Standaard Wandsystemen

pagina 22 | Lafarge | wandsystemen
aanSlUItInGen
inbouwen van kozijn
Boven de opening past u een horizontaal
profiel toe, waarvan de flenzen zijn ingesneden
en het lijf minimaal 50 mm wordt
omgebogen en bevestigd aan de stijlen.
Zoals reeds eerder vermeld, mogen naast
openingen geen verticale naden in de gipskartonplaten
voorkomen. De naad plaatst
u boven de opening.
Vloeraansluiting
Voor de geluidsisolatie van montagewanden
zijn vooral de vloeraansluitingen erg
belangrijk. Lafarge-montagewanden met
een geluidsisolatiewaarde (rw-waarde) van
≤ 40 dB kunt u op de zwevende dekvloer
plaatsen. Bij geluidsisolatie-eisen met een
rw-waarde van ≥ 41 dB is een onderbreking
van de zwevende dekvloer noodzakelijk.
De onderbreking kan naast het
npH-profiel plaatsvinden. De overdracht
van het flankerend geluid van de ruwe
vloer van ≥ 300 kg/m 2 (bijvoorbeeld
gewapend betonvloer met een dikte van
≥ 120 mm) is gering.
aansluiting aan zwevende dekvloer
Bevestiging aan onbehandelde vloer
U bereikt een optimale vermindering van
de geluidsoverdracht door de scheidingswand
direct op de onbehandelde vloer te
monteren, met een uitsparing in de
zwevende dekvloer. Montagewanden
moeten met akoestisch band goed op de
vloer aansluiten. De aansluitvoegen tussen
de vloer en de gipskartonplaten kit u af.
aansluiting aan massieve plafonds
Bij de aansluitingen van Lafargemontagewanden
aan massieve plafonds
gebruikt u elastisch akoestisch band. De
npH-profielen van de scheidingswanden
bevestigt u met de juiste pluggen en
schroeven of slagpluggen. De aansluitvoegen
werkt u af zoals aangegeven op pagina 20.