signaal primaire bron.............217<br />

R<br />

Rangeerprintplaat............................267<br />

Recirculatie zonnecircuit....................28<br />

Regelaar- en sensorprintplaat..........285<br />

Regelhogedruk.................................204<br />

Regelingsinstellingen...............172, 175<br />

Regelspanning aanpassen..............236<br />

Regelspanning ventilator.................126<br />

Regelstrategie primaire bron............217<br />

Reset................................................173<br />

Retourtemperatuur primair circuit....114<br />

Retourtemperatuur primaire circuit..131<br />

Retourtemperatuur secundair circuit...................................115,<br />

131, 149<br />

Retourtemperatuursensor<br />

■ primair circuit................................292<br />

Retourtemperatuursensor secundair circuit...........................................140,<br />

293<br />

Retourtemperatuurverhoging.............21<br />

S<br />

Secundaire pomp aansturing...........216<br />

<strong>Service</strong> beëindigen..........................172<br />

<strong>Service</strong>menu....................................172<br />

<strong>Service</strong>niveau .................................172<br />

<strong>Service</strong>-pin.......................................166<br />

Softwareversie opvragen.................160<br />

Solar (parametergroep)....................206<br />

Solarabsorbeerder.............................14<br />

Solarabsorber..................................188<br />

Solarcircuit<br />

■ debiet....................................207, 208<br />

■ foute circulatie..............................207<br />

Solarregeling....................................206<br />

Solarregelingsfunctie (geïntegreerd)206<br />

Solarregelingsmodule........................28<br />

Spaarwerking.....................................43<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Index (vervolg)<br />

Standaard hogedruk................137, 142<br />

Statusindicaties inverter...................294<br />

Stookgrens.......................................177<br />

Storing................................................55<br />

Storing blindstroomcompensatie......154<br />

Storing communicatie......................154<br />

Storingen koelcircuit.........................152<br />

Storingen sensoren..........................152<br />

Storingen van de elektrische componenten....................................................152<br />

Storing motoraandrijving compressor....................................................153<br />

Storingscodes....................................56<br />

Storingscodes buiteneenheid...........151<br />

Storingsgeheugen..............................55<br />

Storingsindicaties opvragen...............55<br />

Storingsmeldingen.............................56<br />

Storingsmeldingen buiteneenheid....151<br />

Storingsmelding oproepen.................55<br />

Storing software-stuurtrap................153<br />

Storing ventilatormotor.....................155<br />

Stortbeveiliging compressor.............148<br />

Systeeminformatie.............................11<br />

T<br />

tapwaternaverwarming<br />

■ externe verwarmingstoestel..........203<br />

Tapwaternaverwarming.....................26<br />

■ elektro-verwarmingselement........203<br />

Tapwateropwarming..........................24<br />

■ 2e temperatuursensor..................202<br />

■ bij eigen energieverbruik..........50, 51<br />

■ bij regelhogedruk..........................204<br />

■ boilertemperatuursensor onder....202<br />

■ met combiboiler............................204<br />

■ met externe verwarmingstoestel...196<br />

■ voorrang.......................................204<br />

Index<br />

Tapwaterverwarming<br />

■ 2e gewenste temperatuur.............202<br />

■ in cascade......................................17<br />

■ inschakeloptimalisering................201<br />

■ met combiboiler............................204<br />

■ uitschakeloptimalisering...............202<br />

■ voorrang.......................................204<br />

tapwaterverwarming door zonne-energie......................................................28<br />

Tegenstroom-warmtewisselaar123, 232<br />

Temperaturen opvragen..................105<br />

Temperatuur afvoerlucht..................121<br />

Temperatuur compressorkop...........155<br />

Temperatuur koelwaterbuffer...........121<br />

Temperatuurregelaar voor zwembadtemperatuurregeling.........................178<br />

Temperatuursensor..................287, 288<br />

■ aandrijving inverter.......................146<br />

■ aanvoertemperatuur secundair circuit<br />

LWT..............................................158<br />

■ buiteneenheid...............................157<br />

■ compressorkop.............................152<br />

■ compressorkop CTT.....................158<br />

■ condensor.....................................150<br />

■ condensor ICT..............................158<br />

■ curve type NTC 10 kΩ..................298<br />

■ curve type NTC 20 kΩ..................298<br />

■ curve type Pt 500A.......................299<br />

■ koellichaam DC-inverter...............152<br />

■ koellichaam DC-inverter HST.......158<br />

■ koelmiddelingang verdamper.......152<br />

■ koelmiddelinlaat verdamper OCT. 158<br />

■ luchtinlaat verdamper...................152<br />

■ luchtinlaat verdamper OAT...........158<br />

■ NTC-curve............................299, 300<br />

■ persgas.........136, 140, 150, 157, 292<br />

■ verdamper....................140, 152, 292<br />

■ verdamper OMT...........................158<br />

■ vloeibaar gas................................292<br />

■ vloeibaar gas IRT.........................158<br />

■ zuiggas.........................136, 139, 292<br />

Temperatuur vloeibaar gas......131, 149<br />

Terugslagklep zonnecircuit................28<br />

309


Index<br />

Index (vervolg)<br />

Tijd<br />

■ parametergroep............................242<br />

■ Wintertijd.......................................242<br />

■ Zomertijd.......................................242<br />

Tijdinterval filtervervanging..............127<br />

Tijdomschakeling<br />

■ Zomertijd/wintertijd.......................242<br />

Tijd verzenden.................................246<br />

Tijd via LON verzenden...................246<br />

Toepassingsgrenzen compressor............................................132,<br />

133<br />

Toerentalregeling primaire bron.......217<br />

Toestand bij levering herstellen.......173<br />

Toetsen..............................................13<br />

Toevoerluchttemperatuur.................121<br />

Toevoerluchttemperatuursensor............................................128,<br />

129<br />

Toevoerluchttemperatuur voor<br />

bypass..............................................233<br />

Toevoerluchtverwarming..............38, 46<br />

Toolbinding......................................166<br />

Type warmtepompen.........................11<br />

U<br />

Uitaschakelduur ventilatoren............234<br />

Uitbreiding AM1.........................15, 180<br />

Uitbreiding EA 1...............................180<br />

Uitbreiding ijsbuffer............................15<br />

Uitbreidingsprintplaat.......................255<br />

Uitgebreid menu.................................13<br />

Uitschakelduur ventilatoren..............125<br />

Uitschakelgrens warmtepomp..........197<br />

Uitschakeloptimalisering..................202<br />

Uitschakelpunten compressor..........134<br />

Uittreeluchttemperatuur.....46, 121, 124<br />

Uittreeluchttemperatuursensor.128, 129<br />

Uittreelucht-ventilator.......................123<br />

V<br />

Vakantieprogramma ventilatie...........43<br />

Veiligheidsaansluitingen...........267,<br />

272, 275, 277, 280, 283<br />

310<br />

Veiligheidstemperatuurbegrenzer voorverwarmregister.......................125,<br />

129<br />

Ventilatie....................................42, 230<br />

■ antivriesgrens...............................234<br />

■ debietaanpassing.........................234<br />

■ diagnose.......................................122<br />

■ functieschema..............................122<br />

■ meldingsoverzicht.........................126<br />

■ parametergroep............................230<br />

Ventilatie-automaat............................43<br />

Ventilatie-CV-circuit...........................47<br />

Ventilatie inverter.............................294<br />

Ventilatietoestel................................230<br />

Ventilatietrappen................................43<br />

Ventilator............................................42<br />

Ventilatortoerental............................155<br />

Ventilatortrap....................................149<br />

Verbinding binnen-/buiteneenheid...296<br />

Verdampertemperatuur............115, 149<br />

Verdampertemperatuur voor einde ontdooien..............................................191<br />

Verdampingsdruk.............................137<br />

verdampingstemperatuur.........132, 134<br />

Verdampingstemperatuur................132<br />

Verdichter<br />

■ einde ontdooien............................191<br />

Verhoging gewenste temperatuur<br />

■ CV-waterbuffer.............................241<br />

■ kamerverwarming.........................241<br />

■ tapwaterverwarming.....................241<br />

Vermogen boilerlaadpomp...............119<br />

Vermogen circulatiepomp voor boilerverwarming......................................131<br />

Vermogen primaire bron..................193<br />

Vermogen primaire pomp........115, 132<br />

Vermogen secundaire pomp....115, 131<br />

Vermogen voorverwarmregister.......121<br />

Vermogen warmtepomp...........192, 194<br />

Verschildrukbewaker........................126<br />

Verwarmingscircuit/koelcircuit<br />

■ minimumdebiet...............................31<br />

Verwarmingswater-doorstroomtoestel.....................................................37<br />

5623 894 NL


5623 894 NL<br />

Index (vervolg)<br />

Verwarming van CV-waterbuffer bij<br />

eigen energieverbruik..................50, 52<br />

Vierweg-omschakelklep...................293<br />

Vitocom 100.....................................185<br />

Vitosolic..............................................28<br />

Vitosolic 100.....................................206<br />

Vitosolic 200...............................15, 206<br />

Vitotrol 200A............................222, 228<br />

Vitotrol 300B....................................222<br />

Vitovent 300-<br />

F.........42, 230, 231, 232, 233, 235, 236<br />

Vocht..................................48, 124, 128<br />

Vochtsensor.....................................231<br />

Volgende warmtepomp......................17<br />

Volg-warmtepomp............................243<br />

Voorverwarmregister..................46, 123<br />

■ vrijgave.........................................230<br />

Vorstbescherming............................185<br />

■ CV-waterbuffer...............................31<br />

■ met voorverwarmregister................46<br />

■ warmwaterboiler.............................27<br />

■ zonder voorverwarmregister...........45<br />

Vorstbeschermingsgrens...................34<br />

Vraag<br />

■ CV-verwarmingstoestel................116<br />

■ externe verwarmingstoestel..........118<br />

■ zwembadverwarming............116, 119<br />

Index<br />

Vrijgave<br />

■ actieve koeling..............................229<br />

■ CO2-sensor..................................231<br />

■ communicatiemodule LON...........243<br />

■ CV-waterbuffer voor eigen energieverbruik.........................................240<br />

■ CV-water-doorstroomtoestel.........203<br />

■ eigen energieverbruik...................238<br />

■ elektrisch verwarmingselement....203<br />

■ elektrisch voorverwarmregister.....230<br />

■ gewenste WW-temperatuur 2.......238<br />

■ hydraulisch naverwarmregister.....230<br />

■ kamerverwarming voor eigen energieverbruik.........................................240<br />

■ koelwaterbuffer.............................229<br />

■ stookwater-doorstroomtoestel......209<br />

■ tapwateropwarming voor eigen energieverbruik....................................239<br />

■ vochtsensor..................................231<br />

Vrijgave compressortrap<br />

■ voor kamerkoeling........................191<br />

■ voor kamerverwarming.................191<br />

■ voor solaire tapwateropwarming...191<br />

■ voor tapwateropwarming..............191<br />

■ voor zwembadverwarming............191<br />

Vrijgave hydraulisch...........................48<br />

W<br />

Waarschuwing...................................55<br />

Warmtepomp, vermogen.........192, 194<br />

Warmtepomp 2de trap.......................16<br />

Warmtepomp 2e trap, vrijgave.........194<br />

Warmtepompcascade................17, 178<br />

Warmtepompregeling in LON integreren......................................................18<br />

Warmwater<br />

■ 2e temperatuursensor..................202<br />

■ boilertemperatuursensor onder....202<br />

■ gewenste waarde.........................198<br />

311


Index<br />

Index (vervolg)<br />

Warm water<br />

■ 2e gewenste temperatuur.............202<br />

■ hysterese..............................199, 200<br />

■ inschakeloptimalisering................201<br />

■ max. temperatuur.........................199<br />

■ min. temperatuur..........................198<br />

■ Parametergroep............................198<br />

■ uitschakeloptimalisering...............202<br />

Warmwaterboiler<br />

■ max. temperatuur.........................199<br />

■ min. temperatuur..........................198<br />

■ vorstbescherming...........................27<br />

Warmwaterbuffer...............................29<br />

Werkingsstatus bij externe omschakeling...................................................182<br />

Werkingsstatus omschakelen..........180<br />

Werkingsstatus ventilatie...................43<br />

■ intensief..........................................43<br />

■ normaal...........................................43<br />

■ verlaagd..........................................43<br />

312<br />

Wintertijd..........................................242<br />

Woningventilatie.........................42, 230<br />

■ diagnose.......................................122<br />

Z<br />

Zomertijd..........................................242<br />

Zomerwerking ijsbuffer...............15, 189<br />

Zonnecircuitpomp..............................28<br />

■ inschakelhysterese.......................207<br />

■ uitschakelhysterese......................207<br />

Zonneregelingsfunctie........................28<br />

Zonneregelingsfunctie (geïntegreerd).....................................206,<br />

207<br />

Zuigdruk gas....................................132<br />

Zuiggasoververhitting.......................131<br />

Zuiggas-oververhitting.....137, 138, 144<br />

Zuiggastemperatuur.........................131<br />

Zwembadverwarming.................40, 178<br />

voorbehouden.<br />

wijzigingen<br />

<strong>Viessmann</strong> Nederland B.V.<br />

Postbus 322<br />

Technische<br />

2900 AH Capelle a/d IJssel<br />

Tel. : 010-458 44 44<br />

NL<br />

Fax : 010-458 70 72<br />

e-mail : info-nl@viessmann.com<br />

894<br />

www.viessmann.com 5623

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!