Lees Thesis Pieter De Grauwe - Vlaamse Regulator voor de Media

Lees Thesis Pieter De Grauwe - Vlaamse Regulator voor de Media Lees Thesis Pieter De Grauwe - Vlaamse Regulator voor de Media

vlaamseregulatormedia.be
from vlaamseregulatormedia.be More from this publisher
15.09.2013 Views

De auteur treedt deze bij wat betreft de producenten van audiovisuele werken. De uitvoerende kunstenaar daarentegen heeft ingeval van een aan de producent van een audiovisueel werk overgedragen exclusief recht minder garanties op een billijke vergoeding dan nu het geval is. Op die wijze kan men stellen dat de regeling onder artikel 41 AW een uitbreiding betekent van de rechten van de uitvoerende kunstenaar. Nog volgens F. Brison moet de uitzending via de omroep ruim worden begrepen, ongeacht de gebruikte techniek van de uitzending. “De term viseert zowel de radio- als de televisie-uitzending, de uitzending via de ether, de kabel en de satelliet, alsook elke toekomstige digitale uitzendmethode (…). De term ‘uitzending via de omroep’ omvat evenwel niet de kabeldoorgifte die, overeenkomstig Satcab, niet het voorwerp kan uitmaken van een dwanglicentie en daarom aan het exclusief recht van de uitvoerende kunstenaar onderworpen blijft. Er moet dus een onderscheid worden gemaakt tussen de uitzending via de kabel (een kabelmaatschappij kan desgevallend omroepactiviteiten uitoefenen en de hoedanigheid van omroeporganisatie bezitten) en de doorgifte via de kabel.” 107 4.8. H. Haouideg stelt 108 : “Nous estimons raisonnable de soutenir que l’injection directe de programmes sur le câble peut être qualifiée de radiodiffusion au sens de l’article 41 de la L.D.A., telle que cette disposition a été envisage par le législateur de 1994”. De auteur pleit voor een evolutieve interpretatie van de term “uitzending”: “Une lecture attentive des travaux parlementaires semble cependant suggérer une position plus évolutive dans la définition de la notion de radiodiffusion, ceci d’autant plus que les experts présents lors des travaux en commission ont clairement insisté sur le fait que la définition proposée par la Convention de Rome n’était «plus d’actualité»”. 4.9. Deze stellingen zijn tot dusver niet gevolgd door de commissie die bevoegd is voor het vaststellen van de billijke vergoeding in het kader van artikel 42 AW. Uit de beslissing van deze commissie van 10 februari 2003 109 blijkt dat het begrip “uitzending via de omroep” in de zin van artikel 41, 2° AW restrictief wordt toegepast. Er is in de beslissing namelijk slechts sprake van “radio-uitzending”, dat wordt gedefinieerd als zijnde “elke uitzending van geluid via een draadloos systeem, dat unidirectioneel en van punt tot multipunt is, opdat het publiek dit op het Belgisch grondgebied zou kunnen ontvangen. De radiofonische programma's of gedeelten van radiofonische programma's waarvoor de radio-omroep een door de luisteraar betaalde vergoeding zou ontvangen, wordt van onderhavige overeenkomst uitgesloten”. Aangezien enkel geluid (niet beeld) en draadloze systemen worden geviseerd, valt directe injectie duidelijk niet onder deze beslissing. 107 Idem. 108 HAOUIDEG, H., “Diffusion en Diffusion en continu sur Internet Le webcasting constitue-t-il une radiodiffusion au sens de l’article 41 de la L.D.A.”, A&M 2006, 12. 109 Beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radio-omroepen, algemeen bindend verklaard per KB van 9 maart 2003 Koninklijk besluit van 9 maart 2003 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 10 februari 2003 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de radioomroepen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, B.S. 9 april 2003. 73

4.10. De beperkte toepassing van artikel 41 AW door de commissie bedoeld in artikel 42 AW, staat er niet aan in de weg dat de rechtbank (in de toekomst) een bredere draagwijdte kan toekennen aan het begrip “uitzending via de omroep”. Vanuit een praktisch oogpunt kan de dwanglicentie in de praktijk eventueel een valabel alternatief vormen voor het verplicht collectief beheer van de kabeldoorgifte, gelet op de moeilijkheden die met name uitvoerende kunstenaars in het verleden hebben gekend om vergoedingen te bekomen voor hun kabelrechten. 74

4.10. <strong>De</strong> beperkte toepassing van artikel 41 AW door <strong>de</strong> commissie bedoeld in artikel 42<br />

AW, staat er niet aan in <strong>de</strong> weg dat <strong>de</strong> rechtbank (in <strong>de</strong> toekomst) een bre<strong>de</strong>re<br />

draagwijdte kan toekennen aan het begrip “uitzending via <strong>de</strong> omroep”.<br />

Vanuit een praktisch oogpunt kan <strong>de</strong> dwanglicentie in <strong>de</strong> praktijk eventueel een<br />

valabel alternatief vormen <strong>voor</strong> het verplicht collectief beheer van <strong>de</strong> kabeldoorgifte,<br />

gelet op <strong>de</strong> moeilijkhe<strong>de</strong>n die met name uitvoeren<strong>de</strong> kunstenaars in het verle<strong>de</strong>n<br />

hebben gekend om vergoedingen te bekomen <strong>voor</strong> hun kabelrechten.<br />

74

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!