15.09.2013 Views

Begaafd doch beperkt - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

Begaafd doch beperkt - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

Begaafd doch beperkt - Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

het werk te maken heeft. Gedachten daaraan en gesprekken<br />

met de bedrijfsarts worden als hopeloos benauwend<br />

ervaren. Hoewel zij een reïntegratievoorstel van de<br />

bedrijfsarts niet kunnen weigeren (neigen te beamen),<br />

wordt een minimale terugkeer (met bijvoorbeeld 4 uur per<br />

week) als overdonderend ervaren. Soms zelfs zodanig dat<br />

dit geheel ten koste kan gaan van rust, slaap en dagelijkse<br />

zelfredzaamheid. Bij zulke (bijna-)decompensaties ontstaan<br />

er wel eens een of meerdere tics zoals dwangmatig hoesten,<br />

slikken, of juist niet-slikken (met een eetstoornis als<br />

gevolg).<br />

Een van de typerende kenmerken na overspannenheid<br />

is de extreme passiviteit. Zij kunnen bijvoorbeeld een dag<br />

lang op de bank zitten zonder zelfs op hun dorstsignalen<br />

te reageren. Deze passiviteit kan kortstondig veranderen<br />

in een lichte activering wanneer een externe prikkel zich<br />

aandient. Uit zichzelf zou deze verandering nauwelijks<br />

optreden.<br />

De moeilijk te overbruggen overgang van passief<br />

naar actief en de minimale reactie op interne lichamelijke<br />

behoeftesignalen kunnen wijzen op ASS. Normaliter hebben<br />

mensen met ASS geleerd hoe ze dergelijke overgangen<br />

kunnen overbruggen, maar dit mechanisme kan volledig<br />

ontregeld raken na zelfoverbelasting. Met ‘overgang’ wordt<br />

hier bedoeld concreet de overgang bij elke verandering<br />

zoals de overgang van thuis naar werk, van werken naar<br />

pauzeren, van doorwerken naar stoppen, van werk naar<br />

huis, etc. Men kan zich voorstellen hoe grote overgangen<br />

zoals een grootschalige reorganisatie uitermate overdonderend<br />

kunnen uitwerken bij mensen met ASS.<br />

Een problematische schakelvaardigheid kan zich ook<br />

op andere gebieden manifesteren. Zo bleek een patiënt<br />

met een subtiele vorm van ASS te zijn overgestapt naar<br />

tennissen nadat hij het bespelen van de piano al heel<br />

goed beheerste. Eenmaal goed genoeg om tennisleraar te<br />

kunnen zijn, stopte hij hiermee abrupt en stortte hij zich<br />

op computers en behaalde zijn HTS diploma. Kortom,<br />

zijn leven was een aaneenschakeling van gepreoccupeerd<br />

aanleren en vervolgens voorgoed loslaten van een bepaalde<br />

vaardigheid. Toen hem tijdens zijn burn-out gevraagd<br />

werd waarom hij geen piano ging spelen antwoordde hij:<br />

‘ik kan het toch al’. Het ging er niet om of tennissen of<br />

piano spelen leuk of ontspannend kon zijn maar het doel<br />

was louter ‘het beheersen van een vaardigheid’. Na zijn<br />

burn-out heeft hij zijn computerwerk overigens nooit<br />

meer opgepakt.<br />

Een ander aspect in het contact met mensen met ASS<br />

is hun ontoereikend emotionele inzicht. Voorbeeld: een<br />

patiënt met ASS beschrijft tijdens een behandelgesprek<br />

een problematische werksituatie waarin zijn collega boos<br />

<strong>Wetenschappelijk</strong> <strong>Tijdschrift</strong> <strong>Autisme</strong><br />

doet tegen hem. Vervolgens vraagt behandelaar door naar<br />

de achtergronden van die boosheid. Patiënt kan wellicht<br />

denken het te weten en een reden aangeven, zoals ‘collega<br />

werd boos omdat ik iets verkeerd deed’; terwijl dit helemaal niet<br />

het geval hoeft te zijn. Waarin hij echter tekortschiet, is het<br />

vermogen om te denken over andermans denken, gevoelens<br />

en drijfveren achter andermans handelen. Iemand met<br />

ASS zal niet (gauw) zeggen ‘mijn collega werd boos omdat hij<br />

misschien dacht dat…’. Ook bij zichzelf merken mensen met<br />

ASS zelden met welk gevoel zij in een situatie reageren. Pas<br />

als hen opvalt hoe de ander reageert (met schrik bijvoorbeeld),<br />

kunnen zij dan opmaken dat iets ongewoons<br />

aan de hand is. Dit impliceert hun ontoereikend contact<br />

met hun eigen somatische emotionele ervaringen. De<br />

informatie die door mensen met ASS als emotioneel inzicht<br />

wordt beschouwd, berust op vaste beredeneringspatronen<br />

en er ontbreekt een zekere frisse manier van denken.<br />

Diagnosticus of behandelaar kan bij klakkeloos aannemen<br />

van dergelijke beredeneringen op een verkeerd spoor<br />

komen en gauw concluderen dat de patiënt wel degelijk<br />

weet wat een ander voelt of fantaseert. Gebrek aan “Theory<br />

of Mind” ofwel ‘Mindblindness’ wordt met andere<br />

woorden door dergelijke vaste gevolgtrekkingpatronen niet<br />

makkelijk ontdekt. Bij vermoeden op ASS kan hulpverlener<br />

veel informatie winnen door bijvoorbeeld te vragen naar<br />

andermans gedachten of fantasieën met wie de patiënt te<br />

maken heeft zoals: ‘wat zou die collega gedacht hebben toen hij<br />

boos werd? Deze stijl van vraagstelling kan ook bij afname<br />

van TAT worden gebruikt.<br />

Persoonlijkheidsonderzoek<br />

Ook persoonlijkheidstests kunnen worden ingezet om te<br />

kunnen komen tot een eerste vermoeden van het bestaan<br />

van een ASS. Zo vonden Kok en Eurelings-Bontekoe<br />

(2007) dat patiënten met ASS, in vergelijking tot patiënten<br />

uit de algemene psychiatrie lagere scores hebben op<br />

de Nederlandse Verkorte MMPI (NVM, Luteijn & Kok,<br />

1985) dimensies Negativisme, Somatisatie en Extraversie<br />

en hogere scores op de dimensie Verlegenheid. Patiënten<br />

met ASS scoren met name lager op Somatisatie. Dit laatste<br />

is ondersteund door het onderzoek van Ronsse (2008)<br />

met de MMPI-2 bij het opsporen van ASS. Ronsse vond<br />

dat patiënten met ASS frequent verhoogd scoorden op de<br />

klinische schalen Depressie, Paranoia en Sociale Introversie,<br />

en daarentegen vaak juist niet hoog scoorden op de<br />

schalen Hypochondriasis en Hysterie. Daarnaast scoorde<br />

deze groep met name hoog op de inhoudsschalen Angst,<br />

Obsessiviteit, Woede, Gedrevenheid, Laag Zelfbeeld, Relatie<br />

problemen en Werkproblemen. In overeenstemming<br />

hiermee vonden Ozonoff, Garcia, Clark & Lainhart (2005)<br />

47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!