Lees Thesis Pieter De Grauwe - Vlaamse Regulator voor de Media
Lees Thesis Pieter De Grauwe - Vlaamse Regulator voor de Media
Lees Thesis Pieter De Grauwe - Vlaamse Regulator voor de Media
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoewel <strong>de</strong> zaak Airfield betrekking heeft op een situatie die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> afwijken<strong>de</strong><br />
regeling <strong>voor</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling aan het publiek per satelliet valt, is <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nering van<br />
advocaat-generaal Jääskinen in die zin relevant dat <strong>de</strong> omroeporganisaties die hun<br />
programma’s ter beschikking stellen aan Telenet een an<strong>de</strong>r publiek tot doelgroep<br />
hebben gekozen, gelet op het feit dat Telenet niet <strong>de</strong> uitsluiten<strong>de</strong> distributeur is van<br />
<strong>de</strong> programma’s. Net als Airfield, bepaalt Telenet haar eigen publiek door <strong>de</strong><br />
pakketten van televisiezen<strong>de</strong>rs samen te stellen die per <strong>de</strong>finitie een an<strong>de</strong>r<br />
audiovisueel product zijn dan <strong>de</strong> individuele zen<strong>de</strong>rs die tot dat pakket behoren.<br />
Dit lijkt ons een an<strong>de</strong>r valabel argument om te besluiten tot me<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
van Telenet bij het versprei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> publieke me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling.<br />
Dit punt werd nochtans niet aanvaard door het Hof van Beroep te Brussel in het<br />
Coditel arrest van 30 maart 1979 in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> vraag of er sprake is van een<br />
twee<strong>de</strong> openbare me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling bij kabeldoorgifte 90 . Het Hof van Beroep heeft daarbij<br />
gesteld dat het niet relevant is of <strong>de</strong> heruitzending door <strong>de</strong> kabelmaatschappij zich al<br />
dan niet richt tot een nieuw publiek. Opdat er van een nieuwe openbare me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling<br />
sprake zou zijn, is niet vereist dat er met <strong>de</strong> kabeldistributie een “nieuw publiek” wordt<br />
aangesproken. <strong>De</strong> auteursrechtelijke toestemming is dus vereist, ongeacht <strong>de</strong><br />
herkomst van <strong>de</strong> programma’s (…).<br />
3.12. Ook in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse rechtspraak kunnen parameters wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n om te<br />
bepalen welke partij verantwoor<strong>de</strong>lijk is <strong>voor</strong> <strong>de</strong> openbare me<strong>de</strong><strong>de</strong>ling.<br />
In een kort geding vonnis van <strong>de</strong> rechtbank van ’s Gravenhage van 31 mei 2010 91 is<br />
<strong>de</strong> vraag geanalyseerd of <strong>de</strong> kabeldistributeur (in casu UPC en Ziggo) dan wel <strong>de</strong><br />
alternatieve aanbie<strong>de</strong>r van televisiediensten die gebruik maakt van het kabelnetwerk<br />
van <strong>de</strong> kabeldistributeur (in casu Tele2 en Online) bij zogenaam<strong>de</strong> “wholesale line<br />
rental – cable met third party billing (WLR-C met TPB)” diensten <strong>de</strong> partij is die<br />
openbaar maakt en dus <strong>de</strong> licenties moet regelen.<br />
WLR-C met TPB houdt in dat <strong>de</strong> kabeldistributeur op vraag van <strong>de</strong> alternatieve<br />
aanbie<strong>de</strong>r van televisiediensten omroepinhoud levert. In tegenstelling tot diensten<br />
van aansluiting en doorgifte van radio- en televisiesignalen die kabeldistributeurs<br />
verrichten <strong>voor</strong> alternatieve aanbie<strong>de</strong>rs, moet <strong>de</strong>ze content-dienst rechtstreeks aan<br />
<strong>de</strong> klant van <strong>de</strong> alternatieve aanbie<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n geleverd door <strong>de</strong> kabeldistributeur. <strong>De</strong><br />
vergoeding <strong>voor</strong> <strong>de</strong> content-dienst wordt gefactureerd door <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />
televisiedienst ten behoeve van <strong>de</strong> kabeldistributeur, zodat <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>r van <strong>de</strong><br />
televisiedienst <strong>de</strong> volledige relatie met <strong>de</strong> klant blijft beheren. Door dit systeem<br />
zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> alternatieve aanbie<strong>de</strong>rs van televisiediensten geen afzon<strong>de</strong>rlijke<br />
toestemming moeten bekomen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> programma’s die wor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n, maar<br />
kunnen zij terugvallen op <strong>de</strong> toestemming die <strong>de</strong> kabeldistributeurs hebben<br />
ontvangen van <strong>de</strong> rechthebben<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> levering. Dit laatste punt stond centraal in<br />
<strong>de</strong> discussie:<br />
90 Brussel 30 maart 1979, J.T. 1979, 502.<br />
91 Rb. <strong>De</strong>n Haag 31 mei 2010, <strong>Media</strong>forum 2010, nr. 17, p. 211.<br />
63